Politieke verhoudingen gewijzigd in Amerika (MERLIJN EN DE REUZEN De Spieghel" Politiek klimaat in Italië is milder geworden Haarlemse scheepsbouwers maakten drijvende brandspuit Monarchisten en neo-fascisten geven het voorbeeld van samengaan Goede kant Slechte kant SinteSinte Maarten Tilburg vanaf 2000 v. Ghr. Voor Venezuela bestemd schip op proefvaart naar IJmuiden Republikeinen zoeken een geschikte candidaat voor het presidenstchap Prof. Carp gehuldigd Belangrijke wedstrijd voor SVIJ Befaamde „Windmolen'' in klankbeeld van BBC Evangelische Kerk maakte „een pijnlijke vergissing" FEUILLETON Een detective-roman door I. M. C. Bijleveld-Gelinek ZATERDAG 12 NOVEMBER 1955 (Van onze correspondent te Rome) Er zijn in de loop van de afgelopen zomer en herfst enige wijzigingen gekomen in de politieke toestand in Italië. Veranderingen in het partijwezen en daarnaast een begin van matiging in de politieke strijd, waarbij de nationalistische groepen een uitzondering vormen. Het spraakgebruik kent links en rechts in de politiek, hoewel de neo-fascisten niet rechts zijn in de zin van behoudend en in hun programma sociale eisen staan die voor de bezittende klasse op vrijwel hetzelfde neerkomen als die der socialisten. Even onjuist is het de communisten linkser te achten dan de socialisten, eer is het integendeel waar. Fascisten en communisten passen niet in het schema van rechts-centrum-links, omdat zij buiten*de democratie staan en bepaalde, al dan niet aanvaardbare denkbeelden met geweld aan anderen, desnoods aan een meerderheid, willen opleggen. „Uiterst rechts" zitten in de Kamer van Afgevaardigden de neo-fascistische, bekend als de „Sociale beweging", wier vage be ginselen stoelen op de sociale werkelijkheid van de fascistische republiek die tussen 1943 enl945 heeft bestaan. Het „program van van Verona Salo". Zij zijn nationalis tisch en anti-Europees. Voor deze mensen is er niets veranderd. Zij beschuldigen de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie en Groot- Brittannië ervan het grote Italiaanse impe rium te gronde te hebben gericht. Zij wil len alles terug: Fiume, Istrië, Dalmatië, de Afrikaanse koloniën, Malta en Corsica. Volgens hen zijn de democratische partijen aan het bewind gekomen door middel van verraad. Zij zijn echter gedoemd te ver dwijnen, omdat democratie verslappend werkt en een hinderpaal vormt op de roem rijke weg, die het Italiaanse volk in mili taire zin tot grootheid moet brengen Mussolini blijft voor hun held en voor beeld. Mèt hem achten zij oorlog de hoog ste taak der natie en de beste vorm van hygiëne onder de volken. Deze beweging lijkt met zes percent van alle stemmen en 29 afgevaardigden in de Kamer ongeveer haar hoogtepunt te hebben bereikt. Even nationalistisch, maar conservatief in sociale zaken, is de „Monarchistische beweging". Die naam is misleidend, omdat lang niet alle koningsgezinde Italianen zich in dit gezelschap thuis voelen. In 1953 heeft deze beweging veertig afgevaardigden naar de Kamer kunnen sturen. Tussen de twee rechtse bewegingen bestond tot nu toe een vete, die moeilijk kon worden bijgelegd. De monarchisten hadden geen bezwaar te gen het soort fascisme dat Italië van 1925 tot 1940 heeft gekend, en dat conservatief was. De Sociale beweging is echter voor standster van een nationaal socialisme. Voor de volgelingen van de republiek van Salo was de koning meer dan iemand an ders verantwoordelijk voor de val van Mussolini in 1943. Ondanks de tegenstel lingen hebben de twee groepen elkaar en kele weken geleden gevonden op het ter rein van het nationalisme-door-dik-en-dun, dat hun gemeen is. Voortaan zullen zij samenwerken. Dat zou betekenen, dat zij over 69 aanhangers onder de 590 afgevaardigden zouden heb ben. In beide partijen zijn echter scheu ringen geweest. In 1953 is de kleine, ru moerige volksmonarchistische groep ont staan onder leiding van de Napolitaanse reder Lauro, thans burgemeester van Na pels. Die groep is in onmin met de monar chistische beweging. Haar acht kamerleden steunen de regering, wanneer de andere 32 royalisten dat niet doen en omgekeerd. Na de fascistisch-monarchistische verbroede ring hebben een aantal royalisten gewei gerd een lijn te trekken met de fascisten en enkele fascisten willen niets van doen hebben met conservatisme en met ver ering voor een koning, die de zoon is van Victor-Emanuel, die Mussolini verraderlijk liet gevangen nemen". Het samengaan van de twee bewegingen heeft de rechtse oppositie sterker gemaakt, maar voor de regering zit er ook wel een goede kant aan. Tot nu toe waren er onder de rechtervleugel van de christen-demo craten (zoals Palla en Togni) heel wat ele menten die wel bereid waren tot samen gaan met de monarchisten en niet begre pen dat de Rooms-Katholieke partij geen eenheidsfront kan vormen met die bewe ging zonder een scheuring te veroorzaken in eigen gelederen. De christen-democra ten zijn overwegend links en republikeins gezind. Nu de monarchisten niet terug schrikken voor een verbond met de neo fascisten, is de rechtervleugel van de Rooms-Katholieken wakker geschrokken en hetzelfde geldt voor de rechtsliberalen, die oerconservatief zijn en niets willen weten van de sociale experimenten der neo-fascisten. De libex-ale partij in Italië, hoe klein zij ook is, staat op het punt uiteen te vallen en het is niet uigesloten dat dan eindelijk het ogenblik zal aanbreken om het plan te verwezenlijken van La Malfa, de stuwende kracht van de republikeinse partij. Dit plan beoogt nauwe samenwerking, desnoods sa mensmelting in één partij, van de niet-cle- ricale democratische partijen: liberalen, republikeinen en sociaal-democraten. In 1949, toen La Malfa daar voor het eerst op zinspeelde, zou op die manier in derdaad het gewenste „democratisch alter natief" tot stand zijn gekomen. Er zou dan naast de CDU een tweede democratische partij zijn geweest, die de leiding zou heb ben kunnen overnemen, wanneer de Rooms- Katholieken mochten falen. Nu zijn de drie partijen, onbarmhartig uitgehold dooi de CDU, zo zwak en klein, dat het ook na hun eventuele versmelting wel een paar jaar duren zal voor zij genoeg op krachten zijn gekomen om de zo hoog nodige „derde macht" te vormen tussen clericalisme op democratische grondslag en hetzij links hetzij rechts totalitarisme. Over de christen-democraten valt weinig te zeggen. Die partij blijft een groot log lichaam waarvan de eenheid meer bepaald wordt door religieuze dan door politieke of sociale overtuigingen. De afstand tussen de uiterst rechtse en de uiterst linkse vleugel in die partij is groot, haar ledental is niet bijzonder groot, maar millioenen kiezers stemmen hetzij omdat ze Katholiek zijn. hetzij omdat ze het communisme duchten, christen-democratisch, zonder dat het zelfs bij hen opkomt dat er ook andere mogelijkheden zijn. De uiterst linkse oppositie, met zijn bei de partijen, die een sterke organisatie heb ben kent geen scheuringen. Met haar totaal van 218 Kamerleden is die oppositie heel sterk. Zij kan van die kracht echter nooit wettig gebruik maken. Na 1948 is er geen enkel wetsvoorstel of amendement aange nomen, dat uit die hoek kwam. Hun oppo sitie tegen de regering Segni is gunstiger dan die tegen de reeks CDU-kabinetten die aan het huidige voorafgingen. Dit is begrij pelijk daar Segni niet de McCarthyïstische opvattingen huldigt van Scelba. Enkele dagen geleden kwam die nieuwe geest tot uiting in de Senaat, waar gestemd moest worden over de begroting van Binnen landse Zaken. Er waren zo weinig chris ten-democraten tegenwoordig dat, waar communisten en Nenni-socialisten tegen moesten stemmen, de begroting stellig geen meerderheid zou hebben verkregen, het geen tot een ministercrisis had kunnen lei den. Om dit te verhoeden, verlieten tal van communisten geleidelijk de zaal. De regering-Segni werd dus door haar opposi tie gered. Iets dergelijks zou in de dagen van Scelba of De Gasperi ondenkbaar zijn geweest. Het grote doel van de binnenlandse poli tiek in dit land moet zijn de socialisten in de partij van Nenni ervan te overtuigen dat socialisme evengoed in Scandinavië, België en tot op zekere hoogte Nederland als in de Oost-Europese landen gevonden wordt en dat aan dit soort socialisme de trieste bijkomstigheden, die het leven in Oost-Europa zo weinig aantrekkelijk ma ken, geheel ontbreken. Dit zou óf Nenni moeten losweken van het communisme óf de Italiaanse socialis ten afvallig moeten maken van Nenni. Er is al maanden lang sprake van een betere verstandhouding tussen de regering en Nenni, maar menigeen is daar huiverig voor. Het feit dat de communisten er zo krachtig op aandringen en die „opening naar links" als onvermijdelijk aan de christen-democraten trachten op te drin gen, verhoogt het wantrouwen. Nenni zelf heeft herhaaldelijk verklaard, dat hij het verdrag van samenwerking met de com munisten, dat dertig jaar geleden werd ge sloten, in een tijd toen beide partijen door de fascisten te vuur en te zwaard werden vervolgd, steeds trouw zal blijven, maar dat dit geen beletsel behoeft te zijn voor steun aan een werkelijk democratische regering. VELSEN heeft gisteravond, de bedel-i lichtjes van de 11e November weer' door de straten zien dwalen: het heir'', der kinderen is, ditkeer ongeorgani seerd en juist du.ardoor naar veler smaak in de geest van dit. oude stukje folklore, van deur tot deur getogen en met de kinderen gingen de liedjes. Over del rijk' man, die veel geven kan. Veisen' had véél rijke mo.nnen, gisteravond,' want de boodschappentassen en de mandjes waren om een uur of acht vol.) Waarmee de lange pelgrimage, die honderden paren kleine voeten tot vaak vele kilometers verleidde, ten einde was. En de uitgeholde suikerbieten, de, rapen, de kartonnen dozen waarin een\ kerk was geprikt en de kleurige lam pions opgeborgen werden tot volgend jaar elf November. Oxier de paar onwilligen, die de kinderen op hun tocht zijn tegen gekomen, is de R duidelijke banvloek uitgesproken. On- 8 der meer met de stemmige dichtregelen: „Hier woont Jan Varkenskop, die vr alles zellef op n ;ooc<xx>ococ<xoccoooooooocGciocxxx»sooooocococcwc<»->^oooo< De burgemeester van Tilburg, mr. E. ba ron Van Voorst tot Voorst heeft heden in het Paleis-Raadhuis te Tilburg de tentoon stelling „Van Hei-dorp tot Industriestad" officieel geopend. Naar aanleiding van het feit, dat Tilburg in 1953 „500 jaar zelfbestuur" herdacht, verscheen enige weken geleden een boek werk „Van Heidorp tot Industriestad". Als gevolg hiervan kwam onder auspiciën van het Tilburgse gemeentebestuur genoemde expositie tot stand, die van 12 November tot en met 4 December geopend zal zijn. De ontwerper van de tentoonstelling, de heer Sjef van Delft, heeft gepoogd een „compleet" Tilburg van 2000 voor Christus tot 1900 na Christus de revue te laten pas seren. Motorschip „Solon". Mevrouw J. H. KruyffHeitz, echtgenote van een der direc teuren van de Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij, heeft de doop plechtigheid verricht van een nieuw schip voor de rederij, het motorschip „Solon". De plechtigheid geschiedde op de terreinen van de Amsterdamsche Droogdok Maatschappij, die het schip bouwt. ADVERTENTIE (Van onze correspondent in Washington) Nu het levensgevaar voor de president met de dag afneemt, begint men wat vrijmoe diger te praten en zelfs te schrijven over de politieke gevolgen van de hartaanval, die Eisenhower getroffen heeft. Nog altijd overheerst de mening dat Eisenhower niet voor een tweede ambtstermijn in aanmerking wil komen. Dat hij zijn tijd zal uitdie nen en tot Januari 1957 president zal blijven, wordt echter steeds waarschijnlijker. Voor de republikeinen is Eisenhowers ziekte een zware slag. Deze partij is in feite een minderheidspartij die alleen met een presidentiële candidaat van uitzonderlijke popu lariteit en statuur, het Witte Huis kan veroveren. De Republikeinse kansen voor de verkiezingen van November 1956 zijn sterk gedaald, nu Eisenhower waarschijnlijk geen candidaat zal zijn. Indien Eisenhowers herstel voorspoedig is, dan kan het lot van zijn partij, en in geval van een crisis het lot van de wereld, de beslissing nog moeilijk voor hem maken. Het ambt van president is evenwel te zwaar voor een man, die een hartaan val heeft gehad. De republikeinen zien om naar een man die Eisenhower kan op volgen. Het vergt ondanks de Ameri kaanse reclame-techniek heel wat tijd om een vrij onbekend man „op te bouwen" tot een figuur van nationale faam en gezag. Vice-president Nixon is wellicht de be kendste republikein, doch buiten de eigen lijke partijkring, valt een zekere afkeer van deze 42-jarige politicus waar te ne men. De democraten nemen het hem kwa lijk dat hij in 1954 zulk grof geschut en giftige amunitie tegen hen heeft gebruikt en in brede lagen bestaan bezwaren tegen Nixons wipneus en hangwangen. Nixon kan zelfs niet rekenen op volledige republi keinse steun: In zijn eigen staat Californië heeft hij mededingers voor het president schap: senator Knowland en gouverneur Knight. Tot nu toe treedt Nixon omzichtig op. Hij is ernstig en vermijdt zorgvuldig de in druk dat hij er tuk op is Eisenhowers macht over te nemen. Mocht hij een zaak waarnemer van allure blijken dan zou dat zijn kansen verhogen. De moeilijkheid is echter dat een zaakwaarnemer zich niet veel allure kan veroorlovèn zonder eer zuchtig te lijken. Tenzij Eisenhower demonstratief Nixon als opvolger verkiest, zal de vice-president wel niet de enige adspirant zijn op de re publikeinse conventie in Augustus 1956 te San Francisco. Trek Indien Eisenhower geen candidaat is in 1956 dan maken de democraten een goede kans de balans in het Zuiden en in de Noordelijke landbouwgebied in hun voor deel te doen overslaan. Daarmede kunnen zij waarschijnlijk ook nationaal de over winning behalen. Zo lang men kon ver wachten dat Eisenhower de republikeinse candidaat zou zijn, was de democratische candidatuur niet begerenswaardig. Steven son heeft echter steeds de indruk gegeven bereid te zijn de strijd tegen Ike opnieuw te wagen. Thans komt de democratische candidatuur echter meer in trek en Steven son, die het candidaatschap eerst voor het grijpen had, zal er misschien om moeten wedijveren met Harriman en Kefauver. Harriman beschikt als gouverneur van New York op de democratische conventie die de democratische candidaat kiest over het grootste bloc stemmen dat één enkele staat kan opleveren. Ondanks Harrimans gegarandeerde aanhang heeft Stevenson nog de beste kans. Men moet Harriman de vroegere ambassadeur te Londen en Moskou als spreker niet onderschat ten, maar Stevensons bezielende spreek trant en heldere uiteenzettingen maken hem tot de markantste persoonlijkheid on der de democraten. WEEKABONNEMENTEN dienen uiterlijk op Woensdag te worden betaald, daar de bezorgers op Donder dag moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE OOOOOOCOOCCCOOOCOCCOOOODOCCCÜCOOOCCCCCOOOCOCOOOOOIXOOCO i Donderdagmiddag heeft de eerste van een drietal brandblusschepen, bij de Haar lemse Scheepsbouwmaatschappij gebouwd, in opdracht van het ministerie van Verkeer van Venezuela, proef gevaren op het Noordzeekanaal en bij de kop van de vis sershaven in IJmuiden. Dit bijzonder snelle schip, de „Cabo Blanco", zal op 17 Novem ber tezamen met de „Capitan Chico" met een bok op een Oceaanstomer geladen wor den voor de lange reis naar Venezuela, waar deze brandblusboten dienst* zullen doen in de havens en langs de kust. De „Cabo Blanco", die Donderdagmiddag met een bijzonder grote vaart rondjes draaide om het Fort, is uitgerust met een groot aantal brandblusapparaten, waarvan de twee enorme waterkanonnen de kern vor men. Deze spuiten kunnen namelijk negen honderd Amerikaanse gallons per minuut afgeven met een opvoerhoogte van 120 pounds per vierkante inch. Van de machi nekamer uit lopen er diverse stalen lei dingen naar de pompen, die uiteraard door zeer krachtige motoren worden aangedre ven. De schepen beschikken over een en- terprise-dieselmotor van 450 pk. en 400 toeren. Bovendien zijn de boten uitgerust met motoren en hulpmotoren van 120 en 24 p.k. De drie vrijwel identieke schepen heb ben een tonnage van 61.49 bruto-register- ton, zijn 20.20 meter lang, 5.40 meter breed en 2.40 meter hol. Men is ongeveer een half jaar geleden met de bouw van deze schepen in Haarlem begonnen, waarbij men er rekening mee moest houden, dat deze schepen uitgerust dienden te worden met VERHUUR ZONDER CHAUFFEUR Nauwelijks zat Merlijn in de kist, of hij hoorde naderende, zware stappen. Toen hij door 'n heel smal kiertje onder het deksel door gluurde, zag hij de reuzen weer de zaal binnenkomen. Maar ze bleven er nietze gingen door een andere deur weer heen. Nou wil ik toch eens even een onderzoekingstocht gaan maken! besloot Merlijn. Als die kerels terugkomen, kan ik weer gauw in de kist glippen! Hij luisterde nog even, maar er was geen enkel geluid meer te bekennen. Toen opende hij het deksel en stapte uit de kist... 31-32 Vijferiivinlig jaar hoogleraar te Leiden In de collegezaal van het gesticht Ende geest en later in de Jelgersmakliniek te Oegstgeest is Donderdagmiddag prof. dr. E. A. D. E. Carp, hoogleraar in de psychia trie aan de rijksuniversiteit te Leiden, een hartelijke huldiging bereid ten gelegenheid van zijn 25-jarig Leids hoogleraarschap. Hem werd als geschenk van het huldigingscomité en alle vrienden en medewerkers werd aangeboden: een in de hal aangebracht borstbeeld van prof. Jel- gersma, de leermeester van prof. Carp, naar wie deze kliniek is genoemd. Het beeld werd vervaardigd door prof. L. O. Wenckebach. De onthulling geschiedde door prof. Duyff als decaan van de Me dische Faculteit, en prof. Carp aanvaardde het beeld met een woord van diepe dank baarheid, zowel voor de geste zelve als voor de vorm van het geschenk en allen die aan de verwezenlijking daarvan had den bijgedragen. Zondag zal SVIJ in haar thuiswedstrijd tegen SHS uitmaken wie voorlopig lijst aanvoerder in 2 A zal blijven. Dit is geen gemakkelijke opgaaf voor de SVIJ'ers. In dien ze zich van begin tot het einde vol ledig geven, zit er echter zeker een gelijk spel in. Het tweede elftal gaat naar Wijk aan Zee 3 en zal proberen haar ongeslagen record te handhaven. Het derde team ont vangt SHS 3, terwijl de Junioren voor het eerst een thuiswedstrijd hebben. Om 10 uur wordt gespeeld tegen DCO Jun. A. Het eerste elftal verschijnt met: T. den Dikken; Verschoor en Blinkhof; De Vries, Brouwer en v. Leeuwen; Kroone, Boon, Kistemaker. Broekhuizen en Winter. De wedstrijd begint om 12.30 uur. brandbluskanonnen, die zowel voor zee water als voor schuim geschikt waren. Bo vendien kregen de vrij kleine schepen een brandstoftank van 6'A ton en een zoetwa tertank van 4 ton. Thans is men echter zo ver, dat deze moderne drijvende spuiten afgeleverd kunnen worden. Zaterdag maakt de „Capitan Chico" de eerste proef vaart en weer een week later worden de boten verscheept naar Venezuela. Onder tussen is men echter al weer begonnen met de bouw van het derde schip, hetgeen v/el bewijst, dat het werk der Haarlemse scheepsbouwers in Zuid-Amerika bijzonder gewaardeerd wordt. Een paar stappen van Piccadilly Circus in Londen staat het Windmill-theatre, een tempel van de heel lichte muze, die met trots de leuze voert: „We never closed", „Wij sloten nimmer". Inderdaad, toen in de donkere dagen van de „Battle of Britain" Duitse toestellen honderdduizen den bommen op Londen lieten vallen en het uitgaansleven in de Engelse hoofdstad daardoor geheel was lamgelegd, draaide alleen het Windmill-theater door. Zijn non stop programma begon 's morgens om twaalf uur en eindigde om half elf 's avonds. Zo wordt er nog steeds gewerkt; de artisten treden in een ploegenstelsel op. Meer dan enig andere schouwburg is het Windmill- theater een industrie, die bijzonder succes vol is en aan het Britse theater een aantal opmerkelijke producten afleverde. Vele sterren van het Engelse toneel begonnen er hun carrière. Een paar namen: Richard Murdoch, Kenneth More, Jimmy Edwards, Harry Secombe, Jean Kent en Tony Han cock. Jean Kent maakte er in 1934 haar debuut onder de naam Jean Carr; drie jaar later werd zij ontslagen wegens ge brek aan „personality"; daarna verwierf zij als filmster internationale roem. Het Windmill-theater van Vivian van Damm heeft een interessante geschiedenis en haast nog interessanter is de machinerie achter deze continu productie van veder licht amusement, waaraan in een wereld stad als Londen nu eenmaal behoefte be staat. Op Zaterdag 12 November besteedt de Nederlandse afdeling van de BBC in haar programma „Op de planken" aan dacht aan dit populaire theater. De ru briek „Op de planken" brengt steeds nieuws over opera, ballet, toneel en film in Engeland, besprekingen van Britse to neelstukken en films en bijzonderheden over het Engelse theaterleven in het alge meen. Een gevarieerd programma onder redactie van de oud-Haarlemmer Harry Hagedorn, dat om de veertien dagen wordt uitgezonden op 224 meter en in de 49 meterband, van kwart voor zes tot kwart over zes Nederlandse tijd, zoals alle uitzendingen van de Nederlandse Sectie van de BBC. BERLIJN (United Press) De Duitse Evangelische Kerk heeft verklaard als ge volg van „een pijnlijke vergissing" de Oost- Duitse regering ervan te hebben beschul digd dat bisschop Otto Dibelius de toegang tot Oost-Duitsland was geweigerd. De Evangelische Kerk deelde mede dat Oost- Duitsland niet „Herrn Bischoff Dibelius" maar eenvoudig „Herrn Bischoff" een vi sum had geweigerd. Aangezien bisschop Dibelius in de volksmond wordt aangeduid als „Hen- Bischoff" had men uit een korte mededeling over de weigering van het visum aan Herrn Bischoff een verkeerde conclusie getrokken. Dibelius is bisschop van Berlijn en van het Oost-Duitse district Brandenburg. 95 33) „Dus dan weet u niet of hij dood is!" „Voor mij is hij dood." Voor haah was hij dood. Arme eenzame, oude ziel! De politieman wachtte even, maar vervolgde dan: „En hij heette Daniël." „Daniël!! Hij heette Willem." „Willem? U zegt me toch de waarheid?" „Ik kan u de bewijzen laten zien." „Goed. En hij heeft een zoon die David heet." „David Corbeyn?" Ze zei het niet heftig, zoals hij eigenlijk verwacht had, maar nadenkend. Er kwam een heel andere uitdrukking op haar ge zicht. De politieman wachtte af wat ze verder zou zeggen. „David Corbeyn? Dat is een familienaam. Er zullen wel meer David Corbeyns in de familie geweest. Ook mijn grootvader heette zo. U weet wel, het schilderij in de eetkamer." „Weet u of uw broer een zoon gehad heeft van die naam?" „Nee, daar weet ik niets van." „Of andere kinderen?" „Ik heb het u al gezegd: wij hebben nooit meer iets van hem gehoord." „Maar het zou dus heel goed mogelijk zijn, dat hij een zoon heeft die David Cor beyn heet." „Ja, dat zou wel mogelijk zijn." „Ik heb de naam David Corbeyn ontdekt in deze zaak. Ik kan u ook de bewijzen laten zien. En dan zou het zeker voor de hand liggen dat die David Corbeyn de dief is van de Buddha en toen die niets op leverde, van de juwelen." „Ja, inspecteur. Dat zou zeker voor de hand liggen." Ze was nu wat mededeelzamer geworden, dacht hij. Ze hield zich wat minder kramp achtig aan straks en haar handen hadden de armleuningen losgelaten. Ze had zelfs toe gegeven dat David Corbeyn een familie naam was en dat hij waarschijnlijk wel de juwelendief zou zijn. En hij vervolgde: „Ik vond de papieren van David Corbeyn in de zak van dr Camphuysen. Dr Camphuysen is ongetwijfeld een Corbeyn; hij lijkt spre kend op het portret van uw grootvader." Ze stond weer rechtop zoals daareven. Heftig. Heftig. En ze herhaalde blindelings: „Dat is hij niet. Dat is hij niet!" „En wie is hij dan wel, juffrouw Cor beyn?" „Dat is hij niet!" Op dit dramatische ogenblik kwam de dokter binnen. En de dokter keek heel on vriendelijk naar de inspecteur van politie, die zijn patiënte in zulk een opgewonden staat had gebracht. Hij eiste onmiddellijke beëindiging van het verhoor: het zou waar achtig ëen kwestie van levensgevaar kun nen worden! En hij zette juffrouw Corbeyn voorzichtig in haar stoel, en bette haar hoofd met koud water en liet haar drinker, en mopperde onderwijl heel duidelijk ver staanbaar op die bloedhonden van politie, die stomme ezels, die runderen! Inspecteur Renkevoort, terwijl de menagerie nog ver der werd aangevuld, ruimde het veld. In het zijkamertje wachtte hem een kleine troost. Daar stond een van de rechercheurs, die hij had uitgezonden om informaties, op hem te wachten en rappor teerde: „Die David Corbeyn is door de Franse politieradio omgeroepen. Ruim twee maan den geleden, maar hij wordt nog steeds ger zocht, liij is één van de twee bankiers van de Banque de Chicago, die in Parijs op de fles is gegaan met een tekort van een slor dige drie millioen. Allemaal geld van kleine spaarders. De kerels zijn gevlucht, waar schijnlijk naar Amsterdam, en nog steeds hiet gevonden. De tweede heet Paul Mar tin." „Paul Martin", schreef inspecteur Renke- voort in zijn notitieboek, dat steeds maar dikker werd. HOOFDSTUK IX. Een nieuwe hoed en een vleugje lipstick, dat waren de wapenen waarmee Greetje Meilink ten strijde trok. Ze zag er, in Noortjes nieuwe zwarte jurk, haar eigen vermaakte bontjasje, haar mooiste kousen en Noortjes schoenen zo elegant en mondain uit als een blond, be deesd domineesdochtertje maar zijn kan. Niemand kon zien, hoe haar hart in haar keel klopte toen ze om half één de trap afdaalde en hoe ze een bijna onbedwing bare neiging moest overwinnen om niet om te keren. Maar ze kwam toch beneden en zag daar haar cavalier op haar wachten, eveneens op zijn Paasbest en in een stra lend humeur. Zijn uiterlijk versterkte nog verder de antipathie, die zij voor deze man koesterde. Hij had zich gekleed zoals een al wat oudere man zich kleedt als hij met een heei jong meisje denkt uit te gaan: een vlotte, sportieve jas, glanzende, iets te op zichtige schoenen, zijn hoed een tikje schuin op zijn hoofd en een goudgele chry sant in zijn knoopsgat. En in zijn ogen tin telden die kleine, verleidelijke 'lichtjes, die Noortje Vlasakker bijna in de kaars ge lokt hadden en die Greet Meilink zo dode lijk verlegen maakten. Het eerste ogenblik was zeker wel het moeilijkste: naar deze man toe te gaan, zijn invité te excuseren en zichzelf voor de in vitatie aan te bieden. Ze sloeg er zich met mannenmoed doorheen, liet haar stem zo glad mogelijk klinken, glimlachte zo vrien delijk als ze kon met haar even aangezette mond (die erg raar aanvoelde!) en trachtte dat onbevangene in toon en gebaar te leg gen, dat aan modaine wouwen eigen is. Dat haar eerlijke verlegen ogen al deze pogingen ijdel maakten wist ze natuurlijk niet, maar in ieder geval maakten die lieve blauwe kijkers het verzoek niet minder roerend en het jonge gezichtje niet minder aantrekkelijk. Professor Cossaert, als vrou wenkenner. bleef natuurlijk niet in gebreke deze aantrekkelijkheid te constateren. En dus bleek hij, tot Greetjes grote opluchting, dadelijk geneigd om van bruin op blond over te stappen. Dat hij zulks deed met een stortvloed van hoffelijke en Franse exclamaties, waarin telkens de woorden „charmante" en „ravis sante" voorkwamen, droeg er natuurlijk niet toe bij om de onbevangenheid van zijn dame te bevorderen. Ze zouden nu maar gaan. Het meisje had, om het tête-a-tête in de taxi nog zo lang mogelijk uit te stellen, als haar wens te kennen gegeven om te voet te gaan. Het weer was veel verbeterd: er joe gen nog altijd witte wolken langs een bleek blauwe hemel, maar er was toch telkens wat zon en de wind was afgenomen. Ze daalden de stoep af. En nu kwam er nog een tweede moeilijk ogenblik voor het meisje, want juist op dit moment kwam Daan Camphuysen thuis, die een eind had omgelopen in de wind. Hij keek naar de combinatie GreetjeCossaert en groette correct; het meisje hief haar hoofd op en zag hem aan. Toen was hij voorbij en schoof professor Cossaert met een vleiend zin netje zijn arm door de hare. Het meisje kon uiteraard niet weten of Daniël Camphuysen dit gezien had of niet. want ze kon natuurlijk niet omkijken en profes sor Cossaert was nu heel dicht naast haar. Het bleef een onzekerheid, die haar drukte. Ze liepen op hun gemak, zoals goedge- klede mensen doen, die de tijd hebben. Pro fessor Cossaert, met dat onbeschrijfelijk air van „bezitter", leidde haar schreden en voerde de conversatie. Het was iets ver schrikkelijks! Een paar maal, voor een etalage stilstaande, trachtte zij zich kwasi argeloos van zijn arm te bevrijden, maar zodra als ze voortliepen was de arm er weer. Een kleine heer, donker van uiterlijk en tenger van gestalte, scheen dezelfde route te volgen als zij en dezelfde belang stelling voor etalages te koesteren: wanneer zij stilstonden, stond hij even verder ook stil en wanneer zij voortliepen slenterde hij ook verder. Een vreemdeling, een wan delstok hanterend en links en rechts de gevels in ogenschouw nemend. En zoals iedere schaduw weer een schaduw heeft, zo was er nog een onopvallende grauwe figuur in een regenjas, die eveneens over veel vrije tijd scheen te kunnen beschikken. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 7