("babito, de muzikant")
„De Spieghel"
Rectorale rede van prof. Nauta
en erepromotie prof. Leonard
Werkgevers hebben begrip voor
fiscale regeringsmaatregel
I
Saarlander verzeild geraakt
in een doolhof van meningen
Agenda voor
Haarlem
BRYLCREEM
f
Prix de Rome voor
beeldhouwkunst
„Ook bij overheidsinvesteringen is
echter waakzaamheid geboden"
Discussie over het Europese statuut
ontaard in onfris politiek krakeel
Middagzitting
5
Het 75-jarig bestaan der Vrije Universiteit
Verkoop van huizen
Kindje onder zand gestikt
Examens
natuurlijke glans
van gezond haar
BRYLCREEM geeft
BRYLCREEMkieeft
BRYLCREEM houdt
ÉS
«iéê
1
'S WERELDS MEEST VERKOCHTE HAIRDRESSING
Duitse kustboot gezonken
AUTOLAMPEN
FEUILLETON
Een detective-roman
door
I. M. C. Bijleveld-Gelinck
VRIJDAG 21 OCTOBER 1955
Donderdag, de eigenlijke verjaardag, is de viering van het jubileum der 75-jarige
Vrye Universiteit voortgezet met een openbare zitting van de senaat in het RAI-
gebouw te Amsterdam. De rector magnificus prof. dr. D. Nauta sprak een wel
komstwoord tot de vele honderden belangstellenden uit het gehele land, en in het
bijzonder tot de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen mr. J. M. L.
Th. Cals, de minister van Economische Zaken prof. dr. J. Zijlstra, de Amsterdamse
wethouders mr. G. van 't Hull, A. in 't Veld en W. Steinmetz, afgevaardigden van
de Koninklijke Academie van Wetenschappen, van universiteiten en hogescholen
uit binnen- en buitenland.
De jury voor de Prix de Rome voor de
monumentale en versierende beeldhouw
kunst 1955 heeft voorgesteld de gouden
médaille en de daaraan verbonden toelagen
in geld toe te kennen aan de 22-jarige Am
sterdamse beeeldhouwer E. A. F. R. van
Zanten.
Aan de eindkamp werd door vier jongere
beeldhouwers deelgenomen, doch geen der
drie anderen kwam naar het oordeel der
jury in aanmerking voor toekenning van
de zilveren erepenning. Zeven personen
namen aan de proefkamp deel. Het jury
rapport werd Donderdag bekendgemaakt in
een zitting van het college van hoogleraren
en docenten der Rijksakademie van Beel
dende Kunsten te Amsterdam.
De opgave was in het trappenhuis van de
schouwburg der gemeente Tilburg een
beeldengroep te plaatsen van tenminste
twee figuren, waarin de dans tot uitdruk
king werd gebracht. Over het ontwerp van
Van Zanten en de verkleinde uitvoering
daarvan in klei werd in het juryrapport
gezegd, dat de compositie, hoewel niet vrij
te spreken van een zeker conventionalisme,
duidelijke plastische kwaliteiten vertoont.
De klassieke arabesque is met gevoel voor
eenheid gerealiseerd en tot een goed even
wicht gebracht.
De heer Van Zanten, die van 1948 tot
1953 de afdeling beeldhouwkunst van de
Rijksakademie van Beeldende Kunsten in
de hoofdstad volgde, debuteerde dit jaar op
Sonsbeek te Arnhem. In opdracht voor de
gemeente Amsterdam maakte hij twee spe
lende figuren in brons voor de Herman de
Man-school.
De uitslag van de verkoping in het Nota
rishuis te Haarlem luidt: Zandvoortselaan
97, Heemstede f20.300, J. M. Strybis qq.;
Brouwersstraat 139, niet geveild; Princesse-
kade 21, niet geveild; Soutmanstraat 35,
f3405, N. N.; Rijksweg 315, Santpoort f7300,
A. v. Beekum qq.; Hofgeesterweg, Santpoort
(tuingrond) f6400, J. Wïgchert; Hofgeester
weg, Santpoort (tuingrond) f2500, J. Wi-
chert; Haarlemmerliedestraat 9, Haarlem
f 2205, P. J. van Goor; Zijlweg 92„ niet ge
veild; Sophiastraat 63, f 2500, P. J. Moerkerk.
Donderdagavond is het 2-jarige doch
tertje van de familie P. Buist te Appinge-
dam op tragische wijze om het leven ge
komen. Het kind speelde achter de ouder
lijke woning, waar een kleine trekkar met
zand stond. Toen de kleine vermist werd,
vond men het kindje na enig zoeken ten
slotte bedolven onder het zand van de
wagen, die waarschijnlijk door het kind
zelf gekanteld is. Drie artsen hebben nog
pogingen in het werk gesteld om de levens
geesten op te wekken, doch helaas te
vergeefs.
Delft. Candidaatsexamen voor Werktuig
kundig Ingenieur: A. ten Busschen, Veessen
(gem. Heerde); J. L. Linssen, Hoensbroek;
E. W. Miggelenbrink, Dieren; J. Montauban
van Swijndregt, Wassenaar; C. L. Odenthal,
's Gravenhage; A. J. Vixseboxse, Gouda.
Ingenieursexamen voor Vliegtuigbouwkun
dig ingenieur: G. L. Lamers, Naaldwijk.
Groningen. Artsexamen le gedeelte: mej.
A. A. Laverman, Den Oever; R. J. Polee.
Bevorderd tot arts: mevr. H. C. de Haan
Wind, Amsterdam; M. W. J. M. Mudde, Gro
ningen; H. K. A. Visser, Groningen.
Amsterdam. Gemeente Universiteit. Doc
toraal examen Pharmacie: J. S. Meulenhof,
Amsterdam. Doctoraal examen Wiskunde:-
A. J. W. Duijvestijn, Amsterdam (cum lau-
de). Doctoraal examen Scheikunde: H. J.
Rang, Amstelveen (cum laude), Candidaats
examen Wis- en Natuurkunde L: J. de Korte,
Dordrecht. Wis- en Natuurkunde E: G. A.
Flierman, Amsterdam.
Nijmegen. Candidaatsexamen eerste ge
deelte Geneeskunde: E. Th. J. Beissel, Kaal
heide; J. H. E. Custers, Eindhoven; A. K.
Driessen, Arnhem; J. A. C. Flendrig, Geleen;
F. J. Govaert, Stein; J. A. C. Hagen, Nijme
gen; Th. M. J. Hochstenbach, Maastricht; H.
J. de Kinkelder, Arnhem; J. M. A. M. Kno-
ben, Roermond; H. J. M. Markus, Nijmegen;
J. Ch. Th. Motke, Breda; F. A. E. Nabben,
Sittard; J. G. A. M. Niesten, Nijmegen; J.
A. W. Omloo, Echt; A. F. R. van Opdorp,
Goes; F. I. G. M. Schermer, Heerlen; R. A.
M. J. Struyck, G. J. M. S. W. Timmerman,
Heerlen; J. M. H. Ubachs, Maastricht; mej.
J. Th. M. Boot, Rotterdam; mej. L. M. Th.
Brentjens, Nijmegen; zr. R. Erinjery, Nij
megen; mej. J. S. P. M. Hendrix, Boxmeer;
zr. T. Konthuruthy, Nijmegen; mej. A. G. J.
A. van der Sand, Nijmegen; zr. A. H. M.
Wijtvliet, Nijmegen.
ADVERTENTIE
tien percent mag worden afgeschreven, om
dat hierdoor het te betalen bedrag aan be
lastingen stijgt en als winst dus minder
overblijft.
Het is vreemd, dat deze maatregelen zo
kort na de jongste belastingverlaging wor
den genomen, waardoor men immers de
bedrijven een grotere armslag heeft willen
geven. De regering is blijkbaar onder de
indruk gekomen van wat met name in En
geland nodig blijkt te zijn om het even
wicht tussen productie en verbruik te hand
haven.
V/////////JS"."""//.
m
gP "*r"'
een fraaie, natuurlijke glans
aan Uw haar
niet, plakt niet, droogt het
haar niet uit
Uw hoofdhuid fris en gezond,
voorkomt roos
>j
9
•:4
m
Beecham f■Nederland/ N.V. voor Engrot Jacq Mor NV.. Amntrdam
Prof. dr. J. Waterink sprak een herden
kingsrede uit (opgenomen in ons blad van
gisteren: red).
Tijdens de middagbijeenkomst van de
senaat heeft de rector-magnificus prof.
dr. D. Nauta een rectorale rede uitgespro
ken, die door veel belangstellenden in het
RAI-gebouw werd aangehoord.
Prof. Nauta begon met een herinnering
aan Allard Pierson, die indertijd bij de
stichting van de Vrije Universiteit zich
met groot respect over haar heeft uitgela
ten, maar die daaraan tegelijk een scherpe
critiek verbond op Calvijn, door haar als
leidsman en voorbeeld gekozen. Een gron
dige weerlegging van die critiek werd toen
niet geleverd. Daarom meende spreker
goed te doen door op het herdenkingsfeest
der Vrije Universiteit aan het bedoelde
onderwerp zijn rede te wijden.
Hij zette uiteen, dat ten aanzien van de
beoordeling van Calvijn de constellatie
thans een andere is dan in de tijd, toen
Pierson zijn studiën schreef. Dank zij
vooral de intensieve studie, die men sinds
dien van Calvijn's leven en denkbeelden
heeft gemaakt, geniet de reformator te
genwoordig in brede kringen een veel ho
ger aanzien, dan in de tijd van de stich
ting der Vrije Universiteit algemeen ge
bruikelijk was. Niettemin ontbreekt het
ook vandaag niet aan soortgelijke critiek
als door Pierson werd geoefend.
De spreker zette uiteen, dat Calvijn
juist door banden van vriendschap en
liefde met velen is verbonden geweest,
zonder dat hij in zijn keuze van vrienden
zich beperkt tot de enge kring zijner
directe aanhangers. Voorts dat Calvijn in
zijn beschouwingen aan de eis der naasten
liefde volle recht heeft laten wedervaren
en dat elke grond ontbreekt voor de be
wering, als zou hij in dat opzicht ontrouw
zijn geweest aan het volle evangelie van
Jezus Christus. Calvijns antithetische hou
ding tegenover heksen en ketters moet niet
beschouwd worden als voortkomende uit
een gebrek aan liefde tegenover de mede
mens, maar uit zijn overtuiging dat die
ondergeschikt is aan de liefde tot God.
Erepromotie prof. Leonard
Hierna zette de rector-magnificus als de
daartoe aangewezen promotor de redenen
uiteen, die de senaat er toe gebracht heb
ben het doctoraat in de godgeleerdheid
honoris causa te verlenen aan Emile G.
Leonard, hoogleraar aan de Ecole Pratique
des Hautes Etudes (Sorbonne) te Parijs.
Prof. Leonard, die geboren is in 1891, werd
in 1932 doctor in de Letteren te Parijs, en
heeft gedoceerd te Napels, Caen en Aix.
Sedert 1948 is hij hoogleraar aan de Sor
bonne. Hij heeft daarna ook nog een paar
jaar in de nieuwe geschiedenis gedoceerd
te Sao Paulo in Brazilië. „Prof. Leonard
VRIJDAG 21 OCTOBER
Lido: „Gekweld geweten", 18 jaar, 7 en
9.15 uur. Frans Hals: „De gevangene van het
Vreemdelingenlegioen", 18 jaar, 7 en 9.15 uur.
Roxy: „Ik vecht niet voor geld", 14 jaar, 7
en 9.15 uur. Cinema Palace: „La Strada", 18
jaar, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Revanche
in Straatsburg", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Studio:
„Na ons de Zondvloed", 18 jaar, 6.45 en 9.15
uur. Minerva: „The high and the Mighty",
14 jaar, 8.15 uur. Luxor: „Blanke Slavinnen",
18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Halsmuseum:
20 uur, Volksuniversitetit; Handenarbeid-
cursus „Vrije Expressie" door Ad. Pieters.
Wilhelminastraat 22: 20.15 uur. Ver. van
Spir. „Het Licht", psychometrie door me
vrouw J. M. van Odenhoven.
ZATERDAG 22 OCTOBER
Lido: „Gekweld geweten", 18 jaar, 2, 4.15,
7 en 9.15 uur. „Een avontuurlijk vrouwtje",
18 jaar, 23.30 uur. Frans Hals: „De gevan
gene van het Vreemdelingenlegioen", 18 jaar,
2.30, 7 en 9.15 uur. Roxy: „Ik vecht niet
voor geld", 14 jaar. 2.30, 7 en 9.15 uur.
Cinema Palace: „La Strada", 18 jaar, 2, 4.15,
7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Revanche in
Straatsburg", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Studio: „Na ons de Zondvloed", 18 jaar, 2.15,
6.45 en 9.15 uur. Minerva: „The high and the
Mighty", 14 jaar. 8.15 uur. Luxor: „Blanke
Slavinnen", 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Concertgebouw, 20 uur: Voor de Friese ver
eniging „Gysbert Japicx"" speelt het gezel
schap „Tetman de Vries", „De tiid sal 't
leare". Stadsschouwburg, 20 uur: „De Neder
landse Comedie" voert op „De Regenmaker"
van Richard Nash.
is een verdienstelijk historicus, die ver
schillende werken gepubliceerd heeft, on
der andere over de middeleeuwse geschie
denis van Napels. Bijzondere aandacht
heeft hij geschonken aan de geschiedenis
van het Protestantisme, met name in
Frankrijk. Grote bekendheid verwierf hij
door zijn geschrift over: „Le Protestant
Francais", dat in 1953 het licht zag. Op
grond van zijn bijzondere verdiensten voor
de godgeleerdheid, in het bijzonder voor
de beoefening van de geschiedenis van het
gereformeerd protestantisme, met name in
Franrkijk, is hem thans het doctoraat in
de godgeleerdheid honoris causa verleend",
zo deelde prof. Nauta mee.
Prijsvragen
De voorzitters van de Theologische en
Juridische faculteiten hebben de uitslag
bekend gemaakt van de door deze facul
teiten ter gelegenheid van het jubileum
uitgeschreven prijsvragen. De twee inge
zonden werken op de prijsvraag van de
Theologische Faculteit kwamen geen van
beide in aanmerking voor een prijs. Het
werk van mr. A. J. Hommes uit Amster-
dem, ingezonden op de prijsvraag uitge
schreven door de juridische faculteit, kreeg
de kwalificatie „zeer verdienstelijk" naar
het oor»1eel van de faculteit.
De jubileumviering van de V. U. wordt
Vrijdag beëindigd met colleges van alle
faculteiten, speciaal voor afgestudeerden.
In kringen van liet Verbond van Ne
derlandse werkgevers heeft men met veel
belangstelling kennis genomen van de giste
ren gepubliceerde maatregelen, welke de
regering heeft getroffen. Men heeft voor
de maatregelen in het kader van de huidige
conjucturele situatie begrip, doch het gaat
in hoofdzaak om een stap terug op een weg
van fiscale faciliteiten, welke zijn oor
sprong vond in een tijd van een dreigende
vermindering der werkgelegenheid.
Deze maatregelen treffen inzonderheid de
bestedingen van het bedrijfsleven. De con
junctuur wordt evenwel ook door andere
bestedingen beïnvloed. In dit opzicht zijn
de consumptieve bestedingen van veel be
lang. Mede in het licht van de thans ge
troffen maatregelen is het daarom van be
tekenis, dat men met name ook op het ge
bied van de loonvorming in ons land de ge
wenste matiging blijft betrachten, aldus
verklaart men van de zijde der werkgevers.
Ook in de sector van de overheidsinveste
ringen is de grootste waakzaamheid gebo
den. Voorts dienen eventuele hogere in
komsten uit hoofde van de getroffen fiscale
maatregelen niet tot aanvullende over
heidsbestedingen aanleiding te geven.
Er is, gezien de conjuctnrele situatie,
thans alle aanleiding om van de overheid
te verwachten, dat zij haar uitgaven niet
dan in de uiterste noodzaak uitbreidt. De uit
de begroting voor 1956 blijkende uitbrei
ding van de personeelsbezetting van de
overheid baart het bedrijfsleven in dit ver
band zorg, aldus verklaart men in werk
geverskringen.
Onze financiële redacteur merkt over de
regeringsmaatregelen op dat men deze
moet zien in het licht van de recente
mededelingen over de Nederlandse beta
lingsbalans en de internationale conjunc
tuur, welke ook in andere landen de rege
ringen tot beperkende maatregelen heeft
genoopt. Blijkbaar maakt de regering zich
enige zorg over de belangrijke stijging van
de nog niet zo lang geleden door haar zelf
gestimuleerde bestedingen, welke voorna
melijk op de sector van de bedrijven be
trekking hebben.
In 1954 zijn de investeringen tot weinig
minder dan twee milliard toegenomen en
de regering wenst thans blijkbaar deze be
stedingen wat af te remmen.
Dat de voorlopige aanslagen voor de
Vennootschapsbelasting worden verhoogd
van 50 tot 75 pot. van de aanslag over het
vorige boekjaar en dat de betaling reeds
twee maanden na afloop van het boekjaar
in plaats van zoals tot dusverre zeven
maanden daarna moeten worden gedaan,
betekent uiteraard voor de ondernemingen
een vermindering van kasmiddelen. Be
zwaarlijker is dat op de nieuwe aanschaf
fingen niet meer een derde doch slechts
Aangezien in ons land dit evenwicht tot
dusverre niet is verbroken, behoeft men
zich over de nieuwe maatregelen van de re
gering niet al te ongerust te maken en moet
men ze voornamelijk zien als een poging
een al te snelle expansie van de industriële
bedrijvigheid te voorkomen.
De Duitse kustmotorboot „Wilhelmina"
uit Hamburg is in de afgelopen nacht nabij
het lichtschip „Alba Roem 2" met een
lading van 130 ton steenkool gezonken. De
Duitse reddingboot „Hindenburg" slaagde
er in de bemannig van drie koppen te
redden.
(Van een speciale verslaggever).
SAARBRÜCKEN, 20 October. De eerste
indruk van de vreemdeling, die een paar
dagen door Saarbrücken heeft gezworven,
is dat de Saarlanders zich over de gewich.
tige vraag waarover zij Zondag moeten be
slissen, niet bijster druk maken. Uiterlijke
kentekenen van politieke opwinding zijn
nergens te bespeuren. In de twee dagen
van ons verblijf hier hebben wij nog niet
één keer op straat, in café's, of waar ook,
een hartstochtelijke discussie tussen poli
tieke tegenstanders kunnen ontdekken.
Toch is die rust bedriegelijk. Achter dat
onbewogen uiterlijk worstelen vele Saar
landers met het probleem hoe de weg te
vinden uit de politieke doolhof waarin zij
door het toedoen van zekere politieke „lei
ders" verzeild geraakt zijn. Misschien ver
klaart dit de schijnbare onverschilligheid,
die de vreemdeling opvalt. Men heeft geen
vastomlijnde mening. Men heeft besloten
„ja" of „neen" te stemmen, maar men voelt
zich niet in staat dat besluit tegenover een
tegenstander te verdedigen, omdat het
voornamelijk berust op gevoelsoverwegin
gen waarover meestal niet te praten valt.
Voor de buitenstaander is deze innerlijke
onzekerheid aanvankelijk moeilijk te be
grijpen, omdat hij niet dadelijk alle facto
ren ziet. In feite is de zaak eenvoudig. Men
stemt vóór of tégen het Europese statuut
voor het Saarland, dat de regeringen van
Frankrijk en West-Duitsland hebben opge
steld en beide parlementen hebben aan
vaard.
Wat betekent dat Europese statuut voor
de Saarlanders? Het betekent, zo zeggen de
Duitse partijen, de nationalisten door dik
en dun, dat het Saarland voor goed wordt
losgemaakt van het Duitse „Vaterland",
dat het Saarland economisch wordt uitge
leverd aan Frankrijk, dat de Saarbevolking
haar nationaliteit prijs geeft en voor goed
onder vreemde heerschappij komt. En dus
zo zeggen dr. Schneider en zijn „Heim-
ins-Reich-schreeuwers" is ieder die voor
het statuut stemt een landverrader.
Deze argumenten doen opgeld, want de
Saarlander voelt zich Duitser in hart en
nieren en een beroep op de vaderlandslief
de blijft zelden onbeantwoord. Helaas zijn
vele Saarlanders niet in staat de valsheid
van Schneider's beweringen te doorzien.
Zij geloven op zijn gezag dat zij door
„neen" te stemmen zich uitspreken voor
aansluiting bij Duitsland, een kwestie die
helemaal niet aan de orde is. Wanneer de
,,Neen"-stemmers de overwinning behalen
blijft de huidige toestand gehandhaafd en
de kans op terugkeer tot het Duitse vader
land wordt er geen haar beter door.
A f leidingstactiek
Dr. Schneider doet zijn uiterste best de
aandacht van zijn landgenoten af te leiden
van de kern der zaak en daartoe is elk mid
del, elk „argument", hoe zot of oneerlijk
ook, hem welkom. Over gebrek aan be
langstelling heeft deze oud-nazi zeker niet
te klagen. De grote theaterzaal van het Jo-
hannishof in de Mainzerstrasse was Woens
dagavond overvol, tot in de gangen en op
de trappen stonden de mensen opeen ge
pakt als in de tram op de spitsuren.
Menluisterde rustig, maar met onver
holen instemming naar de rede van de na
tionalistische leider, een rede die voor
namelijk gericht was op het verdacht
maken van „Joho", de spotnaam voor de
Saarlandse premier Johannes Hoffmann.
Dr. Schneider tracht de stemming over het
Saarstatuut ook om te buigen tot een
demonstratie „voor" of „tegen" de regering
Hoffmann. „Der Dicke muss weg", is een
bekende slagzin.
De demagogische propaganda-taktiek
van dr. Schneider kan men proeven uit
retorische vragen als: „Wat zouden de
Nederlanders zeggen als de West-Europese
Unie eens met het voorstel kwam het
Limburgse kolengebied te europeïseren, of
hoe de Engelsen zouden reageren op een
Europees statuut voor Noord-Ierland?"
In de even druk bezochte vergadering
van premier Hoffmann, die wij een uur
tevoren hadden bijgewoond, werden alleen
zakelijke argumenten gehanteerd die er
op neer kwamen, dat Saarland geen keus
heeft, omdat het geen zin heeft tegen de
weloverwogen politiek van de West-Duitse
regering in te gaan. „Als wij separatisten
zijn, dan is dr. Adenauer de grootste sepa
ratist", riep Hoffmann onder gejuich uit.
Overigens werd ook dit publiek door
politieke en persoonlijke haatgevoelens be
heerst. De toejuichingen en interrupties
lieten daaromtrent weinig twijfel bestaan.
Toen Hoffmann als alternatief van een
positieve Europese politiek het schrikbeeld
van een nieuwe oorlog schetste, werd er
uit de zaal geschreeuwd: „Dasz wil er doch
auch, der Schneider, der Nazi-bruder".
Degelijke uitlatingen bewijzen hoe zeer
men de zaak in de persoonlijke sfeer ge
trokken heeft. De discussie over het Saar
statuut is ontaard in een onfris politiek
krakeel, waar weldenkende Saarlanders,
die tot oordeel in staat zijn, zich met
weerzin van afkeren. Zij die het oordeel
des onderscheids missen raken echter ver
doold in een politiek labyrinth.
Gelukkig merkten de rovers niets van Babito's ontvluchtingsplan. Hij zorgde er
ook voor, elke dag maar een stuk te graven en de losse paaltjes weer goed op hun
plaats te zetten, vóór de rovers thuis kwamen.
En eindelijk, op een goede dagja, toen was het zover! Het gat was zo ver, dat
Babito de laatste aarde weggegraven had en zijn hoofd naar buiten kon steken!
„Nu toinnen we morgen vluchten!", zei hij.
Met spanning wachtten Babito en het prinsje de volgende dag op het vertrek van
de rovers. En toen die verdwenen waren en de klink op de deur zat, was de kust
veilig33-34
ADVERTENTIE
Er zijn geen betere I
SINDS; 1889
14)
„Ik kan het niet zeggen."
„Uw notities blijven immers geheim,
is het niet, inspecteur? Ziet u wel,
mevrouw Van Elden? U kunt het gerust
zeggen."
„Ik kan het u niet zeggen."
Voor de diepe wanhoop van het schilders
vrouwtje was nu iets anders in de plaats
gekomen: een groeiende onverzettelijkheid,
een pal staan voor iets, dat ze niet zou
prijsgeven. In het zielige figuurtje in haar
oude jas, met haar rood-behuild gezicht en
verwarde haren, bleek een niet vermoede
kracht te schuilen: de kracht om te zwijgen
ondanks het hachelijke van de situatie en
ondanks de pressie van de politieman on
mevrouw Waterborg. Ze had nog altijd het
hoofd gebogen en hield haar handen stijf
in elkaar geklemd. Maar ze gaf geen krimp.
„U begrijpt", ging de politieman weer
voort, „dat als u mij niet wilt vertellen
waarvoor u naar beneden bent gegaan, uw
gehele verklaring over het vinden van dat
parelsnoer voor mij waardeloos is."
„Ja."
„Dat ik dan wel moet aannemen, dat dat
parelsnoer op een andere manier in uw
bezit is gekomen, op een manier, die recht
streeks in verband staat met de aanslag
op juffrouw Corbeyn. U begrijpt wat dat
betekent?"
Zij hief nu haar hoofd op en zag hem
aan. Maar zij antwoordde niet.
„Dat uw man juffrouw Corbeyn heeft
neergeslagen en de juwelen heeft gestolen.
En dat u ze hebt verstopt. Een andere ver
klaring is er niet. Bedenkt u zich dat goed!"
„Ja.
„Wilt u mij nu nog niet zeggen, waarom
u naar beneden bent gegaan?"
„Ik kan het u niet zeggen. Maar Erik
heeft het niet gedaan."
„Zo. Uw man heeft het dus niet gedaan!
Kunt u me daar enige waarborg voor ge
ven?"
„Mijn erewoord."
„Uw erewoord." Hij herhaalde het toon
loos, concentreei'de zich in een nadenkende
blik. Mevrouw Waterborg zat stijf-rechtop
in haar stoel, voor zich uitstarend met grote
ogen. Plotseling schoof de politieman zijn
stoel achteruit.
„Kom, mevrouw Waterborg. We gaan
eerst eens hier op de gang kijken."
Ze lieten Jettie van Elden zitten zoals ze
zat en gingen samen de deur uit. Ze draai
den het licht op het bovenportaal uit en
reconstrueerden de situatie, zoals zij was
toen de pensionhoudster en de rechercheur
voor de eerste maal boven waren gekomen.
Het bleek dat er inderdaad een lichtstreep
op de vloer te zien was en dat mevrouw
Waterborg goed had waargenomen. „Een
helder hoofd en een scherpe blik," dacht
inspecteur Renkevoort. Een ideale getuige
voor iedere zaak!
Ze draaiden nu het licht weer aan en
fliusterden samen. Toen kwamen ze weer
binnen en gingen zitten zoals ze daareven
gezeten hadden. Jettie van Elden had zich
niet bewogen. En de politieman hervatte
zijn vragen, maar nu op een geheel andere
toon dan daareven.
„Kijkt u eens, mevrouw Van Elden, ik
zal voorlopig niet meer terugkomen op dat
ene moeilijke punt en nu maar aannemen
dat uw verhaal over dat parelsnoer waar
is. Maar over dat parelsnoer wil ik het nog
even hebben. Ik zei u al, dat u in ieder ge
val erg dom bent geweest, verschrikkelijk
dom! U hebt zich, hoe de zaak ook ver
loopt aan strafbaar feit schuldig gemaakt.
Hoe bent u in vredesnaam er toe gekomen
om dat ding in uw zak te steken en te ver
stoppen?"
„Ik zag het liggen," antwoordde ze zacht,
„voor mijn voeten en ik raapte het op. En
ineens dacht ik.dat is geld."
„Geld. Hebt u geldgebrek?"
„Ja, heel erg."
„Verdient uw man niet genoeg met zijn
kunst?"
„Nee. Niets. Zijn vader stuurt ons een
kleinigheid. Iedere maand. Maar nauwelijks
genoeg om te levenEn Erik heeft
eisen."
„Maar dan toch om van te leven. Hebt
u schulden?"
„Ja. En we kunnen ze niet betalen. En
straks.
„Straks.
„Straks helemaal niet meerIkik
verwacht een baby
„Och kind!" zei mevrouw Waterborg
spontaan.
Ze zag, met een plotseling warme, moe
derlijke blik in haar anders zo effen gezicht
naar het zielig ineen gedoken figuurtje
tegenover zich. Wat voor andere jong-ge-
trouwde vrouwen een diep geluk en een
hoogste vervulling was, had aan dit kind
niet anders dan zorg en angsten gebracht
en haar tenslotte gedreven tot deze dwaze
daad. Ook in de koele ogen van de politie
man kwam even een zachtere blik van be
grip en medelijden, maar daarop boog hij
zich toch weer over zijn aantekeningen.
En na een ogenblik stilte vroeg hij: „En wat
zegt uw man daarvan?"
„Hij weet het niet, Erik
„Weet hij dat niet?"
„Nee. Ik durfde het hem nog niet te zeg
gen. Nog nietHij.... hij houdt niet
van kinderen."
„Maar mevrouw Van Elden, dan moet u
toch allereerst...."
Hij kon zijn zin niet voleindigen. Want
op hetzelfde ogenblik vloog de deur open
en stond daar Erik van Elden: wild, krijt
wit, briesend van woede. Hij sloeg de deur
met een daverende slag achter zich dicht.
„Jettie!" bulderde hij, „is dat waar? Dat
jij een parelsnoer in je bed verborgen hebt?
Jou uilskuiken.uilskuiken.en nou
zegt ze dat ik de moordenaar ben.dat
satanse wijf!!"
Na deze stormachtige entree was me
vrouw Waterborg opnieuw in de gelegen
heid om de tact van de politieman te be
wonderen. Het kostte hem anders moeite
genoeg om de furieuze schilder enigszins
tot bedaren te brengen, zo zeer was deze,
naar hij zelf verklaarde, getreiterd door dat
verschrikkelijke mens. Hij was de moorde
naar niet! En pas nadat hij geruime tijd
kalmerend was toegesproken door de in
specteur kwam hij er eindelijk toe om een
enigszins geregeld verslag uit te brengen
van wat er nu eigenlijk in de eetkamer ge
beurd was. Mevrouw Waterborg had hem
zijn derde glas water toegeschoven.
Juffrouw Meilink en juffrouw Galjoen,
vertelde hij, waren beiden ontsnapt en het
meisje was het eerst weer teruggekeerd.
Toen was ook juffrouw Galjoen weer ver
schenen, maar nu samen met een recher
cheur, die meteen begonnen was hun vin
gerafdrukken te nemen. Hij zelf, Van Elden,
had dit eerst geweigerd en toen had zij ge-
insinueerdgeïnsinueerd.dat hij dat
nodig moest weigeren! Dat ze het dadelijk
wel gezien had dat hij ze achter zijn mouw
had. Dat ze het altijd wel gezegd had....
En toen de rechercheur tenslotte met zijn
vingerafdrukken klaar was had zij het hele
verhaal van het parelsnoer verteld. Een
verhaalHij was meteen naar boven ge
stormd.
De politieman begreep dat het hoog tijd
werd dat hij ook eens naar de rest van de
pensiongasten ging kijken, maar wilde toch
het echtpaar Van Elden niet zo op hun
kamer achter laten. En dus nam hij het hele
gezelschap met zich mee naar de eetkamer,
waar de overigen nog altijd om de tafel
zaten. Bij zijn binnenkomst verstomden de
gesprekken en wendden alle gezichten zich
naar hem om.
De pensionhoudster, zijn rechterhand en
brandschoon door haar alibi, fouilleerde nu
de dames in de zitkamer van juffrouw Cor
beyn. Er werd niets gevonden, dat zou kun
nen wijzen op verborgen edelstenen of kost
baarheden. De rechercheur Wanders liet de
heren hun zakken binnenste-buiten keren,
hun schoenen uittrekken en streek daarna
als een goochelaar met zijn uitgespreide
hand langs hen heen. Eveneens tevergeefs:
tenzij iemand van het gezelschap de juwe
len van juffrouw Corbeyn had ingeslikt,
was de buit hier niet aanwezig.
Inspecteur Renkevoort liet nu allen weer
om de tafel plaatsnemen en opende zijn
notitieboek. Noortje Vlasakker werd nog
witter dan ze al was en week achteruit
buiten de lichtkring van de lamp. Pieter
Tilman grinnikte schaapachtig en professor
Cossaert trommelde met zijn vingers op de
tafel. Maar toen de politieman begon te
spreken was zijn stem zo prettig en gewoon
dat er toch dadelijk iets van het vrees
wekkende werd weggenomen.
(Wordt vervolgd).