Welvaart wordt bedreigd door de
welvaartsverdeling
Kadar ijvert voor herstel van
ontwrichte Hongaarse economie
DANSSCHOOL
Mollet overweegt nieuwe actie
voor de Europese eenheid
Effecten- en
Geldmarkt
Boeren naar de mijnen
Armand: Nasser verdient standbeeld
als deze nieuwe kruistocht slaagt
VRIJDAG 28 DECEMBER 1956
Verval van het roebelblok
leidt tot goudverkopen
T. GRIEK
Nehroe's bezoek aan
Amerika is kennelijk
geslaagd
Persoonlijk contact met
Eisenhower werkte goed
Leiders van onderzoek-
Jungschlager bevorderd
Weer een Russische spion
gearresteerd in Zweden
Weekstaat Ned. Bank
Bankbiljettencirculatie
boven de f 4 miljard
Toestand in ons land
Symptoom
f
WENEN (United Press, Reuter en A.F.P.)
De Hongaarse regering is nu begonnen
boeren te werven voor de mijnen als een
laatste wanhopige poging om de produktie
weer op gang te brengen en een economi
sche ineenstorting te voorkomen. Radio-
Boedapest berichtte, dat sommige boeren
al aan het werk zijn gegaan in de mijnen
van Pees, dichtbij de grens met Joegoslavië.
De streek van Pecs is een van de gebieden,
waarin het verzet tegen de regering-Kadar
het hevigste is geweest en er zijn daar nog
een aantal partisanen. Twee weken geleden
werden in dat gebied nog Russische troepen
beschoten.
De nieuwe actie van de regering duidt er
op, dat zij maar een mager succes heeft ge
had met haar „huisbezoek" aan de arbei
ders, met het doel „vrijwilligers" te werven
voor de mijnen uit de toch stilliggende
fabrieken. Eerder had de regering gepro
beerd de steenkoolmijnen van Pees weer
op volle produktiviteit te brengen door
mijnwerkers over te brengen van de ura-
niummijnen in hetzelfde gebied. In enkele
van die uraniummijnen staat bijna 15 meter
water, omdat men de installaties niet op
gang heeft kunnen houden.
Als gevolg van het gebrek aan brandstof
en energie ontvangen alleen nog maar 4000
van de 38.000 arbeiders van de enorme
ijzer- en staalfabrieken van het eiland
Csepel bij Boedapest hun volle loon. On
geveer 17.000 anderen hebben half loon en
de rest verdient zo goed als niets.
De arbeiders op het eiland Csepel zeggen,
dat de toestand in de andere fabrieken in
heel Hongarije „hetzelfde moet zijn".
Alles bij elkaar genomen, gelooft men,
dat Hongarije meer dan 400 miljoen dollar
(ongeveer 1 miljard 100 miljoen gulden)
steun van buiten nodig heeft om de kapot
geslagen economie weer overeind te helpen.
Uit welingelichte kringen verneemt men,
dat Kadar niet veel hoop heeft, die hulp
van „vriendschappelijk gezinde" landen
te krijgen zoals Rusland en de andere
volksdemocratieën.
Zonder een reusachtige hulp van buiten
af schijnt Hongarije gedoemd te zijn tot
massa-werkloosheid, inflatie en hongers
nood.
Naar in Wenen aangekomen reizigers uit
Boedapest berichten, hebben bladen te
Boedapest gemeld, dat de Hongaarse
vredesraad heeft aangedrongen op terug
trekking van de Sovjet-strijdkrachten uit
Hongarije.
Verwoestingen in Kiev?
Deze reizigers deelden voorts mee, dat in
Hongarije wordt gezegd, dat er onrust
heerst in een aantal Sovjet-steden, in het
bijzonder in Kiev. Een Hongaar, die on
langs uit de Sovjet-Unie was teruggekeerd,
had gezegd, dat Kiev er erger uitziet dan
Boedapest.
Volgens radio-Boedapest is de solodanse
res Dora Csinadi van de Hongaarse staats-
opera uit Wenen, waar zij enige weken
geleden om politiek asiel had verzocht,
naar Boedapest teruggekeerd. Bij haar
terugkeer zei zij te hopen in de toekomst
meer vrijheid te hebben en in de gelegen
heid te worden gesteld terug te keren naar
Oostenrijk voor de uitvoering van een con
tract, dat zij met de Weense staatsopera
heeft gesloten.
Radio-Boedapest heeft donderdag ge
meld, dat de gewone Hongaarse rechtban
ken, na een onderbreking van ruim twee
maanden, van 15 januari af weer normaal
zullen werken.
Het Hoge Commissariaat voor de Vluch
telingen te Genève heeft donderdag be
kendgemaakt, dat de Joegoslavische rege
ring het Hoge Commissariaat heeft ver
zocht om financiële of andere hulp voor de
Hongaarse vluchtelingen in Joegoslavië.
Nog altijd komt een aanzienlijk aantal
Hongaren over de grens, aldus de regering
te Belgrado. Het Hoge Commissariaat heeft
de Joegoslavische regering geantwoord, dat
het bij verschillende regeringen stappen
heeft ondernomen om aan het verzoek te
kunnen voldoen.
nemers in de Hongaarse hoofdstad heeft
Volgens westelijke diplomaten en waar-
Kadar een beroep op de leidende economen
van het land gedaan, om ongeacht hun
politieke overtuiging, een economisch plan
te ontwerpen, volgens hetwelk het land
weer op de been kan worden gebracht.
Het enige Boedapester avondblad, Esti
Hirlap, voorspelde de terugkeer van de
particuliere onderneming.
United Press vernam in Boedapest dat
premier Kadar op Nieuwjaarsdag een ver
klaring zal uitgeven, waarin de grote lijnen
zullen zijn aangegeven voor de politieke
„verbreding" van de Hongaarse regering.
LONDEN (AFP) Het Dusseldorpse
Handelsblatt schriijft: „Een van de eerste
gevolgen van de rebellie in Oost-Europa
tegen de Russische overheersing is het ver
val van de roebelzone. De Sovjet-Unie zal
zich van nu af aan meer moeite moeten
geven deviezen te verkrijgen, omdat zij zich
minder dan voorheen kan verlaten op de
roebelbloklanden. Volgens gezaghebbend
financiële kringen te Londen is dit de voor
naamste reden van de grote Russische
goudverkopen in Europa, waardoor de
Sovjet-Unie zich ponden sterling wil ver
schaffen.
De roebelzone kwam tot stand en kreeg
steeds vaster voet in de Oosteuropese lan
den. Ieder land moest voor zijn valuta een
willekeurige roebelkoers vastleggen en alle
internationale betalingen der ledenlanden
moesten in roebels geschieden. De Bank
te Moskou lichtte een pool voor buiten
landse deviezen op.
Men exporteerde zoveel mogelijk naai
de kapitalistische landen, terwijl de wes
terse landen, die zich aan de zwarte stra
tegische goederenlijst moeten houden,
slechts beperkt leveren konden. Thans
wordt het blijkbaar anders. De Polen onder
handelen nu geheel onafhankelijk van
Moskou over een nieuw handelsverdrag
met Groot-Brittannië en willen ook met
andere landen dergelijke verdragen sluiten.
Het verval van de roebelzone is onver
mijdelijk nu de economische politiek van
Moskou een verandering ondergaat. De
communistische landen moeten, willen zij
over meer consumptiegoederen de beschik
king krijgen, zich wel op het westen oriën
teren. Dit zou betekenen, dat de satelliet
staten niet alleen alle deviezen nodig heb
ben. doch ook kredieten.
Daardoor zou de Sovjet-Unie gedwongen
worden, haar goudreserves aan te spreken,
evenals in de periode toen Malenkov pre
mier was.
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
Maak van uw regenjas
een winterjas
Inknoopvoering 20.23.50, 32.50
Voering gratis inzetten
Gen. Cronjéstr. 40-44, H'lem - Tel. 15438
(Van onze correspondent in Washington)
Nehroe, de vredes-apostel uit India, is
een man die fel en driftig kan worden en
zijn stemmingen niet pleegt te verbergen.
Dat heeft men in Amerika gemerkt tijdens
zijn bezoek in 1949. De hoofdzaak van
Nehroe's jongste bezoek aan de Verenigde
Staten was een lang gesprek met president
Eisenhower en het welslagen van de reis
hing er in hoge mate van af of de twee
staatslieden elkaar zouden verstaan. Alles
wijst er op dat Nehroe aangename herin
neringen zal behouden aan de dag, die hij
met Eisenhower in diens boerderij te Get
tysburg heeft doorgebracht. Toen Nehroe
op een persconferentie te Washington sprak
over de beschouwelijke conversatie met het
Amerikaanse staatshoofd, was hij over de
aard van die gesprekken kennelijk voldaan.
Hij merkte op, dat de Amerikaanse politiek
niet zo star is als hij had gedacht. Nehroe
is het niet in alles met Washington eens,
met name niet zijn houding jegens China,
maar compromissen lijken hem niet on
mogelijk. Hoewel hij geen boodschap van
Peking overbracht, heeft hij toch te ver
staan gegeven, dat communistisch China
van Washington enige concessies verlangt.
Men moet het niet uitgesloten achten, dat
Washington tot geringe concessies bereid
zal zijn. Men kan bijvoorbeeld aan een
verlichting van het handelsembargo of aan
opheffing van het reisverbod voor Ameri
kaanse journalisten naar China denken.
Indien China dan de resterende tien Ame
rikaanse gevangenen vrijlaat, zou men
kunnen spreken van een verbetering der
betrekkingen. Zij, die gehoopt hadden, dat
Nehroe in dit stadium bereid zou zijn, zijn
invloed op Nasser te doen gelden ter rege
ling van de vaart door het Suezkanaal en
voor betere betrekkingen tussen Israel en
de Arabische wereld, zullen teleurgesteld
zijn. Nehroe acht daartoe de tijd niet rijp.
De „mysterieuze man in het midden" staat
in het conflict tussen Israel en de Arabi
sche landen meer aan de mohammedaanse
kant.
Nehroe is optimistisch over de gang van
zaken in Rusland. De ontwikkeling naar
meer vrijheid acht hij niet te stuiten of
weer ongedaan te maken. Nehroe verwacht
in de communistische landen geen parle
mentaire democratie, maar hij vindt ook
andere vormen van democratie aanvaard
baar.
Men heeft de indruk, dat Eisenhower met
zijn gast ook over de ontwapening gespro
ken heeft: Nehroe blijkt de mening toege
daan, dat de partijen in dit opzicht „merk
waardig dicht bij elkaar" staan.
Zijlweg 49 Tel. 14441 - Haarlem
AANVANG NIEUWE CLUBS JANUARI INSCHRIJVING DAGELIJKS
(Van onze correspondent te Parijs)
Wanneer, na het huidige reces, het
Franse parlement op 15 januari opnieuw
bijeenkomt, zal premier Guy Mollet bijna de
eerste verjaardag van zijn regering kunnen
vieren. De gemiddelde levensduur van de
regeringen heeft onder de vierde republiek
de negen maanden niet overschreden. Die
van Mollet heeft dus lang stand gehouden,
maar de algemene indruk is thans, dat de
wacht wel eens zou mogen worden afge
lost. Dat de secretaris-generaal der Franse
socialistische partij Mollet nog steeds in
het zadel zit, dankt hij minder aan de
geestdrift die zijn beleid zou opwekken,
dan aan het feit dat de huidige politieke
constellatie in het parlement geen rege
ring denkbaar maakt, waarin de socialisten
niet de eerste viool zouden spelen.
De regering Mollet werd in het begin
van 1956 (na de vervroegde verkiezingen)
gebaseerd op het „republikeinse front", dat
hoofdzakelijk uit socialisten, radicalen en
linkse Gaullisten bestond en dat zich in
de stembusstrijd niet al te slecht gehouden
had, zonder overigens een onmiskenbare
zege te boeken.
Met het vertrek van de radicale leider
Pierre Mendès-France uit de regering in
de zomer, heeft ook het republikeinse
front het loodje gelegd en bij verschillende
belangrijke stemmingen in het parlement
namen de rooms-katholieken van de M.R.
P. en de (conservatieve) onafhankelijken
de plaats van de Mendès-radicalen in. Het
is dan ook niet geheel te verwonderen, dat
die twee, rechts georiënteerde, groepen de
premier al verscheidene maien hebben
laten weten, dat zij de politiek van deze
regering in de toekomst willen blijven
steunen, in ruil voor een paar comfortabele
zetels in het kabinet.
De ervaring heeft geleerd, dat een kabi
netsherziening zelden een duurzaam effect
heeft, en tot dusver heeft Mollet de aan
drang kunnen weerstaan. De slijtage van
zijn ploeg kan echter spoedig een zodanige
omvang aannemen, dat hij voor het dilem
ma wordt gesteld: herziening of val. En
dan zal Mollet vermoedelijk zijn keuze
wel op de herziening laten vallen.
Nieuwe kans
Indien in dat geval de grootste gemene
deler van zijn (officieel geworden) meer
derheid bepaald moet worden, is de kans
bijzonder groot dat de nadruk op de Euro
pese intregratie zal worden gelegd. Men
dès-France en Mollet, de voornaamste
twee leiders van het vroegere republikein
se front, huldigden en huldigen over de
Europese kwestie nogal uiteenlopende me
ningen en in de verkiezingsstrijd werd dit
programma-punt met bijzondere discretie
naar voren gebracht. Als de definitieve
breuk tussen de radicalen en de socialisten
zich echter zou openbaren door het aftre
den van de ministers van die eerste groep
- en ongetwijfeld van de Gaullisten - zal
Mollet zijn handen vrij krijgen om met de
rooms-katholieken en de conservatieven
in de Europese richting te koersen. De
„reiance européenne" zou voor het volgend
DJAKARTA (ANP) Zes politieambte
naren, „wier naspeuringen leidden tot de
arrestatie van een aantal Nederlanders op
grond van subversieve activiteit", werden
donderdag tijdens een plechtigheid op het
bureau van de staatspolitie in Djakarta
bevorderd. Hun bevordering was een uiting
van waardering „voor hun diensten bij het
opsporen van de subversieve bewegingen
onder leiding van wijlen Leon Jungschla
ger en de vroegere kapitein van het KNII
H. Schmidt".
De bevorderde politie-ambtenaren zijn
Mohammed Junus, Raden Suwoso, Moham
med Enduh, Abdul Munaf, Indra en Mo
hammed Danu.
jaar dan een nieuwe en misschien onge
kende kans van slagen kunnen hebben.
De internationale gebeurtenissen rond
Egypte en Hongarije hebben bovendien
aangetoond, dat de „entente cordiale", de
alliantie tussen Groot-Brittannië en Frank
rijk, in onze dagen geen praktische moge
lijkheden biedt voor een grootse en doel
matige politiek. Bij de jongste kamerde
batten is gebleken, dat steeds meer Franse
politici die waarheid beginnen in te zien.
Vooral de afloop van het Egyptische avon
tuur heeft in dit opzicht vele Franse ogen
geopend.
Een der kundigste technische raadgevers
van de huidige regering, Louis Armand,
directeur-generaal van de Franse spoor
wegen, heeft het denkbeeld geopperd een
standbeeld voor kolonel Nasser op te rich
ten. omdat vooral dank zij zijn actie het
Euronese kamp versterkt is. Het stand
beeld is (nog) niet besteld, maar vele Fran
sen zijn toch wel van oordeel, dat in 1957
de beslissende kruistocht voor het vere
nigde Europa plaats zal kunnen, en moe
ten, hebben.
GOTHENBURG (United Press) De
Zweedse veiligheidspolitie heeft een Rus
sische spion van zijn bed gelicht en opge
sloten. Het is de zestigjarige ingenieur
George Englund, die in Rusland is geboren
en al negen jaar in Zweden woont. Hij was
in dienst bij een fabriek van scheepsmoto
ren en radar-apparatuur in Gothenburg.
De veiligheidspolitie hield zijn flat al
maanden met telelenzen in de gaten. Toch
heeft men maar weinig bewijzen tegen
hem gevonden. Voorlopig wordt hij be
schuldigd van spionage in 1952. Zijn zaak
zal achter gesloten deuren worden behan
deld. Englund heeft zijn technische oplei
ding gehad aan de universiteit van Moskou.
Zijn spionage had betrekking op het
Zweedse radarnet, evenals die van de
Zweed Ericsson, die in augustus tot 12 jaar
dwangarbeid werd veroordeeld. Dit wordt
de vierde spionagezaak binnen drie jaar.
De Zweedse regering heeft al herhaaldelijk
in Moskou geprotesteerd tegen de Russi
sche spionage-activiteit. Voor Englund naar
Zweden kwam, was hij bij een spionage-
geval betrokken in Finland.
Uit de laatste weekstaat van de Neder-
landsche Bank in het oude jaar blijkt, dat
de banken slechts met kunst en vliegwerk
hun vereiste gemiddelde peil hebben kun
nen aanhouden. Het heeft hun heel veel
moeite gekost om hun saldo's bij de cen
trale bank te verbeteren van 287 tot 347
miljoen Zij hebben daartoe hun toevlucht
moeten nemen tot de dure voorschotten.
De laatste ultimo van het jaar pleegt
zwaar te zijn. Er komt veel geld in omloop
en derhalve valt het nog betrekkelijk mee
dat de circulatie van bankbiljetten met
ongeveer 140 miljoen is toegenomen en
boven de 4 miljard is gestegen. Dit is
echter niet het hoogste punt van het jaar,
want dat viel eind juli met een ehartale
geldhoeveelheid van ƒ4140 miljoen.
Kennelijk zijn bij de schatkist minder
belastingen binnengevloeid dan in de
vorige weken. Het saldo van de schatkist
is gedaald van 243 miljoen tot 190 mil
joen. Met convertibele deviezenbedrag is
gedaald van 167 miljoen tot 149 miljoen
en het dekkingspercentage goud en devie
zen van 68,32 tot 65,12. De netto deviezen
reserve is verminderd met 12 miljoen,
waardoor goud en deviezen tezamen nu be
lopen 3974 miljoen, tegenover 4685 mil
joen op de eerste weekstaat van dit jaar.
ADVERTENTIE
ALS MEN DE EFFECTENBEURZEN als
een graadmeter ziet van de economische
toestand, de nationale welvaart en de ver
wachtingen voor de toekomst, dan is het
jaar 1956 ontegenzeggelijk een teleurstel
ling geweest. Na de snelle en krachtige
opgang van het economisch leven in de
jaren 1953-1955, werd aan het einde van
dit jaar geconstateerd dat 1955 de ver
wachtingen had overtroffen en dat voor
1956 met een vertraging van het industriële
ontwikkelingsproces moest worden reke
ning gehouden. Dit is ook inderdaad het
geval geweest. De industriële produktie is
ook in het afgelopen jaar vooruitgegaan,
de cijfers van de buitenlandse handel zijn
weer hoger dan die van het voorgaande
jaar, maar het tempo van de ontwikkeling
is aanmerkelijk vertraagd, hetgeen op zich
zelf beschouwd niet verontrustend is, om
dat de opgang moeilijker wordt naarmate
men hoger moet klimmen. Ook op het einde
van 1956 beweegt de economische bedrij
vigheid zich in ons land op een hoog
niveau, dat de laatste tijd echter geremd
wordt door een tekort aan werkkrachten.
Er hebben zich in de loop van 1956 echter
enkele verschijnselen voorgedaan, welke
voor de gewenste toeneming van de natio
nale welvaart een bedreiging vormen. De
invloed hiervan is in niet geringe mate
versterkt door de gebeurtenissen rondom
het Suezkanaal, doordat dit eind juli door
de Egyptische regering (Nasser) werd ge
nationaliseerd en de vaart door dit kanaal
voor de wereldhandel van zo grote beteke
nis, begin november moest worden stop
gezet. De dreiging van een derde wereld
oorlog heeft uiteraard ook tot het slechtere
klimaat op de beurzen bijgedragen, maar
ook nu de internationale toestand op dat
punt wat gunstiger wordt beoordeeld, is
tot dusver van een krachtig herstel geen
sprake, zodat het nieuwe jaar met meer
vraagtekens eindigt dan waarmee het is
begonnen.
Als wij de Amsterdamse effectenbeurs
aan het einde van dit jaar laten spreken,
valt een niet onbelangrijke vermindering
van het Nederlandse effecten-vermogen te
constateren, waarvan de volgende cijfers,
betrekking hebbende op alle ter beurze
verhandelde aandelen, een duidelijk be^ld
geven:
30 dec. 30 dec. 31 juli 30 nov
1954 1955 1956 1956
(in miljoenen guldens)
Intern, fondsen 8469 10.663 12.584 10.342
Industrie 1765 2.189 2.339 2.011
Scheepvaart 507 667 714 664
Banken 644 828 742 616
Diversen 285 370 382 353
Indon. fondsen 873 1.040 995 797
Alle aandelen 12.543 15.757 17.756 14.783
Was er dus in het jaar 1955 een waarde
stijging voor de aandelen van c.a. 3.2
miljard en tot 31 juli een verdere vooruit
gang van 2 miljard, sinds laatstgenoem
de datum is de beurswaarde van de aan
delen met niet minder dan 3 miljard
achteruitgegaan en op 30 november j.l. was
die beurswaarde c.a. 1 miljard lager dan
op het einde van het vorig jaar. Opvallend
is hierbij welk een groot en dominerend
aandeel de z.g. internationale fondsen in
de waarde van het totale aandelenvermo-
gen innemen. Ultimo november bedroeg de
beurswaarde van de internationale aan
delen niet minder dan 70 percent van het
totaal, waarbij het kapitaal van de Konink
lijke van meer dan 1 miljard nominaal
uiteraard een overheersende rol speelt. Al
leen de beurswaarde van dit kapitaal be
draagt reeds 7V2 a 8 miljard, waarbij
in aanmerking moet worden genomen dat
het vermoedelijk reeds voor meer dan de
helft in het buitenland wordt gehouden.
Ook bij de beoordeling van de waardever
mindering sinds 30 december 1955 en 31
juli 1956 moet hiermee rekening worden
gehouden, ook al zijn de aandelen Konink
lijke procentueel van de internationale
aandelen per saldo het minst gedaald.
DE WAARDEVERMINDERING op de
aandelenmarkt houdt niet zozeer verband
met een vermindering van de economische
activiteit, dan wel met enkele nevenver
schijnselen, welke wij in de loop van dit
jaar meer dan eens hebben belicht. Het
meest opvallend is wel de aanzienlijke
achteruitgang van de goud- en deviezen
voorraad bij de Nederlandsche Bank en de
hiermee verband houdende achteruitgang
van de Nederlandse betalingsbalans en de
nog steeds niet tot staan gekomen stijging
van de rentestand.
Was de goud- en deviezenvoorraad begin
1956 nagenoeg gelijk aan die van begin
1955, n.l. 4755 miljoen, thans is ze tot c.a.
4.1 miljard gedaald, een achteruitgang
dus van rond 650 miljoen. Was er op de
lopende rekening van de betalingsbalans
in 1955 nog een overschot van rond 300
miljoen, voor het lopende jaar wordt het
tekort op 500 a 600 miljoen geraamd,
terwijl een overschot van rond 500 mil
joen voor de handhaving van onze mone
taire en financiële positie tegenover het
buitenland noodzakelijk wordt geacht. Het
wisseldisconto van de Nederlandsche Bank
is dan ook in de loop van 1956 tot driemaal
toe verhoogd, van 2V2 tot 3% pet., in over
eenstemming trouwens met de stijging van
de rentestand in de meeste andere landen.
Engeland heeft het disconto reeds van juni
1954 af verhoogd en staat nu op 5l/a pet.,
West-Duitsland kwam van juni 1954 van
3 op 51/2 pet, in augustus j.l., waarop in
september een verlaging tot 5 pet. is ge
volgd. België heeft het disconto dit jaar
tot voor kort kunnen handhaven, maar het
deze maand tot 3x/a pet. verhoogd en ook in
de V. S. is het sinds medio 1955 van IK tot
3 pet. gestegen. Alleen het kapitaalrijke
Zwitserland handhaaft het op IV2 pet.
BEPALEN WIJ ONS tot de toestand in
Nederland, dan zien wij een verdere toe
neming van de buitenlandse handel, welke
in 11 maanden 23 miljard heeft bedragen
tegen 2OV2 miljard in die periode van
1955, maar van deze stijging met rond
2V2 miljard komt niet minder dan 1.8
miljard op rekening van de import en
slechts 700 miljoen op die van de export.
Houdt men rekening met de prijsstijging,
welke in de loop van 1956 is ingetreden,
dan is er bij de Nederlandse export van
een vooruitgang nog nauwelijks sprake.
Dat dit een ernstig verschijnsel is wordt
duidelijk als men bedenkt dat de Neder
landse export voor de ontwikkeling van de
betalingsbalans thans van veel groter be
tekenis is dan voor de oorlog. Met voldoe
ning mag worden geconstateerd dat Neder
land zich na de oorlog in vrij snel tempo
van de oorlogsgevolgen heeft hersteld en
het verlies van Nederlandsch-Indië, dat
destijds 10 15 pet. tot het nationaal in
komen bijdroeg, is te boven gekomen. In
1938 hadden wij in Nederlandsch-Indië en
elders grote kapitaalbeleggingen - bespa
ringen van vroegere jaren - zodat de kapi
taalopbrengsten 21 percent van de ontvang
sten op de betalingsbalans uitmaakten. In
1955 was dit percentage nog slechts 5 pet.,
maar dit verlies is grotendeels goedgemaakt
door de stijging van onze exporten, welke
in 1938 64 pet. en in 1955 74 pet. van de
totale ontvangsten bedroegen. Ook de op
brengst van de dienstverlening (scheep
vaart, assurantie, e.d.) ging van 15 tot 21
pet. vooruit. Maar het leeuwendeel lag en
ligt toch in de export, hetgeen grotendeels
is toe te schrijven aan de sterke industria
lisatie. Want terwijl in 1938 industriële en
agrarische produkten beide c.a. 50 pet. van
de totale uitvoer uitmaakten, is in 1955 het
cijfer van de industriële produkten tot
66 pet. opgelopen, dat van agrarische pro
dukten tot 33 pet. gedaald.
Het is dus geen wonder dat men zowel
in regeringskringen als in het bedrijfs
leven thans aan de ontwikkeling van de
Nederlandse export zo grote aandacht
schenkt en met zorg constateert dat, ter
wijl de Nederlandse invoer gedurende de
eerste 11 maanden van 1956 met 1836
miljoen is gestegen, de vooruitgang bij de
export niet meer dan 703 miljoen be
droeg. Enerzijds een stijging van c.a. 17
pet., anderzijds van 7V2 pet., welke laatste
vooruitgang als gezegd nagenoeg geheel
verdwijnt als men met de prijsstijging
rekening houdt.
EEN ANDER BEDENKELIJK symptoom is
dat de stijging van de import voor een veel
groter deel betrekking heeft op de con
sumptie-artikelen dan op grondstoffen en
halffabrikaten. Vandaar de beperkings
maatregelen van de regering op het voet
spoor van de S.E.R., dat thans door voor
aanstaande economen al weer als veel te
optimistisch wordt beschouwd. Prof. S.
Posthuma, directeur van de Nederlandsche
Bank, keert zich vooral tegen de voorge
stelde investeringsbeperking en de te ge
ringe consumptiebeperkingen, welke vol
gens hem niet tot een beperking van de
koopkracht, maar slechts tot een vermin
dering van de vermeerdering van de koop
kracht zullen leiden. Het evenwicht tussen
verbruik en besparingen is verbroken en
als men deze verstoring onderschat, gelijk
volgens prof. Posthuma thans het geval is,
zullen zich allicht financiële moeilijkheden
en faillissementen voordoen, gelijk trou
wens reeds het geval is.
In het licht van het bovenstaande staan
wij dus bij het begin van 1957 voor de
noodzaak van een verdere inperking van
de consumptie en een verdere vergroting
van de produktie, welke aan de export ten
goede moet komen en de handelsbalans en
de betalingsbalans weer in het gewenste
evenwicht moet brengen.
Hier komt nog een belangrijke factor bij,
n.l. dat zich in de komende jaren in de
bevolkingsstructuur een zodanige wijziging
zal voltrekken dat de totale bevolking snel
ler zal stijgen dan het aantal tewerkgestel-
den, m.a.w. de groep van de niet-werkende
bevolking groeit procentueel sterker dan de
groep, die aan het produktieproces deel
neemt. Thans is c.a. 8V2 pet. van de be
volking boven 65 jaar, over 25 jaar zal dat
tenminste 11 pet. zijn. Om het welvaarts
niveau op peil te houden zal de arbeids-
produktiviteit dus moeten stijgen en in
versneld tempo als de levensstandaard
verder wordt verhoogd en de arbeidsweek
ingekort. Vandaar het thans van meer dan
één kant gesignaleerde gevaar van een
investeringsbeperking, welke tot vermin
dering van de produktie en de arbeids-
produktiviteit moet leiden. De welvaarts
verdeling, waardoor 1956 zich heeft geken
merkt, kan dus licht een gevaar voor de
welvaart worden.
En zo komt 1957 met de opgaaf: meer
creëren - minder verteren.