De kleur in het interieur
Kunst op Uw zomer japon
Dertig millioen meter textiel voor
de Nederlandse vrouw
un$
J
ZATERDAG 7 APRIL 1956
Onze tuin- en kamer
planten
Roompudding met
halve perziken
(Effecten- en Grondstoffenprobleem
Geldmarkt voortdurende prijsstijging
A. MOLENDIJK
Nationaal bureau ter
bevordering der hygiëne
Bruidssuikers op een blauive rots
*0
oor
de<=^0
rouw
(Uit «Cartoons the French Way'» door
René Goscirmy, Lion Library,
New York).
dig met gele of rode tinten is bewerkt
zal een kleurgevoelig mens bij daglicht
ook maar één oog toe kunnen doen.
Geen overdaad
Overdaad schaadt trouwens op het
gebied van de woninginrichting even
goed als op dat van de gastronomie. Wie
meent een groot aantal kleuren door el
kaar te kunnen gebruiken,, zal op een
kwade dag in staat zijn beide ogen uit
te rukken. Een knalrode kamer kan
iemand bloeddorstig of zenuwachtig
maken, een zwarte benauwd, zo niet
zenuwziek. Alles, ook het aanbrengen
WAT KUNNEN KLEUREN ons niet aandoen hoeveel eigenschappen meten
we ze niet toe? Ze kunnen vrolijk zijn en somber, rustig, koud, schreeuwend en
passief. Ze kunnen neerslachtig maken, tot daden activeren, trieste herinneringen
opwekken, tot op het bot doen verstenen en moeilijk te onderdrukken gaap-
neigingen veroorzaken. Ja, ze kunnen nog veel meer! Kleuren kunnen gedachten
en voorstellingen opdringen, die wel zeer duidelijk illustreren, hoe kleurgevoelig
de mens in feite is. Til bijvoorbeeld eens een zwarte en een witte piano op, beide
van hetzelfde merk en dezelfde grootte. Natuurlijk is er geen verschil in gewicht,
maar toch lijkt het alsof de zwarte piano moeilijker van haar plaats te krijgen
is dan de witte.
Met deze paar zinnen zitten we mid
den in de kleurenpsychologie een
wetenschap, die in vroegere tijden en
waarschijnlijk onbewust, beter in de
praktijk werd toegepast dan tegen
woordig. In de Egyptische, Griekse en
Romeinse beschavingswerelden was de
kleur een allesbeheersend element. In
de middeleeuwen en ten tijde van de
Renaissance was het gebruik van kleu
ren tot een kunst uitgegroeid, die zowel
aan het interieur als aan de kleding
vorm en inhoud gaf. Bekijk de fresco's
en de architectuur uit die tijd, de kle
derdrachten en de schilderijen!
Wat is hier. in de latere eeuwen van
overgebleven? Niets dan eindeloze een
tonigheid. De kille negentiende eeuw
was ziek van ellende en mistroostigheid.
De gewoontemens werd geboren bij het
vermoeiende licht van de gas- en de
petroleumlamp, temidden van vervelo
ze, vervallen krotten en zwart gebla
kerde fabrieksmuren. We zijn van
woonkazernes gaan spreken, van grijze
massa, van kleurloze levens en van
grauwe kleding. Het licht, volgens
Augustinus de schoonste aller kleuren,
werd uitgebannen, zowel uit de wonin
gen als uit de harten der mensen.
Gelukkig is hier de laatste decennia
een kentering in gekomen. Verhoogde
welvaart en minder zwaarmoedige le
vensbeschouwingen hebben ons weer
de blijdschap gebracht, waarmee we op
aarde zijn begroet en die zoveel kleur
aan ons leven kan geven. De muren van
onze woonhuizen hebben we onderbro
ken met grote vensters om het licht
door te laten. En dank zij de pioniers
arbeid van enkele kleurspecialisten en
binnenhuisarchitecten zijn we ook met
tinten in onze woning gaan werken, al
is het dat op dit uitgebreide terrein nog
vele verbeteringen kunnen worden aan
gebracht.
,Neem de huisvrouw. Drie-kwart van
haar leven brengt ze in die paar ka
mers door, waarin het gezinsleven en
alle huiselijke gezelligheid zich afspe
len. Haar bestaan wordt begrensd door
een paar muren en ramen, wat deuren,
een trap misschien en een gootsteen-
bak. Zijn we niet verplicht haar dik
wijls weinig benijdenswaardige taak te
verlichten door het aanbrengen van de
nodige vrolijkheid? Moeten we haar
niet helpen blijmoedig te blijven rond
kijken, ondanks al die gewone s^eurdin-
gen van de dag?
Met een opgewekt gemoed en een
goed' humeur bereiken we veel, maar
het zou dwaas zijn te veronderstellen,
dat dit voldoende is. Ook als de man
op zijn werk is en de kinderen naar
school zijn, dient de vrouw de nodige
blijdschap uit haar omgeving te kunnen
putten.
Hoe kunnen we dit beter bereiken
dan door haar milieu zo aantrekkelijk
mogelijk te maken? Met een aardige
kamerindeling en een efficiënte keuken
zijn we al een behoorlijk eind op de
goede weg. We zouden echter nog ver
der kunnen komen, als we ook het licht
en kleurenspel in onze woning bij onze
overwegingen betrokken. Een vlak verf
hier, een vleugje kleur daar, kunnen
in harmonische samenhang als een
fleurig bosje bloemen op tafel werken,
of als Saksisch porselein op een meubel
in de Queen Anne-stijl.
Hoewel het beslist niet ieders werk
is de juiste kleurschakeringen te kiezen
hoeveel mensen hebben van nature
een esthetisch verantwoord kleurge
voel? kan de kennis van enige
grondbeginselen tot goede resultaten
leiden. Indien men dan ook plannen
heeft het muurwerk van of het meubi
lair in de kamer wat fleuriger en fris
ser te maken, zal men in de eerste
plaats dienen te weten, welke kleuren
'i best met elkaar in overeenstemming
zijn.
Laten we wit en zwart buiten be
schouwing terecht overigens, want
geen dezer tinten valt, in de weten
schappelijke betekenis van het woord,
onder de categorie kleuren dan ko
men we tot de conclusie, dat de meest
harmoniërende, of zo men wil: contras
terende, kleuren rood-groen, blauw-
oranje en geel-paars zijn. Rood, blauw
en geel zijn primaire kleuren; groen,
oranje en paars vallen onder het hoofd
secondaire kleuren, dat zijn kleuren die
ontstaan bij de vermenging van de pri
maire kleuren.
Deze zes kleuren nu worden bij de
verfraaiing van het woninginterieur
vrijwel nooit als een pure, verzadigde
substantie gebruikt. Men versnijdt ze
met wit, grijs of zwart, om ze wat af
te zwakken, om de contrasten dus min
der scherp te maken. Niets is namelijk
vermoeiender voor het oog dan een
kleurenschittering, welke geen rustpunt
biedt. Niets werkt op de lange duur ook
eentoniger!
Kan men van primaire en secondaire
kleuren spreken, als men bovenstaand
kleurengamma op zijn wezenlijke keh-
trekken ontleedt, er kan ook nog een
andere onderscheiding worden gemaakt.
Rood en geel en de ontelbare varian
ten ervan behoren namelijk tot de
groep „warme" kleuren; groen, blauw
en hun even ontelbare nazaten tot de
groep „koude" kleuren.
Het is van 't grootste belang ook deze
onderverdeling goed in 't hoofd te pren
ten. Een kamer, die op 't noorden ligt,
die op zichzelf dus al „koud" aandoet
omdat zij het grootste deel van de dag
van zonlicht verstoken blijft, zal men
met groene en blauwe tinten nog „kou
der" maken. En in een kamer, die op
het zuiden ligt, die dus in overvloedige
mate zon- en daglicht ontvangt, zal
men niet te veel met rood en geel moe
ten werken. Keukens doen het verder
beter in „koude" dan in „warme" kleu
ren, en in onze slaapkamer. overda-
van de zo noodzakelijke kleur in de
woonvertrekken, dient met mate te ge
schieden Een effen rok kan veel mooier
zijn dan de veelvervige, die Jozef van
Vader Jacob ten geschenke kreeg.
Zachte, op elkaar afgestemde pasteltin
ten kunnen dikwijls een groter raffine
ment suggereren dan een felle kleuren
zee, hoe harmonisch de onderdelen ook
gekozen zijn.
Tenslotte nog iets over de eigenschap
pen van zwart, wit en grijs. Zoals wij
reeds stelden lenen deze tinten zich uit
stekend voor vermenging, voor het af
zwakken der contrastwerking dus. Maar
vóór alles zijn zwart, wit en grijs per
fecte achtergrondkleuren. Men kan er
ook accenten mee leggen, of andere tin
ten mee „isoleren".
Met zwart en wit kan men niet voor
zichtig genoeg zijn. Want zwart werkt
verlagend, vernauwend en zelfs benau
wend. In kleine ruimten moet deze tint
dan ook zeer spaarzaam gebruikt wor
den. Hoge ruimten kan men met een
zwarte plafondlijst lager doen schijnen
en brede of lange kamers kunnen met
zwarte vlakken op lengte- of breedte
muren versmald of ingekort worden.
Zwart mag vooral niet overmatig ge
bruikt worden op een venstermuur, die
dag- en/of zonlicht doorlaat. Het licht
wordt er schriller door en doet de ogen
schrijnen.
Wit werkt hoe kan het bijna an
ders tegenovergesteld aan zwart. Het
maakt ruim, dik en zelfs plomp en doet
alles uitgebreider lijken dan het in
werkelijkheid is. Wit is dan ook zeer
geschikt voor kleine kamers. Lage zol
deringen kunnen er hoger door lijken
en muurvlakken van geringe afmetin
gen groter. Wit heeft nog de goede
eigenschap, dat het andere kleuren sti
muleert, met andere woorden: frisser
maakt. In geen enkel interieur kan wit
daarom gemist worden, hetgeen uit het
plafondpleisterwerk overigens al blijkt.
Dan hebben we nog grijs. Niet één
grijs, maar tientallen en misschien wel
honderden grijzen. De tint is neutraal
en werkt slechts zeer zwak op ons ge
voel. Als achtergrondmateriaal voor
kleuren is grijs bijna ideaal, maar op
een muur die een lichte indruk moet
maken, dient men het niet te spoedig
te gebruiken. Grijs is namelijk een tint,
die uitgestreken op een behoorlijk
oppervlak, donkerder is dan zij op het
eerste gezicht lijkt.
De cyclamen nog in volle bloei.
Het zou gemakkelijk zijn om te advi
seren de cyclamen nu allemaal te laten
afsterven; daar kom ik er echter niet
mee. Er zijn planten die nu nog in volle
bloei staan; sommige beginnen zelfs pas
nog volop te bloeien en zulke planten
zal men dus steeds moeten laten door
groeien. De bloeiende planten hebben
niu ook wekelijks een weinig ka mer -
plantenmest nodig; de bloemist heeft
wel voor voedzame grond gezorgd, doch
omdat de planten maar steeds voortgaan
met het vormen van nieuwe bloemknop
pen hebben ze extra voedsel nodig.
Uitgebloeide cyclamen die geen
nieuwe bloemknoppen meer willen vor
men, kan men maar beter wat rust
gunnen. Geef ze geen water meer en
ook geen bemesting; laat ze maar af
sterven. Over een maand kan de grote
knol dan uit de pot gehaald worden en
zal men voor verse bloemistenaarde
moeten zorgen. Onder in de pot komt
dan ook een scherfje opdat het afvoer-
gaatje niet verstopt kan raken; het
overtollige water moet namelijk gemak
kelijk kunnen wegvloeien. Na half mei
kan de plant dan met pot en al op een
licht schaduwplekje in de tuin worden
ingegraven; daar blijft ze dan staan tot
begin oktober; misschien nog beter om
haar eind september binnen te plaatsen;
de nachten worden anders voor haar te
kil. Als zulke cyclamen goed verzorgd
worden kan men er jarenlang plezier
van hebben. G. KROMDIJK
GELIJK MET DE KOMST van de vriendelijke lentezon krijgen wij, net zoals
zóvele vrouwen in de eeuwen voor ons, begeerte naar een vernieuwing van
onze garderobe. We verlangen naar fleurige zomerjurken, die we kopen in
de illusie ze heerlijk zonder jas te kunnen dragen. Dat laatste blijft in ons
land altijd problematisch; over het eerste, dat wil zeggen de mogelijkheid
onze keuze te bepalen, hoeven we ons niet bezorgd te maken. Het is niet
nodig onze kooplust af te reageren op het buitenlandse produkt: wat onze
textieldrukkers de laatste jaien presteren, mag beslist gezien en in Nederland
gedragen worden.
ENKELE CIJFERS? Wist u, dat de
textieldrukkers uit Twente en oost-
Brabant ieder jaar ruim tweeduizend
nieuwe dessins uitbrengen in tien a
twaalf kleurstellingen, zodat hier twin
tigduizend verschillende mogelijkheden
in zitten? Van die gezamenlijke produk-
tie alleen al aan imprimés negentig
miljoen meter per jaar wordt zestig
miljoen meter geëxporteerd en in de
overige dertig miljoen hult zich de Ne
derlandse vrouw.
Enkele jaren geleden is men begonnen
Nederlandse kunstenaars in te schake
len als dessinateurs van textiel. Het wa
ren grotendeels abstracte schilders. Deze
zomer zullen, behalve van Corneille en
Appel, ook van Hendrik van Bottenburg,
Frieda Hunziker (als enige vrouw), Piet
Zwiers en Simon Erb bedrukte japon-
stoffen ons uit de vitrines van de win
kels toelachen. Het zijn dessins, die een
revolutie betekenen door hun fraaiheid
van vorm en kleur. Het afgezaagde
Egyptische motieven bijeengebracht op
een strandensemble 1956.
bloemetje, nog wel door sommige vrou
wen gevraagd, heeft de alleenheer
schappij definitief verloren.
In Amerika werden al geruime tijd
geleden schilders ingeschakeld. Bekende
werken van Chagall, Léger, Picasso,
Miro en Dufy zijn geproduceerd op ka
toentjes van de Amerikaanse firma
Fuller Fabrics. Paarden van Raoul Dufy
kan men aldus zien draven op een fees
telijk jurkje of een strandrok, vechten
de stieren van Picasso maken een avond
jurk onveilig, exotische dier- en fanta
siefiguren gaan schuil in de plooien van
gordijnstoffen.
Nu kan men dit natuurlijk ook over
drijven! We hoeven allerminst met Rem
brandt- of Van Gogh-reproducties op
onze rok te lopen. Het initiatief echter
abstracte schilders nieuwe en speciaal
voor textiel bestemde dessins te laten
ontwerpen, verdient alle lof. Vooral de
dessins van Hendrik van Botten.burg
hebben veel aftrek en het resultaat van
zijn ijver is een uitnodiging van de
Franse regering in Parijs te komen
werken.
In de ateliers van de textieldrukkers
worden de ontwerpen „in rapport" ge
bracht, zodat ze zonder overgang aan
sluiten op de stof. Ze worden in kleu
ren gesplitst en vervolgens gegraveerd
in koperen walsen of zijdegaas-schablo-
nen.
ER BESTAAN twee soorten van druk:
machine- en filmdruk. Bij het laatste
procédé blijft de verf min of meer op
het doek liggen, bij machinedruk is het
patroon meer door en door gedrukt. Het
verschil is gemakkelijk te constateren.
Filmdruk bied't wat meer mogelijkheden
en sommige dessins komen hierdoor
beter tot hun recht.
Zo lang er mensen leven, hebben zij
zich al druk gemaakt over kleding. In
het stenen tijdperk verfraaide men reeds
de vrouwenrokjes, gemaakt van geklop
te boomschors of gevlochten planten-
vezels, door ze te bestempelen met
steentjes, schelpjes of takjes, die in
plantenverf waren gedompeld. In heel
oude Oosterse beschavingen was men
zeer ver gevorderd met het bedrukken
van stoffen met natuurlijke verfstoffen.
Thans nog en in de nieuwe mode zeer
in het bijzonder zijn die oude Kashmir-
dessins beroemd en veel gedragen.
De Nederlandse koopvaarders brach
ten in de begintijd van de Oost-Indische
Compagnie de techniek van het textiel-
drukken over. Nederland was het eerste
and in Europa waar men textiel begon
ie drukken, eerst in het westen, later in
Twente en Brabant, waar het thans tot
een belangrijke industrie is uitgegroeid.
Wat er op het ogenblik mode is? Des
sins, geïnspireerd op het oosten, abstrac
te voorstellingen, bestaande uit kleur en
beweging of wolkachtige in vage tinten.
Ook bloemetjes in strepen verwerkt, of
in mille fleurs-dessins en romantische
Biedermeyer-ornamenten ziet men thans
veel. Maar geen kakelbonte grote bloe
men meer.
ALS WE NU alleen maar te maken
zouden hebben met bedrukte katoentjes,
was alles nog vrij eenvoudig. Maar be
halve katoen in vele soorten en verede
lingen en finishes, die er een zijdeglans
aan geven en het bovendien kreukher-
stellend en vuilafstotend maken, is er
tegenwoordig geperfectioneerde rayon
(kunstzijde) met een katoenfinish, een
stof, die bedriegelijk veel op katoen lijkt
en goedkoop is. We mogen met recht
van een doolhof spreken: katoen, die er
uitziet als zijde, rayon met het uiterlijk
van katoen en dan nog de nieuwe syn
thetische stoffen, zoals enkalon (de Ne
derlandse nylon), nymcrylon (de Neder
landse orlon) en terlenka (de Neder
landse terylene of dacron). En dan zijn
er de mengingen, zoals 50% katoen met
30% enkalon. Ideaal zou zijn, als bij
Dessin in de geest van de zgn. Afrika-
fruits, verwerkt tot een modieus jurkje
met verhoogde taille.
elk lapje stof of kledingstuk de aard van
het materiaal plus het wasvoorschrift
zou zijn vermeld, zodat bepaalde eigen
schappen niet dopr een verkeerde was-
behandeling verloren gaan. Men is al op
weg in de goede richting: verschillende
fabrikanten verstrekken de winkeliers
reeds folders met wasvoorschriften, die
bij de stoffen worden uitgereikt. Ook
aan de terzake kundige voorlichting van
het winkelpersoneel wordt gewerkt: de
Stoomweverij Nijverheid te Enschede
heeft o.a enkele handige boekjes voor
winkelpersoneel uitgegeven. Het zijn
een Gids in de lusthof van de textiel,
die katoen, rayon, nylon en hun behan
deling bespreekt en een afzonderlijk
boekje over synthetische vezels: de
jongste in de lusthof, waarin men o.a.
kan lezen hoe men nylon moet verwer
ken. In deze boekjes wordt speciaal aan
dacht besteed aan de wasvoorschriften.
Veredelde katoen behandelt men onge
veer als enkalon nooit koken, wrin
gen of chloor gebruiken. Wassen in zeer
ruim lauw of handwarm water met een
goed wasmiddel zonder te boenen. Goed
naspoelen, niet stijven en geen hete
strijkbout gebruiken. TINEKE RAAT
1 blik gehalveerde perziken op siroop
(zodat men per persoon 1 perzik heeft);
voor 4 personen is Y, blik voldoende;
liter melk, 14 liter (2dl.) room, 1
vanillestokje of pakje, vanillesuiker, 17 g.
gelatine, 50 g. suiker, iets zout.
De melk met het vanillestokje en iets
zout aan de kook brengen en laten trek
ken; het stokje verwijderen en de melk
laten afkoelen. De geweekte gelatine
hierin oplossen evenals de suiker. Ge
bruikt men vanillesuiker dan behoeft
slechts een klein gedeelte der melk ver
warmd te worden, om de gelatine en sui
ker op te lossen; de rest kan later koud
erbij gevoegd worden. De puddingmassa
koud laten worden, daarna uitgieten op
een platte schaal. Is de massa stijf ge
worden, dan de perziken erop rangschik
ken (als dooiers op spiegeleieren). Het sap
der perziken iets binden met maizena en
als saus erbij geven. Voordeliger is, de
puddingmassa te maken van liter melk.
50 g. suiker en 75 g. maizena.
In een rapport van de O.E.E.S. (Organi
satie voor Europese Economische Samen
werking) wordt in het bizonder de nadruk
gelegd op de belangrijke stijging van de
invoer uit de V.S. en Canada als gevolg van
de "liberalisatie van de handel, waartoe de
meeste landen van West-Europa de laatste
jaren zijn overgegaan. Op basis van de
particuliere invoer in 1953 hebben de deel
nemende landen 54 pet. van hun totale in
voer uit dit gebied geliberaliseerd en ten
gevolge daarvan is de Europese invoer uit
Noord-Aimerika van 1954 op 1955 met 40
pet. toegenomen. Dit heeft er toe geleid dat
het tekort op de handelsbalans-van Europa
ten aanzien van Amerika sinds de tweede
helft van 1953 een opmerkelijke stijging te
zien geeft en dat niettemin de goud- en
deviezenvoorraden van de deelnemende
landen nog zijn toegenomen, houdt hoofd
zakelijk verband met de buitengewone uit
gaven van de V.S. in Europa. Ook de E.B.U.
landen hebben hun dollartekort aanmer
kelijk zien toenemen, doordat de invoer
in sterkere mate steeg dan de uitvoer.
Voor 1954/1955 bedraagt dat dollartekort
3,9 miljard tegen 2,8 miljard in 1953/
54. Tenslotte valt dit verschijnsel ook voor
Nederland te constateren. Ze is zelfs zeer
opvallend, daar de invoer udt de V.S. van
1.283 miljoen in 1954 tot 1.651 miljoen
in 1955 steeg, maar de uitvoer van 621
miljoen tot 596 miljoen achteruit liep, zo
dat het dekkingspercentage van 48 tot 36
pet. daalde. In de loop van 1956 is hierin
een lichte verbetering gekomen, maar het
feit blijft bestaan dat de grote invoeren uit
de V.S. de Europese landen voor de opgaaf
plaatst om de uitvoer naar de dollarlanden
tot verdere ontwikkeling, te brengen en
Amerikaans investeringskapitaal aan te
trekken.
De grote vraag naar grondstoffen, welke
na de Korea-hausse aanvankelijk weer
was geluwd, maar die de laatste tijd weer
scherper naar voren treedt, is niet te ver
wonderen omdat zij uiteraard ten nauwste
verband houdt met de groeiende wereld
bevolking, de ontwikkeling van de z.g.
achtergebleven gebieden en de machtige
uitbouw van de industrialisatie, welke
sinds de tweede wereldoorlog zowel in de
V.S. als in Europa heeft plaats gevonden
en die nog altijd haar eindpunt niet heeft
bereikt. Sinds de laatste vijf jaar is de in
dustriële produktie in de wereld met ca.
40 pet. toegenomen. De V.S. brengen niet
alleen een groot deel van de wereld-grond
stoffen voort, ze zijn er ook nog altijd een
van de grootste verbruikers van. Met 7 pet.
van de wereldbevolking en 6 pet. van de
landoppervlakte van de wereld produceren
de V.S. ca. een derde van alle goederen en
diensten, aan de anders kant verbruiken
ze (als men suiker en wol buiten beschou
wing laat) meer dan de helft van de totale
wereld produktie en zelfs 60 pet. van diver
se ertsen en van aardolie. Als gezegd heeft
de industrialisatie in ons werelddeel de
vraag naar grondstoffen in belangrijke
mate doen toenemen, waarbij ook de zorg
voor de militaire paraatheid en niet te
vergeten de vorming van de strategische
voorraden uiteraard een rol van betekenis
spelen. Daar komt dan nog bij dat de ont
wikkeling van de specifieke grondstoffen
landen zich de laatste jaren richt op het
opbouwen van een eigen industrie, zodat
zij een deel van hun produktie zelf gaan
gebruiken.
De industrialisatie en wat daarmee ver
band houdt heeft als békend in de meeste
landen een grotere welvaart gebracht, wel
ke onder invloed van de ruimere inkomens
verdeling de vraag naar goederen en pro-
dukten aanzienlijk heeft doen stijgen. De
bestedingsmogelijkheden van een groot
deel der bevolking zijn thans heel wat gro
ter dan een tiental jaren geleden en dan
voor de oorlog en de verhoging van lonen
en salarissen, waartoe zowel in de V.S., als
in de meeste landen van Europa steeds
weer wordt overgegaan, werkt de toene
ming van de consumptie uiteraard in de
hand. Voor ons land valt dit bijvoorbeeld
te constateren uit het indexcijfer voor oe
consumptieve uitgaven in december van
het vorig jaar, dat zich op 129 stelde (1951
100), dat is 9 punten hoger dan in die
maand van 1954 en 15 punten hoger dan
het jaargemiddelde voor 1955, dat op zijn
beurt weer 6 punten hoger lag dan dat van
1954. De recente loonsverhogingen, welke
in verschillende bedrijven reeds effectief
zijn geworden, zullen niet nalaten de be-
steddngsdrang in vele gezinnen te vergro
ten en het kan wel niet anders of dit ver
schijnsel zal op de ontwikkeling van de in
voer zijn repercussies moeten hebben.
Wat dit voor de nationale economie zal
betekenen, zij hier in het midden gelaten.
Het valt te verwachten dat de hierboven
genoemde factoren hun invloed op de vraag
naar goederen en produkten niet zullen
missen en het kan daarom ook niet ver
wonderen dat de grondstoffenmarkten de
laatste tijd bij de voortduur een stijgende
tendens vertonen. We zien die prijsstijging
bij ijzer en staal, bij papier, bij kolen, bij
ADVERTENTIE
PA RIJ SE COIFFURES
DAMESKAPPER
Santpoorterplein 1 - Haarlem - Tel. 19706
Buslijnen 3 en 4.
aardolie, bij tin, bij koper, etc. Deze prijs
stijging vindt plaats in weerwil van het
feit dat de produkties nog steeds worden
vergroot. De wereldstaalproduktie was in
1955 groter dan ooit en neemt ook dit jaar
weer toe, zodat bijv. in de V.S. voor het
eerste kwartaal van 1956 een nieuw record
cijfer kon worden geboekt. Het wereldver -
bruik van koper is in 1954/55 met 8 a 10
pet. toegenomen, de notering in de V.S. is
echter met ca. 35 pet. gestegen, waaruit
wel blijkt dat de produktie de consumptie
niet kan bijhouden.
De noodzaak steeds meer grondstoffen
te moeten invoeren voor een toenemende
en meer consumerende bevolking stelt alle
industrielanden voor het onontkoombare
feit, de ontginning in de minder ontwik
kelde grondstofgebieden met kracht ter
hand te nemen en voor de financiering
iiiervan zijn dan ook reeds in landen als
Amerika, Engeland en Frankrijk miljarden
beschikbaar gesteld en ook Nederland doet
hieraan op kleine schaal mee. Maar eerst
op lange termijn kunnen hiervan resulta
ten worden verwacht en intussen doemt
hierdoor het gevaar op voor een inflatie in
die grondstoffenlanden, omdat als gevolg
van de kapitaalimport de stijging van de
consumptie van de bevolking aan de stij
ging van de produktie in het eigen land
voorafgaat.
Het is wel zeker dat de hervatte hausse
op de New-Yorkse beurs voor een goed
deel mag worden gezien als een uitvloeisel
van de voortgaande stijging der grondstof-
fenprijzen, waardoor met name de staal-,
koper- en oliemaatschappijen in staat wor
den gesteld de hogere bedrijfskosten als
gevolg van de loonsverhogingen op te van
gen. Het is nu eenmaal zo dat aan een
rijksdaalder meer is te verdienen dan aan
een gulden en de verwachting dat genoem
de ondernemingen in het lopende jaar weer
grotere winsten zullen kunnen behalen,
vormt voor de aankoop van hun aandelen
op de New-Yorkse beurs een voortduren
de stimulans. De laatste berichten maken
zelfs melding van een hernieuwde opleving
in de automobielindustrie en de bouw
nijverheid, waarin de laatste maanden
enige teruggang viel te bespeuren en de
Amerikaanse olie-industrie maakt een tijd
door als nooit tevoren, waardoor ook de
aandelen van de Koninklijke-Shell op de
New-Yorkse beurs weer op de voorgrond
zijn getreden. Jhr. Mr. J. H. Loudon, de
directeur-generaal van de Koninklijke-
Shell, heeft onlangs in een interview met
Elseviers Weekblad medegedeeld dat thans
reeds 60 pet. van het kapitaal van de Ko
ninklijke over onze grenzen is verdwenen
en dat de V.S. ca. 24 pet. van dat kapitaal
onder zich hebben. Tegenover het percen
tage, dat zich nog in Nederland en voor een
groot deel in vaste handen bevindt, is het
Amerikaanse bezit zeer belangrijk en het
speelt bij de koersontwikkeling van de aan
delen dan ook een leidende rol. Met Jhr.
Loudon mag worden getreurd dan men in
ons land zo gemakkelijk van dit grondstof-
fenfonds bij uitnemendheid afscheid neemt.
ADVERTENTIE
Nationaal en internationaal bekroond
Bespreek tijdig.
Schoterweg 45 Haarlem - Tel. 12540
Binnenkort zal worden opgericht een na
tionaal bureau tot bevordering van de hy
giënische gewoonten in ons land, waarvan
de zetel in Den Haag zal worden gevestigd.
Uit onderzoekingen is gebleken, dat met
de spreekwoordelijke Nederlandse zinde
lijkheid vaak de hand wordt gelicht. Vooral
is dit het geval in die streken, waar de in
dustrialisatie met kracht ter hand wordt
genomen. Ook het woningtekort en als ge
volg daarvan het grote aantal gevallen van
samenwoning onder primitieve omstandig
heden, heeft er toe geleid dat de hygiëni
sche verzorging wordt verwaarloosd.
Omdat dit een gevaar inhoudt voor de
volksgezondheid zal op korte termijn een
commissie worden ingesteld, die zich met
de hygiënische verzorgingsvraagstukken zal
gaan bezig houden. De eerste taak van deze
commissie zal zijn de instelling van een bu
reau, dat de bevordering der hygiënische
gewoonten ter hand zal nemen. Men wil
aan dit bureau adviseurs verbinden uit
medische-, onderwijs- en sportkringen.
De werkzaamheden van het bureau zul
len in de eerste plaats omvatten het geven
van een zo uitgebreid mogelijke voorlich
ting aan die bevolkingsgroepen, welke
daarvoor in aanmerking komen.
ADVERTENTIE
wtldra prénxt
ofwel: prinselijk huwelijk in Mo
naco! Libelle van 14 April wijdt
uitvoerig aandacht aan de Romance
van het Jaar. Het nummer opent
met een zeer charmante kleuren
opname van de aanstaande prinses
Clracia Patricia, nu nog Grace Kelly,
en bevat verscheidene fraaie foto's
van het veelbesproken paar.
En voor de Gracia's in Nederland: be
toverende braids- en andere toiletten,
eveneens in sprankelende kleuren! De
nieuwe schoenenmode brengt U bij elk
stapje dichter naar de zomer. U haalt
het voorjaar binnen met deze bonte,
zonnige, modieuze Libelle
Of houdt U soms meer van lekker eten
Ook dan wordt U prompt bediend: in
hetzelfde nummer wacht U een excursie
naar het Rotterdamse Luilekkerland,
naar het paradijs van holle-bolIe-Gijzen
Libelle - Nassauplein 7 - Haarlem