Het oudste café ter wereld KOSSMANNS DERDE ROMAN Toeval en abstracte muziek I' Artsen behandelen in Wenen hun beroepszorgen Een netelig geval Kanttekeningen VERMAARD CENTRUM VAN ARTISTIEKE EN POLITIEKE DISCUSSIES Litteraire „Toen John Cage ongeveer tien jaar ge- KORT VERHAAL DOOR «j KATHINKA LANNOY Dierbare vrienden OPNIEUW HEEFT DE aandachtige en langdurig overwogen lectuur van een „mo derne roman" van een schriftuur dus, dat zowel door haar inhoud als haar schrijf wijze, door haar problematiek als de aangewende compositie en stijlmiddelen, ken merkend is voor de geestesgesteldheid van een niet onbelangrijk deel der jongere schrijversgeneratie mij voor een vraag gesteld, die me uit het oogpunt van objectieve critiek van cardinaal belang lijkt en als zodanig een gewetensvraag betekent: is het een criticus, die zich met zijn diepste vezelen vergroeid voelt met een levenssfeer, een gevoelswereld, een morele en aesthetische waardeschaal van een zo fundamenteel andere, ja tegengestelde orde, wel mogelijk om een oordeel en in dit geval een afwijzend oordeel uit te spreken, zonder zich daarbij af te vragen of het hem niet aan begrip ontbreekt voor dat nieuwe, hem vreemde? NATUURLIJK is deze vraag niet zo sim- het zich tot een levenstaak rekent om be- pel als ze hier wordt gesteld. In wezen paalde menselijke „waarden" in stand te wordt daarmee immers het probleem aan houden, om met alle macht het voortwoe de orde gesteld, dat de aesthetica sinds kerend ziekteproces te stuiten, verzet aan te eeuwen omcirkelt: wat is het, dat een men- tekenen en af te wijzen, onverbiddelijk af selijke uiting, hetzij in klank, kleur, woord, te wijzen. rhythmische beweging of mimische expres- Het is mij niet gelukt, tot een conclusie sie, tot kunst stempelt? Kortweg: wat is te komen aangaande deze twee mogelijk- kunst? Is er, onafhankelijk van tijd en heden. Misschien is er nog een derde, die ik plaats, van stijl en mode, iets een on- niet zie. Maar voor zover ik dan tot oor- vergankelijke norm, een onveranderlijke delen in staat ben, reken ik een roman als toetsnaald dat onfeilbaar uitwijst wat deze tot hetgeen ik psychologisch-techni- wèl en géén kunst is, al kan men dan over sche, bloedarme montage zou willen noe- het meer of minder, over het gehalte van men en niét tot de kunstwerken. Wie daar- mening verschillen? uit afleidt, dat ik Alfred Kossmann gener- Het is er, dat „iets". Ik twijfel er niet lei talent zou toeschrijven, vergist zich. WANNEER GE, gezeten aan de marme- op deze aarde) waar ge tijdens het lessen aan. Geen aesthetica heeft het ooit om- Zonder twijfel heeft deze auteur schrijvers- ren stamtafel van Voltaire in het Café van uw dorst of het vullen van uw maag schreven. Maar het is er en overkoepelt, om kwaliteiten. Maar hij steriliseert ze. Mis- Procope, na een overvloedige en bijzonder omringd wordt door zó veel geesten van bij de litteratuur te blijven, de schrijf- schien zijn toekomstig werk zal dat kostbare maaltijd tot de ontdekking komt, illustere personages. Francesco Procopio dei kunst van Homerus tot Sartre, van Euripi- moeten uitwijzen kan hij niet anders dat ge weinig biljetten van duizend Cotelli had dan ook, toen hij in 1686 zijn des tot Christopher Fry, van het Gilgamesj- dan een fatale roofbouw plegen, is het zijn francs jn lIW portefeuille hebt zitten, hoeft établissement opende, een plaats uitgezocht, epos tot Gide of Thomas Mann. Ergens in doem de doem van een deel zijner gene- ge u njet zeer beschaamd te voelen. Een die wel bijzonder gunstig was om de intel- ieder daarvoor ontvankelijk mens sluimert ratie zijn gave uit te mergelen tot een zekere luitenant Bonaparte overkwam het- lectuele élite van Parijs aan te trekken, zoiets als een heimelijk, intuïtief weten, zo- dorre woestenij: des tc erger voor hem. zeifde in dit établissement en liet zijn hoed Hij vestigde zijn café in de straat, die nu iets als een aestnetisch geweten, dat los van voor ons, lezers, voor de naaste toekomst achter als onderpand. Dat gebeurde reeds Rue de l'Ancienne Comédie heet, recht alle cerebrale overwegingen, van alle van de schrijfkunst. C. J. E. DINAUX anderhalve eeuw geleden, toen Café Pro- tegenover de toen nog nieuwe schouwburg, cope reeds ruim een eeuw bestond. die op de drukke hoek van de Boulevard Em. Qucndos ui gevers- £r gepn caf^ m parjjs (0f ergens anders Saint-Germain en de Rue de Seine stond. Cotelli, een in Palermo geboren Italiaan, kunsttheorieën en modieuze stromingen, los zelfs van het „wat" als zodanig en van Verschenen bij het „hoe" als voorbijgaande vorm, positief ""■aa'acl'aPP|i. Amsterdam. of negatief reageert. Wanneer ik dan na een nauwgezet „ge wetensonderzoek" de nieuwe, derde roman van Alfred Kossmann: „De linkerhand" afwijs, is het niet omdat zijn hyper-bewus te, zakelijk-analyserende, kil-noterende DE JUN I-aflevering 1955 van het ling. Hij heejt het rhythme geïsoleerd als die een zeer avontuurlijke jeugd achter de rug had, was een man van de wereld, die met zijn hoffelijkheid, zijn intelligentie en gevatheid, spoedig de vriendschap van zijn klanten wist te winnen. Hij verfranste zijn naam tot Francois Procope Couteau en de voornaam. Men zei niet: „Ik zie je van avond wel in „De Wade van Turijn" (de oorspronkelijke naam van het café) maar „Tot vanavond bij Procope" en dit zou eeuwenlang zo blijven. In de achttiende eeuw waren vrijwel ver, 5, V°''lge alle tafels in Café Procope gereserveerd in de New Music So- Vüm. de grote denkers en schrijvers van die ciety een compositie Wje niet tot illustere gemeente van Ca0e voor twaalf beboorde werd a] spnedig weggekeken. radio-ontvangtoestel- Rous Fontenelle, Belloy, Saint-Foix cSlt kwamc» er dagelijks eten. La Fontaine ^,aat hij verder. „Van gleet ej. ycle yan zijn jaatste avonden. De toevallig gekozen ma- tafeli waaraan Voltaire zijn vlijmscherpe C,°J'iPwI sarcasmen ten beste ga, is tot op de huidige dag bewaard gebleven. Toen Procope zelf te oud werd, nam zijn zoon Michel de zaak over. Deze had medi cijnen gestudeerd, maar zich later mede sities wordt in de beeldende kunsten reeds lang gebruik gemaakt. De collage, schrijftrant me afstoot, noch omdat de in- Engelse muziektijdschrift „The Score" was muzikaal element, en het een onafhanke- iedereen noemde hem weldra bij ziin twee- houd (vorm en inhoud zijn, of men het wil geheel gewijd aan Amerikaanse compo- lijkheid gegeven, die het tevoren niet be- of niet, één) me in hoge 'mate onsympa- nisten en hun muziek. Eén artikel daarvan zat." thiek is, maar omdat zijn schriftuur ge- vond ik merkwaardig genoeg om er in deze Goed, maar dan: „In de laatste tijd toetst aan dat onberedeneerbare „iets" rubriek iets over te zeggen. Ter inleiding heeft hij nog een element aan zijn compo- in gebreke blijft. moge ik opmerken, dat sedert ongeveer neren toegevoegd en dat is: het toeval." Dat de psychologie van het door hem ge- twintig jaar Amerika zeer belangrijke Na meegedeeld te hebben, dat de schrij- stelde „geval" dubieus is in haar mense- Europese componis- lijk-onwaarschijnlijke tegenstrijdigheid ten heeft geherbergd, dat de erotomane ik-figuur van deze roman waarvan slechts in een ten dele geforceerd tempo van de Schönberg, Strawins- éne „beslissende situatie" in de andere ky en Bartök behoe- wordt gebracht om zijn nihilistisch déba- ven genoemd te wor de te kunnen demonstreren dat de pue- den om te doen be- riele zelfbespiegelingen en gesprekken van seffen, dat de muziek deze onmachtige tweeëndertigjarige Jacques en niet minder de Vrede hier en daar geschreven staan in een denkbeelden dezer exacte formulering, waarin geen sterveling kunstenaars wel zeer denkt of spreekt het is het een voor het grote invloed op de ander het bedenkelijke symptoom van een jongere Amerikaanse litteratuur (met andere woorden van een musici moesten uit- geestesgesteldheid, een levensgevoel), die oefenen. In hoeverre echter was Amerika op een fatale wijze op weg is om de intel- rijp genoeg om hetgeen deze kunstenaars ligente constructie in de plaats te stellen aan ideeën meebrachten vruchtbaar te van de creatie. verwerken? In hoeverre was het in staat, Ernstig heb ik me afgevraagd wat er van zijn jongere cultuur aan te passen aan deze roman overblijft, als men van het ge- een, die berust op tradities en groeiproces- heel dat een werk tot kunstwerk maakt (de sen van eeuwen? eenheid van inhoud en expressiemiddelen) Er wordt in „The Score" geschreven de op de spits gedreven pathologisch-ero- over Strawinsky, over abstracte en experi- tische tafrelen, die in de schrifturen van mentele muziek, en natuurlijk over dode- een aahtal jongere schrijvers rijkelijk op- caphonie. Als men echter abstracte muziek geld doen, aftrekt. Nu, ik ben na rijpelijk mag noemen, wat beschreven wordt in overwegen tot de slotsom gekomen, dat het het artikel van de componist Virgil Thom- bitter en bitter weinig is. son, dat onder de curieuze titel „Abstracte Nu kan men natuurlijk aanvoeren, dat componisten" gewijd is aan een zekere het de auteur juist om deze passages te heer John Cage en zijn volgelingen, dan doen was, teneinde de tragiek van deze ziet het er met dit soort kunst maar pover uit. Ziehier het begin der beschouwingen: leden via Chicago uit het verre Westen naar New Yórk kwam, bracht hij een aan zienlijk aantal composities mee. Deze wa ren geschreven voor diverse groepen van slaginstrumenten, gewone en ongewone. I UII WUll cuowuuv-ti niatu z.iv.11 uivwv. s,)f en' 1 e en fn door de invloed van zijn vaders gasten toevallige figuren toerden al voor veertig toegel d het schrijven van toneelstuk- jaar door schilders m hun werkwyze op- k D* cIkntèle bleJef bestaan uit be_ genomen. Van Duchamp en Picasso tot de roemdheden: d-A,embert, Chamfort, Riva- nieuwste Amerikaanse abstractionisten roj He]vetius volgt de geschiedenis een ononderbroken ^iche, krepg gpen zonen Na zJjn dood lijn." Zeker, hetgeen wij toeval noemen nam een andere Italiaan, een zekere Zoppi, neemt een plaats in ons gehele leven in en de R Q Dp naam van het café bleef dus ook in wetenschap en kunst Maar dan Pr en de faam bleef eveneens onge_ als een ongezochte onverwachte kracht. wijzi d Da dje pr huin tegenover Van Scarlatti wordt verteld, da een poes woJond kwam iedere avond een glas wijn eens over de toetsen van zijn klavier liep drinken> Dokter Guillotin, die in het huis en dat de door het poesje voortgebrachte naast t fé agn he, ex^erimenteren was klanken hem inspireerden tot een com- ni humane executie_appa_ positie, de bekende „Fuga del gatto Maar rg dJeed evenz'_ Marat en Hdbert waren het met opzet inschakelen van het toeval is heel iets anders. Een schilder, die een vaste gasten en men neemt aan, dat in Pro cope het symbool voor de naderende revo- nieuw schilderij zou opzetten door met lutje werd gekozen: de Phrygische muts. klodders verf naar zijn doek te smijten, Dat J rumoerige en sinistere ge_ °ZaLv a ZtL Van J m'j sprekken, die toen in het café werden ge- zondeiling artist. voerd. In de negentiende eeuw werd het verwrongen mens Jacques Vrede, die zich Gewone instrumenten zijn die, welke voor met zijn wraak- en machtzucht wil wreken muzikale doeleinden gemaakt zijn, zoals cp zijn onvermogen en heimelijk op een tam tam, kerkklokken en dergelijke. On- zelfvernietiging, op een desastrueus nihi- gewone zijn die, welke nog niet algemeen lisme aanstuurt, op te voeren tot een nood- in de muziekpractijk zijn opgenomen. Zij lottig hoogtepunt. Accoord, maar dan moet bestonden bij mr. Cage uit bloempotten, Cage gebruikt voor zijn muziek een Chi nees spel met dobbelstenen. Die moeten uitwijzen, welke volgende klank hij zal nemen en hoe sterk die zal zijn. Thomson zegt echter, dat wij niet moeten denken, kalmer en maakte de politiek weer plaats voor de kunst. Toen kwamen Alfred de Musset en George Sand, daarna Oscar Wil de, Huysmans en Verlaine aan de tafels dat heel déze „Music of Chance" uitslui- voor tend op het toeval berust. De klanken of f 1°' klankcomplexen worden zorgvuldig door Cage gekozen, de compositie wordt even- het eerst in het café een pijp opstak. EN TOEN ja, toen was het met de eens nauwkeurig uitgewerkt. Het toeval roem van Procope gedaan. De concurrentie men deze sadistisch-obscene fragmenten remlrommels van auto's, electrische zoe- regeert alleen de klank-opvolging. Thom- werd te groot. Het kleine, nogal sombere men deze sadistische-obscene fragmenten mers, watertobben en vele andere bronnen son bekent een bewonderaar van Cage te en donkere café in de Rue de l'ancienne als „onvermijdelijk" kunnen aanvaarden, van interessante en karakteristieke gelui- En ik geloof niet in die tragiek, omdat ik den. Cage's eerste concerten te New York zijn. Hij rekent deze poespas tot de ab- Comédie werd een schamel volkseethuis, stracte kunst, en vindt daarin heilzame Maar in Mei 1952 durfde een vooruit- niet in de menselijkheid van Jacques Vrade werden gegeven door ensembles, waarvan elementen, die de geest bevrijden van sub- strevende restaurateur het aan om Pro kan geloven. Een van tweeën: óf deze me- de spelers deze en nog vele andere instru- jectieve gevoelens en associaties. „De com- cope te heropenen. Het is nu een duur, rus positie, ofwel de wijze van componeren, is tig en deftig restaurant geworden, waarin ten slotte het subject van alle abstracte men behalve de tafel van Voltaire maar kunst". weinig relieken uit het glorierijke verleden kan aantreffen. Men kan er voortreffelijk INDIEN DIT ALLES nu representatief eten, maar onder de tegenwoordige gasten voel van medemens-zijn spreekt, óf deze Neen, dit afschrikwekkende geheel speelt zou zijn voor wat in Amerika bij de jonge- bevindt zich zelden iemand, die op gelijke ren leeft, dan zou ik absoluut ontkennen, hoogte gesteld zou kunnen worden met dat men daar rijp genoeg is om op de Diderot, Beaumarchais, Balzac, Victor voorbeelden uit Europa voort te bouwen. Hugo of één der andere vroegere stam- Maar laat ons vertrouwen, dat ook andere gasten. De discussies aan de met damast geluiden dan die van bloempotten en rem- gedekte tafels worden thans te vaak ge- trommels in de toekomst zullen bewijzen, voerd door lieden, die van alle namen, dat ook wat men muziek noemt in Amerika welke op de gevelsteen van het café staan, x blijft gedijen. WILLEM ANDRIESSEN slechts die van Benjamin Franklin kennen. neer Vrede is reëel bedoeld als een tragisch menten bespeelden en waarbij hij zelf diri- mens en dan is Kossmanns scheppend geerde." vermogen te gering geweest om van het U vraagt zich wellicht af, of dit mis- gegeven een wezen van vlees en bloed te schien een uiterst gedegenereerde vorm maken, dat op enigerlei wijze tot ons ge- van amusementsmuziek moet voorstellen, voel van medemens-zijn s in zijn troebele conflicten verstrikte ik- zich af op het gebied der serieuze muziek, figuur wil inderdaad niet méér, niets an- Er komt echter nog meer. Eerst wordt een ders zijn dan een abstractie, die represen- poging ondernomen Cage's compositiewijze tatief is voor de geesteshouding en ge- en zijn aesthetische beginselen te ver- moedsgesteldheid, voor de „levenshouding" klaren. „Cage heeft de traditionele arit- in een wereld, die zichzelf uit onlust, wrok metische verhouding tussen de toonhoog- en wraak ten gronde wil richten en dan ten vervangen door een aritmetische ver is het de zedelijke plicht van een ieder, die houding tussen de duur ter tonen onder- ALSOF IK HET WAS IK HEB nu niet bepaald een naam, die men elke dag tegenkomt, niet zoiets van Marietje Jansen of Greetje Pietersen: ik heet Roberta, Roberta Messing. Als ik wel Marietje, Greetje, Lientje of een andere al gemenere naam had, zou ik dit verhaal nooit hebben opgeschreven. Want juist in de naam schuilt de merkwaardigheid, al thans voor het grootste deel. Het begon zo: op kantoor liep het niet naar mijn zin. Het werk was droog en overstelpend veel. Er was een nieuwe chef gekomen, die als een wervelwind voort joeg en ons allen lichtelijk de adem be nam, temeer omdat hij, zelf uit het perso neel opgeklommen, heel anders en veel vriendelijker was geweest. Dan was er de boekhouder, die weieens grapjes maakte waar ik niet van gediend was. Dat wist hij heel goed en hij deed het dan ook nooit rechtstreeks tegen mij, maar wel zo dat ik het toch moest horen. En dat alles zou nog niet de moeite waard geweest zijn om er voor op de vlucht te slaan. Tenslotte heeft iedereen zijn moeilijkheden en kleine er gernissen. Maar er waren twee andere druppels die samen de beker deden over lopen: mijn zwakke gezondheid en.... mijnheer Dik. Nu het werktempo op kantoor zo ver hoogd was, had ik weer erg veel last van mijn rug. Als bakvis had ik namelijk bij een val een wervel bezeerd. Ik had toen lang moeten rusten. Daarna was het altijd zo gebleven, dat de pijn, als ik mij lang achter elkaar erg inspande, soms onhouwd- baar werd. Dan moest ik met een of an der pijnstillend tabletje gaan liggen. De vorige chef had er rekening mee gehouden en mij nooit overhaast, zodat het zelden gebeurde dat ik plotseling naar huis moest. De nieuwe chef deed niet anders dan haas ten en mopperde dan als ik om een uur of vier niet verder kon. De laatste veertien dagen had ik tweemaal om die tijd naar huis moeten gaan. Daarna had hij mij zuur zoet te verstaan gegeven, dat zoiets toch niet ging op een druk kantoor. Dat zou nergens geduld worden. Ik had wel kunnen zeggen, dat het hier toch drieëneenhalf jaar goed was gegaan, maar ik was er te naar voor op dat moment en bovendien begon het rampzalige idéé bij mij post te vatten, dat hij misschien wel gelijk had en dat ik ner gens meer een baantje krijgen zou. En dan mijnheer Dik. Hoe stond hij tegenover mij? Was het zo geweest, dat ik zeker had geweten dat hij van mij hield, dan waren alle andere moeilijkheden vederlicht geweest. Ja, ik ben er zeker van dat ik dan zelfs minder last van mijn rug zou hebben gehad. Als mijnheer Dik nooit op mij gelet had, zou het ook niet zo erg zijn geweest, maar het was juist het halfslachtige van zijn hou ding dat mij kwetste en verwarde. Soms was hij zo attent en hartelijk, dagenlang, dat ik niets anders dacht, dan dat er nu toch wel iets gezegd zou worden. En dan weer, net als ik het waagde hoop te koes teren, keek hij in geen dagen naar mij om, vergat hij zelf volkomen dat wij elkaar tu toyeerden. In zo'n bui van mijnheer Dik, op het laagste punt van ellende, na bedenkelijke blikken van de chef en een bijzonder erge pijnaanval schreef ik op een advertentie. Op een groot landgoed zocht men een por tierster, die tevens de telefoon moest kun- nen bedienen en administratief onderlegd was. Verder moest de sollicitante behoor lijk de moderne talen spreken. Het leek mij plotseling ideaal: een rustige, landelijke omgeving en vóór alles weg, weg van kantoor, van alle ergernissen, weg van mijnheer Dik, die ik de avond tevoren was tegengekomen, innig gearmd met een knap blond meisje. IK SCHREEF DUS op de advertentie en werd opgeroepen. Zodra ik het kleine huis voorbij stapte, waar de portierster zou mo gen wonen, de dicht bcbladerde laan volg- die, die naar het grote woonhuis leidde, voelde ik mij thuis. Ik nam mij voor alles op alles te zetten om de baan te krijgen. Alle proeven, die men mij voorlegde, vol bracht ik naar behoren. De rentmeester liet mij stenograferen en typen. Hij vroeg mij van alles. Ik kreeg het stellige gevoel, dat het wel in orde zou komen. Op de terug weg naar de bus meubelde ik in gedachten het leuke kleine huis aan het begin van de laan. Voor de ramen zette ik helrode gera niums. Er waren nog wel meer sollicitanten opgeroepen, hoorde ik, maar ik had de in druk en het voorgevoel dat ik de baan zou krijgen. Doch mijn voorvoelen, dat meestal nogal betrouwbaar is, liet mij dit keer in de steek. Een week later kwam er een brief voor Mejuffrouw R. Menning van het landgoed. Ik herinner mij, dat even de verwondering door mij heen flitste om de verkeerde spelling van mijn achter naam, maar ik was zo begerig het goede nieuws te lezen, dat ik meteen de envelop pe openritste. Geachte mejuffrouw Menning. Hè, ook hier dezelfde fout! Het spijt ons u te moeten berichten, dat de keuze op een andere sollicitante is gevallen. Zoals wij u reeds zeiden voldeed uw steno niet ge heel aan wat wij ons hiervoor voorstelden. Inmiddels danken wij u voor de moeite. Vergoeding van de door u gemaakte reis kosten zullen urij u per postwissel over maken. Hoogachtend IK WAS STOMVERBAASD. Niet eens zozeer om de afwijzing op zichzelf, maar om de reden. Mijn steno was foutloos ge weest. Er was zelfs goedkeurend bij ge knikt. Ik trachtte mij de formulering van de mondelinge beoordeling te herinneren. Zie je, daar wist ik het weer: de huidige portierster, door wier huwelijk de plaats vacant kwam, had aantekeningen zitten maken over mijn prestaties. Toen zij mijn steno zag, zei zij tegen de rentmeester zo- 3 iets van: Die is nog sneller dan ik. Zijn Een zieepaardestaart is óók heel mooi antwoord was geweest: Inderdaad, dit is iiliillllillllilillilllllllllllllil de beste, die wij nog gehad hebben.Ik snapte er niets van. Erg ontmoedigd ging ik die morgen naar kantoor. Telkens zag ik weer het huisje met mijn rode droom- genariums in de heldergroen geschilderde bakken. Vreemd was het maar terwijl het le ven in de ouda sleur doorging en ik zelfs de moed tot andere sollicitaties verloren had, bleef iets in mij steeds verbonden met het kleine huis op het landgoed en die ge miste kans. Midden onder mijn werk zag ik mij ineens verplaatst naar het kantoortje daar. Dan zag ik de rentmeester, zoals hij ook bij mijn proef gedaan had, langs mijn lessenaar heen en weer lopen, ik hoorde de klank van zijn stem en zag zijn klein wat scheef glimlachje van goedkeuring, dat mij toen, ten onrechte, zoveel hoop gegeven had. Soms, net voor het slapen gaan, was ik in het kleine huis, doorliep de propere kamertjes, die ik nooit in werkelijkheid gezien had. Ik rook de zware uitwaseming van slapend groen, zoals die door de open ramen met het ruisen van de wind door de bomen binnenvloeide. Daarna werd ik dan gekweld door een werkelijk intens gevoel van teleurstelling en verlangen. Het zal een maand of twee, drie later zijn geweest, dat ik een afschuwelijke droom had, zo realistisch en zo in de meest letter lijke zin adembenemend, dat ik het nooit vergeten zal. Ik holde door een donkere boslaan. Mijn hart bonsde van een pani sche angst voor iets of iemand achter mij. Ik was op de fiets geweest, maar die had ik ergens neergegooid.Mijn rok haakte aan een tak, de stof scheurde toen ik mij los trok, de slippen van mijn sjaal fladderden achter mij aan. Deze slippen waren het, die gegrepen werden. Zonder die sjaal had ik kunnen ontkomen. Ik worstelde tegen de verstikking, die mij bedreigde, vond, na wat een eeuwigheid van doodsangst was, mijzelf in bed terug, bevend en klapper tandend van ellende. Toen ik opstond en water dronk, zag ik in de spiegel boven het lavet mijn gezicht als dat van een vreemde, verwrongen en asgrauw. DIE AVOND stond er een klein bericht op het zoveelste blad van de courant. Mijn ogen werden er naartoe gedwongen LIJK VAN JONGE VROUW IN BOS GE VONDEN. In het bos teis het lijk ge vonden van een jongs vrouw, de 26-jarige mejuffrouw Roberta Menning. Het meisje was sinds enkele maanden werkzaam als portierster op het landgoed Berkenzicht. Gisteravond was zij als naar gewoonte gaan fietsen. De fiets is ongeveer honderd meter van de plaats van het misdrijf gevonden. (Van onze correspoyident in Wenen) HET WAS NATUURLIJK geen opzet dat het negende internationale artsencon gres juist in Wenen werd gehouden, waar kortgeleden alle artsen in staking waren gegaan, maar het was voor de artsenstand en in het bijzonder voor zijn onafhanke lijkheid en vrijheid wel van het grootste belang dat deze thema's hier ter sprake werden gebracht en dat nog wel in de grote feestzaal van het gemeentebestuur, dat in deze strijdkwestie de partij had ge kozen van de ziekenfondsen. Voorlopig echter is deze strijd bijgelegd en daarom heeft de burgemeester de driehonderdvijf tig deelnemers uit ruim vijftig landen even hartelijk, diplomatiek en elegant toege' sproken als hij drie weken geleden d« actie der artsen had veroordeeld. Dat heeft echter de gasten niet weerhouden om hun mening te zeggen en een lans te breken voor de verantwoordelijkheid van de ge neesheer en zijn persoonlijk contact met de patiënten. Natuurlijk heeft men een open oog voor de belangrijkheid van de ziekenfondsen, maar men legt er telkens weer de nadruk op dat deze instellingen geen doel op zichzelf mogen worden, dot/ alleen bestaansrecht hebben voor zover zij de lijdende mensheid dienen. In verband hiermee wees men op twee gevaren: voor eerst op het streven van de moderne staat om de geneeskundige wetgeving steeds meer uit te breiden, zodat de arts meer en meer aan bepalingen is gebonden en gebukt gaat onder administratief werk en ver volgens op het feit dat het ambtsgeheim in het gedrang komt. wanneer de fondsen en hun controlerende organen de eis stellen dat zij volledig op de hoogte worden ge steld van de ziekte der patiënten. De Weense besprekingen waren een voortzetting van het zevende internationale congres, dat in 1953 in Den Haag werd gehouden. Zij getuigden van grote ernst, want herhaaldelijk was er sprake van de ethische grondslagen waarop het beroep van de arts moet steunen. Daarom werd er vooral in persoonlijke gesprekken ern stig gediscussieerd over geboortebeper king, waarbij men tot de conclusie is ge komen dat er ten aanzien van deze vraag geen collectieve opvatting mogelijk is. De artsen zijn geen sociologen of theologen, maar ze beschouwen het als hun onaan tastbare taak en plicht om het menselijk leven te beschermen en te bewaren van de conceptie tot de dood. Gezien de enorme vooruitgang, die de medische wetenschap in de laatste jaren heeft gemaakt, bleek het noodzakelijk te zijn de studie in de medicijnen en de op leiding van de jonge artsen opnieuw onder de loupe te nemen en zo mogelijk te reor ganiseren op grond van de wederzijds uit gewisselde ervaringen. Van groot belang was ook de chemisch-geneeskundige ten toonstelling, die tegelijkertijd werd gehou den en waar de deelnemers zich op de hoogte konden stellen van de nieuwste ge neesmiddelen, instrumenten en apparaten. Het slachtoffer is gewurgd met haar eigen sjaal. De gemeentelijke politie verzoekt om inlichtingen aan ieder, die mejuffrouw M. na haar vertrek van het landgoed om half zes 's namiddags alleen of in gezelschap heeft gezien. IK STAAR op de kleine krantenletters. Dit ben ik, ikzelf. Och nee, het is die an dere Roberta, de andere helft van dezelfde waterdruppel, het andere been van dezelfde schaar. Er staat geen foto bij het kleine artikel, maar ik ben er zeker van, dat Ro berta Menning ook uiterlijk op mij lijkt, net zoveel als het verschil van maar twee letters in onze achternaam. Arme Roberta, die niet zo goed kon ste nograferen, arme Roberta, die door een kleine vergissing in mijn plaats gestorven is. Moet ik nu leven in jouw plaats? Had jij ook je moeite en zorgen, die je alleen met de natuur kon delen? Heb jij ook rode geraniums in de groene bakken gezet? Ik adem diep. En eensklaps weet ik, dat er nu niet veel meer is dat mij nog diep wezenlijk kan deren. Ik ben geweest in Ro berta's doodsangst, wat kan nu de klein heid van de dagelijksheid mij doen? Wat geeft het of de chef haast heeft? Ik zal eens rustig met hem spreken en dan al of niet iets anders zoeken, ik sta boven de kleine ergernissen na dit grote, dat mij heeft aan geraakt, zelfs boven de lichamelijke onge makken, die immers voor een groot deel wortelen in de geest. Zo zal ik ook Joop Dik tegemoet kunnen treden. Onverschil lig of ik hem wel of niet krijg zal ik verder leven en het leven liefhebben, het leven van de ménsen, van Roberta en van mij.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 15