'JE
HAMEA
De gele kamer
Financiering van
kapitaalsuitgaven
Ruwe,rode handen
ensver
DINSDAG 14 FEBRUARI 1956
4
Effecten- en
Geldmarkt
Proces van oud-marine
mensen tegen de Staat
Agent bekeurde en
kwam zelf voor rechter
Meisje met tong tegen
brugleuning vastgevroren
Christelijke Historische
jongerengroep
Eduard van Beinum terug
Diplomatieke dienst
Examens
Pravda meldt gevecht aan
de grens in midden-Azië
Protest tegen Oostduitse
para-militaire vertoning
Veiligheid in het
bouwbedrijf
Afgelopen jaar was goed
voor de arbeiders
Benden staken op Celebes
800 woningen in brand
Anti-Nederlandse betoging
in Djakarta
FEUILLETON
door Mary Roberts Rinehart
Het is wel verklaarbaar dat de Amster
damse beurs in de koersontwikkeling van
de aandelenmarkt nog altijd niet van een
bepaalde richting blijk geeft, maar met be
trekkelijk geringe fluctuaties zo ongeveer
het peil van eind 1955 handhaaft. Zij mist
het stimulerend effect van een haussestem
ming in Wallstreet, waar men al evenzeer
een do-ut-des-politiek volgt onder de in
vloed van tegenstrijdige conjunctuurbe
schouwingen, de onmiskenbare teruggang
van de automobielenproduktie en de grote
omvang van het afbetalingskrediet. Terwijl,
wat de conjunctuur in het binnenland be
treft, de beurs nog steeds wordt verrast
met jaarverslagen, welke over 1955 een
grotere winst aanwijzen en de dividenden
in vele gevallen worden verhoogd, heeft de
discontoverhoging, waartoe de Nederland-
sche Bank deze week heeft besloten, op
nieuw de indruk gewekt dat de leiders van
onze centrale kredietinstelling in de ont
wikkeling van de economische bedrijvig
heid en de hiermee samenhangende mone
taire positie van ons land gevaren zien,
welke zij zo mogelijk wensen te voorkomen.
Het feit dat de Amsterdamse beurs, zowel
wat de aandelen-, als de obligatiemarkt
betreft, de verhoging van de rentetarieven
rustig heeft opgenomen en tot dusver
slechts van een geringe koersverlaging kan
worden gesproken, duidt intussen wel op
een vrij sterk weerstandsvermogen en het
algemeen gevoelen dat de economische en
monetaire toestand in ons land nog altijd
gezond kan worden genoemd. Maar regeren
is vooruitzien en voorkomen beter dan ge
nezen, hetgeen de leiding van de N^der-
landsche Bank vermoedelijk tot het nemen
van een nieuwe restrictiemaatregel aan
leiding heeft gegeven.
De discontoverhoging van de Nederland-
sche Bank van 2 14 tot 3 pet. staat niet op
zich zelf, maar is een vervolg op de maat
regelen, welke reeds eerder zijn genomen
om de kredietverlening in ons land af te
remmen. Nadat Engeland begin 1955 het
disconto tot tweemaal toe had verhoogd,
eerst van 3 tot 3 A en later (24 febr.) tot
414 pet. gingen de Verenigde Staten, West-
Duitsland en België begin augustus tot een
verhoging over, waardoor België van 2%
op 3 en West-Duitsland van 3 op 314 pet.
kwam. De Nederlandsche Bank heeft toen
dit voorbeeld niet gevolgd en de verhoging,
waartoe thans is besloten komt dan ook in
zoverre onverwacht, dat de president, dr.
Holtrop nog in oktober j.l. als zijn mening
heeft uitgesproken dat „nu van de krediet-
gevende taak van de Nederlandsche Bank
weinig is overgebleven, de hantering van
de discontorente nog slechts weinig invloed
heeft." Het stond namelijk zo, dat de grote
geldruimte, welke gedurende de na-oorlog-
se jaren optrad, de handelsbanken in een
vrij onafhankelijke positie plaatste, zodat
ze nauwelijks bij de Nederlandsche Bank
om krediet behoefden aan te kloppen. Van
daar dat andere middelen werden aange
wend om de kredietgeving bij de banken te
verminderen. Zoals bekend werd toen be
paald dat de banken een renteloos bedrag
bij de Nederlandsche Bank moesten aan
houden, dat 10 pet. bedraagt van de in
totaal bij hen gedeponeerde gelden, een per
centage, dat later tot 8 pet. is verlaagd,
maar vervolgens weer op 10 pet. is ge
bracht. De stijging van de kredietverlening
aan het bedrijfsleven heeft, zo wordt in
het versfag van de Amsterdamsche Bank
herinnerd, enige malen aanleiding gegeven
tot een vertrouwelijk beraad van het bank
wezen met de leiding van de centrale bank.
Terecht, zo schrijft de A.B., werd in de
monetaire ontwikkeling geen aanleiding
gevonden tot verdergaande maatregelen
dan het reeds eerder overeengekomen
Gentlemen's Agreement. Wel werden enige
suggesties gedaan inzake consolidatie van
investerings- en afbetalingskredieten.
Gedurende de laatste tijd is de situatie
echter wel énigszins veranderd. In de eer
ste plaats is de grote toevloed van geld, als
gevolg van de voor ons land gunstige be
talingsbalans opgehouden. Was er in de
jaren 19521954 nog een overschot van
respectievelijk 1860, 1280 en 482 mil
joen, in het eerste halfjaar van 1955 liep
dit overschot reeds tot 350 miljoen terug
en de verwachting bestaat dat het gehele
jaar 1955 nog nauwelijks een overschot zal
laten. Wat dus wil zeggen dat er in het
tweede halfjaar van 1955 een tekort op de
betalingsbalans moet zijn geweest.
Dit is mede een gevolg van de sterk ver
minderde en thans veelal afwezige aan
kopen van Nederlandse fondsen voor bui
tenlandse, meest Amerikaanse rekening.
Voorts is, als bekend, de liquiditeit vari
de bedrijven tegen het einde van 1955 ver
minderd door het intrekken van enkele be
lastingfaciliteiten en de vervroeging en
verzwaring van de voorlopige aanslagen in
de vennootschapsbelasting. Werd voorheen
50 pet. van de aanslag over het voorgaande
jaar als voorlopige aanslag opgelegd, thans
is dit 75 pet., waardoor in december 1955
bijv. 174 miljoen werd opgelegd tegen
103 miljoen in die maand van 1954. In
totaal is het bedrag, dat wegens gewijzigde
voorschriften vroeger moet worden betaald,
op 400 miljoen geraamd. Ook voor de
inkomstenbelasting moeten in deze tijd
grotere bedragen worden betaald, omdat
tegen het einde van 1955 voorlopige aan
slagen zijn opgelegd, welke moesten wach
ten op de effectuering van de nieuwe tarie
ven als gevolg van de belastingverlaging
Een en ander heeft er toe geleid dat op
de particuliere banken tegen het einde van
1955 en vermoedelijk ook in januari 1956
een groter beroep is gedaan, zodat, gelijk
we deze week vermeldden, de debiteuren-
post bij de banken in 1955 met c.a. 20 pet.
is gestegen. Was er gelijk we reeds op
merkten, de laatste jaren voor de banken
geen noodzaak om op de Nederlandsche
Bank terug te vallen, tegen het einde van
1955 steeg het voorschot aan de banken tot
300 miljoen en wel is dit bedrag sedert
aanmerkelijk verminderd, de Nederland
sche Bank wenst blijkbaar een nieuw en
min of meer permanent beroep op haar te
voorkomen en op deze wijze de krediet-
vraag van het bedrijfsleven te verminde
ren.
Tweeërlei bedoeling zit hierbij vermoe
delijk voor. In de eerste plaats om de be
drijven tot het aanhouden van kleinere
voorraden te nopen, nadat deze in 1953 met
330 miljoen, in 1954 met 1000 miljoen
en in 1955 met 600 miljoen zijn toegeno
men. Deze voorraadvorming heeft op de
kredietverlening ongetwijfeld een grote in
vloed gehad. Maar voorts is het ook het
streven van de Nederlandsche Bank, gelijk
dit vroeger reeds bleek, om te voorkomen
dat uitgaven voor de vernieuwing en ver
betering van de bedrijfsactiva, dat zijn dus
kapitaalsuitgaven, met bankkrediet worden
gefinancierd, een streven waarvan men de
laatste tijd de gevolgen reeds kan zien in
de toeneming van het aantal nieuwe obli
gatie- en aandelenemissies. Nieuwe inves
teringen behoren inderdaad ook niet met
bankkrediet te worden gefinancierd, al
thans slechts tijdelijk en bij uitzondering.
Een al te ruime kredietverlening heeft
uiteraard tot gevolg dat de geldomloop
stijgt en de consumptie toeneemt. Blijkens
recente gegevens is de geldcirculatie, incl.
de girosaldi, in 1955 tot 9.7 miljard ge
stegen, dat is met c.a. 10 pet. en in het
verslag van de Amsterdamsche Bank vindt
men vermeld dat de monetaire reserve,
welke in 1938 nog 75 pet. en in 1954 nog 52
pet. van de geldomloop bedroeg, in novem
ber 1955 tot 47 pet. is gedaald. Ook de toe
neming van de consumptie, welke in 1955
7 pet. heeft bedragen tegenover een stijging
van het nationaal inkomen met 6 pet., wijst
er op dat de verhouding tussen die beide
nauwlettend in het oog moet worden ge
houden, wil men voorkomen dat een te
groot deel van het nationaal inkomen
wordt verteerd.
Temeer geldt dit, omdat er allengs ook
meer ruimte moet komen voor de krediet
geving aan het buitenland, waarin ons
land gedurende de laatste eeuwen steeds
een bron van grote inkomsten heeft gevon
den, een bron, die gedurende de oorlog
nagenoeg geheel is opgedroogd en eerst de
laatste tijd weer enigermate tot het natio
naal inkomen bijdraagt.
Zoals wij deze week reeds schreven, is
het disconto van Nederland ook nu nog be
trekkelijk laag en voor ongerustheid is er
dan ook zeker geen reden. Dit neemt niet
weg dat vooreerst met een ietwat hogere
rentestand moet worden rekening gehou
den. hetgeen dan ook in de koersontwikke
ling van de staatsfondsen tot uitdrukking
is gekomen, hoewel van een scherpe daling
niet kan worden gesproken. Toch is het
verstandig dat de Bank voor Nederland
sche Gemeenten haar emissie van 30 mil
joen 3V2 pet. 40-jarige obligaties a pari
aangeboden, heeft teruggenomen. Ze zou
onder de huidige omstandigheden geen
succes zijn geweest nu de tweede lening
van 195j5j .op dezqljrip vooraarden uitge
geven, tot c.a. 100 pet. in koers is gedaald.
Personeelsleden van Nederlands-
Indische marine eisen soldij
Naar wij vernemen zal op maandag 20
februari voor het Ambtenarengerecht in
Den Haag door honderdvier ex-personeels-
leden van de voormalige Nederlands-Indi
sche Gouvernementsmarine een proces
worden gevoerd tegen de Staat der Neder
landen. De ex-personeelsleden eisen uitbe
taling van salaris over 1941-1945, de tijd
dat zq geïnterneerd hebben gezeten in
Japanse kampen.
De mensen van de gouvernementsmarine,
de havenmeesters en loodsen uit het voor
malige Nederlands Oost-Indië ressorteer
den onder het hoofdkantoor voor de
scheepvaart te Batavia, als onderdeel van
het departement van Marine. Het perso
neel was gemilitairiseerd, maar enkele
dagen vóór de capitulatie van Nederlands-
Indië werd men door admiraal Helfrich
gedemilitairiseerd. Admiraal Helfrich heeft
zich op het standpunt gesteld dat, indien
hij had geweten welke consequenties door
de staat aan deze demilitairisatie verbon
den zouden worden, hij hiertoe nooit zou
zijn overgegaan. De salariseisen van het
ex-personeel van de gouvernementsmarine
zullen ter zitting worden verdedigd door
mr. W. H. Vermeer uit Amsterdam.
Veertig gulden geëist tegen
verbalisant
De officier van Justitie bij de rechtbank
te Amsterdam heeft een geldboete van
veertig gulden geëist tegen de 35-jarige
agent van politie H. A. G. te Amsterdam.
Deze was door de kantonrechter vrijge
sproken van het hem ten laste gelegde,
namelijk „het met een auto maken van
een ^keermanoeuvre in april 1955 in de
Spaarndammerstraat, terwijl een motor
reeds zo dicht genaderd was, dat deze
moest remmen en de auto aanreed". Van
dit vonnis was het Openbaar Ministerie in
hoger beroep gekomen.
Na de aanrijding had de agent proces
verbaal tegen de motorrijder opgemaakt.
Maar de ambtenaar O.M., die het verbaal
behandelde, vond dat de agent op onver
antwoorde wijze had gemanoeuvreerd, en
dagvaardde in plaats van de motorrijder
de verbalisant zelf.
Ter zitting bleek dat de agent geen keer-
manoeuvre wilde maken. Hij wilde achter
uit een garage indraaien, en had zijn wa
gen daartoe naar het midden van de weg
gereden. „Maar dan heeft hij toch het
verkeer gehinderd" merkte één der rech
ters op. „Het is in het verkeer vaak een
kwestie van geven en nemen" vond de
president. De officier van Justitie achtte
het ten laste gelegde bewezen, in tegen
stelling tot de raadsman van de agent, die
de mening was toegedaan dat de tenlaste
legging niet gedekt werd door het feitelijk
verloop van de gebeurtenissen. Hij vroeg
vrijspraak. De rechtbank zal op 27 februari
uitspraak doen.
ADVERTENTIE
Rommeltje deed, wat meneer Doewatjewil hem zei; hij ging op het leertje van de
katapult zitten en wachtte af, wat er gebeuren ging.
„Klaar?", zei het mannetje. „Mooi, dan zal ik het elastiek uitrekken... pfff...
hèèèè pfffZwaar is dat, hoor!Ziezo, ik ben er Nou, goeie reis, hoor
Pas op, nou laat ik 't loshup!"
Hij liet het elastiek van de grote katapult, dat hij met alle macht zo ver mogelijk
uitgerekt had, opeens los, enfloep!daar schoot Pommeltje met 'n geweldige
vaart plotseling hoog de lucht in.
„Oei!", schreeuwde Pommeltje, en hij wou nog meer zeggen tegen meneer Doe
watjewil.
Maar dat kon niet meer, want in 'n ogenblik was hij heel hoog en ver weg
Kordate brugwachter ontdooide
angst en tong van de kleuter
Drie kleine meisjes, die op weg naar
school op de Berlagebrug over de Amstel
in Amsterdam naar het voederen van de
meeuwen stonden te kijken, hebben de
schrik van hun leven meegemaakt. Toen zij
met de handjes op de rand van de brug
leuning en hun hoofdjes nog net er boven
uit naar het dartele spel van de rondwie-
kende vogels stonden te kijken, begon plot
seling een van hen hevig te gillen. Zij was
namelijk met haar tong in aanraking ge
komen met het ijzigkoude metaal en daar
tegen vastgevroren. In haar angst niet
meer te kunnen loskomen, begon de kleine
te trekken, hetgeen het er niet beter op
maakte, daar zij flink uit haar mond begon
te bloeden. Redding kwam in de persoon
van de brugwachter, die de warme inhoud
van zijn van huis meegenomen thermosfles
over het tongetje van het meisje leeggoot.
Nog trillend op haar beentjes werd het
kind naar een apotheker gebracht. De ver
wonding bleek nogal mee te vallen.
Zaterdag hield de afdling Noordholland
van Christelijk Historische jongerengroe
pen haar halfjaarlijkse vergadering.
Bij de bespreking van het groepswerk
bleek, dat het aantal clubs zich uitbreidt.
Kortgeleden kwamen enkele nieuwe groe
pen in Amsterdam en Halfweg tot stand.
In andere plaatsen als Aalsmeer, Bloemen.
daal, Enkhuizen en Nieuwer Amstel wer
den toezeggingen gedaan tot medewerking
aan de oprichting van een groep. Daar er
nog veel te doen is in de provincie werd
tot activiteit aangespoord. Vooral de Zaan
streek en het Gooi vormen zwakke plekken
in de organisatie.
Voorts werd besloten om bij de vast
stelling van de candidatenlijst voor de C.H.
voor de Tweede Kamer te adviseren ook
een jongere een kans te geven.
Met het oog op de jaarlijkse in Alkmaar
te houden toogdag werd een commissie van
voorbereiding gevormd.
Tenslotte werd tot afgevaardigde in de
landelijke federatie van Christelijk Histo
rische jongerengroepen aangewezen de
heer C. C. van Woudenberg te Haarlem,
hetgeen, mede vanwege zijn toekomstig
vertrek naar Bithoven, tot gevolg had, dat
hij zich niet herkiesbaar stelde als voor
zitter. Tot voorzitter en secretaris werden
respectievelijk gekozen de heren A. Roosen
daal te ÏJmuiden en J. Peper te Haarlem.
Mejuffrouw L. Burghout uit Nieuw Ven
nep werd als peningmeesteres herkozen.
De eerste dirigent van het Concertge
bouw-Orkest, dr. Eduard van Beinum. is
zaterdag na een concerttournee van twee
maanden door Amerika op Schiphol terug
gekeerd. In totaal heeft hij zeventien con
certen gegeven in zes steden. Zoals reeds
bekend is gemaakt, heeft hij een contract,
van twee jaar gesloten met het orkest van
Los Angeles om gedurende ten minste acht
weken per seizoen dit ensemble te leiden.
Naar wij vernemen kan de benoeming
verwacht worden van dr. P. A. Kasteel,
ambassadeur in Santiago de Chile, tot ge
zant in Dublin, waar thans als zodanig op
treedt jhr. IT. W. MfSnouek Hurgronje, De
benoeming van de laatste tot gezant in
Bern is te verwadhtén. In Bern bekleedt
thans deze functie mr. A. W. C. baron
Bentinck.
Utrecht. Semi-srtscxamen: F. H. L.
Beyaert, Utrecht; J. Blom, Utrecht; G. H.
Mensink, Utrecht; mej. M. J. Pieters,
Utrecht; P. J. W. Smits, Den Bosch. Arts
examen: mej. Th. M. C. J. van de Eeren-
beemt, Vught; mei. M. G. P. O verwater,
Gorinchem; J. C. Wagner, Stad aan 't Ha
ringvliet; mej. A. M. Zevenbergen, Utrecht.
Tandartsexamen: G. A. van den Burg,
Utrecht; R. van de Sande, Velp; H. M.
Schintz, Delden. Kandidaatsexamen Rech
ten: W. J. Doude van Troostwijk, Utrecht;
mej. T. Alma, Utrecht; mej. M. Joll van Cha-
rante, Rotterdam. Kandidaatsexamen Theo
logie: J. A. Geusebroek, Utrecht; J. Smit,
Vinkeveen. Doctoraal examen Theologie: M.
J. G. van de Velden, Soestdijk. Kandidaats
examen Tandheelkunde: W. van Linden Tol,
Amsterdam.
Delft. Geslaagd voor het kandidaatsexa
men werktuigkundig ingenieur: J. Baart de
la Faalle, Haarlem; P. G. Berg, 's Graven-
hage; J. van den Berg, Rotterdam; P. R.
Bom Santpoort; B. I. Bonga, Groningen, H.
O. Buggemaker, Bloemendaal; K. van Dui
nen, Alblasserdam; H. E. Dijkmeijer, Meer-
veldtooven. H. H. 't Hart, 's Gravenhage; L.
P. J. Huberts, Harderwijk; H. C. Kappelhof,
Groningen; M. H. A. Koeken, Breda; M. Ie
Mahieu, Arnhem; M. J. C. Matthijsen, 's Gra
venhage; F. Peper, Arnhem; J. H. Prevoo,
Hengelo (O.); The Kiem Hian, Delft; J. C.
Uenk, Zevenaar; E. G. M. J. de Vries, Eind
hoven.
Kandidaatsexamen vliegtuigbouwkundig
ingenieur: G. A. Escher, Baam.
ADVERTENTIE
'V.
,v- V p'ï
p—1^—
Kent U ons'Nieuwe Schepen' boekal? Tn bestellen af 2.75 via onze giro 3390. Doel :reddingvlet voor K.N.Z.H.R.M.
De dochter van Danny Kaye, de negenjarige Dena, treedt in de voetsporen van
haar vader. Ze heeft nu reeds haar eerste gramofoonplaat gemaakt van het lied
„Het kleine kind". De foto toont de familie Kaye tijdens een gezellige repetitie thuis.
Het officiële dagblad van de Sovjetrussi-
sche communistische partij de „Pravda",
meldt in een artikel over het 35-jarig be
staan van de Sovjet grenswacht, dat zich
in de afgelopen zomer aan de Sovjet-grens
in midden-Azië een gevecht heeft voorge
daan met „grensschenders" die volledig
buiten gevecht werden gesteld. De betrok
ken grenstroepen werden onderscheiden.
Twee officieren en een sergeant ontvingen
de orde van de Rode ster wegens „betoon
de dapperheid op het slagveld".
Reuter voegt hieraan nog toe dat drie
midden-Aziatische Sovjet-republieken
Turkmenistan aan Perzië en Afghanistan
grenzen.
BERLIJN (Reuter) De ambassadeurs
van de Verenigde Staten, Groot-Brittannië
en Frankrijk in West-Duitsland hebben bij
hun Sovjet-collega in Oost-Duitsland,
Poesjkin, geprotesteerd tegen de „onwet
tige activiteit van Oost-Duitse para-mili
taire organisaties." In het bijzonder wordt
verwezen naar een demonstratie te Oost-
Berlijn op 15 januari van ongeveer 25.000
gewapende arbeiders en jongeren van de
bedrijfsmilitie, de jeugdbeweging en de
vereniging voor sport en techniek.
De Westelijke ambassadeurs verklaren in
hun nota, dat het bewapenen van burgers
volgens de bestaande vier-mogendheden-
overeenkomsten in Duitsland is verboden.
Zij verzoeken Poesjkin, de Oost-Berlijnse
autoriteiten er van te weerhouden, dat zij
de vrede in Berlijn in gevaar brengen door
hun steun aan het optreden van para-mili
taire organisaties, dat een dreigend karak
ter heeft.
In het Bouwcentrum te Rotterdam zijn
besprekingen gehouden over de veiligheid
en de hygiënische voorzieningen op de
bouwplaats. Tot de belangstellenden be
hoorde de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, de heer J G. Suurhoff.
De voorzitter van de Stichting Produkti-
viteitscentrum voor het Bouwbedrijf, ir.
J. J. van Hoek, zei, dat het de bedoeling
was dat door deze dag het startschot zal
worden gegeven voor een doeltreffende
campagne ten behoeve van de veiligheid
in het bouwbedrijf.
In een toespraak zei minister Suurhoff
er behoefte aan te hebben het grote belang
te onderstrepen van de bevordering van
de veiligheid'en de hygiëne in het bouw
bedrijf. De tijd is voorbij, zei hij, dat de
arbeidsinspectie optreedt als politieagent
die komt controleren of de veiligheidsvoor
schriften wel worden nageleefd. De ar
beidsinspecteur is nu in de eerste plaats
de adviseur, de helper en vriend en dan
pas politieagent.
Het ontwerp „Veiligheid op de bouw
plaats' werd ingeleid door de tweede voor
zitter van de Algemene Nederlandse Bouw-
bedrijfsbond, de heer B Cloo, die consta
teerde dat zowel het bedrijfsleven in de
bouwnijverheid als de werknemersorgani
saties tot dusver onvoldoende aandacht
aan de bevordering van het veilig werken
hebben besteed. Het aantal ongevallen dat
zich in deze belangrijke bedrijfstak voor
doet, is ongeveer 40.000, waarbij een aan
tal met dodelijke afloop en vaak met le
venslange invaliditeit.
De inleider achtte het gewenst dat grote
en middelgrote ondernemingen eigen vei
ligheidsinspecteurs in dienst zouden ne
men en een permanente commissie voor
de veiligheid van werkgevers en werkne
mers zouden instellen.
De heer J. W. Chevalier, adviseur bij het
Veiligheidsinstituut, somde vervolgens een
aantal punten op die in het belang van
de veiligheid in acht dienen te worden ge
nomen. Over hygiënische voorzieningen op
de bouwplaats sprak de heer F. A. J. van
Seters, commissaris van een aannemings
maatschappij.
GENèVE. - In een jaaroverzicht van de
economische positie der arbeiders deelt
David Morse, directeur-generaal der In
ternationale Arbeidsorganisatie, mede, dat
1955 weer een goed jaar voor de arbeiders
over de gehele wereld was. In de meeste
landen bereikten de werkgelegenheid, de
produktiviteit en de lonen een nieuw re-
cordpiel. De werkloosheid verminderde en
de prijzen der verbruiksgoederen hand
haafden over het algemeen de stabiliteit,
die zij de laatste jaren reeds te zien gaven.
De arbeidsconflicten vertoonden in ver
gelijking met het zeer lage peil van 1954
een toeneming, maar bleven beneden het
gemiddelde van de afgelopen vijf jaar.
De vooruitgang van de arbeiders was
het duidelijkst in West-Europa en Noord-
Amerika. In vele delen van de wereld zijn
echter nog steeds miljoenen arbeidsge
schikte arbeiders, die geen werk kunnen
vinden, wier bestaan onvoldoende is be
veiligd of die te weinig verdienen om zelfs
maar het bestaansminimum te handhaven.
De grootste prijsstijgingen - meer dan tien
percent - deden zich voornamelijk voor in
Latijns-Amerika en in een aantal Aziati
sche landen. In de meeste van deze landen
werd de situatie beïnvloed door oorlog of
onlusten.
De wereld-beroepsbevolking is in 1955
met twaalf tot vijftien miljoen personen
toegenomen. Een groot gedeelte van deze
stijging deed zich voor in Azië. Afgezien
van dit werelddeel, waarover onvoldoende
gegevens beschikbaar zijn, is de werkge
legenheid in de meeste landen sneller ge
stegen dan de beroepsbevolking. De toene
mende werkloosheid in Italië vereist ech
ter voortdurende aandacht.
De bescheiden toeneming van de werk
gelegenheid in 1955 ging gepaard met een
snelle stijging van de wereld-industrie-
produktie. De produktie per arbeider be
reikte in vele landen een ongekend hoog
peil.
DJAKARTA (United Press). - Fanatieke
Moslim-rebellen hebben verschrikkelijk
huisgehouden op het eiland Celebes. Zij
verwoestten achthonderd woningen en
richtten een schade aan die op twee mil
joen rupiahs wordt geschat.
Radio-Makassar meldt dat de rebellen
in het district Pare-Pare aan de oostkust
van het eiland vijfhonderd woningen in
brand hebben gestoken. In andere streken
van het eiland gingen driehonderd wonin
gen in vlammen op. Als daders worden
groepen van de Darul-Islam genoemd. Vol
gens radio-Makassar zijn enige duizenden
dorpelingen dakloos geworden als gevolg
van het optreden der terroristen.
Eenheden van het Indonesische leger, die
de achtervolging van de rebellen inzetten,
hebben totnutoe twee rebellen gedood en
vijftig gevangen genomen,aldus dit be
richt.
DJAKARTA (ANP) De uitwijzing van
mr. Van Empel, die mevrouw Bouman bij
staat in de verdediging van de Nederlandse
arrestanten in Indonesië, werd zondag ge-
eist op een bijeenkomst van het „Van Em-
pel-comité". Op deze bijeenkomst werd het
woord gevoerd door vertegenwoordigers
van jongeren en van studenten-organisa
ties, alsmede door de getuige in de zaak-
Jungschlaeger Manoppo.
Volgens het blad „Suluh Indonesia" gaven
vele sprekers te kennen, dat de Neder
landse Hoge Commissaris, graaf Van By-
landt, tot „persona non grata" dient te
worden verklaard, aangezien hij relaties
zou onderhouden met de Nederlandse ar
restanten.
Er werd op deze bijeenkomst ook gezegd
dat Jungschlaeger tot de doodstraf dient te
worden veroordeeld.
66
Dane deed het raam open, waarna de
verslaggever naar binnen klauterde. Hij
zag er opgewonden uit en toen Dane op
hem toeliep, haalde hij een stukje papier
uit zijn binnenzak. Dane las aandachtig wat
er op stond.
Twee uur geleden kwam dit op de
telex, zei hij grinnikend. Morgen staat het
in de kramt. Vreemd verhaal, hè?
Dane zag er vermoeid uit. Het gebeurt
meer. Het is een vreemde oorlog. Mag ik
het houden?
Natuurlijk. Ik heb het voor u overge
tikt. Maar daarvoor ben ik niet gekomen.
Ik ben schuldig aan inklimming en diefstal.
Ik was in de gele kamer, toen er op me
vrouw Hilliard werd geschoten.
Daar Dane hem nijdig aankeek, voegde
hij er snel aan toe; Maar ik was niet de
eerste. Ik zwierf daar nogal laat rond. Ik
was op de hoofdweg, toen ik de zieken
wagen zag wegrijden en vlak daarachter-
aan een andere auto. Ik ben nu eenmaal
journalist. Wat zou u in dat geval gedaan
hebben?
Hij wachtte, totdat Dane weer in bed
was gekropen en vertelde hem toen wat hij
Carol reeds verteld had. Tenslotte begon
hij schaapachtig te lachen. Hij haalde een
tweede stuk papier te voorschijn en legde
liet voor Dane neer.
Dit vond ik achter de lambrisering,
zei hij. Het is het geboortebewijs van die
jongen. U zult er wel belang in stellen,
dacht ik, welke naam zij die jongen gege
ven heeft. Die van zijn vader natuurlijk.
Dane las het document. Toen legde hij
het neer. Ik zou graag wel eens willen
weten, waarom je er zo lang over gezwegen
hebt, zei hij ijzig. Je had me een heleboel
moeite kunnen besparen!
U moet me begrijpen, majoor. Het zou
een pracht verhaal worden en daarom
moest ik dat verzwijgen. Maar ik heb nog
iets voor u. De nachttelefoniste heeft me
verteld, wie de politie gewaarschuwd
heeft, dat er op u geschoten was.
Starr keek vol verwachting naar Dane.
Er viel echter geen verrassing op zijn
gezicht te bespeuren. Bedankt, ant
woordde hij koeltjes. Maar dat weet ik al.
Al was het aan ook al heel laat of pas
bijzonder vroeg zodra Starr zijn hielen
had gelicht, voerde Dane twee telefoonge
sprekken. Eerst belde hij dr. Harrison op.
De stem van de arts klonk nogal verstoord,
maar hij was een en al aandacht, toen hij
hoorde dat Dane aan de lijn was.
Het spijt mij, dat ik u op dit uur
stoor, zei Dane, maar het is belangrijk.
Marguerite Barbour heeft toch meer dan
één slag op 't hoofd gekregen?
-Twee of drie. Eén van die slagen was
dodelijk. Ze had een vrij dunne schedel.
Heeft u aan een pook gedacht?
Ja, of aan een golfstick. Maar waar
om vraagt u dat?
Nog één ding, dokter. Heeft de laatste
tijd iemand u soms gevraagd waardoor
Marguerite precies gestorven is?
Ja. Inderdaad. Dat kwam zo toevallig
ter sprake. Ik bracht gisteren een visite
bij
Doet er niet toe, zei Dane scherp.
Noemt u liever geen namen. Dank u wel.
HOOFDSTUK XXVIII
Mijnheer Ward was de volgende morgen
al vroeg in het ziekenhuis. Hij zag een ver
ontwaardigde verpleegster uit Dane's ka
mer komen. Dane zelf schreeuwde. U
brengt me mijn broek, brulde hij. Als
Alex die soms meegenomen heeft, haalt u
er maar ergens één. Ik denk er niet aan
om zo rond te lopen!
Toen Nathaniël binnenkwam, vond hij
Dane midden in de kamer staan. Hij was
rood van verontwaardiging, en had een
deken om zich heen geslagen.
Belachelijke toestanden hier, zei hij
mopperend, terwijl hij weer in bed kroop.
Ze proberen mijn gezicht te wassen, alsof
ik dat zelf niet kan doen, en ze weigeren
mijn broek terug te brengen. En ik ben
notabene weer helemaal in orde! Het was
maar een schampschot.
Dane zag er nogal vreemd uit: een bruin
verbrand gezicht onder een dik verband.
De oude man scheen het echter niet te
zien. Hij was bij de deur blijven staan.
Tenslotte liep hij op het bed toe en legde
het ochtendblad op de dekens.
Ik veronderstel, dat u dit al wel ge
lezen zult hebben, majoor, zei hij. Ik kom
liever bij u, dan dat ik naar de politie ga.
Ik zou u graag raad vragen.
Zijn stem klonk vast, maar hij zag er bij
zonder slecht uit.
Ik vermoed dat ik weet, wat u bedoelt
antwoordde Dane. Maar wilt u niet liever
gaan zitten?
Hij keek even de krant in. Starr's ver
haal stond er in. Hij las het snel door en
legde de krant toen terzijde. Hij heeft
moed, zei hij. Bijna een ongeloofwaardig
verhaal. En dan nog vier Japanse vliegtui
gen neergeschoten!
Mijnheer Ward verroerde zich niet. Ik
geloof, dat hij dood wilde gaan, zei hij ten
slotte. Maar is dat moed of wanhoop?
Vaak is dat hetzelfde, zei Dane. Het
is tenminste nu niet meer nodig, iemand
terecht te laten staan voor een moord, die
hij niet gepleegd heeft.
Mijnheer Ward verstarde. Ik zou het
nóóit toegelaten hebben, majoor, zei de
oude man met waardigheid, dat Gregory
Spencer zou lijden. Sedert de dood van
mijn vrouw is het niet meer nodig, dat ik
blijf zwijgen. Ik heb gedaan wat ik kon.
Maar nu is het natuurlijk uit mijn handen
gelopen. Daarom ben ik naar u gekomen,
ondanks wat er gebeurd is. U bent militair.
Waar ligt de rechtvaardigheid, majoor? Een
twist, een slag, en nu dit verhaal in de
krant!
Maat zo is het toch gebeurd?
Dat heeft hij me tenminste verteld. Hij
was wanhopig. Ik heb in de bibliotheek op
hem gewacht. Hij deed erg vreemd. Ik ging
toen direct naar Crestview, omdat ik hoop
te dat ze alleen maar bewusteloos zou zijn.
Maar ze was dood. Ze lag op de stoep. Eli
nor Hilliard stond over haar heen gebogen.
Ik had haar nog nooit eerder gezien.
Ik wist pas wie ze was toen Elinor me
vertelde dat het Greg's vrouw was. Ik
kreeg de indruk dat Elinor meende dat
Greg het gedaan had. Ze was wanhopig.
Ze wilde tijd hebben om weg te komen en
ik mocht niet Lucy Norton of iemand an
ders waarschuwen. Ik kan u niet vertellen,
wat voor afschuwelijks ik heb doorge
maakt. Het was Elinors idee om het lijk te
verbergen. Het kon haar niet schelen waar,
als ze maar veilig kon wegkomen. U kent
Elinor, zei hij wrang. Ze had niet het min
ste medelijden met dat meisje. Ze wilde
een paar uur winnen, dat was alles.
Ze vroeg me, of ik haar naar de lin
nenkast op de eerste etage wilde dragen.
Maar ik ben niet meer zo jong. Later heb
ik haar in de lift gekregen. Ik heb haar zo
voorzichtig mogelijk neergelegd. Ik was
daar juist mee bezig, toen Lucy aankwam.
Het was het afschuwelijkste moment uit
mijn leven,toen ze voor de kast bleef staan.
Ik deed toen het enige, wat ik op dat mo
ment kon verzinnen. Ik sloeg de kaars uit
haar hand. In het donker probeerde ik
toen weg te komen. Ik ben bang, dat ik
daarbij tegen haar opgelopen ben.
Gillend stond ze weer op en rende naar
de trap. Toen viel ze. Toen ik haar beneden
vond, was ze buiten bewustzijn. Ik wist
natuurlijk niet, dat ze een been gebroken
had. Mijn enige gelachte op dat moment
was om Elinor veilig en wel weg te krijgen.
En ik moest snel te werk gaan. Elinor stond
nog steeds buiten. Ze weigerde om naar
binnen te gaan, en ze vroeg me naar de
kleren van het meisje. Ze was bang, dat ze
geïndentificeerd zou worden. Dat wilde ze
koste wat het kost vermijden. We dachten
beiden, dat we niet meer dan enkele minu
ten zouden hebben voordat Lucy weer zou
bijkomen, maar zelfs dan nog zou zij tijd
genoeg hebben om weg te komen.
Misschien had ik wel direct de politie
moeten waarschuwen. Maar denkt u zich
eens mijn positie in. Ik had een half krank
zinnige jongen onder mijn hoede, terwijl de
schok misschien iemand, waar ik erg veel
om gaf, had kunnen doen sterven. En dan
was er ook nog Elinor. Ik haalde Margue
rite's kleren uit de gele kamer. Elinor
stond te popelen om weg te gaan. De rest
kunt u waarschijnlijk wel raden. De jongen
moest ook verdwijnen. Elinor stemde er
mee in om hem naar Boston te brengen,
waar hij wel een vliegtuig zou kunnen krij
gen. Hij was gelukkig niet in uniform.
(Wordt vervolgd)