I In Australië gaat stijgende werkloosheid samen met groeiende welvaart Nederlanders oogsten zeer veel succes in het zakenleven ONDANKS DE HOOGCONJUNCTUUR IS DE EMIGR.4TIELUST NAUWELIJKS VERMINDERD OVER DOVER DE NEDERLANDSE COURANT Grotere werkgelegenheid Geen directe depressie Gebruikte kansen ER WORDT GESCHOOLD PERSONEEL GEVRAAGD KANS OP EIGEN BEDRIJF BLIJFT DE VOORNAAMSTE ATTRACTIE Motieven Arbeidsmarkt A ustralië Amerika en Afrika vost (MAM us 0leu&e Werelöj 1111111111111!IllllllllllIIIlllllllllllllIIIllIIllllllllllIllIlllllIlllllIllIlllllllIIIIIIIIIIM iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii (Van onze correspondent in Australië) DE INFLATIE in Australië groeit en de waarde van het Australische pond daalt met de dag. De inflatie is in dit land groter dan in welk ander Engels sprekend land. Als we de economen-van-de-studeertafel mogen geloven, ziet de toekomst er slecht uit. Volgens de minister van Arbeid en Immigratie zijn er in West-Australië tweeduizend werklozen. Van vakbondszijde wordt echter beweerd, dat er drie keer zoveel zijn. Ook de federale voorzitter van de Australische arbeidspartij beweert dat er bijna zesduizend zijn geregistreerd. De minister-president van West-Australië heeft verklaard, dat ingeval de werkloosheid mocht verergeren, de steun, die West-Australië aan het huidige immigratie-schema verleent, zal moeten worden herzien. In de kranten van West-Australië verschijnen steeds meer advertenties met de woorden „alleen Australiërs", wanneer arbeidskrachten worden gevraagd, speciaal in de bouwnijverheid, die sterk is teruggelopen. Het is drie maal zo moeilijk voor een immigrant om er een betrekking te vinden als voor een Australiër. Vele werkgevers zijn niet geïnteresseerd in immigranten als werk nemers. Een derde van de werkgevers wenst alleen Australiërs. Zij beweren, dat de gebrekkige kennis van de Engelse taal onder de immigranten veel te lange tijd neemt om hen de dingen te leren, die zij moeten weten om hun beroep uit te oefenen. De tijd, dat de immigranten zonder kennis van de Engelse taal gemakkelijk werk konden krijgen, omdat er geen andere arbeidskrachten beschikbaar waren, is in West-Australië voorbij. Ook in de rest van Australië is de vraag naar arbeidskrachten in bepaalde groepen verminderd. De werkgevers zijn, in het algemeen, critischer geworden bij de keuze van hun personeel. Het is voor de immigranten daarom van het grootste belang, dat zij zo snel mogelijk de vreemde taal leren. De regering biedt er alle gelegenheid toe. Mondelinge, schriftelijke en radiolessen zijn kosteloos. Zelfs de boeken worden gratis verstrekt. Het kost de immigrant alleen maar tijd om Engels te leren. IS DE ARBEIDSMARKT in Australië nu verzadigd? Dit is een vraag, die ik uit Ne derland kreeg toegezonden. Er kan beslist ontkennend op worden geantwoord. Offi cieel zijn hier nog negenentwintigduizend vacatures, ongeacht de open plaatsen, die niet bij de arbeidsbureaus staan ingeschre ven. Het totale aantal werklozen bedraagt iets meer dan negenduizend. Dit is drie op elke duizend loontrekkers. De ontwikkeling van de werkloosheid in de afgelopen vier maanden (wintermaanden) is als volgt geweest: april 5378, juni 6011, juli 7003, augustus 9164. De Australische arbeidspartij beweert dat er in werkelijkheid veertigduizend werklozen zijn. Als dat zo is, dan is het ver leden tijd. De Australische regering heeft namelijk door een wijziging in de invoer beperkingen en hogere omzetbelasting doel bewust gestreefd naar een verplaatsing van arbeidskrachten. Het is de bedoeling van de regering geweest om de activiteit in de auto-industrie te doen verminderen. Op die manier konden er arbeiders vrij komen voor plaatsing in industrieën van groter economisch belang. Van de tweehonderd vijfentwintigduizend arbeiders in de auto industrie zijn er vijfendertighonderd ont slagen. Het merendeel vond elders werk. Merkwaardigerwijs hebben British Motor Corporation en Ford, die onlangs respectie velijk zeshonderdvijftig en vierhonderd man ontsloegen, weer arbeiders aangeno men. ONDANKS DE ontslagen en de groei van de werkloosheidscijfers is er nog sterke vraag naar elektriciëns en metaalbewer kers. Voor half geschoolde en ongeschool de arbeiders is de werkgelegenheid echter belangrijk verminderd. Er heeft zich tijdens deze nieuwe ontwik keling, die kunstmatig te weeg is gebracht om (hoe gek het moge klinken) de wel vaart te bevorderen een voor de immigran ten onaangename gebeurtenis plaats gehad. De minister voor defensie-produktie heeft onlangs de fout begaan om, toen er bij een gewerenfabriek ontslagen moesten komen, te zeggen dat de „nieuwe Australiërs" eerst aan de beurt waren. Dit gaf aanleiding tot een storm van protest. De regering had immers in het verleden herhaaldelijk ge zegd, dat er ten aanzien van de werkgele genheid geen onderscheid zou worden ge maakt tussen oude en nieuwe Australiërs. De minister voor de Immigratie heeft er dan ook voor gezorgd, dat zijn collega van defensie-produktie zijn woorden heeft in getrokken. Het kwaad was intussen ge schied: de immigranten voelden zich ver raden. De ontslagen zijn ingetrokken. 11 i N - W fcOY J Uit „Piek of Punch" INTUSSEN HEB IK gemeend de mi nister te moeten vragen een speciale ver klaring te willen afleggen voor de lezers van ons blad. De minister heeft daaraan voldaan. Zijn verklaring luidt als volgt: „Het doet mij genoegen de gelegenheid te hebben de lezers van uw blad te verze keren, dat grondbeginsel van het Austra lische na-oorlogse immigratie-plan altijd geweest is, dat immigranten, waar het de werkgelegenheid betreft, op gelijke voet met de in Australië geboren werknemers behandeld dienen te worden. Ik hoop dat deze verklaring de zaak opheldert en u in de gelegenheid stelt elke misvatting, die hierover in Holland mocht zijn ontstaan, weg te nemen. Ik wil ook gaarne mijn er kentelijkheid betuigen voor uw aanbod om op deze wijze dit belangrijke punt in de im migratiepolitiek van onze regering uiteen te zetten voor uw lezers overzee". INDIEN DE Australische regering met het aanvankelijke ontslagplan was voort gegaan, zou de terugslag op de emigratie van Nederlanders naar Australië terecht niet zijn uitgebleven. De minister heeft de hoop uitgesproken, dat de particuliere werkgevers het voorbeeld van de rege ring zullen volgen. Dit beroep was hard nodig. Het voorbeeld van de auto-industrie, waar van achthonderd ontslagenen zestig percent nieuwe Australiërs waren, kan een immigrant kippevel bezorgen bij de ge dachte, dat hij bij een eventuele, onver hoopte depressie, als een tweederangsbur ger wordt beschouwd. De toestand van Australië ziet er overi gens niet naar uit, dat zo'n depressie om de hoek van de deur ligt. Wie als Neder lander naar dit land trekt, kan er nog steeds vele kansen grijpen. Wel ben ik van mening, dat het in de eerste plaats de ge schoolde arbeider, de ambachtsman en de kleine zakenman is, voor wie hier moge lijkheden liggen, die in Nederland onge kend en onbereikbaar zijn. Australië wil dit jaar ruim honderdvijf tienduizend emi granten binnenhalen, ofwel slechts acht tienduizend minder dan in het afgelopen jaar. Ondanks de inflatie, die trouwens be schouwd moet worden als een onontkoom bare metgezellin van elk immigratieplan, zonder dat zij de welvaart van het land in gevaar hoeft te brengen, beleeft Australië een ongelooflijk gigantische ontwikkeling. DE BOUWACTIVITEIT is fantastisch. Alleen al in Sydney wordt vijfhonderd mil joen gulden geïnvesteerd in uitbreiding en vernieuwing van handels- en industriële ge bouwen. Sinds 1953 ligt Sydney onder het gehamer van de timmerlui, het geratel van elektrische boren en dynamiet-ontploffin- gen om de zandstenen en rotsachtige bo- -dem uiteen te rijten, aldus plaatsmakende voor steeds meer en hogere gebouwen. Wolkenkrabbers verrijzen met een snelheid die ontkenning vormt van de legende der luie Australiërs, het aantal immigranten dat er bij werkzaam is, is overigens legio. Sinds de Hollandse bouwmaatschappij „Ci vil and civic contractors" met Gerard Dus- seldorp uit Utrecht als directeur, vele maanden geleden begon met het optrekken van een gebouw dat 't hoogste van Austra lië moest worden, heeft de federale rege ring dit plan overtroffen met een ontwerp voor een nog hoger gebouw van tweeën twintig verdiepingen dat kantoorruimte zal bieden aan zesduizend mensen en vijftig miljoen gulden zal kosten. Machtige, nieuwe kantoorgebouwen, in moderne, strakke lijnen verrijzen naast grote magazijnen, die naar boven uitbrei den, waar dagelijks op angstwekkende hoogte honderden arbeiders laveren op en tussen de stalen binten. Het aanzien van Sidney is in korte tijd sterk gewijzigd. On afgebroken ondergaat haar uiterlijk een vernieuwing met een enorme vaart. Het bouwen van kantoorwolkenkrabbers is een goede geldbelegging, want om een be scheiden kantoorruimte te kunnen huren legt men grif tienduizend gulden neer als sleutelgeld. Dit is officieel toegestaan. Het is alsof sleutelgeld in plaats van tegenwer king een bevordering van het zakenleven vormt, want nieuwe bedrijven schieten als paddestoelen uit de grond. Ook wordt met man en macht gewerkt aan uitbreiding van de hotelruimte. Twee hotels, elk van vijftien miljoen gulden, staan op het program, in een derde hebben de Amerikaanse hotel-miljonairs Hilton zich geïnteresseerd met dertig miljoen gul den. In totaal wordt er aan nieuwbouw en uitbreiding van hotels honderd miljoen gulden besteed in Nieuw Zuid-Wales, waar van de bevolking niet veel groter is dan die van Noord- en Zuidholland samen. In andere delen van Australië heerst een soortgelijke activiteit. De invoering van te levisie op zestien september heeft een grote stoot tot de ontwikkeling van handel en industrie gegeven. De Philipsfabrieken in Adelaide, Zuid-Australië, zijn geruime tijd geleden al begonnen met de massa- produktie van ontvangtoestellen. In decem ber zullen zij het personeel verdubbelen van vierhonderd tot achthonderd man. De fabrieksdirecteur, D. van Amstel, verklaar de dat de produktie dan duizend toestellen Het gebouw van de radiotelegraaf en per maand zal bedragen. Het goedkoopste radiotelefoon in Sydney, vanwaar tele- ontvangtoestel zal zeventienhonderd den kosten. gul- grammen worden verzonden naar Neder land en andere landen. Nieuwe gebouwen in Sydney zullen straks twee keer zo hoog worden en tot het topje van de radio antenne reiken. NEDERLANDSE immigranten delen in deze welvaart en dragen er het hunne toe tijds boekhouder in Alkmaar, heeft een bij. In Moorabbin, bij Melbourne, de bloeiend bedrijf opgebouwd in Peakhurst hoofdstad van Victoria, wordt een fabriek (Noord-Zuid-Wales) als handelaar in oud gebouwd van anderhalf miljoen gulden ijzer, lood en andere metalen en is be- voor Jan Kreveld en Max Levee (twee gonnen met de inzameling en verkoop van Amsterdammers) voor de vervaardiging oud plastiek bestemd voor export. Jacobus van plastic regenjassen en andere plastic Lobbes, die als textieldeskundige van de artikelen. Zes jaar geleden begonnen zij in Enschedese textielschool hier in de textiel- een schuurtje met primitieve middelen en handel heeft gewerkt hij een Nederlandse een handjevol arbeidsters. Als de nieuwe importeursfirma, heeft na een zesjarig ver- fabriek klaar is zul len er tweehonderd vijftig mensen wer ken. De fabriek wordt gebouwd door een Hollandse bouwon- Cove een voorstad van Sydney. In Perth heeft „The Dutch Inn" van D. van Overeem (uit Alk- maar) in de afgelo- dernemmg, de Dutch-Australian Construe- pen vijf jaar een eigen reputatie verwor- tion Company. Een scheepswerf in Tasma- nië, opgericht door de gebr. Rozema (uit ven in West-Australië. Deze voorbeelden kunnen met ettelijke Friesland) bouwt acht schepen voor ander- anderen worden aangevuld. Het is daarbij half miljoen gulden in Devonport aan de opvallend, dat de meeste successen bereikt noordkust. Iets verder naar het westen van zjjn jn een periode van vijf of zes jaar, dit Australische eiland, in Ulverstone, heeft waarin de immigranten in kwestie zich in het bouwbedrijf van J. de Jong en zonen (je eerste jaren veel hebben moeten ont- het werk aangenomen voor uitbreiding van zeggen. Verscheidene hunner hebben aan- de gemeentelijke middelbare school met vankelijk op een lager levenspeil geleefd zeven lokalen. Vele Nederlanders maken ,-|an zjj jn Nederland gewend waren. Als gebruik van de welvaart van het land om zy z{ch dit van (jen beginne voor ogen heb- een eigen zaak te beginnen, waartoe zij in ben gehouden dan hebben zij de beste Nederland nooit de gelegenheid hebben „leidsman" gehad, die nodig is om uitein- gekregen. Jan van Orden (uit Haarlem) die lelijk in de welvaart van Australië te hier zes jaar geleden aankwam als tim- delen, merman heeft met Beusekom een aanne mersbedrijf opgericht in Caringbah (Noord Zuid-Wales). Schilders, zoals Jan Logeman en Henk Brouwer (uit Den Haag), die eerst „VOYAGE AU PRINTEMPS". Het ballet „Voyage au printemps" van in loondienst werkten hebben nu elk hun Ignace Lillien zal 2 november door 't ballet eigen bedrijf met personeel in dienst, de der Koninklijke Opera in Gent, onder lei een in Heathcote, de ander in Cronulla ding van Germaine Delveau, in Den Haag (Noord-Zuid-Wales). Frans Sariemijn, eer- worden uitgevoerd. ER IS WERK in overvloed in ons land. Er zijn redelijke lonen, prima so ciale voorzieningen en vele extraatjes, zelfs voor de middelmatigen. Toch zijn er nog duizenden landgenoten, die hun fortuin bij voorkeur elders gaan zoeken. Dat is het beeld, dat oprijst uit het jaarverslag 1955 van de Nederlandse Emigratiedienst met zijn talrijke tabel len, grafieken en beschouwingen. Het aantal emigranten vermindert, de emi- gratielust nauwelijks. In 1954 meldden zich 48.500 aspirant-landverhuizers, vo rig jaar waren het slechts een duizend minder. Het aantal der emigranten, die in 1955 door bemiddeling der officiële organen ons land verlieten, beliep bijna 30.000 (in 1954: 34.600). Daarbij moeten dan nog 27.700 (22.491) geteld worden, die op eigen gelegenheid emigreerden. Een teruggang dus van ongeveer tien percent. In het licht van de huidige na tionale welvaart is dat verrassend wei nig. Zit het „heimwee naar vreemde verten" ons dan zo diep in het bloed, of is er een andere verklaring? MR. IR. B. W. HAVEMAN, de commis saris voor de emigratie, geeft daar in het jaarverslag de volgende visie op: „Mo tieven, ontleend aan de directe werkge legenheid, gelden voor de emigrant slechts in geringe mate. Een paar jaar terug, toen wij meer dan honderdduizend werklozen telden, waren het in het algemeen niet de werklozen die wegtrokken. Nu, bij een sterk overspannen arbeidsmarkt, is de emigratiedrang niet zo verzwakt als ver wacht kon worden. Over het algemeen is de emigrant namelijk een nuchter mens: hij bezint zich op de toekomst van zijn kinderen en laat zich niet verblinden door de huidige hoogconjunctuur. Over de motieven der agrariërs is men het gauw eens. Verdere opsplitsing van bedrijven is onmogelijk, nieuw land is niet beschikbaar. Maar ligt het in vele beroepen anders? De vestigingsvoorschriften zijn in ons land wellicht nog talrijker dan de bordjes „verboden toegang". Voor velen betekenen zij in elk geval hetzelfde. Bin nen de bedrijven ervaart men de druk van het grote aantal. De melkslijters worden „gesaneerd". Anderen ondervinden op hun wijze dat de spoeling dun wordt. Welke kansen biedt daarentegen de emi gratie? In grote, rijke maar economisch- onderontwikkelde gebieden als Canada, Australië en andere emigratielanden is daar voor middelmatigen mogelijk, wat in ons land vrijwel uitgesloten is: allen kun nen er op den duur tot eigen zaken komen. Natuurlijk geldt dit motief niet alge meen. Vele projecteren het op hun kin deren, anderen worden aangelokt door de veel grotere ruimte tussen lonen en prijs peil, die de vorming van een bescheiden kapitaaltje, of het bezit van wat in ons land als luxe geldt een eigen huis of auto, mogelijk maakt en het leven op eerder ongekende wijze veraangenaamt. Dat er in sommige landen en zeker in de kleinere plaatsen goede huisvesting te krijgen is, vormt een andere stimulans. Bevrijding van het samen- en inwoningsverdriet is velen een hoge prijs waard". GROTE invloed hebben ook de brieven van reeds geëmigreerden, die echter wel eens hoofden op hol brengen van mensen, die bepaald minder geschikt zijn voor emi gratie. Toch mislukken slechts heel weinig emigranten, gemiddeld drie percent per jaar. Bij ongeveer de helft daarvan is de oorzaak heimwee van de vrouw, bij een kwart ziekte of spoedige dood van de kost winner, bij het laatste kwart absolute on geschiktheid van de man. Van de „blijver tjes" heeft twintig tot dertig percent het zelfs na drie jaar nog moeilijk, vijftig tot zestig percent is na die tijd tevreden, twin tig percent slaagt nog veel beter en heeft uiterlijk na drie jaar een eigen bedrijf, vijf tot zeven percent tenslotte vormen de uit blinkers. DE ANGST dat de emigratie teveel ar beidskrachten onttrekken zal aan ons eigen land is volgens ir. Haveman overdreven. Hij berekent dat stopzetting van de emi gratie het probleem der overspannen ar beidsmarkt slechts voor tien percent zou beïnvloeden, terwijl men hierdoor „met het kind ook het toekomstige badwater, in ca- su de toekomstige emigratiemogelijkheden, zou weggooien". Bovendien is hij van oor deel dat het wegtrekken van emigranten „anderzijds ook een relatieve verlichting van de arbeidsmarkt betekent, omdat er voor hen dan niet meer behoeft te worden 3 geproduceerd. Een netto-emigratiesaldo van twintigduizend betekent vijfduizend gezinnen. Als die gezinnen niet emigreer den zouden er dus jaarlijks vijfduizend woningen meer gebouwd moeten worden, hetgeen per jaar bijna zesduizend bouw vakarbeiders zou vergen. Dit is reeds bijna het dubbele van de „harde kern" (de ge schoolde beroepsbeoefenaars) bij een net to-emigratiesaldo van twintigduizend per sonen". Maar zelfs als wij die emigrerende ar beidskrachten op het ogenblik misschien maar node zouden kunnen missen, dan moet daarbij toch ook bedacht worden, dat er nog andere waarden op het spel staan, op langere termijn. Emigratiepolitiek, zo zegt ir. Haveman, vergt een beleid op lang zicht, dat rekening houdt met de ups en downs, die wij in de toekomst zullen door maken. „Ieder is geneigd zijn dagelijkse zorgen het zwaarst te wegen. Vooral in een tijd van voorspoed moeten wij verder kun nen zien. Daarom is emigratie noodzake lijk, ook nu. Want geloof mij, die emi granten met hun opgestroopte hemds mouwen zijn onze beste ambassadeurs!" HET JAARVERSLAG constateert voorts, dat de voorkeur der emigranten in 1955 naar dezelfde landen bleef uitgaan als in vorige jaren, waarbij alleen Canada veel minder in trek bleek te zijn, blijkbaar als gevolg van de tijdelijke economische in zinking, die dat land in 1954 doormaakte. De daling van het aantal emigranten naar Canada werd echter goeddeels gecompen seerd door de toeneming naar landen als Australië, de Verenigde Staten en in min dere mate ook Nieuw Zeeland en Rhodesia. MANNEN VROUWEN MIN (OM(N AUSTRALIË Australië huisvest thans een miljoen naoorlogse emigranten, waarvan Nederland er tachtigduizend (7.2 percent) leverde. Het aantal wordt nu nog slechts overtroffen Deze grafiek geeft een beeld van het ver loop der emigratie uit Nederland in de naoorlogse jaren. De cijfers rechts stellen duizendtallen personen voor. Alleen zij, die onder auspiciën van de officiële emi gratie-organen vertrokken, zijn erin opgenomen. door de Italianen, die twaalf percent van het miljoen leverden. De aanpassing van de Nederlanders blijft voorspoedig ver lopen, zo zelfs dat vele Nederlandse ver enigingen zich er ietwat overbodig gaan voor de aankoop van woningen door emi granten. Ruim 46 der Nederlandse emi granten ging in 1952 naar Australië. Overzicht van de emigratie naar leeftijd en geslacht per bestemmingsland in percenten. DE INZINKING van 1954 is goeddeels overwonnen, de plaatsing der emigranten gaf geen moeilijkheden en Canada lijkt nu een tijdperk van grote economische bloei tegemoet te gaan. Toch liep de immigratie van Nederlanders sterk terug: van 15.859 in 1954 tot 6.654 in het vorige jaar: men wilde blijkbaar de kat even uit de boom kijken. HET AANTAL emigranten uit Neder land steeg van 768 (1954) tot 1266, omdat Nieuw Zeeland nu ook categorieën toelaat die vroeger geweigerd werden. Ook het nieuwe nominatiesysteem (een Nieuw Zee lander vraagt een immigratievergunning voor een met name genoemde Nederlander aan, voor wie werk en huisvesting aan wezig zijn) heeft de animo voor dit land doen toenemen. NAAR DE UNIE vertrokken ruim 2800 emigranten: tien percent minder dan in 1954. Jaarlijks kan nu ook een aantal Ne derlandse artsen geregistreerd worden. In 1954 waren dat er twaalf. Het „Immigrasie Gransiefonds" vergemakkelijkt de immi gratie van mensen die anders, bij ontsten tenis van een werkgeversverklaring, niet toegelaten zouden zijn. Rhodesia nam 449 (136) Nederlanders op. Door goede werkge legenheid en een minder nijpende woning nood kunnen allen gemakkelijk geplaatst worden. Er zijn geen aanpassingsmoeilijk heden. IN 1955 zijn ruim vierduizend Neder landers naar de Verenigde Staten geëmi greerd; slechts 864 van hen kregen een visum volgens de Refugee Relief Act. voelen. Het zou allemaal nog beter kunnen als het huisvestingsprobleem niet zo moei lijk was. Australië en Nederland zoeken echter ijverig naar oplossingen voor dit probleem door middel van kredietgaranties In de verre landen ontbreekt het onze emigranten niet aan voorlichting. Een reeks van Nederlandse bladen en tijd schriften onderhoudt het onderlinge con tact en dat met het moederland. DE EMIGRATIE naar Zuid-Amerika is nog steeds gering, omdat het zeer moeilijk blijkt voor de gemiddelde Nederlander, om Spaans of Portugees te leren en om zich aan te passen aan de Zuid-Amerikaanse levenswijze. In 1955 vestigden zich 55 Ne derlanders in Argentinië, 449 in Brazilië en 21 in Chili. De Nederlandse landbouw nederzettingen in Argentinië en Brazilië werden uitgebreid met enkele nieuwe emi granten uit het moederland. Steden als Sao Paulo en Rio de Janeiro zijn favoriet onder de niet-agrarische immigranten. Onder het „urban workers scheme" zullen zij nu meer gespecialiseerde buitenlandse arbeids krachten kunnen opnemen dan in het ver leden. Het JAARVERSLAG bevat voorts alle inlichtingen omtrent de nieuwe mogelijk heden tot hulp, financiële steun, krediet garanties, voorlichting en voorbereidings cursussen ten dienste van aspirant-emi granten, die in het afgelopen jaar gereali seerd zijn of waarover nog onderhandeld wordt. Het boekwerk zelf is weer even royaal en aantrekkelijk uitgevoerd als in vorige jaren. Het is verschenen bij de Staatsdrukkerij in Den Haag. DOVER, oktober. We staan nu boven op de witte rotsen, die Engeland door de eeuwen heen aan een toeristieke attractie hebben geholpen en die bovendien altijd als een vrij afdoend stukje defensiewerk zijn beschouwd. Een goed uur geleden hebben we deze rotsen nog dronken heen en weer zien zwaaien, maar de mogelijk heid bestaat dat dit natuurverschijnsel aan de bewegingen van ons kleine schip op het stormachtig bewogen Kanaal moet worden geweten. Het is maar drieëneenhalf uur varen van Oostende naar Dover, maar voor de zeventienhonderd mensen aan boord heeft het vakantie tochtje zeker drieëneen half jaar geduurd. Bij aankomst in Dover heeft een douaneman ons opgewekt meege deeld, dat wij geluk hadden gehad heel huids te zijn aangekomen. „Er zijn de laat ste paar uur overal schepen gestrand en een paar schijnen al te zijn gezonken", zei deze Britse overheidsdienaar, voor hij even welgemoed onze schone overhemden door één ging woelen. Niemand zal zeggen, dat dit stadje Dover een aantrekkelijke gemeente is om te zien. Maar zojuist waren we diep blij de hob belige straten onder de wielen van ons autootje te voelen. Zelf hebben we nog net de zeeziekte kunnen vermijden. Een paar honderd andere mensen hebben dat ook. Maar een ruwe schatting zegt mij, dat on geveer duizend mensen aan boord van de Belgische kanaalboot van vreselijk tot ont zettend ziek zijn geweest. Men kan het zeezieke mensen niet kwalijk nemen, dat zij hun misère niet voor zich kunnen hou den, maar aangenaam is het niet. Een anders ongetwijfeld fiere Engelsman met een snor, waaraan liefhebbers hem waar schijnlijk zouden kunnen optillen, riep bij na snikkend om een spoedig optreden van de dag des oordeels, maar gelukkig duurt de zeeziekte nooit lang na aankomst op het vasteland. Zo juist zagen we hem nog wat bleekjes, maar toch al weer geheel de oude, zelfverzekerde ex-kolonel vriendelijk neerbuigend tegen een mindere autoriteit spreken over het stevige briesje, dat wij onderweg hadden ondervonden. De mensheid laat zich overigens ook door een volwassen storm niet van financiële voordeeltjes afhouden. Aan boord werden belastingloze sigaretten verkocht en daar heeft drie uur lang een gestaag opschui vende groep mensen voor in de rij gestaan. Af en toe stormde iemand haastig de queue uit naar buiten, naar de railing, maar ver der verliep de verkoop regelmatig. En buiten op het dek liep een van de stewards als een licht immorele marktkoopman te venten met een bak belastingloze flessen. Zijn „Whiskey, gin, cognac, parfum" had temidden van het inferno van natuurkrach ten een merkwaardige klank. Hij verk echter goed. Heel kleine kinderen kunnen, voorzover wij nu gemerkt hebben, niet zeeziek wor den. Babies en iets ouderen kropen vrolijk kraaiend over het op en neer zwaaiende dek. Misschien missen zij alleen de angst gevoelens, misschien ook vinden zij het wel een mooi, mechanisch georganiseerd wiege- feest. Zij keken verbaasd naar hun wan hopige ouders, die elke inbreuk op de ge hoorzaamheid nog kregeliger bestraften dan anders. En in de eetzaal zaten de kapitein en de machinisten gebakken lever te eten, zoals dat geharde zeebonken betaamt. Maar daar hebben ook wij maar niet al te lang naar gekeken. Hier, in de huilende wind beven op de rotsen, is het leven weer rus tig en mooi. Er zijn toch weinig dingen zo aantrekkelijk als een zeer vaste verkering met de aarde. A.S.H. - A C- -:" J. >v. V dfc fN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1956 | | pagina 18