Creme PufF' Labour-oppositie steunt actie van de Britse regering Smaldeel uit Leningrad terug in de haven van Den Helder Bunno op zoek naar Luilekkerland De tweede oorbel" De mislukte poging van prof. Romme Gaitskell wil controle over kanaal echter aan UNO-orgaan toevertrouwen Voornaamste indruk: grote hartelijkheid FEUILLETON VRIJDAG 3 AUGUSTUS 1956 4 Uit andere bladen Examens Z \-y IVat maakt haar so gezien99 natuurlijkl Aardverschuiving blokkeert spoorlijn BernParijs Twee Zwitserse scholieren op IJselmeer verdronken Chinese schilderkunst in Frans Halsmuseum Eén ijsje kostte f 2,85, een prentbriefkaart f 1,10 Handelsbetrekkingen tussen Bonn en satellietstaten door Hans Martineit De Volkskrant (Katholiek) „On fatsoenlijk". Het lijkt er op of de P.v.d.A. hier dan eindelijk de gelegenheid vond om haar teleurstelling over het mislukken van dr. Drees volledig uit te vieren. Het pro gram, de zaak zelf, het deed er allemaal niet toe. Het was Romme en dus ging de deur met een klap dicht. Wie deze socialistische houding nog eens vergelijkt met de manier waarop prof. Romme meer dan een maand lang con structief aan de formatie-Drees heeft mee gewerkt en tot het laatst bereid bleef om te praten, kan zich alleen maar pijnlijk verbazen, dat de P.v.d.A. zich de vrijheid gunde om op dit peil voldoening te zoeken. De Telegraaf (onafhankelijk) „On oorbaar sentiment". Dat in de trieste gang van de kabinetsformatie persoonlijke sen timenten van de hoofdspelers een duchtig woord medespreken, is natuurlijk: ook staatslieden zijn mensen. Maar het is de plicht van staatslieden dat sentiment al thans in zoverre te onderdrukken, als 's lands belang vordert. De P.v.d.A. heeft het program van for mateur Romme zonder meer afgewezen, zonder zelfs een opening te laten voor ver der gesprek. „Subjectieve redenen hebben daarbij een rol gespeeld", zei prof. Romme. Dat het land in een tijdperk als dit, waarin zoveel niet het minst ook bui tenlandse zaken om vast beleid en snel besluit vraagt, mee door onoorbaar senti ment van partijen en partijleiders ettelijke weken regeringloos blijft, is onduldbaar. Het Vrije Volk (socialistisch) „Af gewezen". De bezwaren, die de Partij van de Ar beid bij voorbaat moest hebben tegen het optreden van de K.V.P-leider prof. Romme als kabinetsformateur, kunnen niet gering geacht worden. Het paste immers in de verste verte niet op de duidelijke uitspraak, die de kiezers op de dertiende juni gedaan hebben, dat uitgerekend de heer Romme op beslissende wijze de weg zou aangeven, die in de komende regeringsperiode moet worden bewandeld. Het initiatief kwam de heer Romme dan ook geenszins toe en hij heeft het zich alleen kunnen verschaffen door het laten mislukken van de pogingen van de man, die dat recht wel had. Nieuwe Rotterdamse Courant (liberaal) „De moeilijke formatie". Intussen is het duidelijk, dat men thans zozeer in een impasse is geraakt met het streven naar meer of minder sterke bin dingen tussen althans de grote fracties en een te vormen kabinet, dat de uitweg in het verlaten van deze methode moet wor den gezocht. Het ligt voor de hand dat nu gepoogd zal moeten worden een kabinet te formeren dat een program krijgt dat welis waar niet uitdrukkelijk het fiat van de partijen heeft, maar dat door zijn inhoud de verwachting wekt dat het in het alge meen op een meerderheid in het parlement kan steunen. In de beide concepten die tot dusver zijn opgesteld, zijn de bouwstoffen voorhanden. Het enige wat men van de betrokken partijen onder de geschapen omstandigheden mag verwachten, is dat zij aangezochte vooraanstaande partijgenoten niet zouden weerhouden in een kabinet, dat aldus geformeerd zou worden, zitting te nemen. Algemeen Dagblad (onafhanke lijk) „Van beginsel tot hobby". Is het dan zo vreemd, wanneer wij ons afvragen, of onze politieke leiders niet zo langzamerhand van hun beginsel een hobby hebben gemaakt, dat wil zeggen, dat zij op bepaalde detailpunten tegenstellin gen zijn gaan scheppen, welke eigenlijk niet de moeite van zulk een tegenstelling waard zijn. Zulks klemt temeer, omdat er wel an dere zorgen zijn. De T ij d (katholiek) „Het landsbelang wacht wel." Het korte intermezzo-Romme is na de lange ouverture-Drees evenwel niet zonder betekenis geweest. Er zijn nóg meer kaar ten open op tafel komen te liggen, maar het spel is er niet gemakkelijker op ge worden. Het wachten is nu op een nieuwe koninklijke opdracht. De impasse is ernstig en het zou een even moedig als handig bruggenbouwer moeten zijn, die het blijk baar nog steeds dieper en troebeler wor dende water tussen P.v.d.A. en de K.V.P. zou weten te overbruggen. Ondertussen moeten ernstige beslissingen van prominent landsbelang maar wachten op het uitwoe den van de wel ontkende, maar niettemin zeer actieve partij-sentimenten. Het Parool (onafhankelijk socialis tisch) „En nu?" Professor Romme heeft namelijk, dat blijkt nu wel, een regeringsprogram ont worpen, dat zó weinig weg had van een compromis en zó duidelijk, tot soms in de woordkeuze toe, het merkteken droeg van ADVERTENTIE TRICOT COLBERTS Gen. Cronjéstr. 40-44 - Tel. 15438 - Haarlem zijn opsteller, dat de P.v.d.A.-fracties een stemmig van oordeel waren, dat het zelfs geen zin had te trachten door amenderin gen het wat aanlokkelijker te maken. Intussen heeft het weinig zin ons verder in speculaties te verdiepen en dat te min der, omdat de tijd geleidelijk-aan zó gaat dringen dat haast hoe langer hoe meer geboden is, zodat zulke gissingen als zij den kunnen zijn achterhaald door de feiten, onder de ogen van de lezer komen, al zou- Op zichzelf zou dat natuurlijk wel verheu gend zijn, want het zou bewijzen dat men er zich rekenschap van geeft, dat Prinsjes dag minder dan zeven weken van ons af ligt! Algemeen Handelsblad. „Drees noch Romme". Men heeft elkaar met gelijke munt be taald. Uit het feit, dat niet de andere drie partijen bij beide formaties het „non liquet" hebben uitgesproken, maar respectievelijk de K.V.P. en de P.v.d.A., moet men toch afleiden, dat subjectieve redenen een grote rol hebben gespeeld. Noch over de „richt lijnen" van dr. Drees, noch over het „pro gram" van prof. Romme heersten zulke diepgaande meningsverschillen, dat de A.R., de C.H.U. of de V.V.D. hier geen basis in zagen om een regeringsploeg te vormen. Voor het praktijkdiploma boekhouden slaagde de heer C. 'Booden en voor het vak diploma Radio- en Televisiehandelaar, de heer Joh. Schouten. Mej. G. T. Ligtvoet be haalde in Utrecht de acte M.O. Nederlands A. De volgende leerlingen van de Middelbare Handelsavondschool slaagden voor het As sociatie Praktijkdiploma Nederlands: B. Baars, L. v. Rooyen en A. v. d. Zwet uit Lisse en J. Stokman uit Vogelenzang. ADVERTENTIE In luxe poederdoos met eo doosj —of in fleurig metalen doosje .(ook met donsje) Creme Puff: de volmaakte make-up met de onweerstaanbare charme van frisse natuurlijkheid. Creme Puff: boeiende, betoverende schoon heid in enkele seconden. Creme Puff (handelsmerk) betekent Max Faetot Hollywood Creamy Powder Make'Up. MAX FACTOR HOLLYWOOD Imp. Marfac N.V., Huddestraat 5, Amsterdam Van onze correspondent in Londen) Premier Eden verklaarde gisteren in het Lagerhuis, dat de Britse regering het be treurde dat tot militaire voorzorgsmaat regelen moest worden overgegaan. Opge merkt kan echter worden, dat deze op zich niet alarmerend behoeven te zijn. Ook tij dens de Perzische crisis in 1951 werden soortgelijke maatregelen genomen. Op het ogenblik zijn zij ongetwijfeld tevens be doeld om indruk op Nasser te maken, dat het de Britse regering ernst is zo nodig haar belangen militair te beschermen. Ook ver sterken de maatregelen de Britse diploma tieke positie tijdens de komende interna tionale conferentie. Deze maatrgelen hou den in dat bepaalde vloot-, leger- en lucht machteenheden uit Groot-Brittannië naar het oostelijk deel van de Middellandse Zee worden gezonden. Op Cyprus zijn een aan tal Grieks-Cyprische scholen bij .Nicosia gevorderd en op Malta zijn enkele esca drilles straalbommenwerp^rs \;an het type Canberra aangekomen. Groot-Brittannië heeft ook op Cyprus en in Libië de beschik king over bases die geschikt zijn voor Can berra's. „Zoals de wereld thans is en dat zal waarschijnlijk nog enige tijd zo zijn, hangt het industriële leven van West-Europa letterlijk af van de blijvende vrije door vaart door het Suezkanaal", aldus Eden. Na Eden kreeg de leider van de Labour- oppositie, Hugh Gaoitskell, het woord. Hij verklaarde zich akkoord met de militaire voorzorgsmaatregelen. Er zijn „duidelijke omstandigheden, waarin wij wellicht ge dwongen zouden worden geweld te gebrui ken", aldus Gaitskell, die aan de andere kant aandrong op voorzichtigheid. „Het is een feirt, dat deze episode moet worden gezien als een deel van de strijd om de heerschappij in het Midden-Oosten", eo vervolgde de oppositieleider. In Nassers onvriendelijke uitlatingen tegenover Groot- Brittannië en zijn voortdurende dreigemen ten aan het adres van Israel zag hij duide lijke tekenen van eventuele agressie. Hij drong er bij de regering op aan, de kwestie van de wapenleveranties aan Israel nog eens in overweging te nemen. Zowel Eden als Gaitskell trokken het in twijfel of Egypte zowel de aandeelhouders van de kanaalmaatschappij schadeloos kan stellen, als ook uit de inkomsten van de maatschappij de bouw van een stuwdam bij Assoean kan bekostigen. De waarde van de aandelen wordt tezamen op ruim 700 mil joen gulden gescha.t terwijl met de aanleg van de Nijldam een bedrag van vijf miljard gulden zou zijn gemoeid. Opmerkend dat de Suezkanaalmaatschap- pij niet „zo maar een onderneming" is, zei Gaitskell dat wanneer deze in andere han den overgaat, dit een kwestie van interna tionaal belang is, te meer waar Egypte onwettig is opgetreden door de doorvaart van Israëlische schepen te beletten. Gaits kell meent, gezien het doel van de naasting, dat Nasser er onvermijdelijk toe gebracht zou worden de doorvaartrechten te verho gen. Hij waarschuwde voor de winst aan prestige, die Nasser uit deze kwestie zou kunnen halen en waardoor de bevriende Arabische mogendheden in het Midden- Oosten, zoals Irak, Jordanië en Saoedi- Arabië aangemoedigd zouden kunnen wor den de oliebelangen te nationaliseren. De bedreiging van Israel zou ook ernstiger worden. Gaitskell herinnerde er aan dat de Sov jet-Unie zich in 1946 voorstander van in ternationale controle door de meest be langhebbende mogendheden heeft ver klaard. Een eventuele controle-commissie zou een UNO-orgaan moeten zijn, aldus Gaitskell. Premier Eden had zijn toespraak beslo ten met de verklaring, dat de Britse rege ring met niets minder dan een internatio naal gezagsorgaan voor het Suezkanaal ge noegen zou kunnen nemen. De minister van Buitenlandse Zaken Selwyn Lloyd verklaarde: „De toestand is zeer ernstig. Er zijn vele Britse onderdanen in Egypte en veel Britse schepen naderen het kanaal. In deze situatie is alles mo gelijk en de regering zou in haar taak te kort schieten, indien zij geen voorzorgs maatregelen nam. NEUCHATEL (United Press) Een aardverschuiving heeft donderdag de spoor lijnverbinding, tussen Bern en Parijs bij Neuohatel verbroken. Ongeveer 5500 kubieke meter stenen en aarde is in bewe ging gekomen. De massa kwam tot stil stand op de internationale spoorlijn en een weg die loopt van Neuohatel naar de Franse grens in de Travers-vallei. De spoorlijn wordt geblokkeerd door een muur van stenen en aarde die op sommige plaat sen zes meter hoog en tweehonderd meter breed is. Het verkeer is voor de eerste daigen on mogelijk. Treinpassagiers worden per bus langs de „muur" vervoerd. De olympiajol „Pollux" OZ-42, die dins dagavond leeg aan de Leidam bij Lelystad werd gevonden behoorde toe aan twee Zwitserse scholieren, de 19-jarige J. en zijn neef D. Neuenschwander, beiden uit Frauenfeld. Aangenomen wordt, dat de jongelui tijdens het stormachtige weer van het afgelopen weekend zijn verdronken. Hun stoffelijke overschotten zijn echter nog niet aangespoeld. De jongelui maakten in hun jol over de Rijn een vakantietocht en passeerden don derdag 26 juli onze grens bij Lobith. Za terdag hebben zij nog hun familie in Zwit serland vanuit Amsterdam getelegrafeerd. Volgens de vader van een der jongens wa ren zwemvesten aan boord, die zich auto matisch vullen als zij in het water komen. Van heden tot 16 augustus is in de bo venzaal van het Frans Halsmuseum een expositie van tweeduizend jaar Chinese kunst te bezichtigen. Hierbij een korte kanttekening. Het boeddhisme heeft altijd grote in vloed gehad op Chinese kunstenaars. Dit geloof streeft de verlossing van de mens na door diens eigen kracht en niet door een macht buiten hem. Een grote kracht bij deze poging van de mens zelf geeft de meditatie, het zich uren verdiepen in een denkbeeld. In de schilderkunst komt de meditatie sterk tot uiting. De kunstenaar probeert niet om godsdienstige gevoelens te wekken bij de toeschouwer, maar om hem eveneens tot diepe overpeinzing te brengen- Een Chinese schilder tracht nooit mooie vergezichten te maken, maar pro beert het wezen der dingen vast te leggen, opdat ook de niet-kuestenaar dat wezen zal kunnen vatten. Daarom tracht hij nooit details te geven, maar vindt men in zijn kunst een diepe eerbied en bewondering voor de hele schepping. Vaak zijn de schil derijen vaag, weinig omlijnd, omdat vor men het wezen der dingen niet aangeven. Verscheidene van de geëxposeerde stuk ken in het museum tonen dit. Bergen wor den mateloos groot voorgesteld en mensen uiterst klein, enerzijds om de eerbied voor de geweldige steenkolossen tot uitdrukking te brengen, anderzijds om het besef van de kleinheid van de mens te schetsen, ge heel overeenkomstig de boeddhistische leer. Men krijgt de indruk dat de Chinees veel en veel groter besef van de eenheid van mens en heelal heeft dan de Europese schilders. In veel schilderijen komt die eenheid tot uitdrukking door weglating van alle bijkomstigheden, door louter het essentiële te noteren. Dit is een traditie ge worden, die in de Chinese schilderkunst tot vaste manieren heeft geleid. Op den duur moest verstarring optreden, maar vele schilderijen getuigen toch van een supe rieure kunst. Na een voorspoedige reis is gistermiddag smaldeel 5, bestaande uit de kruiser „Zeven Provinciën" en de onderzeeboot jagers „Friesland" en „Zeeland" uit Lenin grad in de haven van Den Helder terugge keerd. Tijdens een onderhoud aan boord van de „Zeven Provinciën" gaf comman dant schout-bij-nacht L. J. Goslings zijn algemene indrukken weer: De ontvangst door de Russen is ongedwongen en opval lend hartelijk geweest. De bevolking had gaarne contact met de Nederlandse gasten en zij werden daar niet in gehinderd. Van enige ruilhandel was nauwelijks sprake, omdat de bevolking niets te ruilen had; de meest eenvoudige souvenirs als de kroon- kurken van de bierflesjes vonden gretig af trek. De kleding was verre van fleurig, eerder grauw en armelijk, het leven duur. Een ijsje kostte 2.85 en een prentbriefkaart naar huis 1.10. De wodka was goed, maar niet te betalen, clandestien gestookte wod ka was gevaarlijk om te drinken. De vragen, die de bevolking in het alge meen stelde, beperkten zich tot: waar ben je geboren, hoe oud ben je, waar woon je, leven je ouders nog en mag je die bezoe ken? Als je vertelde, dat je moeder niet werkte maar voor het huishouden zorgde, keek men je ongelovig aan. Daar geloofden ze niets van. Aan cafébezoek hadden de Nederlanders niet gedaan. Een uur wach ten op een kopje koffie moedigde dit be- Naast het huis, waar Bunno woonde, had een oude timmerman zijn werkplaats. Dat was een gezellige ouwe baas, waarmee Bunno graag babbelde; want Malba, de timmerman, wist heel veel en was een wijze man. Toen besloot Bunno op een dag, baas Ma.lba eens te vragen, waar Luilekkerland eigenlijk te vinden was. Malba keek zijn jonge buurtje eens aan en krabde in zijn baard. „Waarom wou je dat weten, Bunno?", vroeg hij. „Ik zou daar graag heen willen gaan!", zei Bunno. zoek niet aan. Bij het maken van foto's werden geen beperkingen opgelegd. De huizen waren indrukwekkend groot, doch slecht onderhouden, de straten breed met weinig verkeer, zodat van verkeersproble men geen sprake is. De Russische pers- en televisiemensen, die met een bootje de kruiser tegemoet waren gevaren, moesten onverrichterzake terugkeren doch op de nadien gehouden persconferentie werden de meest onschuldige vragen gesteld. De marinierskapel werd meer dan en thousiast ontvangen. Het Nederlandse wijs je „Wij zijn niet bang" werd spontaan mee gezongen, doch bleek achteraf een verbo den lied te zijn. De protestantse en katho lieke kerkdiensten werden behalve door de Nederlanders, die vrijwel allen van deze gelegenheid tot kerkbezoek gebruik maak ten, hoofdzakelijk bezocht door oude vrou wen. Mannen en de jeugd zag je er niet. Desgevraagd werd toegegeven, dat sport en cultuur moesten dienen als compensa tie voor het geloof. De commandant was het meest getroffen door de hartelijkheid. Het bezoek is een vriendelijk gebaar tegen over elkaar geweest, doch het resultaat zal moeten worden afgewacht, zo besloot hij het onderhoud. (Van onze correspondent in West- Duitsland) Hoewel bondskanselier Adenauer tot dusver hardnekkig op het standpunt is blij ven staan dat geen diplomatieke betrek kingen tussen de Westduitse Bondsrepu bliek en de satellietstaten van de Sovjet- Unie mogen worden aangeknoopt, over weegt men bij het Westduitse ministerie van Buitenlandse Zaken in Bonn wel bin nenkort officiële Westduitse handelsverte genwoordigingen in Polen en Tsjechoslo- wakije tot stand te brengen. Ofschoon de politieke opvattingen in het Oosten en in het Westen hemelsbreed van elkaar ver schillen, acht men het in West-Duitsland, vooral in economische kringen, van het grootste belang dat de handel met het Oosten in omvang toeneemt en meer nor male wegen gaat bewandelen. Het sturen van handelsvertegenwoordi gingen naar communistische landen hoeft overigens nog niet te betekenen dat men het politieke bestel van elkaar goedkeurt en diplomatieke betrekkingen behoeven er niet het gevolg van te zijn. Uit politieke kringen vernamen wij dat de Westduitse regering van plan is zich na het einde van de zomervakantie intensief met de ver houding tot de landen in het Oosten van Europa bezig te houden. Dezer dagen werd voor het eerst in Bonn een officiële vertegenwoordiger van een der satellietstaten door een bondsminister ontvangen. De Westduitse minister voor Verkeer Seebohm heeft namelijk een on derhoud gehad met de Tsjechoslowaakse zaakgelastigde in de Oostzone Cerny over het uitbreiden van de scheepvaart op de Elbe. 24) „En u zag de ring niet liggen?" „Nee. Natuurlijk niet, zou ik haast zeg gen. Anders had ik u deze waardevolle schakel bij uw onderzoek heus wel over handigd of u althans onmiddellijk telefo nisch verwittigd. Maar wat brengt u op de idee, dat ik er iets mee te maken zou hebben?" Jeróme Rijnders keek de in specteur recht in het gezicht. „Uw onverklaarbare aanwezigheid op die plek." „Onverklaarbaar? Dat weet ik nog niet zo net. Laten we om precies te zijn voor lopig „onverklaard" zeggen." „Wat trok u eigenlijk naar die plaats toe?" Beels nam zich voor beter op zijn hoede te zijn. Door die onnauwkeurigheden verzwakte hij alleen maar zijn blijkbaar toch al zwakke positie. „Jatrokdat is wel het juiste woord. Ik heb er ook al over nagedacht wat me er heen kon hebben getrokken peinsde dokter Rijnders hardop, zonder vooreerts op de netelige vraag recht streeks in te gaan. „Ik was over me zelf verbaasd, dat ik niet boven deze mense lijke zwakheid stond," vervolgde hij met een verlegen lachje. Het antwoord klonk alleszins aanneme lijk, vond de inspecteur. Hij moest be kennen, dat de arts hem met zijn trouw hartige verklaring aanhoudend het wapen uit de hand sloeg. Of werd hij met een kluitje in het riet gestuurd? Indien het zich echter wèl zo had toegedragen, hoe was dan die ring daar komen te liggen? Enigszins uit de koers, bladerde hij bij wijze van manoeuvre eerst wat in zijn notities, vroeg daarop plotseling, denkende aan de verdekt opgestelde Brouwer: „Heeft u niemand in de onmiddellijke nabijheid opgemerkt?" „Nee,' zei dokter Rijnders. „Daarover heb ik zo juist ook al zitten nadenken. Waarom zou ik wel zijn opgemerkt en ik mijn, laten we zeggen.... bespieder niet hebben ontdekt? In tegenstelling tot mij, schijnt die er terdege op bedacht geweest te zijn zijn aanwezigheid niet te verraden. Laten we de zaak eens omkeren: wanneer ik mèt deze ring en mèt dit verhaal bij u was gekomen en tegen u had gezegd, dat ik net die of die man zich uit de voeten zag maken, toen ik de bewuste plek nader de, zou u deze persoon dan verdenken? Want dat u mij verdenkt, is zo helder als glas Inspecteur Beels keek op. Waar wilde deze Rijnders naar toe? Was dat een staal tje van verduveld handige tactiek? Zonder op de laatste opmerking in te gaan, zei hij: „Nee.ja.dat hangt van de naam af die u me zou hebben genoemd. Maar, dokter Rijnders," en zijn stem klonk nu indringender, „het was üw naam, die mijn getuige me noemde. Laten we ons dus liever aan de feiten houden. Aan veronderstelde situaties zullen we ons maar liever met wagen," vervolgde hij op gemoedelijker toon. Het bleef stil. De inspecteur tuurde in de kale tuin. Zijn jagende gedachten vlogen naar mevrouw Rijnders. Had ze hem laatst toch leugens of slechts de halve waarheid opgedist? En wilde haar man haar nu beschermen? Dat zou mogelijk en ook begrijpelijk zijn. Beels sprak ernstig, teen hij het gesprek hervatte: „Dokter Rijnders, heeft u nog iets aan uw verklaring toe te voegen?" „Nee, ik geloof van niet." Jeróme schrok even op. „Neem me niet kwalijk, ik was juist met heel iets anders bezig.... Ik heb een moeilijk geval onder mijn patiën ten. Nee," zei hij nog eens, terwijl hij op stond, „ik heb niets aan mijn verklaring toe te voegen." hij schijnt het onderhoud als geëindigd te beschouwen, ging het Anthonie Beels geërgerd door het hoofd. Ja, zoals de zaak er op het ogenblik voor stond, had zijn vis-a-vis in de grond nog gelijk ook. Moest hij nu niet met de onthullingen van mevrouw Rijnders voor de dag komen? Nee, daarmee zou hij nog maar even wachten. In een allesbehalve goed humeur nam hij afscheid. Na de naar zijn smaak veel te korte kennismaking met inspecteur Beels, had Reinier Bartels zich weer in de apotheek willen terugtrekken. Hij had zich evenwel bedacht en was de gang naar het kleine laboratorium door gelopen. Hij zou zolang hier zijn werk afdoen, totdat de dokter tijd voor hem zou hebben. In de deuropening zag hij Willem Brou wer staan. Hij wilde hem juist vragen hoe hij hier zo maar kwam, toen hem te bin nenschoot, dat het in dit oord de gewoonte v/as voor jan en alleman de deuren open te laten. Voordat hij hem echter nog iets had kunnen vragen, verklaarde Brouwer al zijn aanwezigheid. „Ik kwam nog eens horen, mijnheer Bar tels, of u niet toch van mijn diensten ge bruik wilt maken, zoals juffrouw Van Ga len bij tijd en wijle deed?" „Ik zei je toch al, Brouwer, dat ik het best alleen af kan. Met juffrouw Van Galen zal dat misschien anders geweest zijn wat stom van me, dacht hij meteen. Op eigen terrein zou ik hem tienmaal ge makkelijker kunnen uithoren. Daarom vervolgde hij inschikkelijker: „Het spijt me, Brouwer, ik heb er hele maal niet aan gedacht, dat het je waar schijnlijk om de kleine bijverdienste is te doen. Ik zal er straks met de dokter over spreken. Vanavond vertel ik je dan het resultaat." „Bedankt alvast, mijnheer Bartels. Nou, ik zou het erg vriendelijk van u vinden. Wilt u wel geloven, het gaat me niet eens zo zeer om de centjes, dan wel om wat meer om handen et hebben...." Hij zei het zachtjes. En daarom ver volgde hij met een veelzeggende blik waarvan Bartels de betekenis trachtte te vatten: „Net is mijn ouwe inspecteur bij onze dokter. Ik zag de dienstauto buiten staan Opeens wilde de apothekersassistent Brouwer weghebben. Wanneer dokter Rijn ders en de inspecteur de zitkamer uit kwamen, moesten zij niet de indruk krijgen, dat hij het geval met de oud brigadier stond te bepraten. Hij zei dan ook wat kortaangebonden: „Ja, hij zal nog enige inlichtingen nodig hebben. En ik moet nu aan het werk." Brouwer scheen de wenk te begrijpen. Met een benepen „tot vanavond dan maar" verwijderde hij zich, meer nog dan ge woonlijk sloffend met zijn gebrekkige linkerbeen. Al de kleine wissewasjes des levens schijnen dadelijk naar zijn been af te zak ken, sneerde Reinier Bartels bij zichzelf, terwijl hij de ex-agent met plots op komende wrevel nakeek. Hij was geïrri teerd zonder eigenlijk te weten waarom. Wat kan die Brouwer toch een miezerig flemerig mannetje zijn, dacht hij. Zo had hij hem nog nooit meegemaakt, 's Avonds in de kroeg gedroeg hij zich bij lange niet zo onderdanig. Waarschijnlijk voelde hij zich hier de mindere en onder een borrel samen aan een tafeltje meer de gelijke. Hij keek naar het brouwsel op de bran der, schroefde de vlam iets lager en begon, monotoom fluitend, uit diverse bakken en laatjes de benodigde ingrediënten bij elkaar te zoeken. Werktuigelijk verrichtte Bartels de ver eiste handgrepen. Door de aanwezigheid van Brouwer en de inspecteur dwaalden zijn gedachten weer naar de nog onopge loste moord. De zaak hield hem meer bezig dan voor zijn werk wel goed was. Hij wierp nog een terloopse blik op het uizende pitje en keerde naar de apotheek terug. Terwijl hij langs de deur van de zitka mer kwam, drongen de stemmen van de twee daarbinnen tot hem door. Even ver langzaamde hij zijn tred, bleef staan, door de nu scherper klinkende toon van de in specteur pas recht opmerkzaam geworden, reorloos staan. en u zag de ring niet liggen? nee. Natuurlijk niet, zou ik haast zeggen uw onverklaarbare aanwezigheid op die plek (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1956 | | pagina 6