("babito, de muzikant") „De Spieghel" Rectorale rede van prof. Nauta en erepromotie prof. Leonard Werkgevers hebben begrip voor fiscale regeringsmaatregel I Saarlander verzeild geraakt in een doolhof van meningen Agenda voor Haarlem BRYLCREEM f Prix de Rome voor beeldhouwkunst „Ook bij overheidsinvesteringen is echter waakzaamheid geboden" Discussie over het Europese statuut ontaard in onfris politiek krakeel Middagzitting 5 Het 75-jarig bestaan der Vrije Universiteit Verkoop van huizen Kindje onder zand gestikt Examens natuurlijke glans van gezond haar BRYLCREEM geeft BRYLCREEMkieeft BRYLCREEM houdt ÉS «iéê 1 'S WERELDS MEEST VERKOCHTE HAIRDRESSING Duitse kustboot gezonken AUTOLAMPEN FEUILLETON Een detective-roman door I. M. C. Bijleveld-Gelinck VRIJDAG 21 OCTOBER 1955 Donderdag, de eigenlijke verjaardag, is de viering van het jubileum der 75-jarige Vrye Universiteit voortgezet met een openbare zitting van de senaat in het RAI- gebouw te Amsterdam. De rector magnificus prof. dr. D. Nauta sprak een wel komstwoord tot de vele honderden belangstellenden uit het gehele land, en in het bijzonder tot de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen mr. J. M. L. Th. Cals, de minister van Economische Zaken prof. dr. J. Zijlstra, de Amsterdamse wethouders mr. G. van 't Hull, A. in 't Veld en W. Steinmetz, afgevaardigden van de Koninklijke Academie van Wetenschappen, van universiteiten en hogescholen uit binnen- en buitenland. De jury voor de Prix de Rome voor de monumentale en versierende beeldhouw kunst 1955 heeft voorgesteld de gouden médaille en de daaraan verbonden toelagen in geld toe te kennen aan de 22-jarige Am sterdamse beeeldhouwer E. A. F. R. van Zanten. Aan de eindkamp werd door vier jongere beeldhouwers deelgenomen, doch geen der drie anderen kwam naar het oordeel der jury in aanmerking voor toekenning van de zilveren erepenning. Zeven personen namen aan de proefkamp deel. Het jury rapport werd Donderdag bekendgemaakt in een zitting van het college van hoogleraren en docenten der Rijksakademie van Beel dende Kunsten te Amsterdam. De opgave was in het trappenhuis van de schouwburg der gemeente Tilburg een beeldengroep te plaatsen van tenminste twee figuren, waarin de dans tot uitdruk king werd gebracht. Over het ontwerp van Van Zanten en de verkleinde uitvoering daarvan in klei werd in het juryrapport gezegd, dat de compositie, hoewel niet vrij te spreken van een zeker conventionalisme, duidelijke plastische kwaliteiten vertoont. De klassieke arabesque is met gevoel voor eenheid gerealiseerd en tot een goed even wicht gebracht. De heer Van Zanten, die van 1948 tot 1953 de afdeling beeldhouwkunst van de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in de hoofdstad volgde, debuteerde dit jaar op Sonsbeek te Arnhem. In opdracht voor de gemeente Amsterdam maakte hij twee spe lende figuren in brons voor de Herman de Man-school. De uitslag van de verkoping in het Nota rishuis te Haarlem luidt: Zandvoortselaan 97, Heemstede f20.300, J. M. Strybis qq.; Brouwersstraat 139, niet geveild; Princesse- kade 21, niet geveild; Soutmanstraat 35, f3405, N. N.; Rijksweg 315, Santpoort f7300, A. v. Beekum qq.; Hofgeesterweg, Santpoort (tuingrond) f6400, J. Wïgchert; Hofgeester weg, Santpoort (tuingrond) f2500, J. Wi- chert; Haarlemmerliedestraat 9, Haarlem f 2205, P. J. van Goor; Zijlweg 92„ niet ge veild; Sophiastraat 63, f 2500, P. J. Moerkerk. Donderdagavond is het 2-jarige doch tertje van de familie P. Buist te Appinge- dam op tragische wijze om het leven ge komen. Het kind speelde achter de ouder lijke woning, waar een kleine trekkar met zand stond. Toen de kleine vermist werd, vond men het kindje na enig zoeken ten slotte bedolven onder het zand van de wagen, die waarschijnlijk door het kind zelf gekanteld is. Drie artsen hebben nog pogingen in het werk gesteld om de levens geesten op te wekken, doch helaas te vergeefs. Delft. Candidaatsexamen voor Werktuig kundig Ingenieur: A. ten Busschen, Veessen (gem. Heerde); J. L. Linssen, Hoensbroek; E. W. Miggelenbrink, Dieren; J. Montauban van Swijndregt, Wassenaar; C. L. Odenthal, 's Gravenhage; A. J. Vixseboxse, Gouda. Ingenieursexamen voor Vliegtuigbouwkun dig ingenieur: G. L. Lamers, Naaldwijk. Groningen. Artsexamen le gedeelte: mej. A. A. Laverman, Den Oever; R. J. Polee. Bevorderd tot arts: mevr. H. C. de Haan Wind, Amsterdam; M. W. J. M. Mudde, Gro ningen; H. K. A. Visser, Groningen. Amsterdam. Gemeente Universiteit. Doc toraal examen Pharmacie: J. S. Meulenhof, Amsterdam. Doctoraal examen Wiskunde:- A. J. W. Duijvestijn, Amsterdam (cum lau- de). Doctoraal examen Scheikunde: H. J. Rang, Amstelveen (cum laude), Candidaats examen Wis- en Natuurkunde L: J. de Korte, Dordrecht. Wis- en Natuurkunde E: G. A. Flierman, Amsterdam. Nijmegen. Candidaatsexamen eerste ge deelte Geneeskunde: E. Th. J. Beissel, Kaal heide; J. H. E. Custers, Eindhoven; A. K. Driessen, Arnhem; J. A. C. Flendrig, Geleen; F. J. Govaert, Stein; J. A. C. Hagen, Nijme gen; Th. M. J. Hochstenbach, Maastricht; H. J. de Kinkelder, Arnhem; J. M. A. M. Kno- ben, Roermond; H. J. M. Markus, Nijmegen; J. Ch. Th. Motke, Breda; F. A. E. Nabben, Sittard; J. G. A. M. Niesten, Nijmegen; J. A. W. Omloo, Echt; A. F. R. van Opdorp, Goes; F. I. G. M. Schermer, Heerlen; R. A. M. J. Struyck, G. J. M. S. W. Timmerman, Heerlen; J. M. H. Ubachs, Maastricht; mej. J. Th. M. Boot, Rotterdam; mej. L. M. Th. Brentjens, Nijmegen; zr. R. Erinjery, Nij megen; mej. J. S. P. M. Hendrix, Boxmeer; zr. T. Konthuruthy, Nijmegen; mej. A. G. J. A. van der Sand, Nijmegen; zr. A. H. M. Wijtvliet, Nijmegen. ADVERTENTIE tien percent mag worden afgeschreven, om dat hierdoor het te betalen bedrag aan be lastingen stijgt en als winst dus minder overblijft. Het is vreemd, dat deze maatregelen zo kort na de jongste belastingverlaging wor den genomen, waardoor men immers de bedrijven een grotere armslag heeft willen geven. De regering is blijkbaar onder de indruk gekomen van wat met name in En geland nodig blijkt te zijn om het even wicht tussen productie en verbruik te hand haven. V/////////JS"."""//. m gP "*r"' een fraaie, natuurlijke glans aan Uw haar niet, plakt niet, droogt het haar niet uit Uw hoofdhuid fris en gezond, voorkomt roos >j 9 •:4 m Beecham f■Nederland/ N.V. voor Engrot Jacq Mor NV.. Amntrdam Prof. dr. J. Waterink sprak een herden kingsrede uit (opgenomen in ons blad van gisteren: red). Tijdens de middagbijeenkomst van de senaat heeft de rector-magnificus prof. dr. D. Nauta een rectorale rede uitgespro ken, die door veel belangstellenden in het RAI-gebouw werd aangehoord. Prof. Nauta begon met een herinnering aan Allard Pierson, die indertijd bij de stichting van de Vrije Universiteit zich met groot respect over haar heeft uitgela ten, maar die daaraan tegelijk een scherpe critiek verbond op Calvijn, door haar als leidsman en voorbeeld gekozen. Een gron dige weerlegging van die critiek werd toen niet geleverd. Daarom meende spreker goed te doen door op het herdenkingsfeest der Vrije Universiteit aan het bedoelde onderwerp zijn rede te wijden. Hij zette uiteen, dat ten aanzien van de beoordeling van Calvijn de constellatie thans een andere is dan in de tijd, toen Pierson zijn studiën schreef. Dank zij vooral de intensieve studie, die men sinds dien van Calvijn's leven en denkbeelden heeft gemaakt, geniet de reformator te genwoordig in brede kringen een veel ho ger aanzien, dan in de tijd van de stich ting der Vrije Universiteit algemeen ge bruikelijk was. Niettemin ontbreekt het ook vandaag niet aan soortgelijke critiek als door Pierson werd geoefend. De spreker zette uiteen, dat Calvijn juist door banden van vriendschap en liefde met velen is verbonden geweest, zonder dat hij in zijn keuze van vrienden zich beperkt tot de enge kring zijner directe aanhangers. Voorts dat Calvijn in zijn beschouwingen aan de eis der naasten liefde volle recht heeft laten wedervaren en dat elke grond ontbreekt voor de be wering, als zou hij in dat opzicht ontrouw zijn geweest aan het volle evangelie van Jezus Christus. Calvijns antithetische hou ding tegenover heksen en ketters moet niet beschouwd worden als voortkomende uit een gebrek aan liefde tegenover de mede mens, maar uit zijn overtuiging dat die ondergeschikt is aan de liefde tot God. Erepromotie prof. Leonard Hierna zette de rector-magnificus als de daartoe aangewezen promotor de redenen uiteen, die de senaat er toe gebracht heb ben het doctoraat in de godgeleerdheid honoris causa te verlenen aan Emile G. Leonard, hoogleraar aan de Ecole Pratique des Hautes Etudes (Sorbonne) te Parijs. Prof. Leonard, die geboren is in 1891, werd in 1932 doctor in de Letteren te Parijs, en heeft gedoceerd te Napels, Caen en Aix. Sedert 1948 is hij hoogleraar aan de Sor bonne. Hij heeft daarna ook nog een paar jaar in de nieuwe geschiedenis gedoceerd te Sao Paulo in Brazilië. „Prof. Leonard VRIJDAG 21 OCTOBER Lido: „Gekweld geweten", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De gevangene van het Vreemdelingenlegioen", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Ik vecht niet voor geld", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Cinema Palace: „La Strada", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Revanche in Straatsburg", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Studio: „Na ons de Zondvloed", 18 jaar, 6.45 en 9.15 uur. Minerva: „The high and the Mighty", 14 jaar, 8.15 uur. Luxor: „Blanke Slavinnen", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Halsmuseum: 20 uur, Volksuniversitetit; Handenarbeid- cursus „Vrije Expressie" door Ad. Pieters. Wilhelminastraat 22: 20.15 uur. Ver. van Spir. „Het Licht", psychometrie door me vrouw J. M. van Odenhoven. ZATERDAG 22 OCTOBER Lido: „Gekweld geweten", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. „Een avontuurlijk vrouwtje", 18 jaar, 23.30 uur. Frans Hals: „De gevan gene van het Vreemdelingenlegioen", 18 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Ik vecht niet voor geld", 14 jaar. 2.30, 7 en 9.15 uur. Cinema Palace: „La Strada", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Revanche in Straatsburg", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Studio: „Na ons de Zondvloed", 18 jaar, 2.15, 6.45 en 9.15 uur. Minerva: „The high and the Mighty", 14 jaar. 8.15 uur. Luxor: „Blanke Slavinnen", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Concertgebouw, 20 uur: Voor de Friese ver eniging „Gysbert Japicx"" speelt het gezel schap „Tetman de Vries", „De tiid sal 't leare". Stadsschouwburg, 20 uur: „De Neder landse Comedie" voert op „De Regenmaker" van Richard Nash. is een verdienstelijk historicus, die ver schillende werken gepubliceerd heeft, on der andere over de middeleeuwse geschie denis van Napels. Bijzondere aandacht heeft hij geschonken aan de geschiedenis van het Protestantisme, met name in Frankrijk. Grote bekendheid verwierf hij door zijn geschrift over: „Le Protestant Francais", dat in 1953 het licht zag. Op grond van zijn bijzondere verdiensten voor de godgeleerdheid, in het bijzonder voor de beoefening van de geschiedenis van het gereformeerd protestantisme, met name in Franrkijk, is hem thans het doctoraat in de godgeleerdheid honoris causa verleend", zo deelde prof. Nauta mee. Prijsvragen De voorzitters van de Theologische en Juridische faculteiten hebben de uitslag bekend gemaakt van de door deze facul teiten ter gelegenheid van het jubileum uitgeschreven prijsvragen. De twee inge zonden werken op de prijsvraag van de Theologische Faculteit kwamen geen van beide in aanmerking voor een prijs. Het werk van mr. A. J. Hommes uit Amster- dem, ingezonden op de prijsvraag uitge schreven door de juridische faculteit, kreeg de kwalificatie „zeer verdienstelijk" naar het oor»1eel van de faculteit. De jubileumviering van de V. U. wordt Vrijdag beëindigd met colleges van alle faculteiten, speciaal voor afgestudeerden. In kringen van liet Verbond van Ne derlandse werkgevers heeft men met veel belangstelling kennis genomen van de giste ren gepubliceerde maatregelen, welke de regering heeft getroffen. Men heeft voor de maatregelen in het kader van de huidige conjucturele situatie begrip, doch het gaat in hoofdzaak om een stap terug op een weg van fiscale faciliteiten, welke zijn oor sprong vond in een tijd van een dreigende vermindering der werkgelegenheid. Deze maatregelen treffen inzonderheid de bestedingen van het bedrijfsleven. De con junctuur wordt evenwel ook door andere bestedingen beïnvloed. In dit opzicht zijn de consumptieve bestedingen van veel be lang. Mede in het licht van de thans ge troffen maatregelen is het daarom van be tekenis, dat men met name ook op het ge bied van de loonvorming in ons land de ge wenste matiging blijft betrachten, aldus verklaart men van de zijde der werkgevers. Ook in de sector van de overheidsinveste ringen is de grootste waakzaamheid gebo den. Voorts dienen eventuele hogere in komsten uit hoofde van de getroffen fiscale maatregelen niet tot aanvullende over heidsbestedingen aanleiding te geven. Er is, gezien de conjuctnrele situatie, thans alle aanleiding om van de overheid te verwachten, dat zij haar uitgaven niet dan in de uiterste noodzaak uitbreidt. De uit de begroting voor 1956 blijkende uitbrei ding van de personeelsbezetting van de overheid baart het bedrijfsleven in dit ver band zorg, aldus verklaart men in werk geverskringen. Onze financiële redacteur merkt over de regeringsmaatregelen op dat men deze moet zien in het licht van de recente mededelingen over de Nederlandse beta lingsbalans en de internationale conjunc tuur, welke ook in andere landen de rege ringen tot beperkende maatregelen heeft genoopt. Blijkbaar maakt de regering zich enige zorg over de belangrijke stijging van de nog niet zo lang geleden door haar zelf gestimuleerde bestedingen, welke voorna melijk op de sector van de bedrijven be trekking hebben. In 1954 zijn de investeringen tot weinig minder dan twee milliard toegenomen en de regering wenst thans blijkbaar deze be stedingen wat af te remmen. Dat de voorlopige aanslagen voor de Vennootschapsbelasting worden verhoogd van 50 tot 75 pot. van de aanslag over het vorige boekjaar en dat de betaling reeds twee maanden na afloop van het boekjaar in plaats van zoals tot dusverre zeven maanden daarna moeten worden gedaan, betekent uiteraard voor de ondernemingen een vermindering van kasmiddelen. Be zwaarlijker is dat op de nieuwe aanschaf fingen niet meer een derde doch slechts Aangezien in ons land dit evenwicht tot dusverre niet is verbroken, behoeft men zich over de nieuwe maatregelen van de re gering niet al te ongerust te maken en moet men ze voornamelijk zien als een poging een al te snelle expansie van de industriële bedrijvigheid te voorkomen. De Duitse kustmotorboot „Wilhelmina" uit Hamburg is in de afgelopen nacht nabij het lichtschip „Alba Roem 2" met een lading van 130 ton steenkool gezonken. De Duitse reddingboot „Hindenburg" slaagde er in de bemannig van drie koppen te redden. (Van een speciale verslaggever). SAARBRÜCKEN, 20 October. De eerste indruk van de vreemdeling, die een paar dagen door Saarbrücken heeft gezworven, is dat de Saarlanders zich over de gewich. tige vraag waarover zij Zondag moeten be slissen, niet bijster druk maken. Uiterlijke kentekenen van politieke opwinding zijn nergens te bespeuren. In de twee dagen van ons verblijf hier hebben wij nog niet één keer op straat, in café's, of waar ook, een hartstochtelijke discussie tussen poli tieke tegenstanders kunnen ontdekken. Toch is die rust bedriegelijk. Achter dat onbewogen uiterlijk worstelen vele Saar landers met het probleem hoe de weg te vinden uit de politieke doolhof waarin zij door het toedoen van zekere politieke „lei ders" verzeild geraakt zijn. Misschien ver klaart dit de schijnbare onverschilligheid, die de vreemdeling opvalt. Men heeft geen vastomlijnde mening. Men heeft besloten „ja" of „neen" te stemmen, maar men voelt zich niet in staat dat besluit tegenover een tegenstander te verdedigen, omdat het voornamelijk berust op gevoelsoverwegin gen waarover meestal niet te praten valt. Voor de buitenstaander is deze innerlijke onzekerheid aanvankelijk moeilijk te be grijpen, omdat hij niet dadelijk alle facto ren ziet. In feite is de zaak eenvoudig. Men stemt vóór of tégen het Europese statuut voor het Saarland, dat de regeringen van Frankrijk en West-Duitsland hebben opge steld en beide parlementen hebben aan vaard. Wat betekent dat Europese statuut voor de Saarlanders? Het betekent, zo zeggen de Duitse partijen, de nationalisten door dik en dun, dat het Saarland voor goed wordt losgemaakt van het Duitse „Vaterland", dat het Saarland economisch wordt uitge leverd aan Frankrijk, dat de Saarbevolking haar nationaliteit prijs geeft en voor goed onder vreemde heerschappij komt. En dus zo zeggen dr. Schneider en zijn „Heim- ins-Reich-schreeuwers" is ieder die voor het statuut stemt een landverrader. Deze argumenten doen opgeld, want de Saarlander voelt zich Duitser in hart en nieren en een beroep op de vaderlandslief de blijft zelden onbeantwoord. Helaas zijn vele Saarlanders niet in staat de valsheid van Schneider's beweringen te doorzien. Zij geloven op zijn gezag dat zij door „neen" te stemmen zich uitspreken voor aansluiting bij Duitsland, een kwestie die helemaal niet aan de orde is. Wanneer de ,,Neen"-stemmers de overwinning behalen blijft de huidige toestand gehandhaafd en de kans op terugkeer tot het Duitse vader land wordt er geen haar beter door. A f leidingstactiek Dr. Schneider doet zijn uiterste best de aandacht van zijn landgenoten af te leiden van de kern der zaak en daartoe is elk mid del, elk „argument", hoe zot of oneerlijk ook, hem welkom. Over gebrek aan be langstelling heeft deze oud-nazi zeker niet te klagen. De grote theaterzaal van het Jo- hannishof in de Mainzerstrasse was Woens dagavond overvol, tot in de gangen en op de trappen stonden de mensen opeen ge pakt als in de tram op de spitsuren. Menluisterde rustig, maar met onver holen instemming naar de rede van de na tionalistische leider, een rede die voor namelijk gericht was op het verdacht maken van „Joho", de spotnaam voor de Saarlandse premier Johannes Hoffmann. Dr. Schneider tracht de stemming over het Saarstatuut ook om te buigen tot een demonstratie „voor" of „tegen" de regering Hoffmann. „Der Dicke muss weg", is een bekende slagzin. De demagogische propaganda-taktiek van dr. Schneider kan men proeven uit retorische vragen als: „Wat zouden de Nederlanders zeggen als de West-Europese Unie eens met het voorstel kwam het Limburgse kolengebied te europeïseren, of hoe de Engelsen zouden reageren op een Europees statuut voor Noord-Ierland?" In de even druk bezochte vergadering van premier Hoffmann, die wij een uur tevoren hadden bijgewoond, werden alleen zakelijke argumenten gehanteerd die er op neer kwamen, dat Saarland geen keus heeft, omdat het geen zin heeft tegen de weloverwogen politiek van de West-Duitse regering in te gaan. „Als wij separatisten zijn, dan is dr. Adenauer de grootste sepa ratist", riep Hoffmann onder gejuich uit. Overigens werd ook dit publiek door politieke en persoonlijke haatgevoelens be heerst. De toejuichingen en interrupties lieten daaromtrent weinig twijfel bestaan. Toen Hoffmann als alternatief van een positieve Europese politiek het schrikbeeld van een nieuwe oorlog schetste, werd er uit de zaal geschreeuwd: „Dasz wil er doch auch, der Schneider, der Nazi-bruder". Degelijke uitlatingen bewijzen hoe zeer men de zaak in de persoonlijke sfeer ge trokken heeft. De discussie over het Saar statuut is ontaard in een onfris politiek krakeel, waar weldenkende Saarlanders, die tot oordeel in staat zijn, zich met weerzin van afkeren. Zij die het oordeel des onderscheids missen raken echter ver doold in een politiek labyrinth. Gelukkig merkten de rovers niets van Babito's ontvluchtingsplan. Hij zorgde er ook voor, elke dag maar een stuk te graven en de losse paaltjes weer goed op hun plaats te zetten, vóór de rovers thuis kwamen. En eindelijk, op een goede dagja, toen was het zover! Het gat was zo ver, dat Babito de laatste aarde weggegraven had en zijn hoofd naar buiten kon steken! „Nu toinnen we morgen vluchten!", zei hij. Met spanning wachtten Babito en het prinsje de volgende dag op het vertrek van de rovers. En toen die verdwenen waren en de klink op de deur zat, was de kust veilig33-34 ADVERTENTIE Er zijn geen betere I SINDS; 1889 14) „Ik kan het niet zeggen." „Uw notities blijven immers geheim, is het niet, inspecteur? Ziet u wel, mevrouw Van Elden? U kunt het gerust zeggen." „Ik kan het u niet zeggen." Voor de diepe wanhoop van het schilders vrouwtje was nu iets anders in de plaats gekomen: een groeiende onverzettelijkheid, een pal staan voor iets, dat ze niet zou prijsgeven. In het zielige figuurtje in haar oude jas, met haar rood-behuild gezicht en verwarde haren, bleek een niet vermoede kracht te schuilen: de kracht om te zwijgen ondanks het hachelijke van de situatie en ondanks de pressie van de politieman on mevrouw Waterborg. Ze had nog altijd het hoofd gebogen en hield haar handen stijf in elkaar geklemd. Maar ze gaf geen krimp. „U begrijpt", ging de politieman weer voort, „dat als u mij niet wilt vertellen waarvoor u naar beneden bent gegaan, uw gehele verklaring over het vinden van dat parelsnoer voor mij waardeloos is." „Ja." „Dat ik dan wel moet aannemen, dat dat parelsnoer op een andere manier in uw bezit is gekomen, op een manier, die recht streeks in verband staat met de aanslag op juffrouw Corbeyn. U begrijpt wat dat betekent?" Zij hief nu haar hoofd op en zag hem aan. Maar zij antwoordde niet. „Dat uw man juffrouw Corbeyn heeft neergeslagen en de juwelen heeft gestolen. En dat u ze hebt verstopt. Een andere ver klaring is er niet. Bedenkt u zich dat goed!" „Ja. „Wilt u mij nu nog niet zeggen, waarom u naar beneden bent gegaan?" „Ik kan het u niet zeggen. Maar Erik heeft het niet gedaan." „Zo. Uw man heeft het dus niet gedaan! Kunt u me daar enige waarborg voor ge ven?" „Mijn erewoord." „Uw erewoord." Hij herhaalde het toon loos, concentreei'de zich in een nadenkende blik. Mevrouw Waterborg zat stijf-rechtop in haar stoel, voor zich uitstarend met grote ogen. Plotseling schoof de politieman zijn stoel achteruit. „Kom, mevrouw Waterborg. We gaan eerst eens hier op de gang kijken." Ze lieten Jettie van Elden zitten zoals ze zat en gingen samen de deur uit. Ze draai den het licht op het bovenportaal uit en reconstrueerden de situatie, zoals zij was toen de pensionhoudster en de rechercheur voor de eerste maal boven waren gekomen. Het bleek dat er inderdaad een lichtstreep op de vloer te zien was en dat mevrouw Waterborg goed had waargenomen. „Een helder hoofd en een scherpe blik," dacht inspecteur Renkevoort. Een ideale getuige voor iedere zaak! Ze draaiden nu het licht weer aan en fliusterden samen. Toen kwamen ze weer binnen en gingen zitten zoals ze daareven gezeten hadden. Jettie van Elden had zich niet bewogen. En de politieman hervatte zijn vragen, maar nu op een geheel andere toon dan daareven. „Kijkt u eens, mevrouw Van Elden, ik zal voorlopig niet meer terugkomen op dat ene moeilijke punt en nu maar aannemen dat uw verhaal over dat parelsnoer waar is. Maar over dat parelsnoer wil ik het nog even hebben. Ik zei u al, dat u in ieder ge val erg dom bent geweest, verschrikkelijk dom! U hebt zich, hoe de zaak ook ver loopt aan strafbaar feit schuldig gemaakt. Hoe bent u in vredesnaam er toe gekomen om dat ding in uw zak te steken en te ver stoppen?" „Ik zag het liggen," antwoordde ze zacht, „voor mijn voeten en ik raapte het op. En ineens dacht ik.dat is geld." „Geld. Hebt u geldgebrek?" „Ja, heel erg." „Verdient uw man niet genoeg met zijn kunst?" „Nee. Niets. Zijn vader stuurt ons een kleinigheid. Iedere maand. Maar nauwelijks genoeg om te levenEn Erik heeft eisen." „Maar dan toch om van te leven. Hebt u schulden?" „Ja. En we kunnen ze niet betalen. En straks. „Straks. „Straks helemaal niet meerIkik verwacht een baby „Och kind!" zei mevrouw Waterborg spontaan. Ze zag, met een plotseling warme, moe derlijke blik in haar anders zo effen gezicht naar het zielig ineen gedoken figuurtje tegenover zich. Wat voor andere jong-ge- trouwde vrouwen een diep geluk en een hoogste vervulling was, had aan dit kind niet anders dan zorg en angsten gebracht en haar tenslotte gedreven tot deze dwaze daad. Ook in de koele ogen van de politie man kwam even een zachtere blik van be grip en medelijden, maar daarop boog hij zich toch weer over zijn aantekeningen. En na een ogenblik stilte vroeg hij: „En wat zegt uw man daarvan?" „Hij weet het niet, Erik „Weet hij dat niet?" „Nee. Ik durfde het hem nog niet te zeg gen. Nog nietHij.... hij houdt niet van kinderen." „Maar mevrouw Van Elden, dan moet u toch allereerst...." Hij kon zijn zin niet voleindigen. Want op hetzelfde ogenblik vloog de deur open en stond daar Erik van Elden: wild, krijt wit, briesend van woede. Hij sloeg de deur met een daverende slag achter zich dicht. „Jettie!" bulderde hij, „is dat waar? Dat jij een parelsnoer in je bed verborgen hebt? Jou uilskuiken.uilskuiken.en nou zegt ze dat ik de moordenaar ben.dat satanse wijf!!" Na deze stormachtige entree was me vrouw Waterborg opnieuw in de gelegen heid om de tact van de politieman te be wonderen. Het kostte hem anders moeite genoeg om de furieuze schilder enigszins tot bedaren te brengen, zo zeer was deze, naar hij zelf verklaarde, getreiterd door dat verschrikkelijke mens. Hij was de moorde naar niet! En pas nadat hij geruime tijd kalmerend was toegesproken door de in specteur kwam hij er eindelijk toe om een enigszins geregeld verslag uit te brengen van wat er nu eigenlijk in de eetkamer ge beurd was. Mevrouw Waterborg had hem zijn derde glas water toegeschoven. Juffrouw Meilink en juffrouw Galjoen, vertelde hij, waren beiden ontsnapt en het meisje was het eerst weer teruggekeerd. Toen was ook juffrouw Galjoen weer ver schenen, maar nu samen met een recher cheur, die meteen begonnen was hun vin gerafdrukken te nemen. Hij zelf, Van Elden, had dit eerst geweigerd en toen had zij ge- insinueerdgeïnsinueerd.dat hij dat nodig moest weigeren! Dat ze het dadelijk wel gezien had dat hij ze achter zijn mouw had. Dat ze het altijd wel gezegd had.... En toen de rechercheur tenslotte met zijn vingerafdrukken klaar was had zij het hele verhaal van het parelsnoer verteld. Een verhaalHij was meteen naar boven ge stormd. De politieman begreep dat het hoog tijd werd dat hij ook eens naar de rest van de pensiongasten ging kijken, maar wilde toch het echtpaar Van Elden niet zo op hun kamer achter laten. En dus nam hij het hele gezelschap met zich mee naar de eetkamer, waar de overigen nog altijd om de tafel zaten. Bij zijn binnenkomst verstomden de gesprekken en wendden alle gezichten zich naar hem om. De pensionhoudster, zijn rechterhand en brandschoon door haar alibi, fouilleerde nu de dames in de zitkamer van juffrouw Cor beyn. Er werd niets gevonden, dat zou kun nen wijzen op verborgen edelstenen of kost baarheden. De rechercheur Wanders liet de heren hun zakken binnenste-buiten keren, hun schoenen uittrekken en streek daarna als een goochelaar met zijn uitgespreide hand langs hen heen. Eveneens tevergeefs: tenzij iemand van het gezelschap de juwe len van juffrouw Corbeyn had ingeslikt, was de buit hier niet aanwezig. Inspecteur Renkevoort liet nu allen weer om de tafel plaatsnemen en opende zijn notitieboek. Noortje Vlasakker werd nog witter dan ze al was en week achteruit buiten de lichtkring van de lamp. Pieter Tilman grinnikte schaapachtig en professor Cossaert trommelde met zijn vingers op de tafel. Maar toen de politieman begon te spreken was zijn stem zo prettig en gewoon dat er toch dadelijk iets van het vrees wekkende werd weggenomen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 9