Schim van Volksfront
waart rond in Parijs
Mozarts laatste levensjaar
Schoolkwestie en Poujadisme dreigen
het Republikeinse Front in de armen
van de communisten te drijven
Fluitkwartet en trio
in de Vleeshal
„Israël heeft recht op
steun van west-Europa
14
T oenadering
Llom h
Doelwit
Op het kantje
Liebrich trekt aanklacht
tegen uitgevers in
Koorddansen
Haarlemse Luchtvaartclub
had een goed jaar
Lezing in Vleeshal door
Paul Chr. van Westering
KNSB vraagt schaatsen
voor kindertehuizen
Mozartherdenking
Nationaal kampioenschap
hoofdklasse driebanden
Jaarvergadering Bond
Oud Illegale Werkers
Hoofdprijzen Staatsloterij
Lezing P. J. Kapteyn van
P. v. d. A. in Bloemendaal
Accommodatie Mereveld
DONDERDAG 23 FEBRUARI 1956
(Van onze correspondent in Parijs)
Een probleem dat in de binnenlandse politiek van Frankrijk sedert de uitslag
van de verkiezingen op 2 Januari onophoudelijk de kop opsteekt, betreft de
bange vraag of het land op den duur een nieuwe Volksfrontproef kan ontgaan.
Rekenkundig gesproken, zaten er in de stembusuitslag twee mogelijkheden:
een meerderheid van alle „nationale" partijen, van socialisten tot en met de
conservatieven - én zonder communisten en Poujadisten - of wel een Volksfront
waarin de radicalen en de socialisten zich naast - of beter tegenover - de com
munisten zouden bevinden.
Frankrijk heeft in 1936 onder lei
ding van de socialist Léon Blum, zo'n
Volksfront-regering gekend. Die re
gering heeft de arbeidersklasse een
aantal „veroveringen" opgeleverd
nationalisaties, werkweek van veer
tig uren, betaalde vakanties, enzo
voorts die in het algemeen voor
het land een sociale vooruitgang be
tekenden. Al spoedig bleek echter,
dat de andere partijen tegen de voort
varendheid der communisten niet
waren opgewassen. Steeds duidelij
ker deelden zij op den duur de lakens
uit. Dat gevaar van een communis
tisch overwicht zou thans aanzienlijk
groter zijn, omdat de partij van Tho-
rez, in tegenstelling met 1936, aan
stonds óók in getalssterkte de mach
tigste partner in zo'n verbond zou
zijn.
Een communistische „kolonisatie
zou weldra omstandigheden schep
pen, die een herhaling mogelijk zou
den kunnen maken van een staats-
greep-a-la-Praag, waardoor Tsjecho-
slowakije aan de Russen werd over
geleverd. De Franse communisten
putten zich uit in vleierijen tegen de
socialisten die zij tot voor kort als
„de sociale verraders" brandmerkten
in de hoop zowel aan de top als
aan de basis de politieke ontwikke
ling in de richting van zo'n nieuw
Volksfront te kunnen drijven.
Zowel onder de socialisten als on
der de radicalen zijn er vrijwel geen
leiders van betekenis, die deze gevaren niet
doorzien en die gehoor zouden willen geven
aan deze lokroep der communisten. Onder
de socialistische arbeiders staat men echter
misschien wat minder sterk in de schoenen.
Men beseft daar, dat een werkelijk voor
uitstrevend beleid in de sociale sector al
leen in samenwerking met de communisten
kan worden gevoerd.
De „toenaderingspolitiek" van de Russen
stelt de Franse communisten bovendien in
een wat voordeliger daglicht. Er zijn nog
andere factoren, die in het voordeel van
Thorez en de zijnen werken. De aggressivi-
teit van vele Poujadisten, die hun „leider"
boven het hoofd dreigen te groeien, maakt
een herleving van het fascisme in Frank
rijk tot een wezenlijk gevaar. Mobilisatie
van alle „republikeinse krachten", met in
begrip van de communisten, zou velen in
dat licht op den duur wenselijk, zo niet
LUM.
noodzakelijk kunnen lijken.
Tenslotte is er din nog de schoolkwestie,
die de rechtse meerderheid in 1951 opnieuw
aan de orde heeft gesteld met de wet-Bar-
rangé, waardoor het rooms-katholieke on
derwijs door de staat kon worden gesub
sidieerd. Die wet-Barrangé is de socialisten
en de radicalen een doorn in het oogden de
verleiding is groot deze maatregel mi, met
hulp van de communisten, ongedaan te
maken, ofschoon daardoor de kloof tussen
de rooms-katholieke M.R.P. en het Repu
blikeinse Front voor lange tijd zeker on
overbrugbaar zou worden. Een bijkomstig
heid, die in de communistische kraam uit
stekend van pas komt.
Een eerste poging de schoolwet op te
heffen, is vorige week op het kantje af
mislukt, toen met een meerderheid van
slechts negen stemmen dit onderwerp van
de Kamer-agenda werd afgevoerd. Onder
de tegenstemmers bevonden zich echter
negentien radicalen, die uit beginsel niets
voelen voor steun aan 't rooms-katholieke
onderwijs, maar die op dit ogenblik, om
tactische redenen, een discussie over dit
onderwerp weinig verstandig achtten.
De communisten en andere felle tegen
standers van de wet-Barrangé zullen zich
door deze eerste tegenslag zeker niet laten
ontmoedigen. Nieuwe pogingen in deze
richting kunnen elk ogenblik worden ver
wacht. Of de „laïques" de tegenstan
ders van staatssteun aan het bijzonder on
derwijs dan opnieuw bakzeil zullen
halen, is een vraag waarop het antwoord
goeddeels wordt bepaald door de koers, die
de regering-Mollet zal varen. Met die koers
zal een groot deel van het vroegere rechtse
De uitgevers van de Engelse vertaling
van de autobiografie van Fergnc Puskas,
„aanvoerder van het Hongaarse elftal",
hebben aan Werner Liebrich, stopper van
het Duitse voetbalelftal, dat bij het wereld
kampioenschap voetbal 1954 in Zwitserland
in de finale Hongarije versloeg, een schade
vergoeding aangeboden, In de Engelse uit
gave van het boek komt een passage voor,
waarin wordt beweerd dat Liebrich tijdens
de finale-wedstrijd getracht zou hebben
Ferenc Puskas te verwonden.
Volgens de advocaat van Liebrich, die
deze zaak voor het gerecht heeft gebracht,
zou de betreffende passage geheel in strijd
zijn met de waarheid, waarbij men wel
wilde aannemen dat zowel de uitgever als
de vertaler ter goeder trouw hebben ge
handeld. De uitgeversfirma heeft, onmid
dellijk nadat bekend werd dat de voorstel
ling van zaken niet in overeenstemming
zou kunnen zijn met de werkelijkheid, de
verspreiding van het boek gestaakt, totdat
deze passage gewijzigd is. Voorts verklaar
den de uitgevers zich bereid Liebrich een
bedrag uit te betalen bij wijze van schade
vergoeding, terwijl zij tevens aanboden de
kosten voor het rechtsgeding te vergoeden.
De advocaat van de verdediging heeft
deze verklaring bij de rechtbank ingediend
en de rechter ging met intrekking van de
aanklacht akkoord.
centrum zich moeten kunnen verenigen,
zonder dat de hoop van de arbeiders en
de aanhangers van het Republikeinse Front
al te zeer teleurgesteld mag worden.
De positie van premier Mollet is niet
bepaald comfortabel. Hij heeft als een der
leiders van het Republikeinse Front hoge
verwachtingen in de verkiezingscampagne
gewekt met een zeer vooruitstrevend ont-
werp-regeringsprogramma, dat nu echter
moet worden uitgevoerd met de steun van
zijn vroegere tegenstanders. Op een eigen
meerderheid kan Mollet niet bogen. Hij
doet denken aan een koorddanser, wiens
kleinste misstap ernstige gevolgen kan
hebben.
Het spookbeeld van een nieuw Volks
front zal de politieke geesten nog wel enige
tijd bezig houden.
Het jaar 1955 is voor de Haarlemse Lucht
vaart Club wederom een goed jaar geweest,
zo lezen wij in het jaarverslag van de ver
eniging. Het ledental nam toe en er zijn
nog diverse candidaatleden. Het percentage
actieve leden ligt iets lager dan in 1954,
maar steekt met 75 percent nog gunstig af
tegen vele andere clubs in den lande. In de
strijd om de titel „de beste club van Neder
land" zakte de H.L.C. voor 1955 van de
vierde naar de vijfde plaats.
De Zaterdagse clubavonden bleven zich
in goede belangstelling verheugen. Er wa
ren 47 van deze avonden. In de maand
december werden geen bijeenkomsten ge
houden in verband met het nog niet be
woonbaar zijn van het nieuwe clublokaal.
Het lokaal aan de Lorentzkade in Haarlem
dat bijna tien jaar de basis was, moest per
30 november ontruimd worden.
Het gehele jaar door is er gevlogen. De
eerste vliegdag was 3 januari, de laatste
31 december. Het totaal aantal vliegdagen
bedroeg 80, d.i. 8 minder dan in 1954. Van
deze 80 waren er 46 waarop uitsluitend met
vrijvliegende modellen werd gevlogen, 19
waarop alleen de lijnbesturing werd be
oefend en 15 waarop in beide categorieën
werd gevlogen.
De vrijvliegende modellen bleven bij el
kaar ruim 14j4 uur in de lucht, terwijl de
L.B.-modellen ruim 8 uur noteerden. Dit
laatste is iets minder dan de helft van
verleden jaar. De oorzaak moet gezocht
worden in het niet inleveren van vlucht-
rapporten door de vliegers. De verleden
jaar geboekte vooruitgang in de klassen
rubbermotor- en zuigermotormodellen sta
biliseerde zich.
Voor de lijnbesturing kwam in 1955 ein
delijk de grote dag, waarop een door de
leden zelf aangelegde baan aan de Zeeweg
officieel in gebruik genomen kon worden,
waardoor de vliegveldperikelen voor deze
groep tot het verleden zijn gaan behoren.
Met de verschillende typen modellen zijn
in 1955 12 brevetten behaald. Nagenoeg
overal waren in 1955 leden van de Haar
lemse L.C. te vinden.
In de kampioenschapswedstrijden op 10
juli behaalde de zuigermotormodellenploeg
voor de tweede maal de landstitel. Das en
Smolders kwamen op 30 en 31 juli uit in
de finales voor de keuze van de Neder
landse ploegen voor de wereldkampioen
schappen. Das wist zich te plaatsen. Hij
nam deel aan de wereldkampioenschappen
modelvliegen, die op 3„ 4 en 5 september
bij Wiesbaden gehouden werden.
De laatste L.B.-wedstrijd op 19 septem
ber bracht een overwinning van Raats in
de snelheidsklasse en deze veelbelovende
vlieger plaatste zich daardoor in de Neder
landse ploeg voor de internationale wed
strijd, die op 1-2 oktober in Brussel gehou
den werd. Daar bezette hij tussen vele
sterke concurrenten de 12e plaats.
Uit dit verslag blijkt wel dat de Haar
lemse Luchtvaart Club in zijn 22e levens
jaar overvloeit van activiteit en enthou
siasme. Dit moge tevens blijken uit het feit
dat de heer Das als districtsvertegenwoor
diger voor Noordholland zitting heeft in
het afdelingsbestuur modelvliegtuigsport
der Koninklijke Nederlandse Vereniging
voor Luchtvaart en dat de heren Aarts en
Das respectievelijk vice-voorzitter en lid
van de Technische Commissie Modelvlieg
tuigsport van deze vereniging zijn.
WEEKABONNEMENTEN
8 dienen uiterlijk up Woensdag te worden
3 betaald, daar de bezorgers op Donder-
dag moeten afrekenen.
8 DE ADMINISTRATIE
KXXXXXXXXDOOOOOCXXXXXOOOOOOCXXXXXOCXDOCXDOOOOOOOOOCXXXlOOOa
De lezing, die Paul Christiaan van Wes
tering woensdagavond als onderdeel van
de Haarlemse Mozartherdenking in de
Vleeshal hield, had als onderwerp „Mozarts
laatste levensjaar".
Aan het einde van het korte leven van
Mozart was er een grote vereenzaming ge
komen. De oorzaak van dit isolement moet
voor een belangrijk deel bij Mozart zelve
gezocht worden. Hij leende geld voor soms
onbegrijpelijke uitgaven en was niet in
staat het bedrag terug te betalen. Zijn
toetreding tot de vrijmetselaars ver
vreemdde hem van de katholieke kerk. En
omdat hij in wezen toch niet geheel afstand
daarvan gedaan had, konden de vrijmetse
laren hem niet onvoorwaardelijk aanvaar
den. De enkele leerlingen, die Mozart had,
verlieten hem ook al, met uitzondering van
Franz Xaver Süssmayer, een jonge begaaf
de componist, wie het vergund was het
onvoltooide Requiem van Mozart af te ma
ken, zelfs zo, dat niet met absolute zeker
heid te zeggen valt, waar Mozart moest
eindigen en waar Süssmayer vervolgd en
aangevuld heeft.
Mozart was bezeten door muziek. De
overigens begrijpelijke zorgzaamheid van
zijn ouders had bij Mozart een tekort aan
zelfstandigheid in het leven veroorzaakt.
Hij was vaak niet tegen het leven opge
wassen, zeker niet tegen intriges. Mozart is
nimmer een volwassen mens naar de geest
geweest. Steeds bleef er iets van het kind
in hem, wat ook uit zijn brieven spreekt.
Mozart kreeg in zijn laatste levensjaar
weinig steun van collega's. Beethoven met
zijn puriteinse levenshouding had nogal
critiek op de levenswandel van Mozart;
ook op de litteraire onderwerpen, die hij
koos voor zijn muziek. Haydn aanvaardde
Mozart zoals hij was. Hij speelde het klaar
om een dirigentenpost in Londen voor
Mozart te verkrijgen, maar om onbekende
redenen weigerde Mozart die betrekking.
Met zijn vrouw Constanze had Mozart al
heel weinig contact, wanneer het zijn werk
betrof. Het beste werkte hij, wanneer Con
stanze op reis was. Buiten zijn muzikaal
werk om hield hij van gezellige kout over
allerlei oppervlakkigheid.!es van het dage
lijkse leven. Biljarten en kegelen waren
voor hem eveneens een grote ontspanning.
Hij was eenvoudig en oprecht, uiterst
kwetsbaar en stond open voor allerlei in
vloeden. Hij hield van het bijzondere waar
het de muziek betrof. Uit zijn laatste
levensjaren stammen bijvoorbeeld de Fan
tasie in f (K.V. 608) voor een mechanisch
orgel, een compositie voor glasharmonika
voor de blinde virtuoze op dit instrument
Marie Anne Kirchgassner en ook het con
cert voor klarinet, opgedragen aan Anton
Stadler, behoort mede tot die werken.
Het was merkwaardig, dat Mozart zon
der opdrachten niet componeerde. Hij
kwam aan inkomsten, wanneer hij geen
nieuwe werken schreef, door te spelen op
feesten, waar Duitse dansen, contra-dansen
en menuetten van zijn hand werden uit
gevoerd. Na maart 1791 kwam er een pe
riode van hard werken. In opdracht schreef
hij „De Toverfluit" de opera, die men
niet als een sacrale ceremonie moet zien,
maar als een kijkspel, waarin van alles te
beleven valt. Verder kwamen de opera „La
Clemenza di Tito" en de Vrijmetselaars
cantate, alsmede zijn meesterwerk, het
Requiem tot stand. De cantate is van een
ongekende levensvreugde. En dan te be
denken, dat zij werd voltooid negentien
dagen voordat de dood Mozart uit zijn
lijden verloste. Men kan haar zien als een
reactie op de geweldige spanningen bij het
componeren van het „Requiem".
Eén dag voor zijn dood zong de kapel
meester van de opera hem een van zijn
eigen aria's: „Der Vogelfanger bin ich, ja!"
voor, onbezorgde muziek. Daarna raakte
hij buiten bewustzijn en in de nacht van
de vijfde december 1791 stierf Mozart
tijdens een sneeuwstorm met onweer. Hij
werd door iedereen verlaten bijgezet in
een armengraf en niemand kon later zeg
gen waar precies zijn laatste rustplaats
was. Mozart ging heen, maar zijn muziek,
waarvan Van Westering op deze avond
enkele fraaie fragmenten liet horen op de
gramofoon, bleef. En daarvoor kan de
mensheid Mozart met een dankbaar hart
gedenken.
Duizenden Nederlanders hebben de laatste
weken het hart opgehaald aan de schaats
sport en vooral de jeugd heeft van de ijs-
pret in al zijn vormen genoten. Voor het eerst
zijn dit jaar door de KNSB-jeugdschaats-
diploma's uitgereikt en het afleggen van de
proeven daarvoor betekende voor vele jon
gens en miesjes een onvergetelijke gebeur
tenis.
Bij de leiders en vele andere ouderen is
echter het besef doorgedrongen, dat er tal
loze kinderen waren, die van deze vreugde
verstoken bleven, doordat zij geen schaatsen
hadden. Het bestuur van de Koninklijke Ne
derlandse Schaatsenrijdersbond wil nu een
inzameling van schaatsen houden ten bate
van de kindertehuizen van alle gezindten in
Nederland.
Men is er namelijk van overtuigd, dat over
al in het land, duizenden paren schaatsen
ongebruikt liggen en dat velen die wel wil
len afstaan aan minder bedeelde kinderen.
Het gaat niet om kostbare kunstschaatsen of
„Noren", maar om gewone Friese schaatsen
in kindermaten, waarop nog altijd het over
grote deel van de Nederlandse jeugd het
schaatsenrijden leert.
Het bestuur van de KNSB verzoekt alle
jeugd- en ijsvrienden, goede en niet meer
gebruikte schaatsen te willen afstaan aan een
plaatselijke ijsvereniging en het vraagt de
ijsverenigingen, aan het bureau van de KNSB
(Oosteinde 23, Amsterdam) te willen be
richten, hoeveel paren schaatsen zijn bin
nengekomen. De KNSB zal in overleg met de
overkoepelende organisatie voor kinder
tehuizen voor een eerlijke distributie zorg
dragen. Het bestuur hoopt op veler spontane
medewerking, zodat duizenden kinderen, die
nu langs de kant moesten blijven staan, in
een volgende „ijswinter" van de schaatssport
kunnen meegenieten.
Geen spreekuur. Bloemendaals wethou
der van Publieke Werken, de heer A. van
Geluk, is verhinderd, vrijdagmiddag zijn
wekelijks spreekuur te houden.
Woensdagmiddag heejt Koningin Juliana met prinses Maryke een bezoek gebracht aan de „Blauwe Vogels" van de Barti-
meus-groep te Zeist, een groep, bestaande uit slechtziende en blinde padvindsters en kabouters. De linker foto laat zien hoe
de vorstin het kaarslicht doorgeeft, dat de padvindersgedachte symboliseert. Op de achtergrond de vlag van het vendel
„Prinses Marijke". Op de rechter foto zien we prinses Marijke, voor het eerst in kabouters uniform, met een andere kabouter.
Het tot de Haarlemse Mozartherdenking
behorende pianoconcert van woensdag ge
noot een nog grotere belangstelling dan
het vorige. Verblijdend was vooral de toe
loop van de jeugd. Zou er geen toekomst
in dergelijke concerten op schoolvrije mid
dagen zitten? De Vleeshal blijkt zich voor
het kamermuziekgenre op dit plan goed te
lenen en aan paedagogische perspectieven
is er in die richting geen tekort, evenmin
als aan mogelijkheden om ze artistiek te
realiseren, wat door de prestaties van de
leden van het Noordhollands Philharmo-
nisch Orkest, die zich in deze Mozartweek
laten gelden, gestaafd wordt. Ditkeer kon
men luisteren naar Mozarts Pianotrio in
Bes (K.V. 502) door hqt trio Hesmerg, be
staande uit Ans Bouter, Jan Hesmerg en
Eduard Biele, alsmede naar het Fluitkwar
tet in D (K.V. 285) door Marius Ruysink,
fluit, Jan Hesmerg, viool, Jan Ay, alt en
Eduard Biele, cello.
Het Trio in Bes is buiten kijf een der
belangrijkste van het zevental, waarmee
Mozart de triolitteratuur verrijkt heeft. De
ingenieuze constructie van zijn drie delen
is er nergens oorzaak van dat de natuur
lijk vloeiende cantabiliteit van Mozarts
kunst in de verdrukking komt. En toch:
hoe heeft de componist hier gewoekerd
met zijn bouwmateriaal, ten einde te be
reiken dat de grondgedachte voortdurend
blijft domineren. Met dat al is dit zingen
de contrapunt buitengewoon moeilijk te
realiseren, omdat de sensibiliteit, over drie
partners verdeeld, een zo voorname rol
rol speelt. Maar het trio Hesmerg heeft
zich het werk sinds lang eigen gemaakt,
het is er in gegroeid en beheerst het, bui
ten de technische problemen om, die voor
al voor de pianopartij -veeleisend zijn,
voortreffelijk. Het was deze middag eëh
heerlijke tractatie dit'meesterwerk zu ver
antwoord te horen vertolken.
Het Fluitkwartet in D behoort tot een
totaal andere orde, wat niet wegneemt dat
het tevens een verrukkelijk stuk is. Mo
zart hield niet van de fluit, wat begrijpelijk
is in een tijd dat dit instrument nog zeer
primitief van constructie was. Maar het
toeval wilde dat hij, op zijn eenentwintig
ste jaar, op reis naar de Franse hoofdstad,
te Mannheim in de fluitist Wendling een
kunstenaar ontmoette, die op dat jammer-
houtje met zes gaatjes en één klepje vir
tuoos en zeer muzikaal speelde. Dat was
een eerste oorzaak om zijn tegenzin te
overwinnen. Maar een tweede en door
slaande was het feit dat dezelfde Wend
ling hem de kans aan de hand deed twee
honderd florijnen te verdienen door voor
een van zijn leerlingen, een rijke Holland
se officier die in Indië gediend had, drie
concerten en een paar fluitkwartetten te
schrijven. Aan deze omstandigheid danken
wij het heerlijke Concert in G, het veelge
speelde Concert in D, het mooie Andante
en een paar kwartetten, waaronder dat in
D, hetwelk heden gespeeld werd. En men
zou waarlijk niet zeggen dat Mozart de
fluit geen goed hart toedroeg, want zelden
is er voor dit instrument dankbaarder en
met meer kennis van de mogelijkheden,
die het toenmaals bood, gecomponeerd.
Zo is het in Mannheim gegaan. Maar
toen Mozart te Parijs arriveerde, wilde het
toeval, dat de eerste compositie, waarvoor
hij een opdracht kreeg, het beroemde Con
cert voor fluit en harp was. Zo heeft het
lot gewild, dat hij in een korte spanne
tijds een aantal composities schreef voor
een instrument, dat hij voorheen zo ver
foeid had. Hij heeft het er voor heel zijn
carrière mee goed gemaakt. Of hij de be
loofde tweehonderd gulden van de Hol
leander Dejean ontvangen heeft, is iets
wat betwijfeld wordt. Naar het bedongen
bedrag voor het concert voor fluit en harp
heeft hij in ieder geval kunnen fluiten.
Maar intussen genieten wij van al deze
juveniele muzieken en vergeten wij maar
al te licht, dat de componist er voor krom
gelegen heeft. Genoeg om zijn levensdagen
lang zich niet meer voor de .fluit als solo
instrument te interesseren. De buit viel la
ter toe aan de uitgevers en het muzikaal
genot aan de executanten en de toehoor
ders.
De pétillante en fraai klinkende uitvoe
ring van het Kwartet in D was een opge
wekt besluit van het tweede pauzeconcert.
De fluitist Marius Ruysink verdiende een
extra compliment voor zijn levendig spel,
dat met de drie strijkers een mooi sluitend
geheel vormde. JOS. DE KLERK
Voor het kampioenschap van Nederland
in de hoofdklasse driebanden hebben zich
dertien biljarters opgegeven, van wie de
kampioen H. Popeijus uit Barendrecht vrijij
gesteld is van het spelen van voorwedstrij
den.
Er zijn twee groepen geformeerd, die de
voorwedstrijden op 19 maart beëindigd moe
ten hebben. In Amsterdam spelen Van
Braam, De Haan, S weering, Schmidt (allen
Amsterdam), Broekhuizen en Stikkelman
(beiden Arnhem). In Rotterdam zullen el
kaar ontmoeten: Baay, en Teegelaar (beiden
Rotterdam), De Leijster en Metz (beiden
Den Haag), Van Bommel Tilburg) en de
Ruyter (Waalwijk.
De finales worden van 5 tot en met 8 april
in Arnhem gespeeld.
In haar sociëteitszaal in de Kokstraat
heeft de Bond van Oud-Illegale Werkers in
Haarlem, aangesloten bij de vereniging Na
tionale federatieve raad van het Voorma
lig Verzet Nederland dezer dagen de
jaarlijkse algemene ledenvergadering ge
houden onder voorzitterschap van de heer
J. Th. van de Boogaard. De voorzitter
werd bij de bestuursverkiezing herkozen
met veertig, de bestuursleden de heren J.
Kraakman en J. J. Peschar, beiden met
tweeënveertig van de uitgebrachte vier
enveertig stemmen.
In zijn openingswoord herdacht de heer
Van de Boogaard de vier leden, die in het
verenigingsjaar 1955 de vereniging door
de dood waren ontvallen, de heren P. S. W.
van Hamburg, P. J. Lubbers, J. van Oost
en het naar Australië geëmigreerde lid de
heer H. Raar. „Wel heel sterk", aldus de
voorzitter, „zijn wij er in dit verenigings
jaar aan herinnerd, dat de B.O.I.W. tot uit
sterven gedoemd is, nu vier verzetsvrien-
den tot hoger leven werden opgeroepen.
Wij hebben als oud verzetsstrijders echter
nog een zeer belangrijke taak te vervul
len, de geest van het verzet tegen elke on
derdrukking levend te houden en over te
dragen aan de jeugd".
Het jaarverslag van de secretaris, de heer
J. J. Peschar, constateerde een teruggang
in het ledental met 49 (vorig jaar 29) van
241 tot 192 leden. Als bijzondere gebeurte
nis in het verenigingsjaar werd genoemd
het aan zesentwintig kinderen van omgeko
men verzetslieden aangeboden Sint Nico-
laasfeest, onder leiding van de heren Vink
en Van Waart.
De belangrijkste overige punten van de
agenda met de behandeling waarvan
ruim vier uur waren gemoeid, van kwart
voor negen dinsdagavond tot kort na een
uur woensdagmorgen waren de verho
ging van cie contributie van zes op negen
gulden per jaar mede in verband met de
verhoogde afdracht-- aan de Nationale fe
deratieve raad van drie in plaats van twee
gulden; het besluit nieuwe leden voortaan
niet meer door een ballotage-commissie te
laten aannemen, maar op de ledenverga
ring te laten bekrachtigen; de verkiezing
van de heren H. van Ake, A. van Bemmel
en D. Tump in de propaganda- en ontspan
ningscommissie in plaats van de heren Vink,
Hageveld en ds. Bronsgeest; de benoeming
van mr. G. J. H. de Leeuw in de raad van
advies en bijstand waarin verder zitting
hebben de heren P. J. Kapteyn (voorzit
ter), mr. W. Glastra (secretaris), dr. J. A.
van de Andel en mej. J. J. F. van Esch
in plaats van ds. Joh. Bronsgeest, die is
benoemd tot voorzitter van de afdeling
Amsterdam van de N.F.R. van het voorma
lig verzet Nederland.
Het bestuur zal nu in het verenigings
jaar 1956 bestaan uit de heren J. Th. van
de Boogaard (voorzitter)P. van Steenho
ven (vice-voorzitter); J. j. Peschar (eerste
secretaris), Th. Ederveen (tweede secre
taris); R. G. Oppelaar (penningmeester);
mevrouw A. Bon (tweede penning-
meesteresse) en J. Kraakman (alg. ad
junct).
Voor de leden van de bond van oud-ille
gale werkers en hun genodigden zal op
Vrijdagavond 2 maart de oud-gezagvoer
der van de K.L.M., tegenwoordig hoofd van
een militaire voorlichtingsdienst, de heer
Willem C. van Veenendaal, komen spreken.
4e klasse, 4e lijst
5000: 2788 4710 21134 21805
2000: 15731
1500: 21789
ƒ1000: 3671 6787 7364 9416 10573 12381 15792
400: 2098 4179 10222 14126 15269 17478
17592 19119 19547 19808
200: 2058 2188 3347 4026 4930 6128 7402
7855 8261 8984 10201 10331 10502 12175
12297 12539 12699 12722 12737 13033
14324 17795 18187 19131 19209 19551
21682 21765
Voor een klein gehoor onder wie zich
de raadsleden mevrouw F. F. Dalmeyer
Van Bachum de Boer en de heer C. Schulz,
alsmede de oud-voorzitter van het N.V.V.,
de heer E. Kupers bevonden heeft
dinsdagavond in het Jeugdhuis aan de
Donkerelaan te Bloemendaal de heer P. J.
Kapteyn uit Aerdenhout voor de leden van
de plaatselijke afdeling van de Partij van
de Arbeid gesproken over zijn ervaringen
in Israel. Dat er nog altijd een gespannen
toestand heerst, bleek uit de cijfers, die de
spreker noemde. Van de 1.700.000 inwoners
bevat het leger ongeveer een miljoen men
sen. Niet alleen de jongens, maar ook de
meisjes moeten een tweejarige dienstplicht
vervullen. De minimum immigratie in deze
jonge van 1948 daterende staat variëert
van vijftig tot zeventigduizend mensen, die
afkomstig zijn uit niet minder dan zeventig
landen. Men dient zich te realiseren, aldus
de spreker, dat dit heel iets anders is dan
de vroegere volksverhuizing van ongeveer
tienduizend personen uit zeventien landen
naar Amerika. Israel bevindt zich volgens
de heer Kapteyn óp de grens van de neer
gang van het idealisme en de grens van de
opgang van het materialisme. Het is vol
gens hem nog niet uitgemaakt, welke van
deze twee het zal winnen.
Reeds in 1880 trokken Joden uit Rusland
uit idealisme naar Israel. Toen de tijd van
Hitier naderde werd het idealisme van de
nieuwe Israelkomers geconfronteerd met de
vraag: Komt u uit overtuiging of uit Duits
land?
Spreker had in Israel de Joodse proble
men gezien. De mens, die er tot Oosterling
is geassimileerd ontmoet er de hoog gecul
tiveerde Jood uit Wenen of de Amerikaan
met zijn tractors en televisietoestel. Zij,
-die uit overtuiging naar het nieuwe land
zijn gegaan menen, dat er de vervulling
van de belofte der vaderen zal plaats heb
ben. Rustig is het er nog lang niet, zeker
niet langs de grenzen waar regelmatig over
vallen gebeuren en overal de vijand loert.
De heer Kapteyn sprak verder over de
kleine gemeenschappen van zes tot acht
idealisten, die willen ontkomen aan de
karakter eigenschappen waaronder de
wereld lijdt en die alleen voor elkaar wer
ken. Er is de gemeenschap van de Kiboets
waarbij het zelf werken en doen voor de
gemeenschap het ideaal is zonder er een
geldelijke beloning voor te ontvangen. Een
nederzetting, die in het klein op de coöpe
ratie gelijkt. De vakvereniging werkt nauw
samen met de gemeenschap. Het is een
merkwaardig instituut, want de vakvereni
ging bezit fabrieken, waarin 170.000 arbei
ders werk vinden.
Als er één volk recht heeft op de steun
van het Europese westen, zo besloot de
spreker zijn boeiend betoog, dan is het
Israel. Het laat zien wat met ijver en goede
wil van de bodem is te maken. Men sloeg
de handen aan de ploeg van een onontwik
keld een ontwikkeld gebied te maken. Daar
wordt een nieuwe mens geboren en van
daaruit ons een voorbeeld gegeven.
Volgens voorstel van B. en W. aan de
Utrechtse raad ligt het in de bedoe
ling de accommodatie van de renbaan Mere
veld uit te breiden met een vergroting van
het café onder de tribune tot tweemaal de
huidige oppervlakte. Ook zal ondermeer de
tegelbestrating worden uitgebreid. Voor deze
werken, diie nog voor het komende draverij -
seizoen gereed zullen zijn, is aan de raad
een crediet van 50.006,gevraagd.
Kinderrechter als opvoeder. Voor de
afdeling Haarlem en omstreken van de ver
eniging voor Paedagogiek spreekt heden,
donderdagavond 23 februari in hotel Brink-
mann, mej. mr. M. de Keyser, kinderrechter
te Alkmaar., over „De kinderrechter als hulp
bij de opvoeding".
Op eigen
genomen
te helpen
zullen zij
initiatief hebben de gele rijders van de Wegenwacht de taak op zich
de vogels die door het koude weer in een benarde positie zijn gekomen
Met brood en ander voer dat hun door automobilisten wordt verstrekt
de vogels die zij op hun route tegenkomen, voederen. Op de foto twee
wegenwachters ter hoogte van Sassenheim.