NKJE EN R K 77 de snelle VELPON Toezicht boezemkaden in hoogheemraadschap Rijnland Moord met staatsie 4 Effecten- en^\ Aandelen grote concerns Geldmarkt 0p (Jg vOOfgrOnd Betaling abonnementsgeld per giro Heringa Wathrich A. MOLENDIJK Eredoctoraten aan de universiteit te Utrecht Vier buitenlandse eredoctoren bij 64ste lustrumviering „Santpoorts Bloei" naar Montmartre DE SNELSTE LIJMER Ambtenaren teleurgesteld over aanpassingswet Zij willen deze koppelen aan verbetering Pensioenwet Stukadoorspatroons wensen wel doorberekening verlengde vaeantie FEUILLETON door Wil Wanting ZATERDAG 17 MAART 1956 ADVERTENTIE Er zijn twee cijfers, die de beurzeniers aan het Damrak in deze dagen voor ogen staan, nl. 500 en 700. Het eerste is dat van het Dow-Jones-gemiddelde voor de in dustriële aandelen aan de New-Yorkse beurs, dat deze week is bereikt, het laaste de brug van zevenmaal pari, die thans door de aandelen Koninklijke wordt benaderd. Het zijn twee pieken, welke tezamen een aanduiding vormen van een nieuw conjunc tuur- en beurs-optimisme, na een periode van inzinking en weifeling. Tot voor een paar weken lag de top van het Dow-Jones-getniddelde voor Ameri kaanse industrials op rond 485, waarmee het jaar 1955 werd besloten, doch waaraan een daling tot 439 op 11 oktober van dat jaar was voorafgegaan. Gelijk wij de vorige week schreven heeft het opnieuw aanvaarden van een kandidatuur voor het presidentschap door Eisenhower aan de gunstige verwachtingen voor de Ameri kaanse conjunctuur nieuw voedsel ~°geven en als men thans de Amerikaa pers leest, krijgt men de indruk dat het bedrijfs leven opnieuw de vuurproef heeft door staan en de weg naar een verdere opgang open ligt. Gedurende de eerste twee maan den van het jaar 1956 zijn in 226 gevallen de dividenden van ondernemingen ver hoogd, terwijl het aantal gevallen, waarin het dividend werd verlaagd, tot niet meer dan 6 beperkt bleef. Hieruit trekt men de conclusie dat de directies van de betrokken ondernemingen de toekomst met optimisme tegemoet zien in overeenstemming met de onlangs uitgesproken mening van presi dent Eisenhower. Op grond van de omvang der onuitgevoerde orders bij de grote in dustrieën is het volgens de president rede lijk om te verwachten dat de hoge produk- tieniveaus, de werkgelegenheid en de in komstenbasis gedurende het lopende jaar gehandhaafd zullen blijven. Een en ander heeft er deze week toe geleid dat het indexcijfer voor industriële aandelen van Dow Jones het nooit gekende peil van 500 heeft overschreden. Het feit dat de prijs van belangrijke metalen als staal en koper nog steeds een neiging tot stijgen heeft, wijst er op dat de thans afnemende depressie in de auto mobielindustrie op de grondstoffenmarkt geen invloed heeft gehad. Andere indus trieën hebben met hun aankopen blijkbaar voor de verminderde vraag van de auto mobielindustrie een voldoend tegenwicht gevormd en de vrees voor een ernstige economische terugslag in de Verenigde Staten is hierdoor zo al niet geheel wegge nomen, dan toch aanmerkelijk verminderd. De loonsverhogingen, welke in tal van Amerikaanse ondernemingen zijn toege staan, doen natuurlijk telkens weer de vraag opkomen of de Amerikaanse con junctuur geen inflationistisch karakter vertoont. Ook de verhoging van de spoor wegtarieven met 6 percent wijst er op dat OOOOOOOCXXXXXXXXX)OOOOCOOOOOOCOOC)OOOOOOOOOOCXDOOOOOOCXXX)Ot V kunt het Uzelf gemakkelijk maken door het abonnementsgeld voor het volgende kwartaal te voldoen op onze postgirorekening no. 273107 ten name van Haarlems Dagblad. U bespaart daarmee incassokosten en vermijdt geloop aan de deur. Het te gireren bedrag is f 6.50, post- abonnés f 7. U kunt het ons gemakkelijk maken door Uw giro-opdracht te verzenden vóór het eind van de maand. V/ij behoeven dan geen kwitanties uit te zenden. Voor automatische girobetalingen (het allergemakkelijkste) zijn for mulieren op aanvraag gaarne ter beschikking. In dit geval dient men wel voor voldoende saldo op de giro-rekening zorg te dragen. DE ADMINISTRATIE OOOOOOOOOOOCÖOCX500000COOOOOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO de verhoging van de nominale inkomens in de, Verenigde Staten met een stijging van de kosten van levensonderhoud gepaard gaat. Tot dusver is echter de reële koop kracht van de Amerikaanse bevolking nog steeds gestegen, wat natuurlijk niet wil zeggen dat alle groepen van de bevolking daarvan in dezelfde mate hebben geprofi teerd. Met name in de Amerikaanse land bouw is men achtergebleven en ook overi gens zijn er, evenals ten onzent, zogenaam de vergeten groepen, die zich de voordelen van een opgaande conjunctuur zien ont gaan. In het algemeen kan wel worden gezegd dat het vooral de grote industriële con cerns zijn, die hun omzetten en winsten in belangrijke mate hebben zien toenemen en ook bij de beoordeling van het indexcijfer voor de aandelen heeft men er rekening mee te houden dat dit cijfer door de grote fondsen wordt beheerst. In de automobiel nijverheid is het ook wel duidelijk gewor den dat de kleine ondernemingen de minste weerstand bezitten, hetgeen, als bekend tot fusies heeft geleid. Men krijgt meer en meer de indruk dat in onze tijd de toe komst aan de grote internationale concerns is, omdat deze over de kapitalen beschik ken ofwel ze kunnen verkrijgen om de zeer hoge kosten van research, mechanisering en automatisering te financieren. Nu arbeid schaars en duur wordt, moet in toenemen de mate kapitaal worden ingezet om een redelijke bedrijfsrentabiliteit te handhaven en grote, gerenommeerde ondernemingen zijn hiertoe beter in staat dan de kleinere, voor wie de kapitaalmarkt niet of minder gemakkelijk toegankelijk is. Ook in ons land kan men dit verschijn sel opmerken. Een concern als dat van de Koninklijke Nederlandsche Zout Industrie raamt de kapitaalsuitgaven voor de eerste twee jaar op rond 50 miljoen, mede voor de ontwikkeling van het sodaproject in Delfzijl, maar zij heeft met de financiering hiervan geen moeite. De 6 miljoen nieuwe aandelen, welke thans a 150 percent wor den uitgegeven zullen ongetwijfeld grif plaatsing vincjen, maar bovendien volgt men een zo conservatieve politiek ten aan zien van de winstuitkering, dat 70 a 80 percent van de jaarlijkse inkomsten in het bedrijf blijven. Ook een bedrijf als dat van Ketjen, dat in toenemende mate aan de produktie van olie-derivaten bevorderlijk is, investeert grote bedragen om met de nog steeds voortgaande ontwikkeling van de petroleumindustrie in de pas te kunnen blijven. Deze week is bekend geworden dat de Nederlandse Ford uitbreidingen heeft geprojecteerd, welke circa 16 miljoen zullen vergen, maar die men ge heel uit eigen middelen hoopt te kunnen financieren. Andere grote concerns in ons land, de Koninklijke, de Unilever, de AKU en Philips, om niet te vergeten de grote scheepvaartmaatschappijen, zij alle staan voor de noodzaak enorme kapitalen voor de modernisering van hun bedrijven uit te geven en hun beroep op de kapitaalmarkt is niet te vergeefs. Het is, gelet op wat wij hierboven schreven, geen wonder dat men in de Ver enigde Staten voor de aandelen van de grote, internationale concerns de meeste belangstelling aan de dag legt en ook de Nederlandse concerns niet vergeet. Men kan het betreuren dat, zoals wij de vorige week reeds opiherkten, een groot deel van het kapitaal van de Koninklijke reeds naar de Verenigde Staten is verhuisd en dat het Nederlandse publiek maar al te zeer ge neigd is om ook de andere internationale v/aarden, zij het dan met een belangrijke koerswinst aan het buitenland over te doen. Is dus de financiering van nieuwe en grote kapitaalsuitgaven voor de grote ondernemingen minder moeilijk, vele klei nere ondernemingen hebben het hiermee in deze tijd te kwaad. Het feit dat men in onze tijd tot de uitgifte van in aandelen converteerbare obligaties overgaat, wijst hier ook op, evenals de belangrijke stijging van de kredieten bij de Nederlandsche Middenstandsbank. De Kamers van Koop handel in Noord- en Zuid-Holland hebben zich dan ook met een adres tot de minister van Financiën gewend, waarin zij er op wijzen dat de fiscale maatregelen, welke de regering heeft genomen om de krediet- geving en de particuliere investeringen af te remmen met name de kleine onderne mingen treffen, welke in de huidige fase van de conjunctuur moeite hebben om het tempo van de modernisering van het pro- duktieapparaat bij te houden. Zij worden getroffen door de temporisering van de vervroegde afschrijvingen en de versnelde inning van de voorlopige aanslagen der vennootschapsbelasting en daardoor ge- gedwongen kredieten op te nemen, dan wel ce noodzakelijke investeringen achterwege te laten. Vandaar dat de Kamers op her ziening binnen de tijd van een jaar aan dringen. Daar komt nog bij dat, hoezeer de alge mene gang van het bedrijfsleven in ons land nog altijd als gunstig mag worden aangemerkt, uit vele jaarverslagen een verscherpte concurrentie blijkt. Van Vlis- singen Co's Katoenfabrieken hebben nog een goed jaar achter de rug met grotere winsten dan die van 1954, maar in verhou ding tot de stijging van de omzet zijn deze teruggegaan. Dit geldt voor de gehele tex tielindustrie, die met lagere prijzen heeft te rekenen in verband met de vergrote in- voermogelijkheden van Japanse goederen en de importen uit enkele Oosteuropese, tot dusver achtergebleven, landen, die als ze gaan industrialiseren zich bij voorkeur op de textielindustrie toeleggen. Bij de beoordeling van de vraag of het Nederlandse bedrijfsleven een nieuwe loon- ronde kan dragen, mag men dan ook niet alle bedrijven over één kam scheren. De metaalnijverheid, de zware chemische in dustrie en de papierfabrieken zullen moe ten overwegen of aan de thans gestelde eisen tot een loonstijging van in totaal 14 percent voor het lopende jaar zal kunnen worden voldaan. Maar zeker is dat de tex tielindustrie op de wereldmarkt een veel moeilijker positie inneemt. En zo zullen er meer zijn. - ADVERTENTIE Haarlem CENTRALE VERWARMING IOHNSON OLIEBRANDERS Filmvoorstelling van „Herwonnen Levenskracht" In de zaal „Zomerlust" te Santpoort wordt woensdag de film „Opa weet beter" vertoond. Deze filmvertoning wordt geor ganiseerd door de plaatselijke afdeling „Herwonnen Levenskracht". Het program wordt aangevuld met een film over Rheu- ma-bestrijding. Bij de behandeling van het voorstel van Gedeputeerde Staten van Noordholland tot wijziging van het Reglement voor het hoogheemraadschap van Rijnland in de commissie uit de Provinciale Staten be tuigden vele leden hun instemming met het door Gedeputeerde Staten ingenomen standpunt, dat het toezicht op de boezem kaden niet aan Rijnland behoort te worden opgedragen en dat de begrotingen en reke ningen van de polders niet aan de goed keuring van Rijnland behoren te worden onderworpen. Men acht het teleurstellend, dat het pro vinciaal bestuur van Zuid-Holland on danks het feit, dat de toenmalige Minister van Verkeer en Waterstaat zijn bedenkin gen tegen het Zuidhollandse systeem bij brief van 2 augustus 1951 aan Zuid-Hol land heeft kenbaar gemaakt een tegen gesteld standpunt blijft innemen. Volgens Grondwet en Wet berust het toezicht op de polders bij het provinciaal bestuur; daar naast is voor toezicht van Rijnland geen plaats. Met name rechtvaardigt het be lang van Rijnland bij de boezemkaden niet de opdracht aan Rijnland van toezicht op die kaden. Noordholland moet het toezicht op de Rijnlandse polders zelf in handen houden. Zou dit niet gebeuren, dan zou zulks, naar de mening van een lid der commissie, ook zijn consequenties hebben ten aanzien van het overige gedeelte van de provincie. Een ander lid daarentegen is van oordeel, dat deze consequentie niet behoeft te worden getrokken. Een lid vroeg, of niet Rijnland van ouds her ook in Noordholland met het toezicht op de boezemkaden belast is geweest. Enkele leden wijden een beschouwing aan de bepaling, dat boezemlanden, waarop fijne cultures worden gedreven, driemaal de normale omslag moeten betalen. Toe gevende, dat de schade, welke uit een minder goede beheersing van de water stand zou voortvloeien, voor de fijne cul tures groter zou zijn dan voor de overige, bijv. voor het gras, vroeg een lid zich toch af, of de koppeling van belasting aan ge was wel gewenst is. Voor zover bekend, vindt een dergelijke regeling tot dusver in Noordholland vrijwel geen toepassing. In voering daarvan in Rijnland zou een prece dent scheppen. Het aanwezige lid van Gedeputeerde Staten gaf een overzicht van het verscjiil in inzicht tussen Zuid-Holland en Noord holland betreffende de verhouding tussen de hoogheemraadschappen en de polders. Hij merkte op, dat, terwijl Rijnland zich Bunkie keek naar de tekening, die hij gemaakt had. En toen, opeens veranderde de tekening in een echte autoped! „Zie je wel?", lachte het mannetje. „Nou is je tekening een echte autoped geworden. Probeer 'm maar eens!" Bunkie keek nog ongelovig naar het ding: maar toen stapte hij er op en reed de straat op en af. Ja, het ging best, hoor! „Nou, hoe ging het?", vroeg het ventje, toen Bunkie terug was. „Reusachtig!", zei Bunkie. „Juist", zei de ander. „Zo gaat het nou. Alles, wat je tekent met dit krijtje, wordt werkelijkheid; je ziet het nou zelf!'-' wel wilde terugtrekken voor zoveel be treft het goedkeuringsrecht op de begro tingen en de rekeningen van de polders, Zuid-Holland daarvan niet wil weten. Het oude reglement van 1857 droeg niet met zoveel woorden het toezicht op de boezemkaden van Rijnland op; de termino logie is vaag. Met betrekking tot de extra-heffing van de boezemlanden merkte het lid van Ge deputeerde Staten op, dat die boezem landen, waarop fijne cultures worden ge dreven, veel gevoeliger dan de andere gronden (de poldergronden en de overige boezemlanden) voor schommelingen in de waterstand zijn. Met het oog op de be langen van deze categorie van boezem landen is dan ook een grotere bemalings capaciteit voor perioden van groot water- bezwaar en een goed geleide aanvoer van water in perioden van droogte in het bij zonder van belang. Het kostbare nieuwe gemaal te Katwijk is mede met het oog op de belangen van deze categorie van boezemlanden gesticht. Om de aangegeven redenen is koppeling van de lasten aan het gewas hier op haar plaats. De bepaling van de verhouding van de omslag van de bedoelde boezemlanden en de overige gronden kan niet anders dan een schatting zijn. Dit geldt evenzeer, wan neer die verhouding door Rijnland zelf zou worden bepaald. Het past overigens niet in het systeem van Rijnlands reglement, de bepaling van de verhouding aan Rijnland te delegeren. Voor boezemlanden, die braak liggen, behoeft uiteraard geen extra om slag te worden betaald. De commissie adviseert in meerderheid tot aanvaarding van de voordracht. ADVERTENTIE PAR IJ SE COIFFURES DAMESKAPPER Santpoorterplcin 1 - Haarlem - Tel. 19706 Buslijnen 3 en 4. Ter gelegenheid van het 64ste lustrum van de Rijksuniversiteit te Utrecht, dat zal worden gevierd van 10 tot en met 14 april, zullen vier eredoctoraten worden verleend. Op dinsdagmiddag 12 april, wanneer de rector magnificus prof. dr. H. Wagenvoort de diesrede zal uitspreken tijdens een bij eenkomst in de Domkerk, zullen de ere doctoraten worden verleend. De nieuwe eredoctoren zijn prof. Henri Charles Puech, hoogleraar aan het Collége de France te Parijs; prof. Louis Fredericq, hoogleraar aan de universiteit te Gent; prof. dr. David Keilin, hoogleraar aan de universiteit te Cambridge en aan prof. dr. M. Leumann, hoogleraar aan de universi teit te Zürich. Zij zullen eredoctor worden aan respectievelijk de faculteiten der god geleerdheid, der rechtsgeleerdheid, der ge neeskunde en der letteren en wijsbegeerte. Door „Santpoorts Bloei" wordt bijwijze van sluitstuk van het winterprogramma op vrijdag 23 maart in het Herv. Jeugdge- bouw een bijeenkomst gehouden, waarop dr. H. M. Merkelbach zal spreken over Montmartre. Aan de hand van lantaarn plaatjes en chansons, weergegeven via de gramofoonplaat maakt hij een rondgang door de artistenwijk van Parijs. ADVERTENTIE De Centrale van Rijkspersoneel is zeer teleurgesteld over het feit, dat de regering dezer dagen het wetsontwerp tot aanpas sing van de ambtenarenpensioenen bij de Tweede Kamer heeft ingediend zonder dat tegelijkertijd verbeteringen van de pen sioenwet zijn voorgesteld. De Centrale van Rijkspersoneel heeft met het oog op deze naar haar mening teleurstellende gang van zaken aan het Ambtenarencentrum ver zocht contact op te nemen met de andere centrales van rijkspersoneel om te komen tot een gezamenlijk standpunt en zo moge lijk tot gezamenlijke stappen bij de Twee de Kamer. In een in Den Haag gehouden persconferentie hebben de vice-voorzittoi en de secretaris-penningmeester van de Centrale van Rijkspersoneel, de heren C. Oost en H. G. W. Munnik, de achtergron den van deze kwestie belicht. De ambtenaren hebben aanvankelijk zeer sterk geageerd tegen de aanpassing van de pensioenen aan de algemene ouderdoms voorziening. Een dergelijke aanpassing be schouwden zij als een aantasting van ver kregen aanspraken. Toen deze aanpassing voor het eerst ter sprake kwam, kwamen de verlangens ten aanzien van de verbete ring van de pensioenen opnieuw sterk naar voren. De ambtenaren waren van mening, dal tegenover de voorgenomen aanpassing van de pensioenen een verbetering van de pensioen-aanspraken zou moeten staan. Men had dan ook zeker gehoopt, dat de aanpassing van de pensioenen en de ver betering van de Pensioenwet tegelijker tijd in het georganiseerd overleg ter tafel zouden zijn gekomen. Toen dit niet het ge- al bleek te zijn hebben alle centrales ge weigerd over dit wetsontwerp tot aanpas sing van de pensioenen advies uit te bren gen. Men wenste beide elementen aan elkaar te koppelen. De indiening van het wetsontwerp tot aanpassing van de amb tenaren-pensioenen heeft dus grote teleur stelling gewekt, niet wegens de aanpassing zelf maar wegens het uitblijven van verbe teringen. Weliswaar heeft minister Beel toegezegd, dat deze verbeteringen vóór 1 januari 1957 hun beslag zullen krijgen, maar een garantie dat het volgend kabinet deze toezegging zal honoreren is er niet. Daarom is men van mening, dat de rege ring het wetsontwerp tot aanpassing van de pensioenen had moeten aanhouden tot dat het wetsontwerp tot wijziging van de Pensioenwet had kunnen worden inge diend, aldus de Centrale van Rijksperso neel. Als het wetsontwerp tot aanpassing van de pensioenen is aangenomen, staat deze zaak vast en zal men nog moeten af wachten wat er met het andere wetsont werp gebeurt. De besturen der verenigingen van met selaars- en stukadoorspatroons in Amster dam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht zullen op' de dezer dagen te houden leden vergaderingen hun leden adviseren niet akkoord te gaan met de verlenging van de vakantie in het bouwbedrijf, als de daar aan verbonden hogere kosten niet ten volle door de metselaars- en stukadoorspatroons in rekening gebracht kunnen worden bo ven hun vastgestelde aanneemsom. In een gezamenlijk communiqué wordt ter toelichting van dit besluit gezegd: .„Weliswaar hebben de aannemersbon den het principe van het niet-doorbereke- nen dezer extra kosten aanvaard, doch dit komt voor een groot gedeelte hierop neer, dat de metselaars- en stukadoorspatroons een en ander zullen moeten betalen. Wel is inmiddels in een bijeenkomst met het Col lege van Rijksbemiddelaars een modus ge vonden om die kosten over een tijdvak van twee jaren te verdelen hetgeen verlicht- ting geeft voor de werken tot 30 juni. Het is echter van geen betekenis voor die wer ken, welke nog één of meer jaren zullen duren en waarvan de aanneemsom reeds vaststaat". 22) Terwijl Boekje onmiddellijk begon het personeel en de bewoners van het huis een verhoor af te nemen, was Enters met ge spannen aandacht: in de kamer, waar de misdaad gepleegd was, blijven rondkijken. Het was een grote, mooie en lichte kamer met drie hoge vensters, die uitzagen op de lentegroene tuinen van de Drieherendrift, achter het steegje, dat om de stalhouderij heen liep. De vensters waren gesloten. En ters controleerde de sluiting, waar niets ongewoons aan te zien was, opende dan én der ramen en keek naar beneden. De kamer lag op de tweede étage, tè hoog boven de begane grond dan dat het mogelijk zou zijn geweest er aan die zijde, langs de buitenmuur dus, en vanuit het steegje, bin nen te klimmen. Ook vertoonde de muur niet de uitsteeksels, voor zo'n klimpartij onmisbaar. Dus moest de dader door de gangdeur binnengekomen en daardoor weer vertrokken zijn. De inrichting van de kamer bewees duidelijk, dat Proster, zoals Enters die morgen in Wasdijk al gehoord had, uit de'ruime beurs van de grootboer der Ja- cobshoeve studeerde. Het was een stijlvolle en kostbare inrichting. De vloer was be dekt met een licht egaalkleurig wollig In disch tapijt, waarop nu alleen een bloed- plek nog getuigde van de plotselinge ge- weldadige dood van de bewoner. De in specteur had, na de notities van de foto graaf gecontroleerd te hebben, toestemming gegeven om het lijk over te brengen naar het Academisch Ziekenhuis. Maar het moordwapen was hier gebleven en lag nu op een uitgespreide krant op Proster's schrijftafel van zwaar en glanzend gepoli toerd mahoniehout. Het gevest van de kris vertoonde duide lijk vingerafdrukken. Daarom was Enters er heel voorzichtig mee geweest. Hij had het gevest door de fotograaf deskundig laten behandelen en daarna laten fotogra feren en in verband met de positie, waar in het wapen gevonden was, had hij ook vingerafdrukken van het lijk genomen. Dit alles werd nu op het politielaboratorium weer behandeld, vergroot en beschreven. Een oppervlakkige vergelijking had Enters echter al geleerd, dat bij de op het gevest gevonden afdrukken, die van de dode in derdaad domineerden. Hij hoopte nu maar, dat het verdere onderzoek nog maar tot bruikbare uitkomsten zou leiden. Langs de lengte van de kamer, tegen over de ramen, stond een enorme tot de zoldering opgaande boekenkast. De rijen banden, waarvan verschillende in geel wit perkament gebonden van ouderdom ge tuigden, bewezen «4a t Proster zich inder daad aan die kostbare liefhebberij van het verzamelen van boeken had kunnen wij den, waarover dr. Van Heukelom immers met enige afgunst gesproken had. Ook buiten de kast lagen overal boeken en papieren verspreid, op het met een kostbaar kleed bedekte divanbed, op kleine tafeltjes en op de lage fauteuils, tussen een paar glazen, die enige tijd geleden ge bruikt en nadien niet omgewassen schenen, onder een marmeren asbak met peukjes en op de radiator der verwarming. Trouwens bij haar rijke aankleding waarvan de in druk nog verhoogd werd door een drietal eenvoudige maar kostbard aquarellen, zo als die gewoonlijk niet op huurkamers worden gevonden en die zeker Proster's persoonlijk eigendom waren maakte de ka mer toch de indruk bewoond te zijn door ie mand, die in de hoogste graad slordig was. Enters wist daarom niet dadelijk, waar met zijn onderzoekingstocht in deze kamer aan te vangen. De voorwerpen die in de zakken van de overledene waren aangetroffen: een por- temonnaie, een pakje sigaretten en een zil veren sigarettenaansteker, een sleutelring, een doosje lucifers en een zakagenda, wa ren naast de krant, waarop de kris lag, op de schrijftafel, gedeponeerd. Het bevreemdde Enters overigens, dat er uit Proster's zakken geen portefeuille te voorschijn was gekomen. Maar misschien droeg Proster die nooit bij zich. Maar waar bewaarde hij dan zijn legitimatiepapieren? Want die waren ook niet op het lijk ge vonden. Enters begon in de zakagenda te bladeren. Die bevatte vanaf januari niets, wat zijn aandacht trok. Vele weken achter een was de agenda zelfs blanco. Bij het begin van de lustrumweek stonden er een paar summiere potloodnotities over afspra ken, maar de dagen vóór, van, en na de moord op Rovaart waren weer leeg ge bleven. Over regelmatige bezoeken aan Amsterdam, waarvan Hebbels gesproken had behelsde de agenda niets. Merkwaardig en weer aantonend hoe weinig nauwge zet de gebruiker was, waren de pagina's voor adresssen gereserveerd, want deze be vatten geen adressen maar naar het de inspecteur toescheen biologische aan tekeningen en chemische formules in pot loodschrift zeker zó op papier geworpen op een ogenblik, dat er geen ander papier bij de hand was. Inspecteur Enters keek naar wat er be halve de door hem zelf op het lijk gevon den en hier gedeponeerde voorwerpen, nog op de schrijftafel lag. Dit waren een leeg schrijfblok, enkele half gevulde dictaat schriften en een in rood marokijn gebon den boekje, waaruit een stuk papier als leeswijzer stak. De inspecteur opende het boekje, zag dat het Latijnse verzen bevat te. en dat het opgevouwen papier beschre- was. Het scheen een brief te zijn. Voor zichtig vouwde hij het blad open. Het was inderdaad een vel gelinieerd schrijfpapier en het bevatte een brief, die gedateerd was door een vrouwehand, maar in een hand schrift, dat heel karakteristiek en zeker niet Nederlands was. De inhoud was echter wel Nederlands en luidde: Lieve Hans: Dit moet heus de laatste brief zijn, die je van mij krijgt. Ik heb je nu al veertien dagen niets meer van me laten horen en ben intussen ook verhuisd. Sorry! Maar ze zenden me je laatste brief na, waarin je je zo heel erg beklaagt, zodat ik je nog één keer wil schrijven. Maar dit moet dan ook heus de allerlaatste keer zijn. Komende Zaterdag ga ik naar Parijs en dan gelukkig terug naar Californië. Ik vind het zielig voor jou en voor oompje die nu alleen achterblijft met zijn treurige herinneringen en zijn oude boeken. Maar hij heeft niet anders gewild, dan dat ik weer voorgoed wegging en de manier, waarop hij mij die ene keer in Illingen behandelde, vergeef ik hem nooit. Ik heb jou nooit helemaal ver teld, hoe erg hij toen tegen me te keer is gegaan. Het was beestachtig! En ik was toch alleen naar Holland en naar Illingen gekomen om hem te helpen in zijn mi sère. Ik was dan ook heel erg blij, dat ik toen juist jou leerde kennen en ik dank je voor het allerlaatst nogeens voor de prettige dagen, die je me in Illingen en Amster dam gegeven hebt. Maar bij de herinne ring daaraan moet het blijven. Vergeet me daarom als ik bij jou verwachtingen heb opgewekt die niet in mijn bedoeling la gen. Heus, lieve jongen, je vrouw worden doe ik toch nooit en wees er nu maar blij om. Want je kent me eigenlijk nog niet. Wat zou jij ook in Holland met een vrouw zo als ik er een ben, moeten beginnen? Ik hoor hier niet thuis, maar aan de over zijde, in Amerika. Daar ben ik geboren en opgegroeid en naar Amerika verlang ik nu zo vurig terug, dat, nu ik eindelijk werkelijk weer terug kan, ik het gevoel heb of ik aan de dood zelf ontsnap. Het is die dood door de Hollandse verveling, die ik nu tenminste kan ontvluchten. Maar nogeens, sorry Hans, dat ik nu zo schrijf. Laten we in onze herinnering goede vrien den blijven. Kun je me niet vergeven, lieve jongen? Vergeet dan zonder al te veel slechte gedachten je IXORA. En onder die brief stond, maar in een heel ander, een vrij slordig mannelijk hand schrift een oppervlakkige vergelijking met overal verspreid liggende aanteke ningen en dictaten toonde Enters dat het schrift van Proster was: Horatius, Carmina, 3, 2, 14. Driemaal las Enters de brief aandachtig over. „Ixoraprevelde hij halfluid voor zich uit. Vreemde naam was dat. En gek, maar hij meende zich die naam te her inneren. Had hij die naam onlangs niet ergens gelezen? Waar kon dat geweest zijn? In een boek misschien? Ja.... Hij her innerde zich nu in zijn geboorteplaats Apel doorn een bloemenwinkel, die die naam droeg. Maar hoe lang was hij al niet in Apeldoorn geweest? Enfin, hier maar niet over piekeren! (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1956 | | pagina 6