Het oudste café ter wereld
KOSSMANNS DERDE ROMAN
Toeval en abstracte muziek
I' Artsen behandelen
in Wenen hun
beroepszorgen
Een netelig geval
Kanttekeningen
VERMAARD CENTRUM VAN ARTISTIEKE
EN POLITIEKE DISCUSSIES
Litteraire „Toen John Cage ongeveer tien jaar ge-
KORT VERHAAL DOOR «j
KATHINKA LANNOY
Dierbare vrienden
OPNIEUW HEEFT DE aandachtige en langdurig overwogen lectuur van een „mo
derne roman" van een schriftuur dus, dat zowel door haar inhoud als haar schrijf
wijze, door haar problematiek als de aangewende compositie en stijlmiddelen, ken
merkend is voor de geestesgesteldheid van een niet onbelangrijk deel der jongere
schrijversgeneratie mij voor een vraag gesteld, die me uit het oogpunt van
objectieve critiek van cardinaal belang lijkt en als zodanig een gewetensvraag
betekent: is het een criticus, die zich met zijn diepste vezelen vergroeid voelt met
een levenssfeer, een gevoelswereld, een morele en aesthetische waardeschaal van
een zo fundamenteel andere, ja tegengestelde orde, wel mogelijk om een oordeel
en in dit geval een afwijzend oordeel uit te spreken, zonder zich daarbij af te
vragen of het hem niet aan begrip ontbreekt voor dat nieuwe, hem vreemde?
NATUURLIJK is deze vraag niet zo sim- het zich tot een levenstaak rekent om be-
pel als ze hier wordt gesteld. In wezen paalde menselijke „waarden" in stand te
wordt daarmee immers het probleem aan houden, om met alle macht het voortwoe
de orde gesteld, dat de aesthetica sinds kerend ziekteproces te stuiten, verzet aan te
eeuwen omcirkelt: wat is het, dat een men- tekenen en af te wijzen, onverbiddelijk af
selijke uiting, hetzij in klank, kleur, woord, te wijzen.
rhythmische beweging of mimische expres- Het is mij niet gelukt, tot een conclusie
sie, tot kunst stempelt? Kortweg: wat is te komen aangaande deze twee mogelijk-
kunst? Is er, onafhankelijk van tijd en heden. Misschien is er nog een derde, die ik
plaats, van stijl en mode, iets een on- niet zie. Maar voor zover ik dan tot oor-
vergankelijke norm, een onveranderlijke delen in staat ben, reken ik een roman als
toetsnaald dat onfeilbaar uitwijst wat deze tot hetgeen ik psychologisch-techni-
wèl en géén kunst is, al kan men dan over sche, bloedarme montage zou willen noe-
het meer of minder, over het gehalte van men en niét tot de kunstwerken. Wie daar-
mening verschillen? uit afleidt, dat ik Alfred Kossmann gener-
Het is er, dat „iets". Ik twijfel er niet lei talent zou toeschrijven, vergist zich. WANNEER GE, gezeten aan de marme- op deze aarde) waar ge tijdens het lessen
aan. Geen aesthetica heeft het ooit om- Zonder twijfel heeft deze auteur schrijvers- ren stamtafel van Voltaire in het Café van uw dorst of het vullen van uw maag
schreven. Maar het is er en overkoepelt, om kwaliteiten. Maar hij steriliseert ze. Mis- Procope, na een overvloedige en bijzonder omringd wordt door zó veel geesten van
bij de litteratuur te blijven, de schrijf- schien zijn toekomstig werk zal dat kostbare maaltijd tot de ontdekking komt, illustere personages. Francesco Procopio dei
kunst van Homerus tot Sartre, van Euripi- moeten uitwijzen kan hij niet anders dat ge weinig biljetten van duizend Cotelli had dan ook, toen hij in 1686 zijn
des tot Christopher Fry, van het Gilgamesj- dan een fatale roofbouw plegen, is het zijn francs jn lIW portefeuille hebt zitten, hoeft établissement opende, een plaats uitgezocht,
epos tot Gide of Thomas Mann. Ergens in doem de doem van een deel zijner gene- ge u njet zeer beschaamd te voelen. Een die wel bijzonder gunstig was om de intel-
ieder daarvoor ontvankelijk mens sluimert ratie zijn gave uit te mergelen tot een zekere luitenant Bonaparte overkwam het- lectuele élite van Parijs aan te trekken,
zoiets als een heimelijk, intuïtief weten, zo- dorre woestenij: des tc erger voor hem. zeifde in dit établissement en liet zijn hoed Hij vestigde zijn café in de straat, die nu
iets als een aestnetisch geweten, dat los van voor ons, lezers, voor de naaste toekomst achter als onderpand. Dat gebeurde reeds Rue de l'Ancienne Comédie heet, recht
alle cerebrale overwegingen, van alle van de schrijfkunst. C. J. E. DINAUX anderhalve eeuw geleden, toen Café Pro- tegenover de toen nog nieuwe schouwburg,
cope reeds ruim een eeuw bestond. die op de drukke hoek van de Boulevard
Em. Qucndos ui gevers- £r gepn caf^ m parjjs (0f ergens anders Saint-Germain en de Rue de Seine stond.
Cotelli, een in Palermo geboren Italiaan,
kunsttheorieën en modieuze stromingen,
los zelfs van het „wat" als zodanig en van
Verschenen bij
het „hoe" als voorbijgaande vorm, positief ""■aa'acl'aPP|i. Amsterdam.
of negatief reageert.
Wanneer ik dan na een nauwgezet „ge
wetensonderzoek" de nieuwe, derde roman
van Alfred Kossmann: „De linkerhand"
afwijs, is het niet omdat zijn hyper-bewus
te, zakelijk-analyserende, kil-noterende
DE JUN I-aflevering 1955 van het ling. Hij heejt het rhythme geïsoleerd als
die een zeer avontuurlijke jeugd achter de
rug had, was een man van de wereld, die
met zijn hoffelijkheid, zijn intelligentie en
gevatheid, spoedig de vriendschap van zijn
klanten wist te winnen. Hij verfranste zijn
naam tot Francois Procope Couteau en
de voornaam. Men zei niet: „Ik zie je van
avond wel in „De Wade van Turijn" (de
oorspronkelijke naam van het café) maar
„Tot vanavond bij Procope" en dit zou
eeuwenlang zo blijven.
In de achttiende eeuw waren vrijwel
ver, 5, V°''lge alle tafels in Café Procope gereserveerd
in de New Music So- Vüm. de grote denkers en schrijvers van die
ciety een compositie Wje niet tot illustere gemeente
van Ca0e voor twaalf beboorde werd a] spnedig weggekeken.
radio-ontvangtoestel- Rous Fontenelle, Belloy, Saint-Foix
cSlt kwamc» er dagelijks eten. La Fontaine
^,aat hij verder. „Van gleet ej. ycle yan zijn jaatste avonden. De
toevallig gekozen ma- tafeli waaraan Voltaire zijn vlijmscherpe
C,°J'iPwI sarcasmen ten beste ga, is tot op de huidige
dag bewaard gebleven.
Toen Procope zelf te oud werd, nam zijn
zoon Michel de zaak over. Deze had medi
cijnen gestudeerd, maar zich later mede
sities wordt in de
beeldende kunsten
reeds lang gebruik
gemaakt. De collage,
schrijftrant me afstoot, noch omdat de in- Engelse muziektijdschrift „The Score" was muzikaal element, en het een onafhanke- iedereen noemde hem weldra bij ziin twee-
houd (vorm en inhoud zijn, of men het wil geheel gewijd aan Amerikaanse compo- lijkheid gegeven, die het tevoren niet be-
of niet, één) me in hoge 'mate onsympa- nisten en hun muziek. Eén artikel daarvan zat."
thiek is, maar omdat zijn schriftuur ge- vond ik merkwaardig genoeg om er in deze Goed, maar dan: „In de laatste tijd
toetst aan dat onberedeneerbare „iets" rubriek iets over te zeggen. Ter inleiding heeft hij nog een element aan zijn compo-
in gebreke blijft. moge ik opmerken, dat sedert ongeveer neren toegevoegd en dat is: het toeval."
Dat de psychologie van het door hem ge- twintig jaar Amerika zeer belangrijke Na meegedeeld te hebben, dat de schrij-
stelde „geval" dubieus is in haar mense- Europese componis-
lijk-onwaarschijnlijke tegenstrijdigheid ten heeft geherbergd,
dat de erotomane ik-figuur van deze roman waarvan slechts
in een ten dele geforceerd tempo van de Schönberg, Strawins-
éne „beslissende situatie" in de andere ky en Bartök behoe-
wordt gebracht om zijn nihilistisch déba- ven genoemd te wor
de te kunnen demonstreren dat de pue- den om te doen be-
riele zelfbespiegelingen en gesprekken van seffen, dat de muziek
deze onmachtige tweeëndertigjarige Jacques en niet minder de
Vrede hier en daar geschreven staan in een denkbeelden dezer
exacte formulering, waarin geen sterveling kunstenaars wel zeer
denkt of spreekt het is het een voor het grote invloed op de
ander het bedenkelijke symptoom van een jongere Amerikaanse
litteratuur (met andere woorden van een musici moesten uit-
geestesgesteldheid, een levensgevoel), die oefenen. In hoeverre echter was Amerika
op een fatale wijze op weg is om de intel- rijp genoeg om hetgeen deze kunstenaars
ligente constructie in de plaats te stellen aan ideeën meebrachten vruchtbaar te
van de creatie. verwerken? In hoeverre was het in staat,
Ernstig heb ik me afgevraagd wat er van zijn jongere cultuur aan te passen aan
deze roman overblijft, als men van het ge- een, die berust op tradities en groeiproces-
heel dat een werk tot kunstwerk maakt (de sen van eeuwen?
eenheid van inhoud en expressiemiddelen) Er wordt in „The Score" geschreven
de op de spits gedreven pathologisch-ero- over Strawinsky, over abstracte en experi-
tische tafrelen, die in de schrifturen van mentele muziek, en natuurlijk over dode-
een aahtal jongere schrijvers rijkelijk op- caphonie. Als men echter abstracte muziek
geld doen, aftrekt. Nu, ik ben na rijpelijk mag noemen, wat beschreven wordt in
overwegen tot de slotsom gekomen, dat het het artikel van de componist Virgil Thom-
bitter en bitter weinig is. son, dat onder de curieuze titel „Abstracte
Nu kan men natuurlijk aanvoeren, dat componisten" gewijd is aan een zekere
het de auteur juist om deze passages te heer John Cage en zijn volgelingen, dan
doen was, teneinde de tragiek van deze ziet het er met dit soort kunst maar pover
uit. Ziehier het begin der beschouwingen:
leden via Chicago uit het verre Westen
naar New Yórk kwam, bracht hij een aan
zienlijk aantal composities mee. Deze wa
ren geschreven voor diverse groepen van
slaginstrumenten, gewone en ongewone.
I UII WUll cuowuuv-ti niatu z.iv.11 uivwv.
s,)f en' 1 e en fn door de invloed van zijn vaders gasten
toevallige figuren toerden al voor veertig toegel d het schrijven van toneelstuk-
jaar door schilders m hun werkwyze op- k D* cIkntèle bleJef bestaan uit be_
genomen. Van Duchamp en Picasso tot de roemdheden: d-A,embert, Chamfort, Riva-
nieuwste Amerikaanse abstractionisten roj He]vetius
volgt de geschiedenis een ononderbroken ^iche, krepg gpen zonen Na zJjn dood
lijn." Zeker, hetgeen wij toeval noemen
nam een andere Italiaan, een zekere Zoppi,
neemt een plaats in ons gehele leven in en de R Q Dp naam van het café bleef
dus ook in wetenschap en kunst Maar dan Pr en de faam bleef eveneens onge_
als een ongezochte onverwachte kracht. wijzi d Da dje pr huin tegenover
Van Scarlatti wordt verteld, da een poes woJond kwam iedere avond een glas wijn
eens over de toetsen van zijn klavier liep drinken> Dokter Guillotin, die in het huis
en dat de door het poesje voortgebrachte naast t fé agn he, ex^erimenteren was
klanken hem inspireerden tot een com- ni humane executie_appa_
positie, de bekende „Fuga del gatto Maar rg dJeed evenz'_ Marat en Hdbert waren
het met opzet inschakelen van het toeval
is heel iets anders. Een schilder, die een
vaste gasten en men neemt aan, dat in Pro
cope het symbool voor de naderende revo-
nieuw schilderij zou opzetten door met lutje werd gekozen: de Phrygische muts.
klodders verf naar zijn doek te smijten, Dat J rumoerige en sinistere ge_
°ZaLv a ZtL Van J m'j sprekken, die toen in het café werden ge-
zondeiling artist. voerd. In de negentiende eeuw werd het
verwrongen mens Jacques Vrede, die zich Gewone instrumenten zijn die, welke voor
met zijn wraak- en machtzucht wil wreken muzikale doeleinden gemaakt zijn, zoals
cp zijn onvermogen en heimelijk op een tam tam, kerkklokken en dergelijke. On-
zelfvernietiging, op een desastrueus nihi- gewone zijn die, welke nog niet algemeen
lisme aanstuurt, op te voeren tot een nood- in de muziekpractijk zijn opgenomen. Zij
lottig hoogtepunt. Accoord, maar dan moet bestonden bij mr. Cage uit bloempotten,
Cage gebruikt voor zijn muziek een Chi
nees spel met dobbelstenen. Die moeten
uitwijzen, welke volgende klank hij zal
nemen en hoe sterk die zal zijn. Thomson
zegt echter, dat wij niet moeten denken,
kalmer en maakte de politiek weer plaats
voor de kunst. Toen kwamen Alfred de
Musset en George Sand, daarna Oscar Wil
de, Huysmans en Verlaine aan de tafels
dat heel déze „Music of Chance" uitslui- voor
tend op het toeval berust. De klanken of f 1°'
klankcomplexen worden zorgvuldig door
Cage gekozen, de compositie wordt even-
het eerst in het café een pijp opstak.
EN TOEN ja, toen was het met de
eens nauwkeurig uitgewerkt. Het toeval roem van Procope gedaan. De concurrentie
men deze sadistisch-obscene fragmenten remlrommels van auto's, electrische zoe- regeert alleen de klank-opvolging. Thom- werd te groot. Het kleine, nogal sombere
men deze sadistische-obscene fragmenten mers, watertobben en vele andere bronnen son bekent een bewonderaar van Cage te en donkere café in de Rue de l'ancienne
als „onvermijdelijk" kunnen aanvaarden, van interessante en karakteristieke gelui-
En ik geloof niet in die tragiek, omdat ik den. Cage's eerste concerten te New York
zijn. Hij rekent deze poespas tot de ab- Comédie werd een schamel volkseethuis,
stracte kunst, en vindt daarin heilzame Maar in Mei 1952 durfde een vooruit-
niet in de menselijkheid van Jacques Vrade werden gegeven door ensembles, waarvan elementen, die de geest bevrijden van sub- strevende restaurateur het aan om Pro
kan geloven. Een van tweeën: óf deze me- de spelers deze en nog vele andere instru- jectieve gevoelens en associaties. „De com- cope te heropenen. Het is nu een duur, rus
positie, ofwel de wijze van componeren, is tig en deftig restaurant geworden, waarin
ten slotte het subject van alle abstracte men behalve de tafel van Voltaire maar
kunst". weinig relieken uit het glorierijke verleden
kan aantreffen. Men kan er voortreffelijk
INDIEN DIT ALLES nu representatief eten, maar onder de tegenwoordige gasten
voel van medemens-zijn spreekt, óf deze Neen, dit afschrikwekkende geheel speelt zou zijn voor wat in Amerika bij de jonge- bevindt zich zelden iemand, die op gelijke
ren leeft, dan zou ik absoluut ontkennen, hoogte gesteld zou kunnen worden met
dat men daar rijp genoeg is om op de Diderot, Beaumarchais, Balzac, Victor
voorbeelden uit Europa voort te bouwen. Hugo of één der andere vroegere stam-
Maar laat ons vertrouwen, dat ook andere gasten. De discussies aan de met damast
geluiden dan die van bloempotten en rem- gedekte tafels worden thans te vaak ge-
trommels in de toekomst zullen bewijzen, voerd door lieden, die van alle namen,
dat ook wat men muziek noemt in Amerika welke op de gevelsteen van het café staan, x
blijft gedijen. WILLEM ANDRIESSEN slechts die van Benjamin Franklin kennen.
neer Vrede is reëel bedoeld als een tragisch menten bespeelden en waarbij hij zelf diri-
mens en dan is Kossmanns scheppend geerde."
vermogen te gering geweest om van het U vraagt zich wellicht af, of dit mis-
gegeven een wezen van vlees en bloed te schien een uiterst gedegenereerde vorm
maken, dat op enigerlei wijze tot ons ge- van amusementsmuziek moet voorstellen,
voel van medemens-zijn s
in zijn troebele conflicten verstrikte ik- zich af op het gebied der serieuze muziek,
figuur wil inderdaad niet méér, niets an- Er komt echter nog meer. Eerst wordt een
ders zijn dan een abstractie, die represen- poging ondernomen Cage's compositiewijze
tatief is voor de geesteshouding en ge- en zijn aesthetische beginselen te ver-
moedsgesteldheid, voor de „levenshouding" klaren. „Cage heeft de traditionele arit-
in een wereld, die zichzelf uit onlust, wrok metische verhouding tussen de toonhoog-
en wraak ten gronde wil richten en dan ten vervangen door een aritmetische ver
is het de zedelijke plicht van een ieder, die houding tussen de duur ter tonen onder-
ALSOF IK HET WAS
IK HEB nu niet bepaald een naam, die
men elke dag tegenkomt, niet zoiets van
Marietje Jansen of Greetje Pietersen: ik
heet Roberta, Roberta Messing. Als ik wel
Marietje, Greetje, Lientje of een andere al
gemenere naam had, zou ik dit verhaal
nooit hebben opgeschreven. Want juist in
de naam schuilt de merkwaardigheid, al
thans voor het grootste deel.
Het begon zo: op kantoor liep het niet
naar mijn zin. Het werk was droog en
overstelpend veel. Er was een nieuwe chef
gekomen, die als een wervelwind voort
joeg en ons allen lichtelijk de adem be
nam, temeer omdat hij, zelf uit het perso
neel opgeklommen, heel anders en veel
vriendelijker was geweest. Dan was er de
boekhouder, die weieens grapjes maakte
waar ik niet van gediend was. Dat wist hij
heel goed en hij deed het dan ook nooit
rechtstreeks tegen mij, maar wel zo dat ik
het toch moest horen. En dat alles zou nog
niet de moeite waard geweest zijn om er
voor op de vlucht te slaan. Tenslotte heeft
iedereen zijn moeilijkheden en kleine er
gernissen. Maar er waren twee andere
druppels die samen de beker deden over
lopen: mijn zwakke gezondheid en....
mijnheer Dik.
Nu het werktempo op kantoor zo ver
hoogd was, had ik weer erg veel last van
mijn rug. Als bakvis had ik namelijk bij
een val een wervel bezeerd. Ik had toen
lang moeten rusten. Daarna was het altijd
zo gebleven, dat de pijn, als ik mij lang
achter elkaar erg inspande, soms onhouwd-
baar werd. Dan moest ik met een of an
der pijnstillend tabletje gaan liggen. De
vorige chef had er rekening mee gehouden
en mij nooit overhaast, zodat het zelden
gebeurde dat ik plotseling naar huis moest.
De nieuwe chef deed niet anders dan haas
ten en mopperde dan als ik om een uur of
vier niet verder kon. De laatste veertien
dagen had ik tweemaal om die tijd naar
huis moeten gaan. Daarna had hij mij zuur
zoet te verstaan gegeven, dat zoiets toch niet
ging op een druk kantoor. Dat zou nergens
geduld worden. Ik had wel kunnen zeggen,
dat het hier toch drieëneenhalf jaar goed
was gegaan, maar ik was er te naar voor
op dat moment en bovendien begon het
rampzalige idéé bij mij post te vatten, dat
hij misschien wel gelijk had en dat ik ner
gens meer een baantje krijgen zou.
En dan mijnheer Dik. Hoe stond hij
tegenover mij? Was het zo geweest, dat ik
zeker had geweten dat hij van mij hield,
dan waren alle andere moeilijkheden
vederlicht geweest. Ja, ik ben er zeker van
dat ik dan zelfs minder last van mijn rug
zou hebben gehad.
Als mijnheer Dik nooit op mij gelet had,
zou het ook niet zo erg zijn geweest, maar
het was juist het halfslachtige van zijn hou
ding dat mij kwetste en verwarde. Soms
was hij zo attent en hartelijk, dagenlang,
dat ik niets anders dacht, dan dat er nu
toch wel iets gezegd zou worden. En dan
weer, net als ik het waagde hoop te koes
teren, keek hij in geen dagen naar mij om,
vergat hij zelf volkomen dat wij elkaar tu
toyeerden.
In zo'n bui van mijnheer Dik, op het
laagste punt van ellende, na bedenkelijke
blikken van de chef en een bijzonder erge
pijnaanval schreef ik op een advertentie.
Op een groot landgoed zocht men een por
tierster, die tevens de telefoon moest kun-
nen bedienen en administratief onderlegd
was. Verder moest de sollicitante behoor
lijk de moderne talen spreken. Het leek mij
plotseling ideaal: een rustige, landelijke
omgeving en vóór alles weg, weg van
kantoor, van alle ergernissen, weg van
mijnheer Dik, die ik de avond tevoren was
tegengekomen, innig gearmd met een knap
blond meisje.
IK SCHREEF DUS op de advertentie en
werd opgeroepen. Zodra ik het kleine huis
voorbij stapte, waar de portierster zou mo
gen wonen, de dicht bcbladerde laan volg-
die, die naar het grote woonhuis leidde,
voelde ik mij thuis. Ik nam mij voor alles
op alles te zetten om de baan te krijgen.
Alle proeven, die men mij voorlegde, vol
bracht ik naar behoren. De rentmeester liet
mij stenograferen en typen. Hij vroeg mij
van alles. Ik kreeg het stellige gevoel, dat
het wel in orde zou komen. Op de terug
weg naar de bus meubelde ik in gedachten
het leuke kleine huis aan het begin van de
laan. Voor de ramen zette ik helrode gera
niums. Er waren nog wel meer sollicitanten
opgeroepen, hoorde ik, maar ik had de in
druk en het voorgevoel dat ik de
baan zou krijgen. Doch mijn voorvoelen,
dat meestal nogal betrouwbaar is, liet mij
dit keer in de steek. Een week later kwam
er een brief voor Mejuffrouw R. Menning
van het landgoed. Ik herinner mij, dat
even de verwondering door mij heen flitste
om de verkeerde spelling van mijn achter
naam, maar ik was zo begerig het goede
nieuws te lezen, dat ik meteen de envelop
pe openritste.
Geachte mejuffrouw Menning. Hè,
ook hier dezelfde fout! Het spijt ons u
te moeten berichten, dat de keuze op een
andere sollicitante is gevallen. Zoals wij
u reeds zeiden voldeed uw steno niet ge
heel aan wat wij ons hiervoor voorstelden.
Inmiddels danken wij u voor de moeite.
Vergoeding van de door u gemaakte reis
kosten zullen urij u per postwissel over
maken. Hoogachtend
IK WAS STOMVERBAASD. Niet eens
zozeer om de afwijzing op zichzelf, maar
om de reden. Mijn steno was foutloos ge
weest. Er was zelfs goedkeurend bij ge
knikt. Ik trachtte mij de formulering van
de mondelinge beoordeling te herinneren.
Zie je, daar wist ik het weer: de huidige
portierster, door wier huwelijk de plaats
vacant kwam, had aantekeningen zitten
maken over mijn prestaties. Toen zij mijn
steno zag, zei zij tegen de rentmeester zo-
3 iets van: Die is nog sneller dan ik. Zijn
Een zieepaardestaart is óók heel mooi antwoord was geweest: Inderdaad, dit is
iiliillllillllilillilllllllllllllil
de beste, die wij nog gehad hebben.Ik
snapte er niets van. Erg ontmoedigd ging
ik die morgen naar kantoor. Telkens zag
ik weer het huisje met mijn rode droom-
genariums in de heldergroen geschilderde
bakken.
Vreemd was het maar terwijl het le
ven in de ouda sleur doorging en ik zelfs
de moed tot andere sollicitaties verloren
had, bleef iets in mij steeds verbonden met
het kleine huis op het landgoed en die ge
miste kans. Midden onder mijn werk zag ik
mij ineens verplaatst naar het kantoortje
daar. Dan zag ik de rentmeester, zoals hij
ook bij mijn proef gedaan had, langs mijn
lessenaar heen en weer lopen, ik hoorde de
klank van zijn stem en zag zijn klein wat
scheef glimlachje van goedkeuring, dat mij
toen, ten onrechte, zoveel hoop gegeven
had. Soms, net voor het slapen gaan, was
ik in het kleine huis, doorliep de propere
kamertjes, die ik nooit in werkelijkheid
gezien had. Ik rook de zware uitwaseming
van slapend groen, zoals die door de open
ramen met het ruisen van de wind door de
bomen binnenvloeide. Daarna werd ik dan
gekweld door een werkelijk intens gevoel
van teleurstelling en verlangen.
Het zal een maand of twee, drie later zijn
geweest, dat ik een afschuwelijke droom
had, zo realistisch en zo in de meest letter
lijke zin adembenemend, dat ik het nooit
vergeten zal. Ik holde door een donkere
boslaan. Mijn hart bonsde van een pani
sche angst voor iets of iemand achter mij.
Ik was op de fiets geweest, maar die had
ik ergens neergegooid.Mijn rok haakte aan
een tak, de stof scheurde toen ik mij los
trok, de slippen van mijn sjaal fladderden
achter mij aan. Deze slippen waren het,
die gegrepen werden. Zonder die sjaal had
ik kunnen ontkomen. Ik worstelde tegen
de verstikking, die mij bedreigde, vond,
na wat een eeuwigheid van doodsangst was,
mijzelf in bed terug, bevend en klapper
tandend van ellende.
Toen ik opstond en water dronk, zag ik
in de spiegel boven het lavet mijn gezicht
als dat van een vreemde, verwrongen en
asgrauw.
DIE AVOND stond er een klein bericht
op het zoveelste blad van de courant. Mijn
ogen werden er naartoe gedwongen
LIJK VAN JONGE VROUW IN BOS GE
VONDEN. In het bos teis het lijk ge
vonden van een jongs vrouw, de 26-jarige
mejuffrouw Roberta Menning. Het meisje
was sinds enkele maanden werkzaam als
portierster op het landgoed Berkenzicht.
Gisteravond was zij als naar gewoonte gaan
fietsen. De fiets is ongeveer honderd meter
van de plaats van het misdrijf gevonden.
(Van onze correspoyident in Wenen)
HET WAS NATUURLIJK geen opzet
dat het negende internationale artsencon
gres juist in Wenen werd gehouden, waar
kortgeleden alle artsen in staking waren
gegaan, maar het was voor de artsenstand
en in het bijzonder voor zijn onafhanke
lijkheid en vrijheid wel van het grootste
belang dat deze thema's hier ter sprake
werden gebracht en dat nog wel in de
grote feestzaal van het gemeentebestuur,
dat in deze strijdkwestie de partij had ge
kozen van de ziekenfondsen. Voorlopig
echter is deze strijd bijgelegd en daarom
heeft de burgemeester de driehonderdvijf
tig deelnemers uit ruim vijftig landen even
hartelijk, diplomatiek en elegant toege'
sproken als hij drie weken geleden d«
actie der artsen had veroordeeld. Dat heeft
echter de gasten niet weerhouden om hun
mening te zeggen en een lans te breken
voor de verantwoordelijkheid van de ge
neesheer en zijn persoonlijk contact met
de patiënten. Natuurlijk heeft men een
open oog voor de belangrijkheid van de
ziekenfondsen, maar men legt er telkens
weer de nadruk op dat deze instellingen
geen doel op zichzelf mogen worden, dot/
alleen bestaansrecht hebben voor zover zij
de lijdende mensheid dienen. In verband
hiermee wees men op twee gevaren: voor
eerst op het streven van de moderne staat
om de geneeskundige wetgeving steeds
meer uit te breiden, zodat de arts meer en
meer aan bepalingen is gebonden en gebukt
gaat onder administratief werk en ver
volgens op het feit dat het ambtsgeheim in
het gedrang komt. wanneer de fondsen en
hun controlerende organen de eis stellen
dat zij volledig op de hoogte worden ge
steld van de ziekte der patiënten.
De Weense besprekingen waren een
voortzetting van het zevende internationale
congres, dat in 1953 in Den Haag werd
gehouden. Zij getuigden van grote ernst,
want herhaaldelijk was er sprake van de
ethische grondslagen waarop het beroep
van de arts moet steunen. Daarom werd
er vooral in persoonlijke gesprekken ern
stig gediscussieerd over geboortebeper
king, waarbij men tot de conclusie is ge
komen dat er ten aanzien van deze vraag
geen collectieve opvatting mogelijk is. De
artsen zijn geen sociologen of theologen,
maar ze beschouwen het als hun onaan
tastbare taak en plicht om het menselijk
leven te beschermen en te bewaren van de
conceptie tot de dood.
Gezien de enorme vooruitgang, die de
medische wetenschap in de laatste jaren
heeft gemaakt, bleek het noodzakelijk te
zijn de studie in de medicijnen en de op
leiding van de jonge artsen opnieuw onder
de loupe te nemen en zo mogelijk te reor
ganiseren op grond van de wederzijds uit
gewisselde ervaringen. Van groot belang
was ook de chemisch-geneeskundige ten
toonstelling, die tegelijkertijd werd gehou
den en waar de deelnemers zich op de
hoogte konden stellen van de nieuwste ge
neesmiddelen, instrumenten en apparaten.
Het slachtoffer is gewurgd met haar eigen
sjaal. De gemeentelijke politie verzoekt om
inlichtingen aan ieder, die mejuffrouw M.
na haar vertrek van het landgoed om half
zes 's namiddags alleen of in gezelschap
heeft gezien.
IK STAAR op de kleine krantenletters.
Dit ben ik, ikzelf. Och nee, het is die an
dere Roberta, de andere helft van dezelfde
waterdruppel, het andere been van dezelfde
schaar. Er staat geen foto bij het kleine
artikel, maar ik ben er zeker van, dat Ro
berta Menning ook uiterlijk op mij lijkt,
net zoveel als het verschil van maar twee
letters in onze achternaam.
Arme Roberta, die niet zo goed kon ste
nograferen, arme Roberta, die door een
kleine vergissing in mijn plaats gestorven
is. Moet ik nu leven in jouw plaats? Had
jij ook je moeite en zorgen, die je alleen
met de natuur kon delen? Heb jij ook rode
geraniums in de groene bakken gezet?
Ik adem diep. En eensklaps weet ik, dat
er nu niet veel meer is dat mij nog diep
wezenlijk kan deren. Ik ben geweest in Ro
berta's doodsangst, wat kan nu de klein
heid van de dagelijksheid mij doen? Wat
geeft het of de chef haast heeft? Ik zal eens
rustig met hem spreken en dan al of niet
iets anders zoeken, ik sta boven de kleine
ergernissen na dit grote, dat mij heeft aan
geraakt, zelfs boven de lichamelijke onge
makken, die immers voor een groot deel
wortelen in de geest. Zo zal ik ook Joop
Dik tegemoet kunnen treden. Onverschil
lig of ik hem wel of niet krijg zal ik verder
leven en het leven liefhebben, het leven
van de ménsen, van Roberta en van mij.