Gïoriamde spookt in de ruïnen
Nieuwe dirigent van N.Ph.O.
zal meer aandacht vragen
voor moderne
President Eisenhower beëdigd
voor zijn tweede ambtstermijn
Vijftig jaar geleden
^Praatótoel
Velser tunnel
Amerika aanvaardt het leiderschap
van de vrije wereld
Le Corbusier bouwt op
W ereldten toonstelling
Op de
GESPREK MET HENRI ARENDS
GRIEP?
Opzet der begroting is niet
pessimistisch
Uit Haarlems Dagblad
van 22 januari 1907
DINSDAG 2 2 JANUARI 1957
Vandaag is de benoeming van Henri
Arends tot opvolger van Toon Verhey als
eerste dirigent van het Noordhollands
Philharmonisch Orkest - waarover wij gis
teren een officieus bericht gaven - officieel
geworden. Met ingang van 1 september is
Henri Arends, nu nog assistent-dirigent
van het Concertgebouw-Orkest te Amster
dam, dus muzikaal leider van het te Haar
lem gevestigde orkest, hetgeen betekent,
dat zowel voor het orkest als voor de con
certgangers een geheel nieuwe periode aan
breekt, niet alleen formeel, maar ook naar
de geest, althans als de vjjfendertigjarige
dirigent de medewerking en het vertrou
wen worden verleend, die hij nodig heeft
om een periode van vernieuwing te kunnen
beginnen met ruime kans op slagen.
Henri Arends is jong en idealistisch. Hij
heeft plannen met het orkest, die van vér
strekkende betekenis zijn. Hoe kan het
anders met een dirigent, die het voorrecht
heeft gehad nu al ruim drie jaar regel
matig te kunnen werken met een orkest,
dat overal in Europa en ook daarbuiten het
grootste respect heeft gekweekt. Ook hier
om is het begrijpelijk, dat zijn oordeel over
de kwaliteit van het orkest, waaraan hij
nu al zijn krachten wil gaan geven, niet
bepaald mild is. Henri Arends heeft reeds
enkele keren voor het Noordhollands Phil
harmonisch Orkest gestaan. Gisterochtend
repeteerde hij ermee voor het eerst sinds
een jaar. Aanvankelijk was hij weinig
hoopvol gestemd, maar aan het slot heeft
hij toch gevoeld, dat er voor dit orkest
veel meer mogelijkheden zijn, dan het tot
nogtoe heeft gehad. Hij noemt het vooral
een kwestie van programmabeleid.
Wat zijn de plannen van Henri Arends?
Deze kunnen nog alleen in grote lijnen
worden aangegeven. Pas als hij het orkest
enige tijd zal hebben bespeeld, kan hij pre
cies zeggen waartoe het in staat is, voor j
welk soort muziek het capabel geacht mag
worden en welke stukken het beslist niet
moet spelen, gelet op de structuur van het
ensemble of die van de muziek. Zijn critiek
Is dezelfde als die, welke wij reeds meer
dan eens in ons blad naar aanleiding van
de programmakeuze hebben uitgeoefend.
Tot het hart j
Tot dusver is die keuze tamelijk star
geweest, heeft er tussen vraag en aanbod
een wisselwerking bestaan, die meestal wel
het concertbezoek, maar niet voldoende de
aandacht voor de ontwikkeling in de mu
ziek heeft bevorderd. Men heeft zich net
iets te veel laten leiden door de vraag van
een - naar wij menen - nogal groot publiek,
dat de concerten, misschien zonder dat het
zich daarvan volledig bewust is geweest,
meer is gaan bezoeken uit gewoonte dan
uit werkelijke belangstelling voor de mu
ziek. Er bestaat veel meer muziek van
Schubert dan diens Onvoltooide, veel meer
dat even mooi is als Beethovens Eroïca,
Rachmaninovs Tweede Pianoconcert, Dvor-
sjaks „Nieuwe Wereld" en nog een aantal
werken, die we gewoonlijk betitelen als
programmastukken, omdat ze zo veelvuldig
weerkeren. Uiteraard is de vraag naar
muziek, die prettig in het gehoor ligt en
overbekend is, niet alleen in Haarlem en
Kennemerland, groot. Er is geen groot
orkest in ons land, dat de „programma
stukken" niet met zekere regelmaat op het
programma heeft staan. Maar de keuze is
daarnaast bij de voornaamste orkesten on
getwijfeld veelzijdiger. Dat betekent niet
dat elders zo veel modern werk wordt ge
bracht, maar dat er méér wordt gespeeld
van één componist. Henri Arends wil het
publiek tonen, dat Mozart en Haydn en
vele andere „klassieken" veel meer prach
tige muziek hebben geschreven dan het
van het Noordhollands Philharmonisch
Orkest heeft kunnen horen.
Dit is één zijde van zijn voorlopige plan
nen. Een andere is de introductie van de
moderne muziek, althans aanvankelijk de
modernere. Introductie kan in dit geval
nauwelijks een te sterk woord zijn. Henri
Arends heeft bij het Concertgebouw-Orkest
uiteraard de moderne muziek leren spelen.
Dit orkest is het meest vooruitstrevende
in het hele land en kan dat zijn door zijn
reputatie, maar daardoor niet alleen. Het
kan vooruitstrevend zijn, omdat er een
veelheid van moderne muziek is, die even
zeer „tot het hart spreekt" - zoals Arends
zegt - als welk klassiek stuk ook, zelfs in
vele gevallen meer omdat zij eigentijds is.
Waarom kan het Concertgebouw-Orkest nü
voor een volle en aandachtige zaal werk
van Hindemith, Milhaud, Britten en ook
van Nederlandse componisten spelen? Om
dat het publiek er voorzichtig mee ver
trouwd is gemaakt. Omdat de moeilijkste
stukken daar niet één keer per jaar, maar
soms drie of vier keer op het programma
terugkomen. Mengelberg is daar al mee
begonnen. Mahler was in zijn tijd beslist
niet graag gehoord. Maar steeds heeft Men
gelberg composities van Mahler op het
programma gehouden. Zolang als nodig
was om het publiek Mahler te laten ont
dekken. En Mengelberg bracht muziek van
Mahler ten gehore, omdat hij daarin ge
loofde. Zo heeft Van Beinum het gedaan
met de modernen en deze politiek wil Henri
Arends met het Noordhollands Philharmo
nisch Orkest voortzetten. Wij hoeven
slechts even de voornaamste premières te
noemen, die Arends in ons land heeft ge
bracht, opdat men vertrouwen kan hebben
in zijn beleid.
In Amsterdam stonden eerste uitvoerin
gen van „La création du monde" van Da
rius Milhaud, het Vioolconcert van Alban
Berg, het oratorium „Saul en David" en
een hoboconcert van Sem Dresden, voorts
„Une cantate de Noël" van Honegger en
„Les Illuminations" van Benjamin Britten
onder zijn leiding, met het Utrechts Stede
lijk Orkest vertolkte hij de Tweede Symfo
nie van Ruyneman, met het Amsterdams
Kamermuziekgezelschap de „Sonata Festi-
va" van Guillaume Landré, met het Kunst-
maand-Orkest „De Stroom" voor sopraan,
koor en orkest van Lex van Delden en met
het Omroep-Kamerorkest het Concert voor
trompet, piano en strijkers van Jolivet. Als
men dit lijstje ziet denkt men misschien,
dat Arends de meeste aandacht aan de
modernen zal besteden, maar dit is niet
waar. Hij wil alles spelen, als het maar
muziek is. Hij heeft ook nauwelijks een
uitgesproken voorkeur voor een componist,
zij het dan, dat hij erg veel houdt van
Honegger en Sibelius (ja, ook Sibelius,
waarvan men kan zeggen, dat zijn muziek
tot de minst populaire in ons land behoort).
Men vindt deze laatste combinatie wellicht
vreemd. Arends bewaart er het geheim
Een fraaie overzichtsfoto van de
werkzaamheden aan de tunnelbouw
te Velsen. Zoals de foto laat zien is
men bezig om de noordelijke bouwput
met de zuidelijke oever van het
Noordzeekanaal te verbinden. In het
midden het in aanbouw zijnde noor
delijke ventilatiegebouw. Links op de
foto kijkt men in de richting Amster
dam. Rechts ziet men de nog aan
wezige pontverbinding over het
Noordzeekanaal.
Waarom ondervindt het Noordhollands
Philharmonisch Orkest in zijn tegenwoor
dige kwaliteit verder nog critiek van
Arends? Hij is ervan overtuigd, dat er in
gewerkt, moest het toch daarnaast veel
meer dan het verdragen kon, spelen met
gastdirigenten en heeft het - en hierop
legt Arends de nadruk - veel te veel bege
leidingen moeten verzorgen. Hij meent
zelfs, dat het orkest in dit opzicht een
zwaardere taak dan ieder ander orkest in
Nederland heeft. En dat noemt hij funest.
Zijn eigen ervaringen met het Concertge
bouw-Orkest ondersteunen dit oordeel. Hij
merkt onmiddellijk wanneer het orkest een
begeleiding heeft gehad, dat wil zeggen,
heeft moeten optreden met een koor onder
een vreemde dirigent. Plet orkest raakt
daardoor gauw uit vorm. Als een orkest te
veel onder vreemde of verschillende diri
genten werkt, verliest het zijn geest, zijn
eigen karakter en wordt het op den duur I jn(jjen (je vrede kan worden gehandhaafd.
(Van onze correspondent in Washington)
President Eisenhower is zijn tweede
ambtstermijn begonnen met een rede, die
de aandacht verdient in de gehele wereld.
De inauguratie van de president in de
open lucht voor het Capitool was ditmaal
meer dan een nationaal evenement. Vrij
wel de gehele rede, onder het motto „De
prijs voor de vrede", was gewijd aan de
internationale situatie en Eisenhower heeft
aan bondgenoten, neutralen en communis
ten duidelijk gemaakt wat in de komende
vier jaar van de Verenigde Staten ver
wacht kan worden. Amerika heeft het niet
gemunt op de zelfstandigheid van andere
landen en de Amerikanen verlangen niet
dat hun levenswijze elders wordt nage
bootst. Na de plechtige eedsaflegging be
toogde Eisenhower dat zonder de erken
ning van gelijkheid der volken geen vrij
heid en vrede mogelijk zijn. De Ameri
kaanse president zei dat het voortbestaan
der mensheid wellicht alleen is verzekerd
Henri Arends aan het werk
dit orkest veel mogelijkheden zitten. Van
iedere componist zijn er werken, die het
orkest verantwoord kan spelen. Het heeft
zich alleen nog niet voldoende kunnen
ontplooien, omdat het over het algemeen
niet voldoende tijd heeft gehad zich de te
spelen stukken eigen te maken. Hoewel
Toon Verhey veel met het orkest heeft
minder capabel. Arends heeft dan ook het
vaste voornemen te bewerkstelligen, dat de
begeleidingen voor het Noordhollands Phil
harmonisch Orkest aanzienlijk worden
verminderd. „Dat is noodzakelijk ten be
hoeve van het orkest, de muziek en het
publiek. Het publiek heeft recht op vol
komen verantwoorde uitvoeringen. Het
heeft er ook recht op van de ontwikkeling
der muziek op de hoogte te worden ge
houden.
Tenslotte geven wij nog een overzicht
van Henri Arends loopbaan tot heden. Hij
werd op 8 mei 1921 in Maastricht geboren.
Daar genoot hij zijn muzikale opleiding
aan de Muziekschool en het Muzieklyceum
(thans het Conservatorium) en behaalde hij
de einddiploma's A en B in zeer korte tijd,,
tevens de "Sfaatsdiploma's 1 L;Ct en MÏO.
(hoofdvak viool). Daarna studeerde hij nog
in contrapunt bij Jean Franssen, zang en
koordirectie bij Meta Reidel en Hans Cleu-
ver en instrumentatie bij Gerard Boedijn.
Van 1938' tot 1945 maakte hij deel uit van
het Maastrichts Stedelijk Orkest als eerste
violist. Vervolgens vestigde hij zich in
Roermond als vioolpedagoog en directeur
van de Koninklijke Harmonie. In korte tijd
had hij een reputatie als dirigent, instruc
teur en jurylid van harmonie-orkesten en
fanfarekorpsen. Intussen vroeg men hem
zo nu en dan een vakorkest te dirigeren,
onder andere het Omroeporkest, het Maas
trichts Stedelijk Oreest en het Utrechts
Stedelijk Orkest. Later heeft hij in de loop
des tijds - op 't Rotterdams Filharmonisch
Orkest na - bij alle Nederlandse beroeps
orkesten gastdirecties uitgevoerd.
Daar hij steeds meer voor het dirigeren
is gaan voelen, heeft hij zich steeds meer
beijverd ook als orkestdirigent te slagen.
Daartoe volgde hij cursussen aan het Mo-
zarteum in Salzburg bij Carlo Zecchi en
aan de Accademia in Siena bij Paul van
Kempen. In 1952 werd hij als opvolger van
Otto Glastra van Loon benoemd tot diri-
De rede werd tweemaal door applaus
onderbroken: eerst toen Eisenhower Boe
dapest als symbool noemde van 's mensen
verlangen naar vrijheid en later toen hij
betoogde dat vrije mensen geen handels
zaak maken van hun nationale souvereini-
teit. Amerika en de wereld mogen zich
ADVERTENTIE
Mijnhardt's Grieppoeders. Doos 50 ct.
gent van het koor en orkest van Philips in
Ein.dho.ven, U.eze,Junctie .vervult hij nog,
maar zal hij ook neerleggen als hij zijn
werk bij het N. Ph. O. officieel begint. In
1953 volgde tenslotte zijn benoeming tot
repetitor van het Amsterdams Toonkunst
koor en tot assistent-dirigent van het Con
certgebouw-Orkest. Van die tijd af ver
scheen hij geregeld op de meeste Neder
landse concertpodia. Een bijzondere spe
cialiteit is zijn vermogen om zonder of vrij
wel zonder repetities in te vallen voor
plotseling verhinderde collega's. Zo zag
men hem als invaller op het eerste Am
sterdamse concert na de succesrijke toer-
nee van het Concertgebouw-Orkest door
Amerika, waarbij hij zonder repetitie onder
meer Bartóks Concert voor orkest diri
geerde. In november 1956 nam hij vier
concerten van de Italiaanse gastdirigent
Carlo Maria Guilini over. In dit seizoen
dirigeerde Henri Arends ook verscheidene
abonnementsconcerten in Amsterdam.
Wij menen, dat het hier vermelde vol
doende een overzicht geeft van wat Henri
Arends wil. Wat hij kan zal hij gauw tonen.
Na 1 februari zal men hem herhaaldelijk
voor het Noordhollands Philharmonisch
Orkest kunnen zien staan, op 1 september
treedt hij officieel in functie.
gelukkig prijzen dat de president bij de
aanvang van zijn tweede ambtsperiode
zich duidelijk heeft uitgesproken over de
gevaren die de wereld bedreigen en zo
helder de morele standaard heeft aange
geven die de komende jaren zal gelden
voor de Amerikaanse buitenlandse politiek.
Om de vrede te bewaren zal Amerika
zich volgens de president door drie alge
mene beginselen laten leiden: Als tegen
wicht tegen hen die met geweld willen
regeren, moet het de kosten van zijn eigen
militaire apparaat betalen en helpen de
beveiliging van anderen op te bouwen;
het moet zijn kennis en vaardigheid en bij
tijden zijn middelen gebruiken om anderen
te helpen uit de ellende te komen, hoe ver
ook de pla *s van dat lijden van Amerika
verwijderd is en het erkent dat het be
trokken is bij de toekomst ven mensen
overal ter wereld. Het gezag van de UNO
moet geëerbiedigd en versterkt worden.
Daardoor, aldus de president, kan de
wet, op grond waarvan alle landen in
waardigheid kunnen leven, het best tot
zijn recht komen.
Het is vertrouwenwekkend dat zijn
tweede ambtstermijn met zulk een klare
en nobele doelstelling is begonnen. Zo
lang Eisenhower aan het bewind blijft zal
het isolationisme niet veel kans hebben in
Amerika.
De president maakte tijdens de plechtig
heid voor het Capitool alsmede bij het af
nemen van de urenlange parade een
levenskrachtige indruk. Het aantal ge-
leidbare projectielen dat bij de parade
werd meegevoerd was opvallend groot.
Laat in de avond hebben Eisenhower en
Nixon, met hun echtgenoten, een bezoek
gebracht aan de vier grote inavjuratiebals
die in Washington werden gehouden.
TijdettS <9ö eecféaflfeggifig werd'ért ffièf ge
beden uitgesproken, twee door protestan-
se, een cloor een Joodse en een door een
rooms-katholieke geestelijke.
Op het Nederlandse terrein van de We
reldtentoonstelling Brussel 1958 zal door
de bekende Frans-Zwitserse architect Le
Corbusier een internationaal Philipspavil-
joen worden gebouwd. De Stichting We
reldtentoonstelling Brussel 1958, afdeling
Nederland, deelt mee, dat zaterdag op het
Nederlandse terrein in Brussel een bespre
king is gehouden tussen vertegenwoordi
gers van de Nederlandse afdeling met hun
Nederlandse architecten en Le Corbusier.
Op grond van de door het bestuur der
stichting verstrekte richtlijnen werd vol-
Pakweg
Voor de spiegels der kledingmagazijnen
schrompelt het warme, vertrouwde pak
ineen tot een afgedragen plunje. Vooral
voor hen, die dagelijks voor de wasbak-
spiegel slechts hun bovenhelft in het oog
krijgen, is het een teleurstelling om te
zien hoe alles er over de rest van het
lichaam bij neerhangt. Het gebruikelijke
licht van T.L.-buizen maakt het geheel
nog wat navranter.
De knieën in de broekspijpen en de
potsierlijke zitvouwen overdwars maken
vele mannen bij voorbaat al murw voor
een handig verkoper. En dan wordt men
een kleedcel ingezonden met zo'n stug
nieuw costuum onder de arm. Een panta
lon, die nog zó nieuw is, dat men haar niet
zozeer aantrekt, maar meer erin gaat staan.
En een jasje, dat op slag overhemd en' das
beide belachelijk maakt.
Ondersteund door het kamgaren, dat bij
iedere beweging nog forse weerstand biedt
en waarin men zich niet kan voorstellen,
dat het ook mogelijk is erin neer te hur
ken, treedt men te voorschijn het gor
dijn voorzichtig achter zich sluitend opdat
geen mens dat armzalige bundeltje zal
zien liggen, waar men zich een uur geleden
nog gelukkig in voelde.
De verkoper begint dadelijk aan de
nieuw-aangekledene te frutselen: trekt
eerst eens flink aan beide zijden van de
schouders om de indruk te wekken, dat
de cliënt een breedgeschouderd persoon is,
rukt vervolgens aan de sluiting van het
colbert als om hem lucht te verschaffen
en doet tenslotte enige stappen achteruit
om zijn bewonderende blik over het geheel
te laten gaan. Men voelt zich jong en ge
lukkig nog ver verwijderd van de tijd,
waarop verkopers gaan zeggen „dat het
van achteren nog toel een ietsssssje kan
worden ingenomen
Kwieker nu gaat het naar de kleedcel
terug om zich te ontdoen van de kleding
die men nog niet betaald heeft hetgeen
toch altijd nog even bedachtzaam stemt.
Men kan nog terug.
En wanneer men dan in zijn hemd staat
is het oude pak nergens meer te vinden.
Het bevindt zich uiteraard in een cel hier
nevens, waaruit inmiddels het zware ge
steun opklinkt van een andere cliënt.
Henk Biersteker
ADVERTENTIE
BENZINE
bij Vi gulden per L komt elke dag terug.
Bespaar daarop d.m.v.
RENAULT 4 of RENAULT DAUPHINE
Ruime 4 pers. wagens en.... 1 op 17!
GARAGE DEN HOUT
Oordeel Ged. Staten:
Gedeputeerde Staten van Noordholland
schrijven in de 'memorie van antwoord op'
het verslag van de afdelingen der Provin
ciale Staten van Noordholland betreffende
de begroting 1957- der provincie, dat zij
niet te pessimistisch van opzet is. De ra
ming zowel van de inkomsten als van de
uitgaven geschiedt, met inachtneming van
de vaststaande feiten en te verwachten
nieuwe omstandigheden, steeds op een zo
reëel mogelijke grondslag.
Ofschoon de situatie voor het begro
tingsjaar 1957, ondanks de voorlopig ge
raamde bijdrage uit de reserve van
f 200.000 niet ongunstig kan worden ge
noemd, behoort wegens de verdere toe
komst een voorzichtig beleid te worden
gevoerd. Niemand kan toch voorzien in
welke mate de inkomsten aan de provin
cie zullen toevloeien. Daarbij moet wor
den bedacht, dat de toenemende kapitaals-
l'um"s Hp uitgaven een steeds stijgende last (mede
ledige overeenstemming bereikt, zodat de 5 mrtl„Dins w r«nW.r.Wn-
bouw van het Philipspaviljoen thans zeker
is. De ideeën van Le Corbusier gaan in de
richting van een zeer bijzondere demon
stratie van de mogelijkheden der elektro
techniek en het licht.
De scherpe smaak van de
schapenkaas, die Roquefort
beroemd heeft gemaakt, prik
kelde nog mijn tong, toen ik
ver ten noorden van dit dorp
het stadje Millau al was ge
passeerd. Ik liet me niet op
houden door mijn Guide Mi-
chelin, waarin de lamsleren
handschoenen van Millau be
leefd werden aanbevolen, maar
spoedde me voort in noorde
lijke richting. Nog voor de
avond wilde ik het woeste
hoogland van Auvergne achter
de rug hebben.
Reisplannen mogen nooit te
definitief worden opgesteld.
Deze waarheid drong zich weer
aan mij op na dertig kilometer
van bochten en hellingen.
Plotseling bereikte ik een
vlakte met links van mij een
verdwaalde, rotsachtige heu
vel, bestrooid met witte hui
zen en bekroond door een
ruïne van aanzienlijke afme
tingen. Het dorpje schreeuw
de om kennismaking.
Sévérac-le-Chateau las ik op
een bordje, dat met een ge
biedende vinger naar de heu
vel wees. Ik gehoorzaamde
braaf en sloeg een hobbelige
karikatuur van een landweg
in. Hijgend nam de wagen de
steile straatjes van het dorp.
Het was er vol geheimzinnige
schaduwen. Het is u misschien
bekend, dat de Fransen nog
met z'n honderdduizenden in
vijftiende en zestiende eeuwse
huizen wonen, waaraan nooit
iets schijnt te zijn gedaan.
Welnu, hier leunde een ge
varieerde collectie vermoeid
tegen elkaar aan. Soms had
den zij zich zo vertrouwelijk
naar hun overburen gebogen,
dat er slechts een smalle
De zwerftocht door het onbekende Frankrijk heeft een
nieuwe verrassing opgeleverd: een ruïne van een kasteel, als
een arendsnest geklemd aan een rotsachtige heuveltop. En een
oude man, die somber vertelde wat er driehonderd jaar ge
leden was gebeurd.
streep van de hemel te zien
was.
De laatste honderd meter
naar de top moest ik te voet
afleggen. Mijn zwoegen werd
wel beloond: wijd lag het
landschap voor me. Ik sloeg
mijn reisgids open en las,
dat Sévérac-le-Chateau vijf
eeuwen geleden is ontstaan.
Honderden jaren voor mij had
den over dezelfde keislagweg-
getjes tussen de oude huizen
al mannen en vrouwen ge
lopen, die hun schapen hoed
den en herendiensten verricht
ten voor de bewoner van het
kasteel. Thans leeft de bevol
king hoofdzakelijk van de
landbouw en de handel in
landbouwprodukten. In de
vlakte, dicht bij het station
netje, zag ik een fabriekachtig
gebouw.
„Een oliefabriek", zei een
oude man ongevraagd. „Ja,
we hebben industrie ook. Er
werken enige tientallen men
sen."
Hij was de enige van het
dorpje, die, evenals ik, de
frisse wind tussen de brokke
lige muren had getrotseerd.
Een man met een hoofd als
een te lang bewaarde appel.
Hij wilde zijn pijp wel voor
een Nederlandse sigaar ver
wisselen en voelde zich daarna
verplicht mij geen detail van
de dorpsgeschiedenis te ont
houden.
„Is dit kasteel al oud?"
vroeg ik.
„Honderden jaren oud", zei
hij vaag in een moeilijk te
verstaan dialekt. Hij keek me
met zijn kraaloogjes onderzoe
kend aan. „Het spookt hier",
voegde hij er met nadruk aan
toe.
Hij had volstrekt geen haast
en zijn verhaal nam een lange
tijd in beslag. De wind rukte
aan mijn kleren en gierde als
een onheilspellende muzikale
begeleiding door de ruïne.
Voordat hij was uitgesproken,
kon ik het klapperen van mijn
tanden niet meer bedwingen,
maar ik verklaar met de hand
op mijn hart, dat ik niet door
zijn lugubere vertelling onder
steboven raakte.
In jaartallen was hij niet
sterk. Die heb ik gewetensvol
voor u opgezocht, zodat het
verhaal nu rond en waar is.
Een van de bekendste heren
van Sévérac was Louis d'Ar-
pajon, in zijn tijd een befaamd
krijgsman, die in 1637 het
recht verkreeg de generaals-
titel te voeren. Hij was in 1622
in het huwelijk getreden met
Gloriande de Thémines, al
sinds haar geboorte voor hem
bestemd en opgegroeid tot een
schone jonkvrouw. Louis d'Ar-
pajon had een zeer jaloerse
moeder en helaas werd de ver
houding tot haar schoondoch
ter er met de jaren niet beter
op. In 1632 kwam deze on
plezierige situatie tot een tra
gische climax. Gloriande had
het leven geschonkeq aan een
zoon, was zeer verzwakt en
reisde naar haar ouderlijk
huis om daar herstel van haar
geschokte gezondheid te zoe
ken. Midden in een bos werd
het gezelschap overvallen door
een bende, aangevoerd door de
chirurgijn van Louis' moeder.
Gloriande werd gevangen ge
nomen, waarna de chirurgijn
haar de polsslagaderen open
de, zodat zij langzaam dood
bloedde. Vervolgens werd haar
lijk naar het kasteel terug
gebracht met de verklaring,
dat de ongelukkige vrouw aan
een hartaanval was overleden.
„Ik heb nog met aderlatingen
geprobeerd haar leven te red
den", jammerde de chirurgijn,
„maar het mocht niet meer
baten".
Louis d'Arpajon, wel wetend
hoe zijn moeder Gloriande
haatte, stond van het begin af
wantrouwend tegenover deze
lezing. Hij kon echter geen
overtuigend bewijs van moord
leveren. In die dagen was de
medische wetenschap nog voor
een groot deel gebaseerd op de
heilzame werking van bloed
zuigers, kruiden en aderlatin
gen en de primitieve lijkschou
wing bracht slechts aan het
licht, dat de kwakzalver inder
daad zijn best kon hebben ge
daan haar te genezen.
„Maar Gloriande is er nog
steeds niet mee verzoend, dat
de moord ongestraft bleef",
eindigde de oude zijn verhaal.
„Elke avond, klokslag twaalf,
dwaalt ze tussen de bouwval
len rond en sommige inwoners
van Sévérac hebben haar wel
eens horen huilen op de plaats
waar het wiegje van haar zoon
moet hebben gestaan. Het
kasteel is later in verval ge
raakt. Louis, ontroostbaar door
het verlies van zijn vrouw,
brak met zijn moeder en trok
weg. Ik geloof, dat hij in de
een of andere oorlog is ge
sneuveld."
Dat geloof ik niet, maar
goed, laat hem in zijn waan.
Volgens een betrouwbare
historische bron is Louis d'Ar
pajon zeer onromantisch in
zijn bed gestorven.
De oude man stond abrupt
op en schuifelde na een korte
groet het pad af. Voordat ik
hem volgde, dwaalde ik nog
een tijdje tussen de overblijf
selen van trotse zalen en ge-
kanteelde wallen rond. Moge
lijk was mijn fantasie gestimu
leerd door het lugubere ver
haal en de spookachtige om
geving: ik verbeeldde me ten
minste niet meer alleen te
zijn. Had ik gezelschap ge
kregen van de rusteloze geest
van Gloriande? En hoorde ik,
toen ik rillend van kou ver
trok, achter mij een gierende
windvlaag of het klagend ge
roep van een wanhopige
moeder?
J. J. F. Remming
door een verhoging van het rentepercenta
ge) voor de gewone dienst te weeg bren
gen en dat het uiterst moeilijk zal blijken
te zijn het uitgavenpeil overigens terug te
dringen.
Gedeputeerde Staten hopen, dat de rege
ring binnen korte tijd wetsontwerpen om
trent de kosten van de wegen en de ver
pleging van armlastige geesteszieken, op
basis van de voorstellen der commissie-
Oud, de Staten-Generaal zal indienen.
Indien bij het indienen van de begroting
1958 hieromtrent nog geen voldoende ze
kerheid mocht bestaan, zullen Gedeputeer
de Staten overwegen of aan de Provinciale
Staten van Noordholland een voorstel tot
vermindering der subsidies voor deze doe
len moet worden gedaan. Van een derge
lijk voornemen zal tijdig aan de gemeen
tebesturen mededeling worden gedaan.
Indonesiërs eisen naasting van
Nederlandse kranten
DJAKARTA (ANP) De correspon
dent van het ANP in Djakarta vernam in
betrouwbare kringen, dat een delegatie van
de Indonesische Vereniging van Dagblad
directeuren vrijdag tijdens een onderhoud
met de minister van Voorlichting, Subidjo,
de eis heeft gesteld dat alle Nederlandse
dagbladen, boekhandels en advertentie
bureaus zullen worden genationaliseerd. De
Vereniging heeft beloofd een concreet plan
voor de uitvoering van haar eisen bij het
ministerie van Voorlichting te zullen indie
nen.
i
ARNHEM. Een drukker hier ter
stede, Karei F. Misset, liet onlangs in
den tuin van zijn drukkerij een pomp
slaan, welke kristalhelder water lever
de, hetgeen gebruikt werd voor de
stoommachine. Het verschijnsel deed
zich echter voor dat het water bij er-
warming troebel werd en een groote
hoeveelheid bezinksel afscheidde, dat
bij droging een bruin poeder opleverde.
Een scheikundig onderzoek wees uit dat
het bezinksel bestond uit een ijzerver
binding. Men gaf den drukker de raad,
zijn staalwaterbron te gaan exploitee-
ren; wellicht zou Arnhem dan metter
tijd een „Kurort" kunnen worden. De
drukker had daar echter geen oren
naar, vooral niet nadat hij ontdekt had
dat het bezinksel een uitnemende grond
stof opleverde voor het vervaardigen
van drukinkt. De drukker heeft reeds
menig biljet gedrukt met deze „staal-
water-inkt".