REALITEIT EN SCHIJN IN
BRITSE FILMKOMEDIE
STERREN SNELLEN DOOR DE R
Schönbergs Vioolconcert
ONZE NAMEN
IJdelheid sprak
ook hier een
>rdj
wooraie mee
Ook bewegingssnelheid van de aarde
om de zon verandert voortdurend
ZUS"' "le™° „Om de wereld"
VERANDERING VAN POOLSTER
„The constant
De negen Muzen J
Spaense Brabanders
Deftigdoenerij
Aardweotelleg helemaal niet zo
gelijkmatig
men
2
»T"Sn. n<ge.të Russische tijdschrift
Dit artikel van
F. ZIEGEL
is vertaald uit het
REEDS EERiDER heb ik in deze rubriek
geschreven over de Engelse film en dan de
komische in het bijzonder. Het was naar
aanleiding van „Doctor at sea" dat ik stel
de hoe de basis van de Engelse humoris
tische film wordt gelegd met de goed vol
gehouden overdrijving en dat men door
daarin een climax te bewerkstelligen een
geestig contrast schept tussen de onwaar
schijnlijkheid, die bijna ridicuul wordt en
de realiteit, waarmee men die onwaar
schijnlijkheid wenst te vereenzelvigen. Die
wens is zo sterk, dat men houdt voor waar
wat voor iedere toeschouwer onwaar is,
ja, ze werkt uit, dat de toeschouwer er zo
veel plezier in krijgt, dat hij zelf de schijn
voor waar neemt om zijn plezier te kunnen
behouden. Een typisch voorbeeld is daar
van ook de film „The constant husband".
Ik bespreek die bier feitelijk om te wijzen
op nog een ander aspect van de Britse
filmkomedie: het déraillement van de hu
mor, wanneer de filmmaker te veel de rea
liteit nastreeft om het onwaarschijnlijke
met het uiterlijk der waarschijnlijkheid te
bekleden. Er zijn in vele van de Engelse
„lichte komedies" dergelijke aspecten aan
te wijzen. „The constant husband" ontkomt
er niet aan.
De man, met wie wij in deze film kennis
maken, is een aan geheugenverlies lijden
de polygamist, die ten minste zgs keer ge
trouwd is geweest, zoals uit de nasporingen
in zijn verleden blijkt. De consequenties
van zijn veelwijverij moet hij dragen door
een veroordeling tot gevangenisstraf, welke
hij overigens prefereert boven de terugkeer
tot één zijner echtgenoten, die allen nog
blijken te dingen om zijn gunst. Hij heeft
zo'n afschuw voor zijn vroeger ik, dat hij de
cel de verkieslijlcste plaats op de aarde
vindt. Zijn verdedigster tracht weliswaar
met haar spitsvondige redeneringen de
rechter tot wanhoop te brengen, maar dat
weerhoudt hem niet zichzelf schuldig te
verklaren en dusdoende aan de keuze te
ontkomen wie van zijn vroegere eega's hij
nu in de toekomst trouw zal blijven. Hij
komt gemakkelijk tot dit besluit, omdat wij
met hem konden ervaren, dat het bepaald
lastig is als men er meer echtgenoten op-
nahoudt. Hij heeft er schoon genoeg van.
Men kan hem in die redenering volgen.
Het eerste en verreweg het grootste deel
van de film laat ons zien, dat hij zich er
bepaald bezwaard mee gevoelt. Nauwelijks
heeft hij ontdekt eerzaam gehuwd te zijn
met de een of hij ervaart op hardhandige
wijze dat hij officieel ook met een andere
beminnelijke dame in de echt is getreden.
Hij is een charmante kerel, die iedere
vrouw wel tot man wil hebben. Zes keer
heeft hij zijn charmes aldus uitgebuit. In
de rechtzaal komen de slagen op zijn
hoofd neer. Geen wonder dat hij al zijn
huwelijken wil ontlopen door zich schul
dig te verklaren aan polygamie om ten
minste zeker te zijn van zijn toekomst, die
hij in eer en deugd en zonder (zoveel)
vrouwen wenst door te brengen.
In dat eerste deel is de film het aardigst.
Langzaam maar zeker komen wij tot de
ontdekking met wat voor een man wij te
maken hebben. Wij worden met onze neus
op de ontstellende feiten geduwd. Toch
kunnen wij niet boos worden op deze man.
Hij is zo charmant. Hij moest wel een
vrouwenveroveraar zijn. De film slaagt er
in ons daar helemaal van te overtuigen en
Rex Harrison, die de vertolking der hoofd
rol op zich nam, heeft alles meer om een
Bariton. De bariton Jos Burcksen, die
de laatste jaren aan de opera te Mainz was
verbonden, keert per 1 september naar
Amsterdam terug. Hij heeft zijn repertoire
uitgebreid, zo deelt de directie van de Ne
derlandse Opera mede, met enige belang
rijke rollen, zoals Guglielmo in „Cosi fan
tutte" en Figaro in „De Bruiloft".
G.G.-club. Dezer dagen is in Den
Haag opgericht een „Vereniging van lief
hebbers van detectiveverhalen en myste-
rielectuur" onder de naam „Geoffry Gill
Club" naar de held van Ivans' vermaarde
boeken. De bedoeling van het voorlopige
bestuur (secretariaat: Celebesstraat 88,
Den Haag) is uitwisseling van indrukken,
gedachten en opvatting, benevens ontwik
keling van kennis, inzicht en smaak.
Litteraire pers. Te Amsterdam is
opgericht de stichting „De litteraire pers".
Deze zal zich in samenwerking met een
Amsterdamse uitgeversmaatschappij en
onder redactie van Mascha Postnikowa,
Cok Grashoff, Gerrit Meijer, Engel Snoek
en Pieter Grashoff bezig houden met de
publicatie van teksten (ook van jonge
Nederlandse auteurs) in bijzondere, ge
nummerde edities.
door dames geadoreerd object te zijn. Wat
dus de onwaarschijnlijkheid betreft: die
wordt tot het einde schijnwaar gemaakt.
Men is bereid te geloven in de merkwaai-
dige levensstaat van de held dezer geschie
denis en aanvaardt graag alle gevolgen van
zijn succes ten opzichte van de vrouwen,
die hij in zijn netten wist te strikken.
WAT ECHTER de uitwerking van het
gegeven verzwakt, is de zucht van scena
rio-schrijver en filmmaker om alles naar
het normale te willen trekken, terwijl men
in evenredigheid met het uitgangspunt
juist het abnormale verwacht. Er is soms
een disharmonie tussen de verwachtingen
van de toeschouwer en de vervullingen
van de film, een disharmonie, die de illu
sie van het „gekke" waarop men zich
heeft voorbereidt en waarom men zich bij
voorbaat reeds zit te verkneukelen in
eens teniet doet. In „The constant hus
band" is dat de scène in het departement
en de club, die zoveel onthullingen en rare
situaties beloofde, dat men zijn hart vast
houdt voor wat er nu weer komt.... om
te ervaren, dat wat er komt, helemaal de
klap op de vuurpijl niet is.
De film blijkt op zulke momenten adem
te scheppen om weer op verhaal te kunnen
komen. De toeschouwer snakt nog hele
maal niet naar adem en voelt zich teleur
gesteld. Situaties als deze komen nogal
eens voor in de Engelse komedie. Men zou
bijna denken aan opzet, alsof de film hang
is 't te bont te maken en over haar hoogte
punt te zullen groeien. Er kan ook sprake
zijn van stijl. Het ligt in de Britse menta
liteit zich niet te veel te laten gaan. Toch
lijkt mij de juiste verklaring, dat de film
maker te veel een reële sfeer wil scheppen
en er dan niet in slaagt die sfeer te over
spelen. Wij voelen het niet ten onrechte als
een verslapping der spanning en een tekort
Rex Harrison in een benarde positie.
in de uitwerking der opgeroepen emoties.
Overigens blijft „The constant husband"
een heel genoegelijk geval, waarmee men
zich een vol uur zeker zal amuseren. Het
begin is ronduit voortreffelijk. De zich in
de spiegel bekijkende Rex Harrison lijkt u
zelf aan te kijken met een verbaasde, ach
terdochtige blik, die meteen contact maakt
met de hoogst gestemde verwachtingen,
welke ge ten aanzien van het eruit voort
vloeiende plezier koestert.
P. W. FRANSE
ENKELE WEKEN geleden werd de eerste
uitvoering in Nederland gegeven van het
Vioolconcert opus 36 van Arnold Schön-
berg. Het werk is al twintig jaar oud, doch
nog maar weinig gespeeld.
Hier is nu een geval, waarvan men zou
kunnen zeggen: deze muziek voor zover
dit woord er nog op
toepasselijk is
moet niet gespeeld
worden. Ik zeg dit
niet als een misplaat
ste grappigheid, of als
een gemakkelijke
veroordeling, maar de
gedachtengang voort
zettend van Paul
Bekker, die indertijd
sommige der latere
werken van Beetho
ven beschouwde als
muziek, die niet gespeeld zou moeten wor
den: een abstracte schepping, die zonder
schade aan de idéé geen klinkende realisa
tie zou verdragen. Zonder twijfel is echter
Schönbergs werk in veel hogere mate ab
stract dan de muziek uit Beethovens latere
levensperiode. Zo abstract, dat al te weinig
toehoorders aan een dergelijke negatie van
wat men gewoonlijk muziek noemt vreug
de kunnen beleven. De serieuze muziek-
vriend, die er niet van houdt om maar on
middellijk een oordeel uit te spreken en die
wat hij hoort eenst eens in verband brengt
met tal van verschijnselen van muzikale en
algemeen-culturele aard, zal trachten de
sleutel te vinden, die hem eindelijk toegang
moet verlenen tot het raadselachtige ge
bouw dezer kunst. Want hij denkt terecht:
waarom wordt er zoveel over deze Schön-
berg gesproken en waarom worden zijn
werken nog gespeeld, als ze dan zo onge
nietbaar zouden zijn?
Hij moge dan bedenken, dat Schönberg
een man van sterke overtuigingskracht was,
iemand die meende de kunstrichting te
kunnen geven voor de toekomst en die in
derdaad buitengewoon veel invloed op de
jongeren heeft gehad. De figuur Schönberg
is geen onbelangrijke, geen te negeren ver
schijning geweest. In zijn werken klinkt
het zuiveringsproces door, dat hij na de
laat-romantiek van het fin-de-sdècle na
streefde, overtuigd en vervuld van het fa
natisme, dat de ontdekker van nieuwe we
gen kenmerkt. Zijn uit de atonaliteit voort
gekomen stelsel, het twaalf-toons systeem,
werd geadopteerd door veel jongeren, maar
hemzelf werd het noodlottig. Degenen die
het hanteerden als een der vele technische
mogelijkheden en uitbreidingen, die het
aanwendden waar hun artistiek inzicht het
hun dicteerde, vonden er zich mee verrijkt.
Zij, die er zich als slaven tegenover ge
droegen, verarmden.
Afgezien van alle te ver gedreven conse
quenties wat de samenklank betreft, blijft
ijzige verstarring over, als het stelsel hoofd
zaak en het uitgangspunt van alle kunst,
het menselijk zieleleven, verdrongen wordt.
Ten silotte: de kunst is geen research-werfk,
laboratoriumsfeer verschrikt en verjaagt
de muze. Maar de serieuze liefhebber van
muziek zal mij tegen-
werpen: heeft niet
meermalen de tijd
het afwijzend oordeel
over muziek achter
haald? Moest niet
Beethoven na de pu
blicatie van zijn zeer
welluidende en onge
compliceerde sonates
voor piano en viool
opus 12 in de All'ge-
rfïeine Musikalisohe
Zeitung lezen: „Ge
leerd, geleerd en steeds maar geleerd, geen
natuur, geen melodie". Ja zeker, maar daar
staat tegenover, dat Beethoven tijdens zijn
leven in latere jaren, wel degelijk be
schouwd werd als een der grootste levende
componisten en dat aan de waarde van zijn
werk niet meer wérd getwijfeld. Een per
soonlijke ervaring: de Klavierstüöke van
Schönberg opus 11 heb ik gekocht in 1912.
Het is nu vierenveertig jaar later, maar zij
doen mij nu evenmin iets als toen ik ze zo
lang geleden leerde kennen.
Men ziet de Triistan-ehromatiek van Ri
chard Wagner gewoonlijk als keerpunt in
de geschiedenis van het harmonisch den
ken der negentiende eeuw. Ontegenzegge
lijk is de partituur van Tristan, méér dan
alleen van muzikale, van historische bete
kenis. Maar Wagner werd in geen enkel
opzich de slaaf van zijn verworvenheden.
Enkele jaren na Tristan ontstond zijn Meis-
tersiniger, die eigenlijk een triomf van de
diatoniek zou kunnen heten. Was de com
ponist teruggekomen van zijn geavanceer
de denkbeelden? En zo niet, waarom dan
deze stap achterwaarts? Omdat Wagner
met geniaal inzicht die middelen-ter-uit
drukking toepaste, die hij*in bepaalde si
tuaties nodig had. Hij heeft dit in zijn op
stel „Toekomstmuziek" duidelijk uitge
sproken: „Aan dit werk (Tristan) kan men
de strengste, uit mijn theorieën voort
vloeiende eisen stellen: niet omdat ik het
naar mijn stelsel zou hebben gevormd,
want ik had alle theorie vergeten, maar
omdat ik mij hier tenslotte met de valste
vrijheid en met zo grote onbekommerdheid
tegenover elk theoretisch probleem bewoog,
dat ik bij de arbeid zelf voelde, hoe ver die
boven mijn systeem uitging."
En Schönbergs Vioolconcert? Ik kan er
het respectabel werkstuk van een zeer bij
zonder man in zien, maar als muziek doet
het mij aan als een tragische curiositeit.
WILLEM ANDRÏESSEN
DE LEZER heeft het begrepen: het is
niet zo, dat zijn voorvader op een goe
de dag een geslachtsnaam koos, dit heu
gelijke feit per missive aan buren en
kennissen bekend maakte en er dan
verder nauwgezet op toezag dat zijn
keuze geëerbiedigd werd. Integendeel,
het waren vaak de onwonenden, die
hem zijn toenaam bezorgden. En daaruit
ontstonden gaandeweg de namen, die
thans de lectuur van telefoon- en adres
boeken zo boeiend maken voor ieder,
die daar het ware oog voor heeft.
HET IS niet voldoende dat Geraert
Machielsz in enkele akten nader met
Backer wordt aangeduid. Want hij stond
werkelijk voor de oven. Men kan pas
zeggen, dat hij een familienaam droeg,
als zijn nageslacht die aanduiding be
hield. Ook al had het de bakkerij al
lang de rug toegekeerd.
De vorming onzer geslachtsnamen
zette aarzelend in. De stamvader van de
Groningse regentenfamilie (Van But-
tingha) Wichers heette Rotger Sickens
(15551631). Zijn zoon droeg de bena
ming Wicher Rotgers, diens in 1616 ge
boren zoon Johan schreef aanvankelijk
ook Rotgers, maar ging later op zijn
eigen patroniem Wichers over. Dit werd
de definitieve naam, hoewel een tak j
der familie Rotgers bleef heten. Derge
lijke naamwisselingen waren niet onge
woon. De Schiedammer Leendert Cor-
nelisz Munnick (monnik), die als com
mandeur reizen naar Groenland maak
te, beleefde daar kennelijk een avontuur
met een ijsbeer en werd sindsdien Den
Beer genoemd. Hij is de naamgever van
het geslacht Den Beer (Poortugael)
die tweede naam naar het dorpje op
IJsselmonde, waar de familie bezittin
gen kreeg.
HET TOENEMEN van de bevolking
werkte het dragen van geslachtsnamen
In de hand. In Drente liepen nog in 1825
dorpelingen zonder vaste namen rond,
zodat ze door Koning Willem I tot de
orde moesten worden geroepen, maar in
i de steden was reeds een eeuw eerder
i een burger zonder familienaam een
zeldzaamheid. Althans in het westen,
waar allerlei vernieuwingen waren ge
bracht door een stroom zuiderlingen: de
„Spaense Brabanders".
Amsterdam had rond 1525 slechts
13.500 inwoners, maar Antwerpen telde
er in die jaren al 87.850. Toen na de val
van deze stad in 1585, allen, die de nieu
we leer trouw wilden blijven, in massa
uitweken naar het noorden, bleek dat
zjj aanzienlijk beter met geslachtsna
men waren uitgerust dan de bevolking
der koopsteden, waar zij zich vestig
den. Hetgeen ongetwijfeld stimulerend
heeft gewerkt. Er zijn zelfs spotverzen
gemaakt op het als naaperij beschouw- j
de aannemen van familienamen.
DE DERDE tendens kan niet beter
omschreven worden dan met wat Cha-
rivarius d.d. noemde dat is deftigdoene
rij. De opkomende adelstand had zich
reeds vroegtijdig genoemd naar al
dan niet rechtmatig verkregen bezit- i
tingen. De zo ontstane aanduidingen als
Van Amstel en Van Egmont werden
erfelijk gevoerd. Hetgeen tot navolging
prikkelde toen ook de burgerij mach
tige figuren ging opleveren. De rijken
in die dagen steeds tevens de re
geerders begonnen de later met zo
veel succes bekroonde wedloop met de
adel door zich ook te voorzien van een
nadere aanduiding, nog lang daarna zo
kenmerkend een „van" genoemd, dat
naamloze burgers in 1812 op verschei
dene plaatsen tot de vondst Zondervan
kwamen. Daar d.d. altijd tot imitatie
noopt, is ook aldus de naamvorming
door de lagen der bevolking gesijpeld.
Wie de ladder beklom, kon niet langer
zonder geslachtsnaam. Daar kwam dan
nog vaak een wapen bij. Zo had de
naam van admiraal Jacob Simons de
Rijck slechts in zoverre iets met wel
stand te doen, dat Hij deze ging voeren
toen hij te deftig was geworden voor
zijn vaderlijk pratoniem Rijckerts-
(zoon), dat hij eerder tot Rijck had in
gekort. Tenslotte zette hij de kroon op
het werk door zich jonker te noemen
J. G. DE BOER VAN DER LEY
HET BEGIN van het kalenderjaar valt
bijna samen met het steeds wederkerende
gebeuren in het kosmische leven van onze
planeet: de aarde, in haar onophoudelijke
loop om de zon, nadert de gigantische fak
kel het dichtst. Dit is slechts één van de
vele bewegingen, waaraan onze planeet
onderhevig is. Het lijkt ongelofelijk,
dat zo'n reusachtig lichaam als de aar
de, dat naar berekening der geleerden bijna
6.000.000.000.000.000.000.000 (6 met 21 nullen)
ton weegt, aan zoveel verschillende bewe
gingen deelneemt.
Er zijn niet weinig bewijzen voor de
wenteling van de aarde om haar as. Als
men bijvoorbeeld van een toren een steen
laat vallen, zal deze enigszins naar het oos
ten afwijken, dat wil zeggen in dezelfde
richting als de aarde wentelt
De aardwenteling veroorzaakt ook de
sterkere onderspoeling der rechteroevers
van rivieren op het noordelijke en der lin
keroevers op het zuidelijke halfrond, de af
wijking van winden bij hun nadering van
de evenaar, de afgeplatheid bij de polen
en vele andere verschijnselen. De wente
ling van de aarde voltrekt zich zo gelijk
matig, dat wij het helemaal niet gewaar
worden. Tot voor kort beschouwde men de
aarde dan ook als de beste klok haar
wenteling was regelmatiger en effener dan
de gang van welk uurwerkmechanisme ook.
Maar nu hebben astronomen de moge
lijkheid gekregen om de „gang" van de aar
de met kwartsklokken te controleren. In
die klokken is het gewone uurwerkmecha
nisme vervangen door een schilfertje
kwarts, dat tussen twee elektroden is op
gehangen en door de elektrische stroom in
een trillende beweging wordt gebracht
tot honderdduizend trillingen per seconde.
Die trillingen gaan met een verbazingwek
kende constantheid door, zodat een kwarts-
klok in vierentwintig uur niet meer dan
een duizendste seconde voor of achter loopt.
Het bleek nu dat de aardwenteling zich
helemaal niet zo gelijkmatig voltrekt als
men vroeger dacht. De verplaatsing van
luchtmassa's in de atmosfeer, de beweging
van water in de rivieren, de schommeling
van de grondtemperatuur, de seizoensver
andering van het plantendek en andere
verschijnselen dat alles heeft zijn uit
werking op de wenteling en rpaakt die lich
telijk hortend en ongelijkmatig. Wanneer
in de nabije toekomst nog nauwkeuriger
klokken atoomklokken, waar van de
trilling van het molecule gebruik wordt
gemaakt ter beschikking komen, zal
ongetwijfeld blijken dat de aardwenteling
nog onregelmatiger is
DE NATUUR is buitengewoon ingewik
keld in al haar uitingen. Er bestaat geen
volkomen gelijkmatige beweging. Men be-
schouwe bij voorbeeld de tweede beweging
der aarde haar loop om de zon. Zoals
alle planeten vormt de aardbaan een ellips.
De afstand van de aarde naar de zon ver
andert voortdurend. Wanneer, in het begin
van januari, de aarde door het perihelium
gaat het dichtst bij de zon gelegen punt
van haar baan scheiden ons bijna 147
miljoen kilometer van de zon. Een half jaar
later, wanneer de aarde het verst van de
zon verwijderd is, bedraagt de afstand on
geveer 152 miljoen kilometer. Dat verschil
van vijf miljoen kilometer is kolossaal vol
gens aardse maatstaf. Het bedraagt maar
drie percent van de gemiddelde afstand
tussen zon en aarde en oefent daarom ook
bijna geen merkbare invloed op de seizoen-
wisseling uit.
De snelheid van de beweging van de
aarde om de zon verandert voortdurend.
Bij nadering wordt zij groter, bij verwijde
ring kleiner. Gemiddeld vliegt de aarde
over haar baan met een snelheid,die zeven
endertig keer zo groot is als die van een
kogel, dat wil zeggen: dertig kilometer per
seconde. Die snelheid is reusachtig volgens
aardse normen, maar indien wij de baan-
beweging van de aarde eens van grote af
stand konden gadeslaan, zou ons die lang
zamer dan een schildpad voorkomen. In
een uur doorloopt de aarde een afstand, die
negen keer zo groot is als zijn doorsnee,
terwijl een schildpad in diezelfde tijd een
afstand aflegt die gelijk is aan enkele
tientallen keren zijn lengtedoorsnee.
Vaak wordt de aarde met een tol verge
leken. Laat een tol draaien en geef zijn as
dan een lichte tik. In dat geval zal de as
een kegel beginnen te beschrijven, waarvan
de snelheid veel minder is dan die van de
tol. Nu, zo'n beweging maakt de aarde ook.
Men noemt dat precessie.
Maar wat geeft de aarde die tik? Wat
veroorzaakt precessie? De aarde is afgeplat
aan de polen en haar as vormt een hoek
met het vlak van haar baan alsook met die
van de maan. Zon en maan trekken de
equatoriale „toegiften" van de aarde aan,
die een gevolg zijn van haar afgeplatheid
7 bij de polen. Pers een bal van rubber tus
sen platte handen lichtelijk samen, dan
dijt deze uit in de breedte. Zo ongeveer is HERHAALT zich dus na zesentwintig-
de vorm van de aarde. Zon en maan pro- duizend jaar hetzelfde sterrenbeeld, zoals
beren de aarde te richten, haar as een dus- wij dat nu waarnemen? Op die vraag moet
danige stoot te geven, dat die loodrecht op het antwoord ontkennend luiden. Zoals er
het vlak van de banen van aarde en maan in de natuur geen volstrekt gelijkmatige
komt te staan. Maar dat lukt niet. De aarde beweging bestaat, zo bestaat er ook geen
draait om haar as. Als gevolg van die wen- absoluut nauwkeurige herhaling. Strikt ge
teling en de richtende werking van maan sproken herhaalt zich niets. De hele natuur
en zon ontstaat precessie een langzame, in haar eindeloze beweging gaat slechts
kegelvormige beweging van de aardas. door nieuwe stadia van ontwikkeling. Over
DE PERIODE van pre
cessie is zeer groot. Pas na
zesentwintigduizenjd jaar
herneemt de aardas haar
tegenwoordige stand. Ten
gevolge van precessie ver
andert de ligging van de
hemelpool dat punt
Tegenwoordig ligt de
zesentwintigduizend jaar
zullen de sterren, die zich
alle onafgebroken door
het heelal bewegen, zich
verplaatst hebben. De
maan veroorzaakt nog een
minder belangrijke bewe
ging van de aarde, die
men nutatie noemt. Als
gevolg van de inv/erking
van de maan op verschil
lende punten van de aard-
ellipsoïde het lichaam
ster alpha uit het sterrenbeeld
Beer: naar die streek
is de aardas gericht.
hemelpool dicht bij de Poolster de dat ontstaat door het wentelen van de ellips
Kleine om een van haar assen beschrijft de aard-
van het heelal as een kleine kegel met een periode van
Zevenentwintig- 18.6 jaar. Tengevolge daarvan beschrijft de
honderd jaar voor onze tijdrekening ver- hemelpool tegen de achtergrond van de
vulde een andere ster de rol van poolster, sterrenhemel een heel kleine ellips, waar-
namelijk alpha Draconis, waarvan in oude van de grootste diameter dicht bij achttien
Chinese kronieken uit de tijd van Keizer seconden van een boog en de kleinste on-
Hoang Ti gewag wordt gemaakt. In Egyp- geveer veertien seconden bedraagt,
tische pyramiden uit die tijd werden gale-
rijen blootgelegd, die ingebeiteld zijn onder
een hoek van zevenentwintig graden met
de horizon. Precies op die hoogte was alpha
Draconis toen in Egypte zichtbaar.
Haar rol als aanwijzer van het noorden
zal de tegenwoordige Poolster tot ongeveer
het jaar 3500 behouden. In het jaar 10.000
gaat de hemelpool over naar de ster Deneb
(de hoofdster van het sterrenbeeld Zwaan)
IN DE MEESTE geografische leerboeken
wordt met nadruk gezegd, dat de hoek van
de aardas met het vlak van de aardbaan
altijd onveranderlijk blijft. Dat is echter
niet juist. Ofschoon uiterst langzaam,
schommelt de aarde en dus verandert ook
de neiging van haar as. Overigens is die
beweging nauwelijks merkbaar. De totale
en in 13.600 wordt een van de helderste uitslag bedraagt maar 1 gr. 37 min.
sterren aan de hemel poolster, namelijk
Vega, die trouwens die rol al vervulde voor
onze voorouders van ongeveer dertiendui
zend jaar geleden. De tijd zal komen wan
neer, tengevolge van precessie, de heldere
Sirius van onze Europese hemel gaat ver
dwijnen, het Zuiderkruis daarentegen voor
ons zichtbaar zal worden.
Ook de vorm van de aardbaan blijft niet
ongewijzigd. De ellips wordt dan meer dan
minder uitgetrokken. De vorm van elke
ellips wordt gekenmerkt door haar excen
triciteit. Zo noemt men de verhouding tus
sen de afstand der brandpunten van de
ellips en haar grootste diameter. Bij de
cirkel vallen de brandpunten samen met
De „werkelijke" baan van de aarde. De zon vliegt, terwijl de aarde om haar draait,
door de ruimte. Bijgevolg is de aardbaan geen cirkel, maar een sterk uitgerekte
spiraal. Terwijl de aarde deze spiralen beschrijft, wordt zij „omcirkelt" in kleine
spiralen door de maan. Deze illustratie is overgenomen uit het eerste deel van het
standaardwerk „Het wonder der natuur" - „Hemel en Aarde" - door dr. Fritz
Kahn, vertaald onder toezicht van dr. C. van Rijsinge, verschenen bij de
uitgeverij Contact te Amsterdam.
zijn middelpunt en is de excentriciteit
daarom gelijk nul. Bij elke ellips ligt de
excentriciteit tussen nul en één. Tegen
woordig ligt de excentriciteit van de aard
baan dicht bij 0.017.
De rechte lijn, die de punten van de
aardbaan verbindt, die het dichtst en het
verst van de zon liggen, noemt men de
apside. De langzame draaiing van de apside
is oorzaak van de verandering der termij
nen van het passeren der aarde door het
perihelium. In de tegenwoordige tijd vindt
de grootste nadering tussen zon en aarde
op 3 januari plaats.
WANNEER WIJ zeggen dat de maan om
de aarde draait, dan is dat niet helemaal
correct. Want niet alleen trekt de aarde de
maan aan, dit gebeurt ook omgekeerd.
Maar daar de maan eenentachtig keer zo
licht als de aarde is, bevindt het gemeen
schappelijk zwaartepunt van het systeem
aarde-maan zich natuurlijk ook eenentach
tig keer zo dicht bij de aarde als bij de
maan. Het ligt 4664 kilometer van het aard-
centrum verwijderd, aan de kant van de
maan, dat wil zeggen: het bevindt zich
binnen in de aardbol op een afstand van
bijna zeventienhonderd kilometer van de
oppervlakte. Om dat punt draaien aarde en
maan. Dientengevolge naderen en verwij
deren wij ons afwisselend van de zon, het
geen een zeer geringe verandering van de
zichtbare doorsnede van onze dagfakkel
betekent.
Indien om de zon alléén de aarde draaide,
dan zouden beide hemellichamen een ellips
om het gemeenschappelijk onbeweeglijke
zwaartepunt beschrijven. Maar in werke
lijkheid is de aantrekking van de zon door
de andere planeten de oorzaak, dat dat
zwaartepunt gedwongen wordt een zeer
ingewikkelde curve te beschrijven.
HET ZOU KUNNEN lijken dat, met uit
zondering van de eerste twee, alle overig®
bewegingen der aarde zo langzaam en on-
belangrijk zijn, dat zij nauwelijks van enige
praktische betekenis kunnen zijn. Maar
zo'n conclusie is beslist fout.
Precessie, nutatie en alle andere „kleine
bewegingen" der aarde brengen een ver
andering teweeg in de zichtbare positie der
sterren. Die posities worden door cijfers en
lijnencoördinaten uitgedrukt. Voordat eeo
stuurman de positie van zijn schip of vlieg
tuig kan bepalen, voordat de geodesist en
cartograaf een nauwkeurige geografisch®
kaart kunnen samenstellen, moeten zij
eerst met de grootst mogelijke nauwkeu
righeid de zichtbare coördinaten der ster
ren kennen. Daarvoor moeten zij de ster
rencatalogi raadplegen.
TENSLOTTE zou de voorspelling van
verduisteringen van zon en maan, de komst
van planeten, berekeningen van de zicht
baarheid der planeten en vele andere ver
schijnselen niet mogelijk zijn zonder dat
men weet hoe de aarde zich beweegt en
aan welke bewegingen zij deelneemt. Men
weet nu ook dat sterren, die men vroeger
voor onbeweeglijk aanzag, In werkelijkheid
door de ruimte reizen met snelheden van
tientallen en soms van honderden kilo
meters per seconde. De zon gedraagt zich
in dat opzicht zoals elke andere ster. Te
zamen met al haar satellieten de aarde
dus inbegrepen vliegt zij met betrekking
tot vele andere sterren in de richting van
het sterrenbeeld Hercules met een snelheid
van ongeveer tweehonderdvijftig kilometer
per seconde.
Indien wij opeens die hele geweldige
sterrenstad konden overzien, die Melkweg
heet en waartoe ook onze zon als een van
haar honderd miljard (100.000.000.000) ster
ren hoort, dan zouden wij ontdekken dat
de baan van het zonnestelsel door de
ruimte om het centrum van de Melkweg
loopt. Een machtige opeenhoping van ster
ren, die de kern vormen, dwingt door haar
aantrekkingskracht de zon en de andere
sterren zich daarom heen te draaien.
Lang is de weg van de zon om de kern
van de Melkweg: zij en met haar
de aarde voltooit die maar eens
in de ongeveer tweehonderd miljoen
jaar. Dat is dus de duur van een
„Melkweg-jaar". Het gehele geweldige
Melkwegstelsel op zijn beurt verplaatst zich
weer ten opzichte van de dichtstbijzijnde,
ons bekende andere spiraalnevels.
GELOOF NIET dat met de opsomming
van dertien bewegingen, waaraan de aarde
direct of indirect deelneemt, al haar be
wegingen uitgeput zijn. De natuur is bui
tengewoon ingewikkeld en veelzijdig in al
haar uitingen en in het bijzonder ook in
mechanische beweging. Strikt gesproken
neemt elk hemellichaam deel aan een on
telbaar aantal van elkaar afhankelijke be
wegingen.