BRYLCREEM BRYLCREEM „Rookgordijn om Nederlandse ondergrondse activiteiten" IWITSfll DE MORAAL VAN HET EI „De wilde eend" van Ibsen NAAIMACHINES Djakarta over Haagse verwijten: Eert satire van J. J. Klant Litteraire Kanttekeningen Gezonde Bab/es 5 VOORTREFFELIJK AANDEEL VAN TON LUTZ EN BOB DE LANGE Dirigent Giulini niet op tournee door Europa De grootste Sinterklaasverrassing 0 komt niet uit Spanje, maar uit Engeland! Geef hem dit TELEVISIEGESCHENK ...geef uzelf én hem de kans* op echte TELEVISIETOESTELLEN •j-y^perfert bdirdr^ DOE DIT: the perfect hairdressing Twee Amerikaanse acteurs delen 64000 dollar Kerkelijk Nieuws Kassier geeft zich aan bij politie wegens verduistering ENGEL, Gr. Houtstr. 181, Tel. 14444 DINSDAG 30 OKTOBER 1956 Vrijdag heeft het Rotterdams Toneel de eerste voorstelling gegeven van de tragi komedie „De wilde eend" in de Neder landse bewerking (naar de geautoriseerde Duitse vertaling) van Bob de Lange, die tevens de van bijzondere toewijding en verhelderend inzicht getuigende regie voer de. Zaterdagavond heb ik de eerste her haling hiervan gezien in de Rotterdamse Schouwburg, die zo goed als uitverkocht was. Niet alleen uit deze grote belangstel ling, maar ook uit de reacties van het publiek kon worden afgeleid, dat deze over het algemeen voortreffelijke bijdrage tot de herdenking van de vijftig jaar ge leden gestorven kampioen van het natura lisme Henrik Ibsen eindelijk, na de halfslachtigheden met de gemoderniseerde stukken „Spoken" en „Bouwmeester Sol ness" een opmerkelijke weerklank heeft gevonden. De werkelijk uitmuntende de cors van Nicolaas Wijnberg suggereerden geheel naar wens de tijdelijk en plaatse lijk bepaalde entourage, waartegen vele ook nu nog herkenbare waarheden om trent de mensen en hun gedragingen zich moeten aftekenen. „De wilde eend" is naar mijn overtuiging een van de allerbest geslaagde toneel spelen van de in het historisch perspectief reusachtige Noorse schrijver en zoals ieder waarachtig kunstwerk voor meer dan één interpretatie vatbaar. Dat wil zeggen en het is na de bovengenoemde voorgaande gevallen blijkbaar nodig dit te zeggen: hoe nauwgezetter de acteurs zich houden aan de letter van de tekst, des te meer worden de toeschouwers van de geestelijke in houden gewaar. Tot op zekere hoogten werden in dit prijzenswaardige geval de virtuoos met de dramatische handeling verweven „bedoelingen" treffend geopen baard. Daar het hier een minder bekend stuk van Ibsen geldt, zal het wel nood zakelijk zijn het een en ander van de feite lijke inhoud te vertellen. Het is de ge schiedenis van de schijnkunstenaar Hj al- mar Ekdal, een fotograaf, getrouwd zon der haar verleden te kennen met een vroegere minnares van de groothandelaar Werle, die met duistere machinaties zijn vader te gronde heeft gericht. Zijn op kunstmatig in stand gehouden illusies ge bouwde huiselijk geluk wordt ondermijnd door de zuiveringsdrang van Gregers Werle, een zoon van genoemde groothande laar, die hem openbaart dat „zijn" met blindheid bedreigde dochter Hedwig ver wekt is in die clandestiene verhouding. In haar poging om de vrede te herstellen door het liefste te offeren dat zij bezit, een aangeschoten wilde eend, die tussen de konijnen van haar bijna seniele grootvader in een zolderhok wordt verpleegd, doodt het kind zichzelf. leiding in grootspraak uitbarstende kin derziel. Komediant en acteur, wie zal hen scheiden in een levensgrote toneelpres tatie? Volkomen gelijkwaardig waren zijn oprecht gemeende emotionele antwoorden op wisselingen van hem betreffende situa ties en de onmiddellijk daarop volgende zelfdramatiseringen, nieuwe rollen waarin Ekdal zichzelf verliest. Dankbaar ondanks alle bezwaren, die men tegen hem kan en moet inbrengen, beseft men dan toch de geniale scheppingskracht van Ibsen, die zulke figuren in het leven wist te roepen. Ik zou wel graag vele details van deze psychologisch fijnzinnig verantwoorde en fysiek van kritische observatie de aan doenlijke bewijzen leverende uitbeelding door Ton Lutz willen opsommen, maar beter kan ik u aanraden zelf te gaan kijken. Eén aspect mag ik echter niet ver zwijgen: zijn voortdurende suggestie van de noodzaak om zijn waan van belang rijkheid te beschermen. Vooral in zoverre als zij hieraan voldeed gaf Lia Dorana hem uitmuntend tegenspel. Minder voldaan ben ik over het aandeel van Eric van Ingen in de het zij toe gegeven moeilijk aanvaardbaar te ma ken rol van de door haat tegen zijn vader bezielde Gregers Werle, die „de vloek van het verleden" wil uitwissen. Hoewel ik niet zou weten hoe hieraan te ontkomen is, moet ik toch vaststellen dat men te vroeg besefte hoe hachelijk en irriterend zijn zuiveringsactie is. Men kreeg als toe schouwer geen kans geloof te hechten aan zijn „idealisme" en daardoor werd zijn vat op Hjalmar en Hedwig niet aannemelijk. Er zit een heel interessant dubbel-autobio- grafisch element in deze figuur. Ibsen pro jecteerde in hem de afkeer van zijn eigen vader, welk verschijnsel men in vele an dere stukken van hem kan opmerken. Maar hier komt er iets bij. Hij wilde tevens door Gregers Werle het gevaar laten illu streren, dat eenzijdig fanatisme met zich meebrengt. Of zoals Eric Bentley het eens heeft gezegd hoe men zijn integri teit kan verspelen door er een obsessie van te maken. De sympathie van Ibsen was kennelijk aan de kant van Hjalmar Ekdal, wiens leven merkwaardig genoeg geheel berust op de schone schijn, die hij in zijn voorgaande radicale werken juist probeerde te ontmaskeren. Mén bewondert „De wilde eend" dan ook mede als een magistraal bewijs van artistieke eerlijk heid, als een persoonlijk document. Men voelt zich tot allerlei speculaties geneigd bij de kennismaking met deze fotograaf in zijn ivoren toren. Aanvaardbaar is het woord, dat zich op dringt als men het spel van Thera Ver heugen als Hedwig moet beoordelen. Zij vertolkte de rol zonder een spoor van kin derachtige aanstellerij, ongekunsteld en onstuimig. Maar men zag niet meer dan men zag, waardoor men een door omkering van emoties veroorzaakte dimensie miste. Wim van den Brink was wat effen als de oude Werle en Coba Keiling te goedmoedig om de schalkse huishoudster met haar re putatie te doen overeenstemmen. Jan Teu- ling typeerde de oude jager evenals Leo de Hartogh de begrijpende dokter met de voor de hand liggende middelen en de vele anderen vormden een goede figuratie. Hoe dan ook, het is de verheugende verdienste van regisseur Bob de Lange dit meester werk als boeiend te hebben doorgegeven. David Koning Ton Lutz en Eric van Ingen in „De wilde eend" van Ibsen. Evenals de in de titel genoemde vogel uit „De Meeuw" van Tsjechov is deze wilde eend een symbool. Dank zij een herhaalde lijk en sterker dan elders bij Ibsen naar buiten tredende ontledingsdrang bemerkt men hoezeer de symbolische betekenis is opgenomen in het bewustzijn van alle hoofdpersonen. In algemene zin belichaamt deze vogel de gefrustreerdheid van mensen, die niet aan de eisen van het „natuurlijke" leven voldoen. De wilde eend is neerge haald door de oude Werle, die haar slechts heeft kunnen verwonden, omdat hij een klassiek motief door zijn schuld slecht ziende werd. De Ekdals vereenzelvigen zich met het vleugellamme dier, Hedwig het meest, die als enige erfenis van haar echte vader'een paar slechte ogen heeft. Het is echter de verblinding der liefde, die haar de ontluistering van haar vreemde vader niet doet zien en haar tot het zinloze offer brengt. Er verandert niets. De overleven den spelen verder met de illusies, waarin zij heeft geloofd. 'Deze wisselwerking van realisme en symboliek werd in de Rotterdamse voor stelling voorbeeldig aangetoond. Om te be ginnen was er de grandioze vertolking van Hjalmar Ekdal door Ton Lutz, die met prachtig gedoseerde charlatannerie in woord °en gebaar van deze machteloze geestverwant van Peer Gynt het evenwicht tussen komedie en tragedie wist te be waren Hoeveel liever echter dan een nog zo volmaakt gespeelde Peer Gynt maakte hij ons deze geraffineerd naïeve egoïst met zijn naar alle kanten bij de geringste aan- De Italiaanse dirigent Carlo Maria Giu lini die in de periode van 31 oktober tot en met 11 november het Concertgebouw orkest zou leiden, heeft op medisch voor schrift zijn tournee naar Nederdand, Zwit serland en Noord-Amerika moeten afzeg gen De eerstvolgende concerten worden nu gedirigeerd door Henri Arends. E Asser blijft werken voor de Vara Gedurende besprekingen, welke in de feelopen week tussen de heer Eli Asser en het bestuur van de Vara zijn gevoerd. een voor beide partijen bevredigende oplossing gevonden voor de moeilijkheden, "ie waren gerezen bij de produktie van de televisieprogramma's op zaterdagavond, waarvoor de teksten worden geschreven H nr de heer Asser. De heer Asser zal aan de Vara zijn medewerking blijven ver lenen ADVERTENTIE *9 Philips 17 TX140 A - waarde f 995-) De Sint komt dit jaar met een allemachtig leuk cadeau-idee: 1. TWEE potten BRYLCREEM, samen in één bijzonder aardige televisie surprise verpakking. 2. GRATIS meedoen aan de Brylcreem Televisie Prijsvraag met kans op schitterende Philips Televisietoestellen: een voor uzelf en een voor degene, aan wie u de BRYLCREEM-set cadeau gaf! Koop een BRYLCREEM televisie geschenk. Haast u, want de voorraad is helaas beperkt I Vul de daarbij behorende prijsvraagkaart in en doe die zonder postzegel op de bus. Meedoen kost u dus niets extra 1 Wint u de hoofdprijs dan gaat er een prachtig Philips televisietoestel naar u en naar degene, aan wie u de Brylcreem- set cadeau hebt gegeven. Om iedereen evenveel kans te geven mogen maximaal TWEE oplossingen per persoon worden ingezonden. De TWEE potten BRYLCREEM, zo aantrekkelijk verpakt, kosten samen 3.90. De prachtige kansen op extra cadeaux voor uzelf en uw „ontvanger" krijgt u GRATIS op de koop toe. Dit „cadeau-met-kans-op-meer" wordt het grootste succes van de Sinterklaasavond 1 Biecham (Mederland) N.V. - Ehgros: Jacq. Mot N. V. - Amsterdam Geslaagd. Voor het examen E.H.B.O. bij dieren slaagden de dames E. L. Heesbeen, J. G. Jeltes, H. Staartjes, v. Schoon en de heren M. Kloos, O. Imke en J. P. Staartjes, allen te Haarlem. DJAKARTA (ANP) Van officiële zij de te Djakarta is maandag de beschuldi ging uitgesproken, dat Nederlanders heb ben getracht Indonesië door ondergrondse activiteiten naar de ondergang te voeren. De woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken, Suwito Kusumawidag- do, verklaarde, dat „de Nederlanders thans proberen de internationale wereld zand in de ogen te strooien door de indruk te vesti gen, dat zij niet schuldig zijn geweest aan ondergrondse activiteiten tegen de wetti ge Indonesische regering". Hij zei dit in een commentaar op de jongste verklaring van Nederlandse rege ringsleiders, dat er in Indonesië rechteloos heid heerst. Hij verklaarde, dat door de kracht van de onafhankelijkheidsstrijd van het Indonesische volk en de morele steun van de wereld, Nederland werd gedwon gen Indonesië onafhankelijkheid te verle nen. „De Nederlanders waren in het ge heel niet gelukkig met het verloop der ge beurtenissen en zij hebben langs verschei dene omwegen getracht hun gezag te hand haven Hij uitte de beschuldiging, dat de Ne derlanders twee wegen hadden bewandeld cm dit te bereiken.: 1) langs diplomatieke kanalen en 2) door ondergrondse activi teiten. Na vele activiteiten te hebben opgesomd, waarin volgens hem Nederlanders de hand hebben gehad, verklaarde de woordvoerder dat- de Nederlanders thans zelfs beweren, dat er Indonesische autoriteiten zijn, die niet overtuigd zijn van de authenticiteit van de rechtsgang en dat er andere auto riteiten bereid zijn zaken „in de doofpot te doen" bij betaling van een omkoopsom. „Door hun leugens vormen de Neder landers een rookgordijn om hun onder grondse activiteiten, die zij in Indonesië na de overdracht van de soevereiniteit ach terlieten, te verbergen", zo zei hij. „Leugens" Intussen heeft de Indonesische pers veel ruimte gewijd aan de beschuldigingen van mevrouw Bouman, dat vooraanstaande In donesiërs zelf overtuigd zijn van de on schuld van beklaagden en dat de officier van Justitie, Sunarjo, haar man had aan geboden de zaken te laten vallen voor de prijs van 300.000 rupiahs aan steekpen ningen. Sunarjo verklaarde vandaag, dat de be schuldiging van mevrouw Bouman „een volledige verdraaiing van. de feiten" is. Hij zeide de doodstraf voor Jungschlager te hebben geëist, omdat hij van diens schuld overtuigd was. De procureur-generaal, Suprapto, die ook genoemd is in de verklaring van me vrouw Bouman, zeide: „Waarom zou ik op zulke leugens ingaan?" Meangkom, die als rechter optrad in het proces-Jungschlager, sprak met nadruk de Nederlandse beschul digingen tegen, dat de processen tegen Nederlandse onderdanen „schijnprocessen" zijn geweest. Rechter Maengkom deelde mede, dat op 10 januari 1955 de toenmalige verdediger van Jungschlager, mr. H. Bouman, een ge sprek met hem, Maengkom, heeft gehad. Mr. Bouman heeft hem bij die gelegenheid onbewimpeld gewaarschuwd, dat hij de zaak onder de aandacht zou brengen van de gehele wereld. Hij uitte de beschuldi ging, dat Jungschlager wend berecht „op gefingeerde beschuldigingen door de com munistische partij". De heer Boumqn deel de Maengkom voorts mede dat hij, indien nodig, steun zou zoeken bij het internatio nale gerechtehof in Den Haag. „Deze woorden van Bouman", aldus Maengkom, „maakten het duidelijk, dat de Nederlanders doende waren te pogen, van het geding tegen Jungschlager een poli tieke zaak te maken. Hij had tegen mr. Bouman gezegd dat, indien de heer Bou man stappen in die richting zou onderne men, hij slechts zou bereiken, dat enige honderden Engelse en Amerikaanse advo caten en tien miljoen Nederlanders hem daarbij zouden steunen, doch dat een der gelijke actie schadelijk zou zijn voor be klaagde, aangezien tachtig miljoen Indo nesiërs zich zouden verenigen in een ge zamenlijke poging om het resultaat ervan te niet te doen". Vroegere processen Maengkom stelde voorts, dat de Neder landse beschuldiging, dat het proces slechts een schijnproces is geweest, op niets steunt. Volgens hem is gedurende de behandeling duidelijk geworden, dat er ondergrondse activiteiten zijn geweest. „Ondergrondse activiteiten van de Nederlands-Indische Guerilla Organisatie" zijn in West-Java ter kennis van de autoriteiten gebracht se dert 1950. „In 1952 heeft de Nederlander Baden aan de politie melding gemaakt van het bestaan van een ondergrondse beweging", aldus rechter Maengkom. De getuigen in de zaken, waarin deze ondergrondse acti viteiten werden behandeld, waren leden van die organisatie zelf, en niet Indone siërs, behorend tot de legerpolitie en tot de militaire politie. Maenigkom bracht in herinnering dat in zaken., waarin hij te Sukabumi en Tjian- djur als president van, de rechtbank was opgetreden,, bekentenissen zijn afgelegd door de opstandelingen,, volgens welke sommige overvallen op gouvernements ondernemingen door Nederlanders waren geleid. Maengkom zei verder, dat onderzoekin gen ter plaatse in de zaak-Jungschlager op de ondernemingen Dramaga en Serpong hebben aangetoond, dat de getuigen die in deze zaken waren gehoord, niet hebben ge logen. DE DAG WAAROP IK dit schrijf de éénentwintigste oktober anno 1956 is een gedenkwaardige datum. Honderd jaar geleden vergiste de Muze zich door een geboren satiricus in een wieg van Mercurius te leggen. En bijna te zelfder tijd ver keerde Mercurius jn de waan „de opperpriester van de Nederlandse zangburg" of „de Napoleon in de velden der dichtkunst" naar de onderwereld te begeleiden! Ja, de grote Henricus Franciscus Tollens ontsliep (want hij stierf niet) op die éénentwin tigste oktober 1856 te Rotterdam om er in en als een standbeeld te herrijzen. En in Winschoten werd een zekere Willem Paap geboren, na zijn dood zo schielijk mogelijk vergeten. Wat wil men! Tollens was een eerzaam handelaar in dicht- en verfwaren, een braaf burger, die „Nova Zembla" en ander mengelwerk aan, Hollands glorie toe voegde. Een Paap, een „dichterlijke" beursman,, vergreep zich aan „Vincent Haman" en verspeelde daarmee de kans om ooit „onze" Paap te worden. Zelfs de eer de eigenlijke promotor van „De Nieuwe Gids" te zijn geweest, viel hem pas betrekkelijk kort geleden, ruim dertig jaar n,a zijn dood, te beurt. Laat genoeg tenminste om hem één ergernis te besparen. Menno ter Braak herontdekte hem als Multatuliaans Tachtiger, als aarts-sa tiricus, als medestander van Du Perron en hemzelf, als erfvijand van Jan Lubbes, van deze kruising van lummel en lobbes, die Du Perron met de degenstoten van zijn spits intellect en zijn vervaarlijke integri teit in, de hoek manoeuvreerde. Wie was, wie is Jan, Lubbes? Ik citeer met hart grondig genoegen Ter Braak: „Jan Lubbes is Nederland, dat zich groter, gewichtiger, dramatischer voordoet dan het is. Jan Lub bes is Nederland als acteur van geestelijke waarden, die het niet bezit en waarvoor het" let wel: wie men liefheeft, kastijdt men „zijn, werkelijke waarden smadelijk verloochent". Jan Lubbes is niet van gister. Willem Godschalk van Focquenbrock (die óók her ontdekt moest worden door W. F. Her mans nog wel) zat hem al op de hielen, toen hij zijn contemporaine gouden- eeuwers (,,'t geltzuchtig Amsteldam, met al haar soete keyers") naar hun smaak te veel zout der aarde in de vaderlandse pap gooide. En Multatuli, gaf hij er wat men graag vergeet niet een residentswoning voor cadeau om op een zolderkamertje onze Lubbes te lijf te gaan? Al hebben we geen Rabelais en geen Voltaire, geen Swift en geen Heine meer, ook nu zijn ze er wel de satirische jachthonden, de rasrakkers, doe al wat maar lubbesachtig ruikt op het spoor zitten. Hier is Greshoff: „ik houd zo van die donkre burgerheren, die lang zaam wandlen over 't Velperplein. En daar zijn Nescio in zijn „Titaantjes" en Henrdëtte van Eyk (soms, maar dan op haar best, zoals in „De kleine Parade") en Annie Schmidt (al,s ze schrijft zonder te moeten) en Carmiggelt (waar hij door zijn humor heen de tanden van zijn sarcasme laat zien) en Oubol (als hij zich onschul diger voordoet dan hij is.) Vergat ik Con stant van Wessem en Cees Kelk niet? Had ik Van Looy zo maar mogen voorbijgaan, die in zijn, „Feesten" Jan Lubbes-op-z'n- lolligst vereeuwigde in Baas Broens? Maar genoeg. Het is me eigenlijk om Klant te d,oen, om J. J. Klant, wiens „Jan Klaassen" ik bewonder en wiens minder bekende „De Fiets" me bijna zoveel waard is als een Nescio in de gedaante van Leo Vroman. Hij heeft onlangs een satire ge schreven: „Hollands Diep" (uitgeverij De Bezige Bij) getiteld, waarin hij onze Jan Lubbes bij de wekelijkse reinigingscultus in zijn chemise betrapt. Maar ook zonder deze had Jan in zijn hemd gestaan: als „renoster" namelijk, een diersoort, dat het Afrikaanse woordenboek omschrijft als „een woeste viervoetige dier met een lan- gerig-e en een kort horing op die neus" en het,, situeert „in Afrika en Asie". Klant, ónze Klant, heeft zich gehaast deze mis vatting met alle klem van redenen te weer leggen: niet alleen dat de renoster zich al ten tijde van de zeventiende eeuw in onze lage landen voortplantte, hij is hier zelfs inheems. Meer nog, de ras-zuivere renoster komt alleen nog in Nederland voor, kudde- gewijs en gemakkelijk herkenbaar aan zijn curieuze gewoonte, des zondagsmorgens aan het ontbijt, verschoond en wel, zijn eitje te eten: „het" zondagse eitje hard, zacht, dan wel halfzacht. Ik drukte me rranauwkeurig uit: hij éét het niet, hij celebreert het. Het zondagse eitje is zijn zekerheid. Hij heeft het nuchter gekozen en hij staat er voor, met zijn beide benen op de grond. Het is zijn standpunt, het eitje. Wie een renoster op zon,- en feest dagen eenmaal aan het eitje heeft gezien, weet voor goed wie hij voor zich heeft: één die er zijn mag. Daar is ook alle reden toe: het renosterei, hoe vol, is méér dan ei. Het is ei-ei: het compendium van va- derlands fatsoen, van aloude traditie, van het Knusse, Ingetogene, Deftige, Goede en Hogere kortom, van beschaafde ge moedsgesteldheid, zoals men deze beluis teren kan als de renoster het zondagse „eilieve" tot zijn wederhelft spreekt. En ook daarmee is nog het laatste woord niet gezegd. Het eieren-eten is ritus, ziedaar. Met de onthoofding van het ovale kippen- werpsel verricht de renoster een sacrale handeling. Hij dringt door tot de kern, tot de zin des levens en des zondags. Van het wit tot het dooier dat is voor de rechtgeaarde renoster zoveel als van de schijn tot het wezen, met welk laatste hij de voedingsbodem legt voor een diepgaan de bezinning op de serene teksten en ad vertenties van de damesblaadjes en de immer montere praat van de immer te genwoordige radioman, wiens onverwoest- In het vermaarde televisie- vragenspel NEW YORK (U.P.) De bekende Ame rikaanse acteurs Vincent Price en Edward G. Robinson moesten gisteren de vieren zestigduizend dollar van het beroemde televisie-vragenspel delen doordat zij bei den geen volledig antwoord konden geven op de vraag naar de titels van vier schil derijen en de namen van de schilders. Robinson wist één vraag te beantwoor den, hoewel hij evenals Price als een kunstkenner wordt beschouwd. Price kon niet vertellen wie er behalve Michael An- gelo aan het laatste oordeel heeft gewerkt. Volterra tekende namelijk in opdracht van de Paus vijgeblaadjes op de naakte figu ren van dit schilderij. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Zegveld Iz. Kok, kand. te Veenendaal. Beroepen door de generale synode tot predikanten voor buitengewone werkzaamheden J. Batelaan, voorheen Zen- dingsdirector van de Geref. Zenddngsbond te Utrecht (als geest, verzorger gedetineer den Strafgestichten Den Haag) en A. Pijn- a-cker Hordijk te Buurse (Gld.) (lucht- machtpredikant) Aangenomen naar Nijkerkerveen C. C. T. Postma te Den Bommel. Bedankt voor Koudekerk a. d. Rijn A. Oliemans te Noordlaren-Glirnmen voor St. Maartensdijk J. C. Stelwagen te Hille- gersberg Bedankt voor Sneek (toez.) H. A. J. Smits te Akkerwoude. Chr. Geref. Kerken Beroepen te Amsterdam-West (als pred. onder de schippers) L. Kleisen te Utrecht laatstelijk legerpredikant te Bussuim N. de Jong te Katwijk aan Zee. Bedankt voor Tholen H. C. v. d. Ent te Werkendam. Geref. Kerken onderh. art. 31 K.O. Bedankt voor Oegstgeest-Valkenburg D. Deddens te Wetsinge-Sauwerd. Baptisten Gemeenten Beroepen te Winschoten W. Veenstra te Treebeek. ADVERTENTIE Uitsluitend bij Apothekers en Drogisten De gewezen kassier van de Boerenleen bank te Driebergen, A. K. uit Zeist, heeft bij de politie te Utrecht aangifte gedaan van verduistering door hemzelf van een bedrag van circa 25.000 ten nadele van een aantal slagerspatroons, die een ge zamenlijke rekening bij de Boerenleenbank hadden. De verduistering was reeds begin augustus ontdekt door een controle op de Raiffeisenbank te Utrecht, nadat bleek, dat de slagerspatroons geen geld meer aan de bank te Driebergen konden opnemen. Er werd toen een akkoord getroffen tussen de bank en K., "die gelegenheid kreeg ontslag te nemen en het tekort aan te zuiveren. De slagerspatroons hadden met deze regeling ingestemd en K. was inmiddels begonnen met terugbetalen. Blijkbaar heeft hij geen kans gezien deze terugbetalingen vol te houden, en heeft zich nu bij de politie aangegeven. Door de verduistering zijn overigens alleen de sla gers en niet de andere rekeninghouders bij de bank gedupeerd. De rijkspolitie te Drie bergen Rijssenburg onderzoekt de zaak verder. ECHTGENOTE VAN JUAN RAMON JIMENEZ OVERLEDEN SAN JUAN/PUERTO RICO (U.P.) Zon dag is mevrouw Zenobia Champrubi de Jimenez, de echtgenote van de met de No belprijs voor litteratuur 1956 onderscheiden Spaanse dichter Juan Ramon Jimenez, over leden. DS. H. A. ENKLAAR OVERLEDEN In de ouderdom van 72 jaar is te Nun- speet overleden ds. H. A. Enklaar, emeri tus predikant der Nederlands Hervormde Kerk. Hij is predikant geweest te Berk hout, Almelo, Oudkerk, Roodkerk en Den Helder. Daarna was hij voorganger van de Nederlandse Protestantenbond in Laren en Nunspeet. Van zijn hand verschenen onder meer „De zesde burger van Calais". Ds. Enklaar heeft ook bekendheid verkregen door de morgenwijdingen, die hij voor de AVRO verzorgde. ADVERTENTIE Alle merken, dus ruime keuze baar renosteriaans optimisme alle kool soepen van alle binnenkamers kruidt tot de nectar der respectabele levens. Resumerend: Klant, wiens eierthema ik tot deze hors-d'oenvre versierde, heeft zich koen opgeworpen, om eens en voor a-1 de metafysica te schrijven van „het" zondag se eitje, waaruit dan vérstrekkende en ver rassende gevolgtrekkingen (met een kor reltje zout) worden gepuurd conclusies omtrent ovale zeden, politiek, maatschap pelijke instellingen, huiselijke gebruiken en verdere ethische eierdansen. Er zijn er, die op geringere gronden dan het eitje een zetel in de Maatschappij voor Letterkunde verwierven. Of een leerstoel. De renoster is, dunkt me, door dit schriftuur van brede allure en grondige kennis voldoende inge lijfd bij onze biologische, sociologische en volkenkundige kennis, om het ovalisme als zelfstandige tak van wetenschap van over heidswege te doen doceren. Klanits nomen clatuur is, wil het mij voorkomen, dus danig perfect, dat een vergissing in de onderkenning van het renostertype in zijn verschillende varianten in de toekomst is uitgesloten, te meer waar renosters op el kander gelijken als het éne ei op het an dere. Men lette evenwel op de zondagse signa-tuur van het hennengewrocht. Maar ik ben op een verdachte manier afge dwaald: hoe kan ik, vraag ik me af, van Jan Lubbes op het eitje zijn gekomen? Het zal 'em wel in het Hogere zitten. C. E. Dinaux

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1956 | | pagina 9