De zingende zender niet het hart van REMBRANDTS ETSEN liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini Ici Radio Luxembourg - Hei ass Radio Letzeburg - This is Radio Luxemburg - Hier is Radio Luxemburg Evoluti e van het tekenachtige Illegale rechten gelegaliseerd door prestatie en traditie naar het schilderachtige zijn zelfstandige kunstwerken waarin zijn persoonlijkheid uiting zocht IIHIIIIIIIIIIH .IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIllII'lllll''"!!"""1!"'!"!''™l!i,™IIIIIU11 MET zijn vijfentwintighonderd vierkante kilometer de opper vlakte van onze provincie Drente ongeveer behoort het groot hertogdom Luxemburg tot de dwergstaten van Europa. De langegolfzender Radio-Luxem burg is met zijn vijfhonderd kilo watt het sterkste radiostation en behoort met zijn vijftien miljoen luisteraars tot de best beluisterde zenders in het Westen. MAAR BOVENAL: geen om roep heeft van zijn ontstaan af zo tot de verbeelding van het pu bliek gesproken, heeft het weten te veroveren, te heroveren en te behouden, ondanks de afwezig heid van elk gezag waarvan hij de tolk zou kunnen zijn, van elke stiek, vrouwenuur en vragenbus. ken van hun piraterie. illegale handeling. Zij moest zich, in het toen reeds beginnende ge drang in de ether, een golflengte verschaffen die in overeenstem ming zou zijn met de ambities die zij koesterde. Zij koos de 1191 meter voor haar tweehonderd kilowatt sterke zen der, in die jaren een ongekend hoog vermogen. En natuurlijk werd er door de internationale autoriteiten in etherland over deze wandaad moord en brand geroepen. De lange golf van Ra dio-Luxemburg is tot op de hui dige dag niet gelegaliseerd, maar iedereen accepteert hem als een door prestaties en traditie ver worven recht. In het golflengte plan van Kopenhagen, dat in 1950 werd vastgesteld, wordt de 1293 ideologie welke zijn leiders een meter, waarop Luxemburg nu al morele steun zou kunnen \fcer- lenen: Radio-Luxemburg moet het geheel hebben van de kwali teiten van zijn eigen program ma's, van de persoonlijkheid van zijn medewerkers, van de vin dingrijkheid van zijn produktie- leiders. Zijn programma's moeten de harten winnen van miljoenen en pas daardoor handel en in dustrie overtuigen van de publici- teitswaarde welke schuil gaat achter variété en hersengymna- jaar en dag uitzendt, wel niet ge noemd, maar er is voldoende ruimte voor zijn activiteit gelaten. En het aantal overtreders van de etherwetten is nu zo groot ge worden, dat men de meesterzan gers van Junglinster, het plaatsje halverwege de stad Luxemburg en Echternach waar de twee tweehonderdvijftig meter hoge masten van de zender voor het Franse taalgebied zich verheffen, moeilijk nog een verwijt kan ma- illegale" zender te Junglinster Radio, vereniging van kunst en techniek Het is duidelijk, dat Radio- DE LUISTERAARS hebben Ra- Luxemburg slechts gesticht kon dio-Luxemburg onmiddellijk ver worden door mensen, die geboren geven toen zij bemerkten, dat zij en onvermoeibare pioniers zijn. op een vaste pleisterplaats kon- Zulke voortrekkers zijn ook vrij- den rekenen wanneer zij behoefte buiters. Zij hebben ruimte nodig hadden aan wat ontspanning en om te werken en om hun kwali- verpozing, als zij hun zinnen eens teiten tot hun recht te laten ko- wilden verzetten en de zorgen men. De pioniers van Radio- van alledag vergeten. Luxemburg hebben goed gezien De izegrimmen, die elk radio- toen zij juist het groothertogdom programma willen meten met de als hun werkruimte uitkozen. In maten van een Third Programme, Frankrijk was het befaamde Ra- mogen hun voorhoofd fronsen bij dio-Paris in 1932 al van partlcu- zoveel frivoliteit, programmalei- liere in staatshanden overgegaan: ders die hun luisteraars voor alles een onvermijdelijke ontwikkeling als mensen blijven zien, die recht die door de oorlog werd verhaast, hebben op een programma dat zij De tien commerciële radiostations begrijpen en dat hen verstrooit, welke Frankrijk voor 1940 telde hebben recht op onze erkentelijk- Poste Parisien, Radio-Toulouse, heid en waardering. Voorwaarde Radio-Normandie, Radio-Médi- is slechts, dat zij in die ver- terrannée om het bij een paar roemruchte namen te laten keerden niet meer te rug. Slechts de auto nome staatjes aan de rand van het Franse taalgebied konden gastvrijheid blijven bieden aan de men sen die het niet laten konden radiostations te exploiteren en geld te verdienen. Toen de Compagnie Luxembourgeoise de Radiodiffusion in 1930 werd opgericht, moest zij beginnen met een strooiing en in dat amusement geen concessies doen aan banali teit of slechte smaak. En wat dat betreft behoeft Radio-Luxemburg zich niet te schamen. Men is in de Villa Louvigny, de in 1953 vol tooide studio op de fundamenten van een zeventiende-eeuws fort, niet alleen bezorgd om het ar tistieke en morele peil van zijn uitzendingen „alle program ma's moeten in gezinsverband be luisterd kunnen worden", is een van de axioma's van de directie men selecteert ook zijn adverteer ders. Op die manier heeft de luisteraar de zekerheid, dat de hem aanbevolen produkten van redelijke kwaliteit zijn. Een der gelijke kieskeurigheid kan Radio- Luxemburg zich permitteren, want de firma's, die een program ma willen aanbieden, moeten wel een half jaar geduld oefenen voor er weer een plaatsje voor hen vrij is. En alweer gaan de vin gers van alle cultuurfilosofen waarschuwend omhoog: al die ge sproken advertenties zijn wel heel storend en bederven elk luister genot. Toegegeven moet worden, dat een teveel aan korte slag zinnen vaak ingeleid met trom petgeschal of refreintjes inder daad gaat irriteren, althans voor Nederlandse oren, die altijd min der dan Franse op het gesproken woord zijn afgestemd. Maar wij hebben de indruk, dat Luxem burg wel iets geleerd heeft van zijn jongste concurrent Radio- Europa, die de reclame „en dou ceur" heeft geïntroduceerd. Korte slagzinnen worden steeds meer vermeden en het is bovendien Radio-Luxemburg geweest, dat na de oorlog voor de uren met de grootste luisterdichtheid aan de adverteerders de keuze uit een programma van een kwartier tot een uur heeft voorgeschreven, het gepatroneerde programma dat de luisteraar bij wijze van cadeau wordt aangeboden. De mate waar in de adverteerder zijn produkt kan aanbevelen is eveneens strin gent geregeld: niet meer dan vijf enveertig seconden op een kwar tier. Men moet echter vooral niet vergeten, dat de gemiddelde luisteraar in het geheel niet on gevoelig is voor een commerciële aankondiging, welke hij vaak be schouwt als een waardevolle in lichting of een goede raad. Tenslotte: het is in het geheel niet waar, dat alle reclamepro gramma's in het vlak van het ge makkelijke amusement liggen. Men kent bij Radio-Luxemburg het wekelijkse symfonieconcert aangeboden door een mineraal- waterfabriek net zo goed als het luisterspel van een uur of een „artistieke staalkaart" Au bal- con des muses waarin men nog onlangs een indrukwekkende Mo- kunst. Radio-Luxemburg houdt trouwens al jaar en dag een uit nemend orkest met een voortref felijke dirigent, Henri Pensis, in stand, evenals een pianotrio en een strijkkwartet van grote klas se. De „Jeunesses musicales" on dervinden bij hun propaganda voor goede muziek onder de jeugd grote steun van de zender, waar van de artistieke leiding ook op drachten geeft aan jonge compo nisten. De Nederlander Luctor Ponse heeft op die manier enige jaren geleden nog een prijs ge wonnen. Merkwaardig EEN dergelijke opvatting van de taak van een commercieel ra diostation zal men natuurlijk niet door de telefonische opdracht van aantreffen bij mensen die zich de Luxemburgse regering om de slechts laten leiden door het jaar- uitzendingen ter wille van de lijks dividendpercentage. De di- neutraliteit te staken. Het heeft rectie van Radio-Luxemburg niet mogen baten. Radio-Luxem- wordt gevormd door een merk- burg, na een korte tijd in mei waardig slag mensen, die hun 1940 als Paris II te hebben ge- grote geestelijke gaven gebruiken fungeerd, werd als „Grosssender ten bate van de levensvreugde Luxemburg" gekoppeld aan Goeb- van anderen. De pionier, die het bels leugennet. Maar in het na- station heeft groot gemaakt, de jaar 1944 schoten de laatste sol- in 1953 gestorven Jacques Lacour- daten van het „Derde Rijk" de Gayet, leerling van de Parijse buizen van de installaties in Normaalschool, kweekplaats van Junglinster stuk. Alle buizen op zoveel leraren en professoren, was twee na. En die waren voor de Zijn rechterhand werd een andere leerling van de Normaalschool, René-Louis Peulvey. Zijn leraren zagen in hem een filosoof, een hellenist, een letterkundige. Na zijn krijgsgevangenschap in de eerste wereldoorlog werd hij re dactiesecretaris van het tijdschrift Civilisation Frangaise, daarna legde hij de grondslag voor een nieuw sociaal beleid bij de kolen mijnen van Ostricourt. Vervol gens werd hij directeur van een scheepswerf in Duinkerken. Deze twee mannen hebben voor Radio-Luxemburg de slag om de ether, om de luisteraar en om de adverteerder, gewonnen. Toen Radio-Luxemburg met zijn uit zendingen begon, bestond het stelsel van de „makelaars in zend tijd" nog, die zendtijd van de commerciële stations opkochten en die aanboden aan handel en industrie. Op die manier had de omroep geen zeggenschap over tarieven en andere voorwaarden. Er bestond dumping, maar ook prijsopdrijving. Toen de „Engelse zondag" van Radio-Luxemburg, begunstigd door het feit dat de BBC voor de oorlog geen lichte programma's op zondag mocht geven, zo'n doorslaand succes bleek, dat maandagmorgen de adverteerders werden bestormd met bestellin gen, verhoogde de Londense agent van het station van week tot week zijn tarieven. De directie van Radio-Luxemburg deed hem een langdurig en kostbaar proces aan en won daardoor achting en respect. Voor de oorlog dekte Radio- Luxemburg zijn kosten met die Engelse zondagen. In 1938, het laatste „normale" jaar boekte de zender, die geen enkele luisteraar iets kostte, een omzet van negen endertig miljoen Luxemburgse franken. Van de winst werd de helft zeven miljoen als re tributie afgedragen aan het groot hertogdom. Op 21 september 1939 om 13.19 uur werd dit tijdvak afgesloten Villa Louvigny, studio van Radio Luxemburg gegradueerd in geschiedkunde, technische directeur Mathias Fel- werkte bij de aanleg van spoor- ten voldoende om de zender voor wegen in Noord-Afrika, kwam de geallieerde legers te kunnen uit de eerste wereldoorlog terug laten werken, met Legioen van Eer en Military Op 12 november 1945 herkreeg Cross, maakte daarna studie van de Compagnie Luxembourgeoise zartherdenking kon horen met de kunst der reclame ten bate de Radiodiffusion haar rechten en „Je kan wel zien dat Tino Ross 1 zingt" (tekening door Michel Douay). bijdragen van Georges Duhamel, André Maurois, Frangois Mauriac en andere groten uit letteren en van de grote Parijse warenhuizen haar ondermijnde en leeggeroofde en was bij dat alles ook nog lid van het „Institut de France". (Zie verder pagina 5) Zelfportret door R.cmbrandt uit 1648. ..De beCelaarsfamilie door R.embranr'' RADIO LUXEMBURG (Vervolg van pagina 4) studio's en een zender, waarin alle onderdelen van Frans fabri kaat waren vervangen door on bruikbare Duitse elementen. De discotheek, die in 1938 nog twin tigduizend platen omvatte, was vrijwel geheel verdwenen, als enig opneemapparaat was een Duitse magnetofoon achtergeble ven en de heer Lacour-Gayet had nog juist twee miljoen Luxem burgse franken in kas: nauwe lijks voldoende om de zender een maand te exploiteren. Door de distributie was er geen behoefte aan reclame, zeker niet in Enge land. En de luisteraars moesten er weer aan wennen op Radio-Lu xemburg af te stemmen. HET TEMPERAMENT waar mee in 1930 Radio-Luxemburg werd gesticht, ontbrak ook niet in 1945. Dat temperament was ook eigen aan de twee technische to venaars van de post: Mathias Feiten en Ferdinand Scholtes. Drie dieselmachines wekken er nu weer zevenentwintighonderd paardekrachten aan energie op: voldoende om op eigen gelegen heid de drie zenders van stroom te voorzien. Want Radio-Luxem burg bestaat niet alleen uit de vijfhonderd-kilowatt-zender op de lange golf voor het Franse taal- "5 gebied, maar ook uit een midden golfzender 208 meter van honderd vijftig kilowatt voor de luisteraars in Engeland, België, Nederland en in Luxemburg zelf, want in de vooravond wordt een programma in Luxemburgs „pa tois" uitgezonden. Deze zender werkt vol-automa- tisch: hij corrigeert zijn eigen af wijkingen. Zijn twee antennemas ten zijn bijna net zo hoog als de Utrechtse Dom: honderdvier me ter. Een kortegolfzender van vijf tig kilowatt zendt de klanken van Radio-Luxemburg in de negenen veertig-meter-band naar gewes ten, zo afgelegen dat ze zelfs de lange-golfreus niet kunnen op vangen. Gedrieën zorgen zij er voor, dat de inspanningen van de gedistingeerde programmadirec teur André Dubois la Chartre, een diplomaat van de Quai d'Orsay en van de oud-student in de poli tieke en sociale wetenschappen Jacques du Closel niet vergeefs zijn geweest. Dank zij deze zen ders kan men de vertrouwde stemmen van de omroepers van Radio-Luxemburg in de beste condities beluisteren: P. P. Le- clercq, Martine, Robert Alain, Frangoise, Camille Felgen, Mo nique, Cl. Robert en Jacqueline. Tegelijkertijd werden ook de studio's waarin zij moeten werken op Amerikaanse Wijze verbouwd O en uitgebreid. De trots van de Villa Louvigny vormt de grote muziekstudio van zesduizend ku bieke meter inhoud, geschikt voor orkesten van meer dan honderd leden. Vierhonderd toeschouwers vinden er een zitplaats. WIJ ZOUDEN nog veel meer willen schrijven over al degenen die in de Villa Louvigny en in de Rue Bayard in Parijs de pro gramma's van Radio-Luxemburg hun bekoring en hun glans ver lenen, inzonderheid over de voor treffelijke sportuitzendingen op zondagmiddag met de veelzijdige André Bourillon en de oude rot, de onvermoeibare Alex Virot. Maar het wordt tijd, dat wij een kijkje nemen in het plaatsje Dudelange. Daar, op een vierhon derd meter hoog plateau enkele honderden meters van de Franse grens, staat weer een tweehon derd meter hoge zendmast. Hij is vervaardigd uit onderdelen van de vier antennemasten van het radiostation in Junglinster, die in 1954 vervangen werden door de twee „Eiffeltorens" van tweehon derdvijftig meter hoogte. Zo ont stond Télé-Luxembourg, kind van Radio-Luxemburg, vrucht van dezelfde ondernemingsgeest. Door middel van een thans nog dertig kilowatt sterke zender wordt we kelijks dertig uur uitgezonden voor een welvarend gebied met ongeveer vier miljoen inwoners. De reikwijdte van de zender haalt honderdvijftig kilometer gemak kelijk en overschrijdt soms zelfs de tweehonderd kilometer. Wat de programma's betreft, men trekt in de eerste plaats pro fijt van de grote populariteit van de vaste medewerkers aan het radioprogramma, die men nu ook kan aanschouwen. Maar behalve de variaties op het haast onuit puttelijke gamma van wedstrijd, cabaret en music-hall zijn er, be halve natuurlijk het nieuws en de reportages, ook documentaires, interviews, toneelstukken, cul tuurhistorische programma-ele menten. Télé-Luxembourg is ook aangesloten op het Eurovisienet. Per week worden vijf speelfilms gegeven, waaronder één op de donderdagavond van bijzon dere artistieke waarde. De televisietegenhanger van de omroepstudio in de Rue Bayard in Parijs staat in de Rue du Fief in de Parijse voorstad Billancourt. Het is Paris-Télévision, dat een belangrijk deel van de program ma's van Télé-Luxembourg voor bereidt. Er werken daar negen cameralieden, negen monteurs, drie schoonheidsspecialisten, vijf décorbouwers, zeven geluidstech nici, vier inspeciënten, drie schil ders, vijfentwintig machinisten, tien elektriciëns, zestien employé's voor regie en administratie. Vijf- REMBRANDTS etsen in het Rijksprentenkabinet te Amster dam vormden een voldoende omvangrijke collectie om er met enige aanvullingen uit het Tey- lers Museum te Haarlem en vijf buitenlandse verzamelingen de tentoonstelling mee te maken, die we thans naast die van de schilderijen in het Rijksmuseum kunnen genieten. Het bestaan van enkele grote collecties als die van het Rijksprentenkabinet maakte dat de kunsthistorici zich over Rembrandts grafische werk veel eerder een duidelijk beeld konden vormen dan over zijn schilderijen en tekenkunsten waarbij door de grote verspreid heid het vergelijkende onderzoek zo moeilijk was. Om tot een in zicht te geraken betreffende Rembrandts ontwikkelingsgang waren de bijna alle gedateerde etsen bovendien zeer geschikt. Men kan zelve op deze tentoon stelling gemakkelijk een drietal groepjes etsen kiezen, die typisch zijn voor begin, midden en laat ste periode. In het begin steunt alles op zijn directe schetsen naar de na tuur en is er geen „verhalen" in de idealiserende schone vormen, die in de mode waren die tijd. Als iets bijzonder schiet er uit een zelfportret uit 1629, dat de jonge kunstenaar, de jonge mens, Het konijntje Rapaton (rechts) en het beertje Papouf (links) zijn vertrouwde figuren ge worden voor de jeugdige kij kers naar Télé-Luxembourg. Elke donderdagmiddag ziet men ze weer verder trekken op hun reis om de wereld. entwintig regisseurs en program maproducenten maken van hun werkkracht gebruik. De pioniers van een kwart eeuw geleden zijn hun roeping getrouw gebleven. Zal de com merciële exploitatie van Télé- Luxembourg lonend zijn? De eer ste adverteerders zijn aarzelend gekomen. Maar ze zijn er. Een scheermesjesfabriek patroneert een reeks films over beroemde bokswedstrijden, een scheer- en toiletzeepconcern biedt een music- hall aan en een ander een wed strijd tussen amateurartisten. Dat grote firma's hier combinaties aangaan om een uitzending mo gelijk te maken, terwijl ze via de radio elk afzonderlijk tal van pro gramma's aanbieden, wijst er wel op dat reclametelevisie een dure grap is. Maar met de ervaring van een kwart eeuw achter zich zullen de beelden van Télé- Luxembourg de harten veroveren zoals de klanken van Radio- Luxemburg dat al lang gedaan hebben. J. H. BARTMAN wel zeer typeert. Dit is een man, die iets zal verwinnen. Wat be treft manier van doen is deze ets anders dan het meer arge loos gedane werk van die eerste jaren. Het werk is driftiger ge tekend en niet met een gewone etsnaald. Men dacht aan één met een dubbele punt. Ik heb de in druk van iets als een ganzepen, daar de beweging in de lijn wijst op een buigzame gespetenheid. Het expressionistische karakter van deze prent vindt men pas veel later terug in werken als bijvoorbeeld „De drie kruizen" (1653). Eerst zal Rembrandt „mooiere" zaken gaan maken, rekening houdend met de vraag van een publiek, gedreven tot een verbetering van zijn uit drukkingsmiddelen in de zin van die tijd. „De afneming van het kruis" een tweede plaat, in 1633 gemaakt na een bij het bijten van het zuur bedorven eerste, beide hier te zien is daarvan een goed voorbeeld. Dat men veronderstelt, dat de gevoel loosheid in de behandeling in deze prent een gevolg is van leerlingenhulp lijkt me volkomen juist. Want Rembrandt kon even tueel dan meegaan met de voor keur en van zijn tijd, hij was moeilijk in staat zijn handschrift te verdraaien. In de details is Rembrandts vormgevoel ook wat zoek. Eenzelfde voorbeeld is in „Christus voor Pilatus" te vin den. Men heeft redenen te ver onderstellen, dat Rembrandt na het vervaardigen van de eerste zijn leerlingen opdracht gaf ver der, onder zijn leiding dan, er op door te werken. De beroemde Honderd Guldensprent 1649) kan nog als voorbeeld gelden van Rembrandts middenperiode. Er zijn kunsthistorici, die ver ondersteld hebben, dat deze tus sen 1642 en 1645 begonnen ets ook in die jaren reeds voltooid zou zijn. Naar opvattingen cor respondeert dit werk toch meer met schilderijen van die jaren. Als duidelijkste voorbeeld van de late tijd noem ik al „De drie kruizen." De behandeling van de figuren is die van een expres sionist, zou men zeggen. Hoewel zeer bewogen is dit werk niet barok te noemen. Het is er bovenuit gekomen. Men verge lijke verder vooral „De afneming van het kruis bij fakkellicht" (1654) met de hiervoor genoem de ets van hetzelfde onderwerp. Hoeveel realistischer is dit gebeu ren thans bekeken en hoe veel meer ontroert het nu. IN GROTE LIJNEN valt in de ontwikkeling van Rembrandt als etser een evolutie te zien van het tekenachtige naar het meer schilderachtige. De lijnen krijgen een minder omschrijvend karak ter en dienen meer om tezamen een toon, een kleur zou men haast zeggen, te vormen. Zie die kleine naakten uit 1658. Het zijn bijna kleine schilderijtjes. In het zoeken naar meer schilderachtige resultaten heeft Rembrandt ook van één plaat verschillend uit ziende drukken gemaakt, waarbij het inkten en schoonmaken van het vlakke deel daarna verschil lend van doen was. Vóór het af drukken liet hij meer of minder toon op de plaat staan. Ook be reikte hij effecten door met de droge naald in de plaat lijnen te krassen, die bij het afdrukken een wolliger karakter hebben dan de ge.ëtste lijn. Het weg schrapen van lijnen en weer glad maken op sommige plekken geeft evenzeer schilderachtige efecten. En tenslotte experimen teerde hij met het te bedrukken materiaal, waarbij we naast ver schillende soorten papier ook nog zijde en perkament aantreffen. Het bijzondere van Rembrandt als etser is dat hij in zijn tijd prenten maakte als zelfstandige kunstwerken meestal en niet om meer reproduktieve doeleinden. Zijn persoonlijkheid uit zich in dit werk direct. Zijn impulsivi teit is oorzaak van het veelvul dige veranderen, vandaar die verschillende staten van eenzelf de plaat. Hij tekende direct op de plaat zonder uitgewerkte voorstudies. Men kan dit con stateren aan de hand al van de reprodukties in de catalogi en bijvoorbeeld een vergelijking maken tussen de tekening van „Hieronymus, lezend, in een landschap" en de ets „Hierony mus in een Italiaans landschap" 1652). Het Italiaanse, dit ter zijde opgemerkt, zit overigens meer in de tekening. In de catalogus van de etsen verwijst de conservator van het Rijksprentenkabinet, de heer K. G. Boon, bij zijn commentaar op „De Heilige Franciscus in gebed voor een crucifix" (1657) naar die Hieronymus en een verge lijking doet ons zien hoeveel schilderachtiger weer de latere ets is. Zoals de heer Boon zegt, dwong Rembrandt hier de tech niek tot uitersten. Dit is als het ware schilderen op de plaat. Vond Rembrandt in de eerste staat blijkbaar het licht rechts te groot, in de tweede staat voegde hij er op die plek het een en ander bij, hetgeen hem dwong ook verdere veranderingen elders op de plaat aan te brengen. Met de heer Boon kunnen we het eens zijn, dat daarmee ook iets te loor ging. Neen, Rembrandts werk is niet altijd even volmaakt. Maar brengt het opmerken van tekor ten hier en daar ons de mens Rembrandt niet dichter bijDeze expositie, waarop het zo goed mogelijk is vergelijkingen te ma ken tussen verschillende drukken en verschillende staten, is toe gankelijk op het entreebiljet voor het Rijksmuseum: men kan dus na of voor een bezoek aan de schilderijen de etsen zonder veel bezwaren een keer apart gaan zien. Het is wel aan te raden. BOB BUYS

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1956 | | pagina 16