'JE HAMEA De gele kamer Financiering van kapitaalsuitgaven Ruwe,rode handen ensver DINSDAG 14 FEBRUARI 1956 4 Effecten- en Geldmarkt Proces van oud-marine mensen tegen de Staat Agent bekeurde en kwam zelf voor rechter Meisje met tong tegen brugleuning vastgevroren Christelijke Historische jongerengroep Eduard van Beinum terug Diplomatieke dienst Examens Pravda meldt gevecht aan de grens in midden-Azië Protest tegen Oostduitse para-militaire vertoning Veiligheid in het bouwbedrijf Afgelopen jaar was goed voor de arbeiders Benden staken op Celebes 800 woningen in brand Anti-Nederlandse betoging in Djakarta FEUILLETON door Mary Roberts Rinehart Het is wel verklaarbaar dat de Amster damse beurs in de koersontwikkeling van de aandelenmarkt nog altijd niet van een bepaalde richting blijk geeft, maar met be trekkelijk geringe fluctuaties zo ongeveer het peil van eind 1955 handhaaft. Zij mist het stimulerend effect van een haussestem ming in Wallstreet, waar men al evenzeer een do-ut-des-politiek volgt onder de in vloed van tegenstrijdige conjunctuurbe schouwingen, de onmiskenbare teruggang van de automobielenproduktie en de grote omvang van het afbetalingskrediet. Terwijl, wat de conjunctuur in het binnenland be treft, de beurs nog steeds wordt verrast met jaarverslagen, welke over 1955 een grotere winst aanwijzen en de dividenden in vele gevallen worden verhoogd, heeft de discontoverhoging, waartoe de Nederland- sche Bank deze week heeft besloten, op nieuw de indruk gewekt dat de leiders van onze centrale kredietinstelling in de ont wikkeling van de economische bedrijvig heid en de hiermee samenhangende mone taire positie van ons land gevaren zien, welke zij zo mogelijk wensen te voorkomen. Het feit dat de Amsterdamse beurs, zowel wat de aandelen-, als de obligatiemarkt betreft, de verhoging van de rentetarieven rustig heeft opgenomen en tot dusver slechts van een geringe koersverlaging kan worden gesproken, duidt intussen wel op een vrij sterk weerstandsvermogen en het algemeen gevoelen dat de economische en monetaire toestand in ons land nog altijd gezond kan worden genoemd. Maar regeren is vooruitzien en voorkomen beter dan ge nezen, hetgeen de leiding van de N^der- landsche Bank vermoedelijk tot het nemen van een nieuwe restrictiemaatregel aan leiding heeft gegeven. De discontoverhoging van de Nederland- sche Bank van 2 14 tot 3 pet. staat niet op zich zelf, maar is een vervolg op de maat regelen, welke reeds eerder zijn genomen om de kredietverlening in ons land af te remmen. Nadat Engeland begin 1955 het disconto tot tweemaal toe had verhoogd, eerst van 3 tot 3 A en later (24 febr.) tot 414 pet. gingen de Verenigde Staten, West- Duitsland en België begin augustus tot een verhoging over, waardoor België van 2% op 3 en West-Duitsland van 3 op 314 pet. kwam. De Nederlandsche Bank heeft toen dit voorbeeld niet gevolgd en de verhoging, waartoe thans is besloten komt dan ook in zoverre onverwacht, dat de president, dr. Holtrop nog in oktober j.l. als zijn mening heeft uitgesproken dat „nu van de krediet- gevende taak van de Nederlandsche Bank weinig is overgebleven, de hantering van de discontorente nog slechts weinig invloed heeft." Het stond namelijk zo, dat de grote geldruimte, welke gedurende de na-oorlog- se jaren optrad, de handelsbanken in een vrij onafhankelijke positie plaatste, zodat ze nauwelijks bij de Nederlandsche Bank om krediet behoefden aan te kloppen. Van daar dat andere middelen werden aange wend om de kredietgeving bij de banken te verminderen. Zoals bekend werd toen be paald dat de banken een renteloos bedrag bij de Nederlandsche Bank moesten aan houden, dat 10 pet. bedraagt van de in totaal bij hen gedeponeerde gelden, een per centage, dat later tot 8 pet. is verlaagd, maar vervolgens weer op 10 pet. is ge bracht. De stijging van de kredietverlening aan het bedrijfsleven heeft, zo wordt in het versfag van de Amsterdamsche Bank herinnerd, enige malen aanleiding gegeven tot een vertrouwelijk beraad van het bank wezen met de leiding van de centrale bank. Terecht, zo schrijft de A.B., werd in de monetaire ontwikkeling geen aanleiding gevonden tot verdergaande maatregelen dan het reeds eerder overeengekomen Gentlemen's Agreement. Wel werden enige suggesties gedaan inzake consolidatie van investerings- en afbetalingskredieten. Gedurende de laatste tijd is de situatie echter wel énigszins veranderd. In de eer ste plaats is de grote toevloed van geld, als gevolg van de voor ons land gunstige be talingsbalans opgehouden. Was er in de jaren 19521954 nog een overschot van respectievelijk 1860, 1280 en 482 mil joen, in het eerste halfjaar van 1955 liep dit overschot reeds tot 350 miljoen terug en de verwachting bestaat dat het gehele jaar 1955 nog nauwelijks een overschot zal laten. Wat dus wil zeggen dat er in het tweede halfjaar van 1955 een tekort op de betalingsbalans moet zijn geweest. Dit is mede een gevolg van de sterk ver minderde en thans veelal afwezige aan kopen van Nederlandse fondsen voor bui tenlandse, meest Amerikaanse rekening. Voorts is, als bekend, de liquiditeit vari de bedrijven tegen het einde van 1955 ver minderd door het intrekken van enkele be lastingfaciliteiten en de vervroeging en verzwaring van de voorlopige aanslagen in de vennootschapsbelasting. Werd voorheen 50 pet. van de aanslag over het voorgaande jaar als voorlopige aanslag opgelegd, thans is dit 75 pet., waardoor in december 1955 bijv. 174 miljoen werd opgelegd tegen 103 miljoen in die maand van 1954. In totaal is het bedrag, dat wegens gewijzigde voorschriften vroeger moet worden betaald, op 400 miljoen geraamd. Ook voor de inkomstenbelasting moeten in deze tijd grotere bedragen worden betaald, omdat tegen het einde van 1955 voorlopige aan slagen zijn opgelegd, welke moesten wach ten op de effectuering van de nieuwe tarie ven als gevolg van de belastingverlaging Een en ander heeft er toe geleid dat op de particuliere banken tegen het einde van 1955 en vermoedelijk ook in januari 1956 een groter beroep is gedaan, zodat, gelijk we deze week vermeldden, de debiteuren- post bij de banken in 1955 met c.a. 20 pet. is gestegen. Was er gelijk we reeds op merkten, de laatste jaren voor de banken geen noodzaak om op de Nederlandsche Bank terug te vallen, tegen het einde van 1955 steeg het voorschot aan de banken tot 300 miljoen en wel is dit bedrag sedert aanmerkelijk verminderd, de Nederland sche Bank wenst blijkbaar een nieuw en min of meer permanent beroep op haar te voorkomen en op deze wijze de krediet- vraag van het bedrijfsleven te verminde ren. Tweeërlei bedoeling zit hierbij vermoe delijk voor. In de eerste plaats om de be drijven tot het aanhouden van kleinere voorraden te nopen, nadat deze in 1953 met 330 miljoen, in 1954 met 1000 miljoen en in 1955 met 600 miljoen zijn toegeno men. Deze voorraadvorming heeft op de kredietverlening ongetwijfeld een grote in vloed gehad. Maar voorts is het ook het streven van de Nederlandsche Bank, gelijk dit vroeger reeds bleek, om te voorkomen dat uitgaven voor de vernieuwing en ver betering van de bedrijfsactiva, dat zijn dus kapitaalsuitgaven, met bankkrediet worden gefinancierd, een streven waarvan men de laatste tijd de gevolgen reeds kan zien in de toeneming van het aantal nieuwe obli gatie- en aandelenemissies. Nieuwe inves teringen behoren inderdaad ook niet met bankkrediet te worden gefinancierd, al thans slechts tijdelijk en bij uitzondering. Een al te ruime kredietverlening heeft uiteraard tot gevolg dat de geldomloop stijgt en de consumptie toeneemt. Blijkens recente gegevens is de geldcirculatie, incl. de girosaldi, in 1955 tot 9.7 miljard ge stegen, dat is met c.a. 10 pet. en in het verslag van de Amsterdamsche Bank vindt men vermeld dat de monetaire reserve, welke in 1938 nog 75 pet. en in 1954 nog 52 pet. van de geldomloop bedroeg, in novem ber 1955 tot 47 pet. is gedaald. Ook de toe neming van de consumptie, welke in 1955 7 pet. heeft bedragen tegenover een stijging van het nationaal inkomen met 6 pet., wijst er op dat de verhouding tussen die beide nauwlettend in het oog moet worden ge houden, wil men voorkomen dat een te groot deel van het nationaal inkomen wordt verteerd. Temeer geldt dit, omdat er allengs ook meer ruimte moet komen voor de krediet geving aan het buitenland, waarin ons land gedurende de laatste eeuwen steeds een bron van grote inkomsten heeft gevon den, een bron, die gedurende de oorlog nagenoeg geheel is opgedroogd en eerst de laatste tijd weer enigermate tot het natio naal inkomen bijdraagt. Zoals wij deze week reeds schreven, is het disconto van Nederland ook nu nog be trekkelijk laag en voor ongerustheid is er dan ook zeker geen reden. Dit neemt niet weg dat vooreerst met een ietwat hogere rentestand moet worden rekening gehou den. hetgeen dan ook in de koersontwikke ling van de staatsfondsen tot uitdrukking is gekomen, hoewel van een scherpe daling niet kan worden gesproken. Toch is het verstandig dat de Bank voor Nederland sche Gemeenten haar emissie van 30 mil joen 3V2 pet. 40-jarige obligaties a pari aangeboden, heeft teruggenomen. Ze zou onder de huidige omstandigheden geen succes zijn geweest nu de tweede lening van 195j5j .op dezqljrip vooraarden uitge geven, tot c.a. 100 pet. in koers is gedaald. Personeelsleden van Nederlands- Indische marine eisen soldij Naar wij vernemen zal op maandag 20 februari voor het Ambtenarengerecht in Den Haag door honderdvier ex-personeels- leden van de voormalige Nederlands-Indi sche Gouvernementsmarine een proces worden gevoerd tegen de Staat der Neder landen. De ex-personeelsleden eisen uitbe taling van salaris over 1941-1945, de tijd dat zq geïnterneerd hebben gezeten in Japanse kampen. De mensen van de gouvernementsmarine, de havenmeesters en loodsen uit het voor malige Nederlands Oost-Indië ressorteer den onder het hoofdkantoor voor de scheepvaart te Batavia, als onderdeel van het departement van Marine. Het perso neel was gemilitairiseerd, maar enkele dagen vóór de capitulatie van Nederlands- Indië werd men door admiraal Helfrich gedemilitairiseerd. Admiraal Helfrich heeft zich op het standpunt gesteld dat, indien hij had geweten welke consequenties door de staat aan deze demilitairisatie verbon den zouden worden, hij hiertoe nooit zou zijn overgegaan. De salariseisen van het ex-personeel van de gouvernementsmarine zullen ter zitting worden verdedigd door mr. W. H. Vermeer uit Amsterdam. Veertig gulden geëist tegen verbalisant De officier van Justitie bij de rechtbank te Amsterdam heeft een geldboete van veertig gulden geëist tegen de 35-jarige agent van politie H. A. G. te Amsterdam. Deze was door de kantonrechter vrijge sproken van het hem ten laste gelegde, namelijk „het met een auto maken van een ^keermanoeuvre in april 1955 in de Spaarndammerstraat, terwijl een motor reeds zo dicht genaderd was, dat deze moest remmen en de auto aanreed". Van dit vonnis was het Openbaar Ministerie in hoger beroep gekomen. Na de aanrijding had de agent proces verbaal tegen de motorrijder opgemaakt. Maar de ambtenaar O.M., die het verbaal behandelde, vond dat de agent op onver antwoorde wijze had gemanoeuvreerd, en dagvaardde in plaats van de motorrijder de verbalisant zelf. Ter zitting bleek dat de agent geen keer- manoeuvre wilde maken. Hij wilde achter uit een garage indraaien, en had zijn wa gen daartoe naar het midden van de weg gereden. „Maar dan heeft hij toch het verkeer gehinderd" merkte één der rech ters op. „Het is in het verkeer vaak een kwestie van geven en nemen" vond de president. De officier van Justitie achtte het ten laste gelegde bewezen, in tegen stelling tot de raadsman van de agent, die de mening was toegedaan dat de tenlaste legging niet gedekt werd door het feitelijk verloop van de gebeurtenissen. Hij vroeg vrijspraak. De rechtbank zal op 27 februari uitspraak doen. ADVERTENTIE Rommeltje deed, wat meneer Doewatjewil hem zei; hij ging op het leertje van de katapult zitten en wachtte af, wat er gebeuren ging. „Klaar?", zei het mannetje. „Mooi, dan zal ik het elastiek uitrekken... pfff... hèèèè pfffZwaar is dat, hoor!Ziezo, ik ben er Nou, goeie reis, hoor Pas op, nou laat ik 't loshup!" Hij liet het elastiek van de grote katapult, dat hij met alle macht zo ver mogelijk uitgerekt had, opeens los, enfloep!daar schoot Pommeltje met 'n geweldige vaart plotseling hoog de lucht in. „Oei!", schreeuwde Pommeltje, en hij wou nog meer zeggen tegen meneer Doe watjewil. Maar dat kon niet meer, want in 'n ogenblik was hij heel hoog en ver weg Kordate brugwachter ontdooide angst en tong van de kleuter Drie kleine meisjes, die op weg naar school op de Berlagebrug over de Amstel in Amsterdam naar het voederen van de meeuwen stonden te kijken, hebben de schrik van hun leven meegemaakt. Toen zij met de handjes op de rand van de brug leuning en hun hoofdjes nog net er boven uit naar het dartele spel van de rondwie- kende vogels stonden te kijken, begon plot seling een van hen hevig te gillen. Zij was namelijk met haar tong in aanraking ge komen met het ijzigkoude metaal en daar tegen vastgevroren. In haar angst niet meer te kunnen loskomen, begon de kleine te trekken, hetgeen het er niet beter op maakte, daar zij flink uit haar mond begon te bloeden. Redding kwam in de persoon van de brugwachter, die de warme inhoud van zijn van huis meegenomen thermosfles over het tongetje van het meisje leeggoot. Nog trillend op haar beentjes werd het kind naar een apotheker gebracht. De ver wonding bleek nogal mee te vallen. Zaterdag hield de afdling Noordholland van Christelijk Historische jongerengroe pen haar halfjaarlijkse vergadering. Bij de bespreking van het groepswerk bleek, dat het aantal clubs zich uitbreidt. Kortgeleden kwamen enkele nieuwe groe pen in Amsterdam en Halfweg tot stand. In andere plaatsen als Aalsmeer, Bloemen. daal, Enkhuizen en Nieuwer Amstel wer den toezeggingen gedaan tot medewerking aan de oprichting van een groep. Daar er nog veel te doen is in de provincie werd tot activiteit aangespoord. Vooral de Zaan streek en het Gooi vormen zwakke plekken in de organisatie. Voorts werd besloten om bij de vast stelling van de candidatenlijst voor de C.H. voor de Tweede Kamer te adviseren ook een jongere een kans te geven. Met het oog op de jaarlijkse in Alkmaar te houden toogdag werd een commissie van voorbereiding gevormd. Tenslotte werd tot afgevaardigde in de landelijke federatie van Christelijk Histo rische jongerengroepen aangewezen de heer C. C. van Woudenberg te Haarlem, hetgeen, mede vanwege zijn toekomstig vertrek naar Bithoven, tot gevolg had, dat hij zich niet herkiesbaar stelde als voor zitter. Tot voorzitter en secretaris werden respectievelijk gekozen de heren A. Roosen daal te ÏJmuiden en J. Peper te Haarlem. Mejuffrouw L. Burghout uit Nieuw Ven nep werd als peningmeesteres herkozen. De eerste dirigent van het Concertge bouw-Orkest, dr. Eduard van Beinum. is zaterdag na een concerttournee van twee maanden door Amerika op Schiphol terug gekeerd. In totaal heeft hij zeventien con certen gegeven in zes steden. Zoals reeds bekend is gemaakt, heeft hij een contract, van twee jaar gesloten met het orkest van Los Angeles om gedurende ten minste acht weken per seizoen dit ensemble te leiden. Naar wij vernemen kan de benoeming verwacht worden van dr. P. A. Kasteel, ambassadeur in Santiago de Chile, tot ge zant in Dublin, waar thans als zodanig op treedt jhr. IT. W. MfSnouek Hurgronje, De benoeming van de laatste tot gezant in Bern is te verwadhtén. In Bern bekleedt thans deze functie mr. A. W. C. baron Bentinck. Utrecht. Semi-srtscxamen: F. H. L. Beyaert, Utrecht; J. Blom, Utrecht; G. H. Mensink, Utrecht; mej. M. J. Pieters, Utrecht; P. J. W. Smits, Den Bosch. Arts examen: mej. Th. M. C. J. van de Eeren- beemt, Vught; mei. M. G. P. O verwater, Gorinchem; J. C. Wagner, Stad aan 't Ha ringvliet; mej. A. M. Zevenbergen, Utrecht. Tandartsexamen: G. A. van den Burg, Utrecht; R. van de Sande, Velp; H. M. Schintz, Delden. Kandidaatsexamen Rech ten: W. J. Doude van Troostwijk, Utrecht; mej. T. Alma, Utrecht; mej. M. Joll van Cha- rante, Rotterdam. Kandidaatsexamen Theo logie: J. A. Geusebroek, Utrecht; J. Smit, Vinkeveen. Doctoraal examen Theologie: M. J. G. van de Velden, Soestdijk. Kandidaats examen Tandheelkunde: W. van Linden Tol, Amsterdam. Delft. Geslaagd voor het kandidaatsexa men werktuigkundig ingenieur: J. Baart de la Faalle, Haarlem; P. G. Berg, 's Graven- hage; J. van den Berg, Rotterdam; P. R. Bom Santpoort; B. I. Bonga, Groningen, H. O. Buggemaker, Bloemendaal; K. van Dui nen, Alblasserdam; H. E. Dijkmeijer, Meer- veldtooven. H. H. 't Hart, 's Gravenhage; L. P. J. Huberts, Harderwijk; H. C. Kappelhof, Groningen; M. H. A. Koeken, Breda; M. Ie Mahieu, Arnhem; M. J. C. Matthijsen, 's Gra venhage; F. Peper, Arnhem; J. H. Prevoo, Hengelo (O.); The Kiem Hian, Delft; J. C. Uenk, Zevenaar; E. G. M. J. de Vries, Eind hoven. Kandidaatsexamen vliegtuigbouwkundig ingenieur: G. A. Escher, Baam. ADVERTENTIE 'V. ,v- V p'ï p—1^— Kent U ons'Nieuwe Schepen' boekal? Tn bestellen af 2.75 via onze giro 3390. Doel :reddingvlet voor K.N.Z.H.R.M. De dochter van Danny Kaye, de negenjarige Dena, treedt in de voetsporen van haar vader. Ze heeft nu reeds haar eerste gramofoonplaat gemaakt van het lied „Het kleine kind". De foto toont de familie Kaye tijdens een gezellige repetitie thuis. Het officiële dagblad van de Sovjetrussi- sche communistische partij de „Pravda", meldt in een artikel over het 35-jarig be staan van de Sovjet grenswacht, dat zich in de afgelopen zomer aan de Sovjet-grens in midden-Azië een gevecht heeft voorge daan met „grensschenders" die volledig buiten gevecht werden gesteld. De betrok ken grenstroepen werden onderscheiden. Twee officieren en een sergeant ontvingen de orde van de Rode ster wegens „betoon de dapperheid op het slagveld". Reuter voegt hieraan nog toe dat drie midden-Aziatische Sovjet-republieken Turkmenistan aan Perzië en Afghanistan grenzen. BERLIJN (Reuter) De ambassadeurs van de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk in West-Duitsland hebben bij hun Sovjet-collega in Oost-Duitsland, Poesjkin, geprotesteerd tegen de „onwet tige activiteit van Oost-Duitse para-mili taire organisaties." In het bijzonder wordt verwezen naar een demonstratie te Oost- Berlijn op 15 januari van ongeveer 25.000 gewapende arbeiders en jongeren van de bedrijfsmilitie, de jeugdbeweging en de vereniging voor sport en techniek. De Westelijke ambassadeurs verklaren in hun nota, dat het bewapenen van burgers volgens de bestaande vier-mogendheden- overeenkomsten in Duitsland is verboden. Zij verzoeken Poesjkin, de Oost-Berlijnse autoriteiten er van te weerhouden, dat zij de vrede in Berlijn in gevaar brengen door hun steun aan het optreden van para-mili taire organisaties, dat een dreigend karak ter heeft. In het Bouwcentrum te Rotterdam zijn besprekingen gehouden over de veiligheid en de hygiënische voorzieningen op de bouwplaats. Tot de belangstellenden be hoorde de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, de heer J G. Suurhoff. De voorzitter van de Stichting Produkti- viteitscentrum voor het Bouwbedrijf, ir. J. J. van Hoek, zei, dat het de bedoeling was dat door deze dag het startschot zal worden gegeven voor een doeltreffende campagne ten behoeve van de veiligheid in het bouwbedrijf. In een toespraak zei minister Suurhoff er behoefte aan te hebben het grote belang te onderstrepen van de bevordering van de veiligheid'en de hygiëne in het bouw bedrijf. De tijd is voorbij, zei hij, dat de arbeidsinspectie optreedt als politieagent die komt controleren of de veiligheidsvoor schriften wel worden nageleefd. De ar beidsinspecteur is nu in de eerste plaats de adviseur, de helper en vriend en dan pas politieagent. Het ontwerp „Veiligheid op de bouw plaats' werd ingeleid door de tweede voor zitter van de Algemene Nederlandse Bouw- bedrijfsbond, de heer B Cloo, die consta teerde dat zowel het bedrijfsleven in de bouwnijverheid als de werknemersorgani saties tot dusver onvoldoende aandacht aan de bevordering van het veilig werken hebben besteed. Het aantal ongevallen dat zich in deze belangrijke bedrijfstak voor doet, is ongeveer 40.000, waarbij een aan tal met dodelijke afloop en vaak met le venslange invaliditeit. De inleider achtte het gewenst dat grote en middelgrote ondernemingen eigen vei ligheidsinspecteurs in dienst zouden ne men en een permanente commissie voor de veiligheid van werkgevers en werkne mers zouden instellen. De heer J. W. Chevalier, adviseur bij het Veiligheidsinstituut, somde vervolgens een aantal punten op die in het belang van de veiligheid in acht dienen te worden ge nomen. Over hygiënische voorzieningen op de bouwplaats sprak de heer F. A. J. van Seters, commissaris van een aannemings maatschappij. GENèVE. - In een jaaroverzicht van de economische positie der arbeiders deelt David Morse, directeur-generaal der In ternationale Arbeidsorganisatie, mede, dat 1955 weer een goed jaar voor de arbeiders over de gehele wereld was. In de meeste landen bereikten de werkgelegenheid, de produktiviteit en de lonen een nieuw re- cordpiel. De werkloosheid verminderde en de prijzen der verbruiksgoederen hand haafden over het algemeen de stabiliteit, die zij de laatste jaren reeds te zien gaven. De arbeidsconflicten vertoonden in ver gelijking met het zeer lage peil van 1954 een toeneming, maar bleven beneden het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar. De vooruitgang van de arbeiders was het duidelijkst in West-Europa en Noord- Amerika. In vele delen van de wereld zijn echter nog steeds miljoenen arbeidsge schikte arbeiders, die geen werk kunnen vinden, wier bestaan onvoldoende is be veiligd of die te weinig verdienen om zelfs maar het bestaansminimum te handhaven. De grootste prijsstijgingen - meer dan tien percent - deden zich voornamelijk voor in Latijns-Amerika en in een aantal Aziati sche landen. In de meeste van deze landen werd de situatie beïnvloed door oorlog of onlusten. De wereld-beroepsbevolking is in 1955 met twaalf tot vijftien miljoen personen toegenomen. Een groot gedeelte van deze stijging deed zich voor in Azië. Afgezien van dit werelddeel, waarover onvoldoende gegevens beschikbaar zijn, is de werkge legenheid in de meeste landen sneller ge stegen dan de beroepsbevolking. De toene mende werkloosheid in Italië vereist ech ter voortdurende aandacht. De bescheiden toeneming van de werk gelegenheid in 1955 ging gepaard met een snelle stijging van de wereld-industrie- produktie. De produktie per arbeider be reikte in vele landen een ongekend hoog peil. DJAKARTA (United Press). - Fanatieke Moslim-rebellen hebben verschrikkelijk huisgehouden op het eiland Celebes. Zij verwoestten achthonderd woningen en richtten een schade aan die op twee mil joen rupiahs wordt geschat. Radio-Makassar meldt dat de rebellen in het district Pare-Pare aan de oostkust van het eiland vijfhonderd woningen in brand hebben gestoken. In andere streken van het eiland gingen driehonderd wonin gen in vlammen op. Als daders worden groepen van de Darul-Islam genoemd. Vol gens radio-Makassar zijn enige duizenden dorpelingen dakloos geworden als gevolg van het optreden der terroristen. Eenheden van het Indonesische leger, die de achtervolging van de rebellen inzetten, hebben totnutoe twee rebellen gedood en vijftig gevangen genomen,aldus dit be richt. DJAKARTA (ANP) De uitwijzing van mr. Van Empel, die mevrouw Bouman bij staat in de verdediging van de Nederlandse arrestanten in Indonesië, werd zondag ge- eist op een bijeenkomst van het „Van Em- pel-comité". Op deze bijeenkomst werd het woord gevoerd door vertegenwoordigers van jongeren en van studenten-organisa ties, alsmede door de getuige in de zaak- Jungschlaeger Manoppo. Volgens het blad „Suluh Indonesia" gaven vele sprekers te kennen, dat de Neder landse Hoge Commissaris, graaf Van By- landt, tot „persona non grata" dient te worden verklaard, aangezien hij relaties zou onderhouden met de Nederlandse ar restanten. Er werd op deze bijeenkomst ook gezegd dat Jungschlaeger tot de doodstraf dient te worden veroordeeld. 66 Dane deed het raam open, waarna de verslaggever naar binnen klauterde. Hij zag er opgewonden uit en toen Dane op hem toeliep, haalde hij een stukje papier uit zijn binnenzak. Dane las aandachtig wat er op stond. Twee uur geleden kwam dit op de telex, zei hij grinnikend. Morgen staat het in de kramt. Vreemd verhaal, hè? Dane zag er vermoeid uit. Het gebeurt meer. Het is een vreemde oorlog. Mag ik het houden? Natuurlijk. Ik heb het voor u overge tikt. Maar daarvoor ben ik niet gekomen. Ik ben schuldig aan inklimming en diefstal. Ik was in de gele kamer, toen er op me vrouw Hilliard werd geschoten. Daar Dane hem nijdig aankeek, voegde hij er snel aan toe; Maar ik was niet de eerste. Ik zwierf daar nogal laat rond. Ik was op de hoofdweg, toen ik de zieken wagen zag wegrijden en vlak daarachter- aan een andere auto. Ik ben nu eenmaal journalist. Wat zou u in dat geval gedaan hebben? Hij wachtte, totdat Dane weer in bed was gekropen en vertelde hem toen wat hij Carol reeds verteld had. Tenslotte begon hij schaapachtig te lachen. Hij haalde een tweede stuk papier te voorschijn en legde liet voor Dane neer. Dit vond ik achter de lambrisering, zei hij. Het is het geboortebewijs van die jongen. U zult er wel belang in stellen, dacht ik, welke naam zij die jongen gege ven heeft. Die van zijn vader natuurlijk. Dane las het document. Toen legde hij het neer. Ik zou graag wel eens willen weten, waarom je er zo lang over gezwegen hebt, zei hij ijzig. Je had me een heleboel moeite kunnen besparen! U moet me begrijpen, majoor. Het zou een pracht verhaal worden en daarom moest ik dat verzwijgen. Maar ik heb nog iets voor u. De nachttelefoniste heeft me verteld, wie de politie gewaarschuwd heeft, dat er op u geschoten was. Starr keek vol verwachting naar Dane. Er viel echter geen verrassing op zijn gezicht te bespeuren. Bedankt, ant woordde hij koeltjes. Maar dat weet ik al. Al was het aan ook al heel laat of pas bijzonder vroeg zodra Starr zijn hielen had gelicht, voerde Dane twee telefoonge sprekken. Eerst belde hij dr. Harrison op. De stem van de arts klonk nogal verstoord, maar hij was een en al aandacht, toen hij hoorde dat Dane aan de lijn was. Het spijt mij, dat ik u op dit uur stoor, zei Dane, maar het is belangrijk. Marguerite Barbour heeft toch meer dan één slag op 't hoofd gekregen? -Twee of drie. Eén van die slagen was dodelijk. Ze had een vrij dunne schedel. Heeft u aan een pook gedacht? Ja, of aan een golfstick. Maar waar om vraagt u dat? Nog één ding, dokter. Heeft de laatste tijd iemand u soms gevraagd waardoor Marguerite precies gestorven is? Ja. Inderdaad. Dat kwam zo toevallig ter sprake. Ik bracht gisteren een visite bij Doet er niet toe, zei Dane scherp. Noemt u liever geen namen. Dank u wel. HOOFDSTUK XXVIII Mijnheer Ward was de volgende morgen al vroeg in het ziekenhuis. Hij zag een ver ontwaardigde verpleegster uit Dane's ka mer komen. Dane zelf schreeuwde. U brengt me mijn broek, brulde hij. Als Alex die soms meegenomen heeft, haalt u er maar ergens één. Ik denk er niet aan om zo rond te lopen! Toen Nathaniël binnenkwam, vond hij Dane midden in de kamer staan. Hij was rood van verontwaardiging, en had een deken om zich heen geslagen. Belachelijke toestanden hier, zei hij mopperend, terwijl hij weer in bed kroop. Ze proberen mijn gezicht te wassen, alsof ik dat zelf niet kan doen, en ze weigeren mijn broek terug te brengen. En ik ben notabene weer helemaal in orde! Het was maar een schampschot. Dane zag er nogal vreemd uit: een bruin verbrand gezicht onder een dik verband. De oude man scheen het echter niet te zien. Hij was bij de deur blijven staan. Tenslotte liep hij op het bed toe en legde het ochtendblad op de dekens. Ik veronderstel, dat u dit al wel ge lezen zult hebben, majoor, zei hij. Ik kom liever bij u, dan dat ik naar de politie ga. Ik zou u graag raad vragen. Zijn stem klonk vast, maar hij zag er bij zonder slecht uit. Ik vermoed dat ik weet, wat u bedoelt antwoordde Dane. Maar wilt u niet liever gaan zitten? Hij keek even de krant in. Starr's ver haal stond er in. Hij las het snel door en legde de krant toen terzijde. Hij heeft moed, zei hij. Bijna een ongeloofwaardig verhaal. En dan nog vier Japanse vliegtui gen neergeschoten! Mijnheer Ward verroerde zich niet. Ik geloof, dat hij dood wilde gaan, zei hij ten slotte. Maar is dat moed of wanhoop? Vaak is dat hetzelfde, zei Dane. Het is tenminste nu niet meer nodig, iemand terecht te laten staan voor een moord, die hij niet gepleegd heeft. Mijnheer Ward verstarde. Ik zou het nóóit toegelaten hebben, majoor, zei de oude man met waardigheid, dat Gregory Spencer zou lijden. Sedert de dood van mijn vrouw is het niet meer nodig, dat ik blijf zwijgen. Ik heb gedaan wat ik kon. Maar nu is het natuurlijk uit mijn handen gelopen. Daarom ben ik naar u gekomen, ondanks wat er gebeurd is. U bent militair. Waar ligt de rechtvaardigheid, majoor? Een twist, een slag, en nu dit verhaal in de krant! Maat zo is het toch gebeurd? Dat heeft hij me tenminste verteld. Hij was wanhopig. Ik heb in de bibliotheek op hem gewacht. Hij deed erg vreemd. Ik ging toen direct naar Crestview, omdat ik hoop te dat ze alleen maar bewusteloos zou zijn. Maar ze was dood. Ze lag op de stoep. Eli nor Hilliard stond over haar heen gebogen. Ik had haar nog nooit eerder gezien. Ik wist pas wie ze was toen Elinor me vertelde dat het Greg's vrouw was. Ik kreeg de indruk dat Elinor meende dat Greg het gedaan had. Ze was wanhopig. Ze wilde tijd hebben om weg te komen en ik mocht niet Lucy Norton of iemand an ders waarschuwen. Ik kan u niet vertellen, wat voor afschuwelijks ik heb doorge maakt. Het was Elinors idee om het lijk te verbergen. Het kon haar niet schelen waar, als ze maar veilig kon wegkomen. U kent Elinor, zei hij wrang. Ze had niet het min ste medelijden met dat meisje. Ze wilde een paar uur winnen, dat was alles. Ze vroeg me, of ik haar naar de lin nenkast op de eerste etage wilde dragen. Maar ik ben niet meer zo jong. Later heb ik haar in de lift gekregen. Ik heb haar zo voorzichtig mogelijk neergelegd. Ik was daar juist mee bezig, toen Lucy aankwam. Het was het afschuwelijkste moment uit mijn leven,toen ze voor de kast bleef staan. Ik deed toen het enige, wat ik op dat mo ment kon verzinnen. Ik sloeg de kaars uit haar hand. In het donker probeerde ik toen weg te komen. Ik ben bang, dat ik daarbij tegen haar opgelopen ben. Gillend stond ze weer op en rende naar de trap. Toen viel ze. Toen ik haar beneden vond, was ze buiten bewustzijn. Ik wist natuurlijk niet, dat ze een been gebroken had. Mijn enige gelachte op dat moment was om Elinor veilig en wel weg te krijgen. En ik moest snel te werk gaan. Elinor stond nog steeds buiten. Ze weigerde om naar binnen te gaan, en ze vroeg me naar de kleren van het meisje. Ze was bang, dat ze geïndentificeerd zou worden. Dat wilde ze koste wat het kost vermijden. We dachten beiden, dat we niet meer dan enkele minu ten zouden hebben voordat Lucy weer zou bijkomen, maar zelfs dan nog zou zij tijd genoeg hebben om weg te komen. Misschien had ik wel direct de politie moeten waarschuwen. Maar denkt u zich eens mijn positie in. Ik had een half krank zinnige jongen onder mijn hoede, terwijl de schok misschien iemand, waar ik erg veel om gaf, had kunnen doen sterven. En dan was er ook nog Elinor. Ik haalde Margue rite's kleren uit de gele kamer. Elinor stond te popelen om weg te gaan. De rest kunt u waarschijnlijk wel raden. De jongen moest ook verdwijnen. Elinor stemde er mee in om hem naar Boston te brengen, waar hij wel een vliegtuig zou kunnen krij gen. Hij was gelukkig niet in uniform. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1956 | | pagina 6