Naam die een begrip werd voor stamdin; en kwaliteit in het reelame^wezen MMsa Avontuurlijke carrière van Nederlands eerste advertentiebureau SPOORW Jubilerend reclame-bedrijf gehuldigd VIJFENZEVENTIG JAAR „DE LA MAR" Mmlëim Zijiule Aêr&s 'A% Kumar hier önckr. DINSDAG 13 DECEMBER 1955 Eerlijk duurt het langst óók in de reclame Het prille begin De re gelprijzenoorlog Grollenbergs entree Verfijning contra humbug CcuxtC(fUvU>Qq De crisisjaren Affichefilm en t.v. [j Herrijzenis Examens Lago geeft Kerstbonus Nieuwe lekenspelgroep WAT IS EIGENLIJK „RECLAME?" Hoe wordt ze gemaakt en wat bereikt men ermee? Hoeveel „waarheid" bevat de tekst van een willekeurige kranten annonce, een aanplakbiljet of een lichtreclame voor, zeg „het beste snelscheer- apparaat" of „de lekkerste rolmops b ter wereld"? De man in de straat accepteert de reclame, zoals ze tot hem komt. Soms spelt nol pauze-plaatjes op liet bioscoop keurt hij ze misschien geen blik waardig en daarmee basta. hij de advertenties in zijn lijfblad, de kleurige foldertjes die in zijn brievenbus plegen neer te dalen en de pauze-plaatjes op het bioscoop-doek; soms ook Heel de achtergrond van het interessante, kleurrijke reclamemétier, met al zijn wonderlijke psychologische, culturele en sociaal-economische roerselen blijft voor hem een gesloten boek en dikwijls doet hij de ganse problematiek, die daarmee samenhangt, af met de trieste dooddoener: „Reclame? - allemaal nè; OM DIT NOG wij cl-verbreide misverstand te kunnen ophelderen, moet men meer dan een vluchtige blik achter de schermen van het reclamebedrijf kunnen slaan, maar dit is een privilege, dat slechts aan weinige buitenstaanders wordt voorbehouden. De reclamemensen, die zelf zo graag klagen over de geringe animo van handel en in dustrie, hun reclame-budgetten en metho den wereldkundig te maken, zijn namelijk in het algemeen ook zelf zo dicht als een pot als het om de geheimen van hun vak gaat. Deze week bestaat een der oudste en meest vermaarde reclame-bedrijven in Nederland, de N.V. De La Mar te Amster dam, vijfenzeventig jaar en met een breed gebaar legt zij, ter gelegenheid van dit zeldzame jubileum, al haar kaarten open, daarmee aan leek en concurrent een royaal inzicht gevend van alles wat er in de keuken van haar bedrijf aan artistieke en wetenschappelijke reclame wordt uit gedokterd en dat is meer dan velen ooit vermoed zullen hebben. Voor ons ligt het lijvige, profiius-geiHus- treerde boekwerk, dat De la Mar voor dit jubileum het licht deed zien: een stan daardwerk van de geschiedenis der reclame in Nederland, geschreven in de prettige, direct-op-de-man-afgaande trant van 't vak door de eigen medewerkers. ,,De Vierde Vrijheid," zo heet dit boek met een kleine buiging voor Lord Beveridge's rake formu lering van de betekenis der reclame: .,In een vrije wereld heeft de reclame een grote taak jegens de gemeenschap. Zij stelt de burger in staat, zo goed en zoveel mogelijk profijt te trekken van zijn Vierde Vrijheid, dat is: zijn recht om zijn inkomsten naar eigen goeddunken te besteden." GOEDE, „VERANTWOORDE" reclame heeft inderdaad, een sociale roeping en zij is stellig geen „nep" om de goegemeente geld uit de zak te kloppen voor allerhancl onnutte of onnodige zaken. „Er zijn vele soorten van reclame," zegt De la Mars tegenwoordige directeur Willem Grollen- berg, die al een slordige veertig jaar in het vak zit, „Zij kan suggestief, brutaal of des noods zelfs wansmakelijk zijn. Eén ding echter kan zij zich nimmer permitteren, en dat is oneerlijkheid. Wie in de reclame leu gens opdist door bijvoorbeeld een artikel niet-bestaande kwaliteiten toe te dichten, die tekent zijn eigen doodvonnis. Het hele vsm ii&ï m - -M Een der eerste successen. De la Mar ver wierf het alleenrecht voor alle treinreclame der H.IJ.S.M. geheim om groot te worden in ons vak is: Vertel het publiek de waarheid en niets dan de waarheid, maar dien die op in de aan trekkelijkste vorm die je ervoor bedenken kunt De la Mar is nooit een duimbreed van dat principe afgeweken en het i s groot gewor den. Faire, beschaafde methoden vormden zijn onaantastbaar credo sinds de stichter van deze dynastie der reclame-grootvorsten driekwart eeuw geleden zijn eerste „patent" verwierf. Abraham de la Mar was de naam van deze ondernemende jongeling, die, koud van de schoolbanken, al deftig in het zwart gestoken, zijn vader Alexander vergezelt naar de beurs. Alexander, die de eerste agent van Reuters Nieuwsdienst in Neder land is, heeft vele relaties onder de beurs mensen en sticht om hen te gerieven een „Financieel Advertentiebureau," waar de makelaars en bankiers hun annonces voor nieuwe emissies en andere financiële nieuw tjes kwijl kunnen. Zo maakt Abraham voor het eerst kennis met het dan nog schuchtere verschijnsel dat reclame heet en het fasci neert hem bovenmate. Hij leest van de fabelachtige successen van circus Barnum en Bailey, dat een geheel nieuwe stijl van adverteren uitvindt en er in korte tijd mil- lioenen aan verdient. Hij bestudeert ook de methoden van een Britse zalffabriek, die in 1864 al 20.000 pond per jaar aan reclame besteedt en besluit geestdriftig, dat dit zijn voorland is. EIND 1880 krijgt Abraham het begeerde potent en begint het Algemeen Adverten tiebureau A. de la Mar Azn. zijn wonder- nep lijke carrière. Een kleine kamer aan de Spuistraat wordt het hoofdkwartier en van daar verzendt Abraham aan handel en in dustrie zijn opwekkingen om te gaan ad verteren. Hij treedt ook in contact met de dagbladen: Aan Johan Enschedé en Zonen, uitgevers van de Opregte Haarlemsche Courant, schrijft hij: „Ik verzoek U, mij wel te doen weten, welke rabatten U mij kunt toestaan als ik U voortdurend een be trekkelijk aanzienlijk aantal advretentiën zend." Nederland is in goede doen in deze dagen en zo lukt het Abraham, steeds meer zaken lieden voor de reclame te winnen. Hij ver werft het recht, alle rijtuigen van de Hol landse IJzeren Spoorwegen met reclame te behangen, daarna ook de alleenverkoop van alle reclame voor de roemruchte we reldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam. Dat opent ook de deuren van de leiders der grote industrieën en handelskantoren en daarmee is Abrahams naam gemaakt. Als de stereotype komt een systeem om drukwerk-zetsel door middel van ma trijzen te vermenigvuldigen, koopt De la Mar een drukkerij-zetterij op en verbindt er een stype-inrichting aan, een der eersten in Nederland, opdat zijn klanten zelf het lettertype en de „opmaak" van hun adver tenties kunnen uitkiezen, terwijl zij boven dien van tevoren kunnen conrtoleren, hoe die annonces in de krant verschijnen zullen. Lange tijd is hij de enige, die deze service biedt. Er komen echter ook zware zorgen. Vele kranten verpachten hun advertentieruimte aan De la Mar, die de regels verkoopt voor prijzen welke soms zestig percent beneden de officiële liggen. Een tijdlang gaat dat naar wens, maar dan komen er kapers op de kust: concurrerende reclamebedrijfjes en er ontbrandt een hevige oorlog in regel- prijzen. De la Mar verweert zich met nieuwe wapens: hij neemt de graveur Haechlet in dienst en begint zijn adverten ties te illustreren. Hij verbetert zijn service, breidt drukkerij en stypendienst uit. Aan het begin van de nieuwe eeuw omvat zijn huisdrukkerij al meer dan honderd letter- families! ALS ZIJ ZIEN, hoe winstgevend de ad vertentieverkoop geworden is, proberen de kranten alles om van het pachtstelsel af te komen. Eerst onderbieden zij de regelprij- zen der advertentiebureaux. Als dat niet lukt, bieden zij hun een regeling aan, waar bij alle bureaux precies dezelfde prijzen zou den moeten berekenen. De la Mar wil er niet aan en een nieuwe prijzen-veldslag breekt los, die echter al gauw onderbroken wordt door een veel groter calamiteit: de eerste wereldoorlog. Wie denkt er nog aan adverteren in de eerste maanden van die wereldbrand? Het wordt stil in De la Mars kantoor in de hoofdstad, maar het pas opgerichte filiaal krijgt werk genoeg: bergen kopij voor de aankondiging van regeringsmaatregelen en nationale leningen, die bij De la Mar gezet en opgemaakt worden. Allengs keert het geschokte vertrouwen terug en beginnen ook handel en industrie weer te adverteren. Kort voor 1916, het jaar waarin De la Mar de eerste kleurenadvertentie maakt, die ooit in de Nederlandse pers verscheen, wordt Willem Antoon Grollenberg, schoonzoon van Abraham en tot dan toe gemeente-amb tenaar in een Limburgs stadje, in de direc tie opgenomen. De firma wordt omgezet in een N.V. en men betrekt twee panden aan de Nieuwe Zijds, in het hart van de Am sterdamse kranten-gemeenschap. De ver binding met de dagbladen is trouwens een dubbele, want Abraham is, net als voor heen zijn vader, tevens agent van Reuters Nieuwsdienst. Kort nadat Grollenberg zijn intrede gedaan heeft, is er een enorme rel ontketend door De Telegraaf, die woedend is, omdat zij van Reuter geen Amerikaanse koersen meer krijgt, terwijl de Amsterdam se bankiers die via Grollenberg wel ontvangen. In heftige verwijten beschuldigt het blad deze laatste die inderdaad na het uitvallen van de desbetreffende Reuter service op eigen houtje een Amerikaanse koersendienst georganiseerd heeft, waarop iedereen zich abonneren kan van „schan dalige speculanten-praktijken." Het mis verstand wordt natuurlijk snel opgehelderd en De Telegraaf krijgt haar koersen. In 1916 tekent Grollenberg ook de Rege len voor het Advertentiebedrijf, die een eind maken aan het jarenlang gesjacher. De regelprijzen worden vastgelegd en alle advertentiebureaux ontvangen dezelfde commissie. Tweehonderd beunhazen in het vak sneuvelen, maar ook de resterende bonafide bureaux kunnen op de nieuwe basis moeilijk meer concurreren. Van nu af moeten zij wedijveren in service en creatieve prestaties. De la Mar richt een eigen studio in, engageert jonge talenten voor de tekenkamer en de eerste Neder landse „copywriter", Van den Berg, die later directeur zal worden van het Bureau voor Oplaagcontróle. In 1921 wordt in Rot terdam een filiaal gesticht, een jaar daarna volgt de oprichting, door directeur Grollen berg persoonlijk, van een zelfstandig kan toor in Batavia. Dan, kort nadat Abraham zich in 1924 uit de zaken teruggetrokken heeft, besluit de margarinekoning Jurgens zich te ontdoen van al zijn neven-ondernemingen. Daar onder is ook het „Nederlands Reclame bureau", dat zich in hoofdzaak bezighoudt met de exploitatie van aanplakborden en zuilen. De la Mar neemt alle aandelen over en betreedt daarmee ook het terrein van de „buitenreclame." Het tijdperk van de lopende band in geleid door de massaproductie-methoden der oorlogsindustrieën brengt grote verande ringen in de reclame-techniek. Er is veel humbug-reclame, maar in Engeland, Scan dinavië en Nederland verschijnen mis schien als reactie daarop juist „verfijn der" advertenties, die niet schreeuwen, doch integendeel een beschaafde, vertrouwen wekkende stijl hebben. De typografische acrobatiek wordt vervangen door een ver antwoorde aesthetische vormgeving en een nieuwe figuur doet zijn intrede: de typogra fische componist of „layout-man." In Amerika worden enorme bedragen ten koste gelegd aan 't tekenen, schilderen en fotograferen van complete naturalisti sche reclame-tafrelen. Europa stelt in de plaats daarvan de functionele afbeelding, de symbolische voorstelling in foto of teke ning, die het naturalistische element goed deels verdringt. De affiches en advertenties van De la Mar worden eenvoudiger en tegelijk indringender; de overladenheid van weleer maakt plaats voor een harmonische, simpele vlakverdeling. MOEILIJKER is aanvankelijk de aan passing van de reclametekst aan de nieuwe stijl. Schrijvers van naam ach ten het ver beneden zich, hun pen in dienst te stellen van de reclame en dus moet men zoeken naar jong, on ontgonnen talent. De la Mar vindt zulke krachten: Cees Slewe en Damas Hogendijk, door eerstgenoemde ontdekt in een Haarlemse ijzerwinkel. Er schijnen geen werklooxcn genoeg te xlfnt Ix-i v Een der affiches die De la Mar ontwierp voor de Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland tegen het wetsvoorstel vergun ningen aiLtovervoer. Het ontwerp van wet moest ingetrokken worden. Aan het begin van de dertiger jaren waait uit Amerika een nieuwe wetenschap over, het markt-onderzoek. In het eerst vlot het daarmee in ons land niet erg en dus neemt De la Mar ook dit moeilijke werk ter hand. Het brengt verbluffende feiten aan het licht omtrent wat er leeft in de duistere diepten der consumentenziel en velen doen daar hun voordeel mee. Maar voor een reclamebedrijf, dat werkt met een lagere winstmarge dan welke andere bran che ook, is het geen lonende bezigheid. Als na '45 eindelijk speciale instituten voor opinie-peilingen ontstaan, laat De la Mar dit speurwerk dan ook gaarne aan hen over. In de laatste jaren voor de nazi-invasie wordt de staf van het bureau opnieuw aanzienlijk versterkt met de tekenaars Frits van Bemmel en de Wageningse student Eppo Doeve, een verbazingwekkend na tuurtalent, het layout-wonder Henk Both, de fotograaf König en de geniale Rus Biel- kine. Ook Karei Sartory, aan wiens boei ende historische „terugblik" in „De Vier de Vrijheid" de meeste van deze gegevens ontleend zijn, verlaat Cinetone voor een zetel als copywriter in De la Mars' heilig dom, waar hij thans een der corypheeën van de creatieve afdeling is. Inmiddels heeft de kettingreactie van de beurskrach in Wallstreet de wereldcrisis ontketend en ook in Nederland zijn ver lammende invloed doen gelden. Oude so lide handelshuizen en fabrieken moeten hun deuren sluiten en het werklozenheir loopt in de honderdduizenden. De over heid beraamt allerlei noodmaatregelen en koopt onder meer vrijwel de hele tomaten- oogst op, die anders toch maar „doorge draaid" zou zijn. De tomaten worden, als soep, voor de werklozen ingeblikt, doch deze willen er niet aan. De la Mar krijgt opdracht, het probleem op te lossen en ont werpt een strategische veldslag, waarbij het ganse arsenaal van de nieuwste recla me-wapens wordt ingeschakeld. En binnen korter tijd dan zelfs de experts durfden hopen, zijn alle millioenen onverkoopbare blikken uit de pakhuizen verdwenen en eet half Nederland welgemoed tomatensoep! Een ander huzarenstukje is tegen de re gering gericht. Deze laatste heeft, gealar meerd door het grote tekort op de spoor wegexploitatie. een concessiestelsel ont worpen om het vrachtautovervoer aan ban den te leggen. De bedrijfsautohouders, in hun bestaan bedreigd, roepen De la Mar te hulp, die onder het motto „Laat de weg vrij" een hartstochtelijke tegenactie ontke tent. Zij vindt zoveel weerklank bij het publiek, dat de regering het wetsvoorstel moet intrekken. Zelfs in Engeland worden artikelen gewijd aan het succes van deze „brillante campagne". In diezelfde tijd ontdekt directeur Grol lenberg in Amsterdam een noodlijdend be drijfje, dat prachtige scheepsmodellen en stadsmaquettes maakt. Hij begrijpt de re clame-waarde van dit werk en maakt van de „Hypsos" een zuster-maatschappij van De la Mar. Weldra zijn er opdrachten te over: diorama's voor tentoonstellingen in binnen- en buitenland, modellen voor wa renhuizen, winkelbedrijven en musea. De wereldtentoonstelling in Luik is voor een groot deel Hypsos' werk. Ook in de buitenreclame erfenis van Jurgens, thans opererend onder de naam N.V. Publex is heel wat te saneren. Sinds jaar en dag hebben duistere indivu- en met kwast en lijmpot op iedere schut ting en elk stukje huismuur in Nederland hun wilde plaklusten botgevierd, met het resultaat, dat ieder gemeentebestuur alleen bij het woord affiche al koude rillingen krijgt. De la Mars „Publex" brengt daarin grondig verandering. Het schept eenheid in de chaos van affiche-formaten en laat een licht-metalen standaard-aanplaktableau vervaardigen dat zich veel beter in land schap of stadsbeeld aanpast dan de lompe reclamezuilen die tot dan toe gebruikelijk zijn. Zulke affichetableaux, waarnaar zelfs buitenlandse architecten komen kijken, worden de gemeenten gratis beschikbaar gesteld, in ruil voor het uitsluitend „plak- recht". De crisis werkt ook door in de theaters en beweegt de Nederlandse bioscoopeige naars, ook reclamefilms in hun program ma's op te nemen. De la Mar sticht een roulementsmaatschappij en gaat zelf re clamefilms maken. Tom Struyck, later di recteur van Het Vaderland, is een der eer ste scenarioschrijvers. Schijnbaar enorme regieproblemen worden spelenderwijs op gelost: om een volksoploop te filmen, strooit men eenvoudig centen uit een dak venster ergens in het hartje van Amster dam Aangemoedigd door het succes, gaat De la Mar ook speelfilms in omloop brengen. Sommigen daarvan zoals Préjeans „Sous les toits de Paris", worden een éclatant succes, anderen een even grandioze sof. Nu zegt directeur Grollenberg daarover: „Net op tijd zag ik in, dat dit de grootste fout van mijn leven dreigde te wn>-den. Tk hoorde in de reclame thuis, niet in de roes van de speelfilm". Maar de reclamefilm is hij trouw geble ven en deze zal later, onder het handels merk „Cefima" en met mr. Jan Derks oud-hoofdredacteur van De Tijd als ad viseur, een der machtigste strijdmiddelen worden in vele van De la Mars reclame slagen. „Bijna net zo machtig", zo profe teert mr. Jan Derks, als straks het me dium der commerciële televisie, die er ko men zal, onafwijsbaar en onverbiddelijk!" DAN KOMT de Tweede Wereldoorlog. De la Mars eerste conflict met de bezetters cn hun knechten betreft een serie adver tenties voor Castella-scheerzeep. Zij heb ben kopregels uit een oud Nederlands boek en zijn versierd met reproducties van an tieke caricaturen. Wanneer een dier annon ces verschijnt met de titel „Waarom, Ja cob, zijt gij zo laat?", ziet het SS-blad „Storm" daarin een toespeling op het uit blijven van de „England-Fahrt". De Pers kamer maakt bezwaar tegen de kopletter, die van „Hebreeuwse komaf" is. De la Mar bewijst, dat de letter reeds in 1880 gebruikt werd door de oerduitse „Wahre Jacob", maar toch wordt het type verboden, omdat deze Wahre Jacob in 1880 een Joodse redacteur had! Een tweede Castella-serie vergaat het nog slechter. „Uw geluk ligt over het wa ter", luidt een van haar kopregels. Op nieuw een enorm tumult, met als resultaat dat alle reclame voor Castella verboden wordt. Spoedig daarna zijgt alle reclame ineen tot werfmiddel voor surrogaten, namaak- textiel en verduisteringspapier: de nood komt over Nederland. In het Westen begint de hongerwinter. De la Mars archief wordt goeddeels opgestookt. Als tenslotte de Bevrijding komt, is er weinig meer over van het bedrijf dan een kaal gebouw en een broodmagere staf. Vijf jaar salarisuitgaven zonder inkomsten bronnen hebben de financiën vrijwel uit geput, maar het kapitaal aan werkkracht, fantasie en scheppend vermogen is geheel intact en dat blijkt heel wat belang rijker dan een welvoorziene schatkist. De eerste, die weer reclame wenst en haar hard van node heeft is de over heid. De la Mars campagne helpt haar aan vrijwilligers voor het KNIL (die Indo nesië echter nimmer zullen zien), aan mijn werkers en aan duizenden andere beschik bare handen om een begin te maken met het nationale herstelwerk. Zij werven ook geld en personeel voor het leeggebloede Rode Kruis, waarbij de geldsanering van pas komt: met pakken tegelijk worden do „onzuivere" bankbiljetten aan het Rode Kruis afgestaan. Vaak brandt nog laat het licht in De la Mars kantoren en studio's. Langzaam herleeft de economie, met be hulp van de Marshalldollars en gesteund door suggestieve reclames, die de bevolking opbouw-„minded" moet maken. Eind 1945 zijn dertig grote klanten bij De la Mar te ruggekeerd; een van hen besteedt in enke le maanden alweer een halve ton aan re clame. De lange weg bergopwaarts is be gonnen! HET IS GEEN WEG zonder hindernis sen. Ook de reclame is van gezicht ver anderd. Niet langer zit de airound-recla meman van de oude stempel tegenover de alleenheersende captain-of-industry om het plan van actie te beramen. Het zijn nu twee staven van hoog-gespecialiseerde experts die ter weerszijden van de tafel plaats nemen. Maar besprekingen en mas se zijn tijdrovender dan de vroegere tête- a-têtes en de botsingen der meningen veelvuldiger. Veel meer dan weleer ma ken de reclamebureaux dan ook kennis met het kostbare euvel der eindeloze wij zigingen, die hun toch al lage commissie loon - 15 percent - dikwijls onnodig ge weld aandoen. Daarvan moet het dan een staf onderhouden, die duurder is dan in elk ander bedrijf en meer gratis service verlenen dan wie ook. „Public relations" en industriële vormgeving doen hun in trede, maar de winst uit deze en derge lijke randgebieden der reclame is vaak slechts goodwill uit te meten. Toch, ondanks de gestaag toenemende moeilijkheden en concurrentie, heeft De la Mar spoedig zijn plaats aan de top weer ingenomen. Weer branden soms heel laat de lichten in zijn kantoren aan de Nieuwe Zijds, in zijn fiiialen, werkplaatsen en stu dio's; weer floreren het bedrijf en al zijn neven-ondernemingen als nooit tevoren en dat waarlijk niet alleen omdat zij de wind der hoogconjunctuur mee hebben. Want ook in deze vette jaren blijft De Ia Mar, naar Abrahams voorbeeld, zijn tijd steeds een ferme stap vooruit. Het om ringt zich ook nu met de beste medewer kers die er te krijgen zijn, het is als van ouds onder de eersten bij het aanvaarden van alles wat nieuw, kansrijk en gedurfd is in het reclamevak, maar het verwerpt even rigoureus alles wat naar bombast, smaakbederf en „nèp" riekt. Misschien is dat het geheim van zijn bedrijfspolitiek, die een gelukkig compromis is tussen fris se vooruitstrevendheid en gezond conser vatisme een politiek, waar niet alleen De la Mar, zijn klantenkring en de publici teitsmedia, zoals de dagbladen wel bij va ren, maar ook en misschien wel in de eerste plaats de consumenten. Het is immers een landsbelang, dat de koopkracht van de bevolking zoveel moge lijk in verantwoorde banen geleid wordt en daarbij heeft de reclame, die haar so ciale roeping verstaat, een taak van al lesoverheersende betekenis. H. C. Vele prominente figuren uit de publici- teits- en reclamekringen en uit het be drijfsleven hebben Maandagavond op een cocktailparty in het Amstel hotel te Am sterdam de directie van het Algemeen Ad vertentiebureau De la Mar N.V. bij ge legenheid van het 75-jarig bestaan van de firma gecomplimenteerd en geschenken aangeboden. Een schat van kostbare bloem stukken gierde de zaal waarin de vier directeuren, de heer W. A. Grollenberg en zijn drie naaste medewerkers K. Sar tory, J. Schumacher en W. Leermakers recipieerden. Jhr. H. A. C. van Riemsdijk, lid van de Raad van Bestuur der N.V. Philips, be dankte namens dit bedrijf de heer Grollen berg voor de veertigjarige samenwerking en prees zijn spontaan en jeugdig enthou siasme voor het nieuwe reclamemedium: de commerciële televisie. Hij overhandigde als cadeau een stuk kristal van abstracte vorm, dat bewerkt is met electronische hulpmiddelen, om er onuitwisbaar de naam De la Mar in te graveren. Vervolgens ont hulde de heer H. J. A. Janssen een namens de Amsterdamse Dagbladpers geschonken en door Eppo Doeve geschilderd portret van de heer Grollenberg in jagerscostuum. Jhr. W. van Andringa de Kempenaer, voor- zitter van het Genootschap voor Reclame, wilde van nu af de vier directeuren van De la Mar aanspreken als „reclameheren", inplaats van het gebruikelijke „reclame mannen". Hij herinnerde eraan, dat de reclameomzet in Nederland thans jaarlijks f 175 millioen gulden bedraagt en hij prees de heer Grollenberg als een man, die heeft meegeholpen het peil van het métier om hoog te brengen. Nadat de heer Grollenberg een dank woord gesproken had, zongen de gasten hem een spontaan „lang zal hij leven" toe. Officieel is bekend gemaakt dat de direc tie van de Lago Oil and Transport Com pany haar arbeiders een kerstbonus zal geven. Hiermede is een einde gemaakt aan een strijd tussen de directie der maat schappij en de ondernemingsraad der maat schappij, LEC (Lago Employees Council). De directie had namelijk aanvankelijk ge weigerd een kerstbonus te geven op grond van het feit, dat een flink bedrag in het spaarfonds der arbeiders was gestort. De LEC op haar beurt dreigde af te treden, indien geen bonus zou worden verstrekt. Leiden. Doctoraal examen II Geneeskun de: J. Bruins Slot, Rotterdam; W. M. J. van Dijne, Den Haag; J. van Steveninck, Lei den. Semi-arts-examen: W. H. A. Burge ring, Oirschot; R. Klein, Dordrecht; J. F. C. van Appelendam, Den Haag; L. Slikkerveer, Rotterdam. Artsexamen: mevr. S. J. M. HoolboomVan Dijck, Leiden; L. v. d. Burch, Den Haag; H. Hoolboom, Amster dam; J. H. C. v. d. Meulen, Eindhoven. Doctoraal examen Nederlands Recht: mej. F. J. Houwing, Den Haag; H. Keuzekamp, Voorburg. Candidaatsexamen Nederlands Recht: mej. I. E. den Tex, Amsterdam; mej. E. Vos, Den Haag; mej. A. M. J. Gorter, Den Haag; mej. E. Badon Ghijben, Breda; mej. M. L. A. Labouchère, Zeist; mej. E. H. van Gulik, Groningen; mej. C. E. M. de Goede ren, Den Haag; mej. A. Th. Matlung, Den Haag; mej. M. E. v. d. Tas, Den Haag; mej. J. van Lith, Den Haag; mej. H. J. Tempelaar, Dordrecht; L. J. Brinkhorst, Den Haag; N. H. Biegman, Utrecht; P. Stdgter, Rotterdam; W. A. J. M. de Neree tot Babberich, Vught; G. C. Kok, Rotterdam; R. M. Smits, Den Haag; J. Th. Hartjes, Amsterdam; J. van Suchtelen, Oegstgeest. Candidaatsexamen Godgeleerdheid: E. Zorn, Den Haag; K. H. Meijer, Den Haag. Doctoraal examen Neder lands Recht: mej. W. J. Kamp, Driebergen; J. W. Moerbeek, Leidschendam; J. H. Smit, Voorburg; F K. Adriaanse, Middelburg. Amsterdam. Vrije universiteit. Candi daatsexamen theologie: mej. A. M. Polman, kampen. Doctoraal examen Economie: J. Boerstra, Den Haag. Amsterdam. Gemeente-Universiteit. Bevor derd tot doctor in de Geneeskunde op proef schrift getiteld: „Fribosis van het Pancreas" de heer J. P. Jaartsveld, geboren te Groenlo. Geslaagd met lof voor het doctoraal-examen politieke en sociale Wetenschappen: L. C. Biegel, Amsterdam. Candidaatsexamen Po litieke en Sociale Wetenschappen (sectie B): A. G. van Berkel, Amsterdam. Candidaats examen Aardrijkskunde: mej. S. v. d. Meulen, Amsterdam. Doctoraal-examen Politieke en Sociale Wetenschappen (sectie C): H. van Wieringen, Amsterdam. Doctoraal-examen Rechten: J. J. E. Stuyt, Amsterdam. Utrecht. Doctoraal-examen Rechten: H. G. D. Cramer. Utrecht; N. van Setten, Zwolle. Doctoraal-examen Geneeskunde: A. J. M. Baggen. Zevenaar; L. van de Berg, Reeuwijk; J. M. Bloemen, Amersfoort; mej. J. R. Lookman, Utrecht. Candidaatsexamen Rech ten: L. C. van Elderen, Best; mej. U. M. van Battum, Den Bosch. Rotterdam. Candidaatsexamen in de Eco nomische Wetenschappen: W. Smit, F. Schot- te. W. Althuyzen, J. H. van Zanten, allen in Den Haag; A. A. M. van Silfhout, J. W. Gonlag. B. S. Span en J. A. Mulder, allen te Rotterdam; R. A. Tenback, Voorburg; W. M. J. van der Snoek, Zeist; G. F. Robben, Goirle. Doctoraal-examen Economische Wetenschap pen: B. Visser, Oegstgeest; W. de Jong. Hil versum; B. van de Land, De Bilt; B. Kaste lein. Utrecht. Groningen. Geslaagd voor het Candidaats examen Rechtsgeleerdheid: J. H. W. Bisschop Boele, Heerlen. Doctoraal-examen Rechtsge leerdheid: N. E. Algra, Leeuwarden. Arts examen le gedeelte: R. P. Kiewiet. Winsum; B. C. Maats, Heilo. Bevorderd tot Arts: J. H. Beens. Assen; M. Kwant, Groningen; W. A. Z. van Lier, Groningen; M. M. C. A. Mol, Oud-Gastel. Nijmegen. Gepromoveerd tot doctor in de Technische Wetenschap: ir. J. J. Steggerda (met lof) en ir. C. L. de Booijs. Het proef schrift van de heer Steggerda luidde „De vorming van Actief Aluminiumoxyde"; de heer De Booijs promoveerde op het proef schrift „Faraday-effect in structuur van ver zadigde kool waterstof mengsels". Groningen. Doctoraal-examen Letteren en Wijsbegeerte (Frans): M. J. Jansen. Veenen- daal. Doctoraal-examen Economische Weten schappen: H. Bootsma. Hoogeveen; H. Wil- lems, Groningen (cum laude). Met Georgette Hogedoom In oprichting is een stichting ter bevor dering van het opvoeren van lekenspelen van Martinus Nijhoff en andere Nederland se schrijvers. In het voorlopige bestuur hebben zitting genomen: ds. F. Kleyn, voor zitter; Nico Wijnen, secretaris; mevrouw V. BakkerHefting, prof. dr. E. Smelik, G. Kamphuis en W. S. Nijhoff. De oprichtingsdatum zal zijn in Januari 1956. Dan zal ook de naam van de stichting worden vastgesteld. Reeds nu is onder aus piciën van het voorlopige bestuur een nieuwe lekenspelgroep opgericht, waarvan de artistieke leiding berust bij Georgette NijhoffHagedoorn, Willy Haak en Har- men Zondervan. Deze lekenspelgroep zal op 21 December (om 20 uur) in de Evan gelische Kerk te Den Haag „De Ster van Bethlehem" van Martinus Nijhoff opvoeren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1955 | | pagina 11