Veiligheid van verkeer berust
primair op wederzijdse plichten
Wettelijke regeling van
stichtingen goedgekeurd
MERLIJN EN DE REUZEN
„De Spieghel"
N
1
E
Oppositie liep weg uit raads
vergadering te Bergen
De dertiende Wegverkeersdag
Meeste ongelukken op kruispunten,
dus: altijd vaart minderen
Het rijk koopt een
deel van Sorghvliet
Hagenaar verdacht van
ontvoering 5-jarig kind
Klacht over burgemeester van Bergen
ingediend bij Com m issa ris derKoningi n
In drie jaar 30 percent
méér autoverkeer
Samenwerking moet
gesmeerd lopen
Dubele rechtzaken niet
logisch en oneconomisch
In een half jaar 100.000
rijbewijs-aanvragen
1
.AST VAN
DIARRHEE?
Examens
Kerkelijk Nieuws
Heringa Wuthrich
Heer Broers ma: Dit is
losbandigheid en anarchie
Stafchef 7 December-
divisie
GOEDERENVERVOER
van 200 KG tot 1400 KG
FEUILLETON
Een detective-roman
door
I. M. C. Bijleveld-Gelinck
ZATERDAd 2 9 OCTOBER 1955
-5
(Van een verslaggever)
'IET ACCENT van de redevoeringen op de dertiende Wegverkeersdag .van
de K.N.A.C. is van het begin af gevallen op de verplichtingen en niet op de
rechten van de weggebruikers. Dat was dan ook geheel in overeenstemming
met een passage uit de reeds Donderdag door ons weergegeven rede van
minister Algera, waarin deze zeide, dat het niet anders dan heilzaam kan zijn,
dat ons volk telkens weer de ernst van de toestand onder het oog wordt
ebracht en het besef van de grote verantwoordelijkheid voor eigen leven en
at van anderen voortdurend wordt aangewakkerd. Ook de voorzitter van de
K.N.A.C., jhr. mr. Th. M. Smits van Oyen, was in dat opzicht duidelijk
genoeg, toén hij in zijn openingsrede de nieuwe actie van de K.N.A.C. „Kruis
punt - remmen!" aankondigde. Men heeft daartoe zeer suggestieve affiches doen
ontwerpen, waarmee hopenlijk de weggebruikers zal worden bijgebracht, dat het
met name op kruispunten noodzakelijk is zó te rijden, dat zo nodig direct kan
worden gestopt. Op de kruispunten geschiedt immers het grootste aantal
ongevallen en het aantal kruispunten, waarbij 15 km per uur nog teveel blijkt
te zijn, is legio. Wanneer de snelheidsbeperking voor kruispunten inderdaad
algemeen wordt doorgevoerd, dan zal het niet anders kunnen of het aantal
ongevallen zal sterk worden verminderd.
De kern van het betoog van mr. P.
s'Jacob, advocaat-generaal bij de Hoge
Raad der Nederlanden,over het onderwerp
,.De Hoge Raad en de verfeeersrechtspraak"
was, dat bij de ordening van het verkeeer
„recht" niet onmiddellijk kan staan tegen
over „plicht" en dat deze twee niet eikaars
complement kunnen zijn. „Het plichtsver
zuim van A. is niet zonder meer het recht
van B. A.'s schuld impliceert niet zonder
meer B.'s onschuld en omgekeerd betekent
het feit, dat A. de voor hem geldende regel
opvolgde, niet vanzelfsprekend, dat B. in
verzuim is.
De aard van het moderne verkeer met
zijn steeds toenemende snelheid brengt
mede, dat de daaraan deelnemende wegge
bruikers temidden van een veelheid van
indrukken gecompliceerde situaties moeten
kunnen overzien. Daarom moet de wegge
bruiker worden verplicht om rekening te
houden met veel wat hij niet ziet en niet
zien kan, met reacties van andere wegge
bruikers, die hem onjuist voorkomen en
het misschien ook zijn, met plaatselijke
situaties, die hij niet verwacht en die er
misschien ook niet moesten zijn". Mr.
s'Jacob gewaagde met het oog hierop van
een grensgebied, waarin de twee partijen
in het verkeer beide primair plichten heb
ben. Hij besprak vervolgens enige arresten
van de Hoge Raad, waarin van dit grens
gebied van wederzijdse verplichtingen
wordt uitgegaan. Wil men nog enige rede
lijkheid geven aan de aloude rechtsspreuk,
dat een ieder wordt geacht de wet te ken
nen, dan moet het verkeersrecht worden
vastgelegd in eenvoudige, duidelijke en
strakke regels met zo min mogelijk uit
zonderingen. Het moeten regels zijn, die de
weggebruikers gemakkelijk in zich op kun
nen nemen en zonder moeite ten alle tijden
voor ogen kunnen hebben. „Het wegver
keer is nu eenmaal niet gereserveerd voor
een kleine groep van ontwikkelde lieden.
Iedereen is op zijn tijd weggebruiker", al
dus mr. s'Jacob.
Deze spreker vestigde voorts de aandacht
op de misvatting dat de Hoge Raad eigen
lijk met de wet kan doen, wat hij wil en
eventueel zélf regels kan stellen en wetten
kan maken. De wettelijke voorschriften
vormen altijd de grondslag voor de ju
risprudentie.
In onmiddellijk verband met de verkeers
onveiligheid staat de ontwikkeling van het
wegennet, die, zoals minister Algera moest
erkennen, geen gelijke tred houdt met de
toeneming van het verkeer. Maar dat is
ook een min of meer onredelijke eis, wan
neer men bijvoorbeeld ziet dat sinds 1953
het autoverkeer in Nederland met 30 per
cent is toegenomen.
„Ook in Nederland zal men moeten wen
nen aan de gedachte, dat in de toekomst de
afwikkeling van het verkeer minder vlot
zal verlopen, dan in het verleden het geval
was", aldus had de minister gezegd. .De
bezorgdheid hierover was ook de hoofdtoon
van de rede, die mr. H. P. Linthorst Homan,
Commissaris der Koningin in de provincie
Friesland hield over de wegen- en ver-
keersontwikkeling in de naaste toekomst,
provinciaal gezien. Ook de goed slagende
industrialisatie in Friesland en de mecha
nisatie van het landbouwtransport gaan
stringente eisen stellen aan het wegennet
cn door de aan de Rijkswaterstaat, de pro
vincie en de gemeenten toegemeten finan
ciën kunnen deze de ontwikkeling bij lange
na niet bijhouden. Het provinciaal aandeel
uit de opbrengst van de Motorrijtuigen
belasting is niet meer dan ongeveer het
tweevoud van het vooroorlogse aandeel
uit het Verkeersfonds. Gezien het kosten-
peil is het geen wonder, dat men in de pro
vinciën reikhalzend uitziet naar de her
ziening der uitkeringen,die minister Algera
in de toelichting op zijn ontwerp-begroting
voor 1956 heeft vermeld.
Mr. G. C. van der Willigen, burgemees
ter van Lekkerkerk en waarnemend voor
zitter van de Contact-Commissie voor Vei
lig Verkeer in Zuid-Holland, vertelde iets
van de ervaringen, die deze commissie bij
haar activiteiten heeft opgedaan. Zij is in
de eerste plaats een contact-orgaan dat het
samenwerken tussen verscheidene instan
ties in deze materie gesmeerder doet lopen.
Hij noemde een aantal aangelegenheden,
waarbij de commissie reeds stimulerend
werk heeft gedaan, zoals de verkeersop-
voeding op de scholen, de verbetering van
kruispunten (132 werden al bekeken, waar
van voor 39 een advies tot verbetering
werd uitgebracht), het tekort aan politie
personeel, met het oog waarop geadviseerd
werd te bevorderen, dat ook Waterstaats-
ambtenaren opsporingsbevoegdheid zou
den krijgen, en onderzoeken naar de toe
stand van rijwielen in scholen- en bedrijfs-
stallingen, waarbij tal van euvelen tijdig
aan het licht kwamen.
Een rede, welke door de vele problemen,
welke zij aansneed, tal van reacties wekte,
was die van mr. N. J. Polak, advocaat en
procureur te Groningen, over „Verkeers-
püzzles in de rechtspractijk". Van de serie
van problemen, die hij afwerkte, noemen
wij onder meer de vraag of men bij het
passeren van andere auto's richting moet
aangeven. Zijn aperte mening was, dat dit
wèl diende te geschieden, al blijken talrijke
politie-autoriteiten het een euvel te vinden.
Voorts betoogde hij, dat de afzonderlijke
behandeling van verkeerszaken als straf
rechtelijke en als burgerrechtelijke zaken,
die onze rechtspraak in het algemeen kent,
onlogisch, oneconomisch en ondoeltreffend
is. De kantonrechter kent slechts een voe
ging tot een schadebedrag van 100 en de
rechtbank tot 300. Is de schade groter,
dan moet men tot een civiele vordering
overgaan en een ander rechtscollege kan
zich opnieuw gaan verdiepen in dezelfde
zaak. De spreker stelde de rechtspraak in
België ten voorbeeld, waarbij de voeging in
strafzaken tot een onbeperkt bedrag is toe
gelaten.
Voorts belichtte hij de verzekering tegen
de wettelijke aansprakelijkheid, die naar
zijn overtuiging wettelijk verplicht gesteld
behoort te worden.
Een ander belangrijk punt in zijn betoog
werd de totstandkoming van algemene
maatregelen van bestuur bij verkeers
problemen, die op korte termijn een op
lossing eisen. De wettelijke noodzaak om
Gedeputeerde Staten van alle provincies er
in te kennen, achtte de spreker veel te
tijdrovend en deze kan zijns inziens gerust
achterwege blijven.
In de discussie erover bleek, dat mr. D.
G. W. Spitzen, secretaris-generaal van het
ministerie van Verkeer en Waterstaat
die hier overigens zijn persoonlijke mening
ten beste gaf voor deze gedachte we!
wat voelde.
De laatste spreker was prof. jhr. dr. D. J.
van Lennep, hoogleraar in de clinische en
industriële physiologie te Utrecht, die de
opleiding van automobilisten in ons land
aan een beschouwing onderwierp. Omdat
deze van onschatbare betekenis is voor de
opvoering van de verkeersveiligheid, heeft
de K.N.A.C. overal bijeenkomsten belegd
met rij-instructeurs, teneinde deze over
hun leerlingen te horen. Daarbij is in de
eerste plaats de wijdverspreide beunhazerij
op dit terrein nog eens duidelijk gebleken,
die slechts kan worden bestreden als de
eisen voor dit beroep hoger gesteld worden
dan alleen het hebben van een rijbewijs.
Zij maakt het de bonafide instructeurs bij
zonder moeilijk.
Het zal enig geld en een heleboel organi
satie vergen om dit onderwijs onder con
trole en op een behoorlijk algemeen peil te
brengen, maar daar staat tegenover, dat
bijvoorbeeld in het eerste half jaar van
1955 bij het Centraal Bureau voor afgifte
van Rijbewijzen bijna 100.000 automobilis
ten een rijbewijs aanvroegen.IIiervan heeft
naar schatting 70 percent op rijscholen
leren rijden, dus dan is er op basis van 25
lessen a 6.in het eerste halfjaar van
1955 een bedrag van ruim 10.000.000» naar
de rijscholen afgevloeid. En er is niets, dat
er op wijst dat de stroom van rijbewijs-
aanvragers zal verminderen. „Men zal
moeten toegeven", aldus de spreker, „dat
de gemeenschap ten aanzien van bedragen
van deze hoogte wel iets mag verwachten
van de kwaliteit van het onderwijs en dat
een som van enige tonnen voor een betere
controle der rijscholen de moeite van het
experiment dubbel en dwars waard zou
zijn."
Men zal moeten trachten te bevorderen,
dat er een zekere uniformiteit komt in het
leerprogramma door een wetenschappelijk
onderzoek naar de beste methodische volg
orde. „Indien de overheid hier niet zeer
spoedig ingrijpt, zal de toestand spoedig zó
worden, dat zij bijna niet meer in de hand
is te nemen", zo besloot prof. jhr. mr. Van
Lennep.
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
HAARLEM hófuOcranoer
- M9' A v
Wintervoorbereiding In de perken in de
gemeente Bloemendaal is het personeel van
de afdeling plantsoenen van de dienst van
Publieke Werken thans bezig de zomerplan-
ten uit de plantsoenen te verwijderen; som
mige perken zullen met violen worden
bezet.
(Van onze parlementaire redacteur)
Bij de voortgezette behandeling van de
wettelijke regeling van stichtingen ver
wierp de Tweede Kamer met 34 tegen 31
stemmen het amendement Van den Heu
vel (KVP) met de KVP en de St. Ger.
stemden enige leden van de WD en van
de AR voor om de vermogenseis uit de
definitie van artikel 1 van het ontwerp te
laten vervallen. Dit was dus een succes
voor minister Donker, die vervolgens be
reikte, dat mr. Van Rijckevorssel (KVP)
zijn amendement introk, dat beoogde bin
nen vijf jaar een aparte wettelijke regeling
voor overheidsstichtingen vast te stellen.
Minister Donker had verklaard, dat de
regering het vraagstuk van de overheids
stichtingen met spoed onderzocht wil zien
om binnen vijf jaar een wettelijke regeling
tot stand te brengen. Verwerping van de
bepaling, waardoor overheidsstichtingen
buiten de wet zullen vallen, verklaarde de
minister onaanvaardbaar. In dat geval zou
het ontwerp worden ingetrokken.
Het ontwerp werd tenslotte met 55 tegen
12 stemmen aangenomen. Tegen stemden
de WD, de CPN, en de heren Van Rijcke
vorssel (KVP), Schmal (CHU) en Van der
Zaal (AR) omdat overheidsstichtingen bui
ten de wettelijke regeling worden gehou
den.
Sorghvliet
Met 56 tegen 11 stemmen (alleen een
aantal KVP-afgevaardigden) keurde de
Kamer de aankoop van een gedeelte van
„Soghvliet" goed. Vermoedelijk heeft bin
nenskamers overleg de oppositie, die Don
derdag veel groter leek, tot een elftal doen
inkrimpen.
Dekking voor verplichtingen
Ned. Bank
De bankbiljetten, die de Nederland-
sche Bank uitgeeft, moesten van 1864 tot
1914 voor veertig percent gedekt zijn door
goud en zilver. Van 1914 tot 1929 bedroeg
het dekkingspercentage 20 en van 1929 tot
1 Juli 1943 weer 40. Na de oorlog is geen
dekkingsvoorschrift meer vastgesteld, maar
in de Bankwet van 1948 is daartoe wel de
mogelijkheid geopend. Thans heeft minis
ter Van de Kieft weer dekkingsvoor
schriften in een wetsontwerp vastgelegd
voor de verplichtingen van de Nederland-
sche Bank. Volgens het wetsontwerp kan
worden bepaald dat de bank tegenover die
verplichtingen een zeker percentage (men
overweegt weer veertig percent) goud en
deviezen moet aanhouden.
Een deel van de Tweede Kamer was gis-
Utrecht. Doctoraal examen Geneeskunde:
•«mejV'fa. H. Tff'A'fhóldussenf Nffmegen; P.
G. M. Bergstein, Geleen; C. Th. M. Bos,
Waalwijk; G. H. B. Broeders, Wagenberg;
C. M. van Heesbeen, Waalwijk; mej. H. J.
M. J. van de Heijden, Utrecht; mej. M. G.
Nieuwenhuis, Utrecht; mej. M. van de
Weerd, Veenendaal; H. Levy, Varsseveld.
Candidaatsexamen Rechten: Th. M. Marij-
nissen, Breda; jhr. J. J. van de Does de
Willebois, Utrecht; A. Panis, Berkel-En-
schot. Doctoraal examen Veeartsenijkunde:
H. Brouwer, Zwartsluis; P. Grondhuis,
Slagharen; A. G. L. Ruys, Woerden; P. H.
M. Wijers, Aerdenihout; J. M. Schuld,
Utrecht; I. Nathans, Ai-nhem.
Verschrikt en ontdaan stonden de goede burgers van de stad bij elkaar. Ze hadden
het ongeluksnieuws gehoord en bespraken nu opgewonden, wat er zou moeten ge
beuren. Want dat was toch te erg... hun goede koning gevangen gehouden door die
kwade reuzende reuzen, die in het grote bos woonden en altijd kwaad probeerden
te doen!
Merlijn, die ook geluisterd had, ging naar huis. En na het avondeten zat hij een
hele tijd te peinzen. Zou er niets te bedenken zijn, een plan om de koning te redden?
Ook in bed dacht hij nog naen toen, opeens, kreeg hij een plan in het hoofd!
7-8
teren blijkens de redevoeringen van de he
ren VanLeeuwen (WD) en H o f-
stra (PvdA) niet overtuigd van de nood
zaak of wenselijkheid weer dekkingsvoor
schriften uit te vaardigen. Zolang de gul
den gezond is, zijn de dekkingsvoorschrif
ten overbodig. Zodra zij betekenis zou
den kunnen krijgen, zal het dekkingsper
centage toch worden verlaagd.
Minister Van de Kieft was van
mening dat in ons geldsysteem het signaal
voor het naderen van een gevaarlijke uit
breiding van de geldhoeveelheid door het
uitgeven van bankbiljettèn en het verle
nen van credieten niet kan worden ge
mist.
Het wetsontwerp werd zonder hoofdelij
ke stemming aangenomen met aanteke
ning dat de heer Van Leeuwen geacht wil
de worden te hebben tegengestemd. De
heer H o f s t r a was niet enthousiast
voor het wetsontwerp, maar hij wilde toch
niet tegenstemmen.
Pensioenregeling
Na een korte discussie heeft de Ka
mer besloten het personeel in vaste
dienst van de N.V. Nederlandse Machi
nefabriek „Artillerie-inrichtingen" on
der de werking van de Pensioenwet
1922 te brengen. Voorts werd met alge
mene stemmen het wetsontwerp aange
nomen volgens hetwelk voor onderoffi-
cieren-capitulanten de tijd gedurende de
Duitse bezetting wordt beschouwd als
pensioengeldige diensttijd, ofschoon hen
in die tijd groot verlof werd verleend.
Met alleen de stemmen van de communis
ten tegen werd tenslotte het voorstel aan
genomen om aan de gemeenten over de ja
ren 1951 tot en met 1954 uit de rijksschat
kist bijdragen te verlenen ter tegemoetko
ming in de kosten voor de Bescherming Be
volking. Minister B e e 1 verklaarde, dat
de regering met belangstelling de bespre
kingen te Genève volgt, maar op grond
daarvan niet zo optimistisch kan zijn als
de heer Gortzak, die de organisatie Be
scherming Bevolking nu maar wil ophef
fen.
De Eindhovense politie heeft de 29-
jarige S. uit Den Haag gearresteerd, die
eertijds in Eindhoven woonde. Hij moet
nog enkele veroordelingen uitzitten. Aan
leiding tot de arrestatie was de vermis
sing van een vijfjarig meisje in Stratum.
Hiervoor gealarmeerd zocht de politie
met diverse auto's de omgeving af en
doorkruisten agenten ook de nabij gele
gen Leenderhei. Het kind werd tenslotte
langs de autoweg naar Leende aan de
rand der stad aangetroffen. Het was door
een man met een grijze bromfiets mee de
hei in genomen. Later arresteerde de po
litie S., toen hij met zijn defecte brom
fiets in Tivoli langs de weg stond.
Ned. Herv. Kerk
Bedankt voor Witmarsum (toez.) H. D.
Hendriks, cand. te Retranchement.
Beroepen te Ridderkerk C. J. v. d. Broek
te Meteren-Est.
Geref. Kerken
Beroepen te Barneveld H. M. Dercksen
te Oostkapelle.
Beroepen te Amstelveen C. Morgenstern
te Wetsinge-Sauwerd.
Chr. Geref. Kerken
Bedankt voor Delft P. de Smit te Middel-
harnis.
Geref. Gemeenten
Beroepen te Paterson (U.S.A.) A. Ver-
gunst te Corsica (U.S.A.) (voorheen te
Zeist, die bedankte voor Moerkapelle.
Bedankt voor Aagtekerk J. B. Bel te
Krabbendijke.
Evang. Luth. Kerk
Beroepen te Amsterdam (vac. dr. J. P.
v. Heest) W. F. Jense, legerpred. te Apel
doorn.
Ds. J. BATELAAN GAAT HEEN
Ds. J. Batelaan te Utrecht, die kartgele-
den ontslag heeft genomen als zendings-
director van de Geref. Zendingsbond, heeft
thans ook ontslag genomen als predikant
in de Ned. Herv. Kerk. Hij heeft verzocht
de rechten van emeritus-predikant te mo
gen ontvangen.
ADVERTENTIE
Haarlem
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
In de Vrijdagavond gehouden raadsver
gadering van de gemeente Bergen is het
tot enkele incidenten gekomen. Vijf van de
dertien raadsleden verlieten onder protest
tegen de leiding de vergaderzaal. De heer
Van Rees Vellinga vroeg het woord naar
aanleiding van een verklaring van de heer
Broersma (Gemeentebelang), die deze na
mens de meerderheid had afgelegd. Dit
werd hem door de voorzitter burgemeester
dr. W. Huvgens geweigerd. Hierop verlie
ten dr. J. Hemelrijk van de P.v.d.A., zijn
fractiegenoten N. de Graan en M. de Beurs,
alsmede de twee leden van de VVD-frac-
tie, mevrouw. J. Broekman-Vriesman en
de heer Van Rees Vellinga, de vergaderzaal.
De heer Broersma verweet de WD en
de P.v.d.A het voeren van obstructie, het
ontketenen van een zenuwenoorlog en het
„gooien met dwarshout". Het laatste half
jaar hadden zij een hetze gevoerd om het
wegenplan te torpederen in plaats van de
vergiftigde sfeer te helpen zuiveren en
krankzinnige aantijgingen als zou het col
lege het behouden van de railverbinding
hebben tegengewerkt, tegen te spreken. De
minderheid tracht de situatie nog verwar
der te maken dan zij reeds is en als daar
door een chaos in het verkeer zal optreden
waarop de volgende zomer een grote kans
is, dan zal geschieden wat de raad van den
beginne af niet heeft gewild, dat de Eeuwi
gelaan moet worden geschonden en het
verkeer catastrophaal zal spaak lopen.
Ook verweet hij de oppositie, dat zij 11
October 1955 een klacht had ingediend bij
de commissaris der Koningin over het be-
Bij ministeriële beschikking is kolonel
C. J. Vermeulen met ingang van 1 No-
vem benoemd tot chef van de staf van de
7-December-divisie te Arnhem. Kolonel
Vermeulen was tevoren garnizoenscom
mandant van Arnhem, tevens territoriaal
commandant IJsel-Zuid. Deze beide func
ties zijn overgedragen aan luit.-kol. W. T.
Schnerr.
leid van de burgemeester. Als gevolg van
al deze obstructie verkeert de raad in een
crisis van onmacht. Wat hier allemaal pas
seert, aldus de spreker, heeft noch met
vrijheid noch met democratie noch met
fatsoen of goede trouw ook maar iets te
maken. Dit is losbandigheid en anarchie en
maakt de raad onbestuurbaar.
Het is daarom dat de meerderheid van
de raad, om uit deze impasse te geraken,
heeft besloten een audiëntie aan te vragen
bij Gedeputeerde Staten om deze over de
stand van zaken in te lichten en daarbij de
onjuistheid en de absurditeit van de aan
tijgingen aan het adres van de burgemees
ter te tonen.
Op een vraag van de voorzitter of men
over deze verklaring wilde discussiëren,
besloot de raad met acht tegen vijf stem
men deze verklaring niet verder te behan
delen. Na deze verklaring weigerde burge
meester Huygens de heer Van Rees Vellin
ga gelegenheid te geven de heer Broersma
van repliek te dienen, waarop de V.V.D.-
en de P.v.d.A.-fracties uit px-otest de raad
zaal verlieten.
ADVERTENTIE
Een der grootste expeditiefirma's van
Haarlem en geheel Nederland bestelde
dezer dagen bij ons haar zesde
1400 KG RENAULT bestelauto in 1955,
terwijl haar gehele wagenpark reeds
enkele tientallen RENAULT'S bevat.
Immers: RENAULT is goedkoop in
aanschaf, heeft weinig reparatie, lage
onderdelenprijzen en zeer gering
brandstofverbruik.
Enkele prijzen:
1400 KG bestelauto, compleet 6900.
1000 KG bestelauto, compleet 6700.—
300 KG bestelauto, compleet 4190.—
(brandstofverbruik 1 op 15)
200 KG bestelauto, compleet 3995.
(brandstofverbruik 1 op 17)
Vertegenwoordiging voor Haarlem en
omgeving:
GARAGE DEN HOUT
Wagenweg 166168 - Haarlem
Tel. 12138 en 15056
21)
„Maar dit is wèl uw portefeuille."
„Ja."
„En hoe komen die papieren in uw porte
feuille?"
„Dat weet ik niet."
„En waar zijn dan uw zogenaamde eigen
papieren?"
„Mijn eigen papieren bedoelt u! Dat weet
ik ook niet."
„Maar verduiveld, meneer Camphuysen
u kunt mij toch wel iemand noemen die u
kent! Waar ik kan informeren."
„U zegt, dat u mijn referenties hier in
Amsterdam niet kunt accepteren!"
„Nee, natuurlijk niet. U hebt zich hier
in Amsterdam uitgegeven als dr. Camp
huysen."
„Ik ben dr. Camphuysen!"
„Goed. Zegt u me dan, waar u vandaan
komt. Dan kan ik daar informeren."
„Ik heb gezworven."
„In hotels?"
„En in mijn tent. Ik heb bijna de gehele
zomer in een tent geslapen."
„U kunt niet ontkennen dat u in Frank
rijk geweest bent. Uw koffiemachine komt
uit Frankrijk."
„Hij komt toevallig uit Egypte. Maar ik
ben inderdaad een lange tijd in Frankrijk
geweest."
„Hebt u daar wel eens iemand ontmoet,
die Corbeyn heette?"
„Nee."
„Natuurlijk niet. Omdat u zelf een Cor
beyn bent! Dat schilderij in de eetkamer
spreekt duidelijk genoeg."
„Dat vervloekte gezeur over die kin!"
„Maar niet alleen de kin. Ook de vorm
van het gezicht. De schilder Van Elden
heeft het gezien. En de dokter. En ik. Het
is onmiskenbaar."
„Maar ik ben geen Corbeyn! Allemachtig
nog aan toe! Je kunt zoiets toch niet sug
gereren!"
„Deze papieren zijn geen suggestie."
„Maar ze zijn niet van mij."
„Maar hebt u dan niets waar uw naam
op staat? Uw ondergoed!"
„Is gemerkt: D.C."
„David Corbeyn."
„Daniël Camphuysen."
„Een naam in een boek dan. Ik zag een
bijbel op uw boekenplank staan."
„Die kocht ik hier in Amsterdam. Er
staat geen naam in. Mijn eigen bijbel is
thuisin Pretoria."
„Dan zou ik daar moeten informeren."
„Doet u dat, inspecteur."
„En in die tussentijd knijpt u er tussen
uit!"
„Dat doe ik zeker. Ik blijf hier niet.."
„U zult niet ver komen."
„Nee?"
De „Afrikaan" gooide zijn hoofd met
een ruk achterover, zo ongeveer als een
sterk, wild paard,dat steigert tegen de
halster. Hij was met twee grote stappen
bij het raam en rukte de gordijnen opzij.
En dan zag hij naar buiten.
„De wind is geruimd naar het Noorden",
zei hij.
Hij haalde diep adem, werkelijk als een
paard met brede borst en wijd-open neus
gaten. En hij zag op naar het stuk herfst
hemel boven de oude gracht: een baan
bleekblauw in de eerste morgenschemer,
Waarlangs rafelige wolkenflarden joegen.
Nu in Zuidelijke richting joegen; de wind
was inderdaad naar Noord gedraaid.
De politieman met zijn strak, geconcen
treerd gezicht zag aandachtig naar de forse
gestalte bij het raam. Een oermens, deze
kerel! Verduiveld nog aan toe, hij had nog
nooit in zijn leven zo'n lastige zaak gehad!
Deze man, deze Corbeyn. Wel een Corbeyn,
geen Corbeyn? Wat moest hij er van den
ken?
„Meneer Camphuysen," begon hij weer,
geduldig, „laten we nu nog eens even
praten. Nog eens even denken. Er moet
toch een oplossing te vinden zijn. Bedenkt
u zich nu nog eens goed: is er nu geen
enkele relatie van u, waai'toe ik mij zou
kunnen wenden? Geen enkele relatie varx
voor Amstei-dam?"
„Zuid-Afrika. U kunt telegraferen."
„En hebt u daar familie?"
„Nee."
„Ook al niet. Levexx uw ouders dan ook
niet meer?"
„Nee. Ik was enig kind."
„Maar u hebt daar toch gestudeei'd?"
„Ja, ik ben gepromoveex-d aan de Uni
versiteit van Pretoria."
„Onder de naam Daniël Camphuysen?"
„Ik ben Daniël Camphuysen!"
„Maar u bent ook een Cox-beyn. Eix juf
frouw Corbeyn weet, wie u bent."
„Nee, ze verwart mij met iemand anders."
„Maar ze is erg aaxx u gehecht. Ze klampt
zich aan u vast. Ze vroeg vannacht voor de
tweede maal, naar u."
„Ja, dat is me een raadsel."
„Wat zei juffrouw Corbeyn vannacht
tegen u?"
„Daar hebt u niets mee te maken!"
„Wat?"
„Nee, dat is het geheim van die oude
vrouw. Iets.... dat niet voor onze oren
bestemd was. Ik zeg het niet."
„Maar juffrouw Meilink heeft het ook
gehoord."
„Natuurlijk."
„Dan zal ik juffrouw Meilink hier halen."
„Laat u dat meisje met rust. Dat arme
kind is doodmoe. Ze zou juist naar bed
gaan."
„Meneer Camphuysen, ik xnoet weten
wat juffrouw Corbeyn vannacht gezegd
heeft!"
De agent werd naar boven gestuurd en
het duurde xxiet lang of Greet Meilink
kwam binnen: wat kouwelijk en huiverig
na de slapeloze nacht. Heel jong, heel kin
derlijk in haar lange, blauwe peignoir.
„Wou u mij iets vragen, 'inspecteur?"
„Ja, juffrouw Meilink. De zaak is weer
een stap verder gekomen. Er heeft zich
een oplossing voorgedaan.... of een
nieuwe complicatie. Deze man heet David
Corbeyn."
„Néé," zeiden de „Afrikaan" en het
meisje tegelijkertijd.
„Waarom zegt u „nee", juffrouw Mei
link?"
„Omdat hij zegt dat hij dr. Camphuysen
is. En als hij dat zegt, dan is het zo."
„Dan is het zo!" Er vloog even een
schaduw van een glimlach over zijn gezicht.
Vrouwenlogica. Maar naast die vrouwen
logica was er ook de vrouwelijke intuïtie.
En die vrouwelijke intuïtie was, hij wist
het bij ondervinding, in politiezaken nxet te
versmaden.
„U hebt dus volkomen vertrouwen in
dr. Camphuysen?"
„O ja."
De bruine ogen van de „Afrikaan" en de
blauwe van het meisje ontmoetten elkaar,
toen wendde zij de hare af. De kleine han
den, in een onzeker gebaar, grepen de af
hangende uiteinden van het koord om haar
middel en een zacht rood verspreidde zich
over het vermoeide gezichtje. De politie
man scheen dat niet op te merken. Hij
schoof de portefeuille over de tafel naar
haar toe en vroeg:
„En deze papieren dan? Wat zegt u
daarvan?"
Ze keek naar de papieren met gi'ote, ver
baasde ogen. Ze zag ze één voor één na el
kander in. Het bleef een poosje stil. Maar
daarna kwaxn toch het antwoord: „Die
heeft een ander er in gestopt."
„Een ander? En waarom een ander?"
„Omdat er geen enkel legitimatiebewijs,
bij is waar een foto op staat. Alleen maar
de naam. Het zijn de papieren van een
ander."
„En wie zou die ander dan moeten zijn?"
„De echte David Cox-beyn."
„Die zou dus hier in huis zijn?"
„Ja, hier in huis onder valse naam. Om
dat hij valse bedoelingen heeft. Hij heeft
de situatie willen verkennen. En daarna
heeft hij de Buddha gestolen en toen dat
niets opleverde de juwelen uit de brand
kast in de slaapkamer."
„Maar juffrouw Meilink! Alles wat u
zegt slaat precies op dr. Camphuysen!"
„Nee."
„Maar hij is een Cox-beyn. Dat moet u
toch ook gezien hebben! U kent toch ook
dat schilderij?"
„Ja. Maar hij is niet David Corbeyn.
Nee."
„Dan hebben we de kwestie juffrouw
Cox-beyn. Daarvoor heb ik u eigenlijk ge-
vi-aagd hier te komen. Die oude vx-ouw
koestert een raadselachtige genegenheid
voor.... dr. Camphuysen hier."
„Ze vroeg hem om te komen."
(Wordt vervolgd)