Creme PufF'
Labour-oppositie steunt actie
van de Britse regering
Smaldeel uit Leningrad terug
in de haven van Den Helder
Bunno op zoek naar Luilekkerland
De tweede oorbel"
De mislukte poging van prof. Romme
Gaitskell wil controle over kanaal
echter aan UNO-orgaan toevertrouwen
Voornaamste indruk: grote hartelijkheid
FEUILLETON
VRIJDAG 3 AUGUSTUS 1956
4
Uit andere bladen
Examens
Z \-y
IVat maakt haar
so gezien99
natuurlijkl
Aardverschuiving blokkeert
spoorlijn BernParijs
Twee Zwitserse scholieren
op IJselmeer verdronken
Chinese schilderkunst
in Frans Halsmuseum
Eén ijsje kostte f 2,85, een
prentbriefkaart f 1,10
Handelsbetrekkingen tussen
Bonn en satellietstaten
door Hans Martineit
De Volkskrant (Katholiek) „On
fatsoenlijk". Het lijkt er op of de P.v.d.A.
hier dan eindelijk de gelegenheid vond om
haar teleurstelling over het mislukken van
dr. Drees volledig uit te vieren. Het pro
gram, de zaak zelf, het deed er allemaal
niet toe. Het was Romme en dus ging de
deur met een klap dicht.
Wie deze socialistische houding nog eens
vergelijkt met de manier waarop prof.
Romme meer dan een maand lang con
structief aan de formatie-Drees heeft mee
gewerkt en tot het laatst bereid bleef om
te praten, kan zich alleen maar pijnlijk
verbazen, dat de P.v.d.A. zich de vrijheid
gunde om op dit peil voldoening te zoeken.
De Telegraaf (onafhankelijk) „On
oorbaar sentiment". Dat in de trieste gang
van de kabinetsformatie persoonlijke sen
timenten van de hoofdspelers een duchtig
woord medespreken, is natuurlijk: ook
staatslieden zijn mensen. Maar het is de
plicht van staatslieden dat sentiment al
thans in zoverre te onderdrukken, als
's lands belang vordert.
De P.v.d.A. heeft het program van for
mateur Romme zonder meer afgewezen,
zonder zelfs een opening te laten voor ver
der gesprek. „Subjectieve redenen hebben
daarbij een rol gespeeld", zei prof. Romme.
Dat het land in een tijdperk als dit,
waarin zoveel niet het minst ook bui
tenlandse zaken om vast beleid en snel
besluit vraagt, mee door onoorbaar senti
ment van partijen en partijleiders ettelijke
weken regeringloos blijft, is onduldbaar.
Het Vrije Volk (socialistisch) „Af
gewezen".
De bezwaren, die de Partij van de Ar
beid bij voorbaat moest hebben tegen het
optreden van de K.V.P-leider prof. Romme
als kabinetsformateur, kunnen niet gering
geacht worden. Het paste immers in de
verste verte niet op de duidelijke uitspraak,
die de kiezers op de dertiende juni gedaan
hebben, dat uitgerekend de heer Romme
op beslissende wijze de weg zou aangeven,
die in de komende regeringsperiode moet
worden bewandeld. Het initiatief kwam de
heer Romme dan ook geenszins toe en hij
heeft het zich alleen kunnen verschaffen
door het laten mislukken van de pogingen
van de man, die dat recht wel had.
Nieuwe Rotterdamse Courant
(liberaal) „De moeilijke formatie".
Intussen is het duidelijk, dat men thans
zozeer in een impasse is geraakt met het
streven naar meer of minder sterke bin
dingen tussen althans de grote fracties en
een te vormen kabinet, dat de uitweg in
het verlaten van deze methode moet wor
den gezocht. Het ligt voor de hand dat nu
gepoogd zal moeten worden een kabinet te
formeren dat een program krijgt dat welis
waar niet uitdrukkelijk het fiat van de
partijen heeft, maar dat door zijn inhoud
de verwachting wekt dat het in het alge
meen op een meerderheid in het parlement
kan steunen. In de beide concepten die tot
dusver zijn opgesteld, zijn de bouwstoffen
voorhanden. Het enige wat men van de
betrokken partijen onder de geschapen
omstandigheden mag verwachten, is dat zij
aangezochte vooraanstaande partijgenoten
niet zouden weerhouden in een kabinet,
dat aldus geformeerd zou worden, zitting
te nemen.
Algemeen Dagblad (onafhanke
lijk) „Van beginsel tot hobby".
Is het dan zo vreemd, wanneer wij ons
afvragen, of onze politieke leiders niet zo
langzamerhand van hun beginsel een
hobby hebben gemaakt, dat wil zeggen, dat
zij op bepaalde detailpunten tegenstellin
gen zijn gaan scheppen, welke eigenlijk
niet de moeite van zulk een tegenstelling
waard zijn.
Zulks klemt temeer, omdat er wel an
dere zorgen zijn.
De T ij d (katholiek) „Het landsbelang
wacht wel."
Het korte intermezzo-Romme is na de
lange ouverture-Drees evenwel niet zonder
betekenis geweest. Er zijn nóg meer kaar
ten open op tafel komen te liggen, maar
het spel is er niet gemakkelijker op ge
worden. Het wachten is nu op een nieuwe
koninklijke opdracht. De impasse is ernstig
en het zou een even moedig als handig
bruggenbouwer moeten zijn, die het blijk
baar nog steeds dieper en troebeler wor
dende water tussen P.v.d.A. en de K.V.P.
zou weten te overbruggen. Ondertussen
moeten ernstige beslissingen van prominent
landsbelang maar wachten op het uitwoe
den van de wel ontkende, maar niettemin
zeer actieve partij-sentimenten.
Het Parool (onafhankelijk socialis
tisch) „En nu?"
Professor Romme heeft namelijk, dat
blijkt nu wel, een regeringsprogram ont
worpen, dat zó weinig weg had van een
compromis en zó duidelijk, tot soms in de
woordkeuze toe, het merkteken droeg van
ADVERTENTIE
TRICOT COLBERTS
Gen. Cronjéstr. 40-44 - Tel. 15438 - Haarlem
zijn opsteller, dat de P.v.d.A.-fracties een
stemmig van oordeel waren, dat het zelfs
geen zin had te trachten door amenderin
gen het wat aanlokkelijker te maken.
Intussen heeft het weinig zin ons verder
in speculaties te verdiepen en dat te min
der, omdat de tijd geleidelijk-aan zó gaat
dringen dat haast hoe langer hoe meer
geboden is, zodat zulke gissingen als zij
den kunnen zijn achterhaald door de feiten,
onder de ogen van de lezer komen, al zou-
Op zichzelf zou dat natuurlijk wel verheu
gend zijn, want het zou bewijzen dat men
er zich rekenschap van geeft, dat Prinsjes
dag minder dan zeven weken van ons af
ligt!
Algemeen Handelsblad. „Drees
noch Romme".
Men heeft elkaar met gelijke munt be
taald. Uit het feit, dat niet de andere drie
partijen bij beide formaties het „non liquet"
hebben uitgesproken, maar respectievelijk
de K.V.P. en de P.v.d.A., moet men toch
afleiden, dat subjectieve redenen een grote
rol hebben gespeeld. Noch over de „richt
lijnen" van dr. Drees, noch over het „pro
gram" van prof. Romme heersten zulke
diepgaande meningsverschillen, dat de
A.R., de C.H.U. of de V.V.D. hier geen basis
in zagen om een regeringsploeg te vormen.
Voor het praktijkdiploma boekhouden
slaagde de heer C. 'Booden en voor het vak
diploma Radio- en Televisiehandelaar, de
heer Joh. Schouten. Mej. G. T. Ligtvoet be
haalde in Utrecht de acte M.O. Nederlands A.
De volgende leerlingen van de Middelbare
Handelsavondschool slaagden voor het As
sociatie Praktijkdiploma Nederlands: B.
Baars, L. v. Rooyen en A. v. d. Zwet uit
Lisse en J. Stokman uit Vogelenzang.
ADVERTENTIE
In luxe
poederdoos
met
eo doosj
—of in fleurig
metalen doosje
.(ook met donsje)
Creme Puff: de volmaakte make-up met de onweerstaanbare charme
van frisse natuurlijkheid. Creme Puff: boeiende, betoverende schoon
heid in enkele seconden.
Creme Puff
(handelsmerk)
betekent Max Faetot
Hollywood Creamy
Powder Make'Up.
MAX FACTOR HOLLYWOOD Imp. Marfac N.V., Huddestraat 5, Amsterdam
Van onze correspondent in Londen)
Premier Eden verklaarde gisteren in het
Lagerhuis, dat de Britse regering het be
treurde dat tot militaire voorzorgsmaat
regelen moest worden overgegaan. Opge
merkt kan echter worden, dat deze op zich
niet alarmerend behoeven te zijn. Ook tij
dens de Perzische crisis in 1951 werden
soortgelijke maatregelen genomen. Op het
ogenblik zijn zij ongetwijfeld tevens be
doeld om indruk op Nasser te maken, dat
het de Britse regering ernst is zo nodig haar
belangen militair te beschermen. Ook ver
sterken de maatregelen de Britse diploma
tieke positie tijdens de komende interna
tionale conferentie. Deze maatrgelen hou
den in dat bepaalde vloot-, leger- en lucht
machteenheden uit Groot-Brittannië naar
het oostelijk deel van de Middellandse Zee
worden gezonden. Op Cyprus zijn een aan
tal Grieks-Cyprische scholen bij .Nicosia
gevorderd en op Malta zijn enkele esca
drilles straalbommenwerp^rs \;an het type
Canberra aangekomen. Groot-Brittannië
heeft ook op Cyprus en in Libië de beschik
king over bases die geschikt zijn voor Can
berra's.
„Zoals de wereld thans is en dat zal
waarschijnlijk nog enige tijd zo zijn, hangt
het industriële leven van West-Europa
letterlijk af van de blijvende vrije door
vaart door het Suezkanaal", aldus Eden.
Na Eden kreeg de leider van de Labour-
oppositie, Hugh Gaoitskell, het woord. Hij
verklaarde zich akkoord met de militaire
voorzorgsmaatregelen. Er zijn „duidelijke
omstandigheden, waarin wij wellicht ge
dwongen zouden worden geweld te gebrui
ken", aldus Gaitskell, die aan de andere
kant aandrong op voorzichtigheid.
„Het is een feirt, dat deze episode moet
worden gezien als een deel van de strijd
om de heerschappij in het Midden-Oosten",
eo vervolgde de oppositieleider. In Nassers
onvriendelijke uitlatingen tegenover Groot-
Brittannië en zijn voortdurende dreigemen
ten aan het adres van Israel zag hij duide
lijke tekenen van eventuele agressie. Hij
drong er bij de regering op aan, de kwestie
van de wapenleveranties aan Israel nog
eens in overweging te nemen.
Zowel Eden als Gaitskell trokken het in
twijfel of Egypte zowel de aandeelhouders
van de kanaalmaatschappij schadeloos kan
stellen, als ook uit de inkomsten van de
maatschappij de bouw van een stuwdam bij
Assoean kan bekostigen. De waarde van de
aandelen wordt tezamen op ruim 700 mil
joen gulden gescha.t terwijl met de aanleg
van de Nijldam een bedrag van vijf miljard
gulden zou zijn gemoeid.
Opmerkend dat de Suezkanaalmaatschap-
pij niet „zo maar een onderneming" is, zei
Gaitskell dat wanneer deze in andere han
den overgaat, dit een kwestie van interna
tionaal belang is, te meer waar Egypte
onwettig is opgetreden door de doorvaart
van Israëlische schepen te beletten. Gaits
kell meent, gezien het doel van de naasting,
dat Nasser er onvermijdelijk toe gebracht
zou worden de doorvaartrechten te verho
gen. Hij waarschuwde voor de winst aan
prestige, die Nasser uit deze kwestie zou
kunnen halen en waardoor de bevriende
Arabische mogendheden in het Midden-
Oosten, zoals Irak, Jordanië en Saoedi-
Arabië aangemoedigd zouden kunnen wor
den de oliebelangen te nationaliseren. De
bedreiging van Israel zou ook ernstiger
worden.
Gaitskell herinnerde er aan dat de Sov
jet-Unie zich in 1946 voorstander van in
ternationale controle door de meest be
langhebbende mogendheden heeft ver
klaard. Een eventuele controle-commissie
zou een UNO-orgaan moeten zijn, aldus
Gaitskell.
Premier Eden had zijn toespraak beslo
ten met de verklaring, dat de Britse rege
ring met niets minder dan een internatio
naal gezagsorgaan voor het Suezkanaal ge
noegen zou kunnen nemen.
De minister van Buitenlandse Zaken
Selwyn Lloyd verklaarde: „De toestand is
zeer ernstig. Er zijn vele Britse onderdanen
in Egypte en veel Britse schepen naderen
het kanaal. In deze situatie is alles mo
gelijk en de regering zou in haar taak te
kort schieten, indien zij geen voorzorgs
maatregelen nam.
NEUCHATEL (United Press) Een
aardverschuiving heeft donderdag de
spoor lijnverbinding, tussen Bern en Parijs
bij Neuohatel verbroken. Ongeveer 5500
kubieke meter stenen en aarde is in bewe
ging gekomen. De massa kwam tot stil
stand op de internationale spoorlijn en een
weg die loopt van Neuohatel naar de
Franse grens in de Travers-vallei. De
spoorlijn wordt geblokkeerd door een muur
van stenen en aarde die op sommige plaat
sen zes meter hoog en tweehonderd meter
breed is.
Het verkeer is voor de eerste daigen on
mogelijk. Treinpassagiers worden per bus
langs de „muur" vervoerd.
De olympiajol „Pollux" OZ-42, die dins
dagavond leeg aan de Leidam bij Lelystad
werd gevonden behoorde toe aan twee
Zwitserse scholieren, de 19-jarige J. en zijn
neef D. Neuenschwander, beiden uit
Frauenfeld. Aangenomen wordt, dat de
jongelui tijdens het stormachtige weer van
het afgelopen weekend zijn verdronken.
Hun stoffelijke overschotten zijn echter nog
niet aangespoeld.
De jongelui maakten in hun jol over de
Rijn een vakantietocht en passeerden don
derdag 26 juli onze grens bij Lobith. Za
terdag hebben zij nog hun familie in Zwit
serland vanuit Amsterdam getelegrafeerd.
Volgens de vader van een der jongens wa
ren zwemvesten aan boord, die zich auto
matisch vullen als zij in het water komen.
Van heden tot 16 augustus is in de bo
venzaal van het Frans Halsmuseum een
expositie van tweeduizend jaar Chinese
kunst te bezichtigen. Hierbij een korte
kanttekening.
Het boeddhisme heeft altijd grote in
vloed gehad op Chinese kunstenaars. Dit
geloof streeft de verlossing van de mens
na door diens eigen kracht en niet door
een macht buiten hem. Een grote kracht
bij deze poging van de mens zelf geeft de
meditatie, het zich uren verdiepen in een
denkbeeld. In de schilderkunst komt de
meditatie sterk tot uiting. De kunstenaar
probeert niet om godsdienstige gevoelens
te wekken bij de toeschouwer, maar om
hem eveneens tot diepe overpeinzing te
brengen- Een Chinese schilder tracht nooit
mooie vergezichten te maken, maar pro
beert het wezen der dingen vast te leggen,
opdat ook de niet-kuestenaar dat wezen
zal kunnen vatten. Daarom tracht hij nooit
details te geven, maar vindt men in zijn
kunst een diepe eerbied en bewondering
voor de hele schepping. Vaak zijn de schil
derijen vaag, weinig omlijnd, omdat vor
men het wezen der dingen niet aangeven.
Verscheidene van de geëxposeerde stuk
ken in het museum tonen dit. Bergen wor
den mateloos groot voorgesteld en mensen
uiterst klein, enerzijds om de eerbied voor
de geweldige steenkolossen tot uitdrukking
te brengen, anderzijds om het besef van
de kleinheid van de mens te schetsen, ge
heel overeenkomstig de boeddhistische
leer. Men krijgt de indruk dat de Chinees
veel en veel groter besef van de eenheid
van mens en heelal heeft dan de Europese
schilders. In veel schilderijen komt die
eenheid tot uitdrukking door weglating
van alle bijkomstigheden, door louter het
essentiële te noteren. Dit is een traditie ge
worden, die in de Chinese schilderkunst
tot vaste manieren heeft geleid. Op den
duur moest verstarring optreden, maar vele
schilderijen getuigen toch van een supe
rieure kunst.
Na een voorspoedige reis is gistermiddag
smaldeel 5, bestaande uit de kruiser
„Zeven Provinciën" en de onderzeeboot
jagers „Friesland" en „Zeeland" uit Lenin
grad in de haven van Den Helder terugge
keerd. Tijdens een onderhoud aan boord
van de „Zeven Provinciën" gaf comman
dant schout-bij-nacht L. J. Goslings zijn
algemene indrukken weer: De ontvangst
door de Russen is ongedwongen en opval
lend hartelijk geweest. De bevolking had
gaarne contact met de Nederlandse gasten
en zij werden daar niet in gehinderd. Van
enige ruilhandel was nauwelijks sprake,
omdat de bevolking niets te ruilen had; de
meest eenvoudige souvenirs als de kroon-
kurken van de bierflesjes vonden gretig af
trek.
De kleding was verre van fleurig, eerder
grauw en armelijk, het leven duur. Een
ijsje kostte 2.85 en een prentbriefkaart
naar huis 1.10. De wodka was goed, maar
niet te betalen, clandestien gestookte wod
ka was gevaarlijk om te drinken.
De vragen, die de bevolking in het alge
meen stelde, beperkten zich tot: waar ben
je geboren, hoe oud ben je, waar woon je,
leven je ouders nog en mag je die bezoe
ken? Als je vertelde, dat je moeder niet
werkte maar voor het huishouden zorgde,
keek men je ongelovig aan. Daar geloofden
ze niets van. Aan cafébezoek hadden de
Nederlanders niet gedaan. Een uur wach
ten op een kopje koffie moedigde dit be-
Naast het huis, waar Bunno woonde, had een oude timmerman zijn werkplaats.
Dat was een gezellige ouwe baas, waarmee Bunno graag babbelde; want Malba, de
timmerman, wist heel veel en was een wijze man.
Toen besloot Bunno op een dag, baas Ma.lba eens te vragen, waar Luilekkerland
eigenlijk te vinden was. Malba keek zijn jonge buurtje eens aan en krabde in zijn
baard.
„Waarom wou je dat weten, Bunno?", vroeg hij.
„Ik zou daar graag heen willen gaan!", zei Bunno.
zoek niet aan. Bij het maken van foto's
werden geen beperkingen opgelegd. De
huizen waren indrukwekkend groot, doch
slecht onderhouden, de straten breed met
weinig verkeer, zodat van verkeersproble
men geen sprake is. De Russische pers- en
televisiemensen, die met een bootje de
kruiser tegemoet waren gevaren, moesten
onverrichterzake terugkeren doch op de
nadien gehouden persconferentie werden
de meest onschuldige vragen gesteld.
De marinierskapel werd meer dan en
thousiast ontvangen. Het Nederlandse wijs
je „Wij zijn niet bang" werd spontaan mee
gezongen, doch bleek achteraf een verbo
den lied te zijn. De protestantse en katho
lieke kerkdiensten werden behalve door de
Nederlanders, die vrijwel allen van deze
gelegenheid tot kerkbezoek gebruik maak
ten, hoofdzakelijk bezocht door oude vrou
wen. Mannen en de jeugd zag je er niet.
Desgevraagd werd toegegeven, dat sport
en cultuur moesten dienen als compensa
tie voor het geloof. De commandant was
het meest getroffen door de hartelijkheid.
Het bezoek is een vriendelijk gebaar tegen
over elkaar geweest, doch het resultaat zal
moeten worden afgewacht, zo besloot hij
het onderhoud.
(Van onze correspondent in West-
Duitsland)
Hoewel bondskanselier Adenauer tot
dusver hardnekkig op het standpunt is blij
ven staan dat geen diplomatieke betrek
kingen tussen de Westduitse Bondsrepu
bliek en de satellietstaten van de Sovjet-
Unie mogen worden aangeknoopt, over
weegt men bij het Westduitse ministerie
van Buitenlandse Zaken in Bonn wel bin
nenkort officiële Westduitse handelsverte
genwoordigingen in Polen en Tsjechoslo-
wakije tot stand te brengen. Ofschoon de
politieke opvattingen in het Oosten en in
het Westen hemelsbreed van elkaar ver
schillen, acht men het in West-Duitsland,
vooral in economische kringen, van het
grootste belang dat de handel met het
Oosten in omvang toeneemt en meer nor
male wegen gaat bewandelen.
Het sturen van handelsvertegenwoordi
gingen naar communistische landen hoeft
overigens nog niet te betekenen dat men
het politieke bestel van elkaar goedkeurt
en diplomatieke betrekkingen behoeven er
niet het gevolg van te zijn. Uit politieke
kringen vernamen wij dat de Westduitse
regering van plan is zich na het einde van
de zomervakantie intensief met de ver
houding tot de landen in het Oosten van
Europa bezig te houden.
Dezer dagen werd voor het eerst in Bonn
een officiële vertegenwoordiger van een
der satellietstaten door een bondsminister
ontvangen. De Westduitse minister voor
Verkeer Seebohm heeft namelijk een on
derhoud gehad met de Tsjechoslowaakse
zaakgelastigde in de Oostzone Cerny over
het uitbreiden van de scheepvaart op de
Elbe.
24)
„En u zag de ring niet liggen?"
„Nee. Natuurlijk niet, zou ik haast zeg
gen. Anders had ik u deze waardevolle
schakel bij uw onderzoek heus wel over
handigd of u althans onmiddellijk telefo
nisch verwittigd. Maar wat brengt u op
de idee, dat ik er iets mee te maken zou
hebben?" Jeróme Rijnders keek de in
specteur recht in het gezicht.
„Uw onverklaarbare aanwezigheid op
die plek."
„Onverklaarbaar? Dat weet ik nog niet
zo net. Laten we om precies te zijn voor
lopig „onverklaard" zeggen."
„Wat trok u eigenlijk naar die plaats
toe?" Beels nam zich voor beter op zijn
hoede te zijn. Door die onnauwkeurigheden
verzwakte hij alleen maar zijn blijkbaar
toch al zwakke positie.
„Jatrokdat is wel het juiste
woord. Ik heb er ook al over nagedacht
wat me er heen kon hebben getrokken
peinsde dokter Rijnders hardop, zonder
vooreerts op de netelige vraag recht
streeks in te gaan. „Ik was over me zelf
verbaasd, dat ik niet boven deze mense
lijke zwakheid stond," vervolgde hij met
een verlegen lachje.
Het antwoord klonk alleszins aanneme
lijk, vond de inspecteur. Hij moest be
kennen, dat de arts hem met zijn trouw
hartige verklaring aanhoudend het wapen
uit de hand sloeg. Of werd hij met een
kluitje in het riet gestuurd? Indien het
zich echter wèl zo had toegedragen, hoe
was dan die ring daar komen te liggen?
Enigszins uit de koers, bladerde hij bij
wijze van manoeuvre eerst wat in zijn
notities, vroeg daarop plotseling, denkende
aan de verdekt opgestelde Brouwer:
„Heeft u niemand in de onmiddellijke
nabijheid opgemerkt?"
„Nee,' zei dokter Rijnders. „Daarover
heb ik zo juist ook al zitten nadenken.
Waarom zou ik wel zijn opgemerkt en ik
mijn, laten we zeggen.... bespieder niet
hebben ontdekt? In tegenstelling tot mij,
schijnt die er terdege op bedacht geweest
te zijn zijn aanwezigheid niet te verraden.
Laten we de zaak eens omkeren: wanneer
ik mèt deze ring en mèt dit verhaal bij u
was gekomen en tegen u had gezegd, dat
ik net die of die man zich uit de voeten
zag maken, toen ik de bewuste plek nader
de, zou u deze persoon dan verdenken?
Want dat u mij verdenkt, is zo helder als
glas
Inspecteur Beels keek op. Waar wilde
deze Rijnders naar toe? Was dat een staal
tje van verduveld handige tactiek? Zonder
op de laatste opmerking in te gaan, zei hij:
„Nee.ja.dat hangt van de naam
af die u me zou hebben genoemd. Maar,
dokter Rijnders," en zijn stem klonk nu
indringender, „het was üw naam, die mijn
getuige me noemde. Laten we ons dus liever
aan de feiten houden. Aan veronderstelde
situaties zullen we ons maar liever met
wagen," vervolgde hij op gemoedelijker
toon.
Het bleef stil. De inspecteur tuurde in
de kale tuin. Zijn jagende gedachten
vlogen naar mevrouw Rijnders. Had ze hem
laatst toch leugens of slechts de halve
waarheid opgedist? En wilde haar man
haar nu beschermen? Dat zou mogelijk en
ook begrijpelijk zijn. Beels sprak ernstig,
teen hij het gesprek hervatte:
„Dokter Rijnders, heeft u nog iets aan
uw verklaring toe te voegen?"
„Nee, ik geloof van niet." Jeróme schrok
even op. „Neem me niet kwalijk, ik was
juist met heel iets anders bezig.... Ik
heb een moeilijk geval onder mijn patiën
ten. Nee," zei hij nog eens, terwijl hij op
stond, „ik heb niets aan mijn verklaring
toe te voegen."
hij schijnt het onderhoud als geëindigd
te beschouwen, ging het Anthonie Beels
geërgerd door het hoofd. Ja, zoals de zaak
er op het ogenblik voor stond, had zijn
vis-a-vis in de grond nog gelijk ook. Moest
hij nu niet met de onthullingen van
mevrouw Rijnders voor de dag komen?
Nee, daarmee zou hij nog maar even
wachten.
In een allesbehalve goed humeur nam
hij afscheid.
Na de naar zijn smaak veel te korte
kennismaking met inspecteur Beels, had
Reinier Bartels zich weer in de apotheek
willen terugtrekken. Hij had zich evenwel
bedacht en was de gang naar het kleine
laboratorium door gelopen. Hij zou zolang
hier zijn werk afdoen, totdat de dokter tijd
voor hem zou hebben.
In de deuropening zag hij Willem Brou
wer staan. Hij wilde hem juist vragen hoe
hij hier zo maar kwam, toen hem te bin
nenschoot, dat het in dit oord de gewoonte
v/as voor jan en alleman de deuren open
te laten.
Voordat hij hem echter nog iets had
kunnen vragen, verklaarde Brouwer al
zijn aanwezigheid.
„Ik kwam nog eens horen, mijnheer Bar
tels, of u niet toch van mijn diensten ge
bruik wilt maken, zoals juffrouw Van Ga
len bij tijd en wijle deed?"
„Ik zei je toch al, Brouwer, dat ik het
best alleen af kan. Met juffrouw Van
Galen zal dat misschien anders geweest
zijn
wat stom van me, dacht hij meteen.
Op eigen terrein zou ik hem tienmaal ge
makkelijker kunnen uithoren. Daarom
vervolgde hij inschikkelijker:
„Het spijt me, Brouwer, ik heb er hele
maal niet aan gedacht, dat het je waar
schijnlijk om de kleine bijverdienste is te
doen. Ik zal er straks met de dokter over
spreken. Vanavond vertel ik je dan het
resultaat."
„Bedankt alvast, mijnheer Bartels. Nou,
ik zou het erg vriendelijk van u vinden.
Wilt u wel geloven, het gaat me niet eens
zo zeer om de centjes, dan wel om wat
meer om handen et hebben...."
Hij zei het zachtjes. En daarom ver
volgde hij met een veelzeggende blik
waarvan Bartels de betekenis trachtte te
vatten: „Net is mijn ouwe inspecteur bij
onze dokter. Ik zag de dienstauto buiten
staan
Opeens wilde de apothekersassistent
Brouwer weghebben. Wanneer dokter Rijn
ders en de inspecteur de zitkamer uit
kwamen, moesten zij niet de indruk
krijgen, dat hij het geval met de oud
brigadier stond te bepraten. Hij zei dan
ook wat kortaangebonden:
„Ja, hij zal nog enige inlichtingen nodig
hebben. En ik moet nu aan het werk."
Brouwer scheen de wenk te begrijpen.
Met een benepen „tot vanavond dan maar"
verwijderde hij zich, meer nog dan ge
woonlijk sloffend met zijn gebrekkige
linkerbeen.
Al de kleine wissewasjes des levens
schijnen dadelijk naar zijn been af te zak
ken, sneerde Reinier Bartels bij zichzelf,
terwijl hij de ex-agent met plots op
komende wrevel nakeek. Hij was geïrri
teerd zonder eigenlijk te weten waarom.
Wat kan die Brouwer toch een miezerig
flemerig mannetje zijn, dacht hij. Zo had
hij hem nog nooit meegemaakt, 's Avonds
in de kroeg gedroeg hij zich bij lange niet
zo onderdanig. Waarschijnlijk voelde hij
zich hier de mindere en onder een borrel
samen aan een tafeltje meer de gelijke.
Hij keek naar het brouwsel op de bran
der, schroefde de vlam iets lager en begon,
monotoom fluitend, uit diverse bakken en
laatjes de benodigde ingrediënten bij elkaar
te zoeken.
Werktuigelijk verrichtte Bartels de ver
eiste handgrepen. Door de aanwezigheid
van Brouwer en de inspecteur dwaalden
zijn gedachten weer naar de nog onopge
loste moord. De zaak hield hem meer bezig
dan voor zijn werk wel goed was. Hij wierp
nog een terloopse blik op het uizende pitje
en keerde naar de apotheek terug.
Terwijl hij langs de deur van de zitka
mer kwam, drongen de stemmen van de
twee daarbinnen tot hem door. Even ver
langzaamde hij zijn tred, bleef staan, door
de nu scherper klinkende toon van de in
specteur pas recht opmerkzaam geworden,
reorloos staan.
en u zag de ring niet liggen?
nee. Natuurlijk niet, zou ik haast
zeggen
uw onverklaarbare aanwezigheid op
die plek
(Wordt vervolgd).