Lonen namen voorsprong op welvaart,
stijging sinds 1954 is twintig percent
Uitgaan in Haarlem
„Loonbeleid kan niet geheel
worden vrijgelaten
GOTISCH BANKSTEL
570.
O
Overheid en bedrijfsleven moeten
verantwoordelijkheid welvaart delen
rHoe is het ontstaan?^
De Leeuwen
Vijftig jaar geleden
f
Van dag tot dag j
Voorzitter Centraal Sociaal Werkgevers Verbond:
/i taJ.HScho
ProfBrouwers op reclamecongres:
J
VRIJDAG 5 OKTOBER 1956
Voor herfst
en winter
heerlijke warme jacks
truien
lange broeken
regenkleding
Goederenwagens ontspoorc
Economische expansie zet
zich afnemend voort
Tel. 11491
Geleidelijke inflatie heeft
men weinig in de hand
Afwijzing
overheidsbemoeienis
Geleidelijke inflatie
Boerderij door bliksem
getroffen
Dit woord: RAKKER
Uit Haarlems Dagblad
van 5 oktober 1906
In elke hoogconjunctuur ontstaan gelei
delijk, maar plotseling manifest, tendensen
naar een inflatie. Ook in de hoogconjunc
tuur waarin ons-land zich thans bevindt.
Weliswaar kan men nog dagelijks lezen en
horen over de industriële hausse, de stij
gende welvaart, de meer dan volledige
werkgelegenheid en het stijgend binnen
lands verbruik, maar er wordt ook steeds
veelvuldiger gewaarschuwd.
Enkele verschijnselen hiervan zijn de
volgende. De ministers van Economische
Zaken en van Sociale Zaken en Volksge
zondheid hebben de SER advies gevraagd
over de noodzaak en mogelijkheid van een
beperking der bestedingen; de bewindslie
den vragen zich namelijk af of de huidige
verhouding van middelen en bestedingen
wel juist kan worden geacht. De deviezen
voorraad is gedaald tot onder het miljard
en bedraagt nu 984 miljoen gulden. De
president van de Nederlandse Bank, dr. M.
W. Holtrop, heeft onlangs gepleit voor een
strenge fiscale en monetaire politiek; zo'n
politiek is zelden populair zei hij bij
degenen, die weigeren de gevaren te zien
welke de stabiliteit van een economie be
dreigen indien de inflatoire tendensen niet
worden beteugeld. Tenslotte, gisteren
heeft professor G. Brouwers, secreta
ris-generaal van het ministerie van Econo
mische Zaken, op het negentiende reclame
congres in weliswaar milde bewoordingen
harde noten gekraakt. Hij heeft het be
drijfsleven ronduit gewaarschuwd de wel
vaart niet als uitgangspunt te nemen,
maar als een goed waarvoor fel gestreden
moet worden.
Het is een eenvoudige waarheid, maar
uiterst veelzeggerd, als in de er op vol
gende zin het woord inflatoire spanningen
voorkomt; en daarna gezegd wordt dSt een
proces van loon- en prijsinflatie geruime
tijd voortgang kan vinden, zonderdat
voorshands een tekort op de betalingsba
lans ontstaat. Als men dan bedenkt dat de
regeringspolitiek er een is van geleide in
flatie, rijst terstond de vraag hoe veel er
van die „geruime tijd" al is gebruikt in
de welvaartsroes; met andere woorden: hoe
dreigend een betalingsbalans-tekort reeds
is. De waarschuwingsverschijnselen zijn te
talrijk en te gedifferentieerd dan dat men
de welvaart nog als zoete koek slikt.
Bezuiniging wordt alom genoemd en
het woord belastingverhoging ook; prof.
Brouwers zegt dat alleen theoretici het be
zigen ook op het ministerie van Econo
mische Zaken kan men theoretici aantref
fen maar dat ons land in een labiele
welvaartsperiode verkeert, heeft hij toch
zeer duidelijk gezegd: „De geleide inflatie
is een zaak, die men weinig in de hand
heeft"; met andere woorden: de regering
voert die politiek wel, maar het slagen er
van is afhankelijk van het bedrijfsleven,
waar momenteel de neiging ontstaat, de
welvaart als werkmiddel te bezigen en niet
als werkdoel. Dit is de kern van de zaak en
een waarschuwing, die niet is mis te ver
staan. Het zijn allemaal wel milde bewoor
dingen; er wordt zelfs vreugde uitgespro
ken, dat de organisaties van Werkgevers en
werknemers levendig beseffen, dat de ver
antwoordelijkheid voor de hoogconjunc
tuur gedeeld moet worden; maar dat be
tekent niet dat de inzichten ook hetzelfde
zijn. Er klinken in het bedrijfsleven vele
stemmen voor herstel van de vrije concur
rentie als evenwichtsorgaan van het prijs
mechanisme. Dat inzicht deelt de regering
geenszins. Prof. Zijlstra stelde zelfs zij
het bescheidenlijk de portefeuillekwestie
toen het er om ging of de wet Economische
Mededinging aangenomen zou worden. Na
drukkelijk heeft prof. Brouwers dan ook
betoogd, dat het een verouderd inzicht is
te menen, dat de vrije concurrentie altijd
vanzelf groeit, zoals ook prof. Zijlstra heeft
vastgesteld.
Nogmaals, het is allemaal in milde be-
woordigen wat prof. Brouwers heeft ge
zegd. Maar wie toegeeft, dat hij een be
paalde politiek niet in de hand heeft, ver
volgens gedeelde verantwoordelijkheid be
pleit en tenslotte het eigen gelijk bena
drukt, waarschuwt zijn tegenvoeters. De
milde bewoordingen laten in het midden
tot wie die waarschuwingen gericht zijn.
Maar als er niemand is om te luisteren
hoeft er niets gezegd te worden. En prof.
Brouwers is er de man niet naar om in
de ruimte te praten. Moge zijn waarschu
wing gehoord worden. Per saldo is de wet
Economische Mededinging niet zo, dat zij
anti-inflatoire concurrentie uitsluit. Inte
gendeel, de regering kan haar door die wet
regelend hanteren.
ADVERTENTIE
ft
kunt u in onze BABY- en KLEUTER-
TEXTIELAFDELING een ruime keuze
maken.
Naast een pracht collectie
w.o. de stoei-sterke Hazewind serie,
brengen wij
in de nieuwste tinten en
volgens de laatste mode in verschil
lende dessins.
speciaal voor deze tijd zijn wij goed
gesorteerd in
w.o. loden jasjes.
Dit is slechts een kleine greep uit ons
paradijs voor BABY en KLEUTEd
tot en met 8 jaar.
Oude Groenmarkt 16-14
Haarlem-Tel. 11266 UMOO)
TOT DRIE BELANGRIJKE conclusies kwam vanmorgen de voorzitter van het
Centraal Sociaal Werkgevers Verbond, mr. F. H. A. de Graaff, in zjjn jaarrede,
uitgesproken op de algemene ledenvergadering van dit verbond, gehouden in het
Kurhaus te Scheveningen. De heer De Graaff, die in z(jn rede de loonpolitiek en
loonontwikkeling in ons land aan een beschouwing onderwierp, kwam tot de con
clusie, dat het gemiddelde reeële loon over de periode vanaf 1 januari 1954 tot
heden met niet minder dan twintig percent gestegen is. Verder sprak de voor
zitter van het C.S.W.V. als zjjn mening uit, dat de loonontwikkeling in 1955 en 1956
een zekere voorsprong heeft genomen op datgene, wat economisch verantwoord is.
Tenslotte zei de heer De Graaff dat hij er rekening mee houdt, dat het zeer waar
schijnlijk nodig zal blijken een beroep op de arbeidersvakbeweging te doen om
er aan mede te werken dat een deel van de algemene ouderdomsverzekeringspremie
ongecompenseerd bljjft. Het beeld van de aanhoudende grotere activiteit van het
Nederlandse bedrijfsleven wordt aldus de heer De Graaff duidelijk getekend
door de verhoudingen op de arbeidsmarkt einde augustus van dit jaar. Tegenover
een geregistreerde arbeidsreserve van slechts 24.000 mannen en 2.500 vrouwen stond
een bij de gewestelijke arbeidsbureaus geregistreerde vraag naar 76.000 mannelijke
en 39.000 vrouwelijke arbeidskrachten, waarbij dan nog in het oog moet worden
gehouden, dat de wérkelijke vraag veel groter is. De vooruitzichten zullen boven
dien, aldus zei spreker te vermoeden, minder gunstig worden.
Bij het station Maassluis zijn donderdag
middag 4wee wagens van een goederentrein
ontspoord De trein was op weg van Rot
terdam-Zuid naar Hoek van Holland. Het
treinverkeer tussen Maassluis en Vlaar-
dingen was geruime tijd gestagneerd, om
dat de bovenleiding ontzet is.
Verder herinnerde de spreker er aan, dat
de expansie van onze economie zich welis
waar nog voortzet, doch in een afnemend
tempo. Dit geldt ook voor de industriële
arbeidsproduktiviteit in de zin van produk-
tiviteit per werknemer. Men zou gekomen
zijn, zo citeerde de spreker uit de Memorie
van Toelichting bij de begroting van het
ministerie van Economische Zaken, aan een
zeker produktieplafond en aan een opti
male bezetting van het produktie-apparaat
wegens uitputting van de reserve aan pro-
duktiefactoren. De situatie op de arbeids
markt -zo beklemtoonde de heer De
Graaff en de hiermede samenhangende
voortdurende opwaartse druk in de eerste
plaats op het loon- en als gevolg daarvan
op het prijsniveau, blijft een gevaar vor
men voor de Nederlandse concurrentie
positie en export. Het gebrek aan perso
neel, de inschakeling van soms zeer zwakke
krachten, de aarzeling om disciplinaire
maatregelen toé te passen, de mogelijkheid
om elders zwart loon te verdienen, werken
gezamenlijk mede om een verslapping in de
hand te werken in plaats van de inspan
ning te stimuleren.
De heer De Graaff wees vervolgens op
het feit, dat uit de nationale jaarrekenin
gen gegevens over onze nationale produk-
tie, het nationale inkomen en de verdeling
daarvan worden afgeleid en nagecaleuleerd.
Bij al deze macro-economische gegevens
waarvan de spreker overigens de betekenis
ten volle inziet tekende de voorzitter
van het C.S.W.V. echter aan, dat deze be
schouwingswijze er niet toe mag leiden dat
het bedrijfsleven en de overheid tezamen
gezien mogen gaan worden als „de natio
nale onderneming Nederland". Macro-
economische gegevens kunnen slechts bij
benadering achteraf met een redelijke mate
van nauwkeurigheid worden vastgesteld.
De vraag rijst echter of deze macro-econo
mische gegevens wel altijd worden gehan
teerd met die grote mate van voorzichtig
heid, die de opstellers zelf noodzakelijk
achten. In het S.E.R.-rapport van februari
werd voor 1955 een stijging van de loonsom
van twee percent verwacht wegéns inciden
tele loonsverhogingen. De verdere bereke
ningen leidden toen tot een zogenaamde
achterstand van het gemiddelde werk
nemersinkomen over dat jaar van tweeën
half percent. Besloten werd toen een uit
kering achteraf van maximaal drie percent
mogelijk te maken. Voor de industriële
arbeiders blijkt thans, dat op grond van de
feitelijke loonontwikkeling dit percentage
niet ten volle verantwoord was. Dit noemde
de spreker overigens een typisch voorbeeld
van een onjuist gebleken prognose.
De voorzitter van het Centraal Sociaal-
Werkgevers Verbond toonde vervolgens
met een vloed van percentuele cijfers
aan, dat het gemiddelde reële loon in de
periode van 1 januari 1954 tot augustus dit
jaar met twintig percent gestegen is. Hoe
wel men in het bedrijfsleven er de laatste
jaren voor tracht te waken, dat de inko
menspositie van de beambten, inclusief die
van de hoger gesalarieerden, niet een
nieuwe nivellering ondergaat ten opzichte
van die der handarbeiders, toch is tenge
volge van de progressieve belastingdruk het
reële beambteninkomen stellig niet in deze
zelfde mate verbeterd. De aandacht moet
dan ook onder meer gevestigd blijven op
de belangrijke vraag of het verschil in de
beloning van ongeschoolde arbeiders en
vakarbeiders wel voldoende groot is om
een toereikende aanwas van vaklieden en
hooggeschoolde vaklieden te verzekeren.
De ervaringen met de loonpolitiek, zo
vervolgde de heer De Graaff, hebben ge
leerd, dat naar alle waarschijnlijkheid de
loonontwikkeling in 1955 en 1956 een zeke
re voorsprong heeft genomen op datgene,
wat economisch verantwoord is. Naar de
spreker verwacht, zal bij een nader on
derzoek van deze materie aan de dag
treden dat men verder is gesprongen dan
de economische polsstok toeliet. Verder
wees de heer De Graaff er op, dat de op
19 maart ingeluide eerste fase van een
meer gedifferentieerde dat is een meer
vrije loonpolitiek (onder meer maxi
mum loonsverhoging van zes percent) niet
erg succesvol is kunnen verlopen.
Tenslotte resumeerde de spreker nog ten
aanzien van enkele hoofdpunten op het
gebied van de loonpolitiek de opvattingen
van het C.S.W.V. Ondermeer stelde de
heer De Graaff, dat ook bij een terugkeer
tot een meer evenwichtige situatie in de
Nederlandse volkshuishouding het C.S.W.V.
van oordeel blijft, dat het loonbeleid in een
land met een open economie als het onze
niet geheel vrij kan worden gelaten. Een
zeker toezicht op de loonontwikkeling van
de zijde van de overheid met inschake
ling van een orgaan van de Centrale Or
ganisaties van Werkgevers en Werknemers
kan niet gemist worden volgens de op
vattingen van het C.S.W.V. Verder blijft
het C.S.W.V. afwijzend staan tegenover het
plan inzake een loonraad bij de SER
De president-directeur van de Konink
lijke Nederlandsche Hoogovens en Staal
fabrieken N.V., ir. A. H. Ingen Housz sprak
over „de sociale aspecten van de Europese
economische integratie, gezien in het licht
van de voorstellen van de commissie-
Spaak". De kern van de volledige econo
mische integratie, die men in twaalf tot
vijftien jaar tot stand wil brengen, be
staat uit: ten eerste: afschaffing van de
onderlinge invoerrechten. Ten tweede: af
schaffing van alle kwantitatieve beperkin
gen van de invoer en uitvoer tussen de zes
landen van de Europese Gemeenschap voor
Kolen en Staal. Ten derde: afschaffing van
alle subsidies en ondersteunings-maatrege-
len voor het bedrijfsleven. Ten vierde:
nauw overleg tussen de zes staten over de
te voeren economische politiek, zowel in
wendig als naar buiten.
ADVERTENTIE
Bestaande uit:
3-zits bank
2 fauteuils
verende kussens
bekleed met prima
moquette
15 jaar garantie
op binnenvering
HAARLEM
Kruisstraat 1-1
,DE MOTIVERING VAN uw thema: Het rendement van de Reclame, betreft een
vraagstuk, dat in de economie van vandaag van de hoogste betekenis is". Dit zei
prof. G. Brouwers, secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken
in zijn rede tot de deelnemers aan het negentiende reclamecongres te Arnhem.
.Stijgende kosten maken efficiency in de produktie noodzakelijk. Dit simpele
bedrijfseconomische gezegde heeft niet meer de kracht, die het vroeger nood
gedwongen wel bezat", aldus de spreker, die hieraan toevoegde, dat de leuze
van vandaag hier en daar schijnt te worden: stijgende kosten maken prijsverhoging
noodzakelijk, een leuze die overigens ook niet nieuw is, al is zij in het bijzonder
typerend voor een bepaalde fase, waarin het economisch leven ook in het verleden
af en toe heeft verkeerd, namelijk die van de inflatoire hausse, waarin de prijzen
zelfs de neiging krijgen op de produktiekosten vooruit te lopen. In dit verband zei
prof. Brouwers, dat een van de nieuwe dingen van deze tijd het inzicht is, dat de
concurrentie niet zo volledig werkt, dat zij via de prijsvorming automatisch tot een
evenwichtige bezetting van het produktie-apparaat en een zo hoog mogelijk natio
naal inkomen zou leiden. De spreker concludeerde, dat de onvoldoende werking van
het prijsmechanisme af en toe, met de omstandigheden wisselende, correcties vereist.
Voorts, dat het besef van de wenselijkheid en mogelijkheid van een redelijk volle
bezetting van het produktie-apparaat een nieuw in dit opzicht positiever instelling
van overheid en bedrijfsleven beide vereist. Deze eisen komen in het bijzondei* aan
de dag, wanneer in de conjunctuur de permanente handhaving van de sociaal-
economisch zozeer gewenste toestand van redelijke volledige werkgelegenheid een
nieuw en gewichtig probleem is, dat met de oude middelen van kredietpolitiek en
volledige vrije werking van het prijsmechanisme niet kan worden opgelost, aldus
prof Brouwers.
„Het is enigermate mode geworden over
de sit"atie van volledige werkgelegenheid
met een zekere minachting te spreken", zo
vervolgde prof. Brouwers zijn rede. De ar
beidsmarkt is schaars, er zijn telkens loon
eisen, er schijnt een tekort aan risicodra
gend kapitaal, de belastingen zijn hoog,
theoretici beweren af en toe, dat ze eigen
lijk nog wat hoger zouden moeten zijn. De
overheid bemoeit zich dan hier, dan daar
weer mee, kortom men heeft wel vrij wat
zorgen. Maar dit alles neerqt niet weg, dat
de bedrijven zich uitbreiden, dat de inves
teringen voor een groot deel uit eigen
middelen betaald niet gering zijn en dat
men „zo nu en dan ook nog wel wat heeft
uit te keren". Er zullen niet veel mensen
in het bedrijfsleven zijn, die van deze vol
ledige werkgelegenheid afstand zouden wil
len doen. Men moet er dus wat voor over
hebben, dat het zo blijft en dat men niet
in een toestand van arbeidsovervloed.
overheidsssteun en bedrijfsverliezen komt.
Het juiste midden is een moeilijke zaak,
die men niet met wensen cadeau krijgt,
doch waarvoor men het nodige moet doen.
En dat „doen" moet van twee kanten
komen.
Het is duidelijk, zo vervolgde de spreker,
dat men in de eerste plaats moet trachten
met het algemene middel van de monetaire
politiek, gesteund door een adequate fi
nanciële politiek van de overheid, het op
treden van inflatoire spanningen in het
economisch leven te vermijden. In de prak
tijk is echter gebleken, dat de toepassing
van dit middel aan grenzen is gebonden en
dat men er dan ook niet mee kan volstaan.
Zoals de ervaring met name in ons land
heeft bewezen kan een overspanning van
de nationale economie optreden en een
proces van prijs- en looninflatie geruime
tijd voortgang vinden, zonder dat voors
hands een tekort op Je betalingsbalans ont
staat. In een land met een open economie
als het onze is de ontwikkeling van de be
talingsbalans een primair criterium voor
het monetair ingrijpen in de economische
gang van zaken.
Het is een in de theorie algemeen aan
vaarde stelling, dat de overheid in een tijd
van hoogconjuctuur naar overschotten moet
streven. In de praktijk stellen echter het
streven naar volledige werkgelegenheid en
de noodzaak tot bevordering van de struc
turele expansie aan de toepassing van ook
dit conjunctuurpolitieke middel zekere
grenzen.
Prof. Brouwers vervolgde zijn rede met
te zeggen, dat, wanneer men de doelstellin
gen van redelijke volledige werkgelegen
heid, actieve structurele expansie en ver
mijding van inflatie als belangen van de
gemeenschap in haar geheel aanvaardt en
gedetailleerde bemoeienis van de overheid
met het economisch leven om diverse rede
nen afwijst, met name om haar uiteindelijk
onvoldoende effectiviteit en de remming
der economische dynamiek, die zij met zich
brengt dan de onontkoombare
consequentie is dat het bedrijfsleven, werk
gevers en werknemers beiden, de verant
woordelijkheid voor deze doelstellingen dan
aanvaarden. De verantwoordelijkheid van
de werknemers is dan er in het bijzonder
zorg voor t- dragen, dat mate en tempo
der loonvorming voldoende verband blij
ven houden met de ontwikkeling der pro-
duktiviteit. De verantwoordelijkheid der
ondernemers is ervoor zorg te dragen, dat
het prijsmechanisme op de best mogelijke
wijze zijn functie als richtsnoer voor de
organisatie der produktie en tevens als
verdeler van het economisch produkt, kan
uitoefenen. Dit betekent dat de prijzen niet
automatisch verhoogd worden wanneer be
paalde kosten stijgen. Men kan pas zeggen,
dat het prijsmechanisme op bevredigende
wijze functioneert, wanneer de kosten bij
redelijk efficiënte produktiemethoden
maatgevend zijn voor de prijsvorming en
wanneer de toeneming van de produktivi-
teit daarin systematisch tot uitdrukking
komt.
Wanneer echter het economisch leven
meer of minder overspannen is, functio
neert het prijsmechanisme niet normaal,
omdat de concurrentie feitelijk over een
breedvlak is uitgeschakeld. In deze situatie
bevinden wij ons momenteel. Er is een dui
delijke tendens merkbaar om het totale
kostenbeeld uit het oog te verliezen en de
directe koppeling kostenstijgingprijsver
hoging als een normale zaak te gaan be
schouwen. Er zijn er, die dit niet zo zwaar
nemen, aldus de spreker, die zich neerleg
gen bij een geleidelijke inflatie en deze in
zeker opzicht zelfs toejuichen, op voor
waarde uiteraard, dat de inflatie geleidelijk
blijft. Deze nu is echter een zaak, die men
weinig in de hand heeft.
Prof. Brouwer zei voorts, dat dit alles
stellig geen eenvoudige zaak is. De taak
stelling van normale volledige werkgelegen
heid zullen wij niet in een handomdraaien
meester zijn, zo zei hij. Zij vraagt een
zorgvudige overweging van alle middelen
uit het economisch arsenaal, monetaire, fi
nanciële, prijs- en loonpolitieke en even
tueel nog andere, die daarop in onderling
verband kunnen worden toegepast en die
zullen variëren met de golvingen, waaraan
onze economie ook met een nog zo doel
treffend beleid zonder twijfel steeds onder
hevig zal zijn. Dit probleem vraagt als ge
zegd ook een nieuwe instelling van het be
drijfsleven, omdat het zonder een gedeelde
verantwoordelijkheid niet kan worden op
gelost. Het is dan ook verheugend te kun
nen constateren, in hoe grote mate het be
sef daarvan in de organisaties van werk
gevers en werknemers levend 'is, aldus
spreker. Tenslotte sprak prof. Brouwers
de wens uit, dat de klok uit het embleem
van het genootschap voor reclame, op de
zelfde wijze zuiver zal blijven klinken als
zij nu reeds verschillende jaren heeft ge
daan.
Eigendom van Haarlemse dame
Bij een hevig onweer dat donderdag
avond tegen zes uur boven West-Friesland
woedde, is de bliksem ingeslagen in een
kapitale boerderij te Zuid-Spierdijk (ge
meente Berkhout) in Noordholland. De
boerderij was eigendom van mevrouw
Klare-Schade te Haarlem en was gepacht
door de heer N. Wiering. De boerderij
brandde in korte tijd geheel uit; slechts
een stamboekstier kon worden gered. Ook
twee landbouwschuren alsmede 80 ton
hooi gingen verloren. De schade wordt ge
schat op twee ton.
Het perceel was verzekerd, doch de in
boedel van twee dochters, die op het punt
stonden in het huwelijk te treden, niet. De
brandweer van Berkhout was spoedig aan
wezig doch kon tegen de vuurzee weinig
uitrichten.
In bepaalde delen des lands bestaat
het werkwoord rakken voor: vuile kar
weitjes opknappen, schoonmaken. Daar
van is rakker afgeleid, dat zich een
plaats in de algemene taal heeft ver
worven. Oorspronkelijk betekende het:
de man die vuil en geminacht werk op
knapt. Dan wordt het: degene die voor
politie of justitie, hetzij als helper van
de schout, hetzij als die van de beul, het
„vuile werk" doet. Een bekende ver
binding is nog steeds: de schout en zijn
rakkers. Men noemde de rakker ook:
diefleider. In het algemeen ging het
woord toen betekenen: schelm, verach
telijke kerel. Thans is het alleen bekend
in ae goedmoedige betekenis van: kwa
jongen, ondeugd, deugniet.
TONEEL EN DANS
Vrijdag 5 oktober, Stadsschouwburg, 20 uur:
De Hoofdstad Operette geeft een uitvoe
ring van „Die lustige Witwe" van Victor
Leon en Leo Stein en met muziek van
Frans Léhar. In de hoofdrollen treden op:
Fritz Steiner, Otto Aurich (die tevens
regisseur is), Leo Cordes—Dermota (eerste
tenor van de Weense Volksopera) als gast,
Mizzi van der Lans, Jan Handerson, Her
man Valsner, Rosy Parrish en Walter Fein.
De muzikale leiding berust bij Wilhelm
Rettich, die lange tijd in Haarlem heeft
gewoond en sinds kort aan de Hoofdstad
Operette is verbonden. De kostuums zijn
ontworpen door mevrouw ReissKromes
in Wenen. Tom Manders ontwierp de
décors.
Zaterdag 6 oktober, Stadsschouwburg, 20
uur: De Hoofdstad Operette geeft „Die
Lustige Witwe".
Zondag 7 oktober, Stadsschouwburg, 14 en
2" uur: De Hoofdstad Operette geeft „Die
listige Witwe". Alle uitvoeringen worden
met gelijke bezetting gegeven.
Dinsdag 9 oktober, Minerva Theater, 20 uur:
De toneelgroep „De Schouwspelers" geeft
een opvoering van „De witte non" naar de
roman van F. M. Crawford. Theo van
Duyn heeft de regie. De voornaamste spe
lers zijn Charmy Reynen, Louise Ruys,
Hans Polman, Emmy van Swoll, André van
Dijk en Alex Hock.
Woensdag 10 oktober, Stadsschouwburg, 20.15
uur: Optreden van het Nationaal Dans
theater van Pakistan onder leiding van
Begum Afroza. Het gezelschap bezocht ons
land reeds drie jaar geleden, toen onder
leiding van de thans overleden choreograaf
Bubul Showdhury. Het gezelschap V taat
uit twintig dansers, danseressen en musici.
Zij maken gebruik van authentieke mu
ziekinstrumenten en dragen originele
kostuums.
Donderdag 11 oktober, Stadschouwburg, 10.30
en 14.30 uur: De „Jonge Comedie" geeft
voor de lagere scholen twee opvoeringen
van „Keerlen Ontwaeckt". Dit spel rond
Floris de Vijfde werd geschreven door
Cees Pijpers, de regie is van Jan Grefe.
Tot de optredende behoren: Ellen Durieux,
Erna Luteyn, Marja Brugman. Leo Ver-
wey, Harry Emmeloo, Hans Bollandt en
Wim Wagter.
Vrijdag 12 oktober, Stadsschouwburg, 20
uur: De toneelgroep „Theater" geeft een
voorstelling van „Het hol van de Leeuw",
van Louis Veile, in de vertaling van Karen
Else Sluizer. De regie is van Hans Tie-
meijer. Spelers zijn Willy Haak, Peronne
Hosang, Anne-Marie Heyligers en anderen.
Het décor is van Noni Lichtveld.
MUZIEK
Vrijdag 5 oktober, Minerva Theater, 20.15
uur: De pianist Sas Bunge geeft voor de
Heemsteedse Kunstkring een recital van
werken van Escher, Debussy, Bartók m
Ravel.
Vrijdag 5 oktober, Grote Kerk 11.3012.30
uur: Stadsbeiaardier Arie Peters speelt een
programma, dat onder meer bevat werken
van Beethoven, Badings, Couperin, Han
del en Bird. Maandag 8 oktober bespeelt
Arie Peters het carillon van 15.3016.30
uur
Zaterdag 6 oktober, Huis met de Sleutels, 20
uur: Paul Doktor (altviool) en Hans Bik
(piano) spelen composities v-n Locatelli,
Schubert, Milhaud on Brahms (Bronstee-
weg 76 in Heemstede).
Zondag 7 oktober, T innaeushof, 1517 uur:
Concert door de Tiroler Kapel, de Alpen
jagers en de boerenkapel „De hooischelf"
Vrijdag 12 oktober, Concertgebouw, 19.30
uur: De heer Paul Chr. van Westering zal
een inleiding houden bij het concert, dat
door het Noordhollands Philharmonisch
Orkest zal worden gegeven.
Vrijdag 12 oktober, Concertgebouw, 20 uur:
Concert door het N. Ph. O. onder leiding
van Toon Verhey. Het programma ver
meldt: Haydns Symfonie met de pauken
slag, Vivaldi's vioolc ncert in A, benevens
Tzigane en „Ma mère 1' oye" van Ravel.
Soliste in dit concert is de Franse violiste
Marie Claude Theuveny.
Donderdag 11 oktober, Bakenesserkerk, 20.30
uur: Het Motettenkoor van de Nederlandse
Bachvereniging zingt composities van Ja
cob Obrecht onder leiding van dr. Anton
van der Horst, die tevens het orgel zal
bespelen
DIVERSEN
Vrijdag 5 oktober, Het huis Van Looy: 20
uur: Prof. dr. P. Minderaa houdt een voor
dracht getiteld „Bii de lectuur van Van
Looy's Zebedeus".
Vrijdag 5 oktober Jeugdh-iis, Ned. Herv.
Gem., 20 uur: Het Tweede-Kamerlid drs
H. Peschar geeft voor de vijfde afdeling
van de federatie der P. v. d. A. in Haar
lem een uiteenzetting over de kabinets
formatie.
Vrijdag 5 oktober, Nassauplein, 8.20 uur:
De heer W. C. Burger spreekt voor de
Theosofische Vereniging over „Theosofie,
een dynamische wereldbeschouwing".
Zaterdag 6 oktober, „De Leeuwerik", 20 uur:
De toneelvereniging „Heemstede-west"
geeft een voorstelling van „De zon tege
moet".
Zaterdag 6 oktober, Dreefzicht, 20 uur: Fees
telijke bijeenkomst voor leden van de
vereniging „De Oosthoek" met een origi
neel Achterhoek^ cabaret.
Maandag 8 oktobre, Stadsschouwburg, 20
uur: De toneelvereniging Thalia" speelt
„Dolle Toon" Deze voorstelling wordt ook
gegeven op dinsdag 9 oktober.
Maandag 8 oktober, Concertgebouw, 20 uur:
Optreden onder auspiciën van een gram-
mofoonplatenhandel van Maria Zamora,
The Butterfly's Tobi Rix en De drie
Jacksons.
Maandag 8 oktober, Brinkmann, 20 Uur: Dr.
H. Keilson, psychiater in Naarden, houdt
voor de Vereniging voor Paedagogiek, af
deling Haarlem en omstreken, een voor
dracht getiteld „Moderne jeugd en
seksualiteit".
Maandag 8 oktober, Frans Halsmuseum, 20
uur: Prof. dr. G. C. van Niftrik spreekt
voor leden van de Volksuniversiteit over
„Cultuur en christelijk geloof".
Maandag 8 oktober, gebouw „Bethel", 20
uur: De heer A. Boekkooi, secretaris van
de Christelijke Immigrasie Vereniging in
Pretoria spreekt over Zuid-Afrika voor de
Christelijke Emigratie Centrale.
Maandag 8 oktober, troephuis Korenaer
Groep, Haviksweg, 20 uur: Ter gelegen
heid van het feit, dat de heer Jaques Ver-
nout een jaar geleden zijn marionetten
theater „La Condola" oprichtte, schreef de
poppenspeler een jubileumstuk getiteld
„De heks van Holland", dat hij op genoem
de tijd en plaats zal vertonen.
Woensdag 10 oktober, Brinkmann, 20 uur:
Lezing met lichtbeelden grammofoon-
muziek over het negervraagstuk door K.
J. Junius Ingerman.
Woensdag 10 oktober, Treslong Hillegom,
14.30 uur: In samenwerking met de speel
tuinverenigingen zal het onlangs opge
richte Haarlems Jeugdtheater een mid
dagvoorstelling geven. Als gast zal mee
werken de tienjarige pianiste Shyrley
Swerus.
Donderdag 11 oktober, Stadsschouwburg, 20
uur: Prof. J. Weterman houdt voor Geloof
en Wetenschap een lezing getiteld: „De
ontmoeting met God in het geloof'
Studiotheater: Zondagochtend 11 uur verto
ning van de film „De levensroman _n
Richard Tauber".
Lidotheater: Zaterdag 23.30 uur vertoning
van de film „The black widow". Zondag
ochtend 11 uur „Rose Marie".
Rembrandttheater: Zondagochtend 11 uur
vertoning van de film „Het grote avon
tuur".
Cinema Palace: Zondagochtend 10.30 uur ver
toning van de film „God heeft de mensen
nodig".
TENTOONSTELLINGEN
Woonhuis Jacobus van Looy: Geopend don
derdags van 1012.30 uur en van 13.30 -
17 uur en zondags van 1417 uur.
Frans Halsmuseum: Nieuwe opstelling van
de regentenstukken van Frans Hals,- expo
sitie van poppenhuis anno 1750 met in
ventaris. Het museum is geopend op werk
dagen van 1016 uur dagelijks en zondags
van 1316 uur.
Teylermuseum: Schilderijen uit de negen
tiende en twintigste eeuw. Tekeningen
onder meer van Rembrandt, Michel An-
gelo, Claude Lorrain. Geopend op iedere
werkdag behalve maandag van 1117 uur
en de eerste zondag van iedere maand van
1317 uur.
Bisschoppelijk Museum, Jansstraat 79: Mid
deleeuwse en latere schilderijen, sculptu
ren, paramenten, kantwerk, handschriften
en munten. Geopend op werkdagen van
1017 uur, des zondags van 131" uur.
Grote Kerk, Grote Markt: Te bezichtigen op
werkdagen van 9 tot 17 uur. Bezichtiging
ónder geleide uitsluitend op aanvrage
voor groepen van tenminste vijftien per
sonen.
Tinholthuis, Bloemendaal, Vrijburglaan 17:
Het museum is geopend van maandag tot
en met zaterdag van 9-12 en van 14-16 uur.
Cruquiusmuseum, Heemstede: Historische
stoommachines en grote maquette van
Nederland met waterstanden en overzicht
overstromingsramp fabruari 1953. Geopend
van 912.30 en van 13.3016 uur.
Huis Van Looy: Zevende jaarlijkse tentoon
stelling van werken van Jacobus van
Looy. Dagelijks van 1012.30 uur en van
13.3017 uur. Zondags van 1417 uur. Tot
7 oktober geopend.
Vleeshal: Haarlemse afdeling van de Neder
landse Vereniging van Huisvrouwen
houdt een driedaagse tentoonstelling van
handwerk in verband met het veertig
jarig bestaan van de vereniging. De ex
positie wordt geopend op 12 oktober.
ADVERTENTIE
WAT IS STERKER
DAN 1 LEEUW??
De lage prjjzen van DE LEEUWEN 1
b.v.
Rayon GABARDINE DAMES
REGENMANTEL
waarde 79.50 nu f 49>50
Poplin DAMES REGENMANTEL
inclusief moderne hoed,
losse rugceintuur f 39.75
VERDER GROTE SORTERING
KINDERJACKS
met teddyvoering
tegen zeer aantrekkelijke prijzen.
ZIE ONZE 5 ETALAGES
Gen. Cronjéstraat 59, hoek Kloosterstr.
De diverse krachtvoertuigen, die thans
langs de wegen snorren, zijn nog maar
betrekkelijk gering in aantal, maar vaak
toch reeds de schrik voor de voetgangers.
Wanneer de voortbeweging door benzine
ontploffing eenvoudiger wordt en de
g"mmibanden beter en minder kostba-r
v orden, zal hun aantal kolossaal ver
meerderen. Da" zal het voor de voetgan
gers langs de wegen heelemaal levens
gevaarlijk worden, wanneer niet bijtijds
naar tegenmaatregelen wordt omgezien.
Men zou eens een voorbeeld kunnen ne-
ióen aan Pompei, waar uit het overge
blevene straatplaveisel is op te maken,
dat men toen ook reeds overlast heeft
gehad wel niet van automobielen
maar wellicht van overmoedige wagen-
renners, Er waren voor de voetgangers
niet alleen trottoirs aangelegd, maar
bovendien, daar waar hoofdstraten door
zijstraten werden gekruist, had men in
de zijstraten stukken pazalt in het pla
veisel aangebracht, zoodanig dat de wie
len der voertuigen er gemakkelijk tus-
schendoor konden, doch die beletten dat
men met groote snelheid daar doorheen
zou rijden.
Een maatregel, onkostbaar van aanleg
en onderhoud en wellicht aanbevelens
waardig voor onze steden en dorpen, ten
einde de snelheid der krachtvoertuigen
te breidelen.