N.Z.H. reeds groot streekvervoerbedrijf
lang voordat men dat begrip kende
Pacht is geen zakelijk recht
Bij een 75-jarig bestaan
Misoogsten in Siberië geweten
aan de bioloog Lysenko
Wettelijke regeling die de pachter
beschermt acht zij voldoende
Onder Stalin stond wetenschap onder
druk van partij en regering
7
Mening der regering:
Belangstelling voor werk
van de UNO neemt toe
Laat glans
uw trots zijn!
50 ct
Erdal
Weerbestendig
Poetsextract
Franse export naar
Nederland geliberaliseerd
Bondsadvies aan kleine
zelfstandigen:
WOENSDAG 30 MEI 1956
De veelzijdigheid van oorsprong en samenstelling van het net van de N.Z.H.
vond haar weerspiegeling in de gevarieerdheid van het rollend materieel. Van
boven naar beneden ziet men hier de oude E.N.E.T.-motorwagens met een
volgrijtuig bij de viersprong in Aerdenhout - een foto welke omstreeks de
eeuwwisseling werd genomen - een in 1928 in gebruik genomen motorrijtuig
met middenbalcon voor de stadslijn in Haarlem (links) en een herinnering aan
de laatste rit op die lijn op 31 oktober 1948 (rechts), daaronder een foto van
de Ford-trambussen die in 1947 op grote schaal in gebruik werden genomen
ten behoeve van de opbouw van het stadsbusnet in Haarlem, zoals wij dat nu
kennen. De laatste twee foto's brengen het lot van de tramlijn Zandvoort-
Haarlem- Amsterdam in herinnering. Op de Langebrug in Haarlem ontwaart
men het kloeke Budapestertramstel, dat van 1924 af zoveel goede diensten op
deze drukke lijn heeft bewezen. Men ziet echter ook dat het voor het weg
verkeer in de binnenstad een nogal omvangrijk obstakel vormt. Vandaar dat de
N.Z.H. nog in 1947 plannen ontwierp voor een moderne tweelingtram, waarvan
er achttien voor de dienst op Amsterdam-Zandvoort besteld zouden worden.
De goede voornemens werden echter door de feiten achterhaald: het gemeente
bestuur vab Amsterdam weigerde de in 1954 aflopende concessie voor het traject
door Amsterdam voor een langdurige exploitatieperiode te verlengen, waar
door het bestaansrecht van de tramlijn twijfelachtig werd.
Het belangwekkendste aspect van het op 13 juni officieel te vieren 75-jarig
bestaan van de Noord-Zuid-Hollandse Vervoermaatschappij schuilt niet in de
verandering van de vervoerstechniek sinds 1881, zoals die in de achtereenvol
gende naamsveranderingen van Stoomtramwegmaatschappij via Tramwegmaat
schappij tot Vervoermaatschappij tot uiting is gekomen, ook niet in de
toegenomen omvang van het vervoer en daarmee gepaard gaande betere
economische fundering van de onderneming, maar vooral in de vroegtijdige
ontwikkeling van het bedrijf tot een streekvervoeronderneming in de ware zin
van het woord. De meeste van de ongeveer zestig streekvervoerbedrijven in ons
land zijn pas in de jongste tijd ontstaan of hebben althans pas na 1937, het jaar
waarin de Wet Autovervoer Personen tot stand kwam, welke van uitzonderlijk
belang is voor een „duurzame en redelijke vervoersvoorziening", hun huidige
vorm bereikt.
Bij de N.Z.H. is het'grondpatroon van het se ren. Gezien de ervaringen mag men ech-
huidige net. eigenlijk reeds in 1909 bereikt t.er verwachten dat men ook deze kracht
en afgerond: in 1924. De stamlijn Haarlemproef zal doorstaan.
Leiden-, die voor zover wij hebben'kunnen 75 jaar is de N.Z.H. uitgegroeid tot
na-gaan op 1 mei 1881 werd geopend voor bloeiend Nederlands streekvervoerbe-
het traject HillegomLeiden en voor het (jirijf. Ongeveer veertienhonderd personen
gedeelte Haarlem (DreefHillegom op 29 verdienen er hun brood en onder heel wat
juni daaropvolgend, is de enige lijn gefole- beter voorwaarden dan in 1881. De onge-
ven van d;e N.Z.H. tot 1909. In dat jaar ver- Veer 150 bussen rijden jaarlijks om en bij
wierf de Hollandse IJzeren Spoorweg Maat- (jg twaalfmiljoen kilometer, de ongeveer
schappij de aandelen en werd de N.Z.H. de jgO tramrijtuigen ongeveer elf miljoen. Het
kern van een net, dat bestond uit een aan- aantal reizigers dat per jaar van de dien-
tal lijnen die reeds onder auspiciën van de sten gebruik maakt nadert de zestig m-il-
H.IJ.S.M. waren aangelegd en geëxploi- j,oen. De winst, broodnodig voor vernieu-
teerd, zoals de stoomtraml-ijnen van Leiden winig Van het materieel en voor opvoering
naar Katwijk en Noordwijlk, die in 1881, vain <}e pfersoneelsvoorziendngen, ligt de
respectievelijk in 1885 geopend waren. Ver- iaa.tgte jaren tussen één- en anderhalf mil
der de in 1896 geopende stoomtramdienst joen. Toch moet men aan dat laatste cijfer
van Haarlem naar Alkmaar en de paarde- njet optimistische verwachtingen kno-
tramlijnen in Leiden en Haarlem, respec- pen. Want het vervoerbedrijf in Neder -
tievelijk overgenomen van de Rotterdamse ian,(} js zeer gevoelig voor conjuctuur-
Traimwegmaatschappij en de Haarlemse schommelingen en ondervindt een natuur-
Tramwaymaatschappij. Bij die gelegenheid pjike concurrentie van andere ve-rvoermid-
verdween ook het woord „stoom" uit de <jelen, vooral van fiets en bromfiets. Maar
naam van de N.Z.H.: men nam zich voor gezjen de gezonde basis en de evenwichtige
een elektrisch net op te bouwen, dat op de bedrijfsvoering is er voor de bedrijfsleiding
modernste wijze in de vervoerbehoefte zou geen enkele reden om dit jubileum, dat
voorzien. Zo reden de toen nog gele motor- overigens slechts sober wordt gevierd, niet
wagens van de N.Z.H. van 1 september af mej opgewektheid tegemoet te zien.
door Leiden op de stadslijn van de Hoge
Rijndijk naar Oegstgeest, een maand later
gevolgd door de elektrificatie van de lijn
naar Katwijk. In 1912 volgde de zijtak
RijnsburgNoordwijk en weer een jaar
later kon Haarlem zijn oude paardentram
vaarwel zeggen en begon de exploitatie van
de stadslijn den HoutSoenda plein, waar
na in 1914 de dienst op de Lijn Verwuft
Overveen, via de Zijl weg kon worden aan
gevangen, al zou het tot 1916 duren voor
die verbinding naar het eindpunt bij de
spoorwegovergang in de Bloemendaalseweg
kon worden doorgetrokken. In 1917 ten
slotte volgde de elektrificatie van het tra
ject den HoutHeemstede.
Aan die periode is de naam van Lr. W. J.
Burgersdijk, die tot 1940 directeur zou blij
ven, onverbrekelijk verbonden. Intussen
verwierf de N.Z.H. in 1914 ook nog de
stoom-tramlijn van Leiden naar Den Haag
over Voorschoten en Voorburg, die in 1924
geëlektrificeerd werd. Na de eerste we
reldoorlog kwamen de aandelen van de
Eiectrische Spoorwegmaatschappij, die zelf
al spoedig de in 1899 opgerichte Eerste Ne-
derlandsche EiectrischeTramwegmaat-
schappij had opgekocht, in handen van de
N.Z.H.. In 1924 kwam de fusie volledig tot
stand, zodat de N.Z.H. toen ook de belang
rijke tramlij n AmsterdamHaarlem
Zandvoort, de Ceintuurbaan in Haarlem
met de takken naar Overveen via Juliana-
laan en Bloemende al in samenhang met
haar overig net kon exploiteren.
In 1924 was dus het streekvervoergebied
van de N.Z.H. zoals wij dat nu keoneü
reeds gevormd. Nadien was het slechts in
tensiever bediend door overneming van de
buslijnen van Noord'wijk na-ar Den Haag
en Haarlem met vertakkingen.
Een tijdelijke „uitwas" over het IJ, door
overneming van de lijnen van de Eerste en
de Tweede Noordihollandse Tramwegmaat
schappij, werd in de dertiger jaren verkre
gen. Toen werden de stoomtramverbindin
gen naar Purmerend en Volendam geëlek
trificeerd. Tevens werd de N.Z.H. daardoor
ook exploitante v-an scheepvaartverbindin
gen. In Amsterdam zelf door de verbinding
tussen het tramstation voor het Centraal
Station met dat aan de Valkenweg en ver
der tussen M-onninkendam en Volendam
met Marken.
In diezelfde dertiger jaren echter werd
geleidelijk overgegaan op een nieuwe ver
voerstechniek, die van de autobus. Men
reed tussen Purmerend en Graft en men
verving de smalspoorstadsdiensten in Haar
lem, evenals de normaalspoorlijn tussen
Verwulft en Overveen door busdiensten.
Toch onderging het elektrisch net in 1932
ook nog een'belangrijke, te lanig -uitgestelde
uitbreiding: de stoomtrams tussen Heem
stede en Leiden werden vervangen door de
fraaie tweelingrij tuigen die tot het mooiste
tramwegmaterieel behoren dat ooit in Ne
derland op de rails kwam.
Na de tweede wereldoorlog moest de ont
wikkeling onvermijdelijk voeren tot een
geleidelijke „verbussinig". Zo verdween
allereerst de tram naar Purmerend, welke
in het kader van de voortschrijdende ver-
voersooördinatie voortaan door een zuster
van de N.Z.H., de Naco, door bussen zou
worden' vervangen. In ruil daarvoor ver
kreeg de N.Z.H. de vroeger dOor vele on
dernemingen zo fel omstreden verbinding
tussen Haarlem en IJmuid'en. Een soort
late troost ook voor het opgeven van de
verbinding tussen Haarlem en Alkmaar,
die al in 1924 uit de dienstregeling ver
dween door de moordende concurrentie van
tal van busondernemers. Zoals men weet
staat ook de lijn tussen Amsterdam en Vo
lendam op het punt door de Naco overge
nomen te worden, waarmee de vervoers-
coördinatie in Noordtoolland ongetwijfeld
gediend is, ook al behoudt men uitsteken
de herinneringen aan het door de N.Z.H.
gevoerde beheer.
De vervanging van de stadslijn Haarlem-
Heemstede in 1948 en van Haarlem—Lei
den in 1949 door busdiensten ligt nog vers
in het geheugen.
In 1947 verdween de concurrent in Haar
lem, de Haarlemsche Brockway Busmaat
schappij, van het terrein en kon de N.Z.H.
ook de grondslag leggen voor een goed ge
ëxploiteerd stadsnet.
De weerstand in Amsterdam tegen het
handhaven van de „Haarlmse" tram in de
binnenstad heeft ertoe -geleid1, dat de aan
vankelijke plannen tot modernisering van
de lijn AmsterdamZandvoort opgegeven
moesten worden. Ook hier staat men nu
voor de zware taak een het publiek bevre
digende vervanging door bussen te organi-
Een historische foto van de door de N.Z.H. overgenomen Leidse paardentram.
Een dergelijk vervoermiddel reed tot 1913 ook in Haarlem van het station naar
het einde van de Dreef, waar aansluiting werd gegeven op de stoomtram naar
Leiden. De foto werd ons welwillend ter beschikking gesteld door het fotobureau
van de Nederlandse Vereniging van belangstellenden in het spoor- en tramweg
wezen. Uit hetzelfde archief is de opname afkomstig van de stoomtram in de
Haarlemmerhout.
Zo reed in 1881 de stoomtram door de
Haarlemmerhout.
De regering meent, dat het geen aanbe
veling verdient de pacht tot een zakelijk
recht te maken. Zij heeft daartegen juri
dische bezwaren. Bovendien is in de prak
tijk een behoefte aan een zakelijk pacht-
recht niet gebleken. Dit zeggen de minis
ters Van Oven en Mansholt en staats
secretaris Van den Berge in hun Memorie
van Antwoord aan de Tweede Kamer over
het wetsontwerp, waarin een nieuwe rege
ling voor de pacht wordt getroffen.
Zij zetten in deze memorie uiteen, waar
om het huns inziens geen aanbeveling ver
dient, de pacht tot een zakelijk recht te
maken. Zij stellen voorop, dat het primaire
deel van de pachtwet is, de pachter te be
schermen. De wettelijke regeling behoeft
dus slechts zo ver te gaan, dat dit doel kan
worden bereikt. Dit is ons inziens het geval
met een regeling, volgens welke de pacht
een obligatoire overeenkomst is. Bij een
zakelijk pachtrecht zou de pachter in be
ginsel een vrij beschikkingsrecht ten aan
zien van dit recht hebben. Hij zou dan een
veel ruimere bevoegdheid krijgen dan hij
volgens het bestaande recht en ook volgens
het ontwerp heeft zonder dat dit nodig is.
Voorts zou een zakelijk pachtrecht in be
ginsel voor vererving ook krachtens testa
mentair erfrecht vatbaar zijn. Daarmee
zouden dezelfde bezwaren met betrekking
tot de splitsing van bedrijven ontstaan als
zich thans bij vererving van de eigendoms-
bedrijven voordoen. Een regeling om die
splitsing tegen te gaan kan in het pacht
recht veel igemakheilijjkeir'-worden getroffen
dan in het erfrecht. Tenslotte zou een za
kelijk pachtrecht in het stelsel van het
zakenrecht slechts verkregen kunnen wor
den door overschrijving in de openbare
registers, hetgeen een zeer grote verande
ring ten opzichte van de bestaande toestand
zou zijn, aldus de ministers en de staats
secretaris.
Zij ontkennen, dat het ontwerp te een
zijdig zou zijn gericht op het veilig stellen
van de belangen van de pachters en dat
de redelijke belangen van de verpachters
te zeer op de achtergrond zouden zijn ge
raakt. De regering ontkent niet, dat de be
voegdheid van de eigenaar door het ont
werp op sommige punten verder beperkt
wordt dan in het huidige recht het geval
is. Aard en karakter van het pachtrecht
worden in Nederland geheel beheerst door
de schaarste aan landbouwgrond. In het
ontwerp is er naar gestreefd, zoveel moge
lijk tot een evenwichtige regeling te ko
men, aldus de memorie.
Pachtprijsvorming
Uitvoerige beschouwingen worden in de
memorie gewijd aan de pachtprijs. De re
gering stemt volledig in met de conclusie
van de S.E.R., dat de pachtprijsvorming
uitsluitend op de rentabiliteit van het
agrarisch bedrijf gebaseerd moet zijn.
Zij acht het echter niet verantwoord de
landelijk van kracht zijnde garantieprijzen
op een zodanig peil af te stemmen, dat ook
voor de minst waardevolle gronden alle
kosten daaruit kunnen worden vergoed.
Zij zijn van mening, dat de algemeen uit
gesproken wens, dat alle in Nederland
aanwezige cultuurgrond voor landbouw
doeleinden moet worden aangewend, niet
behoeft te leiden en niet mag leiden tot
een kunstmatige opvoering van de grond
rente en daarmede van de waarde van de
betere landbouwgronden. Een systeem van
MOSKOU, (Reuter) In een der voor
naamste organen der Sovjet-Russische
communistische partij, „Partijleven", is in
een artikel over „Beginselen in'het weten
schappelijke werk", een scherpe aanval ge
daan op de bioloog professor Lysenko en
andere Russische geleerden, „die, onder in
vloed van de verering van Stalin, de feiten
aan. hun theorieën aanpasten, in plaats van
omgekeerd. Onder Stalin werden weten
schappelijke vraagstukken niet op weten
schappelijke wijze opgelost, doch men be
naderde ze onder druk van partij- en rege
ringsvoorschriften", aldus „Partijleven",
dat als voorbeeld van een dergelijke han
delwijze Lysenko's aanbeveling, tot het
zaaien van wintertarwe in Siberië, noemt.
„Prof. Lysenko had dit aanbevolen aan
de hand van proefnemingen, die hij onder
betrekkelijk mild winterweer had gedaan.
Hoewel de praktijk slechte resultaten op
leverde, bleef het landbouwproefstation te
Omsk het toepassen. Het bewees het onbe
wijsbare door in broeikassen op proef
stations te zaaien. Het zaaigraan werd
daarop aan de boeren verstrekt met ramp
zalige gevolgen. Alleen al in het district
Omsk is jaren achtereen de oogst van tien
duizenden hectares verloren gegaan", zo
schrijft „Partijleven".
Prof. Lysenko werd kortgeleden ont
heven van zijn functie van voorzitter van
de landbouwacademie. Hij is lid gebleven
van de Academie van Wetenschappen.
REGERINGSDELEGATIE UIT
TSJECHOSLOWAKIJE NAAR ONS LAND
Op 29 mei komt een regeringsdelegatie
uit Tsjechoslowakije voor een bezoek van
enkele dagen naar ons land met het doel
nadere regelingen te treffen voor de plaat
sing van twee monumenten van Comenius,
een in Naarden en een in Amsterdam.
De uit zes leden bestaande delegatie
staat onder leiding van de Tsjechische
minister van Onderwijs, de heer Kahuda,
die ook een onderhoud met minister Cals
zal hebben. Het is de bedoeling om in het
voorjaar van 1957 een door een beeld
houwer uit Tsjechoslowakije te vervaar
digen monument ter herdenking van Co
menius te Naarden te plaatsen. In de loop
van 1958 zal dan een door een Tsjechische
kunstenaar te vervaardigen monument van
speciale toeslagen voor de economisch
minst waardevolle landbouwgronden ach
ten zij, indien de veronderstelde omstandig
heden van geringe rentabiliteit zich voor
doen, een meer verantwoorde oplossing.
Rekening houdend met een aantal beper
kingen zijn de ministers en de staatssecre
taris van mening, dat bij een ongunstige
verhouding tussen de eigenaarslasten, ge
baseerd op vervangingswaarde en het hui
dige pachtpeil, de pacht aan de gestegen
eigenaarslasten zal moeten worden aange
past, al zal de pacht uiteraard te allen tijde
verband moeten blijven houden met de
winstmogelijkheden. Daar de winstmoge
lijkheden voor de momenteel in cultuur
zijnde gronden sterk uiteenlopen en er
zelfs van scheefgetrokken pachtprijsver
houdingen kan worden gesproken, zal een
eventuele verhoging van de pacht onge
twijfeld gepaard moeten gaan met een
sterke regionale differentiatie.
De Vereniging voor Internationale
Rechtsorde (VIRO) zegt in haar jaarverslag
over de periode 1 april 195531 maart 1956,
dat de belangstelling voor de werkzaam-,
heden van de UNO en de gespecialiseerde
organisaties onverminderd toenam. De
grote omvang van de ontwikkelingsarbeid,
welke de UNO op economisch, sociaal en
humanitair gebiéd beogen, heeft ïn Neder
land de openbare mening reeds in aanzien
lijke mate geboeid, een proces waaraan de
vereniging door haar voorlichtingsarbeid
actief heeft medegewerkt, aldus het ver
slag.
De VIRO zou een nauwer contact met
het onderwijs, vooral met het middelbare
onderwijs, bijzonder toejuichen. Voorts
zoekt de VIRO reeds geruime tijd naar
wegen om de band met de andere niet-
gouvernementele organisaties, welke de
raadgevende status bij de UNO bezitten,
te versterken.
ADVERTENTIE
U kunt trots zijn op uw
pronkstukken en op uw
gebruiksvoorwerpen
als ze de
stralende glans
hebben van Erdal
Weerbestendig Poetsextract.
En dan ondervindt u tevens:
minder poetsen
mooier glans
grote bus
Na zes weken van onderhandelingen is
te Parijs een nieuw Frans-Nederlands han
delsverdrag getekend, dat grotendeels gelijk
is aan het oude handelsakkoord tussen
beide landen, dat twee maanden geleden
afliep.
De looptijd van het nieuwe verdrag is
een jaar en geldt tot maart 1957. Belangrijk
in het nieuwe handelsakkoord is het feit,
dat de export van Franse gebieden naar
Nederland door de Franse autoriteiten ge
liberaliseerd zal worden.
„Maak het stembiljet ongeldig"
In een te Amsterdam gehouden bestuurs
vergadering van de Nederlandse Bond van
Kleine Zelfstandigen is een motie ver
worpen, waarin wordt geconcludeerd „dat
geen der politieke partijen die aan de ver
kiezingen deelnemen geacht kunnen wor
den de belangen van de kleine zelfstan
digen naar behoren en in de geest van de
bond te kunnen of te willen behartigen".
Alle kleine zelfstandigen wordt geadvi-
Comenius in Amsterdam worden geplaatst, seerd hun stembiljet ongeldig te maken.