■AFSCHEID VAN PORTUGAL
Het gelukkige resultaat:
de nieuwe MILLER
^Hoe is het ontstaan?"^
Van dag totdagl
Verderfelijk
Geen driehoeksrail
3
r
Fel antwoord van
L. Smit en Co.
„Wijsmuller stelt geen prijs
op sportieve strijd"
Prins Bernhardfonds
bestaat tien iaar
Koninklijk bezwaar tegen
aanleg van een weg
VenkcJk
Weer politie-overval op
speelclub te Baarle-Nassau
Heringa Wathrich
BLIKSEMAFLEIDERS
Drie en 'n half duizend „proefrokers'
wetenschappelijk geselecteerd
tienduizenden aanmeldingen, hebben de mélange
gekozen voor MILLER BROS: de King Size Virginia.
ymmm,
^Praatótoel
Ringdijk in Haringvliet
aanbesteed
Eerste object van Deltaplan
vergt ruim 17 miljoen
Dit woord:
MET LEDE OGEN
WOENSDAG 19 DECEMBER 1956
Het bericht in ons blad van gisteren
over die plannen van oud-verzetsorganisa
ties om te werken in de richting van
„volksweerbaarheid" kan slechts met gro
te ongerustheid worden vernomen. Een
„volksweerbaarheid", waarin „de jeugd
met de wapenhandel moet worden ver
trouwd gemaakt", ligt volgens mededelin
gen van de voorzitter van het Voormalig
Verzet Zuidholland, de heer A. van der
Hoeven, de oud-verzetsorganisaties in ge
dachten. Welnu, men kan slechts hopen,
dat in tegenstelling met wat de heer
Van der Hoeven hoopt de regering deze
verwerpelijke en onrustbarende fantasie de
kop zal indrukken en zeer duidelijk zal
maken, dat de taak van weerbaarheid en
kel en uitsluitend aan leger en politie
dient te worden opgedragen, welke om
standigheden zich ook tengevolge van de
internationale gebeurtenissen zouden voor
doen.
Welke overspannen verbeelding heeft
sommigen der oud-verzetslieden plotseling
bevangen? Is het wellicht de in
vloed van de gebeurtenissen in Hongarije,
die hier te lande voedsel heeft gegeven aan
een romantische dromerij in Wild West
mentaliteit? Men kan nauwelijks overzien
welke enonme gevaren verbonden zouden
zijn aan de verwezenlijking van zulk een
heroieke dromerij, die niets minder dan
een soldateske jeugd van sluipschutters-in
de-dop wil kweken en zich verbeeldt, dat
het behoud van het vaderland louter af
hankelijk zou zijn van de wijze, waarop
onze jeugd de karabijn en de stengun. weet
te hanteren. Gezond verstand en nuchter
heid mogen ons land behoeden, voor de
overspanning, die zich blijkbaar van een
klein deel onzer landgenoten heeft meester
gemaakt. Zoals beeldverhalen en schiet-
films sommige onzer jongeren vergiftigen,
zo hebben verslagen en beelden van de
Hongaarse vrijheidsstrijd blijkbaar enkele
ouderen tot een, geestelijke kortsluiting ge
bracht. Zij hebben niet begrepen, dat dit
Hongaarse epos de vrucht van een vijf
tienjarige onderdrukking is geweest, waar
in een glimp van vrijheid de gemoederen
heeft verhit en doen ontploffen.. Het was
de ontploffing van een temperamentvol
volk, dat niet geschoold was in de wapen
handel, doch dat spontaan naar de keel van
de onderdrukker greep toen het daartoe
de gelegenheid kreeg.
Wie niet in de eerste plaats begrijpt, dat
het gevecht tegen, de dreiging van vandaag
een geestelijk gevecht is, dat slechts met
enige kans op succes gevochten kan wor
den door degenen die geestelijk weerbaar
zijn en die het geloof in hun eigen geeste
lijke waarden hebben behouden, leeft in
een gevaarlijk misverstand. Wie de jeugd
tot sluipschutters zou willen maken „voor
een eventueel geval", bederft de jeugd
juist in dat onderdeel van, haar mentaliteit,
dat voor een overwinning van het grote
gevecht zo noodzakelijk, zo onmisbaar is.
Het gaat er niet om of wij in tijden, van
onderdrukking weten, hoe een stengun
werkt. Het gaat er dan enkel om of wij
overtuigd zijn van onze hoogstaande prin
cipes, die onze opvattingen doen verschil
len van die, welke ons zouden worden op
gedrongen,.
Wie onze jeugd tot een dergelijke men
taliteit zou willen opvoeden, vermeerdert
en versterkt de gevaren die de wereld be
dreigen, en leeft in een verderfelijke illu
sie, waartegen slechts met de grootste na
druk kan worden gewaarschuwd.
Nog steeds heeft de regering geen beslis
sing genomen omtrent de bezetting van
het burgemeesterschap van Amsterdam,
dat van Den Haag en aangaande de benoe
ming van een Commissaris der Koningin
in Gelderland. Op het eerste gezicht doet
het misschien vreemd aan, die drie vaca
tures hier in één pennestreek neergeschre
ven te zien. Allicht toch kan de vraag rij
zen, in hoeverre daar van enige onderlinge
samenhang sprake kan zijn. De hoofdstad
moet een goede, daar op zijn plaats zijnde
burgervader krijgen, hetzelfde geldt voor
Den Haag en dan valt er ook te voorzien
in weer een geheel andere functie, die van
Commissaris in het Gelderse.
Er bestaat echter helaas zo iets als een
toenemende neiging om in dergelijke ge
vallen tot een soort politieke koehandel
over te gaan. „Indien op geen van beide
burgemeestersposten iemand van onze po
litieke richting benoemd wordt, dan heb
ben wij alle aanspraak op de bezetting van
het hoge ambt te Arnhem", aldus een rede
nering, die men in bepaalde politieke kring
wel kan beluisteren. Ja, het komt zelfs
voor, dat men nog wat verder gaat en
meent zich bezig te moeten houden met de
vraag, welke andere posten er misschien
door een of meer van de thans te verrich
ten benoemingen zullen openkomen, om
dan te dien opzichte aanspraken te wil
len doen gelden. Een dergelijk stelsel is
echter uit den boze. Zeker, tot op zekere
hoogte kan menigmaal bij de aanstelling
van burgemeesters en ook van Commissa
rissen der Koningin de politieke richting
van de kandidaten mede een niet te ver
onachtzamen factor uitmaken. De functio
narissen moeten immers ook in dat opzicht
zoveel mogelijk de juiste mannen op de
juiste plaatsen zijn. Principieel is het ech
ter volstrekt afkeurenswaardig, wanneer
men niet elk van die plaatsen op zichzelf
bekijkt en in het euvel van bovenbedoelde
koehandel vervalt. Of dit thans zal gebeu
ren, is nog niet met zekerheid te voorspel
len, maar een waarschuwing daartegen
achten wij toch wel op haar plaats.
(Speciale berichtgeving)
Op de verklaringen van het bureau Wijs
muller, dat L. Smit en Co. in het naaste
verleden zich ook heeft schuldig gemaakt
aan schendingen van de afspraken binnen
het raam van de International Savage
Union, deelde de directie ons mede, dat dit
te enen male onjuist is. „Wp hebben sinds
enkele tientallen jaren op de Noordzee een
open en faire strijd met bureau Wijsmul
ler gevoerd als het aankwam op het ver
werven van bergingswerk. Die strijd ging
van beide zijden op basis van Lloyds open
form, no cure, no pay, en het kwam dus
alleen aan op de sterkte en snelheid van
de sleepboten en de kundigheid van de
bemanningen, die in een sportieve strijd
elkaar een sleepkarwei betwistten. Het
bureau Wijsmuller heeft zich in geen
enkel opzicht te beklagen over de wijze,
waarop L. Smit en Co's internationale
sleepdienst deze strijd heeft gevoerd."
De directie bevestigde verder, dat Wijs
muller heeft aangeboden het slepen van
de „Statendam" gezamenlijk uit te voeren
en dat zij dit aanbod van de hand heeft
gewezen. Hieraan dient echter nog te wor
den toegevoegd, dat Wijsmuller toen rea
geerde met de dreiging: „Dan gaan wij
onder de markt werken". Bij die dreiging
heeft de IJmuidense sleepdienst het niet
gelaten, zoals bekend.
De directie van L. Smit en Co. betreurde
dat Wijsmuller door het aannemen van
deze houding blijkbaar geen prijs meer
stelt op een open en sportieve strijd op de
Noordzee. Maar zij zal zich niet laten ver
leiden tot een voortgezette woordenstrijd
over de haars inziens volkomen onware
aantijgingen van het bureau Wijsmuller.
L. Smit en Co acht de discussie van haar
kant thans gesloten. Van bureau Wijsmul
ler zal nog een verklaring te wachten zijn
bij de terugkeer van de directeur de heer
J. Wijsmuller uit Amerika.
Het ligt in de bedoeling van Smit om
geen klacht in te dienen maar de Inter
national Salvage Union van haar ziens
wijze in kennis te stellen.
Viering met expositie in het
Stedelijk Museum
Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan
van het Prins Bernhardfonds wordt in het
Stedelijk Museum in Amsterdam een ten
toonstelling gehouden getiteld: „Beginplei-
dooi voor kunstzinnige vorming", georgani
seerd door de Stichting Overleg Musische
Vorming. De expositie wordt zaterdagmid
dag 22 december geopend door de voorzit
ter van het Prins Bernhardfonds, prof. mr.
Wiarda en duurt tot 10 februari.
Ter viering van het tienjarig bestaan, dat
in verband met de tijdsomstandigheden een
sober karakter zal dragen, wordt op dins
dagmiddag 8 januari in het gebouw van de
N ener'.a n si.se .Har, de: Mij. in Amsterdam een
bijzondere vergadering gehouden van
regent en bestuur met genodigden en
vrienden van het fonds en de regionale af
delingen, de anjerfondsen.
Tegen het voornemen van de provincie
Zuid-Holland tot aanleg van een provin
ciale weg 's-GravenhageLeiden ten wes
ten van de spoorbaan is namens Prinses
Wilhelmina een bezwaarschrift ingediend.
De ingebrachte bezwaren houden verband
met het feit, dat door de geprojecteerde
weg een strook van de bezittingen van
Prinses Wilhelmina bij het jachthuis „Ter
Horst" in beslag zou worden genomen.
Gedeputeerde Staten zullen deze bezwa
ren onderzoeken. Intussen is het plan voor
de aanleg van de weg van het provinciaal
wegenplan afgevoerd.
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
De rijkspolitie uit Tilburg heeft van
nacht om 12 uur, in samenwerking met de
Belgische recherche, weer een overval ge'
daan in een speelclub in Baarle Nassau.
Het optreden van de politie gold ditmaal
de „Woodside Club" waar een aantal mei>
sen om de speeltafel werd aangetroffen.
Dertig mensen, onder wie de croupiers en
de eigenaar van de club, zijn aangehouden
en naar Tilburg overgebracht. De speelta
fels zijn in beslag genomen.
ADVERTENTIE
HAARLEM
De smaak van MILLER BROS is niet afhankelijk geweest van
de keuze van slechts een enkele tabaksexpert, neen een
„keur"-corps van rokers de juiste doorsnee van geheel vir-
ginia rokend Nederland - heeft zijn stem doen gelden en zijn
keuze gemaakt. Deze nieuwe methode betekent een omwen
teling op de Nederlandse sigarettenmarkt.
Zij bracht SMAAK-ZEKERHEID
waar eerst SMAAK-TOEVAL was!
Een uitgebreide, wetenschap
pelijk doorgevoerde smaak-
enquête wees uit, dat er 17
kansen op de 20 zijn, dat
MILLER BROS ook de
Virginia naar Uw smaak is!
t
M- A v
xtw&'K
~V.
A" V:.
-st - 1 -
- i i
Op een zonnige dag moet ik
de hoofdstad van Portugal de
rug toekeren. De hypermoder
ne flatgebouwen van acht tot
twaalf verdiepingen aan de
Avenida de Roma schieten
voorbij. Zal ik deze stad ooit
terugzien? Geleidelijk wordt
de bebouwing schaarser en
tenslotte is er dan weer het
vertrouwd geworden land
schap met zijn bloemen, zijn
bossen, zijn heuvels en daar
bovenop zijn molens.
Laten we vooral niet den
ken, dat wij Nederlanders de
enigen zijn, die van oudsher
profijt hebben getrokken van
de wind als krachtbron. Ook
in Portugal kan men hier en
daar de golvende lijn van de
horizon gemarkeerd zien door
groepjes molens, voorzien van
driehoekige zeilen in plaats
van wieken. Met de naieve
bijbedoeling het verblijf in dit
land op de laatste dag zo lang
mogelijk te rekken, stopte ik
even aan de voet van zo'n
molenheuvel. Onmiddellijk
werd het gegons van de motor
vervangen door een geluid, dat
het midden hield tussen een
ijl fluiten en een hoog zingen.
„Dat geluid?" zei een oude
man met zijn zwarte muts op
één oor. Hij was het pad af-
gesjokt en praatte met de be
dachtzaamheid van een mens,
voor wie tijd niets betekent.
„Dat doet de wind, die door
uitgeholde pompoenen blaast.
U ziet ze hier aan de uitein
den van de wieken en aan de
verbindingstouwen. We heb
ben er veel gemak van, wan
neer we op het land aan het
werk zijn. Aan de verandering
HET WORDT TIJD afscheid te nemen van Portugal. Ik doe
het met een hart, dat zwaar is van weemoed, want ik ben van
het lieflijke land en zijn vriendelijke bewoners gaan houden.
De enige troost is de hoop op een spoedig weerzien.
van het geluid kunnen we
horen of de wind is gedraaid.
Dan weten we, dat we de kap
om moeten trekken".
Pedro Chaves hield in alle
opzichten de traditie in ere.
Hij sprak verachtelijk over
zijn jongere collega's, die de
muts hebben verwisseld voor
de fantasieloze pet en erger
nog hun molens hebben
uitgerust met metalen bladen.
„Vindt u dat nou mooi?"
vroeg hij, terwijl hij op zo'n
moderniteit in de nabijheid
wees.
Nee, mooi zijn ze zeker niet.
De oude molens vormen een
volmaakte eenheid met de
omringende natuur. De ver
weerde, zelfgebouwde kegels
met hun flapperende zeilen en
zingende pompoenen zullen
wel wat minder economisch
werken, maar ze te vervangen
door molens van het nieuwe
type zou een vernietigende
aanslag zijn op de schoonheid
van het landschap.
De tijd stak zijn waarschu
wende vinger op en ik gehoor
zaamde. Met het geijkte „A
Deus" scheidde ik van de mo
lenaar en sloeg de weg in naar
Evora, de hoofdstad van de
provincie Alentejo. Ik had er
al eenmaal de nacht doorge
bracht in een hotel, dat
eeuwen geleden het hoofd
kwartier van de Portugese
inquisitie is geweest. Een ge
velsteen draagt het opschrift:
„Exurge Deus Judica Causam
Tuam" „Sta op, Heer en
spreek recht in Uw naam".
De stad is eerst de laatste
tientallen jaren uit 't keurslijf
van zestiende-eeuwse muren
gegroeid. De oude kern ligt er
zelfs nog ten dele, zoals ze in
de Romeinse tijd ontstond en
later, gedurende de Westgoti-
sche heerschappij, tot sterke
vesting werd. Vlakbij het hotel
staan nog enkele zuilen over
eind van een aan de godin
Diana gewijde tempel uit de
derde eeuw. En verscheidene
kerken, in de gotische of de
typisch Portugese barokstijl,
die men Manueline noemt,
zijn drie- tot zeshonderd jaar
oud.
Ik wilde er in het voorbij
gaan een bezoek brengen aan
een macaber monument, een
kapelletje, dat geheel is opge
bouwd uit de oogst van een
kerkhof. De chef van de plaat
selijke Turismo stelde zich
voor als Tulio Espanca. Hij
kreeg enthousiaste lichtjes in
zijn ogen, toen ik hem ver
zocht mij de weg te wijzen.
Een korte rit door smalle,
bochtige straatjes bracht ons
op een ruim plein. We ston
den voor een kerk in Manue-
„De Igreja Real de San
Francisco", ratelde mijn gids.
„Behoort bij het uit 1226 da
terende Franciscaner klooster;
de bouw van de kerk is be
gonnen in 1481 door Dom Joao
II. Het kapelletje, zeventien-
de-eeuws, is uit doodshoofden
en -beenderen opgetrokken.
Men vindt er.
„Prachtig", interrumpeerde
ik. „Zullen we dan maar eens
naar binnen gaan? Over een
half uur moet ik weer verder".
Tulio vond het helemaal
niet erg, dat ik zijn uit het
hoofd geleerd lesje had onder
broken: hij had nog voldoen
de reserve. Het bleek even
later in de lugubere ruimte.
Maar zijn galmende woorden
sloegen dood op de uit honder
den schedels bestaande wan
den. Stom van verbazing keek
ik rond.
„Nos ossos, que acqui esta-
mos, pelos vossos esperamos",
had ik boven de ingang van
het kapelletje zien staan. Ik
kon er met enige moeite van
maken: „Weet, dat wij, hier
aangebrachte beenderen, op de
uwe wachten", een wat wijd
lopige versie van het aloude
„Heden ik, morgen gij". Ik
mocht het met de beste wil
van de wereld geen hartelijk
welkom noemen.
Uit flarden van zinnen, die
Tulio met lofwaardige ijver
spuide, maakte ik op, dat de
monniken in de zeventiende
eeuw het kerkhof hadden op
geruimd. Alle stoffelijke res
ten van de doden waren ge
bruikt voor de opbouw van
het kapelletje. In die tijd was
het een plaats voor meditatie,
0/? de
Afbraak
Het moet u toch ook wel 'ns opgevallen
zijn dat afbraak ons over het algemeen
eerder boeit dan opbouw. Zo niet, neem
dan 'ns de proef op de som.
Trommel in een rustpauze wat collega's
bij mekaar en begin een loflied te jubelen
op de grote kwaliteiten vanlaten we
'm noemen Ferdinand. Tien tegen één dat
binnen twee minuten de belangstelling
van de ploeg gezakt is tot nul komma nul.
Nu het andere geval. Doe geheimzinnig,
kijk argwanend om u heen, beduid die-en-
gene om naderbij te komen en fluister een
hevig kwalijk roddeltje over laten we zeg
gen Henrietje. - Tot het einde toe zal uw
gehoor ieder woord van uw lippen plukken.
Nou eerlijk. - Hebt u ooit een toeloop
van mensen gezien bij het opbouwen van
een huis? - Nou?! - Néé. Lees nou door! -
Maar bij de afbraak, wanneer er muren
omgetrokken worden, stapels dakpannen
naar beneden gesmeten Hele juichkre
ten klinken er dan op. En als er onver
hoopt, onbedoeld, nog wat kapitale ruiten
breken, is het helemaal feest! - Op het
bioscoopscherm is het opblazen van een
veertig meter hoge fabrieksschoorsteen
een vaste succes-prik in de reeks actuali
teiten.
Ik heb 'ns met stomme verbazing staan
kijken naar een heer in een kermistent,
die voor een kwartje vier harde houten
ballen naar op een paar meter afstand
opgesteld serviesgoed mocht gooien. Toen
hij voor een gulden vergooid en voor een
goed deel gemist had, stopte hij wanhopig
en met een woedend: „het-wïl-vandaag-
niet!" beende hij weg, een tiental toeschou
wers met rode wangen teleurgesteld ach
terlatend.
Er werd kort geleden in een onzer week
bladen door een vooraanstaand letterkun
dige een beschouwing gewijd aan de ver
nielzucht bij kinderen. Maar zijn wij „grote
mensen", zoals we ons zo graag noemen,
een haar beter?
Wat dan de kinderen betreft. Neem
Peter-de-kleinzoon van vijf. Wanneer hij
'ns een dagje bij ons is, reserveert hij min
stens een uur om met mij samen, middels
een goed verzorgde blokkendoos, te bou
wen. Het zou ditmaal, om in de stijl van
de maand te blijven, een stalletje worden
met een kribbetje en een kindje. Het lukte
prachtig, dat moet ik bekennen. Ik was
zelf trots op onze samenwerking.
„Hoe vin' je 't?", vroeg ik, toen het er
na vele correcties naar zijn zin bij stond.
Hij ging achterover leunen in zijn stoel,
bekeek het geheel door zijn oogharen,
sloeg zijn armpjes over mekaar en zei met
een diepe keelstem: „Verrekt goed!" Ge
lukkig was oma'tje niet in de buurt, want
deze hartige expressie was dan waarschijn
lijk en terecht op mijn conto geplaatst met
alle narigheden van dien.
Maar nou waar het om gaat. De schep
ping van ons beiden zal er een dikke
minuut gestaan hebben. Toen trok Peter
mij bij m'n arm naar zich toe, te kennen
gevend dat hij mij discreet iets wilde voor
stellen. En daar kwam het, gefluisterd in
mijn oor: „Jö! Zalle me 't nou omkiepe
ren?".,
Wél werd het kindje nog uit het kribbe
tje gered, maar dan graaiden de kleine
kindervingertjes gretig door het met zo
veel liefde opgebouwde en nu inéénstor-
tende bouwwerkje.
Waarmee ik maar zeggen wil, dat we
toch heus erg raar in mekaar zitten
soms.
Jan van Ees
maar tegenwoordig is het
eigenlijk alleen nog maar een
bezienswaardigheid, hoewel
men er soms inwoners van
Evora kan aantreffen, die
voor de zielerust van gestor
ven verwanten komen bidden.
Na een tijdperk van verwaar
lozing werd het gebouwtje in
1810 van staatswege gerestau
reerd; sindsdien staat het op
de monumentenlijst.
Een kwartiertje was wel
voldoende om het interieur te
bekijken, inclusief het geheel
intact gebleven geraamte, dat
aan een touw tegen een van
de wanden hangt. Toen nodig
de ik Tulio uit op een terrasje
de muffe smaak met een glas
land wijn weg te spoelen.
Een paar uur later wachtte
ik geduldig tot de Portugese
grensbeambten mij toestem
ming zouden geven Spanje
binnen te rijden. Achter mij
lag een uitstekende weg, voor
mij zag ik niet veel meer dan
een karrespoor. Het douane
kantoor aan Portugese zijde
was fleurig versierd met
blauwe tegeltjes; aan het
einde van de weg door de
strook niemandsland stond
een geel, verveloos gebouwtje
met de Spaanse vlag erop.
Deze in het oog lopende ver
schillen bezorgden mij een
aanval van dezelfde depressie,
die ik bij het verlaten van
Lissabon had ondergaan, hoe
wel ik wist, dat ook Spanje
mij spoedig genoeg zou fasci
neren. Nu voelde ik mij alleen
nog maar leeg, alsof ik een
stukje van mijzelf was kwijt
geraakt.
J. J. F. Remming y
De Dienst der Zuiderzeewerken heeft
heden in Den Haag het eerste object van
het Deltaplan aanbesteed: een ringdijk,
waarbinnen de bouwput van de grote
sluiswerken komt. Met dit werk is twee
jaar gemoeid.
Drie combinaties hadden ingeschreven.
De laagste inschrijving kwam van de com
binatie n.v. Boltje, Zwolle, Oosterwijk, Rot
terdam, Reef, Oldenzaal en P. C. Zanen,
Heemstede, met 17.674.000.
Voor 18.395.000 was ingeschreven door
de combinatie n.v. Den Breejen van den
Bort, Aerdenhout, Van Hattem en Blanke
voort, Beverwijk, Hollandse Aannemings
maatschappij, Den Haag en de n.v. Adriaan
Volker te Sliedrecht. De hoogste inschrij
vers waren de n.v. Bos en Kalis uit Slie
drecht en de n.v. C. J. Van der Hoeven uit
Den Haag met 22.425.000.
De ringdijk die in het Haringvliet zal
worden aangelegd, is een tijdelijke con
structie rondom de bouwput, die 1450 me
ter lang wordt en een breedte krijgt van
600 meter. Men verwacht, dat de bouw van
de uitwateringssluizen zes jaar zal duren.
Als de sluizen gereed zijn wordt de ringdijk
vervangen door een dam met een schut
sluis voor de scheepvaart. Het gehele pro
ject zal ongeveer twaalf jaren duren.
De gunning is aangehouden.
FILMWAARDERING DER V.S.
De Amerikaanse raad voor filmkritiek
heeft maandag de Franse film „De wereld
der stilte" uitgeroepen tot de beste buiten
landse film van 1956. De tweede plaats ver
wierf de Italiaanse film „Oorlog en Vrede".
Daarna volgden de Engelse film „Richard
de derde", de Italiaanse „La Strada" en de
Franse „Rififi".
Ons zelfstandig naamwoord leed;
smart, verdriet is de onzijdige vorm van
een oud bijvoeglijk naamwoord leed, dat
betekende: onaangenaam, droevig. Dit is
alleen nog in enkele zegswijzen en vaste
verbindingen over. Men hoort nog wel:
een gedwongen eed is God leed en: het
is mij leed, een Bijbelse term. Met lede
ogen iets aanzien is dus: iets met spijtige
blikken volgen. Van het bijvoeglijk
naamwoord leed is weer afgeleid; lelijk,
zoals kwalijk is afgeleid van kwaad.
Men schreef vroeger terecht: leedlijk en
bezigde het woord oorspronkelijk in de
zin van: leed brengend, kwetsend, on
aangenaam, Ook in: leedwezen is het
eerste lid het oude bijvoeglijke naam
woord.
>- y
s