Schim van Volksfront waart rond in Parijs Mozarts laatste levensjaar Schoolkwestie en Poujadisme dreigen het Republikeinse Front in de armen van de communisten te drijven Fluitkwartet en trio in de Vleeshal „Israël heeft recht op steun van west-Europa 14 T oenadering Llom h Doelwit Op het kantje Liebrich trekt aanklacht tegen uitgevers in Koorddansen Haarlemse Luchtvaartclub had een goed jaar Lezing in Vleeshal door Paul Chr. van Westering KNSB vraagt schaatsen voor kindertehuizen Mozartherdenking Nationaal kampioenschap hoofdklasse driebanden Jaarvergadering Bond Oud Illegale Werkers Hoofdprijzen Staatsloterij Lezing P. J. Kapteyn van P. v. d. A. in Bloemendaal Accommodatie Mereveld DONDERDAG 23 FEBRUARI 1956 (Van onze correspondent in Parijs) Een probleem dat in de binnenlandse politiek van Frankrijk sedert de uitslag van de verkiezingen op 2 Januari onophoudelijk de kop opsteekt, betreft de bange vraag of het land op den duur een nieuwe Volksfrontproef kan ontgaan. Rekenkundig gesproken, zaten er in de stembusuitslag twee mogelijkheden: een meerderheid van alle „nationale" partijen, van socialisten tot en met de conservatieven - én zonder communisten en Poujadisten - of wel een Volksfront waarin de radicalen en de socialisten zich naast - of beter tegenover - de com munisten zouden bevinden. Frankrijk heeft in 1936 onder lei ding van de socialist Léon Blum, zo'n Volksfront-regering gekend. Die re gering heeft de arbeidersklasse een aantal „veroveringen" opgeleverd nationalisaties, werkweek van veer tig uren, betaalde vakanties, enzo voorts die in het algemeen voor het land een sociale vooruitgang be tekenden. Al spoedig bleek echter, dat de andere partijen tegen de voort varendheid der communisten niet waren opgewassen. Steeds duidelij ker deelden zij op den duur de lakens uit. Dat gevaar van een communis tisch overwicht zou thans aanzienlijk groter zijn, omdat de partij van Tho- rez, in tegenstelling met 1936, aan stonds óók in getalssterkte de mach tigste partner in zo'n verbond zou zijn. Een communistische „kolonisatie zou weldra omstandigheden schep pen, die een herhaling mogelijk zou den kunnen maken van een staats- greep-a-la-Praag, waardoor Tsjecho- slowakije aan de Russen werd over geleverd. De Franse communisten putten zich uit in vleierijen tegen de socialisten die zij tot voor kort als „de sociale verraders" brandmerkten in de hoop zowel aan de top als aan de basis de politieke ontwikke ling in de richting van zo'n nieuw Volksfront te kunnen drijven. Zowel onder de socialisten als on der de radicalen zijn er vrijwel geen leiders van betekenis, die deze gevaren niet doorzien en die gehoor zouden willen geven aan deze lokroep der communisten. Onder de socialistische arbeiders staat men echter misschien wat minder sterk in de schoenen. Men beseft daar, dat een werkelijk voor uitstrevend beleid in de sociale sector al leen in samenwerking met de communisten kan worden gevoerd. De „toenaderingspolitiek" van de Russen stelt de Franse communisten bovendien in een wat voordeliger daglicht. Er zijn nog andere factoren, die in het voordeel van Thorez en de zijnen werken. De aggressivi- teit van vele Poujadisten, die hun „leider" boven het hoofd dreigen te groeien, maakt een herleving van het fascisme in Frank rijk tot een wezenlijk gevaar. Mobilisatie van alle „republikeinse krachten", met in begrip van de communisten, zou velen in dat licht op den duur wenselijk, zo niet LUM. noodzakelijk kunnen lijken. Tenslotte is er din nog de schoolkwestie, die de rechtse meerderheid in 1951 opnieuw aan de orde heeft gesteld met de wet-Bar- rangé, waardoor het rooms-katholieke on derwijs door de staat kon worden gesub sidieerd. Die wet-Barrangé is de socialisten en de radicalen een doorn in het oogden de verleiding is groot deze maatregel mi, met hulp van de communisten, ongedaan te maken, ofschoon daardoor de kloof tussen de rooms-katholieke M.R.P. en het Repu blikeinse Front voor lange tijd zeker on overbrugbaar zou worden. Een bijkomstig heid, die in de communistische kraam uit stekend van pas komt. Een eerste poging de schoolwet op te heffen, is vorige week op het kantje af mislukt, toen met een meerderheid van slechts negen stemmen dit onderwerp van de Kamer-agenda werd afgevoerd. Onder de tegenstemmers bevonden zich echter negentien radicalen, die uit beginsel niets voelen voor steun aan 't rooms-katholieke onderwijs, maar die op dit ogenblik, om tactische redenen, een discussie over dit onderwerp weinig verstandig achtten. De communisten en andere felle tegen standers van de wet-Barrangé zullen zich door deze eerste tegenslag zeker niet laten ontmoedigen. Nieuwe pogingen in deze richting kunnen elk ogenblik worden ver wacht. Of de „laïques" de tegenstan ders van staatssteun aan het bijzonder on derwijs dan opnieuw bakzeil zullen halen, is een vraag waarop het antwoord goeddeels wordt bepaald door de koers, die de regering-Mollet zal varen. Met die koers zal een groot deel van het vroegere rechtse De uitgevers van de Engelse vertaling van de autobiografie van Fergnc Puskas, „aanvoerder van het Hongaarse elftal", hebben aan Werner Liebrich, stopper van het Duitse voetbalelftal, dat bij het wereld kampioenschap voetbal 1954 in Zwitserland in de finale Hongarije versloeg, een schade vergoeding aangeboden, In de Engelse uit gave van het boek komt een passage voor, waarin wordt beweerd dat Liebrich tijdens de finale-wedstrijd getracht zou hebben Ferenc Puskas te verwonden. Volgens de advocaat van Liebrich, die deze zaak voor het gerecht heeft gebracht, zou de betreffende passage geheel in strijd zijn met de waarheid, waarbij men wel wilde aannemen dat zowel de uitgever als de vertaler ter goeder trouw hebben ge handeld. De uitgeversfirma heeft, onmid dellijk nadat bekend werd dat de voorstel ling van zaken niet in overeenstemming zou kunnen zijn met de werkelijkheid, de verspreiding van het boek gestaakt, totdat deze passage gewijzigd is. Voorts verklaar den de uitgevers zich bereid Liebrich een bedrag uit te betalen bij wijze van schade vergoeding, terwijl zij tevens aanboden de kosten voor het rechtsgeding te vergoeden. De advocaat van de verdediging heeft deze verklaring bij de rechtbank ingediend en de rechter ging met intrekking van de aanklacht akkoord. centrum zich moeten kunnen verenigen, zonder dat de hoop van de arbeiders en de aanhangers van het Republikeinse Front al te zeer teleurgesteld mag worden. De positie van premier Mollet is niet bepaald comfortabel. Hij heeft als een der leiders van het Republikeinse Front hoge verwachtingen in de verkiezingscampagne gewekt met een zeer vooruitstrevend ont- werp-regeringsprogramma, dat nu echter moet worden uitgevoerd met de steun van zijn vroegere tegenstanders. Op een eigen meerderheid kan Mollet niet bogen. Hij doet denken aan een koorddanser, wiens kleinste misstap ernstige gevolgen kan hebben. Het spookbeeld van een nieuw Volks front zal de politieke geesten nog wel enige tijd bezig houden. Het jaar 1955 is voor de Haarlemse Lucht vaart Club wederom een goed jaar geweest, zo lezen wij in het jaarverslag van de ver eniging. Het ledental nam toe en er zijn nog diverse candidaatleden. Het percentage actieve leden ligt iets lager dan in 1954, maar steekt met 75 percent nog gunstig af tegen vele andere clubs in den lande. In de strijd om de titel „de beste club van Neder land" zakte de H.L.C. voor 1955 van de vierde naar de vijfde plaats. De Zaterdagse clubavonden bleven zich in goede belangstelling verheugen. Er wa ren 47 van deze avonden. In de maand december werden geen bijeenkomsten ge houden in verband met het nog niet be woonbaar zijn van het nieuwe clublokaal. Het lokaal aan de Lorentzkade in Haarlem dat bijna tien jaar de basis was, moest per 30 november ontruimd worden. Het gehele jaar door is er gevlogen. De eerste vliegdag was 3 januari, de laatste 31 december. Het totaal aantal vliegdagen bedroeg 80, d.i. 8 minder dan in 1954. Van deze 80 waren er 46 waarop uitsluitend met vrijvliegende modellen werd gevlogen, 19 waarop alleen de lijnbesturing werd be oefend en 15 waarop in beide categorieën werd gevlogen. De vrijvliegende modellen bleven bij el kaar ruim 14j4 uur in de lucht, terwijl de L.B.-modellen ruim 8 uur noteerden. Dit laatste is iets minder dan de helft van verleden jaar. De oorzaak moet gezocht worden in het niet inleveren van vlucht- rapporten door de vliegers. De verleden jaar geboekte vooruitgang in de klassen rubbermotor- en zuigermotormodellen sta biliseerde zich. Voor de lijnbesturing kwam in 1955 ein delijk de grote dag, waarop een door de leden zelf aangelegde baan aan de Zeeweg officieel in gebruik genomen kon worden, waardoor de vliegveldperikelen voor deze groep tot het verleden zijn gaan behoren. Met de verschillende typen modellen zijn in 1955 12 brevetten behaald. Nagenoeg overal waren in 1955 leden van de Haar lemse L.C. te vinden. In de kampioenschapswedstrijden op 10 juli behaalde de zuigermotormodellenploeg voor de tweede maal de landstitel. Das en Smolders kwamen op 30 en 31 juli uit in de finales voor de keuze van de Neder landse ploegen voor de wereldkampioen schappen. Das wist zich te plaatsen. Hij nam deel aan de wereldkampioenschappen modelvliegen, die op 3„ 4 en 5 september bij Wiesbaden gehouden werden. De laatste L.B.-wedstrijd op 19 septem ber bracht een overwinning van Raats in de snelheidsklasse en deze veelbelovende vlieger plaatste zich daardoor in de Neder landse ploeg voor de internationale wed strijd, die op 1-2 oktober in Brussel gehou den werd. Daar bezette hij tussen vele sterke concurrenten de 12e plaats. Uit dit verslag blijkt wel dat de Haar lemse Luchtvaart Club in zijn 22e levens jaar overvloeit van activiteit en enthou siasme. Dit moge tevens blijken uit het feit dat de heer Das als districtsvertegenwoor diger voor Noordholland zitting heeft in het afdelingsbestuur modelvliegtuigsport der Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart en dat de heren Aarts en Das respectievelijk vice-voorzitter en lid van de Technische Commissie Modelvlieg tuigsport van deze vereniging zijn. WEEKABONNEMENTEN 8 dienen uiterlijk up Woensdag te worden 3 betaald, daar de bezorgers op Donder- dag moeten afrekenen. 8 DE ADMINISTRATIE KXXXXXXXXDOOOOOCXXXXXOOOOOOCXXXXXOCXDOCXDOOOOOOOOOCXXXlOOOa De lezing, die Paul Christiaan van Wes tering woensdagavond als onderdeel van de Haarlemse Mozartherdenking in de Vleeshal hield, had als onderwerp „Mozarts laatste levensjaar". Aan het einde van het korte leven van Mozart was er een grote vereenzaming ge komen. De oorzaak van dit isolement moet voor een belangrijk deel bij Mozart zelve gezocht worden. Hij leende geld voor soms onbegrijpelijke uitgaven en was niet in staat het bedrag terug te betalen. Zijn toetreding tot de vrijmetselaars ver vreemdde hem van de katholieke kerk. En omdat hij in wezen toch niet geheel afstand daarvan gedaan had, konden de vrijmetse laren hem niet onvoorwaardelijk aanvaar den. De enkele leerlingen, die Mozart had, verlieten hem ook al, met uitzondering van Franz Xaver Süssmayer, een jonge begaaf de componist, wie het vergund was het onvoltooide Requiem van Mozart af te ma ken, zelfs zo, dat niet met absolute zeker heid te zeggen valt, waar Mozart moest eindigen en waar Süssmayer vervolgd en aangevuld heeft. Mozart was bezeten door muziek. De overigens begrijpelijke zorgzaamheid van zijn ouders had bij Mozart een tekort aan zelfstandigheid in het leven veroorzaakt. Hij was vaak niet tegen het leven opge wassen, zeker niet tegen intriges. Mozart is nimmer een volwassen mens naar de geest geweest. Steeds bleef er iets van het kind in hem, wat ook uit zijn brieven spreekt. Mozart kreeg in zijn laatste levensjaar weinig steun van collega's. Beethoven met zijn puriteinse levenshouding had nogal critiek op de levenswandel van Mozart; ook op de litteraire onderwerpen, die hij koos voor zijn muziek. Haydn aanvaardde Mozart zoals hij was. Hij speelde het klaar om een dirigentenpost in Londen voor Mozart te verkrijgen, maar om onbekende redenen weigerde Mozart die betrekking. Met zijn vrouw Constanze had Mozart al heel weinig contact, wanneer het zijn werk betrof. Het beste werkte hij, wanneer Con stanze op reis was. Buiten zijn muzikaal werk om hield hij van gezellige kout over allerlei oppervlakkigheid.!es van het dage lijkse leven. Biljarten en kegelen waren voor hem eveneens een grote ontspanning. Hij was eenvoudig en oprecht, uiterst kwetsbaar en stond open voor allerlei in vloeden. Hij hield van het bijzondere waar het de muziek betrof. Uit zijn laatste levensjaren stammen bijvoorbeeld de Fan tasie in f (K.V. 608) voor een mechanisch orgel, een compositie voor glasharmonika voor de blinde virtuoze op dit instrument Marie Anne Kirchgassner en ook het con cert voor klarinet, opgedragen aan Anton Stadler, behoort mede tot die werken. Het was merkwaardig, dat Mozart zon der opdrachten niet componeerde. Hij kwam aan inkomsten, wanneer hij geen nieuwe werken schreef, door te spelen op feesten, waar Duitse dansen, contra-dansen en menuetten van zijn hand werden uit gevoerd. Na maart 1791 kwam er een pe riode van hard werken. In opdracht schreef hij „De Toverfluit" de opera, die men niet als een sacrale ceremonie moet zien, maar als een kijkspel, waarin van alles te beleven valt. Verder kwamen de opera „La Clemenza di Tito" en de Vrijmetselaars cantate, alsmede zijn meesterwerk, het Requiem tot stand. De cantate is van een ongekende levensvreugde. En dan te be denken, dat zij werd voltooid negentien dagen voordat de dood Mozart uit zijn lijden verloste. Men kan haar zien als een reactie op de geweldige spanningen bij het componeren van het „Requiem". Eén dag voor zijn dood zong de kapel meester van de opera hem een van zijn eigen aria's: „Der Vogelfanger bin ich, ja!" voor, onbezorgde muziek. Daarna raakte hij buiten bewustzijn en in de nacht van de vijfde december 1791 stierf Mozart tijdens een sneeuwstorm met onweer. Hij werd door iedereen verlaten bijgezet in een armengraf en niemand kon later zeg gen waar precies zijn laatste rustplaats was. Mozart ging heen, maar zijn muziek, waarvan Van Westering op deze avond enkele fraaie fragmenten liet horen op de gramofoon, bleef. En daarvoor kan de mensheid Mozart met een dankbaar hart gedenken. Duizenden Nederlanders hebben de laatste weken het hart opgehaald aan de schaats sport en vooral de jeugd heeft van de ijs- pret in al zijn vormen genoten. Voor het eerst zijn dit jaar door de KNSB-jeugdschaats- diploma's uitgereikt en het afleggen van de proeven daarvoor betekende voor vele jon gens en miesjes een onvergetelijke gebeur tenis. Bij de leiders en vele andere ouderen is echter het besef doorgedrongen, dat er tal loze kinderen waren, die van deze vreugde verstoken bleven, doordat zij geen schaatsen hadden. Het bestuur van de Koninklijke Ne derlandse Schaatsenrijdersbond wil nu een inzameling van schaatsen houden ten bate van de kindertehuizen van alle gezindten in Nederland. Men is er namelijk van overtuigd, dat over al in het land, duizenden paren schaatsen ongebruikt liggen en dat velen die wel wil len afstaan aan minder bedeelde kinderen. Het gaat niet om kostbare kunstschaatsen of „Noren", maar om gewone Friese schaatsen in kindermaten, waarop nog altijd het over grote deel van de Nederlandse jeugd het schaatsenrijden leert. Het bestuur van de KNSB verzoekt alle jeugd- en ijsvrienden, goede en niet meer gebruikte schaatsen te willen afstaan aan een plaatselijke ijsvereniging en het vraagt de ijsverenigingen, aan het bureau van de KNSB (Oosteinde 23, Amsterdam) te willen be richten, hoeveel paren schaatsen zijn bin nengekomen. De KNSB zal in overleg met de overkoepelende organisatie voor kinder tehuizen voor een eerlijke distributie zorg dragen. Het bestuur hoopt op veler spontane medewerking, zodat duizenden kinderen, die nu langs de kant moesten blijven staan, in een volgende „ijswinter" van de schaatssport kunnen meegenieten. Geen spreekuur. Bloemendaals wethou der van Publieke Werken, de heer A. van Geluk, is verhinderd, vrijdagmiddag zijn wekelijks spreekuur te houden. Woensdagmiddag heejt Koningin Juliana met prinses Maryke een bezoek gebracht aan de „Blauwe Vogels" van de Barti- meus-groep te Zeist, een groep, bestaande uit slechtziende en blinde padvindsters en kabouters. De linker foto laat zien hoe de vorstin het kaarslicht doorgeeft, dat de padvindersgedachte symboliseert. Op de achtergrond de vlag van het vendel „Prinses Marijke". Op de rechter foto zien we prinses Marijke, voor het eerst in kabouters uniform, met een andere kabouter. Het tot de Haarlemse Mozartherdenking behorende pianoconcert van woensdag ge noot een nog grotere belangstelling dan het vorige. Verblijdend was vooral de toe loop van de jeugd. Zou er geen toekomst in dergelijke concerten op schoolvrije mid dagen zitten? De Vleeshal blijkt zich voor het kamermuziekgenre op dit plan goed te lenen en aan paedagogische perspectieven is er in die richting geen tekort, evenmin als aan mogelijkheden om ze artistiek te realiseren, wat door de prestaties van de leden van het Noordhollands Philharmo- nisch Orkest, die zich in deze Mozartweek laten gelden, gestaafd wordt. Ditkeer kon men luisteren naar Mozarts Pianotrio in Bes (K.V. 502) door hqt trio Hesmerg, be staande uit Ans Bouter, Jan Hesmerg en Eduard Biele, alsmede naar het Fluitkwar tet in D (K.V. 285) door Marius Ruysink, fluit, Jan Hesmerg, viool, Jan Ay, alt en Eduard Biele, cello. Het Trio in Bes is buiten kijf een der belangrijkste van het zevental, waarmee Mozart de triolitteratuur verrijkt heeft. De ingenieuze constructie van zijn drie delen is er nergens oorzaak van dat de natuur lijk vloeiende cantabiliteit van Mozarts kunst in de verdrukking komt. En toch: hoe heeft de componist hier gewoekerd met zijn bouwmateriaal, ten einde te be reiken dat de grondgedachte voortdurend blijft domineren. Met dat al is dit zingen de contrapunt buitengewoon moeilijk te realiseren, omdat de sensibiliteit, over drie partners verdeeld, een zo voorname rol rol speelt. Maar het trio Hesmerg heeft zich het werk sinds lang eigen gemaakt, het is er in gegroeid en beheerst het, bui ten de technische problemen om, die voor al voor de pianopartij -veeleisend zijn, voortreffelijk. Het was deze middag eëh heerlijke tractatie dit'meesterwerk zu ver antwoord te horen vertolken. Het Fluitkwartet in D behoort tot een totaal andere orde, wat niet wegneemt dat het tevens een verrukkelijk stuk is. Mo zart hield niet van de fluit, wat begrijpelijk is in een tijd dat dit instrument nog zeer primitief van constructie was. Maar het toeval wilde dat hij, op zijn eenentwintig ste jaar, op reis naar de Franse hoofdstad, te Mannheim in de fluitist Wendling een kunstenaar ontmoette, die op dat jammer- houtje met zes gaatjes en één klepje vir tuoos en zeer muzikaal speelde. Dat was een eerste oorzaak om zijn tegenzin te overwinnen. Maar een tweede en door slaande was het feit dat dezelfde Wend ling hem de kans aan de hand deed twee honderd florijnen te verdienen door voor een van zijn leerlingen, een rijke Holland se officier die in Indië gediend had, drie concerten en een paar fluitkwartetten te schrijven. Aan deze omstandigheid danken wij het heerlijke Concert in G, het veelge speelde Concert in D, het mooie Andante en een paar kwartetten, waaronder dat in D, hetwelk heden gespeeld werd. En men zou waarlijk niet zeggen dat Mozart de fluit geen goed hart toedroeg, want zelden is er voor dit instrument dankbaarder en met meer kennis van de mogelijkheden, die het toenmaals bood, gecomponeerd. Zo is het in Mannheim gegaan. Maar toen Mozart te Parijs arriveerde, wilde het toeval, dat de eerste compositie, waarvoor hij een opdracht kreeg, het beroemde Con cert voor fluit en harp was. Zo heeft het lot gewild, dat hij in een korte spanne tijds een aantal composities schreef voor een instrument, dat hij voorheen zo ver foeid had. Hij heeft het er voor heel zijn carrière mee goed gemaakt. Of hij de be loofde tweehonderd gulden van de Hol leander Dejean ontvangen heeft, is iets wat betwijfeld wordt. Naar het bedongen bedrag voor het concert voor fluit en harp heeft hij in ieder geval kunnen fluiten. Maar intussen genieten wij van al deze juveniele muzieken en vergeten wij maar al te licht, dat de componist er voor krom gelegen heeft. Genoeg om zijn levensdagen lang zich niet meer voor de .fluit als solo instrument te interesseren. De buit viel la ter toe aan de uitgevers en het muzikaal genot aan de executanten en de toehoor ders. De pétillante en fraai klinkende uitvoe ring van het Kwartet in D was een opge wekt besluit van het tweede pauzeconcert. De fluitist Marius Ruysink verdiende een extra compliment voor zijn levendig spel, dat met de drie strijkers een mooi sluitend geheel vormde. JOS. DE KLERK Voor het kampioenschap van Nederland in de hoofdklasse driebanden hebben zich dertien biljarters opgegeven, van wie de kampioen H. Popeijus uit Barendrecht vrijij gesteld is van het spelen van voorwedstrij den. Er zijn twee groepen geformeerd, die de voorwedstrijden op 19 maart beëindigd moe ten hebben. In Amsterdam spelen Van Braam, De Haan, S weering, Schmidt (allen Amsterdam), Broekhuizen en Stikkelman (beiden Arnhem). In Rotterdam zullen el kaar ontmoeten: Baay, en Teegelaar (beiden Rotterdam), De Leijster en Metz (beiden Den Haag), Van Bommel Tilburg) en de Ruyter (Waalwijk. De finales worden van 5 tot en met 8 april in Arnhem gespeeld. In haar sociëteitszaal in de Kokstraat heeft de Bond van Oud-Illegale Werkers in Haarlem, aangesloten bij de vereniging Na tionale federatieve raad van het Voorma lig Verzet Nederland dezer dagen de jaarlijkse algemene ledenvergadering ge houden onder voorzitterschap van de heer J. Th. van de Boogaard. De voorzitter werd bij de bestuursverkiezing herkozen met veertig, de bestuursleden de heren J. Kraakman en J. J. Peschar, beiden met tweeënveertig van de uitgebrachte vier enveertig stemmen. In zijn openingswoord herdacht de heer Van de Boogaard de vier leden, die in het verenigingsjaar 1955 de vereniging door de dood waren ontvallen, de heren P. S. W. van Hamburg, P. J. Lubbers, J. van Oost en het naar Australië geëmigreerde lid de heer H. Raar. „Wel heel sterk", aldus de voorzitter, „zijn wij er in dit verenigings jaar aan herinnerd, dat de B.O.I.W. tot uit sterven gedoemd is, nu vier verzetsvrien- den tot hoger leven werden opgeroepen. Wij hebben als oud verzetsstrijders echter nog een zeer belangrijke taak te vervul len, de geest van het verzet tegen elke on derdrukking levend te houden en over te dragen aan de jeugd". Het jaarverslag van de secretaris, de heer J. J. Peschar, constateerde een teruggang in het ledental met 49 (vorig jaar 29) van 241 tot 192 leden. Als bijzondere gebeurte nis in het verenigingsjaar werd genoemd het aan zesentwintig kinderen van omgeko men verzetslieden aangeboden Sint Nico- laasfeest, onder leiding van de heren Vink en Van Waart. De belangrijkste overige punten van de agenda met de behandeling waarvan ruim vier uur waren gemoeid, van kwart voor negen dinsdagavond tot kort na een uur woensdagmorgen waren de verho ging van cie contributie van zes op negen gulden per jaar mede in verband met de verhoogde afdracht-- aan de Nationale fe deratieve raad van drie in plaats van twee gulden; het besluit nieuwe leden voortaan niet meer door een ballotage-commissie te laten aannemen, maar op de ledenverga ring te laten bekrachtigen; de verkiezing van de heren H. van Ake, A. van Bemmel en D. Tump in de propaganda- en ontspan ningscommissie in plaats van de heren Vink, Hageveld en ds. Bronsgeest; de benoeming van mr. G. J. H. de Leeuw in de raad van advies en bijstand waarin verder zitting hebben de heren P. J. Kapteyn (voorzit ter), mr. W. Glastra (secretaris), dr. J. A. van de Andel en mej. J. J. F. van Esch in plaats van ds. Joh. Bronsgeest, die is benoemd tot voorzitter van de afdeling Amsterdam van de N.F.R. van het voorma lig verzet Nederland. Het bestuur zal nu in het verenigings jaar 1956 bestaan uit de heren J. Th. van de Boogaard (voorzitter)P. van Steenho ven (vice-voorzitter); J. j. Peschar (eerste secretaris), Th. Ederveen (tweede secre taris); R. G. Oppelaar (penningmeester); mevrouw A. Bon (tweede penning- meesteresse) en J. Kraakman (alg. ad junct). Voor de leden van de bond van oud-ille gale werkers en hun genodigden zal op Vrijdagavond 2 maart de oud-gezagvoer der van de K.L.M., tegenwoordig hoofd van een militaire voorlichtingsdienst, de heer Willem C. van Veenendaal, komen spreken. 4e klasse, 4e lijst 5000: 2788 4710 21134 21805 2000: 15731 1500: 21789 ƒ1000: 3671 6787 7364 9416 10573 12381 15792 400: 2098 4179 10222 14126 15269 17478 17592 19119 19547 19808 200: 2058 2188 3347 4026 4930 6128 7402 7855 8261 8984 10201 10331 10502 12175 12297 12539 12699 12722 12737 13033 14324 17795 18187 19131 19209 19551 21682 21765 Voor een klein gehoor onder wie zich de raadsleden mevrouw F. F. Dalmeyer Van Bachum de Boer en de heer C. Schulz, alsmede de oud-voorzitter van het N.V.V., de heer E. Kupers bevonden heeft dinsdagavond in het Jeugdhuis aan de Donkerelaan te Bloemendaal de heer P. J. Kapteyn uit Aerdenhout voor de leden van de plaatselijke afdeling van de Partij van de Arbeid gesproken over zijn ervaringen in Israel. Dat er nog altijd een gespannen toestand heerst, bleek uit de cijfers, die de spreker noemde. Van de 1.700.000 inwoners bevat het leger ongeveer een miljoen men sen. Niet alleen de jongens, maar ook de meisjes moeten een tweejarige dienstplicht vervullen. De minimum immigratie in deze jonge van 1948 daterende staat variëert van vijftig tot zeventigduizend mensen, die afkomstig zijn uit niet minder dan zeventig landen. Men dient zich te realiseren, aldus de spreker, dat dit heel iets anders is dan de vroegere volksverhuizing van ongeveer tienduizend personen uit zeventien landen naar Amerika. Israel bevindt zich volgens de heer Kapteyn óp de grens van de neer gang van het idealisme en de grens van de opgang van het materialisme. Het is vol gens hem nog niet uitgemaakt, welke van deze twee het zal winnen. Reeds in 1880 trokken Joden uit Rusland uit idealisme naar Israel. Toen de tijd van Hitier naderde werd het idealisme van de nieuwe Israelkomers geconfronteerd met de vraag: Komt u uit overtuiging of uit Duits land? Spreker had in Israel de Joodse proble men gezien. De mens, die er tot Oosterling is geassimileerd ontmoet er de hoog gecul tiveerde Jood uit Wenen of de Amerikaan met zijn tractors en televisietoestel. Zij, -die uit overtuiging naar het nieuwe land zijn gegaan menen, dat er de vervulling van de belofte der vaderen zal plaats heb ben. Rustig is het er nog lang niet, zeker niet langs de grenzen waar regelmatig over vallen gebeuren en overal de vijand loert. De heer Kapteyn sprak verder over de kleine gemeenschappen van zes tot acht idealisten, die willen ontkomen aan de karakter eigenschappen waaronder de wereld lijdt en die alleen voor elkaar wer ken. Er is de gemeenschap van de Kiboets waarbij het zelf werken en doen voor de gemeenschap het ideaal is zonder er een geldelijke beloning voor te ontvangen. Een nederzetting, die in het klein op de coöpe ratie gelijkt. De vakvereniging werkt nauw samen met de gemeenschap. Het is een merkwaardig instituut, want de vakvereni ging bezit fabrieken, waarin 170.000 arbei ders werk vinden. Als er één volk recht heeft op de steun van het Europese westen, zo besloot de spreker zijn boeiend betoog, dan is het Israel. Het laat zien wat met ijver en goede wil van de bodem is te maken. Men sloeg de handen aan de ploeg van een onontwik keld een ontwikkeld gebied te maken. Daar wordt een nieuwe mens geboren en van daaruit ons een voorbeeld gegeven. Volgens voorstel van B. en W. aan de Utrechtse raad ligt het in de bedoe ling de accommodatie van de renbaan Mere veld uit te breiden met een vergroting van het café onder de tribune tot tweemaal de huidige oppervlakte. Ook zal ondermeer de tegelbestrating worden uitgebreid. Voor deze werken, diie nog voor het komende draverij - seizoen gereed zullen zijn, is aan de raad een crediet van 50.006,gevraagd. Kinderrechter als opvoeder. Voor de afdeling Haarlem en omstreken van de ver eniging voor Paedagogiek spreekt heden, donderdagavond 23 februari in hotel Brink- mann, mej. mr. M. de Keyser, kinderrechter te Alkmaar., over „De kinderrechter als hulp bij de opvoeding". Op eigen genomen te helpen zullen zij initiatief hebben de gele rijders van de Wegenwacht de taak op zich de vogels die door het koude weer in een benarde positie zijn gekomen Met brood en ander voer dat hun door automobilisten wordt verstrekt de vogels die zij op hun route tegenkomen, voederen. Op de foto twee wegenwachters ter hoogte van Sassenheim.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1956 | | pagina 14