Een der modernste Europese fabrieken voor hijsinstallaties Begin van 120-jarig bedrijf: kistenmakerij Leidse Vaart Respectabele voorstelling van Vondels „Lucifer" FIGEE: KRANIG WERK Bijna miljoen tekeningen in brandvrije kluis .5 IJzeren tijdperk" eiste ruimte De montage Generaties oude bedrijf school Ex-vïce-president Barkley van de V.S. overleden Nieuwe waarnemend hoofd commissaris in Den Haag Examens Zesde bridge-drive voor kankerbestrijding Onder regie van Johati de Meester Ontsnapte uit Wapenveld bekende zes inbraken Bollen we ek-attractie op de Grote Markt Nederland in tweede ronde D.G.-toernooi Kort nieuws DINSDAG 1 MEI 1956 De vierde rijdende, zelf-traverserende laadbrug, die Figee voor het Amsterdamse havenbedrijf „De Rietlanden" ziet men op deze foto met behulp van een andere kraan en een drijvende bok monte ren. bouwde, Aan het Spaarne, in de hoek die gevormd wordt door het zijkanaal naar de Industriehaven, ligt een der modernste kranenfabrieken van Europa: de NV Haarlemsche Machinefabriek v/h Gebr. Figee. Vroeger sprak men algemeen van „de HMF", maar op het ogenblik is „Figee" wel de meest gebruikelijke aan duiding voor dit grote bedrijf met zijn vierhonderd medewerkers. Zijn ge schiedenis komt in zoverre met die van zijn gebuur Hilarius waarop wij al eerder de aandacht vestigden overeen, dat ook dit bedrijf zijn oorsprong vond aan de Leidse Vaart met een geheel andere produktiebestemming dan thans. Heeft Hilarius zich ontwikkeld uit een leienhandel, Figee is begonnen als kisten fabriek ergens in 1836, drie jaar vóórdat de eerste locomotief van Haarlem naar Amsterdam pufte. De stoomtechniek was zijn opmars begonnen en dit hout- bewerkingsbedrijf blies zijn partij daarin mee, want de machines werden aange dreven door locomobielen. Vele bedrijven moesten in deze industriële revolutie hun uiteindelijke bestemming nog vinden en Figee evenzeer: een reparatie afdeling die ten behoeve van het eigen machinepark was opgericht, ging steeds meer reparaties voor andere bedrijven verrichten en langzamerhand werd het karakter van Figee volkomen gewijzigd: het „houten tijdperk" maakte plaats voor het „ijzeren". Er wer4en nieuwe werktuigen vervaardigd, zoals voedingstoestellen voor stoomketels en in 1871 werd de eerste hefkraan geconstrueerd. Zij had een capaciteit van een halve ton. Thans zijn er onder de kranen, die in het Spaarne worden ingescheept voor alle delen van de wereld, verscheidene met een capaciteit van 125 ton. Middenin de moderne ontwikkeling van de bouw van transportinstallaties wordt het bedrijf nog wel eens herinnerd aan dat verleden, dat dan nog zeer levend blijkt te zijn. Zoals onlangs toen uit de gemeente Rotterdam de opdracht kwam om een in 1897 geleverde kraan te voorzien van nieuwe tandwielen en rondsels. Geen nood: de tekening is er nog en in enkele secon den tijd wordt zij er door de archivaris tussen bijna een miljoen tekeningen uitge pikt in de grote brandvrije kluis achter de tekenkamer. Als men bedenkt, dat er in vele tekeningen voor minstens 500 aan werk zit dan is het wel duidelijk waarom men ze in 'een brandvrije kluis heeft opge slagen. De inhoud vertegenwoordigt voor het bedrijf een waarde, die in de miljarden loopt. Het archief ontleent zijn betekenis ook aan het feit, dat Figee geen massaproduct levert, maar telkens weer andere werk stukken naar de telkens weer andere eisen van de klanten, allerlei variaties op de gangbare soorten. Rijdende hefwerktuigen, zoals laadbruggen, bovenloopkranen en mantrolleys, draaiende hefwerktuigen, zo als torenkranen, havenkranen, kranen voor grijper en stukgoedbedrijf (vaste en drij vende, op wagen, poort of rups) dekkranen en kaapstanders voor schepen enzovoort. Dat voorzover het kranen betreft. Daarbij komen dan nog andere dekwerktuigen, zo als ankerlieren, spillen, laad en verhaal- lieren traverseerinrichtingen voor loco motieven en hefwerktuigen, transporteurs en elevatoren, heiwerktuigen, bewegings inrichtingen voor bruggen, sluizen en af sluitbomen en tal van electrische appa raten. En daarmee is het productiepro gramma nog niet volledig vermeld, want de naam Figee prijkt ook op de Grave- stenenbrug, de Buitenrustbrug, de Lange- brug en de Catharijnebrug (die door dit bedrijf werd geëlectrificeerd) en zal naar verwachting ook komen te staan op de nieuwe Prinsenbrug. Het „ijzeren tijdperk" begon al in de fabriek aan de Leidse Vaart, maar het transport daarvandaan werd al spoedig veel te moeilijk omdat de omvang ervan bepaald werd door de bruggen over de Haarlemse grachten. Het vervoer moest in onverantwoord kleine mootjes geschieden tot 1927 het gehele bedrijf was overge plaatst uit het tegenwoordige Krelagehuis naar de huidige hallen aan het Noorder Buiten Spaarne, die geheel volgens een reeds sinds 1913 bestaand plan werden ge bouwd. te beginnen bij een grote grof- stomperij (Laat men het overigens niet wagen, de daar werkende mannen nog als „grofstompers" te betitelen, sinds men allang van „constructiebankwerkers" spreekt). Degene die daar thans doorheen loopt, komt diep onder de indruk van dit „grove" werk en duikt af en toe onwille keurig ineen, wanneer er zo'n zware tien tons loopkraan boven zijn hoofd in be weging komt. In deze drie aaneensluitende hallen wor den de profielen, strippen, hoekijzers en dergelijke bewerkt en samengevoegd tot de grote kraan-onderdelen. Midden in de centrale hal wordt thans de fundering ge legd voor een pers van vijftig ton, die platen van zes meter lengte in één keer perst. De arbeid in deze hallen kan overi gens alleen „grof" genoemd worden in ver houding tot het fijne precisiewerk in de draaierij waar de mechanische werkstuk ken geleverd worden die erbij horen. Daar staan lange rijen machines, die gezamen lijk terecht de trots van het bedrijf ge noemd worden, gereed voor allerlei bewer kingen zoals draaien, freezen, kotteren, schaven, tandwielfreezen en -steken en carousseldraaien. Met kleine elektrisch be diende handtakels worden de stukken van de ene naar de andere bewerking over geheveld. Temidden van die lange rijen machines ziet men telkens weer nieuwe verschijnen. Gepensionne.erde werknemers die hier bij gelegenheid worden rondgeleid slaken daarbij wel eens een zucht van ver wondering over het materiaal dat de jongere generatie ten dienste staat. Bij voorbeeld bij een nieuwe Oerlikonbank, een installatie zoals er nog maar drie in Nederland zijn. Wanneer men deze bank voor een serie verschillende bewerkingen aan een stuk instelt, kan die hele serie zo vaak als men wenst volkomen worden ge- copiëerd bij volgende stukken, dank zij een zeer ingenieuze „voeler" op deze bank. On langs liep een gepensionneerde caroussel- draaier bij zo'n rondleiding geïnteresseerd naar een carousselbank toe en trok zijn jasje uit om het nog eens te proberen. Het werd echter nuttig geoordeeld, dat de wer king van de machine hem eerst even zou worden gedemonstreerd. En dat leidde er toe, dat hij onmiddellijk zijn jasje weer aantrok.... Tussen de constructie-afdeling en de draaierij vindt men een klein bureau onder direct toezicht van de bedrijfsleider: de werkvoorbereiding en de tarifiëring. Het is het brein van het bedrijf, waar wordt ge combineerd en gecoördineerd en van waar uit de verscheidene onderdelen van een produkt via allerlei bewerkingen naar een bepaald punt in het fabricageproces wor den gedirigeerd, waar zij worden gemon teerd tot een groter geheel. Daaromheen staan de magazijnen dusdanig gegroepeerd, dat elk onderdeel in zo kort mogelijke tijd op de plaats is waar men het hebben moet. Op het voorterrein verheft zich thans een volledig gemonteerde portaalwip- kraan, een van een serie voor het Rot terdamse havenbedrijf, dat er nauw lettend naar blijft streven om zijn reputatie als het snelste los- en laad- bedrijf van Europa te handhaven. En nog onlangs vertrok op een dekschuit de vierde, zelf-traverserende laadbrug, die Figee maakte voor De Rietlanden in Amsterdam. Maar ook veel kleinere, minder imposante hijswerktuigen en lieren verlaten de fabriek: men is juist bezig met de dekwerktuigen van de in aanbouw zijnde „Rotterdam". En als deelnemer in de gezamenlijke export combinatie Holland-Cranes voert Figee ook belangrijke opdrachten uit voor landen als Brazilië en Irak. De export blijft echter ver beneden de productie voor het binnenland. Niet alleen de hgvens vragen nog talrijke voorzienin gen, ook nadat de verwoestingen uit de oorlog waren hersteld, maar ook tal van verlaadstations en emplacementen daarbuiten, bijvoorbeeld in de Mijn streek. Een kenmerk van elk dynamisch bedrijf, namelijk dat er altijd net iets bijgebouwd wordt, ontbreekt ook in Figee niet, maar belangrijke uitbreidingen zijn thans zeker niet aan de orde. De aanhoudende toe vloed van orders zou deze wel verant woord maken indien er maar personeel genoeg was om dergelijke nieuwe afdelin gen te bemannen. Maar daarin bestaat juist het grote euvel, dat door een bedrijf als dit met zijn behoefte aan bekwame metaalbewerkers bijzonder fnuikend is. Een stevige kern heeft Figee wel en dat is in hoge mate te danken aan zijn generaties oude eigen bedrijfsschool, waar voor blijkens een ons ter inzage gegeven folder uit de twintiger jaren toen al op een zeer vooruitstrevende manier propaganda werd gemaakt. De opleiding impliceerde vanouds geen vaste verbintenis met de fabriek en de geschiktheid voor het vak werd toen reeds zowel medisch als psy chotechnisch onderzocht. Vroeger was de baas van iedere werkplaats (constructie, draaierij en montage) tevens de leermeester van een groep leerlingen, maar thans heeft men voor deze functie reeds lang speciale leermeesters in elk van deze afdelingen. En die zijn tevens elk van speciale leer- lingenwerkplaatsen voorzien. De bedrijfs school, die onder auspiciën van „Bemetel" werkt, leidt zowel ambachtscholieren als oud-leerlingen van het vglo op. Zij telt op het ogenblik ongeveer zestig jongens. Een vast onderdeel van het leerprogram ma is ook een jaarlijkse excursie van een week, die bijvoorbeeld het vorig jaar naar het Sauerlandse staalcentrum Iserlohn leidde en dit jaar gericht is op de mijnen en de kastelen van Limburg. Het is opmerkelijk, dat de oprichters- naam Figee al een halve eeuw lang niet meer voorkomt in de directie. De laatste Figee, die er in voorkwam, was Hendrik Figee junior een van de drie zoons van de oprichter. De andere twee zoons waren Thomas, die zich in 1883 uit de firma terugtrok en de werf-Conrad, de voorloper van Conrad-Stork aan het Noorder Buiten- spaarne oprichtte, en Jan, die de fabriek een meer wetenschappelijke basis gaf, maar reeds in 1889 overleed. Hendrik junior be sloot in 1896 reeds de firma in een N.V. om te zetten wegens gebrek aan een ge schikte opvolger en de wens om de familie naam aan het bedrijf verbonden te hou den. Hij bleef zelf tot 1903 directeur en tot 1907 adviseur. De huidige directeur is ir. H. Hissink. Maar onder de werknemers van Figee zijn er waarlijk verscheidenen, die het in dit opzicht de oprichters nog verbeteren, i Er bestaan langzamerhand hele Figee- geslachten. Dit zal bijvoorbeeld de negen tiende van de volgende maand blijken, wanneer de universeel freezer H. H. J. Mertens gehuldigd zal worden voor zijn vijftig dienstjaren. Zijn vader werkte 48 jaar voor „dezelfde baas" en zijn zoon zit nu ook alweer 19 jaar in het bedrijf! LEXINGTON, (Reuter) De Ameri kaanse democratische senator Alben Bark ley is maandag tijdens een toespraak in elkaar gezakt en kort daarop overleden. De 78-jarige Barkley is sinds 1927 lid van de Senaat geweest. Van 1949 tot 1952 was hij vice-president onder president Truman. Met ingang van 26 april is door de bur gemeester van Den Haag commissaris P. P. Paul benoemd tot waarnemend hoofdcom missaris. Als zodanig zal dus commissaris Paul hoofdcommissaris J. H. A. K. Gual- therie van Weezei bij diens afwezigheid vervangen. Amsterdam. Gemeentelijke Universiteit. Kandidaatsexamen Klassieke Letteren: P. A. M. Seuren, Amsterdam (cum laude). Kan didaatsexamen Frans: A. L. M. Oomen, Am sterdam. Doctoraal examen Politieke en Sociale Wetenschappen (sectie A): M. Snij ders en J. van Gogh, beiden Amsterdam. Kandidaatsexamen Politieke en Sociale We tenschappen (sectie B): J. Berting. Amster dam. Doctoraal examen Sociale Aardrijks kunde: mej. G. Bezema, Amsterdam; J. Pil- ger, Arnhem. Amsterdam. Vrije Universiteit. Doctoraal examen Rechten: mej. N. ter Haar Romenij, Rotterdam; C. A. Bergsma. Hilversum. Kan didaatsexamen Theologie: R. van den Berg. Rijsoord; C. van Rijp, Den Haag. Doctoraal examen Theologie: ds. C. Augustijn, Schip luiden. Delft. Kandidaatsexamen voor Werktuig kundig Ingenieur: H. van Opstal. Zeven bergen. Kandidaatsexamen voor Vliegtuig bouwkundig Ingenieur: J. Mulder, Amster dam. Ingenieursexamen voor Vliegtuigbouw kundig ingenieur: F. P. B. Miihlstaff, Amstel veen; T. C. J. van Bijleveld, Amsterdam. In genieursexamen voor scheikundig Ingenieur: A. M. Alkemade, Sint Oedenrode; C. Boeree, Overveen; W. F. Chalmers Hoynck van Pa- pendrecht, Schevendngen; H. A. Das, Delft; J. Erkelens, Dordrecht; J. Groenhof, Wor- kum; W. J. Hendriks (met lof), Geleen; C. A. Jansen, 's Gravenhage; F. R. van der Kolk, 's Gravenhaige; A. Kramer, Giessen; H. J. Kroes, 's Gravenhage; H. I. X. Mager (met lof), 's Gravenhage; J. H. Palm, Delft; H. S. G. Slooten, Rotterdam; Raden Mas Soeman- tri, Delft; Tan Bian Seng, Delf; Tjan Hok Liang. Delft: A. J. M. Verhaar, 's Graven hage; T. de Vries, Alkmaar, J. A. Walkier, Amsterdam; J. G. de Winter, Rijswijk (Z.H.) Ingenieursexamen voor Mijningenieur: A. A. van der Sluijs, 's Gravenhage. Leiden. Doctoraal examen Geneeskunde 2: E. Gans, Leiden: A. J. de Jong, Honselersdijk; W. P. van Lawick van Pabst, Den Haag: N. J. A. Nborduyn, Leiden; D. W. Odenthal, Den Haag. J. Wieriks, Leiden. Semi-arts- examen: H. W, Alferink, Leiden; H. W. Breedveld, Delft; C. E. M. G. Caminada, Rijs wijk (Z.H.); J. L. Grubben, Maasbree (L.); P. J. J. Zuur. Voorburg, Artsexamen: mevr. N. Greep—van Ringelestein, Rijswijk: mevr. H. C. Kuyvenhovenv. d. Ende, Leiden; mej. A. R. Smit, Leiden; R. E. H. Buss, Lei den; L. Ligtvoet, Amstelveen; A. H. J. van Loenen Martinet, Oegstgeest: Th. Manuikin, (U.S.A.). Kandidaatsexamen Franse Taal- en Letterkunde: mevr. H. HoekBongers, Den Haag. Nijmegen. Doctoraal examen Geschiedenis: J. W. Ber -ir, Nijmegen. Doctoraal examen Nederlands: Cum laude J. J. E. van Dijck, Nijmegen. Kandidaatsexamen Nederlands: M. F. J. Pijnenborg, Nijmegen. Utrecht. Kandidaatsexamen Geschiedenis: F. Nauta, Utrecht. Semi-artsexamen: H. Bie- kart, Utrecht; mej. I. M. L. Huizinga, Utrecht; H. C. Lequin, Utrecht; H. J. Vissers, Utrecht; B. M. A. Staring, Utrecht; P. Stoutenbeek, Utrecht; W. C. van Vulpen, Breukelen; F. A. Schoenmaker, Kockengen. Artsexamen; M. C. J. Anderegg, Nueraen; F. B. G. Groothuis, Almelo; B. Kemp, Bodegraven; A. J. Polder man, Utrecht; F. J. Voorhuis, Hengelo (O.); P. van 't Woud, Hilversum. Opbrengst ruim 400,- In hotel „Boekenrode" aan de Zand- voortselaan in Heemstede werd zaterdag avond de zesde bridge-drive gehouden, die door de afdeling Heemstede van het Ko ningin Wilhelminafonds ten bate van de kankerbestrijding was georganiseerd. De honderd deelnemers waaronder het (wellicht jongste) bridgepaar Goudsmit, namelijk twaalf en vijftien jaar oud werden begroet door de afdelingsvoorzitter, de heer N. de Lange. Hij kondigde voor het najaar de zevende bridge-drive aan. Nadat spreker ten slotte zijn erkentelijk heid had betuigd aan de velen, die zulk een verrassend aantal fraaie prijzen heb ben geschonken en aan de heer S. Prins, die zich als voorzitter van de Kennemer Bridge Bond opnieuw met de leiding heeft willen belasten, werden de kaarten ge schud en nam de strijd tussen de vijftig paren aan de groene tafels een aanvang. Het was ongeveer middernacht dat de laatste robber werd geëindigd, waarna de prijswinnaars bekend gemaakt konden worden. De eerste prijzen werden als volgt toegekend: A-klasse: mevrouw De Heer- Kloots en mevrouw Vurtheim, 50 pnt.; B- klasse: Dr. Koot en partner, 49 pnt.; C- klasse: mevrouw Witjas en mevrouw Smoo. lenaars, 51 pnt.; D-klasse: familie Philippo, 52 pnt.; E-klasse: familie Emmer, 49'/» pnt. Na het uitreiken der prijzen deelde de heer De Lange mee, dat deze bridge-drive ten bate van de kankerbestrijding een batig saldo van f 408.75 heeft opgeleverd. Een recordopbrengst, waarover hij zich uiteraard bijzonder erkentelijk toonde. Vondels treurspel „Lucifer" werd, door Jan Vos „op moderne wijze" in scène ge zet, voor het eerst in de schouwburg van Amsterdam vertoond op 2 februari 1654. Na de tweede voorstelling wisten twee predikanten en een ouderling van de bur gemeester gedaan te krijgen dat het stuk „noit na desen dach meer ghespeelt" zou worden. Ondanks een kortstondige popu lariteit van de gedrukte tekst geraakte deze hemelse tragedie bij de waardering van het dramatische werk van de prins onzer dichters, zoals hij in de litteratuur geschiedenis voortleeft, op de achtergrond. De opvoeringen onder regie van Willem Royaards in het seizoen 1910-1911, met medewerking van Roland Holst voor de decors en Diepenbrock voor de muziek, hebben het bewijs der dikwijls betwijfelde vertoonbaarheid geleverd en de vooringe nomenheid tegen de behandeling der bo venaardse stof weggeruimd. Sindsdien wordt „Lucifer" door velen als het hoogte punt van Vondels oeuvre beschouwd. Zaterdagavond werd „Luisevaers treur spel van de val der Enghelen" opnieuw in de Amsterdamse Stadsschouwburg ten tonele gebracht, door de Nederlandse Comedie ditmaal en voor een zeer aan dachtig publiek. Hoewel ik talrijke bezwa ren kan aanvoeren, moet de grondtoon der bespreking er een van waardering zijn. Een vergelijking met de „Gysbreght" van hetzelfde gezelschap levert naar mijn me ning zellfs een bijzonder grote winst. Johan de Meester - die ten onrechte, want hij is nog altijd een der zeer weinige werkelijke kunstenaars onder de Nederlandse regis seurs, uit de gunst gedrongen leek te wor den - moet zich sterk aangetrokken heb ben gevoeld tot Vondels liefde voor uiter lijke majesteit, tot diens glanzende beeld spraak vol praal en pracht ter vertolking in esthetisch verrukkende vormen van diep in het innerlijke verborgen zekerhe den van een laatmiddeleeuws mysticisme. Welnu: wat schoonheid van taalbehande ling betreft kwam men vrijwel aan niets tekort. Op zeer gelukkige wijze werd de verhe venheid der reien versterkt door de muziek voor enkele blaasinstrumenten en zang stemmen van Lex van Delden, onder lei ding van Felix de Nobel ten gehore ge bracht. De keuze van Eppo Doeve als ont werper voor de aankleiding heeft geen resultaat opgeleverd dat beantwoordde aan de stoutmoedigheid van Vondels ver beelding. „Het tooneel is in den hemel" - dat is gemakkelijker geschreven, al bracht het de verplichting mee daaraan in hoog gestemde verzen te beantwoorden, dan visueel waargemaakt. Het is mogelijk, dat er moedwillig is gestreefd naar soberheid of dat er financiële beperkingen zijn opge legd, maar niettemin mocht men toch ten minste een sterker perspectief verwachten en behalve kunst ook het vliegwerk, waar de tekst zo nadrukkelijk op zinspeelt, in deze nu wel heel erg Wagneriaanse hemel. In dit barokke meesterwerk, waarin de symboliek doortrokken is met zinnelijk realisme, had bijvoorbeeld Lucifers praal wagen niet mogen ontbreken. De lage trappenbouw met sterren aan de voorzijde der treden wekte meer associaties met de entree van een bioscoop, waar men om de afstapjes moet denken, dan met een strijd toneel van opstandige engelen, die de uit verkiezing van de pas geschapen mens niet boven zich verdragen en als straf voor hun hoogmoedige rebellie veroordeeld worden tot „val en neersmack" in de verschrik king van de hel. Ook de costuums - vooral die van de reizegsters - hadden weelderi ger, meer in de stijl van Rubens kunnen uitvallen. Bepaald de illusie storend vond ik de vleugels der bovenzinnelijke wezens, lijkend op insignes van spoorwegmannen of reclame voor een luchtvaartmaatschap pij. Uitmuntend daarentegen was het schit terende veldheersgewaad van Michaël, door Frans 't Hoen met manhafte waardig heid gedragen bovendien. Het tekort aan uiterlijke bewogenheid werd boven verwachting goedgemaakt door een over het algemeen voortreffelijke zeg ging van de voldragen, weelderige verzen. Vrijwel geen moment werd de stroom van als ene orgel bruisende taalmuziek, met de bazuinen van de angelieke koren daar hoog boven uit, een plechtstatige dreun van kalm berekende alexandrijnen. Dit vloeien de karakter is hier overigens een dubbele eigenaardigheid, daar „Lucifer" als het ware reeds in „Adam in ballingschap" overloopt. Bij het streven naar innerlijke bewogenheid in de klankrijke voordracht ging Lous Hensen, hoe mooi ook in zegging naar nuances van begrip en geluid, als de beschermenkel Rafaël, verder in verlies van waardigheid dan het klassieke even wicht der vorm verdraagt. Zeer zwak, mede door een klaarblijkelijk tekort aan tech niek, was Andrea Domburg als een vooral door dofheid opvallende eerste reizegster. Speciaal met haar in alle strakheid stra lende vertolking van de tegenzang in het eerste bedrijf bevestigde Sigrid Koetse de in haar gestelde verwachtingen, al haalde zij nog niet de gewenste volheid van toon. Pohan Schmitz - pathosspeler bij uit stek - vervulde wonderwel de in dubbele zin bovenmenselijke opdracht de titelheld een tragische allure te geveen. Het vierde bedrijf was werkelijk door zijn toedoen een monumentale versmelting van reto Luchtmachtdelegatie. Een delegatie va>n de Nederlandse Luchtmacht onder leiding van luitenant-generaal-waarnemer A. Ba- rette, chef van de Luchtmachtstaf, is zondag te Belgrado aangekomen. Zij zal in Zuid- Slavië een aantal luichtmachtcentra be zoeken. riek en persoonlijkheid. Ko van Dijk gaf aan Beelzebub op volmaakte wijze het demonische, dat zich in de tekst slechts laat vermoeden. Enkele uitschieters mogen hemzelf als waarschuwing geklonken heb ben zijn stem niet te misbruiken. Subliem van beweeglijk schilderende dictie was het aandeel van Henk van Ulsen als Apollion, de zaaier van verderfelijke twijfel. André van den Heuvel gaf aan de „geheimenis- tolk „Gabriel de wat zoetgevooisde allure van een Limburgse kapelaan, hetgeen niet verhinderde dat hij menigmaal met tref fende zuiverheid de gevoelige toon aan sloeg. Het optrekken der Luciferisten, door Bob Goedhart met sombere gloed aange voerd, stelde helaas niet veel voor. Trou wens, er was een uiterst spaarzaam ge bruik van figuratie gemaakt. Aan Henk Rigters was het halsbrekende bodeverhaal van Uriël toevertrouwd. Hij moest af en toe heel wat lettergrepen af raffelen om adem voor de machtige kla roenstoten over te houden. Zijn vlammend zwaard verwees ons naar de aarde, waar de wraakzuchtige rebellen intussen de erf zonde hadden ingesteld. Daarmee waren wij teruggekeerd bij het punt van uitgang: de verbeelding van het onstaan van het kv/aad in de wereld als een op klassieke leest geschoeid mysteriespel, tevens weer spiegelend een politiek conflict, waarbij men vele speculaties kan wagen aangaan de de toepasselijkheid van de beschuldi ging van „staatzucht" der helmelse „stede houder" op onze eerste stadhouder. Men kan ook speuren naar wijsgerige invloeden op de stelling der begunstiging van de mens. Maar men kan nooit het stuk zo treffend karakteriseren als destijds de dominees deden in hun waarschijnlijk veel zijdige verontwaardiging, opmerkende na melijk dat Vondel hier „op een vleesse- lijcke manier de hooghe materie van de diepte Godes" heeft voorgesteld. In deze uitspraak zijn namelijk enkele fundamen tele wezenstrekken van de barok onthuld, die in deze respectabele vertoning van een onspeelbaar geacht stuk niet helemaal tot hun recht kwamen. DAVID KONING. De Haagse politie is overgegaan tot ar restatie van de 20-jarige Hagenaar W. M., die op 7 april 1956 uit een opvoedingsgesticht te Wapenveld ontsnapte en sindsdien voort vluchtig was. Na zijn arrestatie, die zaterdag plaats had, bekende hij, zich aan een groot aantal inbraken in vele gemeenten in ons land te hebben schuldig gemaakt, eveneens aan de serie van 6 inbraken in Zandvoort, welke vorige week in één nacht plaats had den en waarbij óók een bezoek werd ge bracht aan hotel Bouwes. Een gedeelte van het aldaar ontvreemde was nog in zijn bezit, de rest bleek hij te hebben weggegooid. Hij bekende tevens, zich in het hotel te hebben laten insluiten. De man werd voorlopig in het politiebureau te Den Haag ingesloten. De stichting Haarlems Bloei heeft zater dagavond voor een bijzondere attractie tijdens de Bollenweek gezorgd. Hierin had het muzikale element een plaats van be tekenis gekregen. Het was toevertrouwd aan het Kennemer Kopersextet, dat onder leiding van Sas Bunge van de trans van de Grote Kerk zijn metalen klanken uit strooide over de Grote Markt, die door de winterse koude van de „lente"avond in wat eenezame verlatenheid lag te wachten op de muzikale evenementen, welke verder gebracht zouden worden door de stads- beiaardier Arie Peters, door het gezel schap „Vrij en Blij" onder aanvoering van Wessel Dekker en door de radiozanger Henk Dorel. Voor zover dat uit de vlagen koper muziek, die gedragen door de gure noor- derwind van de innen neerdaalden, op te maken was, werd er daarboven door de aan het aards gewoel onttrokken muzikan ten goed gemusiceerd met een programma, dat door zijn muzikaal gehalte gunstiger belusteringsomstandigheden, bij voorbeeld in de stille morgenuren van een zomerse feestdag, verdiend had. Mogelijk zou men een herhaling van het optreden van het sextet eens in overweging kunnen nemen. Het instrument, dat Arie Peters bespeel de: de beiaard, kon zich uiteraard wel laten gelden. De klokkenklanken werden eerst dienstbaar gemaakt aan een interes sante Sonatine van Paul Gilson, toen aan clavecimbelmuziek van Couperin en Mar tini, aan liederen van Grieg en Schubert en aan een paar volksliedbewerkingen, die in de muzikale interpretatie van de stads- beiaardier zeer konden voldoen. Ondertussen was het op de Grote Markt gezelliger geworden. In afwachting van de komst van „Vrij en Blij" schaarden zich talrijke toehoorders om de muziektent. Zij zijn aan leuke, frisse en bekende liedjes, die geestig en vlot werden gezongen door Henk Dorel en de zangeresjes van het ge zelschap niet te kort gekomen. Hun pres taties, die zeer in de smaak vielen hielden niveau. Dit mag, gelet op de bedreiging van onze volksfeesten door wancultuur, wel eens gereleveerd worden. Als gewaardeerd intermezzo werd er enige tijd hersengymnastiek beoefend on der leiding van de echte Jan Boot en de echter „Mieke". *p. ZWAANSWIJK Het dubbelspel in de tennisontmoeting Turkije—Nederland in de eerste ronde van het D.C.-toernooi (Europese zone) is gewon nen door Dehnert en Van Dalsum. Zij ver sloegen de Turkse combinatie Fcmmen-Bari met 7-5, 6-2, 6-3. Nederland heeft hiermee een beslissends 3-0 voorsprong genomen en zich in de tweede ronde geplaatst, waarin het Chili zal ont moeten. Deze wedstrijd wordt 11, 12 en 13 mei op de Metz-banen in Scheveningen gespeeld. Nederland heeft ook de laatste twee enkel spelen tegen Turkije gewonnen en daarmee de eindstand oo 5-0 gebracht. Van Dalsum versloeg Nazmi Bari: 0-6, 6-3, 6-4 8-6 en Dehnert bleef in drie sets Sefik Fenmen de baas: 9-7, 6-1, 8-6. Het grote gebouwencomplex van Figee in de hoek van het Spaarne en het zijkanaal naar de Industriehaven. Heidebrand. Bij Hilvarenbeek is maan- dag veebtig ha. hos en heide door brand ver nield. Militairen uit de ,,Kromhoutkazerae" moesten assisteren bij de bestrijding van de zich snel ontwikkelende brand.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1956 | | pagina 7