Antillen hebben nog een adempauze tot uitbouw van hun economie VOOR verkoudheden IN DE WERELDPOLITIEK Minister Dulles opent nieuwe verten HOHNER rHoe is het ontstaan? Vijftig jaar geleden Terugblik op de West Verbreding van de welvaartsbasis is nodig om komende werk loosheid op te vangen J 3 Meer steunpunten nodig §mie- KAMPIOEN DE LEKKERSTE LETTER Agenda voor Haarlem Gezonken zandschip gelicht; één slachtoffer gevonden Samenwerking van PHI en Masjumi mogelijk Proces tegen Amsterdamse bankier weer aangehouden Kerkelijk Nieuws Vraag ook een mondharmonica! Uit Haarlems Dagblad van 22 November 1905 DINSDAG 22 NOVEMBER 1955 (Van onze reisredacteur) De rijk voorziene winkels, de ijskasten, de glimmende Amerikaanse auto's, „bal zalen-op-wielen", kortom: het ganse goede leven van Curasao en Aruba tegenover de stoffige soberheid van het oude, houten Paramaribo, dat alles zou wel eens tot de gevaarlijke misvatting kunnen leiden dat alleen in Suriname ernstige economische problemen bestaan. Een misvatting, want voor het ogenblik mogen Curasao en Aruba zich baden in de oliewelvaart, de kans bestaat dat de Venezolaanse oliestroom naar de Antilliaanse raffinaderijen op een kwaad moment opdroogt. De twee gigantische bedrijven van C.P.I.M. en Lago hebben hun top vrijwel bereikt, hun bijdrage aan de landswelvaart zal nauwelijks meer stijgen. De bevolking van de beide hoofd-eilanden echter groeit in snel tempo voort. Sterker nog klemt dit probleem omdat die bevolking „jong" is. Op Aruba zal volgend jaar haast 25 percent van de bevolking op de school banken zitten. Wie zal straks deze jonge handen werk geven. Men moet vrezen, dat de economen gelijk hebben wanneer zij voorspellen dat de Antillen binnen vijf of tien jaar met een ernstig werkloosheidsprobleem zullen worstelen. eigen bate ten tonele voeren. Zo bijvoor beeld toen de Lago verklaarde dat Vene zolaanse geprikkeldheid over Amerikaan se vakbondsactie op Aruba haar wel eens zou kunnen dwingen de raffinaderij bin nen enkele jaren te sluiten. Met deze ver klaring als een moker sloeg de Lago het vakbondsvliegje voorlopig knock-out. Privé verklaarde een olie-functionaris overigens dat men natuurlijk wel met de vakbond zou willen onderhandelen, zo gauw die de meerderheid van de arbeiders achter zich zou hebben. Zonder te willen afdingen op de noodzaak om zich op alle politieke en economische consequenties van de verhouding tot Venezuela koel en zakelijk te bezinnen, zal men er dus goed aan doen allerlei dreigende of angstige woorden hieromtrent met een korreltje zout te slikken. De raffinaderijen mogen dan voor een gulden op de balans staan, de maatschappijen voelen er waarschijnlijk weinig voor deze zeer winstgevende mil- liarden-bedrijven vanwege nationalisti sche emoties op de overwal op de schroot hoop te gooien. En de heer Perez Jimenez zal er van zijn kant waarschijnlijk wel bij zonder voor oppassen om een oliekraan te sluiten waardoor dagelijks een dikke ze venhonderdduizend voor Venezuela profij telijke vaten „crude" vloeien. Als aanzien lijk zakelijker man dan Perzië's zeer voor malige premier Mossadeq zal hij er wel voor waken een herhaling van diens be slissend-verlóren bokspartij met -een an dere oliemaatschappij uit te lokken. Adempauze van 25 jaar Men kan er dus gevoegelijk van uitgaan, dat de Antillen voorlopig nog een adem pauze van op zijn minst 25 jaar zullen hebben, waarin, zoals een hoge olie-func tionaris mij verzekerde, „de vooruitzichten voor de olie-industrie, gegeven een stabiele regering en een stabiele arbeidssituatie, uitgesproken briljant zijn." Hij voegde daar onmiddellijk aan toe, dat de bedrei ging van die stabiliteit ligt in het eerder gereleveerde feit, dat de Antillen uit de jas van de oliewelvaart beginnen te groeien. Werkloosheid buiten de olie-industrie, ver- pauperisering, politieke onrust, ziedaar een veel wezenlijker bedreiging voor de An tilliaanse drijfkurk. Wederom: uitbouw van de Antilliaanse economie is het essentiële punt. Wat kan er worden gedaan om de labie le Antilliaanse economie meer steunpun ten te geven? De mogelijkheden moeten niet worden overschat. Landbouw en vee teelt bieden behalve op de Bovenwind se Eilandengeen enkele kans. De rege ring probeert het tourisme te stimuleren, een nuttig en noodzakelijk streven, dat echter voor het opdoemend werkloosheids probleem nauwelijks een oplossing biedt. Dus is ook op de Antillen dat toverwoord „industrialisatie" opgedoken. Maar wat voor industrie op deze eilanden, die geen grondstoffen en een bevolking met een laag scholingspeil bezitten? Landelijke en eilandelijke overheden hebben op dit stuk een nuttig initiatief genomen: de instelling van vrije havenzönes op Curagao en Aru ba, die vermoedelijk zeer binnenkort hun beslag zullen krijgen. Niet alleen produc ten-opslag, maar ook verwerking of as semblage zouden in deze zones vrij van rechten kunnen geschieden. Er is door buitenlandse industrieën, on der andere door een Nederlandse verffa- briek, reeds belangstelling getoond voor dit project, dat een eerste stap zou kun nen zijn naar het doel om van de Antillen een commercieel en industrieel bastion in het Caraibische gebied te maken, om hun economie naast de olie-industrie nieuwe peilers te geven. Zal de olie-industrie op de Antillen blij ven? Het is moeilijk uit het koffiedik der internationale oliepolitiek, Amerikaanse vakbondsacties, Venezolaanse belangen en emoties en Antillaanse beduchtheidsreac ties een nuchter toekomstbeeld te puren. Men weet dat de Venezolanen zeggen uit eindelijk de raffinage en olie ook hun enige welvaartsbron in eigen land te wensen. Momenteel geldt ruwweg als stel regel dat de olie van eertijds verleende concessies in het buitenland geraffineerd mag worden, maar dat voor nieuwe conces sies meestal de voorwaarde van raffinage in Venezuelo wordt gesteld. Op die basis zou men kunnen uitrekenen dat men over een dikke 25 jaar C.P.I.M. en Lago vaar wel kan wuiven, een afscheid dat de An tillen tot een chronisch armenhuis zou maken. Daarbij komt dat tot paniek ge- neigden zich pijnigen met het schrikbeeld van onverhoedse nieuwe en stringenter condities, die Venezuela's sterke man Perez Jimenez ter versteviging van eigen positie mogelijk zou moeten stellen. Sommigen kunnen zich niet onttrekken aan de gedachte, dat de olie-maatschappij en de Venezolaanse boeman wel eens ten ADVERTENTIE Deze aangename zalf verlicht méér, omdat ze geconcentreerd isl Snelle opluchting volgt, wanneer U borst, keel en rug met Vicks Vapo- Rub inwrijft. De verzachtende dam pen worden direct door dc ontstoken luchtwegen ingeademd. Tegelijker tijd verlicht de verwar mende pleister-werking de benauwde borst. Onze reisredacteur, die naar aanlei- ding van het koninklijk bezoek aan de •i West twee maanden in Suriname en de i Antillen vertoefde, zal in een korte reeks artikelen enige van de voornaam- 8 ste problemen van deze rijksdelen be- handelen, problemen, waarbij Nederland uiteraard nauw betrokken is. Hij geeft in dit artikel een beeld van de belang- rijkste facetten der Antilliaanse econo- >ooocoooooc>cxxc>D<>ooa50oooooo«wocoooocaxx)C<xx>2ccocccccx Wat zijn de remmende factoren voor deze uitbouw? Afgezien van een door de huidige welvaart wel begrijpelijke traagheid om het probleem met alle macht aan te pakken is daar het politieke klimaat, fel, bewogen, uiterst subjectief en vaak nog verscherpt door een eilandelijke rivaliteit, die door de grote mate van eilandelijke autonomie soms te zeer gelegenheid krijgt tot uiting te komen. In plaats van een evenwichtig, ge coördineerd landelijk ontwikkelingsbeleid treft men een eilandelijke race, waarin de vier „arme" eilanden Bonaire en de Boven winden bij voorbaat kansloos geslagen zijn, de hen door Curagao en Aruba nogal mok kend verleende steun ten spijt. Historisch is deze eilandgeest zeker verklaarbaar.Voor de ontwikkeling van het jonge autonome land lijkt zij soms een ernstige handicap, een versplintering van het potentieel van een volk van nog geen tweehonderdduizend mensen. Scherpe politieke strijd In dat politieke klimaat van de Antillen raakt zelfs de Nederlander die onder de Caraibische zon niet de behoedzaamheid van het Haagse politieke debat verwacht, onthutst door de venijnige scherpte, door de mate van onverzoenlijkheid en vooral door de sterke verpersoonlijking van de partijstrijd. De toon in de staten is bepaald niet hartelijk. Het lijkt eerder gebruik het „zinloos gewauwel" van de tegenstander te laken dan het gewoon met de „geachte af gevaardigde oneens te zijn". Een heftig partij kiezende pers strijdt het politieke gevecht met dezelfde scherpte mee. De resultaten van dit alles zijn niet altijd be moedigend: de verhouding regeringgou verneur is al precair, de kloof tussen de regerende „democratische partij" en de „Nationale Volkspartij" van dr. Da Costa Gomez lijkt vrijwel onoverbrugbaar. Men ontkomt niet aan de indruk dat in de An tillen, die nu hun kortelings verworven autonomie hanteren, het raam van de na tionale eenheid waarbinnen alleen de vruchtbare wisselwerking van regerings beleid en oppositie tot stand kan komen, nog niet geheel afgetimmerd is. Dat dit gevaren kan opleveren werd on langs bewezen in de vakbondskwestie (bij de Lago op Aruba en in de Curagaose fos faatmijn). Door een stortvloed van harts tochtelijke beschuldigingen, tegenbeschul- digingen en dreigementen raakten enige eenvoudige punten finaal overspoeld, te weten, dat in het Koninkrijk der Nederlan den de vrijheid van verenigen en vergade ren bestaat en dat het collectief behartigen van arbeidersbelangen waarlijk geen radi cale gedachte meer is, sterker nog, dat mits men het in gezonde banen kan leiden, alle partijen er bij gebaat zijn. Juist het feit dat het ontstaan van vakbonden in de Latijns- Amerikaanse sfeer extra groeipijnen met zich meebrengt, had tot rustiger, on-poli- tieker behandeling kunnen nopen. Nu zit men met aanzienlijke brokken. Men behoeft dit alles overigens niet al te tragisch op te nemen. De Caraibische hitte Het woord kampioen is via het Franse champion ontleend aan het middella- tijnse campio, maar de betekenis was vroeger een geheel andere dan thans. In de middeleeuwen noemde men hem kampioen, die in een gerechtelijk twee gevecht namens iemand anders de wa penen voerde, een gemachtigde dus of plaatsvervanger. Vandaar de betekenis: iemand die het voor een ander, een zwakkere of een vrouw, opneemt, waaruit die van: een krijgsheld logisch voortvloeit. Als sportterm overgeno men uit het Engelsch betekent kam pioen: hij die in een bepaalde wedstrijd al zijn tegenstanders heeft verslagen. Dit kan van personen en van verenigin gen worden gezegd. Etymologisch hangt kampioen samen met campus: veld waar gestreden ^wordt. Verwant is kemphaan. brengt het temperament snel naar het kookpunt en het koloniale tijdperk was uiteraard geen ideale leerschool voor het spel der democratie. Toch zal sterker een heidszin nodig zijn in de korte adempauze die de Antillen nog hebben. Want de pro blemen die hun toekomst zo onzeker ma ken, zijn niet gering. Ook Nederland zal bij die problemen betrokken worden. Het zal daarbij een open oog moeten hebben voor het feit dat de Antillen tot het Caraibische gebied behoren en dat speciaal de natuur lijke binding van de Benedenwindse Eilan den met de Venezolaanse overwal in be trekkingen op velerlei gebied tot uiting dienen te komen. Men zal moeten ijveren om de in Caracas gekoesterde gedachte dat de Antillen op Venezuela parasiteren,plaats te doen maken voor het besef, dat er ge zonde wederzijdse belangen zijn. Zowel de binnen- als de buitenlandse aspecten van het Antilliaanse probleem zullen van Ne derland veel tact en werkelijkheidszin eisen. De woorden van Koningin Juliana tot de Antilliaanse staten: „Wat de toe komst brengen zal, weet niemand. Wij gaan haar tegemoet met de wil tot onder linge samenwerking", drukken dat beter uit dan menig lang betoog. Lonardi naar de V S. Generaal Eduardo Lonardi, die verleden week aftrad als president van Argentinië, gaat de volgende week naar de Verenigde Staten voor een medische behandeling. Voor hij president Perón opvolgde, stond hij reeds onder doktersbehandeling. ADVERTENTIE 5! DINSDAG 22 NOVEMBER Minerva: Lezing met film door jhr. Dr. J. C. Mollerus, over zijn reis naar de Verenig de Staten, 8.15 uur. Cinema Palace: „De mooiste vrouw ter wereld", 14 jaar. 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Ciske de Rat", 14 jaar, 7 en 9.15 uur. Studio: „De Pickwick- club", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Lido; „Meis jes voor Tanger", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Detective Callaghan grijpt in", 18 jaar, 8 uur. Roxy: „Op weg naar Singa pore", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Luxor: „French Can Cain", 18 jaar, 7 en 9.15 uur. Frans Halsmuseum: 20 uur, Volksuniversiteit. Voordracht door mr. J. A. Meyer over: „Het probleem van het ouder worden". WOENSDAG 23 NOVEMBER Minerva: Centrum Sint Nicolaasfeest, 1.30 en 4 uur. Cinema Palace: „De mooiste vrouw ter wereld", 14 jaar. 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Ciske de Rat", 14 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Studio: „Warenhuis op stel ten", alle leeft., 2.15 uur en „De Pickwick- club", alle leeft., 7 en 9.15 uur. Lido: „Meis jes voor Tanger". 18 jaar, 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Detective Callaghan grijpt in", 18 jaar, 2.30 en 8 uur. Roxy: „Op weg naar Singapore", 18 jaar, 2.30, 7 en 9.15 uur. Luxor: „French Can Can", 18 jaar, 2, 7 en 9.15 uur. Frans Halsmuseum: 20 uur, Volksuniversiteit. Voordracht door de heer H. P. Baard in zijn cursus „Vijf eeuwen schilderkunst in de Nederlanden". Wester houtstraat I A: 20 uur, Voordracht door de heer A. G. Degenaar, arts, over „De mens en z:j:i verlossing". De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Foster Dulles, heeft in zijn epiloog op de laatste Geneefse conferentie een merkwaardige for mulering gebruikt voor wat hij van de Russische politiek denkt. Daaruit zou kunnen blijken, dat de mislukte conferentie hem toch wel heel belangrijke dingen duidelijk heeft gemaakt. Het lijkt zelfs alsof een tot in den treure en hardnekkig volgehouden misverstand tussen Oost en West tenslotte u:t de weg geruimd is, zodat de Westelijke politiek eindelijk kan worden geba seerd op de realiteit en niet langer behoefte heeft aan leuzen, die door hun onwezenlijkheid het Westen zelf een gevoel van onzekerheid hebben ge geven en het Oosten ongetwijfeld als in hoge mate onwaarachtig zijn voor gekomen. Dulles blijkt tot het inzicht gekomen te zijn, dat men een andere interpretatie dient te geven aan het begrip „koude oorlog" en dat men deze, in de huidige situatie van internationale verhoudingen, zal kunnen aan aarden zonder onmiddellijk aan verrassingsaanvallen met atoombommen of oorlog in het algemeen te denken. De radio-rede van Dulles na zijn terug komst uit Genève verschilde in vele op zichten van de toespraken, die deze minis ter de laatste jaren ten aanzien van de internationale situatie heeft gehouden. Er klonk zelfs een toon van milde staatsmans wijsheid in, waarvan de politieke redevoe ringen na de oorlog zelden blijk gegeven hebben. In de meeste gevallen hebben onze politici na de Tweede Wereldoorlog zich bepaald tot het opvoeren van de algemene angstgevoelens, door steeds opnieuw te ha meren op de noodzaak tot verdediging in het licht van een enorme bedreiging. Wei nigen van hen zijn ertoe kunnen komen, die bedreiging in haar werkelijke verschij ningsvormen te analyseren en de blik over de enige perken van hun nationale „schoots veld" te richten naar verten, waar de wer kelijke toekomst van Europa en de wereld verborgen lag. Verborgen, doch te raden en te definiëren in haar logische, redelijk te verwachten gestalte. Minister Dulles heeft in een enkele zin snede de kern geraakt van de strijd, die de wereld nu ai zoveel jaren in spanning houdt. Hij heeft een moment de tegenover elkander gestelde kanonnenlopen uit het oog verloren en zich de moeite gegeven scherp 'toe te zien naar wat er achter die lopen stond opgesteld: aan weerskanten, achter de wallen van elkander opdrijvende militaire krachtsprestaties, zag hij de mil- lioenenvolken met hun aspiraties en idea len, even tegengesteld en even dreigend als de kanonnen. Want in werkelijkheid zijn het de bedoelingen en strevingen van mil- lioenen, die op zeker moment hun overtui ging door middel van militaire operaties willen doordrijven. Zo is het in de ganse wereldgeschiedenis altijd geweest en totnu- toe hebben die operaties tenminste een kans op snel succes gesuggereerd. Doch nu zelfs die kans op succes is weggevallen en daarvoor in de plaats een visioen van te rugwerkende vernietigingskracht geko- John Foster Dulles men is, dat geen ruimte meer laat voor zelfs de geringste verwachtingen over de uitwerking van militair geweld, is niet de naijver der volken, doch wel één der moge lijkheden om die naijver bot te vieren weg gevallen. Het botvieren van naijver is in werke lijkheid wat men met een moderne term „koude oorlog" noemt. Minister Dulles heeft nu gebroken met de gewoonte, de „koude oorlog" als een in leiding tot de „hete oorlog" te kenschetsen. Hij heeft met enkele welgekozen woorden duidelijk gemaakt, dat de „koude oorlog" moet worden gezien als een mogelijkheid voor tegengestelde massa-opvattingen om zich een competitieveld, een wrijfvlak te scheppen. Hij moet zich wel verdiept heb ben in de enorme evolutie, die zich sinds 1917 in Europa voltrokken heeft en die tot het ontstaan van enorme sociale tegenstel lingen heeft geleid. Hij heeft zich wellicht ook daarbij gerealiseerd dat die evolutie op rampzalige wijze is onderbroken door het incidentele geval van een hernieuwde Duitse greep naar de hegemonie, die tot de Tweede Wereldoorlog leidde, doch die in wezen niet direct met deze ontwikkelings gang te maken had. Zonder deze woorden te gebruiken logenstraft hij de kortzichti- gen, die in de huidige situatie een nieuw „München" willen zien en de omstandig heden van vandaag gaan vergelijken met die van 1939. Kortom, Dulles heeft eigenlijk het ganse wankele bouwsel van de Westelijke propa ganda neergehaald en de spot gedreven met hen, die eigenzinnig blijven aanvuren tot louter militaire inspanningen als heil middel voor alle kwalen van deze tijd. Hoe beschamend is het thans, te denken aan wat een Nederlands afgevaardigde in 1952 in de Raad van Europa ten beste gaf als hoog ste wijsheid voor de koers der Europese volken: „Wij hebben nog zes maanden de tijd om Europa te verenigen en onze legers te groeperen ter verdediging onzer hoog ste belangen." De angst, gecultiveerd in het belang van een hooggestemd ideaal als de Europese eenheid, is in vele toonaarden en vele kringen als zekerwerkend middel mis bruikt en nooit zijn, degenen, die niet ver der konden zien dan deze primitieve om- perking hunner politieke inzichten, op de gedachte gekomen de toekomst van Europa en de wereld af te meten naar de coördina tie der sterke levenskrachten, die in gans Europa schuilden en nog schuilen. Nu Dulles de sprong naar een wijder perspectief gewaagd heeft, zullen anderen hem misschien navolgen, zoals zij in het verleden maar al"te gaarne staatslieden van grote mogendheden hebben nagevolgd. Zij zouden er nu misschien goed aan doen, want Dulles heeft wellicht een beter voor nemen gemaakt dan welke minister van Buitenlandse Zaken der V.S. in het verle den ook. Hij heeft verklaard: „Wij moeten aan nemen dat de Sovjet-Unie voort zal gaan met haar pogingen, om, evenals in het ver leden, op alle manieren te trachten haar systeem te doen overheersen, behalve door middel van een oorlog. We kunnen echter Door de N.V. Rederij v.h. Gebr. Goed koop te Amsterdam is het zandschip „Stad Zwolle" gelicht dat Donderdagmorgen in de IJsel bij Kampen is gekapseisd. Nadat het schip boven water was gebracht werd het leeggepompt. In de machinekamer werd, vastgekneld onder een omgeslagen werk bank, het stoffelijk overschot gevonden van J. H. Venneman uit Zwolle. Het lichaam bevond zich ongeveer bij de plaats waar men Donderdag een gat in de scheepsbo dem had gebrand en waar men nog met het slachtoffer gesproken heeft voor de ont ploffing. Daarna werd de kajuit in het voorschip leeggepompt, die echter leeg bleek te zijn, zodat het vermoeden dat het andere slachtoffer, R. de Vries, tijdens het kapseizen met het zand over boord is ge slagen is bewaarheid. Het schip is naar de wal gesleept. De schade wordt geschat op 20.000 gulden. „Ik heb goede hoop, dat samenwerking met de PNI (nationalisten) bij de te vormen regering na het optreden van het nieuwe parlement mogelijk is. De geschillen tussen beide partijen zijn veelal van niet-princi- piële en tijdelijke aard, waarover meestal een compromis mogelijk is". Aldus heeft mr. Wibisono, fractievoorzitter van de Mas jumi (Mohammedanen) in het Indonesische parlement en lid van het hoofdbestuur van deze partij in Den Haag verklaard. Mr. Wi bisono is met vier andere Indonesische parlementsleden op doorreis naar New York, waar zij zullen optreden als advi seurs van de Indonesische UNO-delegatie. Mr. Wibisono zei in zijn verwachtingen voor deze samenwerking ter vorming van een regering, waarvan de drie grote par tijen Masjoemi, Nahdatul Ulama en de PNI deel zullen uitmaken, door het informele vooroverleg met leiders van de PNI te zijn gesterkt. Desgevraagd noemde mr. Wibisono als een der oorzaken van de nederlaag van de Masjumi bij de algemene verkiezingen in Indonesië dat de Masjumi niet zoveel in tellectuele politieke leiders heeft zoals bij voorbeeld de PNI, die ook veel aanhangers heeft onder ambtenaren, vooral op de mi nisteries van voorlichting en binnenlandse zaken. „Deze ambtenaren hebben hun positie goed aangewend om het versterken van hun partij", aldus mr. Wibisono. hopen dat deze mededinging niet zal wor den voortgezet met dezelfde vijandigheid en verbitterdheid als die, welke de betrek kingen tussen ons in het verleden bezoe deld hebben." Dat betekent zeer veel. De koude oorlog, oftewel de mededinging tussen systemen, gaat door. De strijd tussen communisme naar Russisch model en de democratisch- kapitalistische orde van het Westen zal wor den voortgezet, zonder oorlog, met al'le middelen die zich aandienen. Dat betekent felle strijd op het economische, sociale, cul turele en politieke terrein. Dat voorspelt sluwe infiltraties aan weerskanten teneinde ideeën te propageren en mensengroepen te interesseren. Dat voorspelt inspanningen op productiegebied om de massa te imponeren. Doch, wat het ook voorspelt, het voorspelt een definitief einde van de militaire machts strijd. Dulles heeft het gezegd, en niet Kroesjtsjev. Niet Nehroe, niet de rode deken Johnson, niet Bernard Shaw, niet Einstein. Doch Dulles, de harde staatsman van de zelfverzekerde Verenigde Staten van Amerika. Dulles heeft voorspeld, dat de beide sy stem en zich met elkander zullen meten. Alle systemen van alle tijden hebben zich met elkander gemeten. Zij zijn zelfs in hun huidige vorm een samen stel van andere systemen, waarvan zij delen overnamen of waarvan zij invloed onder gingen. En sinds wanneer is ons Westelijke systeem bevreesd om zich met andere te meten? Sinds wanneer zou een competitie van sociale opvattingen als een bedreiging moeten worden opgevat? Het meest kwets bare, minst ideële, minst humane systeem zal vrees moeten hebben voor deze vreed zame competitie, omdat het verliezen zou kunnen lijden door de vrije keuze van de mensen. Het Westen moet deze competitie met vertrouwen op eigen kracht aandur ven. Het moet de zelfgenoegzaamheid waar maken, waarmee het zijn systeem aanprijst. En het moet, uit de aard van zijn eigen systeem, niet naar militaire wapenen grij pen omdat het een ander systeem ontmoet, doch met zijn eigen ideële wapenen de strijd aanvaarden. Vreest het, dat het ver liezen zal lijden? Die vrees is wellicht niet ongegrond, doch desondanks overbodig. Want een systeem dat niet bereid is in zijn onderdelen de evolutie verder te onder gaan, waaruit het zelf gegroeid is, zou een dood ding moeten heten. Met al het gehamer op het aambeeld der wapensmidsen hebben wij wellicht de strijdbaarheid op andere dan militaire ter reinen verloren. Dulles heeft ons gelukkig op tijd op de schouder getikt Wij kunnen uit de duisternis onzer politieke schuil plaatsen nu tenminste met hem een blik op de heldere verten werpen, die daarbui ten zich openvouwen in het licht van onze tijd. Van onze, nieuwe, veelbelovende tijd, waarin zelfs Dulles met hoopgevende be laften, is gekomen. J. L. De bijzondere strafkamer van de recht bank te Amsterdam heeft op verzoek van mr. J. H. de Pont, raadsman van de 55- jarige bankier O. R. te Amsterdam, diens proces voor de tweede maal aangehouden. De zaak is thans uitgesteld tot 12 Decem ber a.s. om tien uur 's ochtends. Deze bankier werd in Mei door de bij zondere strafkamer bij verstek veroordeeld tot 5 jaar met aftrek van bijna 3 jaar voor internering en wel wegens hulpverlening aan de vijand gedurende de laatste wereld oorlog. Bovendien werd hij voor het leven ontzet uit het recht om de beroepen van commissionnair in effecten of bankier in ons land uit te oefenen dan wel in het bankwezen of de handel in effecten een adviserende en/of leidinggevende functie te vervullen. Tegen dit verstekvonnis bestond geen mogelijkheid tot hoger beroep. Op verzoek van de bankier tekende diens raadsman daarom verzet aan. Op 29 Juni zou de zaak opnieuw worden behandeld, doch werd in- plaats daarvan wegens ziekte van de ban kier aangehouden tot vandaag. Wederom wegens ziekte is de zaak nu aangehouden. Ned. Herv. Kerk Aangenomen naar Heeze G. E. Bakker, cand. te Amsterdam; naar Oud-Vossemeer A. Breure te Zegveld; naar' Dordrecht (Waalse gemeente) P. Berthoud te Genève; naar Winsum (Gron.) H. D. Hendriks, vic. te Rentranchement. Bedankt voor Utrecht A. A. Koolhaas te Amersfoort. Geref. Kerken Aangenomen naar Almelo (vac. J. Ubels) O. Jager te Vrouwenpolder, die bedankte voor Kampen (3e pred.pl.); naar Utrecht (vac. J. W. de Jager) L. W. Muns te Rot terdam-Zuid. Bedankt voor Hilversum (vac. N. B. Knoppers) J. R. Hommes te Groningen. Tweetal te Woerden (vac. C. v. Reenen) J. H. Baas te Hillegersberg en J. P. Haspels te Goënga (Fr.). Chr. Geref. Kerken Beroepen te Haarlem-N.: W. H. Velema te Eindhoven. Geref. Kerken art. 31 K.O. Beroepen te Oegstgeest: J. J. Arnold te IJmuiden. ADVERTENTIE Daar is hij blij mee, U kunt niet beter geven. Zo'n HOHNER mond harmonica is prachtig afgewerkt, volkomen zuiver en niet duur bovendien. In 5 minuten kan ieder er op spelen. Wat een surprise Model BRAVO, 28 stemmen, v.a. f 3.25 Model PADVINDER, 8-12 stemmen, v a. f 0.75 Verkrijgbaar in elke muziekhandel en bonafide speelgoedwinkel. WERELDBEROEMDE MONDHARMONICA'S In Zoeterwoude is men begonnen met het droogmaken van den vijver, die bij het voormalig slot Ten Zwieten heeft behoord, aangezien, naar hardnekkige geruchten willen, op den bodem een goudschat zou liggen. De belangstelling voor dit werk is zoo groot, dat de werk lieden den toegangsweg naar den vijver met een hek hebben afgezet. Voor het hek staat een jongmensch, dat van heeren een kwartje en van boeren en burgers een dubbeltje eischt, voordat hij het hek voor hen opent. Men heeft tot dusverre wel veel dikke palingen, echter geen goudschat gevon den. Wanneer het water van den vijver uitgemalen is, zal men 's nachts gaan werken, omdat het nieuwsgierig publiek er niet mee nooddg heeft wat men dan zal vinden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 5