aJoot cle^Orouw
DE HOGE VLUCHT VAN PLASTIC
TWEE BLOEMLEZINGEN
Blauwe Druifjes
Vele manieren van verwerking
ONZE TUIN- EN KAMERPLANTEN
CURNONSKY:
Een kindercape
Apollo of Eros?
Litteraire
Kanttekeningen
K
VRIJDAG 14 SEPTEMBER 1956
9
WIJ KOMEN NAAR HAARLEM
in het Gem. Concertgebouw,
L. Begijnestraat 13
A. MO LEND UK
Nieuw reuma-revalidatie
centrum in Amsterdam
Tien tegen één!
Tekort aan werkkrachten
- onder- en bovengronds -
baart grote zorgen
DIT MAKEN WE ZELF
prins der gastronomen
ADVERTENTIE
Toegangsbewijzen 50 cent zolang de voorraad strekt ver
krijgbaar aan de zaal, uitsluitend voor de aanvang van de
show, bovendien bij de Heer Belterman, Vjnkestraat 55
vanaf 15 september
De breishow wórdt gè-
■V
houden op 17 sep-
tember 's middags om
14.30 uur en desavonds
om 19.00 en' 21.00 uur.
i.*y>
„EEN VERZAMELING VAN geografische gedichten" aldus heeft Laurens van
der Waals zijn bloemlezing „Apollo's reis door Nederland" (Nijgh Van Ditmar)
genoemd, blijkbaar in de veronderstelling, dat zijn Apollo bereid zou zijn om de poëzie
zo nu en dan voor de berijmde plaatbeschrijving of een verbaal genrestukje in prent
briefkaartstij 1 cadeau te doen. Misschien was Apollo zo (we kennen hem tenslotte
alleen van horen-zeggen) of wérd hij zo, toen hij op balladeske zoetvloeiendheid (van
Aafjes „Hollands water" was biranengedeind. Hoe dan ook, het valt me tegen van
Apollo. Ik had me hem Olympischer voorgesteld. En kieskeuriger. Want wie een keur
uit onze poëzie, met landschap, stad en dorp, bos en duin, hei en meer, ven en zee
een „mer a boire" samenleest, keurt en kiest, dacht ik, het beste van het beste der
poëzie. Aan het aardrijkskundige kan men zich immers in Craandijks befaamde
„Sprokkelingen" te goed doen.
Er is veel voortreffelijks in deze bundel
te vinden allicht, zou ik zeggen. Maar
meezwervende van Hoek van Holland naar
Enkhuizen, van Stadskanaal naar Zwarte-
waal, van Ootmarsum via Enter naar Arn
hem en Maastricht en vandaar naar Brielle
en Domburg, kortom door elf provincies,
had ik onverwachte ontmoetingen, die mij
jammer genoeg de kans deden verspelen
bij een goede vriend te gast te zijn, In
Genemuiden bijvoorbeeld heb ik Van Col-
lem gemist. En Hoonte loonde het bezoek
niet, want Achterberg was, drie oden lang,
in Den Haag. In Maastricht moest ik zo
waar, al hoorde ik zijn stem in een kleine
„fanfare", Pierre Kemp missen om tot mijn
verbazing in zijn plaats Guillaume van der
Graft tegen het lijf te lopen en_ in mijn
stellige verwachting, tenminste één „Win
ter aan Zee" te Bergen door te brengen
werd ik ook al beschaamd, toen ik in ge
zelschap van Hans van Straten „onder de
lage hemel, besneeuwd en tot den einder
dichtgevroren" halverwege moest terugke
ren naar Zwartewaal. En dat nadat al
bij Max Schuchart en Han Hoekstra „de
grijze luchten" zo „laag boven het land"
hadden gehangen! Een ondoorgrondelijke
man, die Apollo: waarom moest J. van
Tooren mij met thijm en roosmarijn nu
juist naar Muiderberg lokken? Wat deed
Van Heerikhuizen bij maanlicht in Middel
burg en waarom'was Hoorn nu juist. Hoorn
toen Hoekstra (in een overigens zeer goed
gedicht) ontwaakte met prille ochtendge
luiden in de oren? Dat had hem, meen ik,
even bevrijdend in Enkhuizen beschoren
kunnen zijn, was het niet dat Apollo's
gril deze „oude stad aan doode binnenzee"
al door Aldert Witte had doen annexeren,
die daardoor juist op tijd kwam om Meu-
lenbelt de Drommedaris en Eric van der
Steen het carillon af te snoepen.
Was ik in Amsterdam fortuinlijker? Ik
vreesde het ergste, toen Reinold Kuipers
mij twee gedichten lang had meegetroond,
eerst naar Eylders, dan naar Reynders,
(waar achter velerlei geuren de specifiek-
Amsterdamse lucht zich halsstarrig bleef
schuilhouden) en Hans van Straaten me
voor de duur van tien versregels („Am
sterdam Blues" maar waarom toch
blues"?) bij Scheltema had opgehouden.
De kans om Van Schendel nog bij „Mast"
te treffen en Adama van Scheltema in
een fragment van zijn „Amsterdam" te
ontmoeten in plaats van in zijn eeuwig
„jouw"-ende „Polder" („polder met j.ouw
witte wegen en jouw sloten aan den kant,
met jouw...." enzovoorts), was en bleef
daarmee verkeken. Maar daar was de he
mel zij dank Hoornik: „en eensklaps waait
de hemel open, de wolken spieglen in het
Y". En Jan Campert was er weer, „duiven
vallen rond de Westertoren" waar Aafjes
gaat en zo ben ik met Pierre Dubois ten
slotte „toch tevreden en bijna blijde, te
leven in een stad als Amsterdam".
Waar bleef „ons Hinrick" Hendrik de
Vries? Vergeefs zocht ik hem in Grunnd-
gerland. Had ik Marja niet even op Gro
ningse „markten in het morgenlicht" ont
dekt, het zou een nutteloze reis zijn ge
weest. Ik heb niets tegen Winkler Prins,
maar had hij, de oudste der niet meer le
venden in deze bundel, niet wat kunnen
opschikken? Of heeft hij, tijdgenoot van
Beets, de bloemlezer nog juist weten te
weerhouden om ons met z'n allen naar de
Zaan te laten gaan: „Het Y is breed, de
Zaan is breed"? En wat had ik Leopold
ADVERTENTIE
FAR IJ SE COIFFURES
DAMESKAPPER
Santpoorterplein 1 - Haarlem - Tel. 19706
Buslijnen 3 en 4.
In Amsterdam komt te zijner tijd een
nieuw reuma-revalidatie-centrum, waar
voor de dienst Publieke Werken reeds een
ontwerp heeft gemaakt. Het gebouw is ge
projecteerd in het Overtoomse veld in de
stadsuitbreiding-West. De kosten worden
geraamd op 1 y2 a 2 miljoen gulden. Za
terdag 22 september houdt „Antirheuma"
vereniging tot steun aan de reumatiekbe-
strijding in Amsterdam, die vijf jaar be
staat, een lustrümcollecte.
De gelden daarvan zijn bestemd voor het
nieuwe centrum. De 14 Amsterdamse
draaiorgels spelen die dag voor „Anti
rheuma" en de gehele opbrengst wordt aan
de vereniging afgedragen. Zaterdagmiddag
komen de orgels naar de Dam waar een
wedstrijd wordt gehouden, waarvoor drie
leden van het concertgebouworkest de
jury zullen vormen.
graag nog eens „bij de peppels van zijn
oude woonhuis" zien staan, in steê van
tweemaal A. J. D. van Oosten (waarom
eigenlijk?) naar Gorcum te moeten verge
zellen. Dan duizendmaal liever met Nij-
hoff naar Bommel „om de brug te zien" al
weet ik heel goed, dat Bommel, z'onder Nij-
hoff in het minst te schaden, evengoed
aan de IJsel had kunnen liggen.
„Toen ben ik" ik citeer Van der
Waals „gegaan om me te troosten naar
een klein stadje, 't was er stil" en in
die „onplaatselijke" stilte heb ik mij afge
vraagd, waarom zo vaak een toevallige
plaatsnaam in de titel beslissend moest
zijn voor een bladzij druks in deze bloem
lezing, in plaats van de „couleur locale",
de essentie van stad en streek en land
schap. In plaats van de poëzie, waarom het,
al dan niet „geografisch" toch maar te
doen is. Was aldus mijn teleurstellen
de gevolgtrekking deze dichterlijke
sterrit wat zorgvuldiger voorbereid, het
malle geval zou zich niet hebben voorge
daan, dat een kalenderprentje als „Gul
den Avond" van Jan Walch, een meeuwen-
schreeuwend „Eldorado" van Victor West-
boff en een klein Adama-tje van Louis
Tiessen het kostelijk wit gingen innemen,
dat voor „Winterdageraad" en „In Balling
schap" van Roland Holst gereserveerd had
moeten blijven. Het voortreffelijke in deze
bundel en dat is er natuurlijk te over
heeft aan het tekort van deze „poëti
sche geografie" (de „Lof van Nederland"
werd immers al eerder anthologisch bezon
gen) geen schuld.
De hoop, dat ik het voorgegaan door
Adriaan Morriën in gezelschap van
Eros beter met de poëzie zou treffen dan
op de zwerftocht met Apollo, ging maar
ten dele in vervulling. De bloemlezing
„Nederlandse Liefdespoëzie" (Uitgave van
„De Bezige Bij") bevat ontegenzeggelijk
veel, met zorg gekozen, schoons. Maar dat
hier het beste van het beste, waartóe Eros
inspireerde, bijeen werd gebracht, zou ik
nret willen beweren. Waarom in dit be
knopt bestek van vier vel druks vier hele
bladzijden „Gorter" en niets van Bloem of
van Engelman? Waarom wèl van Heerik
huizen en niéts van Morriën zelf? En had
een van de beide gedichten van Gilliams
(die ik ten volle waardeer) niet moeten
wijken voor tenminste „iets" van Van Nij-
len ctf Jonckheere? Over smaak valt niet te
twisten, over poëzie wel.
C. J. E. DINAU'X
ADVERTENTIE
Tien tegen één dat negen van
de tien huisvrouwen MAÏZENA
DURYEA gebruiken. Een keuken
geheim, dat overgaat van moeder
op dochter, al sinds vele genera
ties. Voor het binden van groen
ten, soepen en sausen is er niets
beters. Met MAIZE NA DURYEA
zijn mislukkingen uit ge sloten.
Maar.laat niets aan het toeval
over. Als U Uw leverancier vraagt
om maizena, zeg er dan uitdruk
kelijk bij DURYEA. Dan pas weet
hij, dat U de echte, originele
MAÏZENA verlangt.
Verslag Domaniale Mijnmij.
Door vele ongunstige factoren is het ex
ploitatieresultaat van de Domaniale Mijn-
maatschappij N.V. te Kerkrade in 1955/'56
belangrijk bij dat van 1954/55 ten achter
gebleven. Omtrent het ondergronds bedrijf
staat in het verslag: Afgezien van de moei
lijkheden door de veelvuldig voorkomende
tektonische storingen, waardoor mechani
satie van de kolenwinning niet mogelijk
was, verliep de ontginning normaal. In het
bovengrondsbedrijf werd de verbetering
van de wasserijen ter hand genomen en
werd begonnen met de elektrificatie der
diverse installaties.
De kolenproduktie, aldus het verslag,
heeft nog een bevredigend verloop gehad.
De toenemende vraag naar kolen heeft zich
in versterkte mate voortgezet. De produktie
was niet toereikend om aan de vraag van
de binnenlandse afnemers te voldoen.
Opvoering van de produktie is niet mo
gelijk wegens tekort aan werkkrachten.
Bovengronds wordt dit tekort zo ernstig
dat het normale onderhoud in het gedrang
komt.
Hoewel de kosten onafgebroken stijgen,
heeft de directie pas vanaf 1 april 1956 de
prijzen enigszins verhoogd. Zij acht de ont
wikkeling van lonen en prijzen zorgwek
kend. De stijgende kosten zullen zonder
verdere prijsverhogingen van de produk-
ten niet meer op te vangen zijn. De onder
handelingen over uitbreiding van het mijn-
veld worden voortgezet.
de filmindustrie mo
Een betoverende avondjapon (Jacques Heim) komt uit Parijs: vervaardigd van
witte kant, gedecoreerd met glinsterende „dauwdruppels" uit plas.
gestijfde
Dezelfde versiering vindt men in de oorbellen en het diadeem.
Curnonsky voerde als eretitel: prins
der gastronomen. Geen Parijzenaar, die
zich zelf respecteerde, zou over die hoge
onderscheiding de schouders of ook
maar de wenkbrauwen optrekken.
Met kennis van zaken, aandacht en
piëteit zelfs kon hij over een bijzondere
saus spreken. Met diezelfde verfijnde
attentie en scherpe intuïtie had hij het
even later over Proust, die hij persoon
lijk goed gekend had, of over een nieuw
schilderij van Matisse.
Een jaar of wat geleden heb ik Cur
nonsky opgezocht in zijn woning aan
de Square Henri Bergson, een twee
kamer-appartement, dat helemaal geen
vorstelijke indruk maakte. Curnonsky
zat in zijn, wankele fauteuil, die geheel
door zijn omvangrijk lichaam werd op
gevuld, tussen zijn. ouderwetse spul
letjes en zijn zware schrijfbureau. Alle
„fines bees" van Frankrijk erkenden
deze zoon van een eenvoudige hand
werksman uit Anger, als hun on,bestre
den meester, die op zijn negentiende
jaar naar Parijs was gekomen. Hij was
het ook, die dat geheimzinnige genoot
schap presideerde, dat elk jaar de vork
jes en de mesjes uitdeelde, die als sym
bolische onderscheidingstekenen de
graad van gastronomische adeldom in
de Guide Michelin bepaalden van de
beste restaurants in het land. En in al
die gelegenheden, soms maar simpele
eethuisjes, waar de baas gelijktijdig als
opperkok, inkoper, kelner en chef de
reception fungeerde, had Curnonsky
zijn gereserveerde plaats, waar hij te
allen tijde kon aanschuiven. Niemand
haalde het in zijn hoofd op deze „troon
van Curnonsky" plaats te nemen.
Een man van onbegrensd gezag die
een encyclopedie over de gastronomie
heeft samengesteld die uit achtentwin
tig delen bestaat.
Een man van gezag, een man van ge
wicht, óók in letterlijke zin. Een ge
wicht, dat hem tenslotte fataal zou
worden. Ondanks zijn hoge ouderdom,
had Curnonsky zijn koketterie bewaard
en wilde hij jonger lijken dan hij was.
Hij volgde een ingrijpende vermage
ringskuur, die wel iets te veel van zijn
krachten en zijn hart vergde. Hij werk
te daarbij tot diep im de nacht aan zijn
memoires.
Blauwe Druifjes.
het best indien ze in een voedzame
grond gepoot worden. Daarom is het
nuttig, wat oude mest onder te spitten;
verse stalmest kan men beter niet ge
bruiken. Tegenwoordig maakt men ook
heel veel gebruik van de bekende rose
tuin- en gazonkorrelmest. Men heeft
daar slechts een geringe hoeveelheid
van nodig. De bolletjes kan men nu bij
een solide firma bestellen;zij kunnen
direct na ontvangst gepoot worden. Zet
u ze dan maar op een diepte van onge
veer acht centimeter. Ze zijn voldoende
winterhard en behoeven dus niet extra
afgedekt te worden. G. KROMDIJK
Op een ochtend voelde hij zich on
wel. Hij wilde voor het open raam een
luchtje schep,pen, moet toen zijn even
wicht verloren hebben en uit het raam
van de derde verdieping gevallen zijn.
Parijs heeft met hem een figuur ver
loren, die ruim een halve eeuw de tra
ditie van Rabelais heeft hooggehouden.
Het is een onomstreden feit, dat het gebruik van plastics, zowel in de industrie,
als in de huishouding, een hoge vlucht heeft genomen. Het leek ons aardig eens een
plasticfabriek te bezoeken om wat meer te weten te komen over de vele voor
werpen, die wij allen dagelijks gebruiken, zonder ons af te vragen hóe nu eigenlijk
al deze dingen gemaakt worden. Opdat u een beetje thuis zult raken in die wondere
plasticwereld, volgen hier onze onthullingen.
Het eerste plastic
produkt was een bil
jartbal, die door een
Amerikaan, een zeke
re Hyatt, gemaakt
was van katoenlinters
en kamfer. Uit de sa-
mensmelting van deze
twee materialen ont
stond het celluloid-
nitraat.
Het eerste plastic
was zeer brandbaar,
maar toch is hierdoor
De plastic, die hiervoor gebruikt wordt
heet polyethylene.
Daarnaast zijn er onnoemelijk veel
artikelen gemaakt van „polystyrene".
Hiervan zijn de meeste harde huis
houdelijke voorwerpen gemaakt. Poly
styrene heeft een „slagvaste" kwaliteit
en kan niet breken. Het wordt alleen in
kleuren gemaakt.
Plastics zijn niet bestand tegen de
etherische olie van citroenen en aceton.
Daar lost plastic in op.
Wat wordt er al niet van plastic
gemaakt
De plastic-industrie ontwikkeld zich
koortsachtig en opent ongekende gemak
ken, niet uitsluitend voor de huisvrouw,
maar voor iedereen.
Het patroon natekenen, begin met het
patroon van het voorpand 5 cm van
links te tekenen. Als het patroon klaar
is, slaan we die 5 cm naar achteren en
knippen de hals gelijk met de lijn van
het pand af. Het beleg heeft dan precies
de goede vorm.
Als de tekening klaar is leggen we
hem op stof zoals het schetsje aangeeft
en knippen alles met naad uit.
Zó sterk is nu een plastic klerenhanger!
gelijk gemaakt.
Het tweede soort
plastic was bakeliet,
genoemd naar zijn
Belgisch-Amerikaan
se uitvinder Baeke-
lant.
Tijdens Wereldoor
log II heeft de ont
wikkeling van plastics
een enorme vlucht
genomen en zonder
één van de vele soor
ten plastic, het poly
ethylene, dat een hoog
isolatievermogen
heeft, zou er niet met
radar gewerkt kun
nen zijn.
Plastic is een bijprodukt van aardolie
en steenkolen.
In ons land wordt in Pernis de olie
„gekraakt", welk zéér ingewikkeld pro
ces het PVC (polyvinychloride) ople
vert, dat in de plastic-industrie tot doek
achtige stoffen verwerkt wordt zoals
douche-gordijnen, tafellakens, tassen
etc. etc.
De Staatsmijnen leveren het tussen-
produkt voor nylon: het caprolactan
aan de AKU. Simplistisch gezegd we^t
u nu, waarvan uw snoezig onderjurkje
en blouse gemaaktzijn.
Er bestaan diverse methoden de ruwe
grondstof „plastic" tot gebruiksvoor
werpen te verwerken.-
Elke fabriek specialiseert zich over
het algemeen slechts op één methode.
Er zijn o.a. de volgende manieren van
verwerking:
a. Kalandermethode, waarbij de vloei
bare plastic uitgewalst wordt voor
doekachtige stoffen als douchegor
dijnen.
b. Extrudeermethode, om profielen en
buizen te maken.
c. Spuitgietmethode. Het materiaal
wordt verwarmd en vloeibaar in de
matrijs geperst, waar het onmiddel
lijk afkoelt.
d. Persmethode: thermoharde poeder
(bakeliet) wordt in de matrijs gedaan
en onder verwarming en druk uit
gebakken.
e. Vacuumvormverwerking, uitgaande
van plaatmateriaal, hetwelk ver
warmd is, wordt onder vacuum in
een vorm gezogen.
Twee groepen
De materialen kunnen in twee groe
pen verdeeld worden, de thermo-plas-
tische materialen (waaraan de gehele
industrie haar naam dankt). Deze zijn
b 1 ij v e n d vervormbaar bij een be
paalde temperatuur. Daarnaast zijn er
de thermohardende materialen. Voor
werpen van dit materiaal zijn door ver
hitting dusdanig chemisch veranderd en
De matrijs is het hart van de produktie.
Het is een buitengewoon zorgvuldige
en nauwkeurige arbeid de gewenste
vormen in staal te graveren. Op de foto
wordt de laatste hand gelegd aan een
matrijs voor een klerenhanger. De
vloeibare plastic vloeit in de vorm en
het artikel is onmiddellijk na
afkoeling gereed.
uitgebakken, dat ze niet meer vervorm
baar (plastisch) zijn.
Hoe vindt nu de eigenlijke produktie
plaats
De ruwe grondstof, zoals die de fa
briek binnenkomt, is korrelvormig, pre
cies rijstkorreltjes. Deze worden desge
wenst gekleurd (er komt geen vloeistof
bij te pas) en deze massa wordt in een
retort gestort van een vol-automatische
machine, die elektronisch bestuurd
wordt. Door een verhitting tot 180 gra
den smelten de korreltjes tot een zeer
dunne vloeistof. Ze wórdf 'in eèri matrijs
geperst en tegelijkertijd gekoeld. In. 10
tot 40 sec. is het artikel voor het ge
bruik gereed. De arbeider behoeft alleen
het spuitstuk af te snijden.
De vormgeving is dan ook zodanig,
dat de gebruiksvoorwerpen goedkoop
op de markt gebracht kunnen worden.
De matrijs is eigenlijk het hart van Je
produktie. Op de matrijs komt het aan.
Van belang voor u, lezeres, is het, te
weten, waar u op moet letten bij het
kopen van plastic-artikelen.
U kunt het beste een artikel kopen
met de grootst mogelijke wanddikte.
Let u er ook op dat hetgeen u kopen
wilt een merkartikel is. Er hangt dan
meestal een label aan, waarop de eigen
schappen en gebruiksaanwijzing zijn
aangegeven.
Flexibel (buigbaar) materiaal is zeer
aan te bevelen, want dit kan niet bre
ken. Het is te herkennen aan kaarsvet
achtig uiterlijk.
Aardige, vroegbloeiende bolgewasjes
die men vooral op Keukenhof tussen de
gele narcissen en de vroege rode tulpen
heeft kunrlen bewonderen. Gemakkelijk
groeiend ook; ze voldoen in elke niet al
te zonnige tuin. Ze houden wel van een
licht schaduwplekje en voelen zich vol
komen op hun gemak tussen het loof
van de narcissen dat hun dan voldoende
beschutting biedt. Overigens voldoen ze
ook uitstekend indien ze tussen licht
houtgewas gepoot worden.
Blauwe druifjes kan men in verschil
lende soorten bestellen; er zijn ook soor
ten met witte bloemen, doch dat is geen
helder wit en die voldoen niet zo best.
tie echte hemelsblauwe druifjes groeien
Drieëntachtig jaar is hij geworden:
Maurice Edmond Sailland, een naam,
die weinigen iets zal zeggen, maar die
als prins Curnonsky een eerste silhouet
onder de Parijse silhouetten is geweest.
De naam Curnonsky was de russifica
tie van twee latijnse woorden: cur non,
die zoveel betekenen als: waarom niet?
Die vraag kon men zich inderdaad
stellen aan de groeve van deze hoog
bejaarde grijsaard, die onlangs te Parijs
overleed en nog steeds de geest, de fan
tasie en de frivoliteit van een eerste
jaars student behouden had en die het
tot een hoge graad van roem en glorie
in Parijs bracht. Roem en glorie op
grond van zijn meesterschap in de be
heersing van enkele simpele levens
regels, op grond van zijn virtuositeit
als levenskunstenaar en aristocratisch
„boulevadier"
Omdat we alle hoop op een zonnig
najaar verloren hebben, slaan we hier
het hoofdstuk „regenkleding" op en be
ginnen met een kindercape. Het is het
klassieke model met armsplitten en een
capuchon. Het beste kan zij uitgevoerd
worden van duffel, voeren is dan niet
nodig. Alleen voor de capuchon is een
voering in een afstekende tint of een
mooie ruit erg aardig.
Voor de leeftijd van zeven jaar heb
ben we nodig: 210 cm van 140 cm breed
en 45 cm voering.