REALITEIT EN SCHIJN IN BRITSE FILMKOMEDIE STERREN SNELLEN DOOR DE R Schönbergs Vioolconcert ONZE NAMEN IJdelheid sprak ook hier een >rdj wooraie mee Ook bewegingssnelheid van de aarde om de zon verandert voortdurend ZUS"' "le™° „Om de wereld" VERANDERING VAN POOLSTER „The constant De negen Muzen J Spaense Brabanders Deftigdoenerij Aardweotelleg helemaal niet zo gelijkmatig men 2 »T"Sn. n<ge.të Russische tijdschrift Dit artikel van F. ZIEGEL is vertaald uit het REEDS EERiDER heb ik in deze rubriek geschreven over de Engelse film en dan de komische in het bijzonder. Het was naar aanleiding van „Doctor at sea" dat ik stel de hoe de basis van de Engelse humoris tische film wordt gelegd met de goed vol gehouden overdrijving en dat men door daarin een climax te bewerkstelligen een geestig contrast schept tussen de onwaar schijnlijkheid, die bijna ridicuul wordt en de realiteit, waarmee men die onwaar schijnlijkheid wenst te vereenzelvigen. Die wens is zo sterk, dat men houdt voor waar wat voor iedere toeschouwer onwaar is, ja, ze werkt uit, dat de toeschouwer er zo veel plezier in krijgt, dat hij zelf de schijn voor waar neemt om zijn plezier te kunnen behouden. Een typisch voorbeeld is daar van ook de film „The constant husband". Ik bespreek die bier feitelijk om te wijzen op nog een ander aspect van de Britse filmkomedie: het déraillement van de hu mor, wanneer de filmmaker te veel de rea liteit nastreeft om het onwaarschijnlijke met het uiterlijk der waarschijnlijkheid te bekleden. Er zijn in vele van de Engelse „lichte komedies" dergelijke aspecten aan te wijzen. „The constant husband" ontkomt er niet aan. De man, met wie wij in deze film kennis maken, is een aan geheugenverlies lijden de polygamist, die ten minste zgs keer ge trouwd is geweest, zoals uit de nasporingen in zijn verleden blijkt. De consequenties van zijn veelwijverij moet hij dragen door een veroordeling tot gevangenisstraf, welke hij overigens prefereert boven de terugkeer tot één zijner echtgenoten, die allen nog blijken te dingen om zijn gunst. Hij heeft zo'n afschuw voor zijn vroeger ik, dat hij de cel de verkieslijlcste plaats op de aarde vindt. Zijn verdedigster tracht weliswaar met haar spitsvondige redeneringen de rechter tot wanhoop te brengen, maar dat weerhoudt hem niet zichzelf schuldig te verklaren en dusdoende aan de keuze te ontkomen wie van zijn vroegere eega's hij nu in de toekomst trouw zal blijven. Hij komt gemakkelijk tot dit besluit, omdat wij met hem konden ervaren, dat het bepaald lastig is als men er meer echtgenoten op- nahoudt. Hij heeft er schoon genoeg van. Men kan hem in die redenering volgen. Het eerste en verreweg het grootste deel van de film laat ons zien, dat hij zich er bepaald bezwaard mee gevoelt. Nauwelijks heeft hij ontdekt eerzaam gehuwd te zijn met de een of hij ervaart op hardhandige wijze dat hij officieel ook met een andere beminnelijke dame in de echt is getreden. Hij is een charmante kerel, die iedere vrouw wel tot man wil hebben. Zes keer heeft hij zijn charmes aldus uitgebuit. In de rechtzaal komen de slagen op zijn hoofd neer. Geen wonder dat hij al zijn huwelijken wil ontlopen door zich schul dig te verklaren aan polygamie om ten minste zeker te zijn van zijn toekomst, die hij in eer en deugd en zonder (zoveel) vrouwen wenst door te brengen. In dat eerste deel is de film het aardigst. Langzaam maar zeker komen wij tot de ontdekking met wat voor een man wij te maken hebben. Wij worden met onze neus op de ontstellende feiten geduwd. Toch kunnen wij niet boos worden op deze man. Hij is zo charmant. Hij moest wel een vrouwenveroveraar zijn. De film slaagt er in ons daar helemaal van te overtuigen en Rex Harrison, die de vertolking der hoofd rol op zich nam, heeft alles meer om een Bariton. De bariton Jos Burcksen, die de laatste jaren aan de opera te Mainz was verbonden, keert per 1 september naar Amsterdam terug. Hij heeft zijn repertoire uitgebreid, zo deelt de directie van de Ne derlandse Opera mede, met enige belang rijke rollen, zoals Guglielmo in „Cosi fan tutte" en Figaro in „De Bruiloft". G.G.-club. Dezer dagen is in Den Haag opgericht een „Vereniging van lief hebbers van detectiveverhalen en myste- rielectuur" onder de naam „Geoffry Gill Club" naar de held van Ivans' vermaarde boeken. De bedoeling van het voorlopige bestuur (secretariaat: Celebesstraat 88, Den Haag) is uitwisseling van indrukken, gedachten en opvatting, benevens ontwik keling van kennis, inzicht en smaak. Litteraire pers. Te Amsterdam is opgericht de stichting „De litteraire pers". Deze zal zich in samenwerking met een Amsterdamse uitgeversmaatschappij en onder redactie van Mascha Postnikowa, Cok Grashoff, Gerrit Meijer, Engel Snoek en Pieter Grashoff bezig houden met de publicatie van teksten (ook van jonge Nederlandse auteurs) in bijzondere, ge nummerde edities. door dames geadoreerd object te zijn. Wat dus de onwaarschijnlijkheid betreft: die wordt tot het einde schijnwaar gemaakt. Men is bereid te geloven in de merkwaai- dige levensstaat van de held dezer geschie denis en aanvaardt graag alle gevolgen van zijn succes ten opzichte van de vrouwen, die hij in zijn netten wist te strikken. WAT ECHTER de uitwerking van het gegeven verzwakt, is de zucht van scena rio-schrijver en filmmaker om alles naar het normale te willen trekken, terwijl men in evenredigheid met het uitgangspunt juist het abnormale verwacht. Er is soms een disharmonie tussen de verwachtingen van de toeschouwer en de vervullingen van de film, een disharmonie, die de illu sie van het „gekke" waarop men zich heeft voorbereidt en waarom men zich bij voorbaat reeds zit te verkneukelen in eens teniet doet. In „The constant hus band" is dat de scène in het departement en de club, die zoveel onthullingen en rare situaties beloofde, dat men zijn hart vast houdt voor wat er nu weer komt.... om te ervaren, dat wat er komt, helemaal de klap op de vuurpijl niet is. De film blijkt op zulke momenten adem te scheppen om weer op verhaal te kunnen komen. De toeschouwer snakt nog hele maal niet naar adem en voelt zich teleur gesteld. Situaties als deze komen nogal eens voor in de Engelse komedie. Men zou bijna denken aan opzet, alsof de film hang is 't te bont te maken en over haar hoogte punt te zullen groeien. Er kan ook sprake zijn van stijl. Het ligt in de Britse menta liteit zich niet te veel te laten gaan. Toch lijkt mij de juiste verklaring, dat de film maker te veel een reële sfeer wil scheppen en er dan niet in slaagt die sfeer te over spelen. Wij voelen het niet ten onrechte als een verslapping der spanning en een tekort Rex Harrison in een benarde positie. in de uitwerking der opgeroepen emoties. Overigens blijft „The constant husband" een heel genoegelijk geval, waarmee men zich een vol uur zeker zal amuseren. Het begin is ronduit voortreffelijk. De zich in de spiegel bekijkende Rex Harrison lijkt u zelf aan te kijken met een verbaasde, ach terdochtige blik, die meteen contact maakt met de hoogst gestemde verwachtingen, welke ge ten aanzien van het eruit voort vloeiende plezier koestert. P. W. FRANSE ENKELE WEKEN geleden werd de eerste uitvoering in Nederland gegeven van het Vioolconcert opus 36 van Arnold Schön- berg. Het werk is al twintig jaar oud, doch nog maar weinig gespeeld. Hier is nu een geval, waarvan men zou kunnen zeggen: deze muziek voor zover dit woord er nog op toepasselijk is moet niet gespeeld worden. Ik zeg dit niet als een misplaat ste grappigheid, of als een gemakkelijke veroordeling, maar de gedachtengang voort zettend van Paul Bekker, die indertijd sommige der latere werken van Beetho ven beschouwde als muziek, die niet gespeeld zou moeten wor den: een abstracte schepping, die zonder schade aan de idéé geen klinkende realisa tie zou verdragen. Zonder twijfel is echter Schönbergs werk in veel hogere mate ab stract dan de muziek uit Beethovens latere levensperiode. Zo abstract, dat al te weinig toehoorders aan een dergelijke negatie van wat men gewoonlijk muziek noemt vreug de kunnen beleven. De serieuze muziek- vriend, die er niet van houdt om maar on middellijk een oordeel uit te spreken en die wat hij hoort eenst eens in verband brengt met tal van verschijnselen van muzikale en algemeen-culturele aard, zal trachten de sleutel te vinden, die hem eindelijk toegang moet verlenen tot het raadselachtige ge bouw dezer kunst. Want hij denkt terecht: waarom wordt er zoveel over deze Schön- berg gesproken en waarom worden zijn werken nog gespeeld, als ze dan zo onge nietbaar zouden zijn? Hij moge dan bedenken, dat Schönberg een man van sterke overtuigingskracht was, iemand die meende de kunstrichting te kunnen geven voor de toekomst en die in derdaad buitengewoon veel invloed op de jongeren heeft gehad. De figuur Schönberg is geen onbelangrijke, geen te negeren ver schijning geweest. In zijn werken klinkt het zuiveringsproces door, dat hij na de laat-romantiek van het fin-de-sdècle na streefde, overtuigd en vervuld van het fa natisme, dat de ontdekker van nieuwe we gen kenmerkt. Zijn uit de atonaliteit voort gekomen stelsel, het twaalf-toons systeem, werd geadopteerd door veel jongeren, maar hemzelf werd het noodlottig. Degenen die het hanteerden als een der vele technische mogelijkheden en uitbreidingen, die het aanwendden waar hun artistiek inzicht het hun dicteerde, vonden er zich mee verrijkt. Zij, die er zich als slaven tegenover ge droegen, verarmden. Afgezien van alle te ver gedreven conse quenties wat de samenklank betreft, blijft ijzige verstarring over, als het stelsel hoofd zaak en het uitgangspunt van alle kunst, het menselijk zieleleven, verdrongen wordt. Ten silotte: de kunst is geen research-werfk, laboratoriumsfeer verschrikt en verjaagt de muze. Maar de serieuze liefhebber van muziek zal mij tegen- werpen: heeft niet meermalen de tijd het afwijzend oordeel over muziek achter haald? Moest niet Beethoven na de pu blicatie van zijn zeer welluidende en onge compliceerde sonates voor piano en viool opus 12 in de All'ge- rfïeine Musikalisohe Zeitung lezen: „Ge leerd, geleerd en steeds maar geleerd, geen natuur, geen melodie". Ja zeker, maar daar staat tegenover, dat Beethoven tijdens zijn leven in latere jaren, wel degelijk be schouwd werd als een der grootste levende componisten en dat aan de waarde van zijn werk niet meer wérd getwijfeld. Een per soonlijke ervaring: de Klavierstüöke van Schönberg opus 11 heb ik gekocht in 1912. Het is nu vierenveertig jaar later, maar zij doen mij nu evenmin iets als toen ik ze zo lang geleden leerde kennen. Men ziet de Triistan-ehromatiek van Ri chard Wagner gewoonlijk als keerpunt in de geschiedenis van het harmonisch den ken der negentiende eeuw. Ontegenzegge lijk is de partituur van Tristan, méér dan alleen van muzikale, van historische bete kenis. Maar Wagner werd in geen enkel opzich de slaaf van zijn verworvenheden. Enkele jaren na Tristan ontstond zijn Meis- tersiniger, die eigenlijk een triomf van de diatoniek zou kunnen heten. Was de com ponist teruggekomen van zijn geavanceer de denkbeelden? En zo niet, waarom dan deze stap achterwaarts? Omdat Wagner met geniaal inzicht die middelen-ter-uit drukking toepaste, die hij*in bepaalde si tuaties nodig had. Hij heeft dit in zijn op stel „Toekomstmuziek" duidelijk uitge sproken: „Aan dit werk (Tristan) kan men de strengste, uit mijn theorieën voort vloeiende eisen stellen: niet omdat ik het naar mijn stelsel zou hebben gevormd, want ik had alle theorie vergeten, maar omdat ik mij hier tenslotte met de valste vrijheid en met zo grote onbekommerdheid tegenover elk theoretisch probleem bewoog, dat ik bij de arbeid zelf voelde, hoe ver die boven mijn systeem uitging." En Schönbergs Vioolconcert? Ik kan er het respectabel werkstuk van een zeer bij zonder man in zien, maar als muziek doet het mij aan als een tragische curiositeit. WILLEM ANDRÏESSEN DE LEZER heeft het begrepen: het is niet zo, dat zijn voorvader op een goe de dag een geslachtsnaam koos, dit heu gelijke feit per missive aan buren en kennissen bekend maakte en er dan verder nauwgezet op toezag dat zijn keuze geëerbiedigd werd. Integendeel, het waren vaak de onwonenden, die hem zijn toenaam bezorgden. En daaruit ontstonden gaandeweg de namen, die thans de lectuur van telefoon- en adres boeken zo boeiend maken voor ieder, die daar het ware oog voor heeft. HET IS niet voldoende dat Geraert Machielsz in enkele akten nader met Backer wordt aangeduid. Want hij stond werkelijk voor de oven. Men kan pas zeggen, dat hij een familienaam droeg, als zijn nageslacht die aanduiding be hield. Ook al had het de bakkerij al lang de rug toegekeerd. De vorming onzer geslachtsnamen zette aarzelend in. De stamvader van de Groningse regentenfamilie (Van But- tingha) Wichers heette Rotger Sickens (15551631). Zijn zoon droeg de bena ming Wicher Rotgers, diens in 1616 ge boren zoon Johan schreef aanvankelijk ook Rotgers, maar ging later op zijn eigen patroniem Wichers over. Dit werd de definitieve naam, hoewel een tak j der familie Rotgers bleef heten. Derge lijke naamwisselingen waren niet onge woon. De Schiedammer Leendert Cor- nelisz Munnick (monnik), die als com mandeur reizen naar Groenland maak te, beleefde daar kennelijk een avontuur met een ijsbeer en werd sindsdien Den Beer genoemd. Hij is de naamgever van het geslacht Den Beer (Poortugael) die tweede naam naar het dorpje op IJsselmonde, waar de familie bezittin gen kreeg. HET TOENEMEN van de bevolking werkte het dragen van geslachtsnamen In de hand. In Drente liepen nog in 1825 dorpelingen zonder vaste namen rond, zodat ze door Koning Willem I tot de orde moesten worden geroepen, maar in i de steden was reeds een eeuw eerder i een burger zonder familienaam een zeldzaamheid. Althans in het westen, waar allerlei vernieuwingen waren ge bracht door een stroom zuiderlingen: de „Spaense Brabanders". Amsterdam had rond 1525 slechts 13.500 inwoners, maar Antwerpen telde er in die jaren al 87.850. Toen na de val van deze stad in 1585, allen, die de nieu we leer trouw wilden blijven, in massa uitweken naar het noorden, bleek dat zjj aanzienlijk beter met geslachtsna men waren uitgerust dan de bevolking der koopsteden, waar zij zich vestig den. Hetgeen ongetwijfeld stimulerend heeft gewerkt. Er zijn zelfs spotverzen gemaakt op het als naaperij beschouw- j de aannemen van familienamen. DE DERDE tendens kan niet beter omschreven worden dan met wat Cha- rivarius d.d. noemde dat is deftigdoene rij. De opkomende adelstand had zich reeds vroegtijdig genoemd naar al dan niet rechtmatig verkregen bezit- i tingen. De zo ontstane aanduidingen als Van Amstel en Van Egmont werden erfelijk gevoerd. Hetgeen tot navolging prikkelde toen ook de burgerij mach tige figuren ging opleveren. De rijken in die dagen steeds tevens de re geerders begonnen de later met zo veel succes bekroonde wedloop met de adel door zich ook te voorzien van een nadere aanduiding, nog lang daarna zo kenmerkend een „van" genoemd, dat naamloze burgers in 1812 op verschei dene plaatsen tot de vondst Zondervan kwamen. Daar d.d. altijd tot imitatie noopt, is ook aldus de naamvorming door de lagen der bevolking gesijpeld. Wie de ladder beklom, kon niet langer zonder geslachtsnaam. Daar kwam dan nog vaak een wapen bij. Zo had de naam van admiraal Jacob Simons de Rijck slechts in zoverre iets met wel stand te doen, dat Hij deze ging voeren toen hij te deftig was geworden voor zijn vaderlijk pratoniem Rijckerts- (zoon), dat hij eerder tot Rijck had in gekort. Tenslotte zette hij de kroon op het werk door zich jonker te noemen J. G. DE BOER VAN DER LEY HET BEGIN van het kalenderjaar valt bijna samen met het steeds wederkerende gebeuren in het kosmische leven van onze planeet: de aarde, in haar onophoudelijke loop om de zon, nadert de gigantische fak kel het dichtst. Dit is slechts één van de vele bewegingen, waaraan onze planeet onderhevig is. Het lijkt ongelofelijk, dat zo'n reusachtig lichaam als de aar de, dat naar berekening der geleerden bijna 6.000.000.000.000.000.000.000 (6 met 21 nullen) ton weegt, aan zoveel verschillende bewe gingen deelneemt. Er zijn niet weinig bewijzen voor de wenteling van de aarde om haar as. Als men bijvoorbeeld van een toren een steen laat vallen, zal deze enigszins naar het oos ten afwijken, dat wil zeggen in dezelfde richting als de aarde wentelt De aardwenteling veroorzaakt ook de sterkere onderspoeling der rechteroevers van rivieren op het noordelijke en der lin keroevers op het zuidelijke halfrond, de af wijking van winden bij hun nadering van de evenaar, de afgeplatheid bij de polen en vele andere verschijnselen. De wente ling van de aarde voltrekt zich zo gelijk matig, dat wij het helemaal niet gewaar worden. Tot voor kort beschouwde men de aarde dan ook als de beste klok haar wenteling was regelmatiger en effener dan de gang van welk uurwerkmechanisme ook. Maar nu hebben astronomen de moge lijkheid gekregen om de „gang" van de aar de met kwartsklokken te controleren. In die klokken is het gewone uurwerkmecha nisme vervangen door een schilfertje kwarts, dat tussen twee elektroden is op gehangen en door de elektrische stroom in een trillende beweging wordt gebracht tot honderdduizend trillingen per seconde. Die trillingen gaan met een verbazingwek kende constantheid door, zodat een kwarts- klok in vierentwintig uur niet meer dan een duizendste seconde voor of achter loopt. Het bleek nu dat de aardwenteling zich helemaal niet zo gelijkmatig voltrekt als men vroeger dacht. De verplaatsing van luchtmassa's in de atmosfeer, de beweging van water in de rivieren, de schommeling van de grondtemperatuur, de seizoensver andering van het plantendek en andere verschijnselen dat alles heeft zijn uit werking op de wenteling en rpaakt die lich telijk hortend en ongelijkmatig. Wanneer in de nabije toekomst nog nauwkeuriger klokken atoomklokken, waar van de trilling van het molecule gebruik wordt gemaakt ter beschikking komen, zal ongetwijfeld blijken dat de aardwenteling nog onregelmatiger is DE NATUUR is buitengewoon ingewik keld in al haar uitingen. Er bestaat geen volkomen gelijkmatige beweging. Men be- schouwe bij voorbeeld de tweede beweging der aarde haar loop om de zon. Zoals alle planeten vormt de aardbaan een ellips. De afstand van de aarde naar de zon ver andert voortdurend. Wanneer, in het begin van januari, de aarde door het perihelium gaat het dichtst bij de zon gelegen punt van haar baan scheiden ons bijna 147 miljoen kilometer van de zon. Een half jaar later, wanneer de aarde het verst van de zon verwijderd is, bedraagt de afstand on geveer 152 miljoen kilometer. Dat verschil van vijf miljoen kilometer is kolossaal vol gens aardse maatstaf. Het bedraagt maar drie percent van de gemiddelde afstand tussen zon en aarde en oefent daarom ook bijna geen merkbare invloed op de seizoen- wisseling uit. De snelheid van de beweging van de aarde om de zon verandert voortdurend. Bij nadering wordt zij groter, bij verwijde ring kleiner. Gemiddeld vliegt de aarde over haar baan met een snelheid,die zeven endertig keer zo groot is als die van een kogel, dat wil zeggen: dertig kilometer per seconde. Die snelheid is reusachtig volgens aardse normen, maar indien wij de baan- beweging van de aarde eens van grote af stand konden gadeslaan, zou ons die lang zamer dan een schildpad voorkomen. In een uur doorloopt de aarde een afstand, die negen keer zo groot is als zijn doorsnee, terwijl een schildpad in diezelfde tijd een afstand aflegt die gelijk is aan enkele tientallen keren zijn lengtedoorsnee. Vaak wordt de aarde met een tol verge leken. Laat een tol draaien en geef zijn as dan een lichte tik. In dat geval zal de as een kegel beginnen te beschrijven, waarvan de snelheid veel minder is dan die van de tol. Nu, zo'n beweging maakt de aarde ook. Men noemt dat precessie. Maar wat geeft de aarde die tik? Wat veroorzaakt precessie? De aarde is afgeplat aan de polen en haar as vormt een hoek met het vlak van haar baan alsook met die van de maan. Zon en maan trekken de equatoriale „toegiften" van de aarde aan, die een gevolg zijn van haar afgeplatheid 7 bij de polen. Pers een bal van rubber tus sen platte handen lichtelijk samen, dan dijt deze uit in de breedte. Zo ongeveer is HERHAALT zich dus na zesentwintig- de vorm van de aarde. Zon en maan pro- duizend jaar hetzelfde sterrenbeeld, zoals beren de aarde te richten, haar as een dus- wij dat nu waarnemen? Op die vraag moet danige stoot te geven, dat die loodrecht op het antwoord ontkennend luiden. Zoals er het vlak van de banen van aarde en maan in de natuur geen volstrekt gelijkmatige komt te staan. Maar dat lukt niet. De aarde beweging bestaat, zo bestaat er ook geen draait om haar as. Als gevolg van die wen- absoluut nauwkeurige herhaling. Strikt ge teling en de richtende werking van maan sproken herhaalt zich niets. De hele natuur en zon ontstaat precessie een langzame, in haar eindeloze beweging gaat slechts kegelvormige beweging van de aardas. door nieuwe stadia van ontwikkeling. Over DE PERIODE van pre cessie is zeer groot. Pas na zesentwintigduizenjd jaar herneemt de aardas haar tegenwoordige stand. Ten gevolge van precessie ver andert de ligging van de hemelpool dat punt Tegenwoordig ligt de zesentwintigduizend jaar zullen de sterren, die zich alle onafgebroken door het heelal bewegen, zich verplaatst hebben. De maan veroorzaakt nog een minder belangrijke bewe ging van de aarde, die men nutatie noemt. Als gevolg van de inv/erking van de maan op verschil lende punten van de aard- ellipsoïde het lichaam ster alpha uit het sterrenbeeld Beer: naar die streek is de aardas gericht. hemelpool dicht bij de Poolster de dat ontstaat door het wentelen van de ellips Kleine om een van haar assen beschrijft de aard- van het heelal as een kleine kegel met een periode van Zevenentwintig- 18.6 jaar. Tengevolge daarvan beschrijft de honderd jaar voor onze tijdrekening ver- hemelpool tegen de achtergrond van de vulde een andere ster de rol van poolster, sterrenhemel een heel kleine ellips, waar- namelijk alpha Draconis, waarvan in oude van de grootste diameter dicht bij achttien Chinese kronieken uit de tijd van Keizer seconden van een boog en de kleinste on- Hoang Ti gewag wordt gemaakt. In Egyp- geveer veertien seconden bedraagt, tische pyramiden uit die tijd werden gale- rijen blootgelegd, die ingebeiteld zijn onder een hoek van zevenentwintig graden met de horizon. Precies op die hoogte was alpha Draconis toen in Egypte zichtbaar. Haar rol als aanwijzer van het noorden zal de tegenwoordige Poolster tot ongeveer het jaar 3500 behouden. In het jaar 10.000 gaat de hemelpool over naar de ster Deneb (de hoofdster van het sterrenbeeld Zwaan) IN DE MEESTE geografische leerboeken wordt met nadruk gezegd, dat de hoek van de aardas met het vlak van de aardbaan altijd onveranderlijk blijft. Dat is echter niet juist. Ofschoon uiterst langzaam, schommelt de aarde en dus verandert ook de neiging van haar as. Overigens is die beweging nauwelijks merkbaar. De totale en in 13.600 wordt een van de helderste uitslag bedraagt maar 1 gr. 37 min. sterren aan de hemel poolster, namelijk Vega, die trouwens die rol al vervulde voor onze voorouders van ongeveer dertiendui zend jaar geleden. De tijd zal komen wan neer, tengevolge van precessie, de heldere Sirius van onze Europese hemel gaat ver dwijnen, het Zuiderkruis daarentegen voor ons zichtbaar zal worden. Ook de vorm van de aardbaan blijft niet ongewijzigd. De ellips wordt dan meer dan minder uitgetrokken. De vorm van elke ellips wordt gekenmerkt door haar excen triciteit. Zo noemt men de verhouding tus sen de afstand der brandpunten van de ellips en haar grootste diameter. Bij de cirkel vallen de brandpunten samen met De „werkelijke" baan van de aarde. De zon vliegt, terwijl de aarde om haar draait, door de ruimte. Bijgevolg is de aardbaan geen cirkel, maar een sterk uitgerekte spiraal. Terwijl de aarde deze spiralen beschrijft, wordt zij „omcirkelt" in kleine spiralen door de maan. Deze illustratie is overgenomen uit het eerste deel van het standaardwerk „Het wonder der natuur" - „Hemel en Aarde" - door dr. Fritz Kahn, vertaald onder toezicht van dr. C. van Rijsinge, verschenen bij de uitgeverij Contact te Amsterdam. zijn middelpunt en is de excentriciteit daarom gelijk nul. Bij elke ellips ligt de excentriciteit tussen nul en één. Tegen woordig ligt de excentriciteit van de aard baan dicht bij 0.017. De rechte lijn, die de punten van de aardbaan verbindt, die het dichtst en het verst van de zon liggen, noemt men de apside. De langzame draaiing van de apside is oorzaak van de verandering der termij nen van het passeren der aarde door het perihelium. In de tegenwoordige tijd vindt de grootste nadering tussen zon en aarde op 3 januari plaats. WANNEER WIJ zeggen dat de maan om de aarde draait, dan is dat niet helemaal correct. Want niet alleen trekt de aarde de maan aan, dit gebeurt ook omgekeerd. Maar daar de maan eenentachtig keer zo licht als de aarde is, bevindt het gemeen schappelijk zwaartepunt van het systeem aarde-maan zich natuurlijk ook eenentach tig keer zo dicht bij de aarde als bij de maan. Het ligt 4664 kilometer van het aard- centrum verwijderd, aan de kant van de maan, dat wil zeggen: het bevindt zich binnen in de aardbol op een afstand van bijna zeventienhonderd kilometer van de oppervlakte. Om dat punt draaien aarde en maan. Dientengevolge naderen en verwij deren wij ons afwisselend van de zon, het geen een zeer geringe verandering van de zichtbare doorsnede van onze dagfakkel betekent. Indien om de zon alléén de aarde draaide, dan zouden beide hemellichamen een ellips om het gemeenschappelijk onbeweeglijke zwaartepunt beschrijven. Maar in werke lijkheid is de aantrekking van de zon door de andere planeten de oorzaak, dat dat zwaartepunt gedwongen wordt een zeer ingewikkelde curve te beschrijven. HET ZOU KUNNEN lijken dat, met uit zondering van de eerste twee, alle overig® bewegingen der aarde zo langzaam en on- belangrijk zijn, dat zij nauwelijks van enige praktische betekenis kunnen zijn. Maar zo'n conclusie is beslist fout. Precessie, nutatie en alle andere „kleine bewegingen" der aarde brengen een ver andering teweeg in de zichtbare positie der sterren. Die posities worden door cijfers en lijnencoördinaten uitgedrukt. Voordat eeo stuurman de positie van zijn schip of vlieg tuig kan bepalen, voordat de geodesist en cartograaf een nauwkeurige geografisch® kaart kunnen samenstellen, moeten zij eerst met de grootst mogelijke nauwkeu righeid de zichtbare coördinaten der ster ren kennen. Daarvoor moeten zij de ster rencatalogi raadplegen. TENSLOTTE zou de voorspelling van verduisteringen van zon en maan, de komst van planeten, berekeningen van de zicht baarheid der planeten en vele andere ver schijnselen niet mogelijk zijn zonder dat men weet hoe de aarde zich beweegt en aan welke bewegingen zij deelneemt. Men weet nu ook dat sterren, die men vroeger voor onbeweeglijk aanzag, In werkelijkheid door de ruimte reizen met snelheden van tientallen en soms van honderden kilo meters per seconde. De zon gedraagt zich in dat opzicht zoals elke andere ster. Te zamen met al haar satellieten de aarde dus inbegrepen vliegt zij met betrekking tot vele andere sterren in de richting van het sterrenbeeld Hercules met een snelheid van ongeveer tweehonderdvijftig kilometer per seconde. Indien wij opeens die hele geweldige sterrenstad konden overzien, die Melkweg heet en waartoe ook onze zon als een van haar honderd miljard (100.000.000.000) ster ren hoort, dan zouden wij ontdekken dat de baan van het zonnestelsel door de ruimte om het centrum van de Melkweg loopt. Een machtige opeenhoping van ster ren, die de kern vormen, dwingt door haar aantrekkingskracht de zon en de andere sterren zich daarom heen te draaien. Lang is de weg van de zon om de kern van de Melkweg: zij en met haar de aarde voltooit die maar eens in de ongeveer tweehonderd miljoen jaar. Dat is dus de duur van een „Melkweg-jaar". Het gehele geweldige Melkwegstelsel op zijn beurt verplaatst zich weer ten opzichte van de dichtstbijzijnde, ons bekende andere spiraalnevels. GELOOF NIET dat met de opsomming van dertien bewegingen, waaraan de aarde direct of indirect deelneemt, al haar be wegingen uitgeput zijn. De natuur is bui tengewoon ingewikkeld en veelzijdig in al haar uitingen en in het bijzonder ook in mechanische beweging. Strikt gesproken neemt elk hemellichaam deel aan een on telbaar aantal van elkaar afhankelijke be wegingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1956 | | pagina 12