Bloemendaalse raad bepleit spoedige realisering van project-Zwiers c.s. r Minister Cals vraagt 1,7 millioen meer aan voor de kunst smaken: Uitbreiding naar het Noorden afhankelijk van overeenstemming met Kennemerduinen Benoeming van een directeur en een inspecteur-generaal BADCENTRUM KOP ZEEWEG afe Aoest met ST0PH0EST Opleidingsinstituut voor sportleidsters Boerderij uitgebrand te Sint Oedenrode Bromfietser overleden na hevige aanrijding Instelling van een staatsprijs voor de gebonden kunsten Reorganisatie bij Onderwijs Shagretta smaakt beter dan shag! Ministerie gaf weer een belangwekkend jaarboek uit Nieuwe staatslening 250 millioen gulden 11 Lof Grondprijzen CIOS vindt navolging Bloemendalers voor U itbreidingsplan goedgekeurd Oplossing geschillen gewenst Recht op vrij spelen bij „flipapparaat" is premie Schade groter dan een ton Drs. W. Reyseger secretaris-generaal Reactorcentrum Hogere subsidies voor ballet en toneel Virg una American Half si vaar Ztcaar Brand in Prinses Margriet- Kazerne in Wezep Auto tegen boom bestuurder overleden Twee Duitse matrozen te Rotterdam gearresteerd Kerkelijk Nieuws Buitenlandse Zaken Ad Vermeulen van het NVV reed met auto in sloot Voetgangster in Den Haag aangereden en gedood VRIJDAG 30 SEPTEMBER 1955 De Bloemendaalse raad heeft zich Donderdagmiddag met één uitzondering allervriendelijkst uitgelaten over het rapport van de Commissie ter bestudering van de mogelijkheid tot vestiging van een gemeentelijke bad-exploitatie aan de kop van de Zeeweg. Zoals wij reeds eerder uitvoerig hebben gemeld, is deze commissie tot de overtuiging gekomen, dat het mogelijk is op financieel ver antwoorde wijze aan de Kop van de Zeeweg een attractief recreatiecentrum te stichten door het eigenlijke badbedrijf te combineren met een café-restaurant met bijbehorende terrassen, wat winkeltjes, een uitzichttoren, politiepost en busstation. Een en ander was in een maquette door de architect van de com missie, prof. ir. H. T. Zwiers, gestalte gegeven. Het enige raadslid, dat ernstige bedenkingen formuleerde tegen de procedure welke tot dit plan leidde, was ir. Tirion (V.V.D.), die betoogde dat het uitgangspunt reeds bij het uitbreidingsplan van architect Komter voor de Kop van de Zeeweg onjuist was geweest: eerst zou men een ander tracé voor het einde van de Zeeweg moeten ontwerpen, waardoor een ruimtelijke ordening zowel voor een aanvankelijke kernbebouwing als voor latere uitbreiding mogelijk' zou zijn. Deze critiek heeft de heer S c h u 1 z (Arbeid) niet weerhouden om aan het einde van de bespreking B. en W. te vragen zo spoedig mogelijk met een nader uitgewerkt project terug te komen, in die wens warm gesteund door de heer De Jong Schouwenburg (Prot. Chr.). Uitspraak Rotterdamse rechtbank De heer Tirion stélde, „dat de vloek van een verkeerde daad is, dat er weer kwaad uit zal voortvloeien", hetgeen in dit geval veroorzaakt wordt door een onjuiste voorbereiding van het voorstel. Dit plan hinkt op een paar gedachten: het wil op een zeer smal front tussen weg en zee een groot aantal uiteenlopende functies in één complex verenigen en daarbij moet ook nog het uitzicht van de weg over de zee bewaard blijven. Het gaat hier in wezen om een planologisch probleem: heeft de commissie de vrijheid gekregen haar op gave van een ruime gezichtshoek uit te volbrengen of is zij aan een beperkte vraagstelling gebonden geweest en moest een conglomeraat van gebouwen in één project bij elkaar geveegd worden? De heer Van Holten (VVD) bleek aan deze bezwaren van zijn fractiegenoot niet zo zwaar te tillen. Hij vond het in tegendeel het beste rapport dat de raad sinds jaren onder ogen had gekregen, het geen nog niet wilde zeggen dat hij het daarom op alle punten er mee eens was, hetgeen in feite op de financiële prognoses bleek te slaan. Hij vond het plan echter uniek en vroeg of het niet mogelijk zou zijn toch een hotel aan de kop van de Zee weg te bouwen: wat vandaag immers ver boden is, kan morgen toegestaan worden. Spreker vroeg tenslotte rekening te hou den met de belangen van de strandpach- ters en de kampeervereniging „De Zee meeuwen". Ook de heer S c h u 1 z vond dit een object Bloemendaal waardig, meende even wel als détailcritiek, dat het wellicht mo gelijk zou zijn de winkels toch van de wegzijde af zichtbaar te bouwen, teneinde een betere exploitatiemogelijkheid te ver- ADVERTENTIE naar Den Haag moet gaan om te weten te komen of het plan gerealiseerd kan wor den. Pas daarna immers heeft het zin om tot de uitwerking over te gaan. Daarbij kan dan ook met allerlei desiderata reke ning worden gehouden, zoals die ook in de raad tot uiting zijn gekomen. Met dat laat ste bleek de voorzitter, dr. D. H. Peere boom Voller, het wel eens: men moet de maquette meer zien als een uiting van een gedachte, hoe het bijvoorbeeld zou kunnen worden. De heer S c h u 1 z bleek echter niets te voelen voor het voorstel van de heer Tirion om eerst nog de mogelijk heden van de wegenomlegging te beschou wen: dat zou maar vertraging geven. Wel adviseerde hij het College eerst duchtig in Den Haag te informeren wat men daar voor gegevens en materiaal verlangde en verder alle stappen te doen welke voor de verwezenlijking van het project van be lang zouden kunnen zijn, hetgeen door de heer De Jong Schouwenburg vol komen werd onderschreven. Uit met de landelijke organisaties op het gebied van de lichamelijke opvoeding en de sport ter zake van de subsidiëring ge pleegd voortgezet overleg, zo deelt minister Cals in de toelichting op de begroting van O., K. en W. mede, is gebleken dat voor het handhaven en voortzetten van de in 1955 door de gesubsidieerde bonden getrof fen voorzieningen en ontwikkelde activi teiten in het begrotingsjaar een hoger be drag aan subsidie nodig zal zijn. Gelet op de betekenis welke aan goed geleide sport beoefening moet worden toegekend meent hij de belanghebbende organisaties enige verhoging van subsidie niet te mogen ont houden. In het voorlopig verslag, betrekking heb bend op de begroting voor het dienstjaar 1955, hebben vele leden de vraag gesteld of er geen aanleiding is over te gaan tot het stichten van een Centraal Instituut voor de Opleiding van Sportleidsters. Mede op grond van ingewonnen informaties naar de behoefte aan degelijk geschoolde vrou welijke leerkrachten op het gebied van de sport, meent de minister dat het verant- woord is naast het bestaande instituut voor mannelijke cursisten (het CIOS in Over- veen), een soortgelijk opleidingscentrum voor meisjes in het leven te roepen, dat op basis van een tweejarige cursus vijfen twintig leerlingen per jaar zal kunnen af leveren. Er wordt thans gezocht naar een geschikte plaats voor deze instelling. De minister streeft er naar de opleiding in September 1956 te doen aanvangen. krijgen. Het zou voorts aanbeveling ver dienen indien het complex meer in de richting van IJmuiden werd geprojecteerd, waartoe het echter nodig is, dat er over eenstemming wordt bereikt met de Kenne merduinen. In aansluiting daarop betoogde de heer De Jong Schouwenburg, dat het project van de commissie aesthetisch fraai, financieel uitvoerbaar en planologisch pas send is. Zowel de thans erbarmelijk ge huisveste politie als de baders, die beter beschermd kunnen worden, zullen er bij gebaat zijn. Voorts meende de heer De Jong Schouwenburg, dat het particulier initiatief hier op gelukkige wijze wordt aangevuld door de overheid. Hij zou het, conform de vorige spreker, zelfs niet be treuren als de gemeente hier per jaar een verantwoord bedrag op toe moest leggen, waar tegenover hij wel stelde, dat in de eerste plaats de Bloemendalers van de badinrichting moesten kunnen profiteren, door bijvoorbeeld een abonnementenstelsel in te voeren. De gedachte, dat deze bad inrichting in het bijzonder aan de eigen gemeente ten goede inoest komen, bleek trouwens ook bij andere sprekers te leven. De heer F ij e n (KVP) tenslotte bleek enige matiging te willen betrachten in zijn instemming. Hij wees er bijvoorbeeld op, dat men toch niet zonder toestemming met- de realisering kan beginnen. Daarom vroeg hij zich af of het niet beter zou zijn nog geen opdracht tot uitwerking van de plan nen te geven, maar eerst in Den Haag de urgentie daarvan te'bepleiten. Zijn fractie genoot de heer P i ri x t ér bepleitte even als de heer Schulz opschuiving van het complex Noordwaarts, waardoor tevens meer parkeerruimte verkregen zou worden. Wethouder Van Geluk stelde aller eerst vast dat de commissie heeft voort- gewerkt op het door de Bloemendaalse raad vastgestelde en in hogere instantie goedgekeurde deel van het uitbreidings plan van architect Komter. Daarom zijn een aantal objecten, welke nuttig zyn voor het badhuis als zodanig over een front- lengte van zeventig meter bijeengebracht en is tevens het vrye uitzicht over zee in dit plan vastgelegd. Een opschuiving van ongeveer tien meter naar het Noorden zal geen bezwaren ont moeten, maar veel verder doet de vraag rijzen: wat komt er dan aan de Kop van de Zeeweg, hetgeen uiteraard koren op de molen van de heer Tirion was', want die had juist betoogd, dat eerst de weg ver legd moest worden. Maar wethouder Van Geluk had nog een ander argument: naar het Nooi-den wordt het strand smaller en bovendien komt men dan in hét nog niet goedgekeurde gedeelte van het uitbrei dingsplan. Een uitbreiding in Zandvoortse richting blijft ook nog zeer goed mogelijk. De financiële cijfers zijn goed afgewogen en gebaseerd op de ervaringen elders. Ook de berekening der bouwkosten is op de huidige toestand afgestemd. Wat het hotel betreft: het mag er niet komen, maar ook in het tegengestelde geval zou het toch niet op deze plaats gebouwd kunnen wor den. Voorts werd de heer Van Holten gerust gesteld: de Zeemeeuwen zijn nog lang niet in het gedrang. Aangaande de verschillen met de Kenne- mer duinen verwachtte de wethouder toch wel, dat deze zouden worden opgelost. Hij zou er de voorkeur aan geven, als alle moeilijkheden nu eens tegelijk uit de weg konden worden geruimd. Dan zou het ook met de parkeerterreinen helemaal in orde kunnen komen. In tweede instantie heeft de heer Tirion erop gewezen, dat men niet met uitgewerkte, maar met globale tekeningen Er is tenslotte nog enige, en verwarde, discussie geweest over de vaststelling van de grondprijzen in het uitbreidingsplan- Bovenweg. De heer Schulz bepleitte de prijs voor de percelen waarop woningwet woningen en kleine bouwkaswoningen ge bouwd zouden worden te fixeren op de kostprijs van het bouwrijp maken van de grond, namelijk f 8,36. B. en W. hadden dit bedrag in hun voorstel afgerond op negen gulden per vierkante meter. De heer Schulz echter betoogde, dat dit ogen schijnlijk kleine verschil per woning een niet te verwaarlozen bedrag uitmaakt, in het licht van de bezuinigingen welke door de Dienst van Wederopbouw en Volkshuis vesting in wopingwetbouwprojecten wor den aangebracht. Wanneer deze marge in de grondprijs nu kon vervallen, zou dat ten goede kunnen komen aan de afwerking van de woning. Die gedachte vond echter geen weerklank bij de niet-socialistische fracties, zodat het voorstel van de heer Schulz alleen de stemmen van zijn eigen fractie verwierf. ADVERTENTIE WANNEER U ALTIJD net voor de bui binnen zou zijn, kon U misschien zonder regenjas volstaan. Hoewel regenkleding van LIPPITS voor dames en heren ook voor „tussen de buien door" een ver- rukkelijke dracht is. ('t Komt er dus toch wel op neer, dat U er practisch niet buiten kunt). Dames- en Herenmodes KRUISWEG 72 - HAARLEM Ook de Rotterdamse rechtbank meent, dat het recht op „vry spelen" bij het be halen van een bepaald aantal punten op een speelautomaat (het „flip-apparaat") te beschouwen is als een prys of premie in geld of goed. De rechtbank veroordeelde de Rotter damse caféhouder, die in hoger beroep was gegaan van een vonnis van de kanton rechter van f 11,boete of drie dagen hechtenis, waarvan f 10,of twee dagen voorwaardelijk, tot dezelfde straf. De offi cier van Justitie had eveneens bevestiging van dit vonnis geëist. De kapitale boerderij van de heer L. Bek kers te St. Oedenrode is omstreeks mid dernacht geheel door brand verwoest. De bewoners werden door het vuur, dat zich snel uitbreidde, in hun slaap verrast maar konden zich nog in veiligheid stellen. De brandweer van St. Oedenrode was spoedig ter plaatse, maar kon weinig meer redden. Een gelukkige omstandigheid is, dat het vee bij het mooie herfstweer nog buiten was, zodat slechts twee kalveren en wat kleinvee in de vlammen omkwa men. Landbouwwerktuigen en een gedeelte van de oogst gingen echter wel verloren. De schade wordt op meer dan honderd duizend gulden geschat. De heer B. is ver zekerd, de oorzaak van de brand is onbe kend. Drs. W. Reyseger, tot nu toe secretaris van de Raad van het Rechtsherstel, zal op 1 October de functie van secretaris-gene raal van het Reactorcentrum Nederland aanvaarden. Drs. Reyseger, die in 1901 in Den Haag werd geboren, heeft gestudeerd aan de Economische Hogeschool te Rotterdam, waar hij in 1926 het accountantsdiploma behaalde. Van 1926 tot 1932 was hij werk zaam bij de Gouvernementele Accountants Dienst in Nederlands Indië, van 1933 tot 1937 was hij gedetacheerd op het ministerie van Koloniën als secretaris van dr. H. Co- lijn. In 1937 werd hij secretaris van het ministerie van Algemene Zaken, in 1939 tevens secretaris van de raad van minis ters. Sinds 1945 is hij secretaris van de raad voor het rechtsherstel. Een adjudant van de Landmacht, de Utrechter K. F. is op de Amsterdamse straatweg te Utrecht door een motorrijder aangereden toen hij, rijdende op een brom fiets, plotseling linksaf wilde slaan. F. werd door de hem achteroprijdende motor rijder J. A., eveneens uit Utrecht, geschept en tegen de grond geslingerd. In zox-gwek- kende toestand werd F. naar het Stads- en Academisch Ziekenhuis te Utrecht ge bracht, waar hij later aan zijn verwondin gen overleed. De motorrijder kreeg een hersenschud ding en werd eveneens in het ziekenhuis opgenomen. De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. Cals, heeft in zijn begroting voor 1956 ruim 1,7 millioen meer aangevraagd voor de afdeling Kunsten dan voor dit jaar. In de begroting 1955 was voor de doeleinden, die nu bij de begroting 1956 onder de afdeling Kunsten zijn opgenomen, totaal onge veer 6.544.000.- beschikbaar, waarin de beurzen voor het kunstonderwijs en de uitgaven voor de aesthetische vorming van de jeugd niet zijn begrepen. De minister vraagt voor 1956 voor afdeling Kunsten een bedrag van 8.370.000.- aan, waarbij 70.000.— is opgenomen voor het maken van plannen voor nieuwbouw van het Koninklijk Conservatorium voor Muziek. Er wordt dus voor de afdeling Kunsten een stijging voorgesteld van 1.756.000.- of bijna 27 pet., waarin ook de hogere bedragen zijn verwelkt, die voor de reeds ;l( toegestane salarisverhogingen met de daarmede gepaard gaande uitgaven voor sociale voorzieningen nodig zijn. De minister wil de subsidies voor het Overijsels en het Fries Orkest geleidelijk verhogen indien hun artistieke prestaties dit verantwoord doen zijn en de subsidies uit het eigen gewest ten minste een zelfde bedrag vertegenwoordigen als het rijks subsidie. De minister is van mening, dat het Ne derlands Kamerorkest in een behoefte voorziet. Hij stelt voor een nieuwe post, groot 50.000.op de begroting te plaat sen, waaruit ten behoeve van dit kamer orkest een rijkssubsidie zou kunnen wor den verleend. De minister hoopt in 1956 te kunnen De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft besloten tot de be noeming van een directeur-generaal van het onderwijs, onder wie het gehele onder wijs, met uitzondering van het hoger on derwijs, zal ressorteren. Voorts ligt het in de bedoeling een inspecteur-generaal van het onderwijs te benoemen, die de uitwer king van de met betrekking tot een slui tend geheel van onderwijsvoorzieningen en met name de ook bij het schooltoezicht zo noodzakelijke coördinatie zal bevorde ren. Voorts zal een dix*ecteur-generaal voor de kunsten en de buitenlandse culturele beti-ekkingen worden benoemd. De huidige secretaris-genei-aal is in feite de werk zaamheden blijven verrichten, welke waren verbonden aan de tevoren door hem be klede functie van dii-ecteur-generaal voor .de kunsten, terwijl hij daarenboven hoe langer hoe meer werd belast met de super visie op de steeds in omvang en belang toe nemende buitenlandse cultux-ele betrek kingen. Deee belangrijke werkzaamheden nemen echter zoveel tijd in beslag, dat het onmo gelijk moet worden geacht deze nog langer met die van secretaris-generaal te combi neren. Deze taken behoren volgens de mi nister te worden gescheiden van die van de secretaris-generaal, opdat deze zich ten volle zal kunnen wijden aan de veeleisende taak, waarvoor de ambtelijke leiding van een zo uitgebreid departement hem stelt overgaan tot een staatsprijs voor de gebon den kunsten. Hij overweegt voorts de in stelling van staatsprijzen voor beeldende kunsten (naast de Prix de Rome) van de zelfde orde als de Van der Leeuw-prijs voor muziek en de P. C. Hooft-prijs voor letterkunde. De minister acht het wenselijk, dat de financiële positie van het Nederlands Bal let versterkt wordt Onder meer zullen de salarissen van de aan het Nederlands Bal let verbonden krachten verhoogd dienen te worden. Hij stelt voor op deze post 80.000.uit te trekken. Naar de mening van de minister dieixt voor 1956 de post subsidie ten behoeve van toneelgezelschappen aanzienlijk te worden verhoogd. Totaal wordt 200.000.meer gevraagd. De stichting Donemus heeft sinds 1947 de belangen van de hedendaagse Neder landse componisten behartigd door hun on uitgegeven werk binnen het bereik te bren gen van de uitvoerende kunstenaars via een documentatie-afdeling, alsmede door intensieve exploitatie van de vermenigvul digde partituren en uitvoeringsmaterialen Het moet uitgesloten worden geacht, zo zegt de minister, dat Donemus op den duur zal kunnen concurreren met de commerciële uitgaven, indien haar publicaties, vooral naar het notenbeeld, niet op andere en be tere wijze verzorgd kunnen worden dan tot nu toe mogelijk was. Voorts moeten de steeds groeiende bestellingen uit binnen- en buitenland verwerkt kunnen worden Daarom zal de financiële positie van Do nemus moeten worden versterkt. De minis ter wil hiervoor een bedrag van 97.000 uittrekken. Aanbesteding. De directie van ge meentewerken te Rotterdam heeft aanbe steed het bouwen van een keersluis met basculebrug en aansluitende kademuren aan de Leuvehaven te Rotterdam. De laag ste inschrijving was van de Hollandse Be tonmaatschappij te Den Haag met f 4.657.000 Hoogste Rotterdams Bouwbedrijf met f 5.270.800. ADVERTENTIE Geen wonderShagretta is zo rijp - dank zij de natuurgefer- inenteerde tabak, die bij het Clark Procédé EQ 7 wordt verwerkt. Koop en rook een pakje Shagretta en vergelijk het met shag Smaakt ook beter in de pijp Donderdagmiddag is een groot legerings gebouw van de Prinses Margrietkazerne te Wezep vrijwel geheel uitgebrand. De oor zaak van de brand is nog niet bekend. Ver moedelijk is de brand op zolder begonnen. Er hebben zich geen persoonlijke ongeluk ken voorgedaan. Men heeft de benedenver dieping en de kelder van het gebouw, waar 140 tot 150 man in plachten te slapen, be houden. De brand is om ongeveer kwart voor twaalf uitgebroken. Het ergste was voorbij omstreeks kwart over een. Het vuur werd bestreden door 200 militairen, die werden geassisteerd door de brandweerkorpsen van Wezep, Oldebroek en Zwolle. De militairen hadden in zeer korte tijd het gebouw ge heel ontruimd. In hetgebouw waren de staf en de stafcompagnie van de 101ste Ge nie Gevechtsgroep gelegerd. Het is tijdens de tweede wereldoorlog door de Duitsers gebouwd. In de afgelopen nacht omstreeks half vier is de heer A. Overeem uit Soest op de rijksweg in de bebouwde kom van Soest met zijn auto tegen een boom gei'eden. Kort ïxa het ongeval is de heer üvercem ter plaatse overleden. De zwaar gehavende auto is door de politie in beslage genomen. De Rottei-damse politie heeft de 26-jari- ge Duitse matroos F. W. S. uit Schollbrunn en de 17-jarige Duitse matroos R. F. uit Mannheim gean-esteerd. Er was telefonisch bericht binnengeko men bij de politie, dat er ingebroken werd in een opticienszaak. De twee agenten, die er in een jeep op afgingen, zagen de twee mannen in het portiek van de bewuste winkel. Het bleek, dat zij in het zijraam van de winkel met een glassnijder hadden gesneden. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Heeze (N.Br.) A. P. Plomp te Maurik; te Haulerwijk J. A. Rietberg, vic. te Warnsveld. Benoemd tot vic. te Zwartemeer J. Ca- semier, cand. te Schiedam. Geref. Kerken Beroepen te Leeuwarden (7e pred.pl.) W. Baas te Urk; te Den Bommel M. C. Ker sten, caxid. te Amtex-dam. Bedankt voor Giesen-Oud en Nieuwkerk J P. Haspels te Goënga; voor Krabbendam B. v. Oeveren te Vries (Dr.). Clir. Geref. Kerken Bedankt voor Woi-merveer C. Verhage te Broek onder Akkerwoude. (Van onze parlementaire redacteur) „Hoewel nog moet worden afgewacht wat de toekomst zal brengen, heeft het klimaat van de internationale verhoudingen tijdens het verslagjaar een merkbare verandering ten goede ondergaan." Aldus een tot ver heugenis stemmende constatering van de bewindslieden van ons ministerie van Bui tenlandse Zaken in de inleiding van het v/el niet door hen ondertekende, maar dan toch onder hun vex-antwoordelijkheid sa mengestelde Jaarboek. Daarin wordt aan de Staten-Generaal verslag uitgebracht over zeer veel, dat er op het gebied van de internationale politiek en bovenal met be trekking tot wat ons land daarbij raakte in de periode van 1 Juni 1954 tot 1 Juni 1955 is gebeurd en gedaan. Een enkele keer maakt het als steeds een rijke bron aan gegevens bevattende Jaarboek ook nog wel gewag van iets, dat zich na laatstgenoemde datum heeft afgespeeld, bij voorbeeld van minister Luns in de herdenkingszitting van de U.N.O. te San Francisco op 23 Juni uit gesproken rede. De vraag rijst waarom de in diezelfde maand juist onder verantwoor delijkheid van de beide op het Plein zete lende ministers uitgesproken Koninklijke rede ontbreekt. Die had in het bijzonder betrekking op Nederlands taak ten aanzien van de hulp aan minder ontwikkelde lan den, een onderwerp dat terecht mede in deze publicatie wordt behandeld. Gelijk gebruikelijk is kan men, na een belangwekkend hoofdstuk over Nederlands buitenlandse politiek, het relaas aantreffen van het doen en laten van ons land, niet slechts in de U.N.O., in de West-Euro- pese en Noord-Atlantische samenwerking (waaronder ook Benelux is gerangschikt) alsmede in andere organisaties, doch bo vendien krijgen Nederland's relaties met bijkans alle landen een beurt. Hoofdstuk XI van het Jaarboek draagt de niet meer met de grondwettelijke ter minologie in overeenstemming zijnde titel „Verdragen en overeenkomsten". De Grondwet bezigt sinds haar jongste wijzi ging uitsluitend de uitdrukking „Overeen komsten". Zeker, de internationale praktijk is wel een andere. Zij spreekt nog van „verdragen, overeenkomsten, accoorden, protocollen, notawisselingen" enz. Dit kan dus misschien de keuze van deze titel be ïnvloed hebben. Niettemin hebben de op stellers van het verslag op blz. 112 een ju ridisch steekje laten vallen. Vermeld is namelijk ten aanzien van een op 4 October 1954 geparafeerde tekst van een Nederlands-lsraelische ontwerp-rege- ling inzake uitlevering, overeengekomen werd, dat zij een voorlopig karakter zou dragen. En daarop volgt dan: „Dit werd tot uiting gebracht door de regeling niet met de term „verdrag'" aan te duiden, doch met „overeenkomst". Behalve dat het beter zou zijn geweest hier het woord van de En gelse tekst, „agreement", te bezigen, moet worden opgemerkt dat het voorlopig ka rakter van een internationale regeling, ju ridisch bezien, geenszins door de titel, maar door de inhoud wordt bepaald. De deskun digen op Buitenlandse Zaken zullen intus sen tegen deze kleine critische opmerking wel bestand zijn. Daarvoor toch beschik- ken zij, naar aan te nemen valt, over vol doende zin voor humor. En bovendien, daarvoor is de lof, die hier in het algemeen wederom gaarne wordt toegezwaaid aan hen, die het zo voortreffelijke Jaarboek in elkaar hebben gezet, te oprecht gemeend. In aansluiting op de vermelding in dit elf de Hoofdstuk van de in 1954 met andere mogendheden gesloten overeenkomsten hier heeft dus dit onderdeel van het Jaar boek alleen betrekking op het tijdperk 1 Januari tot 31 December 1954 komt er een en ander omtrent de praktijk der goed keuringsprocedure van dergelijke overeen komsten gedurende de eerste twee jaren sedert de inwerkingtreding der herziene Grondwet, dus in de periode van 21 Juni 1953 tot 1 Juni 1955. Uit het te boek ge stelde blijkt onder meer, dat van de 70 ter „stilzwijgende goedkeuring" aan de Staten- Generaal overgelegde overeenkomsten, er 60 die stilzwijgende goedkeuring inderdaad verwierven en dat er met betrekking tot het tiental waarmee dat niet zo glad liep, een uitspraak bij de wet is verlangd. Ver der leest men ook nog, dat eigener bewe ging de regering 17 wetsontwerpen indien de tot goekeuring van 17 te bekrachtigen overeenkomsten en van drie overeenkom sten waartoe zou worden toegetreden. Tot de overige belangwekkende gegevens, die in dit opzicht het Jaarboek bevat, behoort hetgeen daarin voorkomt over een aantal ter voldoening aan de Gi-ondwetsbepalin- gen „overgelegde" overeenkomsten. De vraag rijst wat men op het Plein in deze rubriek gedaan heeft met die ene overeen komst met Indonesië, waarover met de Tweede Kamer nog strijd gaande is of zij al dan niet is „overgelegd"? Heeft men die, veiligheidshalve, maar stillekens wegge moffeld? Niet slechts onze volksvei-tegenwoordi- gers, maar ook vele andere belangstellen den hebben opnieuw alleszins reden zich te verheugen over de verschijning van dit, in tal van opzichten, van grote waarde te ach ten Jaarboek. Donderdagavond kwart voor acht is de secretaris van het N.V.V., de heer Ad Ver meulen, tussen Veenwouden en Dokkum met zijn auto gekanteld en in een diepe sloot beland. De wagen werd zwaar beschadigd, maar de inzittende kwam er zonder noemens waardig letsel af. Op de Hoefkade nabij de Saenredam- straat in 's Gravenhage is Donderdagavond omstreeks kwart over acht de 70-jarige voetgangster S. C. S. bij het oversteken van de rijweg door een auto, bestuurd door G. U. uit Den Haag aangereden en ernstig gewond. Zij liep twee gecompli ceerde beenbreuken en voorts hoofdwon den op. Per auto is zij naar het ziekenhuis Zuidwal overgebracht, waar zij om kwart over negen is overleden. Het ministerie van Financiën deelt mede. dat op 29 September op de 3% procent lening Nederland 1955 II is ingeschreven voor 137 millioen gulden, welk bedrag ten volle wordt toegewezen. Voorts beloopt de deelneming van de rijksfondsen en instel lingen in de lening 113 millioen gulden. Het bedrag der lening is vastgesteld op 250 millioen gulden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 13