Antillen hebben nog een adempauze
tot uitbouw van hun economie
VOOR
verkoudheden
IN DE WERELDPOLITIEK
Minister Dulles opent nieuwe verten
HOHNER
rHoe is het ontstaan?
Vijftig jaar geleden
Terugblik op de West
Verbreding van de welvaartsbasis
is nodig om komende werk
loosheid op te vangen
J
3
Meer steunpunten
nodig
§mie-
KAMPIOEN
DE LEKKERSTE LETTER
Agenda voor Haarlem
Gezonken zandschip
gelicht; één slachtoffer
gevonden
Samenwerking van PHI en
Masjumi mogelijk
Proces tegen Amsterdamse
bankier weer aangehouden
Kerkelijk Nieuws
Vraag ook een
mondharmonica!
Uit Haarlems Dagblad
van 22 November 1905
DINSDAG 22 NOVEMBER 1955
(Van onze reisredacteur)
De rijk voorziene winkels, de ijskasten, de glimmende Amerikaanse auto's, „bal
zalen-op-wielen", kortom: het ganse goede leven van Curasao en Aruba
tegenover de stoffige soberheid van het oude, houten Paramaribo, dat alles zou
wel eens tot de gevaarlijke misvatting kunnen leiden dat alleen in Suriname
ernstige economische problemen bestaan. Een misvatting, want voor het ogenblik
mogen Curasao en Aruba zich baden in de oliewelvaart, de kans bestaat dat
de Venezolaanse oliestroom naar de Antilliaanse raffinaderijen op een kwaad
moment opdroogt. De twee gigantische bedrijven van C.P.I.M. en Lago hebben
hun top vrijwel bereikt, hun bijdrage aan de landswelvaart zal nauwelijks
meer stijgen. De bevolking van de beide hoofd-eilanden echter groeit in snel
tempo voort. Sterker nog klemt dit probleem omdat die bevolking „jong" is.
Op Aruba zal volgend jaar haast 25 percent van de bevolking op de school
banken zitten. Wie zal straks deze jonge handen werk geven. Men moet
vrezen, dat de economen gelijk hebben wanneer zij voorspellen dat de Antillen
binnen vijf of tien jaar met een ernstig werkloosheidsprobleem zullen worstelen.
eigen bate ten tonele voeren. Zo bijvoor
beeld toen de Lago verklaarde dat Vene
zolaanse geprikkeldheid over Amerikaan
se vakbondsactie op Aruba haar wel eens
zou kunnen dwingen de raffinaderij bin
nen enkele jaren te sluiten. Met deze ver
klaring als een moker sloeg de Lago het
vakbondsvliegje voorlopig knock-out.
Privé verklaarde een olie-functionaris
overigens dat men natuurlijk wel met de
vakbond zou willen onderhandelen, zo
gauw die de meerderheid van de arbeiders
achter zich zou hebben. Zonder te willen
afdingen op de noodzaak om zich op alle
politieke en economische consequenties
van de verhouding tot Venezuela koel en
zakelijk te bezinnen, zal men er dus goed
aan doen allerlei dreigende of angstige
woorden hieromtrent met een korreltje
zout te slikken. De raffinaderijen mogen
dan voor een gulden op de balans staan, de
maatschappijen voelen er waarschijnlijk
weinig voor deze zeer winstgevende mil-
liarden-bedrijven vanwege nationalisti
sche emoties op de overwal op de schroot
hoop te gooien. En de heer Perez Jimenez
zal er van zijn kant waarschijnlijk wel bij
zonder voor oppassen om een oliekraan te
sluiten waardoor dagelijks een dikke ze
venhonderdduizend voor Venezuela profij
telijke vaten „crude" vloeien. Als aanzien
lijk zakelijker man dan Perzië's zeer voor
malige premier Mossadeq zal hij er wel
voor waken een herhaling van diens be
slissend-verlóren bokspartij met -een an
dere oliemaatschappij uit te lokken.
Adempauze van 25 jaar
Men kan er dus gevoegelijk van uitgaan,
dat de Antillen voorlopig nog een adem
pauze van op zijn minst 25 jaar zullen
hebben, waarin, zoals een hoge olie-func
tionaris mij verzekerde, „de vooruitzichten
voor de olie-industrie, gegeven een stabiele
regering en een stabiele arbeidssituatie,
uitgesproken briljant zijn." Hij voegde
daar onmiddellijk aan toe, dat de bedrei
ging van die stabiliteit ligt in het eerder
gereleveerde feit, dat de Antillen uit de jas
van de oliewelvaart beginnen te groeien.
Werkloosheid buiten de olie-industrie, ver-
pauperisering, politieke onrust, ziedaar een
veel wezenlijker bedreiging voor de An
tilliaanse drijfkurk. Wederom: uitbouw van
de Antilliaanse economie is het essentiële
punt.
Wat kan er worden gedaan om de labie
le Antilliaanse economie meer steunpun
ten te geven? De mogelijkheden moeten
niet worden overschat. Landbouw en vee
teelt bieden behalve op de Bovenwind
se Eilandengeen enkele kans. De rege
ring probeert het tourisme te stimuleren,
een nuttig en noodzakelijk streven, dat
echter voor het opdoemend werkloosheids
probleem nauwelijks een oplossing biedt.
Dus is ook op de Antillen dat toverwoord
„industrialisatie" opgedoken. Maar wat
voor industrie op deze eilanden, die geen
grondstoffen en een bevolking met een
laag scholingspeil bezitten? Landelijke en
eilandelijke overheden hebben op dit stuk
een nuttig initiatief genomen: de instelling
van vrije havenzönes op Curagao en Aru
ba, die vermoedelijk zeer binnenkort hun
beslag zullen krijgen. Niet alleen produc
ten-opslag, maar ook verwerking of as
semblage zouden in deze zones vrij van
rechten kunnen geschieden.
Er is door buitenlandse industrieën, on
der andere door een Nederlandse verffa-
briek, reeds belangstelling getoond voor
dit project, dat een eerste stap zou kun
nen zijn naar het doel om van de Antillen
een commercieel en industrieel bastion in
het Caraibische gebied te maken, om hun
economie naast de olie-industrie nieuwe
peilers te geven.
Zal de olie-industrie op de Antillen blij
ven? Het is moeilijk uit het koffiedik der
internationale oliepolitiek, Amerikaanse
vakbondsacties, Venezolaanse belangen en
emoties en Antillaanse beduchtheidsreac
ties een nuchter toekomstbeeld te puren.
Men weet dat de Venezolanen zeggen uit
eindelijk de raffinage en olie ook hun
enige welvaartsbron in eigen land te
wensen. Momenteel geldt ruwweg als stel
regel dat de olie van eertijds verleende
concessies in het buitenland geraffineerd
mag worden, maar dat voor nieuwe conces
sies meestal de voorwaarde van raffinage
in Venezuelo wordt gesteld. Op die basis
zou men kunnen uitrekenen dat men over
een dikke 25 jaar C.P.I.M. en Lago vaar
wel kan wuiven, een afscheid dat de An
tillen tot een chronisch armenhuis zou
maken. Daarbij komt dat tot paniek ge-
neigden zich pijnigen met het schrikbeeld
van onverhoedse nieuwe en stringenter
condities, die Venezuela's sterke man
Perez Jimenez ter versteviging van eigen
positie mogelijk zou moeten stellen.
Sommigen kunnen zich niet onttrekken
aan de gedachte, dat de olie-maatschappij
en de Venezolaanse boeman wel eens ten
ADVERTENTIE
Deze aangename zalf verlicht
méér, omdat ze geconcentreerd isl
Snelle opluchting volgt, wanneer U
borst, keel en rug met Vicks Vapo-
Rub inwrijft. De verzachtende dam
pen worden direct door dc ontstoken
luchtwegen ingeademd. Tegelijker
tijd verlicht de verwar
mende pleister-werking
de benauwde borst.
Onze reisredacteur, die naar aanlei-
ding van het koninklijk bezoek aan de
•i West twee maanden in Suriname en de
i Antillen vertoefde, zal in een korte
reeks artikelen enige van de voornaam-
8 ste problemen van deze rijksdelen be-
handelen, problemen, waarbij Nederland
uiteraard nauw betrokken is. Hij geeft
in dit artikel een beeld van de belang-
rijkste facetten der Antilliaanse econo-
>ooocoooooc>cxxc>D<>ooa50oooooo«wocoooocaxx)C<xx>2ccocccccx
Wat zijn de remmende factoren voor deze
uitbouw? Afgezien van een door de huidige
welvaart wel begrijpelijke traagheid om
het probleem met alle macht aan te pakken
is daar het politieke klimaat, fel, bewogen,
uiterst subjectief en vaak nog verscherpt
door een eilandelijke rivaliteit, die door de
grote mate van eilandelijke autonomie soms
te zeer gelegenheid krijgt tot uiting te
komen. In plaats van een evenwichtig, ge
coördineerd landelijk ontwikkelingsbeleid
treft men een eilandelijke race, waarin de
vier „arme" eilanden Bonaire en de Boven
winden bij voorbaat kansloos geslagen zijn,
de hen door Curagao en Aruba nogal mok
kend verleende steun ten spijt. Historisch
is deze eilandgeest zeker verklaarbaar.Voor
de ontwikkeling van het jonge autonome
land lijkt zij soms een ernstige handicap,
een versplintering van het potentieel van
een volk van nog geen tweehonderdduizend
mensen.
Scherpe politieke strijd
In dat politieke klimaat van de Antillen
raakt zelfs de Nederlander die onder de
Caraibische zon niet de behoedzaamheid
van het Haagse politieke debat verwacht,
onthutst door de venijnige scherpte, door
de mate van onverzoenlijkheid en vooral
door de sterke verpersoonlijking van de
partijstrijd. De toon in de staten is bepaald
niet hartelijk. Het lijkt eerder gebruik het
„zinloos gewauwel" van de tegenstander te
laken dan het gewoon met de „geachte af
gevaardigde oneens te zijn". Een heftig
partij kiezende pers strijdt het politieke
gevecht met dezelfde scherpte mee. De
resultaten van dit alles zijn niet altijd be
moedigend: de verhouding regeringgou
verneur is al precair, de kloof tussen de
regerende „democratische partij" en de
„Nationale Volkspartij" van dr. Da Costa
Gomez lijkt vrijwel onoverbrugbaar. Men
ontkomt niet aan de indruk dat in de An
tillen, die nu hun kortelings verworven
autonomie hanteren, het raam van de na
tionale eenheid waarbinnen alleen de
vruchtbare wisselwerking van regerings
beleid en oppositie tot stand kan komen,
nog niet geheel afgetimmerd is.
Dat dit gevaren kan opleveren werd on
langs bewezen in de vakbondskwestie (bij
de Lago op Aruba en in de Curagaose fos
faatmijn). Door een stortvloed van harts
tochtelijke beschuldigingen, tegenbeschul-
digingen en dreigementen raakten enige
eenvoudige punten finaal overspoeld, te
weten, dat in het Koninkrijk der Nederlan
den de vrijheid van verenigen en vergade
ren bestaat en dat het collectief behartigen
van arbeidersbelangen waarlijk geen radi
cale gedachte meer is, sterker nog, dat mits
men het in gezonde banen kan leiden, alle
partijen er bij gebaat zijn. Juist het feit dat
het ontstaan van vakbonden in de Latijns-
Amerikaanse sfeer extra groeipijnen met
zich meebrengt, had tot rustiger, on-poli-
tieker behandeling kunnen nopen. Nu zit
men met aanzienlijke brokken.
Men behoeft dit alles overigens niet al te
tragisch op te nemen. De Caraibische hitte
Het woord kampioen is via het Franse
champion ontleend aan het middella-
tijnse campio, maar de betekenis was
vroeger een geheel andere dan thans.
In de middeleeuwen noemde men hem
kampioen, die in een gerechtelijk twee
gevecht namens iemand anders de wa
penen voerde, een gemachtigde dus of
plaatsvervanger. Vandaar de betekenis:
iemand die het voor een ander, een
zwakkere of een vrouw, opneemt,
waaruit die van: een krijgsheld logisch
voortvloeit. Als sportterm overgeno
men uit het Engelsch betekent kam
pioen: hij die in een bepaalde wedstrijd
al zijn tegenstanders heeft verslagen.
Dit kan van personen en van verenigin
gen worden gezegd.
Etymologisch hangt kampioen samen
met campus: veld waar gestreden
^wordt. Verwant is kemphaan.
brengt het temperament snel naar het
kookpunt en het koloniale tijdperk was
uiteraard geen ideale leerschool voor het
spel der democratie. Toch zal sterker een
heidszin nodig zijn in de korte adempauze
die de Antillen nog hebben. Want de pro
blemen die hun toekomst zo onzeker ma
ken, zijn niet gering. Ook Nederland zal bij
die problemen betrokken worden. Het zal
daarbij een open oog moeten hebben voor
het feit dat de Antillen tot het Caraibische
gebied behoren en dat speciaal de natuur
lijke binding van de Benedenwindse Eilan
den met de Venezolaanse overwal in be
trekkingen op velerlei gebied tot uiting
dienen te komen. Men zal moeten ijveren
om de in Caracas gekoesterde gedachte dat
de Antillen op Venezuela parasiteren,plaats
te doen maken voor het besef, dat er ge
zonde wederzijdse belangen zijn. Zowel de
binnen- als de buitenlandse aspecten van
het Antilliaanse probleem zullen van Ne
derland veel tact en werkelijkheidszin
eisen. De woorden van Koningin Juliana
tot de Antilliaanse staten: „Wat de toe
komst brengen zal, weet niemand. Wij
gaan haar tegemoet met de wil tot onder
linge samenwerking", drukken dat beter uit
dan menig lang betoog.
Lonardi naar de V S.
Generaal Eduardo Lonardi, die verleden
week aftrad als president van Argentinië,
gaat de volgende week naar de Verenigde
Staten voor een medische behandeling.
Voor hij president Perón opvolgde, stond
hij reeds onder doktersbehandeling.
ADVERTENTIE
5!
DINSDAG 22 NOVEMBER
Minerva: Lezing met film door jhr. Dr. J.
C. Mollerus, over zijn reis naar de Verenig
de Staten, 8.15 uur. Cinema Palace: „De
mooiste vrouw ter wereld", 14 jaar. 7 en
9.15 uur. Rembrandt: „Ciske de Rat", 14
jaar, 7 en 9.15 uur. Studio: „De Pickwick-
club", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Lido; „Meis
jes voor Tanger", 18 jaar, 7 en 9.15 uur.
Frans Hals: „Detective Callaghan grijpt in",
18 jaar, 8 uur. Roxy: „Op weg naar Singa
pore", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „French
Can Cain", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans
Halsmuseum: 20 uur, Volksuniversiteit.
Voordracht door mr. J. A. Meyer over: „Het
probleem van het ouder worden".
WOENSDAG 23 NOVEMBER
Minerva: Centrum Sint Nicolaasfeest, 1.30
en 4 uur. Cinema Palace: „De mooiste vrouw
ter wereld", 14 jaar. 2. 4.15, 7 en 9.15 uur.
Rembrandt: „Ciske de Rat", 14 jaar, 2, 4.15,
7 en 9.15 uur. Studio: „Warenhuis op stel
ten", alle leeft., 2.15 uur en „De Pickwick-
club", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Lido: „Meis
jes voor Tanger". 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15
uur. Frans Hals: „Detective Callaghan
grijpt in", 18 jaar, 2.30 en 8 uur. Roxy: „Op
weg naar Singapore", 18 jaar, 2.30, 7 en 9.15
uur. Luxor: „French Can Can", 18 jaar, 2,
7 en 9.15 uur. Frans Halsmuseum: 20 uur,
Volksuniversiteit. Voordracht door de heer
H. P. Baard in zijn cursus „Vijf eeuwen
schilderkunst in de Nederlanden". Wester
houtstraat I A: 20 uur, Voordracht door de
heer A. G. Degenaar, arts, over „De mens
en z:j:i verlossing".
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Foster Dulles, heeft
in zijn epiloog op de laatste Geneefse conferentie een merkwaardige for
mulering gebruikt voor wat hij van de Russische politiek denkt. Daaruit zou
kunnen blijken, dat de mislukte conferentie hem toch wel heel belangrijke
dingen duidelijk heeft gemaakt. Het lijkt zelfs alsof een tot in den treure
en hardnekkig volgehouden misverstand tussen Oost en West tenslotte u:t
de weg geruimd is, zodat de Westelijke politiek eindelijk kan worden geba
seerd op de realiteit en niet langer behoefte heeft aan leuzen, die door hun
onwezenlijkheid het Westen zelf een gevoel van onzekerheid hebben ge
geven en het Oosten ongetwijfeld als in hoge mate onwaarachtig zijn voor
gekomen. Dulles blijkt tot het inzicht gekomen te zijn, dat men een andere
interpretatie dient te geven aan het begrip „koude oorlog" en dat men deze,
in de huidige situatie van internationale verhoudingen, zal kunnen aan
aarden zonder onmiddellijk aan verrassingsaanvallen met atoombommen
of oorlog in het algemeen te denken.
De radio-rede van Dulles na zijn terug
komst uit Genève verschilde in vele op
zichten van de toespraken, die deze minis
ter de laatste jaren ten aanzien van de
internationale situatie heeft gehouden. Er
klonk zelfs een toon van milde staatsmans
wijsheid in, waarvan de politieke redevoe
ringen na de oorlog zelden blijk gegeven
hebben. In de meeste gevallen hebben onze
politici na de Tweede Wereldoorlog zich
bepaald tot het opvoeren van de algemene
angstgevoelens, door steeds opnieuw te ha
meren op de noodzaak tot verdediging in
het licht van een enorme bedreiging. Wei
nigen van hen zijn ertoe kunnen komen,
die bedreiging in haar werkelijke verschij
ningsvormen te analyseren en de blik over
de enige perken van hun nationale „schoots
veld" te richten naar verten, waar de wer
kelijke toekomst van Europa en de wereld
verborgen lag. Verborgen, doch te raden
en te definiëren in haar logische, redelijk
te verwachten gestalte.
Minister Dulles heeft in een enkele zin
snede de kern geraakt van de strijd, die de
wereld nu ai zoveel jaren in spanning
houdt. Hij heeft een moment de tegenover
elkander gestelde kanonnenlopen uit het
oog verloren en zich de moeite gegeven
scherp 'toe te zien naar wat er achter die
lopen stond opgesteld: aan weerskanten,
achter de wallen van elkander opdrijvende
militaire krachtsprestaties, zag hij de mil-
lioenenvolken met hun aspiraties en idea
len, even tegengesteld en even dreigend als
de kanonnen. Want in werkelijkheid zijn
het de bedoelingen en strevingen van mil-
lioenen, die op zeker moment hun overtui
ging door middel van militaire operaties
willen doordrijven. Zo is het in de ganse
wereldgeschiedenis altijd geweest en totnu-
toe hebben die operaties tenminste een
kans op snel succes gesuggereerd. Doch nu
zelfs die kans op succes is weggevallen en
daarvoor in de plaats een visioen van te
rugwerkende vernietigingskracht geko-
John Foster Dulles
men is, dat geen ruimte meer laat voor
zelfs de geringste verwachtingen over de
uitwerking van militair geweld, is niet de
naijver der volken, doch wel één der moge
lijkheden om die naijver bot te vieren weg
gevallen.
Het botvieren van naijver is in werke
lijkheid wat men met een moderne term
„koude oorlog" noemt.
Minister Dulles heeft nu gebroken met
de gewoonte, de „koude oorlog" als een in
leiding tot de „hete oorlog" te kenschetsen.
Hij heeft met enkele welgekozen woorden
duidelijk gemaakt, dat de „koude oorlog"
moet worden gezien als een mogelijkheid
voor tegengestelde massa-opvattingen om
zich een competitieveld, een wrijfvlak te
scheppen. Hij moet zich wel verdiept heb
ben in de enorme evolutie, die zich sinds
1917 in Europa voltrokken heeft en die tot
het ontstaan van enorme sociale tegenstel
lingen heeft geleid. Hij heeft zich wellicht
ook daarbij gerealiseerd dat die evolutie op
rampzalige wijze is onderbroken door het
incidentele geval van een hernieuwde
Duitse greep naar de hegemonie, die tot de
Tweede Wereldoorlog leidde, doch die in
wezen niet direct met deze ontwikkelings
gang te maken had. Zonder deze woorden
te gebruiken logenstraft hij de kortzichti-
gen, die in de huidige situatie een nieuw
„München" willen zien en de omstandig
heden van vandaag gaan vergelijken met
die van 1939.
Kortom, Dulles heeft eigenlijk het ganse
wankele bouwsel van de Westelijke propa
ganda neergehaald en de spot gedreven
met hen, die eigenzinnig blijven aanvuren
tot louter militaire inspanningen als heil
middel voor alle kwalen van deze tijd. Hoe
beschamend is het thans, te denken aan wat
een Nederlands afgevaardigde in 1952 in de
Raad van Europa ten beste gaf als hoog
ste wijsheid voor de koers der Europese
volken: „Wij hebben nog zes maanden de
tijd om Europa te verenigen en onze legers
te groeperen ter verdediging onzer hoog
ste belangen." De angst, gecultiveerd in het
belang van een hooggestemd ideaal als de
Europese eenheid, is in vele toonaarden en
vele kringen als zekerwerkend middel mis
bruikt en nooit zijn, degenen, die niet ver
der konden zien dan deze primitieve om-
perking hunner politieke inzichten, op de
gedachte gekomen de toekomst van Europa
en de wereld af te meten naar de coördina
tie der sterke levenskrachten, die in gans
Europa schuilden en nog schuilen.
Nu Dulles de sprong naar een wijder
perspectief gewaagd heeft, zullen anderen
hem misschien navolgen, zoals zij in het
verleden maar al"te gaarne staatslieden van
grote mogendheden hebben nagevolgd. Zij
zouden er nu misschien goed aan doen,
want Dulles heeft wellicht een beter voor
nemen gemaakt dan welke minister van
Buitenlandse Zaken der V.S. in het verle
den ook.
Hij heeft verklaard: „Wij moeten aan
nemen dat de Sovjet-Unie voort zal gaan
met haar pogingen, om, evenals in het ver
leden, op alle manieren te trachten haar
systeem te doen overheersen, behalve door
middel van een oorlog. We kunnen echter
Door de N.V. Rederij v.h. Gebr. Goed
koop te Amsterdam is het zandschip „Stad
Zwolle" gelicht dat Donderdagmorgen in de
IJsel bij Kampen is gekapseisd. Nadat het
schip boven water was gebracht werd het
leeggepompt. In de machinekamer werd,
vastgekneld onder een omgeslagen werk
bank, het stoffelijk overschot gevonden van
J. H. Venneman uit Zwolle. Het lichaam
bevond zich ongeveer bij de plaats waar
men Donderdag een gat in de scheepsbo
dem had gebrand en waar men nog met het
slachtoffer gesproken heeft voor de ont
ploffing. Daarna werd de kajuit in het
voorschip leeggepompt, die echter leeg
bleek te zijn, zodat het vermoeden dat het
andere slachtoffer, R. de Vries, tijdens het
kapseizen met het zand over boord is ge
slagen is bewaarheid. Het schip is naar de
wal gesleept. De schade wordt geschat op
20.000 gulden.
„Ik heb goede hoop, dat samenwerking
met de PNI (nationalisten) bij de te vormen
regering na het optreden van het nieuwe
parlement mogelijk is. De geschillen tussen
beide partijen zijn veelal van niet-princi-
piële en tijdelijke aard, waarover meestal
een compromis mogelijk is". Aldus heeft
mr. Wibisono, fractievoorzitter van de Mas
jumi (Mohammedanen) in het Indonesische
parlement en lid van het hoofdbestuur van
deze partij in Den Haag verklaard. Mr. Wi
bisono is met vier andere Indonesische
parlementsleden op doorreis naar New
York, waar zij zullen optreden als advi
seurs van de Indonesische UNO-delegatie.
Mr. Wibisono zei in zijn verwachtingen
voor deze samenwerking ter vorming van
een regering, waarvan de drie grote par
tijen Masjoemi, Nahdatul Ulama en de PNI
deel zullen uitmaken, door het informele
vooroverleg met leiders van de PNI te zijn
gesterkt.
Desgevraagd noemde mr. Wibisono als
een der oorzaken van de nederlaag van de
Masjumi bij de algemene verkiezingen in
Indonesië dat de Masjumi niet zoveel in
tellectuele politieke leiders heeft zoals bij
voorbeeld de PNI, die ook veel aanhangers
heeft onder ambtenaren, vooral op de mi
nisteries van voorlichting en binnenlandse
zaken. „Deze ambtenaren hebben hun
positie goed aangewend om het versterken
van hun partij", aldus mr. Wibisono.
hopen dat deze mededinging niet zal wor
den voortgezet met dezelfde vijandigheid
en verbitterdheid als die, welke de betrek
kingen tussen ons in het verleden bezoe
deld hebben."
Dat betekent zeer veel. De koude oorlog,
oftewel de mededinging tussen systemen,
gaat door. De strijd tussen communisme
naar Russisch model en de democratisch-
kapitalistische orde van het Westen zal wor
den voortgezet, zonder oorlog, met al'le
middelen die zich aandienen. Dat betekent
felle strijd op het economische, sociale, cul
turele en politieke terrein. Dat voorspelt
sluwe infiltraties aan weerskanten teneinde
ideeën te propageren en mensengroepen te
interesseren. Dat voorspelt inspanningen op
productiegebied om de massa te imponeren.
Doch, wat het ook voorspelt, het voorspelt
een definitief einde van de militaire machts
strijd.
Dulles heeft het gezegd, en niet
Kroesjtsjev. Niet Nehroe, niet de rode
deken Johnson, niet Bernard Shaw, niet
Einstein. Doch Dulles, de harde staatsman
van de zelfverzekerde Verenigde Staten van
Amerika.
Dulles heeft voorspeld, dat de beide sy
stem en zich met elkander zullen meten.
Alle systemen van alle tijden hebben
zich met elkander gemeten. Zij zijn
zelfs in hun huidige vorm een samen
stel van andere systemen, waarvan zij delen
overnamen of waarvan zij invloed onder
gingen. En sinds wanneer is ons Westelijke
systeem bevreesd om zich met andere te
meten? Sinds wanneer zou een competitie
van sociale opvattingen als een bedreiging
moeten worden opgevat? Het meest kwets
bare, minst ideële, minst humane systeem
zal vrees moeten hebben voor deze vreed
zame competitie, omdat het verliezen zou
kunnen lijden door de vrije keuze van de
mensen. Het Westen moet deze competitie
met vertrouwen op eigen kracht aandur
ven. Het moet de zelfgenoegzaamheid waar
maken, waarmee het zijn systeem aanprijst.
En het moet, uit de aard van zijn eigen
systeem, niet naar militaire wapenen grij
pen omdat het een ander systeem ontmoet,
doch met zijn eigen ideële wapenen de
strijd aanvaarden. Vreest het, dat het ver
liezen zal lijden? Die vrees is wellicht niet
ongegrond, doch desondanks overbodig.
Want een systeem dat niet bereid is in zijn
onderdelen de evolutie verder te onder
gaan, waaruit het zelf gegroeid is, zou een
dood ding moeten heten.
Met al het gehamer op het aambeeld der
wapensmidsen hebben wij wellicht de
strijdbaarheid op andere dan militaire ter
reinen verloren. Dulles heeft ons gelukkig
op tijd op de schouder getikt Wij kunnen
uit de duisternis onzer politieke schuil
plaatsen nu tenminste met hem een blik
op de heldere verten werpen, die daarbui
ten zich openvouwen in het licht van onze
tijd. Van onze, nieuwe, veelbelovende tijd,
waarin zelfs Dulles met hoopgevende be
laften, is gekomen. J. L.
De bijzondere strafkamer van de recht
bank te Amsterdam heeft op verzoek van
mr. J. H. de Pont, raadsman van de 55-
jarige bankier O. R. te Amsterdam, diens
proces voor de tweede maal aangehouden.
De zaak is thans uitgesteld tot 12 Decem
ber a.s. om tien uur 's ochtends.
Deze bankier werd in Mei door de bij
zondere strafkamer bij verstek veroordeeld
tot 5 jaar met aftrek van bijna 3 jaar voor
internering en wel wegens hulpverlening
aan de vijand gedurende de laatste wereld
oorlog. Bovendien werd hij voor het leven
ontzet uit het recht om de beroepen van
commissionnair in effecten of bankier in
ons land uit te oefenen dan wel in het
bankwezen of de handel in effecten een
adviserende en/of leidinggevende functie
te vervullen.
Tegen dit verstekvonnis bestond geen
mogelijkheid tot hoger beroep. Op verzoek
van de bankier tekende diens raadsman
daarom verzet aan. Op 29 Juni zou de zaak
opnieuw worden behandeld, doch werd in-
plaats daarvan wegens ziekte van de ban
kier aangehouden tot vandaag. Wederom
wegens ziekte is de zaak nu aangehouden.
Ned. Herv. Kerk
Aangenomen naar Heeze G. E. Bakker,
cand. te Amsterdam; naar Oud-Vossemeer
A. Breure te Zegveld; naar' Dordrecht
(Waalse gemeente) P. Berthoud te Genève;
naar Winsum (Gron.) H. D. Hendriks, vic.
te Rentranchement.
Bedankt voor Utrecht A. A. Koolhaas te
Amersfoort.
Geref. Kerken
Aangenomen naar Almelo (vac. J. Ubels)
O. Jager te Vrouwenpolder, die bedankte
voor Kampen (3e pred.pl.); naar Utrecht
(vac. J. W. de Jager) L. W. Muns te Rot
terdam-Zuid.
Bedankt voor Hilversum (vac. N. B.
Knoppers) J. R. Hommes te Groningen.
Tweetal te Woerden (vac. C. v. Reenen)
J. H. Baas te Hillegersberg en J. P. Haspels
te Goënga (Fr.).
Chr. Geref. Kerken
Beroepen te Haarlem-N.: W. H. Velema
te Eindhoven.
Geref. Kerken art. 31 K.O.
Beroepen te Oegstgeest: J. J. Arnold te
IJmuiden.
ADVERTENTIE
Daar is hij
blij mee, U kunt
niet beter geven.
Zo'n HOHNER mond
harmonica is prachtig
afgewerkt, volkomen zuiver en niet duur
bovendien. In 5 minuten kan ieder er
op spelen. Wat een surprise
Model BRAVO, 28 stemmen, v.a. f 3.25
Model PADVINDER, 8-12 stemmen,
v a. f 0.75
Verkrijgbaar in elke muziekhandel en
bonafide speelgoedwinkel.
WERELDBEROEMDE
MONDHARMONICA'S
In Zoeterwoude is men begonnen met
het droogmaken van den vijver, die bij
het voormalig slot Ten Zwieten heeft
behoord, aangezien, naar hardnekkige
geruchten willen, op den bodem een
goudschat zou liggen. De belangstelling
voor dit werk is zoo groot, dat de werk
lieden den toegangsweg naar den vijver
met een hek hebben afgezet. Voor het
hek staat een jongmensch, dat van
heeren een kwartje en van boeren en
burgers een dubbeltje eischt, voordat hij
het hek voor hen opent.
Men heeft tot dusverre wel veel dikke
palingen, echter geen goudschat gevon
den. Wanneer het water van den vijver
uitgemalen is, zal men 's nachts gaan
werken, omdat het nieuwsgierig publiek
er niet mee nooddg heeft wat men dan
zal vinden.