Explosieve situatie op
Noord-Sumatra
Driekoningenavond" van Shakespeare
nu onder regie van Cees Laseur
Improvisatieconcert op het
orgel van Cavaillé-Coll
KUNST UIT URUGUAY IN AMSTERDAM
Communisten bewapenen arbeiders;
derde regiment neemt stelling in
VRIJDAG 4 JANUARI 1957
5
Voor Ri jksmuseum was
1956 het beste iaar
Sibelius ernstig ziek?
Huldiging Theo van der Bijl
8 januari
Uitslag prijsvraag voor
carnavalslied 7 januari
Lotte Goslar maandag
in Minervatheater
„Uit Koninklijk Bezit"
Dag der Verzamelaars
Prins Bernhard weer naar
Nederland
Laatste dag
Algerijnen zijn bereid tot
onderhandelingen
Zes Europeanen gedood
bij overval op trein
„Driekoningenavond" (Twelfth Night) is zeker sinds de jaren
can Royaards misschien wel het meestgeliefde en waarschijnlijk
het meestgespeelde stuk van Shakespeare in ons land. Wie uit
eigen ervaring nog niet mocht weten welk een heerlijk blijspel
dit is, kan zich daar thans van overtuigen dank zij de Haagse
Comedie, welk gezelschap op nieuwjaarsdag voor het eerst de
feestelijke montering ervan onder leiding van Cees Laseur aan
een terecht geestdriftig publiek heeft laten zien.. Men kan dan
tevens de nieuwe vertaling beluisteren, die door Gerard Messe-
laar werd vervaardigd: spiritueel en spitsvondig, met enkele
innemende vrijpostigheden, met een op het eerste gehoor tref
fend behoud van de gevoelswaarden ook in de dichterlijke of
spottende woordspelingen. Ondanks enkele zeer zwakke plek
ken in de rolbezetting wordt er over het algemeen met begrip en
bekwaamheid, in vele scènes zelfs briljant toneelgespeeld. De
meeste der tekortkomingen kan men, kan ik althans, gemakke
lijk vergeven. Op een wonderlijke manier v'oelt men zich onder
Shakespeare's geniale bekoring bij deze voorstelling jong en
gelukkig, deelnemer en toeschouwer tegelijk, zoals ook op de
planken een dubbelspel met de werkelijkheid wordt bedreven.
Hoe merkwaardig eigenlijk dat er in de ruim driehonderd
vijftig jaar, waarin de wereld herhaaldelijk van gezicht veran
derde, geen volmaakter blijspel is geschreven. Onder het aan
schouwen ervan moet zelfs de meest gedegen Shakespearekenner
alle wetenschap vergeten, die hij ooit over „Driekoningenavond"
verzameld heeft, om na afloop te beseffen dat deze sprookjes
achtige komedie boordevol raadselen zit als het leven zelf,
waarop men nooit raakt uitgekeken en uitgestudeerd. John
Masefield heeft eens gezegd, dat dit het enige stuk is dat hij een
weeklang iedere avond zou willen meemaken, zelfs in een Lon-
dens theater en ik kan. die wens beamen. In. de beide eerste
zinnen worden de twee thema's gepresenteerd: de muziek als
voedster der liefde en de bestraffing met verblinding van ma
teloosheid der gevoelens, die de dichter modulerend in alle toon
soorten ontwikkeld heeft tot een stralende compositie, achter
het in grilligheid bekoorlijke uiterlijk waarvan hij de verwik
kelingen van. zijn persoonlijkheid verborg, hiervan echter vol
doende te vermoeden gevend om onze fantasie tot denken te
stimuleren. Zo zijn de speculaties in de wereld gekomen over de
diepere betekenis van de travestie en de nauwelijks verhulde
of ondubbelzinnige uitweidingen over de
gedemonstreerde vriendschapsbetrekkin
gen.
Er kan in een dagbladrecensie geen
sprake zijn van psychologische verkennin
gen. De voorstelling gaf daar ook geen
bijzondere aanleiding toe. De toeschouwer
krijgt geen uitgesproken visie opgedron
gen. al wordt er anderzijds geen poging ge
daan een mogelijke uitleg te verhinderen.
Men. heeft eenvoudig en met goede smaak
de richtlijnen van. de tekst uitgewerkt in
levende materie. Maarf ook hier geldt wat
Nij.hoff schreef: „er staat meer dan er
staat, kijk maar. Ik geloof dat dit een
zeer verstandige opvatting van Cees La
seur is geweest (als ik zo vrij mag zijn
diens onomschreven bedoeling aldus te in
terpreteren). Ieder kan n.u zijn eigen con
clusies trekken over het voortduren van
misverstanden en de blijvende noodzaak
van „vermommingen" na de conventionele
verzoening van alle conflicten aan het wel
luidende slot.
Genoeg toespelingen evenwel op de sym
boliek in wat toch in. eerste instantie be
doeld is als een vrolijk divertissement.
Maar dit spel voor Driekoningenavond (en
voor iedere andere dag van het jaar, zo
als de vertaler in zijn voorwoord blijmoe
dig opmerkt) is nu eenmaal een bonte re
vue van. variaties der zinsbegoocheling, die
al begint als de tweelingen. Viola en Se-
bastiaan als schipbreukelingen, elk de an
der verdronken wanend, terecht komen op
het eiland Illyria, waar de verwarring snel
toeneemt, vooral door het snode toedoen
van, een paar zonderlinge drinkebroers,
een nar en een gezelschapsdame. Op een
oud Italiaans stramien zijn de fantastische
bloemen, der plaatsvervangende liefde ge
borduurd. Vrijwel alle betrokkenen ver
gissen zich in de aard en het object van
hun genegenheid, totdat na vele verwikke
lingen- de dingen hun, natuurlijke loop ne
men of lijken, te nemen,. Dat laatste is
echter een vraag, die men zich pas stelt als
het uitbundige amusement is bedaard.
Maar goed, wij moeten de realiteit van het
stuk aanvaarden.. En, die wil dat de mensen
genezen worden, van misleidende dagdro
men, van toegeven aan ongemotiveerde
droefgeestigheid, aan zelfverheerlijking,
enzovoorts.
Die realiteit heeft nog een andere kant
en het samengaan daarvan met de lyrische
gedeelten mag een verrukkelijk mirakel
van toneelschrijfkunst heten: de luidruch
tige drinkgelagen van de grove jonkers
met hun platvloerse humor, hun voile ma
gen en lege hoofden. Het behoort tot de
overdrijving uit de tijd der romantiek om
aan deze figuren een opzettelijke tragische
allure te willen, verlenen. In de vorige
eeuw werd „Driekoningenavond" vaak on
der de titel „Malvolio" opgevoerd, naar de
ingebeelde, zichzelf voor een begerens
waardig toppunt van, volmaaktheid hou
dende hofmeester van die naam, die nu
door Albert van Dalsum (zonder de herin
nering aan Paul Huf in een destijds door
hem geregisseerde vertoning te kunnen
verdrijven) als een parmantige kalkoen
werd belichaamd, onweerstaanbaar lach
wekkend in de terecht vermaarde tuin-
scène met de bedriegelijk op zijn ijdelheid
afgestemde brief, maar ook overigens door
zijn potsierlijke deftigheid binnen de gren
zen van het blijspel bewonderenswaardig.
Luc Lutz was als Andries Wangewee (bij
Burgersdijk heette hij Bibberwang)
clownesk zonder meer en dat leek mij vol
doende, al mocht men iets meer persoon
lijkheid onder de naar buiten tredende
In maart waarschijnlijk expositie
gewijd aan De Ruyter
Het Rijksmuseum heeft in geen van zijn
eenenzeventig bestaansjaren een zo groot
aantal bezoekers geteld als in het afge
lopen jaar, het jaar van de Rembrandt-
tentoonstelling. In 1956 zijn zevenhonderd-
zesenveertigduizend-achthonderd-tweeën-
negentig personen de tourniquets gepas
seerd.
In 1955 was dit aantal 489.590.
De museumdirectie stelt pogingen in het
werk en hoopt er in te slagen in het ko
mende voorjaar een grote tentoonstelling te
wijden aan de Nederlandse zeeheld Michiel
Adriaenszoon de Ruyter, die op 24 maart
1607 dus driehonderdvijftig jaar ge
leden in Vlissingcn werd geboren.
STOCKHOLM (U.P.) In de grote och
tendbladen, die in Stockholm verschijnen,
wordt vandaag bericht, dat de Finse com
ponist Jean Sibelius na een hartaanval
ernstig ziek ligt. De berichten over Sibe
lius' ziekte waren afkomstig uit Helsinki.
De dochter van Jean Sibelius, mevrouw
Katarina lives, heeft vanmorgen echter
verklaard, dat de berichten over de ge
zondheidstoestand van haar vader vals zijn.
eigenaardigheden verwachten. Wat stereo
tiep, maar zeer komisch was de Tobias
Risp van Jan Retèl als een goedmoedige
boerse schoft, om een, kenschets van, Ham
let te lenen. Bij dit drietal voegde zich een
prima kamenier van Ida Wasserman.
Buiten, de schuld van de jonge acteur
Bas ten Batenburg, die ervan, maakte wat
binnen zijn vermogen lag, was de nar Feste
het zwakke punt van deze voorstelling.
Zo'n figuur moet een door het harde leven
tot ridder van de dwaasheid geslagene
zijn, een proefondervindelijk gerijpte geest
om met de breekbare denkbeelden van
waan en wijsheid te kunnen jongleren. Om
onverklaarbare redenen werd bovend'en
de muzikale en zangerige motivering
(composities van Jurriaan Andriessen) tot
iets bijkomstigs teruggedrongen en wegge
werkt. Te vaag bleven verder Jan van der
Linden, als de zeekapitein, en Frans Vorst
man als Fabio, helder en veroverend was
Coen Flink als Sebastiaan.
Gijsbert Tersteeg was de in welspreken
de zuchten zijn, litteraire liefde belijdende
renaissanceprins, mooi van dictie, maar
met weinig emotionele schakering. Enny
Meunier was heel bekoorlijk als de zon
der reden geposeerd melancholieke Olivia,
te boeiender naarmate haar amoureuze ac
tiviteit toenam. De beste creatie heb ik
voor het laatst bewaard: de Viola-Cesario
van Elisabeth Andersen,, een betoverende
verschijning, met een voortdurende uit
straling van vrouwelijkheid onder haar
doorzichtige vermomming, maar boven
dien en daardoor onderscheidde zij zich
van al haar voorgangsters, die ik in deze rol
heb gezien -met een luchthartige drang
naar het avontuur, geheel opgaand in de
speelse situatie en, zonder de ernst van haar
gevoelens voor Orsino te verloochenen de
zorgen overlatend aan de tijd. De kunst
der poëzie werd bij haar als vanzelfspre
kend, tot gracieus geleide natuur.
Harry Wich moet zonder voorbehoud ge
prezen worden om zijn, prachtige kostuums.
Zijn voorbeeldig beschilderde schuifcou-
lissen hadden misschien een te preten
tieuze eenvoud, waardoor zij van de weer
omstuit te nadrukkelijk als décors aande
den ten koste van de illusie. De elders tot
vervelens toe gebruikte transparanten
waren hier zinrijker geweest en hadden
waar nodig ook meer beslotenheid moge
lijk gemaakt. Ondanks al deze kleine en
grote aanmerkingen moet ik echter her
halen: sla deze „Driekoningenavond" niet
over, want het is een zeldzame belevenis.
David Koning
Enny Meunier met Albert van Dalsum
(als Malvolio) en Bas ten Batenburg
(de nar) in Driekoningenavondvan
Shakespeare onder regie van Cees
Laseur bij de Haagse Comedie.
N.Ph.O. werkt mee aan het
eestconcert
De huldiging van de dirigent Theo van
der Bijl met een uitvoering van „De
Jaargetijden" door de Koninklijke Christe
lijke Oratoriumvereniging „Excelsior" en
het r.k. Hoofdstadkoor ter gelegenheid van
de zeventigste verjaardag van deze diri
gent is vastgesteld op 8 januari in het Am
sterdamse Concertgebouw. De jubilaris
leidt het concert waarvan met de genoem
de zangkoren medewerken het (versterkt)
Noordhollands Philharmonisch Orkest en,
als solisten, Heieen Verkley, sopraan, Ton
Brand, tenor en Herman Schey, bas.
De Regionale Omroep Zuid heeft onlangs
een prijsvraag uitgeschreven voor een
Limburgs carnavalslied,. Er werd een lied
gevraagd, dat gezongen kan worden bij ge
zamenlijk optreden van carnavalisten uit
vepchillende „vorstendommen"- en „prijjs.-.
dommen" in het gewest. Het lied moet ge
schreven zijn in een Limburgs dialect en
eventueel vertaald kunnen worden in
plaatselijke Limburgse dialecten. Er waren
op nieuwjaarsdag, de sluitingsdag, eenen
dertig liederen door de Regionale Omroep
Zuid ontvangen. De uitslag wordt bekend
gemaakt op 7 januari.
Lotte Goslar zal niet, zoals wij gisteren
in onze rubriek „Agenda voor Haarlem"
vermeldden, vanavond in het Minerva
theater te Heemstede optreden. Zij zal
maandagavond 7 januari met haar ensem
ble op de planken van het Heemsteedse
theater verschijnen.
In mei van het vorige jaar opende koningin
Juliana in het Centraal Museum te Utrecht
de tentoonstelling „uit Koninklijk bezit".
Oorspronkelijk lag het in de bedoeling van
de organisatoren, deze expositie tot 15 juli
voor het publiek toegankelijk te stellfh. De
belangstelling was echter zo groot, dat de
sluitingsdatum tot 15 augustus werd ver
schoven.
Deze dagen hebben de heer E. Lagerwey,
voorzitter van het tentoonstellingscomité en
mej. dr. M. Elisabeth Houtzager, directrice
van het Centraal Museum, op het Huis ten
Bosch aan de Koningin,het batig saldo van
deze tentoonstelling, overhandigd. In overleg
met de Nederlandse Federatie voor vluch
telingenhulp en het Hoge Commissariaat
voor vluchtelingen der Verenigde Naties,
heeft de koningin goedgevonden dat deze
som wordt bestemd voor bejaarde vluchte
lingen, die reeds enige jaren in Nederland
asiel hebben gevonden.
Zondag wordt in de Koopmansbeurs
(Damrak hoek Oudebrugsteeg) ter gelegen
heid van de eerste „Dag der Verzamelaars"
op initiatief van de Nederlandse Vereni
ging „De Verzamelaar" een nationale ten
toonstelling annex ruilbeurs gehouden.
Talrijke collecties antiek speelgoed, luci
fersmerken, sigarenbandjes, suikerzakjes,
postzegels, prentkaarten, wanddoeken,
poppen, oorlogsdocumentatie en dergelijke
zullen daar te zien zijn. Terwijl er voorts
gelegenheid is kennis te maken met hon
derden verzamelaars.
Prins Bernhard is na een niet-officieei
bezoek van twee dagen aan Wenen van
morgen om 9 uur met de regerings-dakota
van het vliegveld Schwechat vertrokken.
De Prins bestuurde zelf het toestel.
Bij het vertrek waren op het vliegveld
aanwezig de Nederlandse gezant, dr. Star
Busmann, en de leden van de Nederlandse
legatie.
Prins Bernhard, die tijdens zijn verblijf
in Wenen in hotel Sacher zijn intrek had
genomen, reist rechtstreeks naar Nederland
terug en voegt zich dus niet zoals in zijn
bedoeling lag bij zijn gezin in Sankt
Anton.
DJAKARTA (ANP en Reuter) Vrij
dag is in Djakarta onthuld, dat de com
munisten een aantal bij de communisti
sche vakbond „Sarbupri" aangesloten on
dernemingsarbeiders hebben bewapend.
Het in Medan verschijnende Islamietische
dagblad „Lembaga" meldde, dat tenminste
honderdvijftig ondernemingsarbeiders in
Pematang Siantar in het gebruik van wa
pens werden opgeleid. Deze berichten wer
den van officiële zijde in Medan beves
tigd. Men vraagt zich af waar de commu
nistische partij de wapens vandaan heeft.
Volgens „Lembaga" betreft het hier ar
beiders van enkele ondernemingen in de
omgeving van Pemantang Siantar, dat on
geveer 120 kilometer ten zuiden van Me
dan is gelegen.
Volgens hetzelfde blad zouden troepen
van het derde regiment, dat onder com
mando staat van majoor Samosir, een stel
ling hebben ingenomen op een afstand
van 75 kilometer van Siantar.
Indien dit bericht waar zou zijn, zou dit
betekenen, dat het regiment van. Samosir,
dat in Tapanuli is gelegerd, de grens tus
sen zijn eigen territoir en dat van het
tweede regiment in Noord-Sumatra is
overgestoken. Het tweede regiment is
trouw gebleven aan overste Djamin Gin-
ting, die in opdracht van de centrale re
gering de opstandige commandant van
Noord- en Midden-Sumatra, kolonel Sim-
bolon, heeft afgezet. Het derde regiment
had medegedeeld luitenant-kolonel Ginting
niet te zullen erkennen..
Majoor Samosir, die van Ginting op
dracht had gekregen, naar Medan te ko
men, heeft daaraan, naar vrijdag werd be
kend gemaakt, geen gehoor gegeven. Vol
gens een nieuwsuitzending van radio-Si-
bolga, de hoofdstad van het district Tapa
nuli, zouden vooraanstaande plaatselijke
Vandaag de laatste
reproduktie van een
fragment van een der
meesterwerken in het
Frans Halsmuseum
in Haarlem. Onze
prijsvraag „Speur
tocht naar schilde
rijen" wordt hiermee
voor het laatst onder
uw aandacht gebracht
De termijn van in
zending sluit morgen
5 januari. De volle
dige opgave met om
schrijving en voor
waarden kan men
vinden in Erbij van
zaterdag 15 december.
De orgel-improvisatiekunst is in Haar
lem geen onbekend begrip meer. De lang
zamerhand tot een traditie wordende jaar
lijkse internationale improvisatiewedstrij
den hebben de kunst van het voor de vuist
weg „componeren" in het middelpunt van
de belangstelling geplaatst. De muziekmin-
nende Haarlemmers behoefden dit jaar
echter niet te wachten op het concours in
de zomermaanden. Dankzij de improvisatie
kunst van de stadsorganisten Albert de
Klerk en Piet Kee konden zij donderdag
avond in het gemeentelijk Concertgebouw
reeds in contact komen met de kunst der
muzikale verrassingen en de spanning
ondergaan van een scheppingsproces, dat
de persoonlijke artistieke gerichtheid van
de kunstenaar onmiskenbaar onthult.
Albert de Klerk en Piet Kee hebben
enige tijd voordat dit improvisatieconcert
Het Stedelijk Museum te Amsterdam werkt weer op volle
kracht. Drie exposities tegelijk vragen na die van Chagall en
Léger de aandacht. In de eerste plaats is er de zoveelste tentoon
stelling van kindertekeningen, die een vollediger exposeren van
de eigen collectie weer verhindert. Voor deze expositie
„Begin" genoemd is er echter een excuus. Met deze tentoon
stelling, een pleidooi voor kunstzinnige vorming van kinderen,
uitgaande van de nieuwe Stichting Overleg Musische Vorming,
wordt een bescheiden en gepaste luister aan het tienjarig be
staan van het Prins Bernhardfonds bijgezet. De stichting, een
overkoepeling van verschillende organisaties die zich met
kunstzinnige vorming op alle gebied van de jeugd bezighouden,
meent dat de scheppende bezigheid het meest bepalend is voor
het menszijn en pleit ervoor het begin van een ontplooiing
daarvan bij het kind te stimuleren. Op deze exposities, die tot
10 februari gehouden wordt, kunnen ouders hun kinderen uren
onder deskundige leiding zelf laten werken en worden ook de
monstraties gegeven. Het belang van het werk van zo'n stichting
behoeft, geloof ik geen nader betoog.
De tweede tentoonstelling heet „Spreiding" en duurt eveneens
tot 10 februari. Denk niet dat het gaat om een verslag van werk
in diezelfde richting als de hiervoor genoemde tentoonstelling:
de cultuurspreiding. Onder deze naam zijn verzameld een aan
tal schilders en beeldhouwers, 't Is opnieuw een tentoon
stelling van „abstract" werk. De groep treedt in Parijs op bij
de kunsthandel Arnaud en we zien hier dus een voorbeeld van
de actie van museumdirecteuren en scribenten om een bepaalde
richting te poneren- De mensen van „Spreiding" maakten zich
bezorgd over de verstarring in esthetische en decoratieve stile
ring, die al optrad in de abstracte kunst nauwelijks nadat deze
na de oorlog haar bestaansrecht veroverd had. Zo lezen we dat
in de inleiding tot de catalogus. Deze mensen zagen voorts het
gevaar van dilettantisme, van een verwatering ook tot routine
procédé. Inderdaad: velen vluchtten uit onkunde in de abstracte
kunst. De natuur met haar oneindige variaties kunnen maar
weinigen ontberen om tot nieuwe sensaties te komen. Wanneer
men alles uit zichzelf wil halen moet men wel veel in zijn mars
hebben.
Wie iets wenst te weten omtrent deze groep leze zelf de door
Herta Wescher geschreven inleiding- Ik wil gaarne bekennen
dat men alles zeer ernstig blijkt te nemen. Aan de schilderijen
zelf is trouwens ernst af te lezen, gezien de doorwerktheid van
het verfoppervlak. Maar juist in hetgeen de materie van de verf
kan zeggen geloven deze mensen zo, terwijl dit slechts één van
de vele factoren is waardoor een schilderij ons wat doet. Ook
bij deze lieden ontkom ik niet aan het gevoel dat middel tot doel
gesteld wordt, al geloven zij antennes te zijn, die alle golven
ontvangen, die het heelal doorkruisen „ingeschakeld in het
scheppingsgebeuren". Herta Wescher kan het wel bont maken!
Wat dunkt u van: „De mythische kosmogonie die Wessel (één
der schilders) obsedeert, doet verloren continenten en drijven
de eilanden herrijzen". Toe maar! Of om deze tentoonstelling
duidelijk te tekenen: „Bij Koenig wordt de materie bijzonder
aansprekend in zijn streven naar eenheid tussen substantie en
koloriet. Hij maakt het doek tot velden va» sombere structuren
waar de minste vlekken of lijnen een wonderlijke verfijning
krijgen". En wij die zo naïef waren altijd te denken dat een
doek „uit de verf" gekomen moest zijn.
Constructiedoor Manuel Païlon
Genoeg hierover. Tot 21 januari duurt de tentoonstelling van
werk van jonge schilders uit Uruguay, grotendeels door hun
voorganger Joaquin Torres Garcia (18741949) geschoold. Deze
is nog bevriend geweest met Mondriaan en heeft enkele van
diens stijlbeginselen verwerkt. Voorts is zijn kunst aan elemen
ten uit de oudheid en de tijd van vóór Columbus gebonden.
Het Stedelijk Museum beschikte over een aantal werken van
hem en heeft deze mede geëxposeerd. Dat is jamimer voor en
kele van zijn volgelingen, met name voor Manuel Pailon, wiens
„Construcion" net een schilderij van Torres Garcia is, maar
wat magerder van doen. Het sympathieke van deze Uruguayers
is dat ze gezocht hebben naar een eigen, nationale wijze van
uitdrukken en zich niet lieten verleiden tot die schilderkunstige
wereldtaal, die tentoonstellingen uit den vreemde overbodig
maakt, omdat we genoeg Nederlanders hebben die deze toe
passen. i
Bob Buys
zou worden gegeven om toezending ge
vraagd van thema's. Een overstelpend aan
tal van die muzikale gedachten, zeker vol
doende voor dertig concerten in deze vorm,
heeft de organisten uit alle delen van ons
land bereikt. Albert de Klerk vertelde, dat
hierbij thema's waren van kinderen van
elf en twaalf jaar, verrassend soms van
melodische vinding. De keuze was niet
eenvoudig. De organisten besloten tenslotte
de thema's te nemen, die waren toegezon
den door Ans Schulte te Heemstede en de
heren T. Rippen te Haarlem, J. F. Ober-
mayer te Heemstede en Jan Pasveer te
Zaandam.
Het thema van Ans Schulte, dat vóór de
pauze aan de beurt kwam, had een bij
zonder duidelijke structuur. Tonaal was het
ongecompliceerd en het bood, ook in zijn
geledingen, tal van mogelijkheden tot ver
werking, waaraan de markante ritmiek
mede dienstbaar gemaakt kon worden.
Albert de Klerk, die het eerst over dit
thema improviseerde, maakte van al deze
mogelijkheden een dankbaar gebruik. Na
een preludium, waarin het muzikale ge
geven in een rijke fantasie met tal van
klankkleuren werd verwerkt, volgde een
fuga, die een manifestatie werd van een
contrapuntische bedrevenheid, die zelfs de
omkering van het thema in het stemmen-
weefsel toeliet. Een imposant coda besloot
deze indrukwekkende improvisatie, die nog
opviel door het handhaven van de muzikale
sfeer, waar het thema om vroeg.
Piet Kee improviseerde hierna over het
zelfde thema. Hij koos eveneens de vormen
van een preludium en een fuga. Maar nu
liet het element der verrassing, van het
onverwachte zich gelden, want Piet Kee
koos voor het bereiken van zijn doel
andere muzikale middelen, melodisch en in
harmonisch opzicht, dan zijn voorganger.
Hij ontleedde het zorgvuldig en gaf de
details een eigen gestalte. Ook hij toonde
een grote vaardigheid in polyfone ontwik
keling met omkeringen en vergrotingen.
Piet Kee hield zijn improvisatie sober van
kleur.
Toen Albert de Klerk-in de tweede helft
van de avond over de thema's van Rippen
en Obermayer improviseerde, ontstond er
een fantasie van modernere muzikale
allure, een knappe verwerking van een
strak gegeven met een melodie van lyrisch,
haast pastoraal karakter, waarbij wederom
opviel hoe doeltreffend de organist be/
schikken kon over het palet van orge-l-
timbres. Piet Kee bracht een muzikale
„overdenking" in de hoofdvorm, waarbij
hij twee thema's van Pasveer als hoofd
thema en als zangthema gebruikte. Een
gedurfde opzet was de voortschrijding in
de bas, die knap als „reprise" terugkwam
en waarbij ook het spekende, lyrische zang
thema wederom een constructief goed ge
kozen plaats kreeg.
Het concert werd ingeleid door Piet Kee
met een voordracht van de Passacaglia van
J. S. Bach, die behoudens een te domi
nerende bas en te nadrukkelijke vulstem,
die het orgel bij het nastreven van een
barokklank „plus royaliste que le roi" deed
zijn, een waardige inleiding van dit im
provisatiefestijn deed worden. Albert de
Klerk besloot de avond met de innige en
ook majestueuze vertolking van het eerste
Orgelkoraal van een van Frankrijks groot
ste improvisatoren: César Franck.
Dit concert werd bijgewoond door tal
rijke toehoorders, niet alleen Haarlemmers,
maar ook velen uit andere plaatsen.
leiders in Tapanuli, waaronder de vroege
re minister van Voorlichting Lumban To
bing,, hem hebben verhinderd zijn post te
verlaten.
De gouverneur van Noord-Sumatra, Ko-
mala Pontas, zeide tegenover journalisten
in Medan er bij president Sukarno op te
hebben aangedrongen naar Noord-Sumatra
te komen.
Het hoofdkwartier van het leger in Dja
karta deelde vrijdag mede, dat de staat van
oorlog en beleg, die thans van kracht is
in Zuid-Sumatra en twee districten van
Noord-Sumatra, geleidelijk aan voor het
gehele eiland Sumatra van toepassing zal
worden verklaard.
A li paait Masjumi
Politieke waarnemers waren donderdag
avond van mening, dat indien de Masjumi
haar bedreiging om uit de regering te tre
den uitvoert, de minister-president parle
mentaire steun bij de communistische par
tij zal zoeken.
Er was evenwel één teken, dat er op
wijst, dat hij nog weifelt dit te doen, en
dit was de herbenoeming donderdagavond
van dr. Sjafruddin Prawiranegara, van de
Masjumi, tot gouverneur van, de Bank In
donesia. Deze benoeming kwam tot stand
na een strijd om deze functie tussen de
partijen en wordt in sommige kringen op
gevat als een bewijs, dat mr. Ali Sastroa-
midjojo de Masjumi milder wil stemmen.
De Masjumi heeft reeds voorgesteld een
nieuwe regering te vormen, onder leiding
van de oud-vice-president, dr. Mohammad
Hatta, die volgens een der dagbladen in
Djakarta donderdag zou hebben gezegd
nog steeds bereid te zijn het zijne bij te
dragen in de leiding van het land, indien
zulks werkelijk nodig mocht zijn en hem
daarom zou worden verzocht. De nationa
listische partij, die vastbesloten is aan de
regering te blijven, heeft het voorstel van
de Masjumi verworpen.
United Press meldt uit Washington, dat
in kringen van de Amerikaanse regering
de ontwikkelingen op Suma'ra met meer
dan gewone belangstelling gevolgd worden.
Men is daar de mening toegedaan, dat elke
regering in Djakarta slechts een kortston
dig bestaan kan hebben zolang de proble
men, die tot de opstand op Sumatra leid
den, niet zijn opgelost.
Tevens heeft men de indruk dat de
moeilijkheden op Sumatra geen direct ver
band hebben met de politieke manoeuvres
in Djakarta. Een grotere mate van zelfbe
stuur in de verschillende gebieden is de
voornaamste wens, en economische hervor
mingen vormen de tweede, even belangrij
ke. De ontevredenheid over het uitblijven
van vervulling dezer wensen heeft zich
momenteel op Ali Sastroamidjojo gecon
centreerd, maar men gelooft niet dat zijn
aftreden deze problemen nader tot een op
lossing zou brengen-
Er zijn zegslieden in Washington, die de
overtuiging uitspreken dat veel kan wor
den verbeterd als tegen eind januari het
Indonesisch parlement weer bijeenkomt.
Deze overtuiging spruit voort uit de ver
onderstelling, dat de huidige Indonesische
regering, in staat zal zijn het vertrouwen
van het parlement te winnen.
NEW YORK (Reuter). Het Algerijnse
„nationale bevrijdingsfront" is bereid met
Frankrijk te onderhandelen over de toe
komst van Algerije als dit onder UNO-toe-
zicht geschiedt. Het front, dat zegt door
Frankrijk erkend te zijn als de enige wer
kelijke vertegenwoordiger van het Alge
rijnse volk, verklaart dit in een memoran
dum aan de politieke commissie van de
UNO, die binnenkort de Algerijnse kwes
tie zal bespreken.
In het memorandum wordt voorts ge
zegd, dat de besprekingen van de afgelopen
zomer afgebroken zijn omdat de Fransen
hun beloften niet hielden en het Algerijnse
vertrouwen schonden door een vliegtuig
met Algerijnse leiders, die op weg waren
naar Tunis, tot een landing in Algiers te
dwingen, waar de leiders gearresteerd wer
den. Het Algerijnse volk verlangt vurig
naar een regeling van het geschil met
Frankrijk en het is niet aan dit volk te
wijten dat die regeling in het afgelopen
jaar niet bereikt is, aldus het front. UNO-
inmenging is nodig geworden. In de afge
lopen twee jaar is reeds teveel Algerijns en
Frans bloed gevloeid. Het „nationale be
vrijdingsfront" is bereid mee te werken
„aan een formule voor een vreedzame re
geling.... door de UNO naar voren ge
bracht op basis van het recht van het Al
gerijnse volk op onafhankelijkheid", aldus
het memorandum.
Algerijnse opstandelingen hebben in de
nacht van woensdag op donderdag in West-
Algerije de trein van Oran naar Algiers
aangevallen. Zes Europeanen zijn daarbij
om het leven gekomen, tien mensen wor
den vermist. De lijken van vijf der slacht
offers zijn verminkt aangetroffen. De trein
verbinding tussen Algiers en Oran is ver
broken. Het aantal opstandelingen dat se
dert dinsdag gesneuveld is, steeg gisteren
tot 57.
In Algiers, waar het mohammedaanse
tram- en buspersoneel staakt, is donderdag
een handgranaat in een trolleybus gewor
pen. Een Europeaan kwam om het leven.
De staking is een gevolg van de onlusten
die zich vorige week bij de begrafenis van
een vermoorde Europese burgemeester
voordeden en waarbij zes mohammedanen
door Europeanen vermoord werden. Ook de
brievenbestellers, het personeel van de rei
nigingsdienst en een deel van de haven
arbeiders staken. Elders in het land is wei
nig gehoor gegeven aan de stakingsoproep.
Premier Mollet is in Parijs besprekingen
begonnen met Robert Lacoste, de Franse
minister met standplaats Algiers. Mollet
pleegt met het oog op de bespreking van
de Algerijnse kwestie in de UNO overleg
met Lacoste en zijn andere ministers. Er
gaan hardnekkige geruchten dat Mollet
naar New York wil gaan om de Franse
zaak voor de UNO uiteen te zetten.
Twee wegens terroristische activiteit ter
dood veroordeelde Algerijnen zijn woens
dag in de gevangenis van Constantine te
rechtgesteld.
Franse veiligheidsstrijdkrachten hebben
rj -tI"1 een reeks van gevechten in Noord-
r. Awaansicijk Algerije, 63 opstandelingen gedood.