Eden's positie als premier was
van stonde af aan wankel
Afscheid van een voorbije generatie
Hij kon zich niet ontworstelen aan
de schaduw van het verleden
^'Praatatoel
DONDERDAG 10 JANUARI 1957
3
Verplichting
Duitse onderscheiding
voor de heer F. v. Tuyll
Minister Luns over het
aftreden van Eden
Gevaarlijke auto verloor
eternietplaat
Afgesloten tijdvak
Driftig
Samengaan van oppositie
partijen in Suriname
Hard, maar zvaar
Op 4e
Poolse minister van
Landbouw vervangen
Gomoelka: een derde weg
naar het socialisme
Dichteres Gabriela Mistral
overleden
De verzekering tegen wettelijke aanspra
kelijkheid niet alleen voor bezitters van
motorvoertuigen is de laatste jaren ook
in Nederland meer en meer populair ge
worden. Het is een verzekering die in
zekere mate een gevoel voor verantwoor
delijkheid ten opzichte van zichzelf zowel
als ten opzichte van de medemens tot uit
drukking brengt.
Uiteraard brengt deze vorm van verze
kering zijn grootste nut op in het verkeer,
waar de gevaren van schadetoebrengen aan
andermans eigendom het grootst zijn en
waar de omvang van de met de schade
gemoeide bedragen vaak tot het aanzien
lijke uitgroeit.
Men kan redeneren, dat men het risico
van die vergoeding zelf wil dragen en dat
men bereid is de verantwoordelijkheid
daarvoor te aanvaarden. Doch daarmee is
de medemens niet voldoende beveiligd,
want het letsel, dat in het verkeer aan an
deren kan worden toegebracht, heeft vaak
en dan nog in gunstige gevallen een
lange nasleep door verpleging en werk
verzuim. Bij dodelijke ongelukken is het
materiële risico voor degene, die schuld
heeft, zo groot dat hij in de meeste geval
len zelf niet een volledige compensatie kan
opbrengen. En kan hij het wel, dan volgt
daaruit dikwijls een ruïnering van zijn
eigen levensomstandigheden en die van zijn
gezin.
Dit alles maakt, dat het auto- en motor
rijden zonder W.A.-verzekering een roeke
loze bezigheid is, waarbij men ongemoti
veerd veel vertrouwen in zijn gelukkig ge
sternte stelt en een volkomen onhoudbaar
belang aan eigen rijvaardigheid hecht. Ge
luk en vaardigheid kunnen door de omstan
digheden werkloos worden gemaakt. Aan
sprakelijkheid is lang niet altijd een syno
niem van schuld. Maar aansprakelijkheid
is wel een synoniem van datgene, wat de
rechter als billijke vergoeding vaststelt en
bij het ontbreken van een verzekering zijn
dan zowel de aansprakelijke als de ge
troffene vaak slachtoffer van onmogelijk
op te brengen financiële verplichtingen.
Een aanbeveling tot het sluiten van een
W.A.-verzekering voor berijders van mo
torrijtuigen behoeft dus niet te worden
herhaald. Doch wel moet met nadruk wor
den gewezen op het feit, dat in het buiten
land deze vorm van verzekering verplicht
gesteld is, nu sinds 1 januari ook in Duits
land en België. Nederland vormt een uit
zondering en een ongunstige. Want al
mogen er principiële bezwaren zijn tegen
elke vorm van verzekering bij bepaalde
bevolkingsgroepen gewetensbezwaren
tegen de honorering van de normale ver
antwoordelijkheid tegenover elkander zijn
zeker niet te motiveren. Het verplicht
stellen van deze vorm van verzekering lijkt
ons maatschappelijk uit elk gezichtspunt
te verdedigen.
Bij Koninklijk Besluit is bijzonder ver
lof verleend aan mr. F. L. S. F. baron van
Tuyll van Serooskerken, Algemeen Secre
taris van het Nederlandsch Bijbelgenoot
schap, wonende te Velsen, tot het aanne
men van het Grote Kruis van Verdienste
(Commandeur) in de Orde van Verdienste
van de Duitse Bondsrepubliek.
Van onze correspondent in Londen)
Eden's positie als minster-president is van het begin af zwak geweest. Hij
had het nadeel Churchill te moeten opvolgen, in wiens schaduw hij veel te
lang had gestaan, hetgeen zijn politieke persoonlijkheid niet ten goede kwam,
al verwachtte niemand dat hij een tweede Churchill zou zijn. Churchill heeft
in deze generatie trouwens uitsluitend als oorlogsleider geschitterd. Alleen in
dramatische situaties kon hij zich ontplooien. Zijn tweede premierschap werd,
ook al wegens zijn hoge leeftijd, een teleurstelling. Men voelde dat Churchill
de ingewikkelde binnenlandse economische problemen niet beheerste of er
nauwelijks belangstelling voor had. Eden, die daarna kwam, had zich jarenlang
zodanig vereenzelvigd met het Foreign Office, het Britse departement van
Buitenlandse Zaken, dat men hem niet meer voor premier geschikt achtte
omdat hij te veel diplomaat was en niet in staat leek het gehele regeringsterrein
te overzien, laat staan te beheersen. Van de na-oorlogse Churchill kwam men
met Eden eigenlijk van de regen in de drup Ook Eden bleek niet in staat
modern leiderschap te geven, waaraan het land hoe langer hoe meer behoefte
had. In elke Britse partij popelt een niet meer zo jonge, nieuwe generatie van
ongeduld om de verantwoordelijke posten over te nemen.
(Van onze parlementaire redacteur)
Op on.ze vraag aan minister Luns wat
hij te zeggen had in verband met het af
treden van Eden, verklaarde hij allereerst
dat hij dit toeschreef aan diens gezond
heidstoestand. Met betrekking tot de po
litieke zijde stelde minister Luns er prijs
op te zeggen, dat het zeker te betreuren is,
dat deze figuur, die vooral in de laatste
tijd getoond had bereid te zijn tot een po
litiek van nauwere samenwerking van En
geland met Europese landen, zowel in de
Westeuropese Unie alsook zelfs tot op ze
kere hoogte ten opzichte van de gemeen
schappelijke markt, nu is afgetreden.
Verder vernam ik nog in Den Haag in
welingelichte diplomatieke kring dat men
er zich niet over zou verbazen, wanneer
tenslotte Eden mede tot zijn besluit zou
zijn gekomen door de diepe teleurstelling
over de jongste houding door de Ameri
kaanse regering op het gebied van de
buitenlandse politiek met name van die in
het Midden-Oosten aangenomen en wel de
verklaring door Foster Dulles in de des
betreffende commissie van Buitenlandse
Zaken afgelegd. Want dat was nu juist het
tegenovergestelde van wat men toch eigen
lijk had mogen verwachten.
Politie durfde na ongeluk geen
remproeven te nemen
Telkens weer moet de politie ervaren,
dat er voertuigen over de weg zwerven,
die deze benaming slechts met veel fan
tasie waar kunnen maken.
Gistermiddag reed er een „vrachtauto"
van de Beverwijkse expediteur M. over de
viadukt in de Rijksweg Haarlem-Velsen
met een lading eternieten platen op de
laadbak. Door een windstoot woei een
van de platen er af en zeilde recht op een
bromfietser af, die nietsvermoedend over
het oostelijke fietspad reed. De man kreeg
de plaat op de handen en werd daardoor
vrij ernstig gewond, de plaat sloeg kapot;
de bromfiets zelf liep geen schade op.
Toen de politie de vrachtauto aan een
nader onderzoek ging onderwerpen, bleek
dat de bestuurder ten eerste geen rijbe
wijs kon tonen, dat er bovendien geen
werkboekje in de wagen aanwezig was,
en dat de auto zelf een hele serie manke
menten vertoonde. De claxon werkte niet,
de richtingaanwijzers hadden het al ge
ruime tijd niet gedaan, de benzinetank
was niet door een dop beveiligd en de
veerpakketten van twee wielen waren ge
broken terwijl bovendien de veerstroppen
van het rechterachterwiel los zaten. De
politie durfde geen remproeven te nemen
met het vehikel, omdat men bang was,
dat de carrosserie van het chassis zou
schieten. De wagen is voorlopig uit de cir
culatie genomen en de expediteur kreeg
een proces-verbaal.
Attlee maakte plaats voor de 48-jarige
Gaitskell, maar de thans 59-jarige Eden
was al te veel veteraan toen hij het stuur
overnam en bovendien de typische ver
tegenwoordiger van een bevoorrechte
groep, die zich reeds door de opvoeding op
de duurste en exclusieve scholen te veel
van de gewone mensen had losgemaakt.
Bijna de gehele tegenwoordige regering be
staat uit vroegere „Eton-boys" met hun
vaak onwezenlijke romantische opvattin
gen over de rol van Groot-Brittannië en te
ver verwijderd van het grote publiek.
Daartegen heeft een steeds belangrijker
wordend aantal conservatieven, die een
gewone schoolopleiding hebben genoten,
de strijd aangebonden. Bij de conserva
tieven heeft sinds de oorlog een sociale ver
schuiving plaats gehad.
De politiek draait in Groot-Brittannië
om op de wip zittende middengroepen, dié
het eerst met Labour probeerden en toen
dat tegenviel met de conservatieven in zee
gingen, zonder hen een overweldigende
meerderheid te bezorgen. Men kan zeggen
dat het nog altijd een conservatieve rege
ring „op zicht" was. Butler, die zij.n sociale
programma op deze groepen afgestemd
had, werd de leider van de progressieve
vleugel van de Tories, maar nu de midden
groepen nog altijd degenen zijn, die in het
maatschappelijk bestel de klappen krijgen,
is ook zijn positie, en daarmede die van de
gehele partij verzwakt.
Het gevaar voor de conservatieven, zo
als bij tussentijlse verkiezingen bleek, is,
dat vele conservatieve kiezers uit de mid
denlaag, zo zij al niet naar Labour terug
keren, zich van stemmen zullen onthouden,
om de socialisten zodoende indirect extra
steun te verlenen. De conservatieven kun
nen het misschien alleen redden als de
doorbraak van de middengroepen in eigen
kring doorzet.
De revolte tegen Eden, thans gecamou
fleerd door zijn gezondheidstoestand, is
symbolisch voor de algemene situatie bij
de conservatieven, waar velen zich willen
ontdoen van een bovenlaag, die te veel
verbonden is met een afgesloten tijdvak.
Hieronder treft men vooral degenen aan,
die geloofden dat Groot-Brittannië, zoals
in de negentiende eeuw, de hele wereld kon
trotseren. De laatste maanden was Eden
politiek hun gevangene. Hij gaf geen blijk
meer van de objectiviteit, welke het ken
merk dient te zijn van een premier, die
nooit alleen zijn partij mag vertegenwoor
digen en zeker niet louter een deel van zijn
partij.-
Het verlammende gevoel heerste sinds
lang, dat de regering vooral de financieel-
economische situatie niet aankon, nadat
Butler twee jaar geleden in zijn verkie
zingsbudget triomfantelijk had verkon
digd dat de levensstandaard in 25 jaar zou
worden verdubbeld. De Suez-crisis verer
gerde de inflatie en op het ogenblik van
Eden's aftreden stijgen de prijzen schrik
barend en is er een nijpend benzinetekort.
Nog gisteren ontving Eden een brief van
de olieproducenten uit Texas, die verlangen
dat Groot-Brittannië meer Amerikaanse
benzine koopt dan het nodig heeft, ten
koste van de stookolie, zonder welke de
Britse industriële produktie dreigt vast te
lopen.
In de wanhoopsstemming is de drang
voor emigratie, vooral naar Canada, groter
dan ooit. Indien het tempo der aanmeldin
gen aanhoudt, zouden 300.000, meest jonge,
mensen Groot-Brittannië verlaten.
In het parlement toonde Eden vaak ge
brek aan beheersing. Ondanks zijn inne
mende manieren.is hij.driftig, een voor een
minister-president uiterst bedenkelijke
eigenschap, zeker in een crisis. Het eind
oordeel over de juistheid van de Suez-actie
en daarmede over Eden is echter nog niet
gevallen. Velen blijven geloven dat Eden
juist gehandeld heeft, al lijkt zijn over
prikkelde gemoedsgesteldheid hem soms
parten te hebben gespeeld, vooral in de
betrekkingen met de Amerikaanse regering
en de UNO. „Eden must go", galmde het
enkele maanden geleden* op een nïistige
namiddag in Whitehall, vlak bij Eden's
ambtswoning, waar tienduizenden tegen
hem demonstreerden.
Nu Eden gegaan is, bestaat er kans op
herstel van de zo noodzakelijke eenheid
tussen de beide grote politieke partijen in
de buitenlandse politiek en van het Britse
aanzien in de wereld. Gaitskell, de oppo
sitieleider, heeft van het begin der Suez-
crisis af geëist, dat Eden moest worden
vervangen en steun in het vooruitzicht ge
steld aan een conservatieve regering onder
andere leiding.
Vele gematigden vergeven het Gaitskell
ADVERTENTIE
'n Kwaliteitsproduct van de Wybert-Fabrieken. 70 en 90 ct. alléén bij Apothekers en Drogisten
niet, dat hij in een nationale crisis Eden en
daarmede de regering een dolkstoot in de
rug toebracht en zijn eigen politieke ambi
ties te veel liet doorschemeren. Omdat de
linkse Aneurin Bevan, die thans deel uit
maakt van de top-leiding der Labour par
tij, veel waardiger optrad, werd hij door de
conservatieven Gaitskell ten voorbeeld ge
steld. Vroeger was hij de boeman van alle
niet-socialisten.
Eden is echter, toen hij nog minister van
Buitenlandse Zaken was, bij Labour altijd
populair, geweêst. De Labourregering -volg
de in haar buitenlandse politiek Eden's
vroegere lijn.
Sir Robert Anthony Eden, die op 12 juni
1897 werd geboren, was sinds zes april
1955 premier van Groot-Brittannië. Eden
is de tweede overlevende zoon van. wijlen
Sir William Eden, een als ietwat zonder
ling beschouwde landedelman, die zich met
overgave aan de schilderkunst wijdde.
Anthony ontving zijn vorming te Eton
en studeerde oosterse talen te Oxford.
Na tijdens de eerste wereldoorlog gediend
te hebben begaf hij zich in de politiek en
werd al spoedig benoemd tot parlemen
tair privé-secretaris van Sir Austin Cham
berlain de toenmalige minister van Bui
tenlandse Zaken. Van toen af aan maakte
Eden gestadig carrière. Op 38-jarige leef
tijd, in 1935, .werd hij voor het eerst mi
nister van Buitenlandse Zaken, de jongste
sedert Lord Granville in 1851 deze func
tie aanvaardde. In de verzoeningspolitiek
van Neville Chamberlain jegens Italië en
Duitsland vond Eden aanleiding zijn ont
slag te nemen.
Bij het uitbreken van de tweede wereld
oorlog keerde Eden in de regering terug
Sir Anthony Eden en Sir Winston
Churchill.
als minister voor de Dominions en werd
eerst minister van Oorlog, toen Churchill
Chamberlain in 1940 als minister-presi
dent opvolgde en spoedig weer minister
van Buitenlandse Zaken. Zijn werkzaam
heden voor de tweede wereldoorlog ver
wierven hem vooral de faam van kam
pioen van de vrede, het internationalisme
en van de Volkenbond.
Churchill zegt in zijn memoires over
Edens benoeming tijdens de tweede we
reldoorlog: „Hij keerde naar het Foreign
Office terug als iemand die naar huis
ging".
^n^oooooooooococooooocxdoooococoooooooooooooooooooooooc
WEEKABONNEMENTEN
8 dienen uiterlijk op Woensdag te worden
S betaald, daar de bezorgers op Donder-
8 dag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE
«occoooooooooocoooooooooooooouoooooooooooooooooooooooóc
De oppositiepartijen in Suriname, de Na
tionale Partij Suriname, de Progressieve
Surinaamse Volkspartij en de Verenigde
Hindoestaanse Partij hebben bekend ge
maakt dat zij hebben besloten tot samen
werking ter verbetering van de huidige
politieke toestand in Suriname. Een der
eerste stappen om daartoe te geraken ach
ten zij ontbinding van de Surinaamse
staten.
Het komt mij voor dat het
tijd wordt, ernstig doch vast
beraden over te gaan tot een
nadrukkelijke waarschuwing
aan het gehele Nederlandse
volk, opdat schrijnende te
leurstellingen worden ver
meden of althans minder
pijnlijk zullen worden ge
voeld.
Het kan niet tot in de
eeuwigheid voortgaan. Eens
moet er, hoe dan ook, een
eind aan komen. Dit leven is
niet altijddurend, dus alle
dingen dezer aarde zijn op
weg naar hun vergankelijk
heid. Eens zult u het dus ook
moeten stellen zonder de
Familie Doorsnee.
Dat hebt u zich, beminne
lijke struisvogels, niet willen
realiseren. U hebt opzettelijk
niet gedacht aan dat onver
mijdelijke einde, aan de ont
bindende factoren die naar
dat einde leiden. U hebt, met
alle andere Nederlanders, die
gezellige, karakteristieke fa
milie tot uw eeuwig eigen
dom verklaard en haar als
nationaal bezit op de Monu
mentenlijst gezet. Of op sterk
water, om zo te zeggen.
Maar desondanks zal zij er
op een kwade dag niet meer
zijn. Ziet het moedig onder
ogen. Realiteitsbesef en nuch
tere zin zijn de middelen om
het wrede leven te kunnen
accepteren.
Zij is er eigenlijk al veel
te lang. O, ik begrijp uw pro
testen. Maar bedenk eens
even, dat ge in al die jaren
deze familie reeds tot een
zeer langzame, gesteriliseerde
ontwikkeling hebt gedoemd.
Zonder uw lastige en poten
tate belangstelling zouden er
heel wat andere dingen in de
schoot van dat gezin hebben
plaatsgegrepen. Doch gij hebt
u verzet tegen alles, wat het
gezellige, karakteristieke zou
kunnen bederven. Gij hebt
geëist, dat de familie bijeen
bleef zoals ge haar hebt leren
kennen: vader („Toe nou,
Mientje"), moeder (Hè nee,
Theo"), Liesbet („Jullie zijn
niet subtiel"), Rob („Dat kan
je écht niet doen vader),
Sjaan (Jawil, mevroj") enzo
voort. Gij hebt u zelfs ten
sterkste verzet tegen het feit,
dat de beklagenswaardige,
inwonende dienstbode een
kind van haar wettige man
kreeg. Toen dat niet meer te
gen te houden was, hebt ge
u heftig geweerd tegen het
vinden van een huis door dit
inwonend echtpaar. Ge hebt
met angst en vreze de jonge
mannen om Liesbet horen
zoemen als muggen om een
kaars. Niet, omdat ge bezorgd
waart over de toekomst van
dit lichtzinnige wezentje,
doch omdat ge vreesde haar,
gelukkig getrouwd, uit de
huiselijke kring te zien ver
dwijnen.
Het zal u niet bekend zijn,
dat vader Doorsnee zoals
vele mannen van deze leef
tijd last van zijn hart
heeft. Hij zal daar steeds
meer last van krijgen, wan
neer hij om uwentwil moet
doorgaan met zich te ergeren
en op te winden over kleinig
heden. Zo zijn er meer din
gen, die het Nederlandse volk
met een onbegrijpelijk gebrek
aan menselijkheid en meege
voel vergeet. Men solt maar
voort met deze lieden, men
doet ermee naar goeddunken,
men remt hen in hun spon
tane ontwikkeling en men
conserveert hen in een altijd
eendere huiskamer, tot eigen
genoegen en vermaak.
Maar ééns moet het uit
zijn.
En aangezien het einde ab
rupt zal komen, wanneer men
niet bijtijds een andere hou
ding tegenover deze geknech
te en uitgebuite familie in
neemt, wordt deze waarschu
wing gegeven. Het plotse
linge verdwijnen van deze,
door u zozeer met onverstand
geliefden, zal u harder vallen
dan wanneer ge u nu reeds
neerlegt bij onvermijdelijke
veranderingen in de kring
dezer mensen van vlees en
bloed.
Het lijkt mij daarom het
beste, wanneer we een ak
koord bereiken over de vol
gende evolutie:
De kleine Willum wordt al
een hele baby. Sjaan en haar
man moeten daarom zo snel
mogelijk een eigen huisje
hebben, wat met de Huisves
ting wel in orde zal zijn te
maken, temeer waar de oude
Willum bij de politie is. Zij
verhuizen dus binnenkort,
onder veel tranen en senti
mentaliteit natuurlijk, en de
Doorsnees helpen ieder op
hun manier verwoed bij
het in orde brengen van het
huis. Daar zit weer een heel
aparte aflevering in.
Sjaan komt natuurlijk nog
wel eens aan, ze helpt nu en
dan als het moeder Mina te
druk wordt, maar dat loopt
gaandeweg af. Och ja, hoe
gaat dat. Uit het oog, uit het
hart. Men belooft veel, men
doet weinig en steeds minder,
naargelang de tijd verstrijkt.
En dat is het: de tijd ver
strijkt. Het is een van de fac
toren die de familie Doorsnee
een boel narigheid hebben
bezorgd, dat haar niet ver
gund was haar tijd te laten
verstrijken. Zij werd kunst
matig fris gehouden, zoals ge
prepareerde bloembollen.
De tijd verstrijkt, Liesbet
trouwt en krijgt een flatje in
een andere stad. Wég. Komt
óók nog wel eens over met
Kerstmis en zo, maar ze
houdt weinig tijd over omdat
ze spoedig een klein Lajosje
verwacht. En Rob: Rob gaat
studeren in Delft.
Daar zitten dan de twee
oudjes. Treurige boel, maar
het is nu eenmaal zo. Vader
sukkelt steeds meer met z'ijn
hart en mag niet meer wer
ken. Ze verkopen de zaak
die was toch al niet veel
meer, door al dat gelamen
teer in de huiskamer en
verhuizen naar het Gooi,
waar ze een aardig optrekje
hebben gevonden.
Huize Doorsnee is op deze
wijze langs normale weg en
via volkomen aanvaardbare
ontwikkelingen ontruimd en
iedereen moet het feit accep
teren. i
Want zo gaat het: families
vallen uiteen, gezinnen raken
verspreid, banden worden
doorgesneden en verbintenis
sen raken in onbruik. Dat is
het leven. Het werkelijke Le
ven in Doorsnee.
Och, ik wil u niets ver
wijten. Ik kan begrijpen hoe
zeer dit spiegelbeeld van uw
eigen gezin hier en daar
vaagjes en traagjes weerspie
geld u boeide; hoe u dat
kringetje van huiselijk geluk
bijeen wilde houden tot in
lengte van dagen; hoe u de
ontbinding van de tijd wilde
buitensluiten en de vreemde
wereld geen kans wilde geven
als een stoomwals over dit
liefelijk tafereel te gaan.
Maar het leven walst al
les vlak. Het perst het ganse
bestaan tot een blok massieve
herinneringen, die met mil
joenen andere de weg naar
de toekomst plaveien.
De weg voor andere gezin
nen voor andere Theo's en
andere Mientjes, die nu nog
in de wiegen liggen.
Het is een triest stukje ge
worden maar wellicht
heeft het zijn nut. Het leert
ons in ieder geval, dat wij
niets kunnen scheppen wat
niet vergankelijk is. En dat
alle geluk, door ons samenge
vlochten uit dingen dezer
aarde, terug zal vloeien door
onze vingers heen naar daar
vanwaar het kwam.
We zullen het nu verder
aan Annie G. Schmidt over
laten.
Zij zit er maar mee
J. L.
Lieve lezer
Een van de moeilijkste dingen is, lief
te zijn. Dat wil zeggen, het is niet moeilijk
voor mensen die van nature lief zijn. Maar
het is een uiterst zware taak voor mensen
die van karakter naar zijn.
Wat is nu beter: eerlijk te zijn en naar,
of z'n natuur geweld aan doen en lief te
zijn?
Wat de kwestie nog ingewikkelder maakt
is het feit, dat hoe hard een naar mens
zich ook inspant om lief te zijn, wat hij
lief bedoeld had, gehoorzaamt uiteindelijk
aan zijn ware, nare, natuur en wordt in
uitvoering en resultaten gewoon naar.
Een slecht of onaangenaam mens zou
zich dus een hoop narigheid kunnen be
sparen door de ongelijke strijd op te geven
en in zijn daden even naar en slecht te
zijn als zijn ware aard hem oplegt.
Lief zijn is als wiskunde. Je kunt het
of je kunt het niet. Als je er geen aanleg
voor hebt, probeer je het voor het fatsoen,
maar je weet van te voren dat het ner
gens op uitloopt. Het kind naast je, dat er
wel talent voor heeft, doet het in een
handomdraai.
Daar komt nog één ding bij. Met lief en
aardig kom je in de maatschappij niet
vooruit. Word je met lief en aardig direc
teur van een bedrijf? Nee. Met lief en aar
dig word je, met enig geluk, bewaarder
van een fiestenstalling en dan moet je nog
opletten dat je niet met je hartelijke in
borst iemands rijwiel ten onrechte afgeeft
aan een bij de politie bekend-staande op
lichter, zodat je de fiets uit eigen zak moet
vergoeden. Kortom, liefheid en goedheid
als maatschappelijke eigenschappen doen
je niet bij directeurs-bonussen belanden,
maar in de soepkeuken waar andere lieve
mensen je waterige brei oplepelen.
Nu komt daarbij de gehele opvoeding
in het gedrang. We vertellen onze kinderen
jaren lang dat ze V en goed moeten zijn.
Als ze opgroeien en volwassen worden,
bemerken ze, dat dit een uiterst ondoel
matig recept voor het menselijk verkeer is.
Men kan mij tegenwerpen, dat er per
sonen bestaan die koud en hardvochtig
tegen het mensdom zijn, maar lief tegen
hun oude moeder, ziekelijke vrouw of
achterlijke kindertjes. Van een maatschap
pelijk gezichtspunt ware het beter indien
ze koud en hardvochtig waren tegen hun
naaste verwanten, maar lief tegen hun
huurders, arbeiders of mede-makelaars.
En wat baat in de politiek een lieve
minister? Of in de muziek een lieve piano
stemmer?
Liefheid is de pasmunt in het mense
lijk verkeer. Maar je kunt er niet van
leven. Van nu af aan doe ik er geen moeite
meer voor. Want, lieve lezer, nu weet ik
het heel zeker: ik. ben niet lief.
Herman Fortuin
LONDEN (Reuter en UP) De Poolse
minister van Landbouw, Kuligowski, is
van zijn functie ontheven, aldus heeft ra-
dio-Warschau woensdag gemeld. Hij wordt
opgevolgd door Ochab, tot oktober van
vorig jaar eerste secretaris van de Poolse
communistische partij. Volgens buiten
landse waarnemers heeft men opzettelijk
een stalinist op deze onpopulaire post ge
plaatst om diens val te bevorderen.
De militaire diensttijd in Polen zal kor
ter worden, zo heeft de Poolse minister
van Defensie, generaal Spychalski, maan
dag op een verkiezingsbijeenkomst te Poz-
nan meegedeeld.
Verder deelde minister Spychalski mee,
dat het aantal arbeidersbataljons tot de
helft zal worden teruggebracht. Totale af
schaffing van deze bataljons wordt over
wogen.
De Poolse leider Wladyslaw Gomoelka
heeft verklaard, dat Polen een derde weg
naar het socialisme zal volgen, onafhan
kelijk van het Russische of Joegoslavische
patroon.
„Wij zullen iets geschikts voor ons eigen
land uitwerken", zei Gomoelka tegenover
een juichende menigte in een kledingfa
briek te Warschau.
Uit Wenen verneemt Reuter, dat het
Weense dagblad „Neuer Kurier" woensdag
heeft bericht dat president Tito van Joego
slavië de Poolse communistenleider Go
moelka en de Chinese premier Tsjoe en
Lai heeft voorgesteld met hem in Belgrado
over de toestand in de drie „nationaal-
communistische landen" te confereren. Het
blad zegt het bericht uit „volkomen be
trouwbare bron in Belgrado" te hebben
ontvangen.
NEW YORK (UP) De Chileense dich
teres Gabriela Mistral, die in 1945 de No
belprijs voor litteratuur won, is vanochtend
in een ziekenhuis in Hempstead, New York,
overleden. Zij bereikte de leeftijd van
zevenenzestig jaar.
De dichteres, wier echte naam Lucila
Gody Alcayaga was, leed aan een onge
neeslijke ziekte. Zij werd op 7 april 1889
in het dorp Vicuna in Noord-Chili geboren
en nam op jeugdige leeftijd het pseudo
niem Gabriela Mistral aan, onder welke
naam zij over de gehele wereld als dichte
res bekend werd. Zij was de eerste Zuid-
amerikaanse, die een Nobelprijs verdiende.
Gabriela Mistral was ook onderwijzeres,
sociologe en diplomate. Zij vertegenwoor
digde haar land in verschillende plaatsen
als consul en was erelid van culturele en
opvoedkundige verenigingen in de Ver
enigde Staten, Frankrijk en Italië. Zij ont
ving vele onderscheidingen voor haar
poëzie en was een van de meest vooraan
staande dichters in de Spaanse taal.
Enkele van haar bekendste werken zijn
„Ternura", „Desolacion", „Atala" en „Lec-
turas para Mujeres".
Op vierendertigjarige leeftijd gaf zij haar
eerste dichtbundel uit. Voorts schreef ze
een autobiografie (gebed van een school
juffrouw). Van haar andere prozawerk
moet de levensbeschrijving van Selma La-
gerlöf worden genoemd.