I In Australië gaat stijgende werkloosheid
samen met groeiende welvaart
Nederlanders oogsten zeer veel
succes in het zakenleven
ONDANKS DE HOOGCONJUNCTUUR IS DE EMIGR.4TIELUST
NAUWELIJKS VERMINDERD
OVER DOVER
DE NEDERLANDSE COURANT
Grotere werkgelegenheid
Geen directe depressie
Gebruikte kansen
ER WORDT GESCHOOLD
PERSONEEL GEVRAAGD
KANS OP EIGEN BEDRIJF BLIJFT DE VOORNAAMSTE ATTRACTIE
Motieven
Arbeidsmarkt
A ustralië
Amerika en Afrika
vost (MAM us
0leu&e Werelöj
1111111111111!IllllllllllIIIlllllllllllllIIIllIIllllllllllIllIlllllIlllllIllIlllllllIIIIIIIIIIM
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
(Van onze correspondent in Australië)
DE INFLATIE in Australië groeit en de waarde van het Australische pond
daalt met de dag. De inflatie is in dit land groter dan in welk ander Engels
sprekend land. Als we de economen-van-de-studeertafel mogen geloven, ziet
de toekomst er slecht uit. Volgens de minister van Arbeid en Immigratie zijn
er in West-Australië tweeduizend werklozen. Van vakbondszijde wordt
echter beweerd, dat er drie keer zoveel zijn. Ook de federale voorzitter van
de Australische arbeidspartij beweert dat er bijna zesduizend zijn geregistreerd.
De minister-president van West-Australië heeft verklaard, dat ingeval de
werkloosheid mocht verergeren, de steun, die West-Australië aan het huidige
immigratie-schema verleent, zal moeten worden herzien.
In de kranten van West-Australië verschijnen steeds meer advertenties met
de woorden „alleen Australiërs", wanneer arbeidskrachten worden gevraagd,
speciaal in de bouwnijverheid, die sterk is teruggelopen. Het is drie maal zo
moeilijk voor een immigrant om er een betrekking te vinden als voor een
Australiër. Vele werkgevers zijn niet geïnteresseerd in immigranten als werk
nemers. Een derde van de werkgevers wenst alleen Australiërs. Zij beweren,
dat de gebrekkige kennis van de Engelse taal onder de immigranten veel
te lange tijd neemt om hen de dingen te leren, die zij moeten weten om hun
beroep uit te oefenen. De tijd, dat de immigranten zonder kennis van de Engelse
taal gemakkelijk werk konden krijgen, omdat er geen andere arbeidskrachten
beschikbaar waren, is in West-Australië voorbij.
Ook in de rest van Australië is de vraag naar arbeidskrachten in bepaalde
groepen verminderd. De werkgevers zijn, in het algemeen, critischer geworden
bij de keuze van hun personeel. Het is voor de immigranten daarom van het
grootste belang, dat zij zo snel mogelijk de vreemde taal leren. De regering
biedt er alle gelegenheid toe. Mondelinge, schriftelijke en radiolessen zijn
kosteloos. Zelfs de boeken worden gratis verstrekt. Het kost de immigrant
alleen maar tijd om Engels te leren.
IS DE ARBEIDSMARKT in Australië nu
verzadigd? Dit is een vraag, die ik uit Ne
derland kreeg toegezonden. Er kan beslist
ontkennend op worden geantwoord. Offi
cieel zijn hier nog negenentwintigduizend
vacatures, ongeacht de open plaatsen, die
niet bij de arbeidsbureaus staan ingeschre
ven. Het totale aantal werklozen bedraagt
iets meer dan negenduizend. Dit is drie op
elke duizend loontrekkers. De ontwikkeling
van de werkloosheid in de afgelopen vier
maanden (wintermaanden) is als volgt
geweest: april 5378, juni 6011, juli 7003,
augustus 9164.
De Australische arbeidspartij beweert
dat er in werkelijkheid veertigduizend
werklozen zijn. Als dat zo is, dan is het ver
leden tijd. De Australische regering heeft
namelijk door een wijziging in de invoer
beperkingen en hogere omzetbelasting doel
bewust gestreefd naar een verplaatsing van
arbeidskrachten. Het is de bedoeling van
de regering geweest om de activiteit in de
auto-industrie te doen verminderen. Op die
manier konden er arbeiders vrij komen
voor plaatsing in industrieën van groter
economisch belang. Van de tweehonderd
vijfentwintigduizend arbeiders in de auto
industrie zijn er vijfendertighonderd ont
slagen. Het merendeel vond elders werk.
Merkwaardigerwijs hebben British Motor
Corporation en Ford, die onlangs respectie
velijk zeshonderdvijftig en vierhonderd
man ontsloegen, weer arbeiders aangeno
men.
ONDANKS DE ontslagen en de groei van
de werkloosheidscijfers is er nog sterke
vraag naar elektriciëns en metaalbewer
kers. Voor half geschoolde en ongeschool
de arbeiders is de werkgelegenheid echter
belangrijk verminderd.
Er heeft zich tijdens deze nieuwe ontwik
keling, die kunstmatig te weeg is gebracht
om (hoe gek het moge klinken) de wel
vaart te bevorderen een voor de immigran
ten onaangename gebeurtenis plaats gehad.
De minister voor defensie-produktie heeft
onlangs de fout begaan om, toen er bij een
gewerenfabriek ontslagen moesten komen,
te zeggen dat de „nieuwe Australiërs" eerst
aan de beurt waren. Dit gaf aanleiding tot
een storm van protest. De regering had
immers in het verleden herhaaldelijk ge
zegd, dat er ten aanzien van de werkgele
genheid geen onderscheid zou worden ge
maakt tussen oude en nieuwe Australiërs.
De minister voor de Immigratie heeft er
dan ook voor gezorgd, dat zijn collega van
defensie-produktie zijn woorden heeft in
getrokken. Het kwaad was intussen ge
schied: de immigranten voelden zich ver
raden. De ontslagen zijn ingetrokken.
11 i N - W
fcOY J
Uit „Piek of Punch"
INTUSSEN HEB IK gemeend de mi
nister te moeten vragen een speciale ver
klaring te willen afleggen voor de lezers
van ons blad. De minister heeft daaraan
voldaan. Zijn verklaring luidt als volgt:
„Het doet mij genoegen de gelegenheid
te hebben de lezers van uw blad te verze
keren, dat grondbeginsel van het Austra
lische na-oorlogse immigratie-plan altijd
geweest is, dat immigranten, waar het de
werkgelegenheid betreft, op gelijke voet
met de in Australië geboren werknemers
behandeld dienen te worden. Ik hoop dat
deze verklaring de zaak opheldert en u in
de gelegenheid stelt elke misvatting, die
hierover in Holland mocht zijn ontstaan,
weg te nemen. Ik wil ook gaarne mijn er
kentelijkheid betuigen voor uw aanbod om
op deze wijze dit belangrijke punt in de im
migratiepolitiek van onze regering uiteen
te zetten voor uw lezers overzee".
INDIEN DE Australische regering met
het aanvankelijke ontslagplan was voort
gegaan, zou de terugslag op de emigratie
van Nederlanders naar Australië terecht
niet zijn uitgebleven. De minister heeft
de hoop uitgesproken, dat de particuliere
werkgevers het voorbeeld van de rege
ring zullen volgen. Dit beroep was hard
nodig. Het voorbeeld van de auto-industrie,
waar van achthonderd ontslagenen zestig
percent nieuwe Australiërs waren, kan een
immigrant kippevel bezorgen bij de ge
dachte, dat hij bij een eventuele, onver
hoopte depressie, als een tweederangsbur
ger wordt beschouwd.
De toestand van Australië ziet er overi
gens niet naar uit, dat zo'n depressie om
de hoek van de deur ligt. Wie als Neder
lander naar dit land trekt, kan er nog
steeds vele kansen grijpen. Wel ben ik van
mening, dat het in de eerste plaats de ge
schoolde arbeider, de ambachtsman en de
kleine zakenman is, voor wie hier moge
lijkheden liggen, die in Nederland onge
kend en onbereikbaar zijn. Australië wil
dit jaar ruim honderdvijf tienduizend emi
granten binnenhalen, ofwel slechts acht
tienduizend minder dan in het afgelopen
jaar. Ondanks de inflatie, die trouwens be
schouwd moet worden als een onontkoom
bare metgezellin van elk immigratieplan,
zonder dat zij de welvaart van het land in
gevaar hoeft te brengen, beleeft Australië
een ongelooflijk gigantische ontwikkeling.
DE BOUWACTIVITEIT is fantastisch.
Alleen al in Sydney wordt vijfhonderd mil
joen gulden geïnvesteerd in uitbreiding en
vernieuwing van handels- en industriële ge
bouwen. Sinds 1953 ligt Sydney onder het
gehamer van de timmerlui, het geratel van
elektrische boren en dynamiet-ontploffin-
gen om de zandstenen en rotsachtige bo-
-dem uiteen te rijten, aldus plaatsmakende
voor steeds meer en hogere gebouwen.
Wolkenkrabbers verrijzen met een snelheid
die ontkenning vormt van de legende der
luie Australiërs, het aantal immigranten
dat er bij werkzaam is, is overigens legio.
Sinds de Hollandse bouwmaatschappij „Ci
vil and civic contractors" met Gerard Dus-
seldorp uit Utrecht als directeur, vele
maanden geleden begon met het optrekken
van een gebouw dat 't hoogste van Austra
lië moest worden, heeft de federale rege
ring dit plan overtroffen met een ontwerp
voor een nog hoger gebouw van tweeën
twintig verdiepingen dat kantoorruimte zal
bieden aan zesduizend mensen en vijftig
miljoen gulden zal kosten.
Machtige, nieuwe kantoorgebouwen, in
moderne, strakke lijnen verrijzen naast
grote magazijnen, die naar boven uitbrei
den, waar dagelijks op angstwekkende
hoogte honderden arbeiders laveren op en
tussen de stalen binten. Het aanzien van
Sidney is in korte tijd sterk gewijzigd. On
afgebroken ondergaat haar uiterlijk een
vernieuwing met een enorme vaart. Het
bouwen van kantoorwolkenkrabbers is een
goede geldbelegging, want om een be
scheiden kantoorruimte te kunnen huren
legt men grif tienduizend gulden neer als
sleutelgeld. Dit is officieel toegestaan. Het
is alsof sleutelgeld in plaats van tegenwer
king een bevordering van het zakenleven
vormt, want nieuwe bedrijven schieten als
paddestoelen uit de grond.
Ook wordt met man en macht gewerkt
aan uitbreiding van de hotelruimte. Twee
hotels, elk van vijftien miljoen gulden,
staan op het program, in een derde hebben
de Amerikaanse hotel-miljonairs Hilton
zich geïnteresseerd met dertig miljoen gul
den. In totaal wordt er aan nieuwbouw en
uitbreiding van hotels honderd miljoen
gulden besteed in Nieuw Zuid-Wales, waar
van de bevolking niet veel groter is dan die
van Noord- en Zuidholland samen.
In andere delen van Australië heerst een
soortgelijke activiteit. De invoering van te
levisie op zestien september heeft een
grote stoot tot de ontwikkeling van handel
en industrie gegeven. De Philipsfabrieken
in Adelaide, Zuid-Australië, zijn geruime
tijd geleden al begonnen met de massa-
produktie van ontvangtoestellen. In decem
ber zullen zij het personeel verdubbelen
van vierhonderd tot achthonderd man. De
fabrieksdirecteur, D. van Amstel, verklaar
de dat de produktie dan duizend toestellen Het gebouw van de radiotelegraaf en
per maand zal bedragen. Het goedkoopste radiotelefoon in Sydney, vanwaar tele-
ontvangtoestel zal zeventienhonderd
den kosten.
gul- grammen worden verzonden naar Neder
land en andere landen. Nieuwe gebouwen
in Sydney zullen straks twee keer zo hoog
worden en tot het topje van de radio
antenne reiken.
NEDERLANDSE immigranten delen in
deze welvaart en dragen er het hunne toe tijds boekhouder in Alkmaar, heeft een
bij. In Moorabbin, bij Melbourne, de bloeiend bedrijf opgebouwd in Peakhurst
hoofdstad van Victoria, wordt een fabriek (Noord-Zuid-Wales) als handelaar in oud
gebouwd van anderhalf miljoen gulden ijzer, lood en andere metalen en is be-
voor Jan Kreveld en Max Levee (twee gonnen met de inzameling en verkoop van
Amsterdammers) voor de vervaardiging oud plastiek bestemd voor export. Jacobus
van plastic regenjassen en andere plastic Lobbes, die als textieldeskundige van de
artikelen. Zes jaar geleden begonnen zij in Enschedese textielschool hier in de textiel-
een schuurtje met primitieve middelen en handel heeft gewerkt hij een Nederlandse
een handjevol arbeidsters. Als de nieuwe importeursfirma, heeft na een zesjarig ver-
fabriek klaar is zul
len er tweehonderd
vijftig mensen wer
ken. De fabriek wordt
gebouwd door een
Hollandse bouwon-
Cove een voorstad
van Sydney. In Perth
heeft „The Dutch
Inn" van D. van
Overeem (uit Alk-
maar) in de afgelo-
dernemmg, de Dutch-Australian Construe- pen vijf jaar een eigen reputatie verwor-
tion Company. Een scheepswerf in Tasma-
nië, opgericht door de gebr. Rozema (uit
ven in West-Australië.
Deze voorbeelden kunnen met ettelijke
Friesland) bouwt acht schepen voor ander- anderen worden aangevuld. Het is daarbij
half miljoen gulden in Devonport aan de opvallend, dat de meeste successen bereikt
noordkust. Iets verder naar het westen van zjjn jn een periode van vijf of zes jaar,
dit Australische eiland, in Ulverstone, heeft waarin de immigranten in kwestie zich in
het bouwbedrijf van J. de Jong en zonen (je eerste jaren veel hebben moeten ont-
het werk aangenomen voor uitbreiding van zeggen. Verscheidene hunner hebben aan-
de gemeentelijke middelbare school met vankelijk op een lager levenspeil geleefd
zeven lokalen. Vele Nederlanders maken ,-|an zjj jn Nederland gewend waren. Als
gebruik van de welvaart van het land om zy z{ch dit van (jen beginne voor ogen heb-
een eigen zaak te beginnen, waartoe zij in ben gehouden dan hebben zij de beste
Nederland nooit de gelegenheid hebben „leidsman" gehad, die nodig is om uitein-
gekregen. Jan van Orden (uit Haarlem) die lelijk in de welvaart van Australië te
hier zes jaar geleden aankwam als tim- delen,
merman heeft met Beusekom een aanne
mersbedrijf opgericht in Caringbah (Noord
Zuid-Wales). Schilders, zoals Jan Logeman
en Henk Brouwer (uit Den Haag), die eerst
„VOYAGE AU PRINTEMPS".
Het ballet „Voyage au printemps" van
in loondienst werkten hebben nu elk hun Ignace Lillien zal 2 november door 't ballet
eigen bedrijf met personeel in dienst, de der Koninklijke Opera in Gent, onder lei
een in Heathcote, de ander in Cronulla ding van Germaine Delveau, in Den Haag
(Noord-Zuid-Wales). Frans Sariemijn, eer- worden uitgevoerd.
ER IS WERK in overvloed in ons
land. Er zijn redelijke lonen, prima so
ciale voorzieningen en vele extraatjes,
zelfs voor de middelmatigen. Toch zijn
er nog duizenden landgenoten, die hun
fortuin bij voorkeur elders gaan zoeken.
Dat is het beeld, dat oprijst uit het
jaarverslag 1955 van de Nederlandse
Emigratiedienst met zijn talrijke tabel
len, grafieken en beschouwingen. Het
aantal emigranten vermindert, de emi-
gratielust nauwelijks. In 1954 meldden
zich 48.500 aspirant-landverhuizers, vo
rig jaar waren het slechts een duizend
minder. Het aantal der emigranten, die
in 1955 door bemiddeling der officiële
organen ons land verlieten, beliep bijna
30.000 (in 1954: 34.600). Daarbij moeten
dan nog 27.700 (22.491) geteld worden,
die op eigen gelegenheid emigreerden.
Een teruggang dus van ongeveer tien
percent. In het licht van de huidige na
tionale welvaart is dat verrassend wei
nig. Zit het „heimwee naar vreemde
verten" ons dan zo diep in het bloed, of
is er een andere verklaring?
MR. IR. B. W. HAVEMAN, de commis
saris voor de emigratie, geeft daar in het
jaarverslag de volgende visie op: „Mo
tieven, ontleend aan de directe werkge
legenheid, gelden voor de emigrant slechts
in geringe mate. Een paar jaar terug, toen
wij meer dan honderdduizend werklozen
telden, waren het in het algemeen niet de
werklozen die wegtrokken. Nu, bij een
sterk overspannen arbeidsmarkt, is de
emigratiedrang niet zo verzwakt als ver
wacht kon worden. Over het algemeen is
de emigrant namelijk een nuchter mens:
hij bezint zich op de toekomst van zijn
kinderen en laat zich niet verblinden door
de huidige hoogconjunctuur.
Over de motieven der agrariërs is men
het gauw eens. Verdere opsplitsing van
bedrijven is onmogelijk, nieuw land is niet
beschikbaar. Maar ligt het in vele beroepen
anders? De vestigingsvoorschriften zijn in
ons land wellicht nog talrijker dan de
bordjes „verboden toegang". Voor velen
betekenen zij in elk geval hetzelfde. Bin
nen de bedrijven ervaart men de druk van
het grote aantal. De melkslijters worden
„gesaneerd". Anderen ondervinden op hun
wijze dat de spoeling dun wordt.
Welke kansen biedt daarentegen de emi
gratie? In grote, rijke maar economisch-
onderontwikkelde gebieden als Canada,
Australië en andere emigratielanden is
daar voor middelmatigen mogelijk, wat in
ons land vrijwel uitgesloten is: allen kun
nen er op den duur tot eigen zaken komen.
Natuurlijk geldt dit motief niet alge
meen. Vele projecteren het op hun kin
deren, anderen worden aangelokt door de
veel grotere ruimte tussen lonen en prijs
peil, die de vorming van een bescheiden
kapitaaltje, of het bezit van wat in ons
land als luxe geldt een eigen huis of auto,
mogelijk maakt en het leven op eerder
ongekende wijze veraangenaamt. Dat er in
sommige landen en zeker in de kleinere
plaatsen goede huisvesting te krijgen is,
vormt een andere stimulans. Bevrijding
van het samen- en inwoningsverdriet is
velen een hoge prijs waard".
GROTE invloed hebben ook de brieven
van reeds geëmigreerden, die echter wel
eens hoofden op hol brengen van mensen,
die bepaald minder geschikt zijn voor emi
gratie. Toch mislukken slechts heel weinig
emigranten, gemiddeld drie percent per
jaar. Bij ongeveer de helft daarvan is de
oorzaak heimwee van de vrouw, bij een
kwart ziekte of spoedige dood van de kost
winner, bij het laatste kwart absolute on
geschiktheid van de man. Van de „blijver
tjes" heeft twintig tot dertig percent het
zelfs na drie jaar nog moeilijk, vijftig tot
zestig percent is na die tijd tevreden, twin
tig percent slaagt nog veel beter en heeft
uiterlijk na drie jaar een eigen bedrijf, vijf
tot zeven percent tenslotte vormen de uit
blinkers.
DE ANGST dat de emigratie teveel ar
beidskrachten onttrekken zal aan ons eigen
land is volgens ir. Haveman overdreven.
Hij berekent dat stopzetting van de emi
gratie het probleem der overspannen ar
beidsmarkt slechts voor tien percent zou
beïnvloeden, terwijl men hierdoor „met het
kind ook het toekomstige badwater, in ca-
su de toekomstige emigratiemogelijkheden,
zou weggooien". Bovendien is hij van oor
deel dat het wegtrekken van emigranten
„anderzijds ook een relatieve verlichting
van de arbeidsmarkt betekent, omdat er
voor hen dan niet meer behoeft te worden
3 geproduceerd. Een netto-emigratiesaldo
van twintigduizend betekent vijfduizend
gezinnen. Als die gezinnen niet emigreer
den zouden er dus jaarlijks vijfduizend
woningen meer gebouwd moeten worden,
hetgeen per jaar bijna zesduizend bouw
vakarbeiders zou vergen. Dit is reeds bijna
het dubbele van de „harde kern" (de ge
schoolde beroepsbeoefenaars) bij een net
to-emigratiesaldo van twintigduizend per
sonen".
Maar zelfs als wij die emigrerende ar
beidskrachten op het ogenblik misschien
maar node zouden kunnen missen, dan
moet daarbij toch ook bedacht worden, dat
er nog andere waarden op het spel staan,
op langere termijn. Emigratiepolitiek, zo
zegt ir. Haveman, vergt een beleid op lang
zicht, dat rekening houdt met de ups en
downs, die wij in de toekomst zullen door
maken. „Ieder is geneigd zijn dagelijkse
zorgen het zwaarst te wegen. Vooral in een
tijd van voorspoed moeten wij verder kun
nen zien. Daarom is emigratie noodzake
lijk, ook nu. Want geloof mij, die emi
granten met hun opgestroopte hemds
mouwen zijn onze beste ambassadeurs!"
HET JAARVERSLAG constateert voorts,
dat de voorkeur der emigranten in 1955
naar dezelfde landen bleef uitgaan als in
vorige jaren, waarbij alleen Canada veel
minder in trek bleek te zijn, blijkbaar als
gevolg van de tijdelijke economische in
zinking, die dat land in 1954 doormaakte.
De daling van het aantal emigranten naar
Canada werd echter goeddeels gecompen
seerd door de toeneming naar landen als
Australië, de Verenigde Staten en in min
dere mate ook Nieuw Zeeland en Rhodesia.
MANNEN VROUWEN
MIN (OM(N
AUSTRALIË
Australië huisvest thans een miljoen
naoorlogse emigranten, waarvan Nederland
er tachtigduizend (7.2 percent) leverde. Het
aantal wordt nu nog slechts overtroffen
Deze grafiek geeft een beeld van het ver
loop der emigratie uit Nederland in de
naoorlogse jaren. De cijfers rechts stellen
duizendtallen personen voor. Alleen zij,
die onder auspiciën van de officiële emi
gratie-organen vertrokken, zijn erin
opgenomen.
door de Italianen, die twaalf percent van
het miljoen leverden. De aanpassing van
de Nederlanders blijft voorspoedig ver
lopen, zo zelfs dat vele Nederlandse ver
enigingen zich er ietwat overbodig gaan
voor de aankoop van woningen door emi
granten. Ruim 46 der Nederlandse emi
granten ging in 1952 naar Australië.
Overzicht van de emigratie naar leeftijd
en geslacht per bestemmingsland in
percenten.
DE INZINKING van 1954 is goeddeels
overwonnen, de plaatsing der emigranten
gaf geen moeilijkheden en Canada lijkt nu
een tijdperk van grote economische bloei
tegemoet te gaan. Toch liep de immigratie
van Nederlanders sterk terug: van 15.859
in 1954 tot 6.654 in het vorige jaar: men
wilde blijkbaar de kat even uit de boom
kijken.
HET AANTAL emigranten uit Neder
land steeg van 768 (1954) tot 1266, omdat
Nieuw Zeeland nu ook categorieën toelaat
die vroeger geweigerd werden. Ook het
nieuwe nominatiesysteem (een Nieuw Zee
lander vraagt een immigratievergunning
voor een met name genoemde Nederlander
aan, voor wie werk en huisvesting aan
wezig zijn) heeft de animo voor dit land
doen toenemen.
NAAR DE UNIE vertrokken ruim 2800
emigranten: tien percent minder dan in
1954. Jaarlijks kan nu ook een aantal Ne
derlandse artsen geregistreerd worden. In
1954 waren dat er twaalf. Het „Immigrasie
Gransiefonds" vergemakkelijkt de immi
gratie van mensen die anders, bij ontsten
tenis van een werkgeversverklaring, niet
toegelaten zouden zijn. Rhodesia nam 449
(136) Nederlanders op. Door goede werkge
legenheid en een minder nijpende woning
nood kunnen allen gemakkelijk geplaatst
worden. Er zijn geen aanpassingsmoeilijk
heden.
IN 1955 zijn ruim vierduizend Neder
landers naar de Verenigde Staten geëmi
greerd; slechts 864 van hen kregen een
visum volgens de Refugee Relief Act.
voelen. Het zou allemaal nog beter kunnen
als het huisvestingsprobleem niet zo moei
lijk was. Australië en Nederland zoeken
echter ijverig naar oplossingen voor dit
probleem door middel van kredietgaranties
In de verre landen ontbreekt het onze
emigranten niet aan voorlichting. Een
reeks van Nederlandse bladen en tijd
schriften onderhoudt het onderlinge con
tact en dat met het moederland.
DE EMIGRATIE naar Zuid-Amerika is
nog steeds gering, omdat het zeer moeilijk
blijkt voor de gemiddelde Nederlander, om
Spaans of Portugees te leren en om zich
aan te passen aan de Zuid-Amerikaanse
levenswijze. In 1955 vestigden zich 55 Ne
derlanders in Argentinië, 449 in Brazilië en
21 in Chili. De Nederlandse landbouw
nederzettingen in Argentinië en Brazilië
werden uitgebreid met enkele nieuwe emi
granten uit het moederland. Steden als Sao
Paulo en Rio de Janeiro zijn favoriet onder
de niet-agrarische immigranten. Onder het
„urban workers scheme" zullen zij nu meer
gespecialiseerde buitenlandse arbeids
krachten kunnen opnemen dan in het ver
leden.
Het JAARVERSLAG bevat voorts alle
inlichtingen omtrent de nieuwe mogelijk
heden tot hulp, financiële steun, krediet
garanties, voorlichting en voorbereidings
cursussen ten dienste van aspirant-emi
granten, die in het afgelopen jaar gereali
seerd zijn of waarover nog onderhandeld
wordt. Het boekwerk zelf is weer even
royaal en aantrekkelijk uitgevoerd als in
vorige jaren. Het is verschenen bij de
Staatsdrukkerij in Den Haag.
DOVER, oktober. We staan nu boven
op de witte rotsen, die Engeland door de
eeuwen heen aan een toeristieke attractie
hebben geholpen en die bovendien altijd
als een vrij afdoend stukje defensiewerk
zijn beschouwd. Een goed uur geleden
hebben we deze rotsen nog dronken heen
en weer zien zwaaien, maar de mogelijk
heid bestaat dat dit natuurverschijnsel aan
de bewegingen van ons kleine schip op het
stormachtig bewogen Kanaal moet worden
geweten. Het is maar drieëneenhalf uur
varen van Oostende naar Dover, maar voor
de zeventienhonderd mensen aan boord
heeft het vakantie tochtje zeker drieëneen
half jaar geduurd. Bij aankomst in Dover
heeft een douaneman ons opgewekt meege
deeld, dat wij geluk hadden gehad heel
huids te zijn aangekomen. „Er zijn de laat
ste paar uur overal schepen gestrand en
een paar schijnen al te zijn gezonken", zei
deze Britse overheidsdienaar, voor hij even
welgemoed onze schone overhemden door
één ging woelen.
Niemand zal zeggen, dat dit stadje Dover
een aantrekkelijke gemeente is om te zien.
Maar zojuist waren we diep blij de hob
belige straten onder de wielen van ons
autootje te voelen. Zelf hebben we nog net
de zeeziekte kunnen vermijden. Een paar
honderd andere mensen hebben dat ook.
Maar een ruwe schatting zegt mij, dat on
geveer duizend mensen aan boord van de
Belgische kanaalboot van vreselijk tot ont
zettend ziek zijn geweest. Men kan het
zeezieke mensen niet kwalijk nemen, dat
zij hun misère niet voor zich kunnen hou
den, maar aangenaam is het niet. Een
anders ongetwijfeld fiere Engelsman met
een snor, waaraan liefhebbers hem waar
schijnlijk zouden kunnen optillen, riep bij
na snikkend om een spoedig optreden van
de dag des oordeels, maar gelukkig duurt
de zeeziekte nooit lang na aankomst op het
vasteland. Zo juist zagen we hem nog wat
bleekjes, maar toch al weer geheel de
oude, zelfverzekerde ex-kolonel vriendelijk
neerbuigend tegen een mindere autoriteit
spreken over het stevige briesje, dat wij
onderweg hadden ondervonden.
De mensheid laat zich overigens ook door
een volwassen storm niet van financiële
voordeeltjes afhouden. Aan boord werden
belastingloze sigaretten verkocht en daar
heeft drie uur lang een gestaag opschui
vende groep mensen voor in de rij gestaan.
Af en toe stormde iemand haastig de queue
uit naar buiten, naar de railing, maar ver
der verliep de verkoop regelmatig. En
buiten op het dek liep een van de stewards
als een licht immorele marktkoopman te
venten met een bak belastingloze flessen.
Zijn „Whiskey, gin, cognac, parfum" had
temidden van het inferno van natuurkrach
ten een merkwaardige klank. Hij verk
echter goed.
Heel kleine kinderen kunnen, voorzover
wij nu gemerkt hebben, niet zeeziek wor
den. Babies en iets ouderen kropen vrolijk
kraaiend over het op en neer zwaaiende
dek. Misschien missen zij alleen de angst
gevoelens, misschien ook vinden zij het wel
een mooi, mechanisch georganiseerd wiege-
feest. Zij keken verbaasd naar hun wan
hopige ouders, die elke inbreuk op de ge
hoorzaamheid nog kregeliger bestraften
dan anders.
En in de eetzaal zaten de kapitein en de
machinisten gebakken lever te eten, zoals
dat geharde zeebonken betaamt. Maar
daar hebben ook wij maar niet al te lang
naar gekeken. Hier, in de huilende wind
beven op de rotsen, is het leven weer rus
tig en mooi. Er zijn toch weinig dingen zo
aantrekkelijk als een zeer vaste verkering
met de aarde. A.S.H.
-
A C- -:"
J. >v. V dfc fN