Bloemendaalse raad bepleit spoedige
realisering van project-Zwiers c.s.
r
Minister Cals vraagt 1,7 millioen
meer aan voor de kunst
smaken:
Uitbreiding naar het Noorden afhankelijk
van overeenstemming met Kennemerduinen
Benoeming van een directeur
en een inspecteur-generaal
BADCENTRUM KOP ZEEWEG
afe Aoest
met ST0PH0EST
Opleidingsinstituut voor
sportleidsters
Boerderij uitgebrand
te Sint Oedenrode
Bromfietser overleden
na hevige aanrijding
Instelling van een staatsprijs
voor de gebonden kunsten
Reorganisatie bij Onderwijs
Shagretta
smaakt beter
dan shag!
Ministerie gaf weer een
belangwekkend
jaarboek uit
Nieuwe staatslening
250 millioen gulden
11
Lof
Grondprijzen
CIOS vindt navolging
Bloemendalers voor
U itbreidingsplan
goedgekeurd
Oplossing geschillen
gewenst
Recht op vrij spelen bij
„flipapparaat" is premie
Schade groter dan een ton
Drs. W. Reyseger
secretaris-generaal
Reactorcentrum
Hogere subsidies voor
ballet en toneel
Virg
una
American
Half
si vaar
Ztcaar
Brand in Prinses Margriet-
Kazerne in Wezep
Auto tegen boom
bestuurder overleden
Twee Duitse matrozen te
Rotterdam gearresteerd
Kerkelijk Nieuws
Buitenlandse Zaken
Ad Vermeulen van het
NVV reed met auto in sloot
Voetgangster in Den Haag
aangereden en gedood
VRIJDAG 30 SEPTEMBER 1955
De Bloemendaalse raad heeft zich Donderdagmiddag met één uitzondering
allervriendelijkst uitgelaten over het rapport van de Commissie ter bestudering
van de mogelijkheid tot vestiging van een gemeentelijke bad-exploitatie aan de
kop van de Zeeweg. Zoals wij reeds eerder uitvoerig hebben gemeld, is deze
commissie tot de overtuiging gekomen, dat het mogelijk is op financieel ver
antwoorde wijze aan de Kop van de Zeeweg een attractief recreatiecentrum
te stichten door het eigenlijke badbedrijf te combineren met een café-restaurant
met bijbehorende terrassen, wat winkeltjes, een uitzichttoren, politiepost en
busstation. Een en ander was in een maquette door de architect van de com
missie, prof. ir. H. T. Zwiers, gestalte gegeven.
Het enige raadslid, dat ernstige bedenkingen formuleerde tegen de procedure
welke tot dit plan leidde, was ir. Tirion (V.V.D.), die betoogde dat het
uitgangspunt reeds bij het uitbreidingsplan van architect Komter voor de Kop
van de Zeeweg onjuist was geweest: eerst zou men een ander tracé voor het
einde van de Zeeweg moeten ontwerpen, waardoor een ruimtelijke ordening
zowel voor een aanvankelijke kernbebouwing als voor latere uitbreiding mogelijk'
zou zijn. Deze critiek heeft de heer S c h u 1 z (Arbeid) niet weerhouden om
aan het einde van de bespreking B. en W. te vragen zo spoedig mogelijk
met een nader uitgewerkt project terug te komen, in die wens warm gesteund
door de heer De Jong Schouwenburg (Prot. Chr.).
Uitspraak Rotterdamse rechtbank
De heer Tirion stélde, „dat de vloek
van een verkeerde daad is, dat er weer
kwaad uit zal voortvloeien", hetgeen in dit
geval veroorzaakt wordt door een onjuiste
voorbereiding van het voorstel. Dit plan
hinkt op een paar gedachten: het wil op
een zeer smal front tussen weg en zee een
groot aantal uiteenlopende functies in één
complex verenigen en daarbij moet ook
nog het uitzicht van de weg over de zee
bewaard blijven. Het gaat hier in wezen
om een planologisch probleem: heeft de
commissie de vrijheid gekregen haar op
gave van een ruime gezichtshoek uit te
volbrengen of is zij aan een beperkte
vraagstelling gebonden geweest en moest
een conglomeraat van gebouwen in één
project bij elkaar geveegd worden?
De heer Van Holten (VVD) bleek
aan deze bezwaren van zijn fractiegenoot
niet zo zwaar te tillen. Hij vond het in
tegendeel het beste rapport dat de raad
sinds jaren onder ogen had gekregen, het
geen nog niet wilde zeggen dat hij het
daarom op alle punten er mee eens was,
hetgeen in feite op de financiële prognoses
bleek te slaan. Hij vond het plan echter
uniek en vroeg of het niet mogelijk zou
zijn toch een hotel aan de kop van de Zee
weg te bouwen: wat vandaag immers ver
boden is, kan morgen toegestaan worden.
Spreker vroeg tenslotte rekening te hou
den met de belangen van de strandpach-
ters en de kampeervereniging „De Zee
meeuwen".
Ook de heer S c h u 1 z vond dit een
object Bloemendaal waardig, meende even
wel als détailcritiek, dat het wellicht mo
gelijk zou zijn de winkels toch van de
wegzijde af zichtbaar te bouwen, teneinde
een betere exploitatiemogelijkheid te ver-
ADVERTENTIE
naar Den Haag moet gaan om te weten te
komen of het plan gerealiseerd kan wor
den. Pas daarna immers heeft het zin om
tot de uitwerking over te gaan. Daarbij
kan dan ook met allerlei desiderata reke
ning worden gehouden, zoals die ook in de
raad tot uiting zijn gekomen. Met dat laat
ste bleek de voorzitter, dr. D. H. Peere
boom Voller, het wel eens: men moet de
maquette meer zien als een uiting van een
gedachte, hoe het bijvoorbeeld zou kunnen
worden. De heer S c h u 1 z bleek echter
niets te voelen voor het voorstel van de
heer Tirion om eerst nog de mogelijk
heden van de wegenomlegging te beschou
wen: dat zou maar vertraging geven. Wel
adviseerde hij het College eerst duchtig in
Den Haag te informeren wat men daar
voor gegevens en materiaal verlangde en
verder alle stappen te doen welke voor de
verwezenlijking van het project van be
lang zouden kunnen zijn, hetgeen door de
heer De Jong Schouwenburg vol
komen werd onderschreven.
Uit met de landelijke organisaties op het
gebied van de lichamelijke opvoeding en
de sport ter zake van de subsidiëring ge
pleegd voortgezet overleg, zo deelt minister
Cals in de toelichting op de begroting van
O., K. en W. mede, is gebleken dat voor
het handhaven en voortzetten van de in
1955 door de gesubsidieerde bonden getrof
fen voorzieningen en ontwikkelde activi
teiten in het begrotingsjaar een hoger be
drag aan subsidie nodig zal zijn. Gelet op
de betekenis welke aan goed geleide sport
beoefening moet worden toegekend meent
hij de belanghebbende organisaties enige
verhoging van subsidie niet te mogen ont
houden.
In het voorlopig verslag, betrekking heb
bend op de begroting voor het dienstjaar
1955, hebben vele leden de vraag gesteld
of er geen aanleiding is over te gaan tot
het stichten van een Centraal Instituut
voor de Opleiding van Sportleidsters. Mede
op grond van ingewonnen informaties naar
de behoefte aan degelijk geschoolde vrou
welijke leerkrachten op het gebied van de
sport, meent de minister dat het verant-
woord is naast het bestaande instituut voor
mannelijke cursisten (het CIOS in Over-
veen), een soortgelijk opleidingscentrum
voor meisjes in het leven te roepen, dat
op basis van een tweejarige cursus vijfen
twintig leerlingen per jaar zal kunnen af
leveren. Er wordt thans gezocht naar een
geschikte plaats voor deze instelling. De
minister streeft er naar de opleiding in
September 1956 te doen aanvangen.
krijgen. Het zou voorts aanbeveling ver
dienen indien het complex meer in de
richting van IJmuiden werd geprojecteerd,
waartoe het echter nodig is, dat er over
eenstemming wordt bereikt met de Kenne
merduinen.
In aansluiting daarop betoogde de heer
De Jong Schouwenburg, dat het
project van de commissie aesthetisch fraai,
financieel uitvoerbaar en planologisch pas
send is. Zowel de thans erbarmelijk ge
huisveste politie als de baders, die beter
beschermd kunnen worden, zullen er bij
gebaat zijn. Voorts meende de heer De
Jong Schouwenburg, dat het particulier
initiatief hier op gelukkige wijze wordt
aangevuld door de overheid. Hij zou het,
conform de vorige spreker, zelfs niet be
treuren als de gemeente hier per jaar een
verantwoord bedrag op toe moest leggen,
waar tegenover hij wel stelde, dat in de
eerste plaats de Bloemendalers van de
badinrichting moesten kunnen profiteren,
door bijvoorbeeld een abonnementenstelsel
in te voeren. De gedachte, dat deze bad
inrichting in het bijzonder aan de eigen
gemeente ten goede inoest komen, bleek
trouwens ook bij andere sprekers te leven.
De heer F ij e n (KVP) tenslotte bleek
enige matiging te willen betrachten in zijn
instemming. Hij wees er bijvoorbeeld op,
dat men toch niet zonder toestemming met-
de realisering kan beginnen. Daarom vroeg
hij zich af of het niet beter zou zijn nog
geen opdracht tot uitwerking van de plan
nen te geven, maar eerst in Den Haag de
urgentie daarvan te'bepleiten. Zijn fractie
genoot de heer P i ri x t ér bepleitte even
als de heer Schulz opschuiving van het
complex Noordwaarts, waardoor tevens
meer parkeerruimte verkregen zou worden.
Wethouder Van Geluk stelde aller
eerst vast dat de commissie heeft voort-
gewerkt op het door de Bloemendaalse
raad vastgestelde en in hogere instantie
goedgekeurde deel van het uitbreidings
plan van architect Komter. Daarom zijn
een aantal objecten, welke nuttig zyn voor
het badhuis als zodanig over een front-
lengte van zeventig meter bijeengebracht
en is tevens het vrye uitzicht over zee in
dit plan vastgelegd.
Een opschuiving van ongeveer tien meter
naar het Noorden zal geen bezwaren ont
moeten, maar veel verder doet de vraag
rijzen: wat komt er dan aan de Kop van
de Zeeweg, hetgeen uiteraard koren op de
molen van de heer Tirion was', want die
had juist betoogd, dat eerst de weg ver
legd moest worden. Maar wethouder Van
Geluk had nog een ander argument: naar
het Nooi-den wordt het strand smaller en
bovendien komt men dan in hét nog niet
goedgekeurde gedeelte van het uitbrei
dingsplan. Een uitbreiding in Zandvoortse
richting blijft ook nog zeer goed mogelijk.
De financiële cijfers zijn goed afgewogen
en gebaseerd op de ervaringen elders. Ook
de berekening der bouwkosten is op de
huidige toestand afgestemd. Wat het hotel
betreft: het mag er niet komen, maar ook
in het tegengestelde geval zou het toch
niet op deze plaats gebouwd kunnen wor
den. Voorts werd de heer Van Holten
gerust gesteld: de Zeemeeuwen zijn nog
lang niet in het gedrang.
Aangaande de verschillen met de Kenne-
mer duinen verwachtte de wethouder toch
wel, dat deze zouden worden opgelost. Hij
zou er de voorkeur aan geven, als alle
moeilijkheden nu eens tegelijk uit de weg
konden worden geruimd. Dan zou het ook
met de parkeerterreinen helemaal in orde
kunnen komen.
In tweede instantie heeft de heer
Tirion erop gewezen, dat men niet met
uitgewerkte, maar met globale tekeningen
Er is tenslotte nog enige, en verwarde,
discussie geweest over de vaststelling van
de grondprijzen in het uitbreidingsplan-
Bovenweg. De heer Schulz bepleitte de
prijs voor de percelen waarop woningwet
woningen en kleine bouwkaswoningen ge
bouwd zouden worden te fixeren op de
kostprijs van het bouwrijp maken van de
grond, namelijk f 8,36. B. en W. hadden
dit bedrag in hun voorstel afgerond op
negen gulden per vierkante meter. De heer
Schulz echter betoogde, dat dit ogen
schijnlijk kleine verschil per woning een
niet te verwaarlozen bedrag uitmaakt, in
het licht van de bezuinigingen welke door
de Dienst van Wederopbouw en Volkshuis
vesting in wopingwetbouwprojecten wor
den aangebracht. Wanneer deze marge in
de grondprijs nu kon vervallen, zou dat
ten goede kunnen komen aan de afwerking
van de woning. Die gedachte vond echter
geen weerklank bij de niet-socialistische
fracties, zodat het voorstel van de heer
Schulz alleen de stemmen van zijn eigen
fractie verwierf.
ADVERTENTIE
WANNEER U ALTIJD
net voor de bui binnen zou zijn,
kon U misschien zonder regenjas
volstaan. Hoewel regenkleding van
LIPPITS voor dames en heren ook
voor „tussen de buien door" een ver-
rukkelijke dracht is. ('t Komt er dus
toch wel op neer, dat U er practisch
niet buiten kunt).
Dames- en Herenmodes
KRUISWEG 72 - HAARLEM
Ook de Rotterdamse rechtbank meent,
dat het recht op „vry spelen" bij het be
halen van een bepaald aantal punten op
een speelautomaat (het „flip-apparaat") te
beschouwen is als een prys of premie in
geld of goed.
De rechtbank veroordeelde de Rotter
damse caféhouder, die in hoger beroep was
gegaan van een vonnis van de kanton
rechter van f 11,boete of drie dagen
hechtenis, waarvan f 10,of twee dagen
voorwaardelijk, tot dezelfde straf. De offi
cier van Justitie had eveneens bevestiging
van dit vonnis geëist.
De kapitale boerderij van de heer L. Bek
kers te St. Oedenrode is omstreeks mid
dernacht geheel door brand verwoest. De
bewoners werden door het vuur, dat zich
snel uitbreidde, in hun slaap verrast maar
konden zich nog in veiligheid stellen.
De brandweer van St. Oedenrode was
spoedig ter plaatse, maar kon weinig meer
redden. Een gelukkige omstandigheid is,
dat het vee bij het mooie herfstweer nog
buiten was, zodat slechts twee kalveren
en wat kleinvee in de vlammen omkwa
men. Landbouwwerktuigen en een gedeelte
van de oogst gingen echter wel verloren.
De schade wordt op meer dan honderd
duizend gulden geschat. De heer B. is ver
zekerd, de oorzaak van de brand is onbe
kend.
Drs. W. Reyseger, tot nu toe secretaris
van de Raad van het Rechtsherstel, zal op
1 October de functie van secretaris-gene
raal van het Reactorcentrum Nederland
aanvaarden.
Drs. Reyseger, die in 1901 in Den Haag
werd geboren, heeft gestudeerd aan de
Economische Hogeschool te Rotterdam,
waar hij in 1926 het accountantsdiploma
behaalde. Van 1926 tot 1932 was hij werk
zaam bij de Gouvernementele Accountants
Dienst in Nederlands Indië, van 1933 tot
1937 was hij gedetacheerd op het ministerie
van Koloniën als secretaris van dr. H. Co-
lijn. In 1937 werd hij secretaris van het
ministerie van Algemene Zaken, in 1939
tevens secretaris van de raad van minis
ters. Sinds 1945 is hij secretaris van de
raad voor het rechtsherstel.
Een adjudant van de Landmacht, de
Utrechter K. F. is op de Amsterdamse
straatweg te Utrecht door een motorrijder
aangereden toen hij, rijdende op een brom
fiets, plotseling linksaf wilde slaan. F.
werd door de hem achteroprijdende motor
rijder J. A., eveneens uit Utrecht, geschept
en tegen de grond geslingerd. In zox-gwek-
kende toestand werd F. naar het Stads- en
Academisch Ziekenhuis te Utrecht ge
bracht, waar hij later aan zijn verwondin
gen overleed.
De motorrijder kreeg een hersenschud
ding en werd eveneens in het ziekenhuis
opgenomen.
De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. Cals, heeft in zijn
begroting voor 1956 ruim 1,7 millioen meer aangevraagd voor de afdeling
Kunsten dan voor dit jaar. In de begroting 1955 was voor de doeleinden, die nu
bij de begroting 1956 onder de afdeling Kunsten zijn opgenomen, totaal onge
veer 6.544.000.- beschikbaar, waarin de beurzen voor het kunstonderwijs en
de uitgaven voor de aesthetische vorming van de jeugd niet zijn begrepen.
De minister vraagt voor 1956 voor afdeling Kunsten een bedrag van 8.370.000.-
aan, waarbij 70.000.— is opgenomen voor het maken van plannen voor
nieuwbouw van het Koninklijk Conservatorium voor Muziek. Er wordt dus
voor de afdeling Kunsten een stijging voorgesteld van 1.756.000.- of bijna
27 pet., waarin ook de hogere bedragen zijn verwelkt, die voor de reeds
;l(
toegestane salarisverhogingen met de daarmede gepaard gaande uitgaven voor
sociale voorzieningen nodig zijn.
De minister wil de subsidies voor het
Overijsels en het Fries Orkest geleidelijk
verhogen indien hun artistieke prestaties
dit verantwoord doen zijn en de subsidies
uit het eigen gewest ten minste een zelfde
bedrag vertegenwoordigen als het rijks
subsidie.
De minister is van mening, dat het Ne
derlands Kamerorkest in een behoefte
voorziet. Hij stelt voor een nieuwe post,
groot 50.000.op de begroting te plaat
sen, waaruit ten behoeve van dit kamer
orkest een rijkssubsidie zou kunnen wor
den verleend.
De minister hoopt in 1956 te kunnen
De minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft besloten tot de be
noeming van een directeur-generaal van
het onderwijs, onder wie het gehele onder
wijs, met uitzondering van het hoger on
derwijs, zal ressorteren. Voorts ligt het in
de bedoeling een inspecteur-generaal van
het onderwijs te benoemen, die de uitwer
king van de met betrekking tot een slui
tend geheel van onderwijsvoorzieningen
en met name de ook bij het schooltoezicht
zo noodzakelijke coördinatie zal bevorde
ren.
Voorts zal een dix*ecteur-generaal voor
de kunsten en de buitenlandse culturele
beti-ekkingen worden benoemd. De huidige
secretaris-genei-aal is in feite de werk
zaamheden blijven verrichten, welke waren
verbonden aan de tevoren door hem be
klede functie van dii-ecteur-generaal voor
.de kunsten, terwijl hij daarenboven hoe
langer hoe meer werd belast met de super
visie op de steeds in omvang en belang toe
nemende buitenlandse cultux-ele betrek
kingen.
Deee belangrijke werkzaamheden nemen
echter zoveel tijd in beslag, dat het onmo
gelijk moet worden geacht deze nog langer
met die van secretaris-generaal te combi
neren. Deze taken behoren volgens de mi
nister te worden gescheiden van die van
de secretaris-generaal, opdat deze zich ten
volle zal kunnen wijden aan de veeleisende
taak, waarvoor de ambtelijke leiding van
een zo uitgebreid departement hem stelt
overgaan tot een staatsprijs voor de gebon
den kunsten. Hij overweegt voorts de in
stelling van staatsprijzen voor beeldende
kunsten (naast de Prix de Rome) van de
zelfde orde als de Van der Leeuw-prijs
voor muziek en de P. C. Hooft-prijs voor
letterkunde.
De minister acht het wenselijk, dat de
financiële positie van het Nederlands Bal
let versterkt wordt Onder meer zullen de
salarissen van de aan het Nederlands Bal
let verbonden krachten verhoogd dienen
te worden. Hij stelt voor op deze post
80.000.uit te trekken.
Naar de mening van de minister dieixt
voor 1956 de post subsidie ten behoeve van
toneelgezelschappen aanzienlijk te worden
verhoogd. Totaal wordt 200.000.meer
gevraagd.
De stichting Donemus heeft sinds 1947
de belangen van de hedendaagse Neder
landse componisten behartigd door hun on
uitgegeven werk binnen het bereik te bren
gen van de uitvoerende kunstenaars via
een documentatie-afdeling, alsmede door
intensieve exploitatie van de vermenigvul
digde partituren en uitvoeringsmaterialen
Het moet uitgesloten worden geacht, zo zegt
de minister, dat Donemus op den duur zal
kunnen concurreren met de commerciële
uitgaven, indien haar publicaties, vooral
naar het notenbeeld, niet op andere en be
tere wijze verzorgd kunnen worden dan
tot nu toe mogelijk was. Voorts moeten de
steeds groeiende bestellingen uit binnen-
en buitenland verwerkt kunnen worden
Daarom zal de financiële positie van Do
nemus moeten worden versterkt. De minis
ter wil hiervoor een bedrag van 97.000
uittrekken.
Aanbesteding. De directie van ge
meentewerken te Rotterdam heeft aanbe
steed het bouwen van een keersluis met
basculebrug en aansluitende kademuren
aan de Leuvehaven te Rotterdam. De laag
ste inschrijving was van de Hollandse Be
tonmaatschappij te Den Haag met f 4.657.000
Hoogste Rotterdams Bouwbedrijf met
f 5.270.800.
ADVERTENTIE
Geen wonderShagretta is zo
rijp - dank zij de natuurgefer-
inenteerde tabak, die bij het
Clark Procédé EQ 7 wordt
verwerkt. Koop en rook een
pakje Shagretta en vergelijk
het met shag
Smaakt ook
beter in de pijp
Donderdagmiddag is een groot legerings
gebouw van de Prinses Margrietkazerne te
Wezep vrijwel geheel uitgebrand. De oor
zaak van de brand is nog niet bekend. Ver
moedelijk is de brand op zolder begonnen.
Er hebben zich geen persoonlijke ongeluk
ken voorgedaan. Men heeft de benedenver
dieping en de kelder van het gebouw, waar
140 tot 150 man in plachten te slapen, be
houden.
De brand is om ongeveer kwart voor
twaalf uitgebroken. Het ergste was voorbij
omstreeks kwart over een. Het vuur werd
bestreden door 200 militairen, die werden
geassisteerd door de brandweerkorpsen van
Wezep, Oldebroek en Zwolle. De militairen
hadden in zeer korte tijd het gebouw ge
heel ontruimd. In hetgebouw waren de
staf en de stafcompagnie van de 101ste Ge
nie Gevechtsgroep gelegerd. Het is tijdens
de tweede wereldoorlog door de Duitsers
gebouwd.
In de afgelopen nacht omstreeks half
vier is de heer A. Overeem uit Soest op
de rijksweg in de bebouwde kom van Soest
met zijn auto tegen een boom gei'eden.
Kort ïxa het ongeval is de heer üvercem
ter plaatse overleden. De zwaar gehavende
auto is door de politie in beslage genomen.
De Rottei-damse politie heeft de 26-jari-
ge Duitse matroos F. W. S. uit Schollbrunn
en de 17-jarige Duitse matroos R. F. uit
Mannheim gean-esteerd.
Er was telefonisch bericht binnengeko
men bij de politie, dat er ingebroken werd
in een opticienszaak. De twee agenten, die
er in een jeep op afgingen, zagen de twee
mannen in het portiek van de bewuste
winkel. Het bleek, dat zij in het zijraam
van de winkel met een glassnijder hadden
gesneden.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Heeze (N.Br.) A. P. Plomp
te Maurik; te Haulerwijk J. A. Rietberg,
vic. te Warnsveld.
Benoemd tot vic. te Zwartemeer J. Ca-
semier, cand. te Schiedam.
Geref. Kerken
Beroepen te Leeuwarden (7e pred.pl.)
W. Baas te Urk; te Den Bommel M. C. Ker
sten, caxid. te Amtex-dam.
Bedankt voor Giesen-Oud en Nieuwkerk
J P. Haspels te Goënga; voor Krabbendam
B. v. Oeveren te Vries (Dr.).
Clir. Geref. Kerken
Bedankt voor Woi-merveer C. Verhage te
Broek onder Akkerwoude.
(Van onze parlementaire redacteur)
„Hoewel nog moet worden afgewacht wat
de toekomst zal brengen, heeft het klimaat
van de internationale verhoudingen tijdens
het verslagjaar een merkbare verandering
ten goede ondergaan." Aldus een tot ver
heugenis stemmende constatering van de
bewindslieden van ons ministerie van Bui
tenlandse Zaken in de inleiding van het
v/el niet door hen ondertekende, maar dan
toch onder hun vex-antwoordelijkheid sa
mengestelde Jaarboek. Daarin wordt aan
de Staten-Generaal verslag uitgebracht
over zeer veel, dat er op het gebied van de
internationale politiek en bovenal met be
trekking tot wat ons land daarbij raakte
in de periode van 1 Juni 1954 tot 1 Juni
1955 is gebeurd en gedaan. Een enkele keer
maakt het als steeds een rijke bron aan
gegevens bevattende Jaarboek ook nog wel
gewag van iets, dat zich na laatstgenoemde
datum heeft afgespeeld, bij voorbeeld van
minister Luns in de herdenkingszitting van
de U.N.O. te San Francisco op 23 Juni uit
gesproken rede. De vraag rijst waarom de
in diezelfde maand juist onder verantwoor
delijkheid van de beide op het Plein zete
lende ministers uitgesproken Koninklijke
rede ontbreekt. Die had in het bijzonder
betrekking op Nederlands taak ten aanzien
van de hulp aan minder ontwikkelde lan
den, een onderwerp dat terecht mede in
deze publicatie wordt behandeld.
Gelijk gebruikelijk is kan men, na een
belangwekkend hoofdstuk over Nederlands
buitenlandse politiek, het relaas aantreffen
van het doen en laten van ons land, niet
slechts in de U.N.O., in de West-Euro-
pese en Noord-Atlantische samenwerking
(waaronder ook Benelux is gerangschikt)
alsmede in andere organisaties, doch bo
vendien krijgen Nederland's relaties met
bijkans alle landen een beurt.
Hoofdstuk XI van het Jaarboek draagt
de niet meer met de grondwettelijke ter
minologie in overeenstemming zijnde titel
„Verdragen en overeenkomsten". De
Grondwet bezigt sinds haar jongste wijzi
ging uitsluitend de uitdrukking „Overeen
komsten". Zeker, de internationale praktijk
is wel een andere. Zij spreekt nog van
„verdragen, overeenkomsten, accoorden,
protocollen, notawisselingen" enz. Dit kan
dus misschien de keuze van deze titel be
ïnvloed hebben. Niettemin hebben de op
stellers van het verslag op blz. 112 een ju
ridisch steekje laten vallen.
Vermeld is namelijk ten aanzien van een
op 4 October 1954 geparafeerde tekst van
een Nederlands-lsraelische ontwerp-rege-
ling inzake uitlevering, overeengekomen
werd, dat zij een voorlopig karakter zou
dragen. En daarop volgt dan: „Dit werd
tot uiting gebracht door de regeling niet
met de term „verdrag'" aan te duiden, doch
met „overeenkomst". Behalve dat het beter
zou zijn geweest hier het woord van de En
gelse tekst, „agreement", te bezigen, moet
worden opgemerkt dat het voorlopig ka
rakter van een internationale regeling, ju
ridisch bezien, geenszins door de titel, maar
door de inhoud wordt bepaald. De deskun
digen op Buitenlandse Zaken zullen intus
sen tegen deze kleine critische opmerking
wel bestand zijn. Daarvoor toch beschik-
ken zij, naar aan te nemen valt, over vol
doende zin voor humor. En bovendien,
daarvoor is de lof, die hier in het algemeen
wederom gaarne wordt toegezwaaid aan
hen, die het zo voortreffelijke Jaarboek in
elkaar hebben gezet, te oprecht gemeend.
In aansluiting op de vermelding in dit elf
de Hoofdstuk van de in 1954 met andere
mogendheden gesloten overeenkomsten
hier heeft dus dit onderdeel van het Jaar
boek alleen betrekking op het tijdperk 1
Januari tot 31 December 1954 komt er
een en ander omtrent de praktijk der goed
keuringsprocedure van dergelijke overeen
komsten gedurende de eerste twee jaren
sedert de inwerkingtreding der herziene
Grondwet, dus in de periode van 21 Juni
1953 tot 1 Juni 1955. Uit het te boek ge
stelde blijkt onder meer, dat van de 70 ter
„stilzwijgende goedkeuring" aan de Staten-
Generaal overgelegde overeenkomsten, er
60 die stilzwijgende goedkeuring inderdaad
verwierven en dat er met betrekking tot
het tiental waarmee dat niet zo glad liep,
een uitspraak bij de wet is verlangd. Ver
der leest men ook nog, dat eigener bewe
ging de regering 17 wetsontwerpen indien
de tot goekeuring van 17 te bekrachtigen
overeenkomsten en van drie overeenkom
sten waartoe zou worden toegetreden. Tot de
overige belangwekkende gegevens, die in
dit opzicht het Jaarboek bevat, behoort
hetgeen daarin voorkomt over een aantal
ter voldoening aan de Gi-ondwetsbepalin-
gen „overgelegde" overeenkomsten. De
vraag rijst wat men op het Plein in deze
rubriek gedaan heeft met die ene overeen
komst met Indonesië, waarover met de
Tweede Kamer nog strijd gaande is of zij al
dan niet is „overgelegd"? Heeft men die,
veiligheidshalve, maar stillekens wegge
moffeld?
Niet slechts onze volksvei-tegenwoordi-
gers, maar ook vele andere belangstellen
den hebben opnieuw alleszins reden zich te
verheugen over de verschijning van dit, in
tal van opzichten, van grote waarde te ach
ten Jaarboek.
Donderdagavond kwart voor acht is de
secretaris van het N.V.V., de heer Ad Ver
meulen, tussen Veenwouden en Dokkum
met zijn auto gekanteld en in een diepe
sloot beland.
De wagen werd zwaar beschadigd, maar
de inzittende kwam er zonder noemens
waardig letsel af.
Op de Hoefkade nabij de Saenredam-
straat in 's Gravenhage is Donderdagavond
omstreeks kwart over acht de 70-jarige
voetgangster S. C. S. bij het oversteken
van de rijweg door een auto, bestuurd
door G. U. uit Den Haag aangereden en
ernstig gewond. Zij liep twee gecompli
ceerde beenbreuken en voorts hoofdwon
den op. Per auto is zij naar het ziekenhuis
Zuidwal overgebracht, waar zij om kwart
over negen is overleden.
Het ministerie van Financiën deelt mede.
dat op 29 September op de 3% procent
lening Nederland 1955 II is ingeschreven
voor 137 millioen gulden, welk bedrag ten
volle wordt toegewezen. Voorts beloopt de
deelneming van de rijksfondsen en instel
lingen in de lening 113 millioen gulden.
Het bedrag der lening is vastgesteld op
250 millioen gulden.