Op 31 januari: prinses Beatrix 18 jaar Adriaan Pelt eredoctor der Amsterdamse universiteit Gedenkboek unieke gelegenheid tot kennismaking met troonopvolgster Indonesische Rekenkamer kan geen dwang uitoefenen ^"Hoe is het ontstaan? Vijftig jaar geleden Pravda van Leningrad ageert tegen Kerstmis Sommige staatsinstellingen weigeren zich aan toezicht te onderwerpen De taak van het Koningschap Koningin en prinsessen van vakantie terug Drievoudige roofmoord te Brussel Uitvaart Mistinguett Dr. Adenauer zou Franco in februari gaan bezoeken Opnieuw staking op twee Parijse vliegvelden Braziliaanse kustvaarder vergaan: achttien doden Dit woord: OOGMERK Visitekaartjes groeien Instituut opgericht voor economische ontwikkeling Uit Haarlems Dagblad van 10 januari 1906 DINSDAG 10 JANUARI 1956 Op 31 januari wordt Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix achttien jaar. Vanaf die dag is Nederlands troon opvolgster krachtens de wet bekwaam om als meerderjarige het koninklijk gezag te aanvaarden of waar te nemen. Let wel, „als meerderjarige" betekent niet dat de prinses eerder meerderjarig zou zijn dan op de door de wet bepaalde leeftijd van eenentwintig jaar; de term. houdt in dat de prinses, eenmaal geroepen tot het koninklijk gezag, terstond meerderjarig zal zijn. Zou dit niet geschieden voor de prinses eenentwintig jaar is, dan blijft zij tot dat tijdstip onder worpen aan het gemene recht dat meerderjarigheid doet ontstaan op de eenentwintigste verjaardag. Op dinsdag 31 januari wordt de dan achttienjarige Beatrix van rechtswege lid van de Raad van State, het college waar staatsproblemen buiten de haast en dwang van de actualiteit als in een rustig zijportaal van de Staat behandeld worden. Als lid van het college zal de tot het zware ambt van koningin geroepene zich geleidelijk kunnen gewennen aan de hoge eisen die haar gesteld zullen worden op de eenzame hoogte, die de verantwoordelijke taak van hoofd van de Nederlandse Staat betekent. Een derde gevolg van de achttiende verjaardag is het recht op een jaarlijks inkomen van 300.000.— uit 's Rijks kas. Eenendertig januari 1956 is in het leven van de oudste dochter van het Koninklijk Paar een mijlpaal, die een zorgeloze periode besluit en een nieuwe opent waarvan schier alle gebeurtenissen facetten zullen zijn van de hoge bestemming: het koningschap. Een jong meisje staat voor een ambt, dat de volledige overgave vergt van een persoon lijkheid, die uiterste kracht moet zijn. Zij is zich bewust van haar geroepenheid, die zij reeds als roeping voelt. In het Koninklijk Gezin heeft zij dagelijks en onmiddellijk ervaren welke eisen aan die roeping verbonden zijn. Nu de belangrijke datum nadert, is bij de Bezige Bij in Amsterdam het boek „Beatrix 18 jaar" verschenen, dat het Nederlandse volk de unieke gelegenheid biedt de troonopvolgster te leren kennen op een wijze, die het reeds verworven inzicht in de sympathieke prinses ongetwijfeld uitmuntend aanvult. In haar eigen kamer op Soestdijk „Beatrix 18 jaar" is van een verrassende frisheid en onbevangenheid. De uitgave beleefde reeds bij verschijning een tweede druk. Het bevat artikelen van Hella S. Haasse „Portret van Prinses Beatrix", prof. dr. P. J. Bouman „De jonge vrouw in deze tijd", prof. mr. A. M. Donner „De staatsrechtelijke positie van de troon opvolgster" (aan wiens artikel de bovenstaande gegevens omtrent de gevolgen van de verjaardag van de prinses werden ontleend) en prof. dr. L. J. Rogier „Drie caesuren". Het bevat talrijke illustraties, onder andere van schetsboekbladen, beeld houwwerk en een olieverfschilderijtje van de prinses, en de heer J. B. Th. Spaans verzorgde de teksten bij de levensgeschiedenis, zoals die door de foto's wqrdt geïllustreerd. Dra. M. G. Schenk schreef de kernachtige voortreffelijke onder schriften van de foto's. Het boek is in een fors formaat uitgegeven en het band stempel werd door prinses Beatrix zelf met vaardige hand ontworpen. De oranje bandomslag toont een charmante foto van de prinses, die tijdens de opname recht in de lens keek. Dat suggereert een persoonlijk contact, dat men onontkoombaar ook ervaart als men het eerste artikel van het boek opslaat, het stuk van Hella S. Haasse, die zo openhartig en recht op de man af verhaalt hoe zij de prinses tijdens enkele ontmoetingen leerde zien, dat de lezer het gevoel krijgt een te ouder wetse instelling te bezitten ten aanzien van het vorstenhuis. De schrijfster zegt: „Dit portret hoeft niet gedaan te worden in verdoezelende romantische pasteltinten, in zoet rose en wazig blauw. Er mogen bruuske lijnen en zo op het eerste gezicht niet met elkaar harmoniërende kleurvlakken in voorkomen. Zij (de prinses) zou geen levend mens, geen uitgesproken persoonlijkheid zijn, als zij niet boordevol tegenstrijdigheden zat". Het artikel van Hella Haasse is uit muntend. Zij vangt aan met een scherpe, on-emotionele analysering van het koning schap, die op zichzelf een voortreffelijke essay vormt. „Het gaat niet om de mens, maar om zijn vermogen symbool te zijn", zegt zij; en even later: „Alle gewoon- menselijke bijzonderheden doen die kroon in des te scherper relief uitkomen, een met emotie geladen symbool, waarover niet redelijk gedacht kan worden". De wijze, waarop Hel la HaaSse het doet iis echter meer dan bevredigend. Zij diept het onder werp zeer uit en toont aan dat on danks talrijke ui terlijke wijzigin gen er in wezen niets is veranderd ten aanzien van de appreciatie van het ko- ningschaip. „Men zou niet zo nieuwsgierig zijn, als men niet heimelijk aan het taboe zijn van koningen geloofde", zegt zij. „De lezer zal zeggen dat ik te ver ga. Maar de waarheid is, dat ik niet ver genoeg ga." Hella Haasse ziet het koning schap zich ontwik kelen. W as het lange tijd het-dra- ger-zijn van alles, wat de; onderda nen van hun ver antwoordelijkheid wilden afschuiven, nu daarentegen in een tijd waarin het individu begint te zien dat het niets meer van zich kan afschuiven ontwikkelt het koningschap zich tot „een belichaming van het nieuwe, menswaardige, waar de gehele gemeenschap bewust naar streeft"; de ko ning als symbool van ons aller groeiende menselijke bewustzijn. Welk een opgave om de mens te zijn, die dat symbool moet belichamen! En welk een hevig mede leven met het tijdseigene vooronderstelt deze taak. Hella Haasse beschrijft die op gave en constateert tenslotte dat prinses Beatrix alle eigenschappen schijnt te be zitten, die opgaaf te vervullen. Eigentijds De schrijfster besluit haar artikel met een samenvattende beschrijving van de troonopvolgster: „Beatrix is bereid in een veranderende wereld, een veranderende maatschappij de veeleisende taak van koningin te ver vullen, wanneer het haar beurt zal zijn. Dat zij die toekomst tegemoet gaat met nuchterheid, met een onsentimentele rea listische kijk op de dingen, en een voor haar leeftijd rijp inzicht in menselijke ver- houdingen-in-het-algemeen, lijkt mij een bewijs van opvallende geschiktheid. Zij zal de franje en de versiering aanvaarden, maar doorzien. Zij is van nature het tegen deel van gemakzuchtig en heeft verant woordelijkheidsgevoel, zij houdt zichzelf niet voor de gek en zal zich evehmin door anderen voor de gek laten houden. Zij is gul en hartelijk en hulpvaardig, maar wantrouwend en onbarmhartig zodra zij vleierij of baatzucht vermoedt, of reden heeft om aan te nemen dat iemand achter haar rug om anders praat en doet dan in haar gezicht. Zij heeft een voor een ko ningskind unieke opvoeding gehad. Zij kent nu, bewust, de twee kanten van de medaille. Die opvoeding heeft stellig ge leid tot grotere zelfstandigheid, met de daaraan verbonden neiging zich een eigen mening te vormen, die onomwonden uit te spreken en er naar te handelen. Maar ook de mogelijkheden tot botsen zijn groter geworden. Moet zij veranderen, zich ten koste van veel pijn aanpassen aan de gangbare opvatting van haar koningschap, of zal het koningschap veranderen in hadr tijd? Er is alle reden om haar verdere ont wikkeling en groei met aandacht te volgen. Zij hoort, naar instelling en houding, ty pisch tot de generatie die nu aan bod komt: een generatie van kinderen die in de ogen van de ouderen hun leeftijd soms tien jaar vooruit schijnen, die weinig voelen voor dromerijen en abstracties, wars zijn van frasen en „gezwijmel", on danks hun experimenteren met vrij gedrag en vrije opvattingen er eigen normen op na te houden, vaak zuiverder en eerlijker dan de moraal die in de maatschappij geldt; een generatie met een vooral prac- tische belangstelling en een behoefte aan vereenvoudiging, een generatie tenslotte die zich geen knollen voor citroenen laat verkopen". Knap boek De overige drie artikelen van „Beatrix 18 jaar" gaan minder op de persoon van de troonopvolgster zelf in, maar geven te- samen een scherp décor, waartegen de Beatrix zoals door Hella Haasse be schreven relief krijgt. De wijze, waarop de artikelen samenhangen, elkaar aanvul- )OOOOOOOOOOOOOCXDOOOOOOOOOp<XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXDOOOC De tekeningen, die men verspreid bij't dit artikel aantreft, zijn uit het schets- 8 boek van prinses Beatrix. KOtXOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOaXOOOOOXXOCOOOCOOOCCOOOOOa len en dieper maken, maakt van het boek een sluitende compositie, die het geheel aan de opzet doet beantwoorden. Het is een knap boek. Prof. dr. J. Bouman geeft in een kort essay een heldere omschrij ving van „De jonge vrouw in deze tijd", waarbij hij tot de slotsom komt dat de jonge vrouw „in onze min of meer ver starde wereld als jonge vrouw vooral, brengen kan wat de Westerse cultuur steeds meer is gaan ontberen: geloof, hoop en liefde". Prof. mr. A. M. Donner schrijft over „Staatsrechtelijke positie van de troon opvolgster", waarvan in de aanhef van dit artikel de kenmerkendste bestanddelen werden genoemd. Prof. dr. L. J. Rogier toont zich in zijn bijdrage „Drie caesuren" de kentering- 1898, wereld van schijn-1927, tweesprong- 1956 wederom een geschiedschrijver, die deskundigheid paart aan creatieve oor spronkelijkheid en litteraire taalbeheersing. Zijn artikel behoudt een niet te verliezen vaste lijn, ook waar het schijn baar speelse zij wegen in slaat, omdat daarvan daan de richting van de hoofdweg duidelijker nog blijkt. Prof. Rogier constateert met vreugde de historische ontwikke ling, die reeds resulteer de in een begin van een wereldsamenleving, waarin een klein land als Nederland we reldinvloed kan uitoefenen en „waarin de bereidwilligheid groeit om te luisteren naar elk woord van bezinning, ook als het af komstig is van een klein vol'k". Toekomst-verwachting „Beatrix 18 jaar" is een uitgave die iedereen zal verrijken. Zij is in haar com pacte compositie een rondom de persoon van prinses Beatrix gekristalliseerd docu ment van deze tijd. Het is een boek, waarvan de huidige gro te waarde met het tijdsverloop zal groeien tot een onschatba re historische. Het is tot stand gekomen in een tijd, waarin vele waarden kantelen. De medewerkers stellen dan ook allen analyses voor de toekomst vanuit de hui dige wezenlijk veranderende tijd. Mogen hun verwachtingen bewaarheid worden en moge Nederlands troonopvolgster daarvan de belichaming zijn. Koningin Juliana en de oudste drie prinsessen zijn maandagmiddag per trein uit Sankt Anton in Nederland terugge keerd. Omstreeks een uur arriveerde de koninklijke trein in Baarn, waar Prins Bernhard ter verwelkoming op het station aanwezig was. MOSKOU (Un. Press) Het communis tische partijblad in Leningrad de Lenin- gradskaya Pravda, schrijft dat de „weten schap aangetoond heeft dat Jezus Christus nimmer bestaan heeft". Nina Dubrovskaya, die doorgaans bijdragen levert voor een aantal bladen tijdens het Russisch ortho doxe Kerstseizoen, schrijft dat de eerste Christenen de gedachte van de geboorte van Christus hebben overgenomen van de heidenen. De Perzen bijvoorbeeld vieren ongeveer in dezelfde tijd van het jaar de geboorte van hun zonnegod Mitra. De datum werd ook in het oude Rome ge bruikt. De „uitbuitende klassen in niet-socialis- tische gemeenschappen gebruiken de reli gie en de religieuze feestdagen om de massa's te onderdrukken". „Bij de Chris telijke feestdagen worden nederigheid, on derworpenheid, vergankelijkheid van het aardse leven en hemelse beloning voor lijden gepredikt. Wegens de afstompende uitwerking gebruikte de tsaristische rege ring de godsdienstige feestdagen, speciaal Kerstmis en Pasen, om de aandacht van de arbeiders van de klassenstrijd af te leiden". De Christelijke feestdagen betekenen „aan zienlijke schade" voor de landbouwproduc tie. Alleen in het district Leningrad vieren de boeren 72 feestdagen, waarvan 33 in het voorjaar en in de zomer. Op een collectieve boerderij in het gebied van Vinnitsky ver scheen tijdens een tweedaags godsdienstig feest in de afgelopen zomer het merendeel der zeventig arbeiders niet op het werk. „Religieuze feestdagen zijn reactionnair en anti-sociaal van oorsprong." „Zij ver spreiden anti-wetenschappelijke opvattin gen over natuur en wetenschap, houden de gelovigen af van de vervulling van hun produktietaken en moedigen dronkenschap en absenteïsme aan. Religieuze geloofs opvattingen houden de arbeiders van de Marxistische filosofie af, waardoor zij geen gelegenheid krijgen actieve en volslagen bouwers van het communisme te worden", aldus de Leningradskaya Pravda. De primaat van de Russisch ortodoxe kerk, patriarch Alexius, heeft tijdens een onderhoud met de Amerikaanse priester Reuben Yougdahl, pastoor van de „Olijf- berg"-kerk in Minneapolis, gezegd, dat „God niet afgeschaft kan worden". Yough- dahl maakt een studie van de toestand, waarin de kerk zich in de Sovjet-Unie be vindt. Patriarch Alexius liet zich echter niet over dat onderwerp uit .06*" Lezend meisje, terracotta 1954, één der werkstukken van prinses Beatrix. Zondagavond zijn in een woning te Brussel de lijken aangetroffen van de 86- jarige gepensionneerde generaal Deisser, diens 82-jarige schoonzuster en de 60- jarige dienstbode. De generaal en zijn schoonzuster waren met een koord ge wurgd. De dienstbode is neergeslagen. Men vermoedt, dat diefstal de drijfveer tot de moord is geweest. Duizenden Fransen hebben maandag in de Madeleine, waar haar stoffelijk over schot stond opgebaard, een laatste groet gebracht aan Mistinguett, de verleden week overleden revue-ster. Bij de vele bloem stukken was ook een krans, waarvan het lint het opschrift droeg: „Aan jou, Miss, voor eeuwig, Maurice Chevalier." Na de uitvaartdienst hield de directeur van de Folies Bergère op de trappen van de Madeleine een toespraak. Vele bekende persoonlijkheden uit kringen van film, toneel en mode waren getuige van het laatste eerbewijs. Onder hen bevonden zich Elvire Popesco, Suzy Volterra, Maurice Escande, Fernandel, Tino Rossi en Pierre Balmain. De begrafenis had plaats in Enghien Spa, ongeveer achttien kilometer ten noorden van Parijs. (Van onze correspondent in Djakarta) Het verslag van de Rekenkamer in Indo nesië (de Dewan Pengawas Keuangan) is even onthullend als die van alle reken kamers. Een verschil met de meeste is echter dat de Indonesische niet de macht heeft om overheidsdienaren, die slordig of spilziek met de staatsgelden omspringen, tot de orde te roepen en zo nodig tot terugbetaling te dwingen. Haar werkzaam heden toch al beperkt door een te ge ringe bezetting bepalen zich voorlopig tot het wijzen op financiële euvelen. Een wet, die haar in staat stelt de schuldige aansprakelijk te stellen, bestaat nog niet. De bemoeiingen van de Rekenkamer met de besteding der staatsgelden alleen al kan preventief werken, doch het ont breken van „een stok achter de deur" schijnt er de oorzaak van te zijn, dat bepaalde overheidsdienaren maling heb ben aan de Rekenkamer. Verscheidene keren slaakt de Rekenkamer in haar ver slag over 1954 de verzuchting, dat „het geen zin had een correspondentie of een onderzoek voort te zetten". Sommige stichtingen die met overheidsgeld werken weigerden zelfs gecontroleerd te worden. Hoe nodig en noodzakelijk het is, dat een onafhankelijk orgaan als de Rekenkamer toezicht houdt op het beheer der staats gelden heeft een rechtszaak tegen een 38-jarige majoor van de militaire admini stratie van Oost-Java bewezen. Deze stond voor de krijgsraad te Malang terecht, om dat hij ten nadele van het land een bedrag van 2.895.000 rupiah heeft verduisterd over een tijdvak van anderhalf jaar. De Rekenkamer als zij met het geval te maken had gekregen zou tot de slotsom zijn gekomen, dat het met de controle niet bijster goed gesteld was. De majoor had die bijna drie miljoen rupiahs door twee militaire kashouders laten uitbetalen aan „relaties". In de betalingsopdrachten had BONN (AFP/UP) Bondskanselier Adenauer zal op de terugreis van de Cana- rische eilanden, waar hij in februari drie weken vacantie zal nemen, een onderhoud hebben met het" Spaanse staatshoofd, gene raal Franco, zo verluidt in welingelichte kringen te Bonn. Het onderhoud, waarin de Spaanse regering zou hebben, toege stemd, zal worden gehouden te Madrid of in een andere Spaanse stad. Volgens een woordvoerder van de West- duitse regering bestaat de mogelijkheid dat premier Boelganin van de Sovjet-Unie dit jaar een bezoek aan Bonn zal brengen. Er zijn echter nog geen formele stappen ondernomen ter voorbereiding van een dergelijk bezoek. Een persbericht dat de Russische ambassadeur in Bonn, Valerin Zorin, de mogelijkheid van een bezoek met Adenauer zou bespreken, is door de Sovjet ambassade tegengesproken. Van Westduitse zijde werd er aan herin nerd dat Adenauer tijdens zijn bezoek aan Moskou twee maal in het openbaar de hoop had uitgesproken, dat Boelganin Bonn zou bezoeken. Vijftiende Maandag heeft de jongste dochter van bondskanselier Adenauer het leven ge schonken aan een derde kind. Adenauer heeft thans vijftien kleinkinderen. PARIJS (Reuter) Het luchtverkeer op de Parijse vliegvelden Orly en Le Bourget is maandag geheel stil komen te liggen als gevolg van een 24-uurstaking van een honderdtal mensen van de controledien sten. Het geldt een protest tegen de weige ring van de regering om hen te betalen over de 55 dagen waarop zij onlangs ge staakt hebben. Ook het personeel van de controlediensten te Marseille en Nice is in staking gegaan. SAO LUIZ (United Press) De Brazi liaanse kustvaarder „Berga" (duizend ton) is voor de kust van de Braziliaanse provin cie Maranha vergaan. De enige overleven de werd 39 uur later gered. Hij dreef, zich vastklemmend aan een stuk wrakhout, rond. De Braziliaanse vrachtboot „Cantua- ria", bracht hem naar Fortaleza. De enige overlevende van de negentien opvarenden deelde mede dat het schip na een hevige schok vol water was gelopen sn snel was gezonken. De „Berga" was op weg naar Rio de Janeiro met een lading kokosolie. Het schip is blijkbaar op een rif gelopen. De meeste leden van de bemanning sliepen ten tijde van de schipbreuk. hij het doel van de betalingen niet ver meld. Ook op de rechtszitting wilde hij niet verklaren waarvoor de betalingen hadden gediend. De twee officieren-kas houders, die de betalingen op onvolledige mandaten hebben verricht, moeten nog worden verhoord. De verdediging deed alvast een poging om de verdere voortgang van het proces te stuiten. Verdachte is door de militaire administratie zo werd betoogd ge straft met de verplichting tot terugbeta ling van het verduisterde bedrag. Gaat de rechtzaak door zo betoogde de pleiter dan loopt verdachte kans twee maal te worden gestraft. De krijgsraad verwierp echter het verzoek tot ontslag van rechts vervolging, zoals zij ook het verzoek ver wierp om verdachte ten aanzien van wie de verdediging geestelijke gestoord heid aanvoerde uit de voorlopige hech tenis te ontslaan. Wat ook de afloop van de zaak zal zijn, zij bewijst in elk geval wel, dat ook in Indonesië een Rekenkamer, met ruime bevoegdheden bekleed, nuttig werk kan doen. Er was vroeger een woord: gemerk dat, samenhangend met: mark, bete kende: grens. Daar grenzen door tekens als palen of stenen worden aangeduid, kreeg gemerk ook de betekenis: ken teken, merkteken. In de samenstelling oog-merk die betekende: datgene wat men als kenteken in het oog houdt, werd het tweede deel weldra niet meer herkend. Men ging toen schrijven: ogenmerk en heeft toen van het meer voud: ogen het enkelvoud: oog ge maakt. Wij verstaan er nu onder: dat gene wat men in het oog houdt als het doel, waarnaar men streeft, dus: be doeling. Het woord wordt bijna uitslui tend gebruikt in de zinswending: met het oogmerk. Men zie bijvoorbeeld Mat- ^theus 5 vers 28. De drukste tijd van de geluk-en-voor- spoed functie van de visitekaartjes is weer vrijwel afgelopen. Kris-kras in hun mil joenentallen zijn zij door Nederland ge zwermd en in verschillend formaat. Over dit formaat wilden wij het even hebben. De P.T.T. heeft namelijk bepaald, niet nu plotseling, maar reeds geruime tijd geleden, dat het minimumformaat voor het visite kaartje van 1 februari a.s. af, 70 bij 100 men voor de post verzenden wil en niet voor de kaartjes, die handelsreizigers bij de directie van een cliënt laten binnenbren gen, niet ook voor de werkelijke „visite"- kaartjes die een bezoeker in de bus laat glijden bij een kennis, nadat hij door bellen geen gehoor heeft gekregen en dus moet concluderen dat de familie uit is. Men zal voelen, wat de P.T.T. tot de for maatvergroting van deze kaartjes als post stukken heeft gebracht. Niet alleen plach ten de kleinere kaartjes nogal eens bij het sorteren uit de stapel te vallen, maar bo vendien is in vele plaatsen het stempelen met de hand vervangen door automatisch stempelen en dit laatste vereist het nieuwe minimum formaat van 70 bij 100 milli meter. Overigens, zijn uw kaartjes van kleiner formaat op 1 februari nog niet op, dan be let niets u die kaartjes bij voorkomende gelegenheid nog te verzenden in een enve lop, die wel het vereiste groter formaat heeft. Maar, afgezien van het feit, dat de P.T.T. ook weinig gecharmeerd zal zijn van deze dan wel erg slappe poststukjes, wordt het wel een zeer slordig geheel. En dus: groter kaartjes, wanneer men millimeter dient te zijn. Dit is dan natuur lijk alleen toepasselijk op visitekaartjes die ook na deze maand de posterijen voor de verzending wil laten zorgen. De directeur van het Europese bureau van de UNO, Adriaan Pelt is gistermiddag gepromoveerd tot eredoctor in de rechtsge leerdheid tijdens een plechtige zitting van de senaat der Amsterdamse universiteit. Aan het begin van de bijeenkomst in de aula herdacht de rector-magnificus, prof. dr. M. W. Woerdeman, in enkele korte woorden de oud-hoogleraar en oud-raads heer van de Hoge Raad prof. mr. P. A. J. Losecaat Vermeer, die gisternacht is over leden. Daarna gaf hij het woord aan de promo tor van de heer Adriaan Pelt, prof. dr. A. J. P. Tammes, hoogleraar in het volken recht, die de gronden toelichtte, waarop de senaat der universiteit besloten had de heer Pelt het ere-doctoraat in de rechts geleerdheid te verlenen. De secretaris van de senaat, prof. W. G. Vegting, overhan digde de nieuwe doctor in de rechtsge leerdheid de tekenen van zijn waardigheid. Prof. Tammes gaf een overzicht van de loopbaan van de heer Pelt in dienst van de Volkenbond en van de UNO en memoreer de diens zeer belangrijk aandeel in de staatsvorming van het koninkrijk Libye in 1950 en 1951. In die twee jaar werkte dr. Pelt als commissaris van de UNO in Libye mee aan de geboorte van dit land als on afhankelijke en soevereine staat. Prof. Tammes memoreerde ook dat dr. Pelt aanvankelijk in Amsterdam journalist was. Later werd hij directeur van de voor lichtingsdienst van de Volkenbond. Prof. Tammes noemde hem „een leidend en lich tend voorbeeld van een internationaal ambtenaar". Dr. Pelt dankte allen, die tot zijn eer volle onderscheiding hadden medegewerkt. Hij zei dat het Zaanse milieu waaruit hij stamt, van grote invloed is geweest op zijn karaktervorming en dat hij met dank baarheid terugdacht aan de tien jaren die hij als journalist in Amsterdam had door gebracht. Voldoening had hij in zijn werk „de steeds verdeelde wereld te mogen hel pen in haar streven naar meer eenheid." De erepromotie werd onder andere bij gewoond door de Commissaris der Koningin in de provincie Noordholland, dr. M. J. Prinsen, en door de burgemeester van Am sterdam, mr. A. J. d'Ailly. De nieuwe ere-doctor werd in 1892 in Koog aan de Zaan geboren. Na de middel bare school doorlopen te hebben, was hij werkzaam in de journalistiek. Van 1915 WASHINGTON (AFP) In Washington is een instituut geopend voor de vorming van hoge ambtenaren uit de minder ont wikkelde landen op het gebied van de eco nomische ontwikkeling. In samenwerking met leden van de staf van de Wereldbank kunnen ambtenaren aan dit instituut studie maken van economische ontwikkelings vraagstukken. Aan de eerste halfjaarlijkse cursus nemen hoge functionarissen deel uit veertien lan den: de Afrikaanse gebieden van België, Ceylon, Columbia, Egypte, Haiti, India, Ja pan, Mexico, Nigeria, Pakistan, de Philip- pijnen, Thailand, Oeganda en Joegoslavië. Het instituut, dat is opgericht door de wereldbank, staat onder leiding van prof. A. K. Cairncross van de universiteit van Glasgow. De financiering geschiedt gedeel telijk door de Ford Foundation en de Rockefeller Foundation. De eerste die de eredoctor haar gelukwen sen aanbood was de moeder van de heer Pelt. tot 1916 was hij in Londen en van 1916 tot 1919 in Parijs correspondent van Neder landse bladen. Tijdens zijn verblijf in Parijs studeerde hij aan de „Ecole libre des Sciences politiques". Na redacteur bui tenland van de Telegraaf-Het Nieuws Van den Dag geweest te zijn, werd hij in 1920 aangesteld bij de voorlichtingsdienst van de Volkenbond in Genève, waarvan hij in 1934 directeur werd. Bij het uitbreken van de tweede wereld oorlog ging de heer Pelt naar Londen, waar hij de leiding op zich nam van de voor lichtingsdienst van de Nederlandse regering. In 1945 maakte hij deel uit van de Neder landse delegatie naar de conferentie van San Francisco. Voorts was hij lid van de Nederlandse delegatie naar het eerste deel van de eerste zitting van de algemene ver gadering van de UNO. Na assistent-secretasis-generaal van de UNO te zijn geweest werd de heer Pelt in december 1949 benoemd tot commissaris van de UNO voor Libye. Toen Libye in december 1951 onafhankelijk werd, volgde zijn benoeming tot directeur van het Euro pese bureau van de UNO. HAARLEM In het maandblad „Het Nederlandsche Zeewezen" schrijft Dr. A. C. Oudemans te Arnhem over een onbe kend zeedier, dat zich aan eenige bezoe kers van het café-restaurant „Germania" te Zandvoort heeft vertoond. Het zwom op een afstand van ongeveer 100 Meter van het strand in Noordelijke richting met een buitengewone snelheid. Het zichtbare gedeelte was ruim 15 Meter lang. Geen spoor van zijdelingsche of verticale boch ten was waarneembaar; derhalve moeten onder water krachtige voortstuwings organen aanwezig zijn geweest. Naar de meening van Dr. Oudemans is het een groote zeeslang geweest, een diersoort die tot dusverre nog steeds voor de weten schap onbekend gebleven is. De verschij ning van de groote zeeslang in de Noord zee is een groote zeldzaamheid. i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1956 | | pagina 5