DE LAATSTE
1
„COMMUNARD"
RESPECTABELE ROMAN
VAN HUBERT LAMPO
stierfin 1942 in Siberië
Thuis reizen
De oude strijd tegen
de nieuwe gedachte
De Duivel en de Maagd
NIEUWE BOEKEN
in zakformaat
Einde der hegemonie
van Serge Lifar
Hij bleef solidair met zijn
medestrijders
ONZE PUZZEL
Première nieuw ballet
van Jack Carter
JJ
JJ
HOE MEN OOK OVER ,,De Duivel en de Maagd" de jongste (bij Stols versche
nen) roman van Hubert Lampo mag oordelen, men zal respect moeten hebben voor
de moed, waarmee hij zijn krachten gemeten heeft met een stof het „thema" der
thema's die zovele prominenten heeft aangespoord tot de hoogste inzet van hun
scheppend vermogen: de mens „op het scherp van het mes tussen verdoemenis en ge
nade". Het kan niet anders, of een auteur als hij, die in zijn veelsoortig vroeger werk
blijk heeft gegeven van een zo grote mate van verantwoordelijkheidsgevoel, moet er
zich zeer wel van bewust zijn geweest, wat hij op zijn schouders laadde, toen hij de
Satan nóg eens in mensengedaante opriep om hem in een „historische" roman tegen
over de verschijning der volstrekte onschuld, tegenover Jeanne d'Arc, te plaatsen.
H&TöB, I/REA Zf
JA, veel moed, veel innerlijke gedreven
heid, moet er voor nodig zijn geweest om
na Goethe, Thomas Mann, Valéry en Sar
tre, na „Faust" en „Dokter Faustus", na
„Mon Faust" en „Le diable et le bon Dieu"
het Mefistofelische pact te vernieuwen, Dü-
rers „Ridder, dood en duivel" in levenden
lijve te doen herverschijnen - in een histo
risch tafereel weliswaar, maar onder een
belichting dan toch, waarvan men moeilijk
de prangend-actuele strekking zal kun
nen ontkennen. Schrijvend over Jeanne
d'Arc en haar wapenbroeder Gilles de Rais,
over duivelskunst en de macht van de
boze, over een geschonden wereld en het
menselijk tekort, heeft hij in een histori
sche vermomming over déze wereld ge
schreven: over óns tekort in dit tijdsbestek.
De Maagd was zijn inzet, zoals zijzelve
een hulpeloze inzet was van een demonisch
verraad aan het goddelijk beginsel van het
goede. Lampo heeft (met de alleszins ge
oorloofde vrijheid van de romancier) aan
haar trouwe medestrijder, aan Gilles Baron
de Rais, Maarschalk van Frankrijk, tevens
haar heimelijke minnaar, de rol toebedeeld
het kwaad, aangedaan, te wreken. Hij is
getuige geweest van haar verfoeilijke te
rechtstelling, die God noch mens verhin
derde. Hij heeft de massa gadegeslagen
die lijdelijk toekeek, de onschuld in infer
nale vlammen zien opgaan, de boze zien
triumferen. Sindsdien gelooft hij aan de
oppermacht van het kwaad, van de antir
krist, van de duivel. Met walging heeft
God zich - gelooft hij - „van een verwor
den wereld afgekeerd" en haar prijsgege
ven aan de nacht, de vernietiging, de dood.
Dat is zijn „averechtse zekerheid", zijn mo-
raad van de immoraliteit: met het opperste
kwaad zal hij zich op het kwaad wreken.
Gilles - de verpersoonlijking van de
mens die zich voor de uiterste keuze ziet
gesteld - trekt de duivelse consequentie uit
het onvermogen tot het goede: hij gelooft
voortaan aan het alvermogen van het
kwaad. Men kan niet God dienen en hei
melijk de duivel de hand reiken. Men moet
kiezen: God of duivel. Hij kiest, onvoor
waardelijk. Niet dat hij de duivel met
Beëlzebub wil uitdrijven. De perfide wrok
wordt zijn drijfkracht, de rancune zijn le
vensbeginsel, het ressentiment zijn heils
leer - en men denkt al lezende aan een zeer
nabij verleden. Men denkt zelfs aan be
paalde aspecten van het heden.
„Niet de alledaagse boosaardigheid van
de mensen volstaat om de muur neer te ha
len, die ons scheidt van het rijk van de
nacht", overweegt Gilles. Niet een „laster-
mis", een obscene cultus van edelman,
burger en boer ter ere van een „vergulde
Belial" - zoals hij deze heeft zien celebre
ren in een schaamteloos-geprofaneerde
Dionysosroes - is genoeg om de zonde ten
top te voeren en in de opperste zonde het
wereldgeheimenis te doorgronden. Gilles de
Rais, eens ridder in de legioenen van de
Maagd, heeft zich opgeworpen als de Lu-
ciferische mens, die uit onmacht tot God en
in een wanhopige vrees voor de zinledig
heid van een godverlaten wereld zich tot
de duivel heeft bekeerd, vluchtend voor
zijn eenzaamheid, zijn ontworteling, zijn
„vrijheid". Voor zijn „existentiële situatie",
Teruggetrokken in zijn roofridderkasteel,
omringd door meesters der zwarte magie,
die hem met hun heksenkunst de steen dei-
wijzen, het levenselixer moeten verschaf
fen, begaat hij met een diabolisch-wreed-
aardige koelbloedigheid misdaden, die elke
verbeelding tarten. „Een kluizenaar" -
noemt hij zich in deze gedenkschriften, in
deze levensbiecht, die hij kort voor zijn
terechtstelling te boek stelt; „een kluize
naar, vervuld met duizendvoudige twijfel",
bereid tot het gruwelijkste, maar heime
lijk hunkerend naar de afgezworen god
van zijn kinderjaren. Eens - meent hij - zal
hij „de wereld verstomd doen staan, een
wereld die de duivel aanbidt, doch het niet
durft le erkennen". En onheilspellend-pro-
fetisch wordt hij, zodra hij in een satanisch
visioen de toekomst ziet: „Als in de Apoca
lyps staat de nachtelijk hemel in een ver
blindende gloed en is vol van het brullen
van een onbekend vuurspuwend gevogel
teEn overal is de dood, almachtig als
een god boven de puinen en de graven
Als een heksenmeester, een wichelaar,
een satanist, een kinderdief en een lust
moordenaar heeft hij God verzocht. Als een
satansvorst zich boven wet en gezag ver
heven wanend, is hij zijn gevang tegemoet
gereden en lasterend heeft hij zijn wereld
lijke en kerkelijke rechters gehoond. Des
ondanks geschiedt het wonder. Als een
christen betreedt hij de brandstapel.
EEN ROMAN, zo stoutmoedig opgezet,
een roman, die de greep waagt naar een
onderwerp van zo'n grootse strekking, van
zo'n actuele betekenis bovendien, mag,
dunkt me, hier en daar te kort schieten,
getoetst aan het voortreffelijke, dat zich
onvermijdelijk ter vergelijking opdringt.
Zelfs mag zijn structuur herinneringen op
roepen aan een werk van recente datum
(aan „Een vinger op de lippen" van Pierre
H. Dubois) zonder dat daarmee de zede
lijke ernst van zijn inhoud, de ongemene
stilistische verdiensten van zijn auteur, de
oorspronkelijkheid van diens visie, schade
lijdt. Dit boek bevat - detailcritiek ter
zijde gelaten - ettelijke uitnemende, diep
aangrijpende passages, die tot het aller
beste behoren, dat het Vlaamse proza der
laatste jaren heeft opgeleverd. Dat in de
katharsis aan het slot de geweldige draag
kracht der strekking zich onvoldoende aan
de woorden kon meedelen, kan een be
wonderaar van Lampo als ik alleen maar
betreuren. C. J. E. DINAUX
VAKANTIESPREIDING zou een schone
zaak zijn, dunkt me, als men zijn vrije da
gen kon regelen naar de distributie van het
schaarse artikel zonneschijn. Nu wij
minister Beyen is, als ik het weL heb, tot
deze verrassende ontdekking gekomen
over veel meer buitenland kunnen beschik
ken dan enige andere nationaliteit, Luxem
burg en Monaco niet meegerekend, is het
geen wonder dat vele Nederlanders het
goede weer aan gene zijde van de grenzen
zoeken. Holland mag zich immers met
recht een waterland noemen: vrijwel alle
vakanties vallen hier in het water. Men
kan het ook omgekeerd zeggen: vrijwel al
het water valt hier in de vakanties, maar
Marius
van Waesberghe,
P. Heuwekemeijer,
HEEFT een nieuwe muziek, of liever een
nieuw muziekgevoel, het oude ooit zonder
tegenstand verdrongen? Ik geloof het niet,
want dit is een geestelijke botsing, die sa
menhangt met de menselijke natuur, met
de tegenstellingen tussen jong en oud, tus
sen behoudend en vooruitstrevend. Het
verslag vain een bij
eenkomst, op 13
maart gehouden in
het Concertgebouw te
Amsterdam door de
Vereniging van Con-
certgebouwvrienden,
bewijst weer, dat de
tijden mogen veran
deren, maar dat de
mens in dit opzicht
dezelfde blijft. Een
forum, gevormd door
de heren mr. W. S.
Schokking, prof. dr. E. Reeser
Flothuis, dr. J. Smits
Hans Henkemans en
wisselde daar van gedachten over het
vraagstuk van de moderne muziek op de
programma's van het Concertgebouw-
Orkest en beantwoordde de vragen, die de
overige aanwezigen stelden. Uit het ver
slag, in het aprilnummer van „Preludium"
orgaan der Vereniging opgenomen,
blijkt dat er onder de abonnees van de
concerten nogal ontevredenen waren over
de keuze van sommige moderne werken op
de orkestprogramma's. Vooral het Viool
concert van Arnold Schönberg, uitgevoerd
in de loop van het laatste seizoen, had
velen verontrust. Ik vermoed, dat de door
dit werk veroorzaakte oppositie, wel de
doorslag zal hebben gegeven tot het beieg
gen der samenkomst.
Misschien herinnert men zich, dat ik al
eerder in deze rubriek (op 11 februari)
enige beschouwingen aan Schönbergs werk
heb gewijd. Ik besloot die met de woorden:
„Ik kan er het respectabel werkstuk van
een zeer bijzonder man in zien, maar als
muziek doet het mij aan als een tragische
curositeit". Men zou hieruit kunnen lezen,
dat ik het met de oppositie eens ben. Maar
dan haast ik mij toch te verklaren dat dit
niet het geval is. Omdat ik meen, dat er een
misverstand heerst bij de protesterende
abonnees. Alvorens een abonnement te ne
men op de concerten van representatieve
orkesten, ik noem nu maar het Concertge
bouw-Orkest, is het nodig te overwegen,
dat men zich hiermee niet verzekert louter
muziek te zullen horen, die men mooi,
prachtig of verrukkelijk vindt. Dat kan
eenvoudig niet. Int dat geval neme men,
als een aantrekkelijk programma wordt
aangekondigd, losse kaarten. Een orkest,
door de overheid gesubsidieerd voor zijn
culturele arbeid, kan deze taak slechts ver
vullen door een beeld te geven van de ont
wikkelingsgang der muziek tot in het
heden. Doet het dit niet, dan schiet het in
die taak te kort. Het komt mij dus voor,
dat hier eigenlijk in het geheel geen pro
bleem ligt, want wie kan de redelijkheid
hiervan ontkennen? Er is natuurlijk wel
een ander vraagstuk en dat is wat ook
op de Forumavond werd aangeroerd de
dosering van moeilijk
te verwerken moder
ne werken, de plaat
sing ervan, al dan
niet tussen algemeen
gewaardeerde com
posities, noodzakelij
ke overwegingen, die
elke leiding voor gro
te moeilijkheden stel
len. Begrip te heb
ben daarvoor valt
menigeen zwaar. De
interrupties uit de
zaal bewezen dit, indien ik het verslag
van de bijeenkomst althans mag geloven.
Iemand vroeg: „Waarom organiseert u
niet een aparte serie met die moderne mu
ziek?" (Applaus en geroep uit de zaal: „Dat
durven ze niet, want dam komen we niet!").
Eigenlijk zou men een dergelijke reactie
iets eerder in een plattelandsgemeente dan
in Amsterdam verwachten, maar afgezien
daarvan, het organiseren van aparte series
van moderne muziek zou wel de meest on
praktische manier zijn om de muzie'kvriend
met de hedendaagse kunst vertrouwd te
maken. Er zou natuurlijk een avant-garde
komen luisteren, maar die behoeft niet
meer gewonnen te worden en zou zeer
waarschijnlijk te klein zijn om dergelijke
series te rechtvaardigen. Terecht merkte de
heer Flothuis daarbij op, dat twee of meer
nieuwe werken op één programma zelfs
vaak te veel vergen, van het opnemings
vermogen van vakmensen.
Ook de keuze uit het werk der heden
daagse componisten is niet minder moeilijk,
want die vergt een scherpe blik op artis
tieke kwaliteiten en eist tegelijk onbevan
genheid en integriteit. De programmalei
ding behoort te zijn toevertrouwd aan zeer
bevoegden met groot verantwoordelijk
heidsbesef. Want het feit, dat een componist
in een of ander modern idioom schrijft, wil
nog niet zeggen dat zijn werk dient te wor
den uitgevoerd. Het moet op een zo hoog
artistiek peil staan, dat het daaraan een
zeker recht op openbaarmaking zou kun
nen ontlenen. Dit te beoordelen is niet
ieders werk.
Ten slotte: deze beschouwingen zijn een
poging om de zaken zuiver te stellen, zon
der in te gaan op de mérites, of op het ge
brek aan mérites van de moderne compo
nist. En één ding is zeker: u kunt hem be
wonderen of verwerpen, de moderne com
ponist zal altijd blijven bestaan!
WILLEM ANDRIESSEN
dat blijft in wezen toch precies hetzelfde.
Nu is er één ding nog heerlijker dan het
doorbrengen van een vakantie in het bui
tenland, namelijk het overwegen van het
probleem voor welk land men eventueel
deviezen zou kunnen en willen aanvragen.
Sterker nog: men kan kosteloos voor de
winkelramen van de reisbureaus, uitstal
kasten der kostbare verleiding, de verre
gaandste dromen koesteren als men zeker
weet toch niet te kunnen beschikken over
de middelen, die zouden maken dat de wer,
kelijkheid beneden de verwachting blijft.
Het is een snipperdag waard om in de strie
mende Hollandse lentewind visioenen te
ontwerpen van harswijn bij de bouwvallen
der antieke beschaving in Griekenland of
van geitenkaas bij de watervallen van
Zwitserland of zomaar van Nergensland,
waar het klokje net zo tikt als thuis of in
de lommerd. Denken is per slot van reke
ning nog goedkoper dan u reist. En wat de
luchtvaart betreft: het geld vliegt nog snel
ler dan u zelf. Het enige bezwaar van deze
besparing is de renteloosheid.
Het is een heerlijke gedachte om tijdens
de buien, die het verblijf van vreemde
lingen tussen de bollenvelden bederven,
door het postvatten voor een met bonte af
fiches behangen etalage de indruk te wek
ken, dat men zich de weelde zou kunnen
permitteren met achterlating van alle zor
gen te genieten van de blauwe meren tus
sen de gore bergen, van de geheimen der
Egyptische duisternis of dat men eigenlijk
verlangt naar- sneeuw in plaats van dren
zerige motregen. Natuurlijk legt dat ver
plichtingen op, namelijk dat men moet on
derduiken tijdens de zomervakantie in een
beschut achtertuintje, op de groezelige
heide van het Gooi of tussen het hakhout
van de verbijsterende Veluwe, waar men
het natuurschoon per strekkende meter
heeft gereserveerd voor de ware vrijbuiter
met knapzak en thermosfles.
Om de illusie volkomen t-» maken dient
men om de zoveel dagen in hei reisbureau
een nieuw prospectus voor een ander bui
tenland te vragen, want het zijn juist de
moeilijke klanten die hoge verwachtingen
wekken. Bovendien kosten die prospectus
sen toch niets, gevuld als ze zijn met gra
tuite beweringen, die men als rechtgeaard
Hollander niet eerder gelooft voor men ze
met eigen ogen bevestigd heeft gezien. Wie
verre reizen doet, kan veel verhalen. Er is
echter een troost voor de thuisblijvers: wie
verre reizen doet zonder het verlangde ver
tier te vinden, kan niets verhalen zeker
niet bij het reisbureau, dat er uiteindelijk
alleen maar is om kaartjes aan de gaande
man te brengen. KO BRUGBIER
Tot grote opluchting van de Franse bal
letminnaars heeft Georges Hirsch, de
nieuwe administrateur van de Parijse
Opera, besloten een einde te maken aan
de alleenheerschappij van Serge Lifar over
het ballet van deze instelling. De reeks
woedende aanvallen op Lifar, die inhiel
den dat hij blijkens het repertoire een diepe
minachting koesterde voor het weck van
andere choreografen en voorts nooit te
vreden was, wanneer hij niet zelf op het
toneel stond, hebben blijkbaar succes ge
had. Hoewel Lifar natuurlijk niet aan de
dijk gezet word't, heeft Hirsch thans beslo
ten om in het komende seizoen in ieder ge
val Roland Petit aan het werk te laten,
maar vermoedelijk eveneens Balanchine
en Robbins, waarbij ook jonge Choreogra
fen een kans krijgen. Bovendien wordt de
hiërarchie in de troep geducht herzien.
Het is natuurlijk wel jammer, dat er nu
een einde komt aan de bijzonder vermake
lijke stukken, die de scherpste pennen on
der de Franse balletcritici op gezette tijden
aan Lifar wijdden, alsmede aan de antwoor
den van Lifar, die voortdurend op tragische
toon opmerkte dat hij zijn gehele leven aan
het Franse ballet had geofferd. O
De „Bloedige week''
van 22 tot en met
28 mei vormde het
laatste bedrijf van
de tragedie van de
Parijse Commune
van 1871. De over
levenden van de ge
vechten op de barri
caden werden door
het leger van Thiers
op staande voet
doodgeschoten en
het was al voldoen
de om zwarte han
den te hebben om
als Communard ge
brandmerkt te zijn
Een handje vol Pa-
rijzenaars verdedig
de in een gevecht
van man tegen man
een der laatste stel
lingen van de Com
mune, het kerkhof
Père Lachaïse. Na
een meedogenloze
strijd tussen de zer
ken werden de ge
vangenen gefusil
leerd. Evenals zo
vele andere tafre-
len van de opstand
werd ook dit ogen
blik door vele kun
stenaars vereeu
wigd. Wij drukken
hierbij een gouache
van Alfred Darjon
af, welke zich in het
museum van de stad
Parijs, het Musée
Carnavalet, bevindt
liefst bij de „Mur des fédérés" in de buurt, Ten tweede heerste er in Parijs* dn
de stille hoek van de begraafplaats Père btede kringen grote ontstemming over het
Lachaise, waar de laatste barricadestrij
ders, na een week van bloedige gevechten
tegen een tienvoudige overmacht door wat economische problemen. Na het einde van
IN EEN van de laatste nummers van het Thiers „de krachten van de orde" beliefde het beleg verklaarde de regering immers
Russische weekblad Ogoniok komt de noemen, werden doodgeschoten.
foto van een grafsteen in Nowosibirsk voor. Die „Mur des fédérés" nog steeds het
Daaronder bevindt zich het gebeente van doelwit van heel wat plechtige herdenkin-
Adrien Lejeune, een Parijzenaar, die in gen heeft thans tegenover zich de gra-
1928 naar de Sovjet-Unie, door hem als ven van een paar uitstekende voorvechters
zijn tweede vaderland beschouwd, was ge- Van de arbeidersbeweging, op wier graf
gebrek aan inzicht, dat de regering toonde
in de door de oorlog veroorzaakte sociaal-
alle huren en vorderingen zonder meer in
baar, hetgeen velen tot de bedelstaf bracht.
In de derde plaats verlangde men niet
alleen in Parijs maar in alle Franse steden
naar een einde van het centraliserende be-
HET pseudo-culturele gejammer over de de
preciatie van het boek (liefst met hoofdletters!)
waartoe het op grote schaal uitgeven van
„pocketbooks"' uiteindelijk zou leiden, is zo
langzamerhand bijna geheel verstomd. De lezer
van vandaag accepteert het ingenaaide boekje
met de kleurige omslag om het even of het
een amusementsroman, een litterair meesterstuk
dan wel een wetenschappelijk werk betreft
even gewoon als voorgaande generaties het tus
sen met linnen beplakte stukjes karton vastge
lijmde boek. In vergelijking met de gigantische,
uit hout, leer, perkament, smeedijzer en hand
geschept papier gemonteerde volumes van vóór
dié tijd betekent dit echt geen bewijs van ver
minderd respect.
Het is buiten kijf dat een boek als The law
of civilization and decay van Brooks Adams
heden ten dage door praktisch geen sterveling
meer gelezen zou worden, ware het niet her
drukt en uitgegeven in de aantrekkelijke vorm,
waarin het thans verkrijgbaar is gesteld. Voor
de zoekers naar formules, waarin de wetten, die
de loop der menselijke geschiedenis zouden be
heersen, gevangen kunnen worden, een zeer in
teressant werk, dat bovendien niet ten onrechte
door de Amerikaanse intelligentsia met trots
gerekend wordt tot een van de belangrijkste do
cumenten van hun geestesleven. Heeft hierin
Brooks Adams immers niet na gedegen studie
de theorieën geboekstaafd, die na hem onder
meer door Marx en Spengler weer werden op
genomen en op hun wijze verder uitgewerkt?
Men kan de invloed van dit zestig jaar geleden
voor het eerst verschenen boek afmeten aan wat
Charles A. Beard daarover verhaalt in zijn voor
de hedendaagse en niet-Amerikaanse lezer be
stemde inleiding.
Sigmund Freud is een andere figuur, die gro
tendeels thuis hoort in de vorige eeuw en wiens
werk evenzeer baanbrekend moet worden ge
noemd. Na een enorme hoeveelheid uitgaafjes
in de trant van ,,Freud voor Jan en alleman"
verscheen ter opluistering van de herdenking
van zijn geboortedag zijn General Introduction
to psycho-analysis, waarin hijzelf ten gerieve
van de volslagen leek op dit gebied de grond
slagen, werkwijzen en resultaten der psycho
analyse heeft uiteengezet. Als aanvullende litte
ratuur hierop verdient Lectures on Psycho-ana-
litic psychiatry bijzondere aanbeveling. Evenals
Freud is dezer dagen ook Louis Bromfield in de
pers herdacht. Deze onlangs overleden farmer
schrijver met zijn feilloze intuïtie en inzicht in
de psychologie van de enkeling en in de onder
linge verhoudingen heeft zich in The Farm vol
komen kunnen uitleven: in de beschrijving van
de strijd om het meest elementaire geluk èn
economische zekerheid, die drie generaties van
een Amerikaanse pioniersfamilie te leveren had
den tegen hun successievelijke antagonisten: In
dianen, spoorwegen en grote steden. Hierin en
in The rains came ziet men Bromfield op zijn
best. A. M.
standig'heden kon doen: cumulatie van
salarissen en abnormale lonen voor de hoge
ambtenaren werden afgeschaft, er kwamen
ww,. w stuurssysteem, dat veel meer op de bë- arbeidsbureaus, de nachtarbeid voor bak
paan. Hij stierf er op 95-jarige leeftijd in stenen vermeld staat dat zij lid waren van hoeften van het platteland dan op die van kers werd verboden, evenals geldstraf i
een stad in de Siberische steppen. Dat was de. Commune: Alexandre Ricties. Edmé CU! steden ïlfp'estemd np do ITO Iri ror-on i rfi n rto.n
steppen. Dat was de Commune: Alexandre Ricties, Edmé de steden was afgestemd.
in 1942, toen het Russische leger in een Charles Chabert, Prudent-Dervillers, Hen-
titanenstrijd was gewikkeld tegen de rj en Caroline Mortier, Pascal Faberot,
Duitse overweldigers. Adrien Lejeune werd Benoit Malon, Jean Longuet, Paul Lafar-
de bedrijven, de vakverenigingen werden
it—t.t rrprri ingeschakeld bij de exploitatie van door de
naam tegen de aansla1^ oThl iÏÏK eig™ verlaten ondernemingen en bij
-P da verdeling van opdrachten van de over-
toen in een hospitaal in Nowosibirsk ver- gue en Laüre Lafargue-Marx, Victor ho,°S oplaaide, provoceerde de regering heid De lee°nbank werd gereorganiseerd
7 IT"., 7. rl r. J 7ol f ri O rvric tnn^ rlriAV TirvV» r-< n o »- Varen 11 1 ao O
pleegd. Enkele dagen voor zijn dood Dejeante, Gustave Lefrangais, en de chan
schreef hij een brief van bewondering en sonnier J. B. Clément, auteur van „Le
bemoediging aan de Russische soldaten, temps des cérises." Laatstgenoemde bevindt we' gehele bestuursapparaat. In het
zelf de opstand door zich naar Versailles de woeker verboden en dat alles in een
tTug„t.f; Tek:kU ?et.medeneming van vrij- samenleving waar een man als De Lamar_
die met hem in dat ziekenhuis lagen. De zich sinds enige jaren in gezelschap van
brief eindigde met de woorden: Leve het twee geestverwante dichter-schrijvers:
roemrijke Rode leger, Leve de Commune Henri Barbusse en Paul Eluard, wier gra-
van Parijs!" ven zicb jn de onmiddellijke nabijheid be-
virden van een reeks gedenktekens voor
ZO N BERICHTJE in Le Monde, een de jn de jon,gSte oorlog omgekomen ver-
paar regels cursief gezet tussen zoveel be- zetsstrijders zoals Paul Vaillant-Couturier wraak te nemen voor het feit, dat zij bij de
lang'rijker en actueler nieuws, >mert ons en Louis Thorez en de vijfendertighonderd
weer eens terug naar die bewogen dagen fransen die in het concentratiekamp
van 18 maart tot 29 mei m het jaar 1871 NeUengamme het leven lieten,
toen het Parijse volk met al het hem eigen
vuur de even oprechte als ongelijke strijd TOCH MAG MEN de Commune niet
levende tegen lafheid en kortzichtigheid vereenzelvigen met een uitsluitend links
en voor politieke en sociale gerechtigheid, politieke beweging, al is het wel waar dat
tine nog in 1848 een boek kon schrijven
tegen „het misdadige plan van een pro
gressieve inkomstenbelasting."
De Commune was bij wijze van spreken
de regering van „de gewone man," die nooit
had geprofiteerd van baantjesjagerij en
protectie, die altijd had moeten opdraaien
,oon 10.0 vcor de fouten van het heersende régime
revoluties van 1830 en 1848 door de bour- jS_ f
en die zich nu ook vrij voelde om te han-
geoisie in de steek waren gelaten toen het j„i„„
t_ delen naar eigen inzicht en te regeren vol-
erom ging hun economische positie te ver- - 6
daardoor ontstane vacuum moesten de op
standelingen wel zelf gaan regeren, hetgeen
hun rebellie in de ogen van Thiers en zijn
aanhang nog accentueerde.
Voor de arbeiders vormde de Commune
ongetwijfeld een schone gelegenheid om
Tr j n §ens beginselen van logica en gezond
beteren. De samenstelling van de Commune ^tanr1
was dan ook rijk gevarieerd, zoals het gees
telijk leven van Frankrijk zelf. Aanhangers
van Proudhon en Blanqui regeerden er met
Een strijd welke naar het gevoel van de bet arbeiderselement daarin overwoog en verstokte Jacobijnen en Socialisten, leden
Parijzenaars, maar ook van velen buiten bet besluitvaardigst was.
de Franse hoofdstad, niet alleen om hun in de eerste plaats was de Commune
eigen zaak ging, maar om die van de gehele vooral een zuiver-patriottische beweging
mensheid. welke voortkwam uit de vaste wil van de
Adrien Lejeune zal wel de laatste over- Parijzenaars om de strijd tegen Bismarck lant, met advocaten als Protot en Tridon,
met kunstenaars, schrijvers en journalisten
als Courbet, Vermorel en Vallés.
Men kan zeggen, dat de Commune aan
van de Internationale tezamen. Omhoog-
gekomen arbeiders als Varlin en Benoit be
raadslaagden er met leraren en onderwij
zers als Arthur Arnould en Edouard Vail-
levende van dat tijdperk zijn geweest. Hij en zijn landjonkers voort te zetten, een
was de laatste Communard wiens stem, offerbereidheid waarmee de vreesachtige
zelfs veertien jaar na zijn dood, nog tot ons capitulatie-regering, welke de failliete
komt. In zijn laatste woorden onderstreepte boedel van het Tweede Keizerrijk had over- die veelvervige schakering ten onder is ge-
hij de bijna mystieke band welke er inder- genomen, niets wist te beginnen. Het sein gaan. Er was geen leidende partij, er waren
daad is gelegd tussen de Russische revolutie tct de opstand werd dan ook pas gegeven 1""J J ""J"J
van 1917 in oorsprong evenals de Parijse toen de verdedigers van Parijs, de Garde
Commune van 1871 een volksopstand cm Nationale, de kanonnen moest afgeven die
eindelijk staatkundige en maatschappelijke de Franse hoofdstad hadden moeten ver-
gelijkheid der burgers te verkrijgen en dedigen: Thiers was als de dood voor de
dat Franse voorpostengevecht. De geboor- iont jn bet kruitvat.
tedag \an de Commune 18 maart
alleen leidende persoonlijkheden. Een alge
mene doctrine ontbrak: dat is wat Marx en
later Lenin uit de ervaringen van de Com
mune leerden.
Maar in de twee maanden van haar be
staan heeft zij gedaan wat zij in die om-
Dat hééft men in Versailles nimmer wil
len begrijpen en men heeft alle verzoe
ningspogingen er zijn er vele geweest
van de hand gewezen, omdat men wel wist
dat de gewone man een hekel heeft aan
bloedvergieten en militarisme. Die natuur
lijke geaardheid is ook de Communards
noodlottig geworden. Hun gebrek aan mili
taire discipline en organisatie heeft hen
echter niet verhinderd in het schijnsel van
de vlammen en schier verstikt door de
rook van de door de „krachten van orde"
in brand geschoten gebouwen op de barri
cades van ontembare moed blijk te geven.
En het is waarschijnlijk met de gedachte
aan die heroïsche strijd, dat Adrien Le
jeune in 1942 in Nowosibirsk onder de
kreet „Leve de Commune" de laatste adem
heeft uitgeblazen. J. H. BARTMAN
werd ook de Russische nationale feestdag.
Een Russische kruiser droeg de naam van
de Parijse Commune en de gebalsemde
Lenin, die in zijn werken overvloedig van
ziin bewondering voor de voorgangers van
1871 getuigde, rust onder de rode sjerp van
een Parijse Communard in zijn mauso
leum. Men kan zich dus gemakkelijk voor
stellen, dat Adrien Lejeune toen het in
Frankrijk leeg om hem heen begon te wor
den, omdat de ene na de andere overleven
de van die roemruchtige periode en dat
waren er al niet zo heel veel meer, want de
soldaten van de heer Thiers hadden twin
tigduizend Communards over de kling ge
jaagd, voordat men tot een zogenaamde
berechting overging verlangen ging naar
een land, waar de strijd, waaraan hij deel
had genomen, in ere werd gehouden. Daar
mee bleef hij in zekere zin solidair met zijn
medestrijders: maar heel weinig Commu
nards hebben hun revolutionaire verleden
verloochend ze hadden er ook geen
reden toe en velen lieten zich bedekt
f onder een rode strijdvlag ten grave dragen,
Horizontaal: 1. vogel. 3. kleine druif zonder Verticaal: 1. bede, 2. leeg, 3. genever, 5.
pit, 7. suikerstroop, 9. klank, 10. aarden vuur- moed, 6. ruig, 9. Larissa, 10. vin, 12. Ned, 13.
potje. 11. voorzetsel, 13. overdracht van een
wissel, 14. Nederl. schaakmeester, 16. duw,
vet, 15. reet, 16. merk, 17. Eist, 18. keel.
De prijzen van onze vorige puzzel wer-
ILrde2e3 papegaai8l^stuk* bouwland den na loting als voIgt toegekend: J. Har
laar, 23. papegaai, 24. stuk bouwland. wijne, Zuidpolderstr. 26, Haarlem 7,50);
C. J. van der Linden, Platanenstraat 15,
IJmuiden-Oost 5,en J. H. Hogeweg,
Verticaal: 1. zinspreuk, 2. lusthof, 4. stilte,
5. familielid, 6. bergplaats, 7. naar de laatste
smaak, 8. mondbehoefte, 11. kwinkslag, 12.
voorzetsel. 15. afzonderlijk, 17. zwaardvis, 18. T oorhoutstraat 16, Haarlem (J 2,50).
gifslangetje, 20. hemellichaam, 21. zuivel-
produkt.
Om in aanmerking te komen voor een van
de drie geldprijzen ad f 7,50, f5 en f 2,50
dient men uiterlijk dinsdag 17 uur de op
lossing in te zenden aan een van onze bu
reaus in Haarlem: Grote Houtstraat 93 en
Soendaplein: in IJmuiden: Kennemerlaan 186.
Men wordt verzocht de oplossingen uit
sluitend per briefkaart in te zenden, met
duidelijke vermelding: „Puzzel".
Oplossing vorige puzzel:
Horizontaal: 1. Belg, 4. Amer,. 7. eek. 8.
Deen, 9. Levi, 1. genadig, 14. ver, 15. remedie,
19. eter, 20. slee, 21. Oss, 22. taks, 23. atol.
Het Ballet der Lage Landen, onder ar
tistieke leiding van Mascha ter Weent;,
zal op woensdag 23 mei in de stadsschouw
burg te Amsterdam de première geven v
„The witchboy" (Het Heksenjong) van
Engelse choreograaf Jack Carter, op c;
moderne Amerikaanse ballade „Barba.
and Ellen" gebaseerd. De muziek voor d.
bal'let is speciaal gecomponeerd door c j
jonge componist Leonard Salzedo.