■AFSCHEID VAN PORTUGAL Het gelukkige resultaat: de nieuwe MILLER ^Hoe is het ontstaan?"^ Van dag totdagl Verderfelijk Geen driehoeksrail 3 r Fel antwoord van L. Smit en Co. „Wijsmuller stelt geen prijs op sportieve strijd" Prins Bernhardfonds bestaat tien iaar Koninklijk bezwaar tegen aanleg van een weg VenkcJk Weer politie-overval op speelclub te Baarle-Nassau Heringa Wathrich BLIKSEMAFLEIDERS Drie en 'n half duizend „proefrokers' wetenschappelijk geselecteerd tienduizenden aanmeldingen, hebben de mélange gekozen voor MILLER BROS: de King Size Virginia. ymmm, ^Praatótoel Ringdijk in Haringvliet aanbesteed Eerste object van Deltaplan vergt ruim 17 miljoen Dit woord: MET LEDE OGEN WOENSDAG 19 DECEMBER 1956 Het bericht in ons blad van gisteren over die plannen van oud-verzetsorganisa ties om te werken in de richting van „volksweerbaarheid" kan slechts met gro te ongerustheid worden vernomen. Een „volksweerbaarheid", waarin „de jeugd met de wapenhandel moet worden ver trouwd gemaakt", ligt volgens mededelin gen van de voorzitter van het Voormalig Verzet Zuidholland, de heer A. van der Hoeven, de oud-verzetsorganisaties in ge dachten. Welnu, men kan slechts hopen, dat in tegenstelling met wat de heer Van der Hoeven hoopt de regering deze verwerpelijke en onrustbarende fantasie de kop zal indrukken en zeer duidelijk zal maken, dat de taak van weerbaarheid en kel en uitsluitend aan leger en politie dient te worden opgedragen, welke om standigheden zich ook tengevolge van de internationale gebeurtenissen zouden voor doen. Welke overspannen verbeelding heeft sommigen der oud-verzetslieden plotseling bevangen? Is het wellicht de in vloed van de gebeurtenissen in Hongarije, die hier te lande voedsel heeft gegeven aan een romantische dromerij in Wild West mentaliteit? Men kan nauwelijks overzien welke enonme gevaren verbonden zouden zijn aan de verwezenlijking van zulk een heroieke dromerij, die niets minder dan een soldateske jeugd van sluipschutters-in de-dop wil kweken en zich verbeeldt, dat het behoud van het vaderland louter af hankelijk zou zijn van de wijze, waarop onze jeugd de karabijn en de stengun. weet te hanteren. Gezond verstand en nuchter heid mogen ons land behoeden, voor de overspanning, die zich blijkbaar van een klein deel onzer landgenoten heeft meester gemaakt. Zoals beeldverhalen en schiet- films sommige onzer jongeren vergiftigen, zo hebben verslagen en beelden van de Hongaarse vrijheidsstrijd blijkbaar enkele ouderen tot een, geestelijke kortsluiting ge bracht. Zij hebben niet begrepen, dat dit Hongaarse epos de vrucht van een vijf tienjarige onderdrukking is geweest, waar in een glimp van vrijheid de gemoederen heeft verhit en doen ontploffen.. Het was de ontploffing van een temperamentvol volk, dat niet geschoold was in de wapen handel, doch dat spontaan naar de keel van de onderdrukker greep toen het daartoe de gelegenheid kreeg. Wie niet in de eerste plaats begrijpt, dat het gevecht tegen, de dreiging van vandaag een geestelijk gevecht is, dat slechts met enige kans op succes gevochten kan wor den door degenen die geestelijk weerbaar zijn en die het geloof in hun eigen geeste lijke waarden hebben behouden, leeft in een gevaarlijk misverstand. Wie de jeugd tot sluipschutters zou willen maken „voor een eventueel geval", bederft de jeugd juist in dat onderdeel van, haar mentaliteit, dat voor een overwinning van het grote gevecht zo noodzakelijk, zo onmisbaar is. Het gaat er niet om of wij in tijden, van onderdrukking weten, hoe een stengun werkt. Het gaat er dan enkel om of wij overtuigd zijn van onze hoogstaande prin cipes, die onze opvattingen doen verschil len van die, welke ons zouden worden op gedrongen,. Wie onze jeugd tot een dergelijke men taliteit zou willen opvoeden, vermeerdert en versterkt de gevaren die de wereld be dreigen, en leeft in een verderfelijke illu sie, waartegen slechts met de grootste na druk kan worden gewaarschuwd. Nog steeds heeft de regering geen beslis sing genomen omtrent de bezetting van het burgemeesterschap van Amsterdam, dat van Den Haag en aangaande de benoe ming van een Commissaris der Koningin in Gelderland. Op het eerste gezicht doet het misschien vreemd aan, die drie vaca tures hier in één pennestreek neergeschre ven te zien. Allicht toch kan de vraag rij zen, in hoeverre daar van enige onderlinge samenhang sprake kan zijn. De hoofdstad moet een goede, daar op zijn plaats zijnde burgervader krijgen, hetzelfde geldt voor Den Haag en dan valt er ook te voorzien in weer een geheel andere functie, die van Commissaris in het Gelderse. Er bestaat echter helaas zo iets als een toenemende neiging om in dergelijke ge vallen tot een soort politieke koehandel over te gaan. „Indien op geen van beide burgemeestersposten iemand van onze po litieke richting benoemd wordt, dan heb ben wij alle aanspraak op de bezetting van het hoge ambt te Arnhem", aldus een rede nering, die men in bepaalde politieke kring wel kan beluisteren. Ja, het komt zelfs voor, dat men nog wat verder gaat en meent zich bezig te moeten houden met de vraag, welke andere posten er misschien door een of meer van de thans te verrich ten benoemingen zullen openkomen, om dan te dien opzichte aanspraken te wil len doen gelden. Een dergelijk stelsel is echter uit den boze. Zeker, tot op zekere hoogte kan menigmaal bij de aanstelling van burgemeesters en ook van Commissa rissen der Koningin de politieke richting van de kandidaten mede een niet te ver onachtzamen factor uitmaken. De functio narissen moeten immers ook in dat opzicht zoveel mogelijk de juiste mannen op de juiste plaatsen zijn. Principieel is het ech ter volstrekt afkeurenswaardig, wanneer men niet elk van die plaatsen op zichzelf bekijkt en in het euvel van bovenbedoelde koehandel vervalt. Of dit thans zal gebeu ren, is nog niet met zekerheid te voorspel len, maar een waarschuwing daartegen achten wij toch wel op haar plaats. (Speciale berichtgeving) Op de verklaringen van het bureau Wijs muller, dat L. Smit en Co. in het naaste verleden zich ook heeft schuldig gemaakt aan schendingen van de afspraken binnen het raam van de International Savage Union, deelde de directie ons mede, dat dit te enen male onjuist is. „Wp hebben sinds enkele tientallen jaren op de Noordzee een open en faire strijd met bureau Wijsmul ler gevoerd als het aankwam op het ver werven van bergingswerk. Die strijd ging van beide zijden op basis van Lloyds open form, no cure, no pay, en het kwam dus alleen aan op de sterkte en snelheid van de sleepboten en de kundigheid van de bemanningen, die in een sportieve strijd elkaar een sleepkarwei betwistten. Het bureau Wijsmuller heeft zich in geen enkel opzicht te beklagen over de wijze, waarop L. Smit en Co's internationale sleepdienst deze strijd heeft gevoerd." De directie bevestigde verder, dat Wijs muller heeft aangeboden het slepen van de „Statendam" gezamenlijk uit te voeren en dat zij dit aanbod van de hand heeft gewezen. Hieraan dient echter nog te wor den toegevoegd, dat Wijsmuller toen rea geerde met de dreiging: „Dan gaan wij onder de markt werken". Bij die dreiging heeft de IJmuidense sleepdienst het niet gelaten, zoals bekend. De directie van L. Smit en Co. betreurde dat Wijsmuller door het aannemen van deze houding blijkbaar geen prijs meer stelt op een open en sportieve strijd op de Noordzee. Maar zij zal zich niet laten ver leiden tot een voortgezette woordenstrijd over de haars inziens volkomen onware aantijgingen van het bureau Wijsmuller. L. Smit en Co acht de discussie van haar kant thans gesloten. Van bureau Wijsmul ler zal nog een verklaring te wachten zijn bij de terugkeer van de directeur de heer J. Wijsmuller uit Amerika. Het ligt in de bedoeling van Smit om geen klacht in te dienen maar de Inter national Salvage Union van haar ziens wijze in kennis te stellen. Viering met expositie in het Stedelijk Museum Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van het Prins Bernhardfonds wordt in het Stedelijk Museum in Amsterdam een ten toonstelling gehouden getiteld: „Beginplei- dooi voor kunstzinnige vorming", georgani seerd door de Stichting Overleg Musische Vorming. De expositie wordt zaterdagmid dag 22 december geopend door de voorzit ter van het Prins Bernhardfonds, prof. mr. Wiarda en duurt tot 10 februari. Ter viering van het tienjarig bestaan, dat in verband met de tijdsomstandigheden een sober karakter zal dragen, wordt op dins dagmiddag 8 januari in het gebouw van de N ener'.a n si.se .Har, de: Mij. in Amsterdam een bijzondere vergadering gehouden van regent en bestuur met genodigden en vrienden van het fonds en de regionale af delingen, de anjerfondsen. Tegen het voornemen van de provincie Zuid-Holland tot aanleg van een provin ciale weg 's-GravenhageLeiden ten wes ten van de spoorbaan is namens Prinses Wilhelmina een bezwaarschrift ingediend. De ingebrachte bezwaren houden verband met het feit, dat door de geprojecteerde weg een strook van de bezittingen van Prinses Wilhelmina bij het jachthuis „Ter Horst" in beslag zou worden genomen. Gedeputeerde Staten zullen deze bezwa ren onderzoeken. Intussen is het plan voor de aanleg van de weg van het provinciaal wegenplan afgevoerd. ADVERTENTIE ADVERTENTIE De rijkspolitie uit Tilburg heeft van nacht om 12 uur, in samenwerking met de Belgische recherche, weer een overval ge' daan in een speelclub in Baarle Nassau. Het optreden van de politie gold ditmaal de „Woodside Club" waar een aantal mei> sen om de speeltafel werd aangetroffen. Dertig mensen, onder wie de croupiers en de eigenaar van de club, zijn aangehouden en naar Tilburg overgebracht. De speelta fels zijn in beslag genomen. ADVERTENTIE HAARLEM De smaak van MILLER BROS is niet afhankelijk geweest van de keuze van slechts een enkele tabaksexpert, neen een „keur"-corps van rokers de juiste doorsnee van geheel vir- ginia rokend Nederland - heeft zijn stem doen gelden en zijn keuze gemaakt. Deze nieuwe methode betekent een omwen teling op de Nederlandse sigarettenmarkt. Zij bracht SMAAK-ZEKERHEID waar eerst SMAAK-TOEVAL was! Een uitgebreide, wetenschap pelijk doorgevoerde smaak- enquête wees uit, dat er 17 kansen op de 20 zijn, dat MILLER BROS ook de Virginia naar Uw smaak is! t M- A v xtw&'K ~V. A" V:. -st - 1 - - i i Op een zonnige dag moet ik de hoofdstad van Portugal de rug toekeren. De hypermoder ne flatgebouwen van acht tot twaalf verdiepingen aan de Avenida de Roma schieten voorbij. Zal ik deze stad ooit terugzien? Geleidelijk wordt de bebouwing schaarser en tenslotte is er dan weer het vertrouwd geworden land schap met zijn bloemen, zijn bossen, zijn heuvels en daar bovenop zijn molens. Laten we vooral niet den ken, dat wij Nederlanders de enigen zijn, die van oudsher profijt hebben getrokken van de wind als krachtbron. Ook in Portugal kan men hier en daar de golvende lijn van de horizon gemarkeerd zien door groepjes molens, voorzien van driehoekige zeilen in plaats van wieken. Met de naieve bijbedoeling het verblijf in dit land op de laatste dag zo lang mogelijk te rekken, stopte ik even aan de voet van zo'n molenheuvel. Onmiddellijk werd het gegons van de motor vervangen door een geluid, dat het midden hield tussen een ijl fluiten en een hoog zingen. „Dat geluid?" zei een oude man met zijn zwarte muts op één oor. Hij was het pad af- gesjokt en praatte met de be dachtzaamheid van een mens, voor wie tijd niets betekent. „Dat doet de wind, die door uitgeholde pompoenen blaast. U ziet ze hier aan de uitein den van de wieken en aan de verbindingstouwen. We heb ben er veel gemak van, wan neer we op het land aan het werk zijn. Aan de verandering HET WORDT TIJD afscheid te nemen van Portugal. Ik doe het met een hart, dat zwaar is van weemoed, want ik ben van het lieflijke land en zijn vriendelijke bewoners gaan houden. De enige troost is de hoop op een spoedig weerzien. van het geluid kunnen we horen of de wind is gedraaid. Dan weten we, dat we de kap om moeten trekken". Pedro Chaves hield in alle opzichten de traditie in ere. Hij sprak verachtelijk over zijn jongere collega's, die de muts hebben verwisseld voor de fantasieloze pet en erger nog hun molens hebben uitgerust met metalen bladen. „Vindt u dat nou mooi?" vroeg hij, terwijl hij op zo'n moderniteit in de nabijheid wees. Nee, mooi zijn ze zeker niet. De oude molens vormen een volmaakte eenheid met de omringende natuur. De ver weerde, zelfgebouwde kegels met hun flapperende zeilen en zingende pompoenen zullen wel wat minder economisch werken, maar ze te vervangen door molens van het nieuwe type zou een vernietigende aanslag zijn op de schoonheid van het landschap. De tijd stak zijn waarschu wende vinger op en ik gehoor zaamde. Met het geijkte „A Deus" scheidde ik van de mo lenaar en sloeg de weg in naar Evora, de hoofdstad van de provincie Alentejo. Ik had er al eenmaal de nacht doorge bracht in een hotel, dat eeuwen geleden het hoofd kwartier van de Portugese inquisitie is geweest. Een ge velsteen draagt het opschrift: „Exurge Deus Judica Causam Tuam" „Sta op, Heer en spreek recht in Uw naam". De stad is eerst de laatste tientallen jaren uit 't keurslijf van zestiende-eeuwse muren gegroeid. De oude kern ligt er zelfs nog ten dele, zoals ze in de Romeinse tijd ontstond en later, gedurende de Westgoti- sche heerschappij, tot sterke vesting werd. Vlakbij het hotel staan nog enkele zuilen over eind van een aan de godin Diana gewijde tempel uit de derde eeuw. En verscheidene kerken, in de gotische of de typisch Portugese barokstijl, die men Manueline noemt, zijn drie- tot zeshonderd jaar oud. Ik wilde er in het voorbij gaan een bezoek brengen aan een macaber monument, een kapelletje, dat geheel is opge bouwd uit de oogst van een kerkhof. De chef van de plaat selijke Turismo stelde zich voor als Tulio Espanca. Hij kreeg enthousiaste lichtjes in zijn ogen, toen ik hem ver zocht mij de weg te wijzen. Een korte rit door smalle, bochtige straatjes bracht ons op een ruim plein. We ston den voor een kerk in Manue- „De Igreja Real de San Francisco", ratelde mijn gids. „Behoort bij het uit 1226 da terende Franciscaner klooster; de bouw van de kerk is be gonnen in 1481 door Dom Joao II. Het kapelletje, zeventien- de-eeuws, is uit doodshoofden en -beenderen opgetrokken. Men vindt er. „Prachtig", interrumpeerde ik. „Zullen we dan maar eens naar binnen gaan? Over een half uur moet ik weer verder". Tulio vond het helemaal niet erg, dat ik zijn uit het hoofd geleerd lesje had onder broken: hij had nog voldoen de reserve. Het bleek even later in de lugubere ruimte. Maar zijn galmende woorden sloegen dood op de uit honder den schedels bestaande wan den. Stom van verbazing keek ik rond. „Nos ossos, que acqui esta- mos, pelos vossos esperamos", had ik boven de ingang van het kapelletje zien staan. Ik kon er met enige moeite van maken: „Weet, dat wij, hier aangebrachte beenderen, op de uwe wachten", een wat wijd lopige versie van het aloude „Heden ik, morgen gij". Ik mocht het met de beste wil van de wereld geen hartelijk welkom noemen. Uit flarden van zinnen, die Tulio met lofwaardige ijver spuide, maakte ik op, dat de monniken in de zeventiende eeuw het kerkhof hadden op geruimd. Alle stoffelijke res ten van de doden waren ge bruikt voor de opbouw van het kapelletje. In die tijd was het een plaats voor meditatie, 0/? de Afbraak Het moet u toch ook wel 'ns opgevallen zijn dat afbraak ons over het algemeen eerder boeit dan opbouw. Zo niet, neem dan 'ns de proef op de som. Trommel in een rustpauze wat collega's bij mekaar en begin een loflied te jubelen op de grote kwaliteiten vanlaten we 'm noemen Ferdinand. Tien tegen één dat binnen twee minuten de belangstelling van de ploeg gezakt is tot nul komma nul. Nu het andere geval. Doe geheimzinnig, kijk argwanend om u heen, beduid die-en- gene om naderbij te komen en fluister een hevig kwalijk roddeltje over laten we zeg gen Henrietje. - Tot het einde toe zal uw gehoor ieder woord van uw lippen plukken. Nou eerlijk. - Hebt u ooit een toeloop van mensen gezien bij het opbouwen van een huis? - Nou?! - Néé. Lees nou door! - Maar bij de afbraak, wanneer er muren omgetrokken worden, stapels dakpannen naar beneden gesmeten Hele juichkre ten klinken er dan op. En als er onver hoopt, onbedoeld, nog wat kapitale ruiten breken, is het helemaal feest! - Op het bioscoopscherm is het opblazen van een veertig meter hoge fabrieksschoorsteen een vaste succes-prik in de reeks actuali teiten. Ik heb 'ns met stomme verbazing staan kijken naar een heer in een kermistent, die voor een kwartje vier harde houten ballen naar op een paar meter afstand opgesteld serviesgoed mocht gooien. Toen hij voor een gulden vergooid en voor een goed deel gemist had, stopte hij wanhopig en met een woedend: „het-wïl-vandaag- niet!" beende hij weg, een tiental toeschou wers met rode wangen teleurgesteld ach terlatend. Er werd kort geleden in een onzer week bladen door een vooraanstaand letterkun dige een beschouwing gewijd aan de ver nielzucht bij kinderen. Maar zijn wij „grote mensen", zoals we ons zo graag noemen, een haar beter? Wat dan de kinderen betreft. Neem Peter-de-kleinzoon van vijf. Wanneer hij 'ns een dagje bij ons is, reserveert hij min stens een uur om met mij samen, middels een goed verzorgde blokkendoos, te bou wen. Het zou ditmaal, om in de stijl van de maand te blijven, een stalletje worden met een kribbetje en een kindje. Het lukte prachtig, dat moet ik bekennen. Ik was zelf trots op onze samenwerking. „Hoe vin' je 't?", vroeg ik, toen het er na vele correcties naar zijn zin bij stond. Hij ging achterover leunen in zijn stoel, bekeek het geheel door zijn oogharen, sloeg zijn armpjes over mekaar en zei met een diepe keelstem: „Verrekt goed!" Ge lukkig was oma'tje niet in de buurt, want deze hartige expressie was dan waarschijn lijk en terecht op mijn conto geplaatst met alle narigheden van dien. Maar nou waar het om gaat. De schep ping van ons beiden zal er een dikke minuut gestaan hebben. Toen trok Peter mij bij m'n arm naar zich toe, te kennen gevend dat hij mij discreet iets wilde voor stellen. En daar kwam het, gefluisterd in mijn oor: „Jö! Zalle me 't nou omkiepe ren?"., Wél werd het kindje nog uit het kribbe tje gered, maar dan graaiden de kleine kindervingertjes gretig door het met zo veel liefde opgebouwde en nu inéénstor- tende bouwwerkje. Waarmee ik maar zeggen wil, dat we toch heus erg raar in mekaar zitten soms. Jan van Ees maar tegenwoordig is het eigenlijk alleen nog maar een bezienswaardigheid, hoewel men er soms inwoners van Evora kan aantreffen, die voor de zielerust van gestor ven verwanten komen bidden. Na een tijdperk van verwaar lozing werd het gebouwtje in 1810 van staatswege gerestau reerd; sindsdien staat het op de monumentenlijst. Een kwartiertje was wel voldoende om het interieur te bekijken, inclusief het geheel intact gebleven geraamte, dat aan een touw tegen een van de wanden hangt. Toen nodig de ik Tulio uit op een terrasje de muffe smaak met een glas land wijn weg te spoelen. Een paar uur later wachtte ik geduldig tot de Portugese grensbeambten mij toestem ming zouden geven Spanje binnen te rijden. Achter mij lag een uitstekende weg, voor mij zag ik niet veel meer dan een karrespoor. Het douane kantoor aan Portugese zijde was fleurig versierd met blauwe tegeltjes; aan het einde van de weg door de strook niemandsland stond een geel, verveloos gebouwtje met de Spaanse vlag erop. Deze in het oog lopende ver schillen bezorgden mij een aanval van dezelfde depressie, die ik bij het verlaten van Lissabon had ondergaan, hoe wel ik wist, dat ook Spanje mij spoedig genoeg zou fasci neren. Nu voelde ik mij alleen nog maar leeg, alsof ik een stukje van mijzelf was kwijt geraakt. J. J. F. Remming y De Dienst der Zuiderzeewerken heeft heden in Den Haag het eerste object van het Deltaplan aanbesteed: een ringdijk, waarbinnen de bouwput van de grote sluiswerken komt. Met dit werk is twee jaar gemoeid. Drie combinaties hadden ingeschreven. De laagste inschrijving kwam van de com binatie n.v. Boltje, Zwolle, Oosterwijk, Rot terdam, Reef, Oldenzaal en P. C. Zanen, Heemstede, met 17.674.000. Voor 18.395.000 was ingeschreven door de combinatie n.v. Den Breejen van den Bort, Aerdenhout, Van Hattem en Blanke voort, Beverwijk, Hollandse Aannemings maatschappij, Den Haag en de n.v. Adriaan Volker te Sliedrecht. De hoogste inschrij vers waren de n.v. Bos en Kalis uit Slie drecht en de n.v. C. J. Van der Hoeven uit Den Haag met 22.425.000. De ringdijk die in het Haringvliet zal worden aangelegd, is een tijdelijke con structie rondom de bouwput, die 1450 me ter lang wordt en een breedte krijgt van 600 meter. Men verwacht, dat de bouw van de uitwateringssluizen zes jaar zal duren. Als de sluizen gereed zijn wordt de ringdijk vervangen door een dam met een schut sluis voor de scheepvaart. Het gehele pro ject zal ongeveer twaalf jaren duren. De gunning is aangehouden. FILMWAARDERING DER V.S. De Amerikaanse raad voor filmkritiek heeft maandag de Franse film „De wereld der stilte" uitgeroepen tot de beste buiten landse film van 1956. De tweede plaats ver wierf de Italiaanse film „Oorlog en Vrede". Daarna volgden de Engelse film „Richard de derde", de Italiaanse „La Strada" en de Franse „Rififi". Ons zelfstandig naamwoord leed; smart, verdriet is de onzijdige vorm van een oud bijvoeglijk naamwoord leed, dat betekende: onaangenaam, droevig. Dit is alleen nog in enkele zegswijzen en vaste verbindingen over. Men hoort nog wel: een gedwongen eed is God leed en: het is mij leed, een Bijbelse term. Met lede ogen iets aanzien is dus: iets met spijtige blikken volgen. Van het bijvoeglijk naamwoord leed is weer afgeleid; lelijk, zoals kwalijk is afgeleid van kwaad. Men schreef vroeger terecht: leedlijk en bezigde het woord oorspronkelijk in de zin van: leed brengend, kwetsend, on aangenaam, Ook in: leedwezen is het eerste lid het oude bijvoeglijke naam woord. >- y s

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1956 | | pagina 5