Politieke verhoudingen
gewijzigd in Amerika
(MERLIJN EN DE REUZEN
De Spieghel"
Politiek klimaat in Italië
is milder geworden
Haarlemse scheepsbouwers
maakten drijvende brandspuit
Monarchisten en neo-fascisten geven
het voorbeeld van samengaan
Goede kant
Slechte kant
SinteSinte Maarten
Tilburg vanaf 2000 v. Ghr.
Voor Venezuela bestemd schip
op proefvaart naar IJmuiden
Republikeinen zoeken een geschikte candidaat
voor het presidenstchap
Prof. Carp gehuldigd
Belangrijke wedstrijd
voor SVIJ
Befaamde „Windmolen'' in
klankbeeld van BBC
Evangelische Kerk maakte
„een pijnlijke vergissing"
FEUILLETON
Een detective-roman
door
I. M. C. Bijleveld-Gelinek
ZATERDAG 12 NOVEMBER 1955
(Van onze correspondent te Rome)
Er zijn in de loop van de afgelopen zomer en herfst enige wijzigingen gekomen
in de politieke toestand in Italië. Veranderingen in het partijwezen en daarnaast
een begin van matiging in de politieke strijd, waarbij de nationalistische
groepen een uitzondering vormen. Het spraakgebruik kent links en rechts in
de politiek, hoewel de neo-fascisten niet rechts zijn in de zin van behoudend
en in hun programma sociale eisen staan die voor de bezittende klasse op
vrijwel hetzelfde neerkomen als die der socialisten. Even onjuist is het de
communisten linkser te achten dan de socialisten, eer is het integendeel waar.
Fascisten en communisten passen niet in het schema van rechts-centrum-links,
omdat zij buiten*de democratie staan en bepaalde, al dan niet aanvaardbare
denkbeelden met geweld aan anderen, desnoods aan een meerderheid, willen
opleggen.
„Uiterst rechts" zitten in de Kamer van
Afgevaardigden de neo-fascistische, bekend
als de „Sociale beweging", wier vage be
ginselen stoelen op de sociale werkelijkheid
van de fascistische republiek die tussen
1943 enl945 heeft bestaan. Het „program
van van Verona Salo". Zij zijn nationalis
tisch en anti-Europees. Voor deze mensen
is er niets veranderd. Zij beschuldigen de
Verenigde Staten, de Sovjet-Unie en Groot-
Brittannië ervan het grote Italiaanse impe
rium te gronde te hebben gericht. Zij wil
len alles terug: Fiume, Istrië, Dalmatië, de
Afrikaanse koloniën, Malta en Corsica.
Volgens hen zijn de democratische partijen
aan het bewind gekomen door middel van
verraad. Zij zijn echter gedoemd te ver
dwijnen, omdat democratie verslappend
werkt en een hinderpaal vormt op de roem
rijke weg, die het Italiaanse volk in mili
taire zin tot grootheid moet brengen
Mussolini blijft voor hun held en voor
beeld. Mèt hem achten zij oorlog de hoog
ste taak der natie en de beste vorm van
hygiëne onder de volken. Deze beweging
lijkt met zes percent van alle stemmen en
29 afgevaardigden in de Kamer ongeveer
haar hoogtepunt te hebben bereikt.
Even nationalistisch, maar conservatief
in sociale zaken, is de „Monarchistische
beweging". Die naam is misleidend, omdat
lang niet alle koningsgezinde Italianen zich
in dit gezelschap thuis voelen. In 1953 heeft
deze beweging veertig afgevaardigden naar
de Kamer kunnen sturen. Tussen de twee
rechtse bewegingen bestond tot nu toe een
vete, die moeilijk kon worden bijgelegd.
De monarchisten hadden geen bezwaar te
gen het soort fascisme dat Italië van 1925
tot 1940 heeft gekend, en dat conservatief
was. De Sociale beweging is echter voor
standster van een nationaal socialisme.
Voor de volgelingen van de republiek van
Salo was de koning meer dan iemand an
ders verantwoordelijk voor de val van
Mussolini in 1943. Ondanks de tegenstel
lingen hebben de twee groepen elkaar en
kele weken geleden gevonden op het ter
rein van het nationalisme-door-dik-en-dun,
dat hun gemeen is.
Voortaan zullen zij samenwerken. Dat
zou betekenen, dat zij over 69 aanhangers
onder de 590 afgevaardigden zouden heb
ben. In beide partijen zijn echter scheu
ringen geweest. In 1953 is de kleine, ru
moerige volksmonarchistische groep ont
staan onder leiding van de Napolitaanse
reder Lauro, thans burgemeester van Na
pels. Die groep is in onmin met de monar
chistische beweging. Haar acht kamerleden
steunen de regering, wanneer de andere 32
royalisten dat niet doen en omgekeerd. Na
de fascistisch-monarchistische verbroede
ring hebben een aantal royalisten gewei
gerd een lijn te trekken met de fascisten
en enkele fascisten willen niets van doen
hebben met conservatisme en met ver
ering voor een koning, die de zoon is van
Victor-Emanuel, die Mussolini verraderlijk
liet gevangen nemen".
Het samengaan van de twee bewegingen
heeft de rechtse oppositie sterker gemaakt,
maar voor de regering zit er ook wel een
goede kant aan. Tot nu toe waren er onder
de rechtervleugel van de christen-demo
craten (zoals Palla en Togni) heel wat ele
menten die wel bereid waren tot samen
gaan met de monarchisten en niet begre
pen dat de Rooms-Katholieke partij geen
eenheidsfront kan vormen met die bewe
ging zonder een scheuring te veroorzaken
in eigen gelederen. De christen-democra
ten zijn overwegend links en republikeins
gezind. Nu de monarchisten niet terug
schrikken voor een verbond met de neo
fascisten, is de rechtervleugel van de
Rooms-Katholieken wakker geschrokken
en hetzelfde geldt voor de rechtsliberalen,
die oerconservatief zijn en niets willen
weten van de sociale experimenten der
neo-fascisten.
De libex-ale partij in Italië, hoe klein zij
ook is, staat op het punt uiteen te vallen
en het is niet uigesloten dat dan eindelijk
het ogenblik zal aanbreken om het plan te
verwezenlijken van La Malfa, de stuwende
kracht van de republikeinse partij. Dit plan
beoogt nauwe samenwerking, desnoods sa
mensmelting in één partij, van de niet-cle-
ricale democratische partijen: liberalen,
republikeinen en sociaal-democraten.
In 1949, toen La Malfa daar voor het
eerst op zinspeelde, zou op die manier in
derdaad het gewenste „democratisch alter
natief" tot stand zijn gekomen. Er zou dan
naast de CDU een tweede democratische
partij zijn geweest, die de leiding zou heb
ben kunnen overnemen, wanneer de Rooms-
Katholieken mochten falen. Nu zijn de
drie partijen, onbarmhartig uitgehold dooi
de CDU, zo zwak en klein, dat het ook na
hun eventuele versmelting wel een paar
jaar duren zal voor zij genoeg op krachten
zijn gekomen om de zo hoog nodige „derde
macht" te vormen tussen clericalisme op
democratische grondslag en hetzij links
hetzij rechts totalitarisme.
Over de christen-democraten valt weinig
te zeggen. Die partij blijft een groot log
lichaam waarvan de eenheid meer bepaald
wordt door religieuze dan door politieke
of sociale overtuigingen. De afstand tussen
de uiterst rechtse en de uiterst linkse
vleugel in die partij is groot, haar ledental
is niet bijzonder groot, maar millioenen
kiezers stemmen hetzij omdat ze Katholiek
zijn. hetzij omdat ze het communisme
duchten, christen-democratisch, zonder dat
het zelfs bij hen opkomt dat er ook andere
mogelijkheden zijn.
De uiterst linkse oppositie, met zijn bei
de partijen, die een sterke organisatie heb
ben kent geen scheuringen. Met haar totaal
van 218 Kamerleden is die oppositie heel
sterk. Zij kan van die kracht echter nooit
wettig gebruik maken. Na 1948 is er geen
enkel wetsvoorstel of amendement aange
nomen, dat uit die hoek kwam. Hun oppo
sitie tegen de regering Segni is gunstiger
dan die tegen de reeks CDU-kabinetten die
aan het huidige voorafgingen. Dit is begrij
pelijk daar Segni niet de McCarthyïstische
opvattingen huldigt van Scelba. Enkele
dagen geleden kwam die nieuwe geest tot
uiting in de Senaat, waar gestemd moest
worden over de begroting van Binnen
landse Zaken. Er waren zo weinig chris
ten-democraten tegenwoordig dat, waar
communisten en Nenni-socialisten tegen
moesten stemmen, de begroting stellig geen
meerderheid zou hebben verkregen, het
geen tot een ministercrisis had kunnen lei
den. Om dit te verhoeden, verlieten tal
van communisten geleidelijk de zaal. De
regering-Segni werd dus door haar opposi
tie gered. Iets dergelijks zou in de dagen
van Scelba of De Gasperi ondenkbaar zijn
geweest.
Het grote doel van de binnenlandse poli
tiek in dit land moet zijn de socialisten in
de partij van Nenni ervan te overtuigen
dat socialisme evengoed in Scandinavië,
België en tot op zekere hoogte Nederland
als in de Oost-Europese landen gevonden
wordt en dat aan dit soort socialisme de
trieste bijkomstigheden, die het leven in
Oost-Europa zo weinig aantrekkelijk ma
ken, geheel ontbreken.
Dit zou óf Nenni moeten losweken van
het communisme óf de Italiaanse socialis
ten afvallig moeten maken van Nenni. Er
is al maanden lang sprake van een betere
verstandhouding tussen de regering en
Nenni, maar menigeen is daar huiverig
voor. Het feit dat de communisten er zo
krachtig op aandringen en die „opening
naar links" als onvermijdelijk aan de
christen-democraten trachten op te drin
gen, verhoogt het wantrouwen. Nenni zelf
heeft herhaaldelijk verklaard, dat hij het
verdrag van samenwerking met de com
munisten, dat dertig jaar geleden werd ge
sloten, in een tijd toen beide partijen door
de fascisten te vuur en te zwaard werden
vervolgd, steeds trouw zal blijven, maar dat
dit geen beletsel behoeft te zijn voor steun
aan een werkelijk democratische regering.
VELSEN heeft gisteravond, de bedel-i
lichtjes van de 11e November weer'
door de straten zien dwalen: het heir'',
der kinderen is, ditkeer ongeorgani
seerd en juist du.ardoor naar veler smaak
in de geest van dit. oude stukje folklore,
van deur tot deur getogen en met de
kinderen gingen de liedjes. Over del
rijk' man, die veel geven kan. Veisen'
had véél rijke mo.nnen, gisteravond,'
want de boodschappentassen en de
mandjes waren om een uur of acht vol.)
Waarmee de lange pelgrimage, die
honderden paren kleine voeten tot vaak
vele kilometers verleidde, ten einde
was. En de uitgeholde suikerbieten, de,
rapen, de kartonnen dozen waarin een\
kerk was geprikt en de kleurige lam
pions opgeborgen werden tot volgend
jaar elf November.
Oxier de paar onwilligen, die de kinderen
op hun tocht zijn tegen gekomen, is de R
duidelijke banvloek uitgesproken. On- 8
der meer met de stemmige dichtregelen:
„Hier woont Jan Varkenskop, die vr
alles zellef op
n
;ooc<xx>ococ<xoccoooooooocGciocxxx»sooooocococcwc<»->^oooo<
De burgemeester van Tilburg, mr. E. ba
ron Van Voorst tot Voorst heeft heden in
het Paleis-Raadhuis te Tilburg de tentoon
stelling „Van Hei-dorp tot Industriestad"
officieel geopend.
Naar aanleiding van het feit, dat Tilburg
in 1953 „500 jaar zelfbestuur" herdacht,
verscheen enige weken geleden een boek
werk „Van Heidorp tot Industriestad". Als
gevolg hiervan kwam onder auspiciën van
het Tilburgse gemeentebestuur genoemde
expositie tot stand, die van 12 November
tot en met 4 December geopend zal zijn.
De ontwerper van de tentoonstelling, de
heer Sjef van Delft, heeft gepoogd een
„compleet" Tilburg van 2000 voor Christus
tot 1900 na Christus de revue te laten pas
seren.
Motorschip „Solon". Mevrouw J. H.
KruyffHeitz, echtgenote van een der direc
teuren van de Koninklijke Nederlandse
Stoomboot Maatschappij, heeft de doop
plechtigheid verricht van een nieuw schip
voor de rederij, het motorschip „Solon". De
plechtigheid geschiedde op de terreinen van
de Amsterdamsche Droogdok Maatschappij,
die het schip bouwt.
ADVERTENTIE
(Van onze correspondent in Washington)
Nu het levensgevaar voor de president met de dag afneemt, begint men wat vrijmoe
diger te praten en zelfs te schrijven over de politieke gevolgen van de hartaanval,
die Eisenhower getroffen heeft. Nog altijd overheerst de mening dat Eisenhower niet
voor een tweede ambtstermijn in aanmerking wil komen. Dat hij zijn tijd zal uitdie
nen en tot Januari 1957 president zal blijven, wordt echter steeds waarschijnlijker.
Voor de republikeinen is Eisenhowers ziekte een zware slag. Deze partij is in feite een
minderheidspartij die alleen met een presidentiële candidaat van uitzonderlijke popu
lariteit en statuur, het Witte Huis kan veroveren. De Republikeinse kansen voor de
verkiezingen van November 1956 zijn sterk gedaald, nu Eisenhower waarschijnlijk
geen candidaat zal zijn. Indien Eisenhowers herstel voorspoedig is, dan kan het lot
van zijn partij, en in geval van een crisis het lot van de wereld, de beslissing
nog moeilijk voor hem maken.
Het ambt van president is evenwel te
zwaar voor een man, die een hartaan
val heeft gehad. De republikeinen zien
om naar een man die Eisenhower kan op
volgen. Het vergt ondanks de Ameri
kaanse reclame-techniek heel wat tijd
om een vrij onbekend man „op te bouwen"
tot een figuur van nationale faam en gezag.
Vice-president Nixon is wellicht de be
kendste republikein, doch buiten de eigen
lijke partijkring, valt een zekere afkeer
van deze 42-jarige politicus waar te ne
men. De democraten nemen het hem kwa
lijk dat hij in 1954 zulk grof geschut en
giftige amunitie tegen hen heeft gebruikt
en in brede lagen bestaan bezwaren tegen
Nixons wipneus en hangwangen. Nixon
kan zelfs niet rekenen op volledige republi
keinse steun: In zijn eigen staat Californië
heeft hij mededingers voor het president
schap: senator Knowland en gouverneur
Knight.
Tot nu toe treedt Nixon omzichtig op.
Hij is ernstig en vermijdt zorgvuldig de in
druk dat hij er tuk op is Eisenhowers
macht over te nemen. Mocht hij een zaak
waarnemer van allure blijken dan zou dat
zijn kansen verhogen. De moeilijkheid is
echter dat een zaakwaarnemer zich niet
veel allure kan veroorlovèn zonder eer
zuchtig te lijken.
Tenzij Eisenhower demonstratief Nixon
als opvolger verkiest, zal de vice-president
wel niet de enige adspirant zijn op de re
publikeinse conventie in Augustus 1956 te
San Francisco.
Trek
Indien Eisenhower geen candidaat is in
1956 dan maken de democraten een goede
kans de balans in het Zuiden en in de
Noordelijke landbouwgebied in hun voor
deel te doen overslaan. Daarmede kunnen
zij waarschijnlijk ook nationaal de over
winning behalen. Zo lang men kon ver
wachten dat Eisenhower de republikeinse
candidaat zou zijn, was de democratische
candidatuur niet begerenswaardig. Steven
son heeft echter steeds de indruk gegeven
bereid te zijn de strijd tegen Ike opnieuw
te wagen. Thans komt de democratische
candidatuur echter meer in trek en Steven
son, die het candidaatschap eerst voor het
grijpen had, zal er misschien om moeten
wedijveren met Harriman en Kefauver.
Harriman beschikt als gouverneur van
New York op de democratische conventie
die de democratische candidaat kiest over
het grootste bloc stemmen dat één enkele
staat kan opleveren. Ondanks Harrimans
gegarandeerde aanhang heeft Stevenson
nog de beste kans. Men moet Harriman
de vroegere ambassadeur te Londen en
Moskou als spreker niet onderschat
ten, maar Stevensons bezielende spreek
trant en heldere uiteenzettingen maken
hem tot de markantste persoonlijkheid on
der de democraten.
WEEKABONNEMENTEN
dienen uiterlijk op Woensdag te worden
betaald, daar de bezorgers op Donder
dag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE
OOOOOOCOOCCCOOOCOCCOOOODOCCCÜCOOOCCCCCOOOCOCOOOOOIXOOCO i
Donderdagmiddag heeft de eerste van
een drietal brandblusschepen, bij de Haar
lemse Scheepsbouwmaatschappij gebouwd,
in opdracht van het ministerie van Verkeer
van Venezuela, proef gevaren op het
Noordzeekanaal en bij de kop van de vis
sershaven in IJmuiden. Dit bijzonder snelle
schip, de „Cabo Blanco", zal op 17 Novem
ber tezamen met de „Capitan Chico" met
een bok op een Oceaanstomer geladen wor
den voor de lange reis naar Venezuela,
waar deze brandblusboten dienst* zullen
doen in de havens en langs de kust. De
„Cabo Blanco", die Donderdagmiddag met
een bijzonder grote vaart rondjes draaide
om het Fort, is uitgerust met een groot
aantal brandblusapparaten, waarvan de
twee enorme waterkanonnen de kern vor
men. Deze spuiten kunnen namelijk negen
honderd Amerikaanse gallons per minuut
afgeven met een opvoerhoogte van 120
pounds per vierkante inch. Van de machi
nekamer uit lopen er diverse stalen lei
dingen naar de pompen, die uiteraard door
zeer krachtige motoren worden aangedre
ven. De schepen beschikken over een en-
terprise-dieselmotor van 450 pk. en 400
toeren. Bovendien zijn de boten uitgerust
met motoren en hulpmotoren van 120 en
24 p.k.
De drie vrijwel identieke schepen heb
ben een tonnage van 61.49 bruto-register-
ton, zijn 20.20 meter lang, 5.40 meter breed
en 2.40 meter hol. Men is ongeveer een
half jaar geleden met de bouw van deze
schepen in Haarlem begonnen, waarbij men
er rekening mee moest houden, dat deze
schepen uitgerust dienden te worden met
VERHUUR ZONDER CHAUFFEUR
Nauwelijks zat Merlijn in de kist, of hij hoorde naderende, zware stappen. Toen hij
door 'n heel smal kiertje onder het deksel door gluurde, zag hij de reuzen weer de
zaal binnenkomen. Maar ze bleven er nietze gingen door een andere deur
weer heen.
Nou wil ik toch eens even een onderzoekingstocht gaan maken! besloot Merlijn.
Als die kerels terugkomen, kan ik weer gauw in de kist glippen!
Hij luisterde nog even, maar er was geen enkel geluid meer te bekennen. Toen
opende hij het deksel en stapte uit de kist... 31-32
Vijferiivinlig jaar
hoogleraar te Leiden
In de collegezaal van het gesticht Ende
geest en later in de Jelgersmakliniek te
Oegstgeest is Donderdagmiddag prof. dr.
E. A. D. E. Carp, hoogleraar in de psychia
trie aan de rijksuniversiteit te Leiden, een
hartelijke huldiging bereid ten gelegenheid
van zijn 25-jarig Leids hoogleraarschap.
Hem werd als geschenk van het
huldigingscomité en alle vrienden en
medewerkers werd aangeboden: een in de
hal aangebracht borstbeeld van prof. Jel-
gersma, de leermeester van prof. Carp,
naar wie deze kliniek is genoemd. Het
beeld werd vervaardigd door prof. L. O.
Wenckebach. De onthulling geschiedde
door prof. Duyff als decaan van de Me
dische Faculteit, en prof. Carp aanvaardde
het beeld met een woord van diepe dank
baarheid, zowel voor de geste zelve als
voor de vorm van het geschenk en allen
die aan de verwezenlijking daarvan had
den bijgedragen.
Zondag zal SVIJ in haar thuiswedstrijd
tegen SHS uitmaken wie voorlopig lijst
aanvoerder in 2 A zal blijven. Dit is geen
gemakkelijke opgaaf voor de SVIJ'ers. In
dien ze zich van begin tot het einde vol
ledig geven, zit er echter zeker een gelijk
spel in.
Het tweede elftal gaat naar Wijk aan
Zee 3 en zal proberen haar ongeslagen
record te handhaven. Het derde team ont
vangt SHS 3, terwijl de Junioren voor het
eerst een thuiswedstrijd hebben. Om 10 uur
wordt gespeeld tegen DCO Jun. A.
Het eerste elftal verschijnt met: T. den
Dikken; Verschoor en Blinkhof; De Vries,
Brouwer en v. Leeuwen; Kroone, Boon,
Kistemaker. Broekhuizen en Winter.
De wedstrijd begint om 12.30 uur.
brandbluskanonnen, die zowel voor zee
water als voor schuim geschikt waren. Bo
vendien kregen de vrij kleine schepen een
brandstoftank van 6'A ton en een zoetwa
tertank van 4 ton. Thans is men echter zo
ver, dat deze moderne drijvende spuiten
afgeleverd kunnen worden. Zaterdag
maakt de „Capitan Chico" de eerste proef
vaart en weer een week later worden de
boten verscheept naar Venezuela. Onder
tussen is men echter al weer begonnen
met de bouw van het derde schip, hetgeen
v/el bewijst, dat het werk der Haarlemse
scheepsbouwers in Zuid-Amerika bijzonder
gewaardeerd wordt.
Een paar stappen van Piccadilly Circus
in Londen staat het Windmill-theatre, een
tempel van de heel lichte muze, die met
trots de leuze voert: „We never closed",
„Wij sloten nimmer". Inderdaad, toen in
de donkere dagen van de „Battle of
Britain" Duitse toestellen honderdduizen
den bommen op Londen lieten vallen en
het uitgaansleven in de Engelse hoofdstad
daardoor geheel was lamgelegd, draaide
alleen het Windmill-theater door. Zijn non
stop programma begon 's morgens om
twaalf uur en eindigde om half elf 's avonds.
Zo wordt er nog steeds gewerkt; de artisten
treden in een ploegenstelsel op. Meer dan
enig andere schouwburg is het Windmill-
theater een industrie, die bijzonder succes
vol is en aan het Britse theater een aantal
opmerkelijke producten afleverde. Vele
sterren van het Engelse toneel begonnen
er hun carrière. Een paar namen: Richard
Murdoch, Kenneth More, Jimmy Edwards,
Harry Secombe, Jean Kent en Tony Han
cock. Jean Kent maakte er in 1934 haar
debuut onder de naam Jean Carr; drie
jaar later werd zij ontslagen wegens ge
brek aan „personality"; daarna verwierf
zij als filmster internationale roem.
Het Windmill-theater van Vivian van
Damm heeft een interessante geschiedenis
en haast nog interessanter is de machinerie
achter deze continu productie van veder
licht amusement, waaraan in een wereld
stad als Londen nu eenmaal behoefte be
staat. Op Zaterdag 12 November besteedt
de Nederlandse afdeling van de BBC in
haar programma „Op de planken" aan
dacht aan dit populaire theater. De ru
briek „Op de planken" brengt steeds
nieuws over opera, ballet, toneel en film
in Engeland, besprekingen van Britse to
neelstukken en films en bijzonderheden
over het Engelse theaterleven in het alge
meen. Een gevarieerd programma onder
redactie van de oud-Haarlemmer Harry
Hagedorn, dat om de veertien dagen
wordt uitgezonden op 224 meter en in de
49 meterband, van kwart voor zes tot
kwart over zes Nederlandse tijd, zoals alle
uitzendingen van de Nederlandse Sectie
van de BBC.
BERLIJN (United Press) De Duitse
Evangelische Kerk heeft verklaard als ge
volg van „een pijnlijke vergissing" de Oost-
Duitse regering ervan te hebben beschul
digd dat bisschop Otto Dibelius de toegang
tot Oost-Duitsland was geweigerd. De
Evangelische Kerk deelde mede dat Oost-
Duitsland niet „Herrn Bischoff Dibelius"
maar eenvoudig „Herrn Bischoff" een vi
sum had geweigerd. Aangezien bisschop
Dibelius in de volksmond wordt aangeduid
als „Hen- Bischoff" had men uit een korte
mededeling over de weigering van het
visum aan Herrn Bischoff een verkeerde
conclusie getrokken.
Dibelius is bisschop van Berlijn en van
het Oost-Duitse district Brandenburg.
95
33)
„Dus dan weet u niet of hij dood is!"
„Voor mij is hij dood."
Voor haah was hij dood. Arme eenzame,
oude ziel! De politieman wachtte even,
maar vervolgde dan:
„En hij heette Daniël."
„Daniël!! Hij heette Willem."
„Willem? U zegt me toch de waarheid?"
„Ik kan u de bewijzen laten zien."
„Goed. En hij heeft een zoon die David
heet."
„David Corbeyn?"
Ze zei het niet heftig, zoals hij eigenlijk
verwacht had, maar nadenkend. Er kwam
een heel andere uitdrukking op haar ge
zicht. De politieman wachtte af wat ze
verder zou zeggen.
„David Corbeyn? Dat is een familienaam.
Er zullen wel meer David Corbeyns in de
familie geweest. Ook mijn grootvader
heette zo. U weet wel, het schilderij in de
eetkamer."
„Weet u of uw broer een zoon gehad
heeft van die naam?"
„Nee, daar weet ik niets van."
„Of andere kinderen?"
„Ik heb het u al gezegd: wij hebben
nooit meer iets van hem gehoord."
„Maar het zou dus heel goed mogelijk
zijn, dat hij een zoon heeft die David Cor
beyn heet."
„Ja, dat zou wel mogelijk zijn."
„Ik heb de naam David Corbeyn ontdekt
in deze zaak. Ik kan u ook de bewijzen
laten zien. En dan zou het zeker voor de
hand liggen dat die David Corbeyn de dief
is van de Buddha en toen die niets op
leverde, van de juwelen."
„Ja, inspecteur. Dat zou zeker voor de
hand liggen."
Ze was nu wat mededeelzamer geworden,
dacht hij. Ze hield zich wat minder kramp
achtig aan straks en haar handen hadden de
armleuningen losgelaten. Ze had zelfs toe
gegeven dat David Corbeyn een familie
naam was en dat hij waarschijnlijk wel de
juwelendief zou zijn. En hij vervolgde: „Ik
vond de papieren van David Corbeyn in de
zak van dr Camphuysen. Dr Camphuysen
is ongetwijfeld een Corbeyn; hij lijkt spre
kend op het portret van uw grootvader."
Ze stond weer rechtop zoals daareven.
Heftig. Heftig. En ze herhaalde blindelings:
„Dat is hij niet. Dat is hij niet!"
„En wie is hij dan wel, juffrouw Cor
beyn?"
„Dat is hij niet!"
Op dit dramatische ogenblik kwam de
dokter binnen. En de dokter keek heel on
vriendelijk naar de inspecteur van politie,
die zijn patiënte in zulk een opgewonden
staat had gebracht. Hij eiste onmiddellijke
beëindiging van het verhoor: het zou waar
achtig ëen kwestie van levensgevaar kun
nen worden! En hij zette juffrouw Corbeyn
voorzichtig in haar stoel, en bette haar
hoofd met koud water en liet haar drinker,
en mopperde onderwijl heel duidelijk ver
staanbaar op die bloedhonden van politie,
die stomme ezels, die runderen! Inspecteur
Renkevoort, terwijl de menagerie nog ver
der werd aangevuld, ruimde het veld.
In het zijkamertje wachtte hem een
kleine troost. Daar stond een van de
rechercheurs, die hij had uitgezonden om
informaties, op hem te wachten en rappor
teerde:
„Die David Corbeyn is door de Franse
politieradio omgeroepen. Ruim twee maan
den geleden, maar hij wordt nog steeds ger
zocht, liij is één van de twee bankiers van
de Banque de Chicago, die in Parijs op de
fles is gegaan met een tekort van een slor
dige drie millioen. Allemaal geld van kleine
spaarders. De kerels zijn gevlucht, waar
schijnlijk naar Amsterdam, en nog steeds
hiet gevonden. De tweede heet Paul Mar
tin."
„Paul Martin", schreef inspecteur Renke-
voort in zijn notitieboek, dat steeds maar
dikker werd.
HOOFDSTUK IX.
Een nieuwe hoed en een vleugje lipstick,
dat waren de wapenen waarmee Greetje
Meilink ten strijde trok.
Ze zag er, in Noortjes nieuwe zwarte
jurk, haar eigen vermaakte bontjasje, haar
mooiste kousen en Noortjes schoenen zo
elegant en mondain uit als een blond, be
deesd domineesdochtertje maar zijn kan.
Niemand kon zien, hoe haar hart in haar
keel klopte toen ze om half één de trap
afdaalde en hoe ze een bijna onbedwing
bare neiging moest overwinnen om niet om
te keren. Maar ze kwam toch beneden en
zag daar haar cavalier op haar wachten,
eveneens op zijn Paasbest en in een stra
lend humeur.
Zijn uiterlijk versterkte nog verder de
antipathie, die zij voor deze man koesterde.
Hij had zich gekleed zoals een al wat
oudere man zich kleedt als hij met een
heei jong meisje denkt uit te gaan: een
vlotte, sportieve jas, glanzende, iets te op
zichtige schoenen, zijn hoed een tikje
schuin op zijn hoofd en een goudgele chry
sant in zijn knoopsgat. En in zijn ogen tin
telden die kleine, verleidelijke 'lichtjes, die
Noortje Vlasakker bijna in de kaars ge
lokt hadden en die Greet Meilink zo dode
lijk verlegen maakten.
Het eerste ogenblik was zeker wel het
moeilijkste: naar deze man toe te gaan, zijn
invité te excuseren en zichzelf voor de in
vitatie aan te bieden. Ze sloeg er zich met
mannenmoed doorheen, liet haar stem zo
glad mogelijk klinken, glimlachte zo vrien
delijk als ze kon met haar even aangezette
mond (die erg raar aanvoelde!) en trachtte
dat onbevangene in toon en gebaar te leg
gen, dat aan modaine wouwen eigen is.
Dat haar eerlijke verlegen ogen al deze
pogingen ijdel maakten wist ze natuurlijk
niet, maar in ieder geval maakten die lieve
blauwe kijkers het verzoek niet minder
roerend en het jonge gezichtje niet minder
aantrekkelijk. Professor Cossaert, als vrou
wenkenner. bleef natuurlijk niet in gebreke
deze aantrekkelijkheid te constateren. En
dus bleek hij, tot Greetjes grote opluchting,
dadelijk geneigd om van bruin op blond
over te stappen.
Dat hij zulks deed met een stortvloed van
hoffelijke en Franse exclamaties, waarin
telkens de woorden „charmante" en „ravis
sante" voorkwamen, droeg er natuurlijk
niet toe bij om de onbevangenheid van zijn
dame te bevorderen. Ze zouden nu maar
gaan.
Het meisje had, om het tête-a-tête in de
taxi nog zo lang mogelijk uit te stellen, als
haar wens te kennen gegeven om te voet te
gaan. Het weer was veel verbeterd: er joe
gen nog altijd witte wolken langs een bleek
blauwe hemel, maar er was toch telkens
wat zon en de wind was afgenomen. Ze
daalden de stoep af. En nu kwam er nog
een tweede moeilijk ogenblik voor het
meisje, want juist op dit moment kwam
Daan Camphuysen thuis, die een eind had
omgelopen in de wind. Hij keek naar de
combinatie GreetjeCossaert en groette
correct; het meisje hief haar hoofd op en
zag hem aan. Toen was hij voorbij en schoof
professor Cossaert met een vleiend zin
netje zijn arm door de hare. Het meisje
kon uiteraard niet weten of Daniël
Camphuysen dit gezien had of niet. want
ze kon natuurlijk niet omkijken en profes
sor Cossaert was nu heel dicht naast haar.
Het bleef een onzekerheid, die haar drukte.
Ze liepen op hun gemak, zoals goedge-
klede mensen doen, die de tijd hebben. Pro
fessor Cossaert, met dat onbeschrijfelijk air
van „bezitter", leidde haar schreden en
voerde de conversatie. Het was iets ver
schrikkelijks! Een paar maal, voor een
etalage stilstaande, trachtte zij zich kwasi
argeloos van zijn arm te bevrijden, maar
zodra als ze voortliepen was de arm er
weer. Een kleine heer, donker van uiterlijk
en tenger van gestalte, scheen dezelfde
route te volgen als zij en dezelfde belang
stelling voor etalages te koesteren: wanneer
zij stilstonden, stond hij even verder ook
stil en wanneer zij voortliepen slenterde
hij ook verder. Een vreemdeling, een wan
delstok hanterend en links en rechts de
gevels in ogenschouw nemend. En zoals
iedere schaduw weer een schaduw heeft,
zo was er nog een onopvallende grauwe
figuur in een regenjas, die eveneens over
veel vrije tijd scheen te kunnen beschikken.
(Wordt vervolgd)