Gïoriamde spookt in de ruïnen Nieuwe dirigent van N.Ph.O. zal meer aandacht vragen voor moderne President Eisenhower beëdigd voor zijn tweede ambtstermijn Vijftig jaar geleden ^Praatótoel Velser tunnel Amerika aanvaardt het leiderschap van de vrije wereld Le Corbusier bouwt op W ereldten toonstelling Op de GESPREK MET HENRI ARENDS GRIEP? Opzet der begroting is niet pessimistisch Uit Haarlems Dagblad van 22 januari 1907 DINSDAG 2 2 JANUARI 1957 Vandaag is de benoeming van Henri Arends tot opvolger van Toon Verhey als eerste dirigent van het Noordhollands Philharmonisch Orkest - waarover wij gis teren een officieus bericht gaven - officieel geworden. Met ingang van 1 september is Henri Arends, nu nog assistent-dirigent van het Concertgebouw-Orkest te Amster dam, dus muzikaal leider van het te Haar lem gevestigde orkest, hetgeen betekent, dat zowel voor het orkest als voor de con certgangers een geheel nieuwe periode aan breekt, niet alleen formeel, maar ook naar de geest, althans als de vjjfendertigjarige dirigent de medewerking en het vertrou wen worden verleend, die hij nodig heeft om een periode van vernieuwing te kunnen beginnen met ruime kans op slagen. Henri Arends is jong en idealistisch. Hij heeft plannen met het orkest, die van vér strekkende betekenis zijn. Hoe kan het anders met een dirigent, die het voorrecht heeft gehad nu al ruim drie jaar regel matig te kunnen werken met een orkest, dat overal in Europa en ook daarbuiten het grootste respect heeft gekweekt. Ook hier om is het begrijpelijk, dat zijn oordeel over de kwaliteit van het orkest, waaraan hij nu al zijn krachten wil gaan geven, niet bepaald mild is. Henri Arends heeft reeds enkele keren voor het Noordhollands Phil harmonisch Orkest gestaan. Gisterochtend repeteerde hij ermee voor het eerst sinds een jaar. Aanvankelijk was hij weinig hoopvol gestemd, maar aan het slot heeft hij toch gevoeld, dat er voor dit orkest veel meer mogelijkheden zijn, dan het tot nogtoe heeft gehad. Hij noemt het vooral een kwestie van programmabeleid. Wat zijn de plannen van Henri Arends? Deze kunnen nog alleen in grote lijnen worden aangegeven. Pas als hij het orkest enige tijd zal hebben bespeeld, kan hij pre cies zeggen waartoe het in staat is, voor j welk soort muziek het capabel geacht mag worden en welke stukken het beslist niet moet spelen, gelet op de structuur van het ensemble of die van de muziek. Zijn critiek Is dezelfde als die, welke wij reeds meer dan eens in ons blad naar aanleiding van de programmakeuze hebben uitgeoefend. Tot het hart j Tot dusver is die keuze tamelijk star geweest, heeft er tussen vraag en aanbod een wisselwerking bestaan, die meestal wel het concertbezoek, maar niet voldoende de aandacht voor de ontwikkeling in de mu ziek heeft bevorderd. Men heeft zich net iets te veel laten leiden door de vraag van een - naar wij menen - nogal groot publiek, dat de concerten, misschien zonder dat het zich daarvan volledig bewust is geweest, meer is gaan bezoeken uit gewoonte dan uit werkelijke belangstelling voor de mu ziek. Er bestaat veel meer muziek van Schubert dan diens Onvoltooide, veel meer dat even mooi is als Beethovens Eroïca, Rachmaninovs Tweede Pianoconcert, Dvor- sjaks „Nieuwe Wereld" en nog een aantal werken, die we gewoonlijk betitelen als programmastukken, omdat ze zo veelvuldig weerkeren. Uiteraard is de vraag naar muziek, die prettig in het gehoor ligt en overbekend is, niet alleen in Haarlem en Kennemerland, groot. Er is geen groot orkest in ons land, dat de „programma stukken" niet met zekere regelmaat op het programma heeft staan. Maar de keuze is daarnaast bij de voornaamste orkesten on getwijfeld veelzijdiger. Dat betekent niet dat elders zo veel modern werk wordt ge bracht, maar dat er méér wordt gespeeld van één componist. Henri Arends wil het publiek tonen, dat Mozart en Haydn en vele andere „klassieken" veel meer prach tige muziek hebben geschreven dan het van het Noordhollands Philharmonisch Orkest heeft kunnen horen. Dit is één zijde van zijn voorlopige plan nen. Een andere is de introductie van de moderne muziek, althans aanvankelijk de modernere. Introductie kan in dit geval nauwelijks een te sterk woord zijn. Henri Arends heeft bij het Concertgebouw-Orkest uiteraard de moderne muziek leren spelen. Dit orkest is het meest vooruitstrevende in het hele land en kan dat zijn door zijn reputatie, maar daardoor niet alleen. Het kan vooruitstrevend zijn, omdat er een veelheid van moderne muziek is, die even zeer „tot het hart spreekt" - zoals Arends zegt - als welk klassiek stuk ook, zelfs in vele gevallen meer omdat zij eigentijds is. Waarom kan het Concertgebouw-Orkest nü voor een volle en aandachtige zaal werk van Hindemith, Milhaud, Britten en ook van Nederlandse componisten spelen? Om dat het publiek er voorzichtig mee ver trouwd is gemaakt. Omdat de moeilijkste stukken daar niet één keer per jaar, maar soms drie of vier keer op het programma terugkomen. Mengelberg is daar al mee begonnen. Mahler was in zijn tijd beslist niet graag gehoord. Maar steeds heeft Men gelberg composities van Mahler op het programma gehouden. Zolang als nodig was om het publiek Mahler te laten ont dekken. En Mengelberg bracht muziek van Mahler ten gehore, omdat hij daarin ge loofde. Zo heeft Van Beinum het gedaan met de modernen en deze politiek wil Henri Arends met het Noordhollands Philharmo nisch Orkest voortzetten. Wij hoeven slechts even de voornaamste premières te noemen, die Arends in ons land heeft ge bracht, opdat men vertrouwen kan hebben in zijn beleid. In Amsterdam stonden eerste uitvoerin gen van „La création du monde" van Da rius Milhaud, het Vioolconcert van Alban Berg, het oratorium „Saul en David" en een hoboconcert van Sem Dresden, voorts „Une cantate de Noël" van Honegger en „Les Illuminations" van Benjamin Britten onder zijn leiding, met het Utrechts Stede lijk Orkest vertolkte hij de Tweede Symfo nie van Ruyneman, met het Amsterdams Kamermuziekgezelschap de „Sonata Festi- va" van Guillaume Landré, met het Kunst- maand-Orkest „De Stroom" voor sopraan, koor en orkest van Lex van Delden en met het Omroep-Kamerorkest het Concert voor trompet, piano en strijkers van Jolivet. Als men dit lijstje ziet denkt men misschien, dat Arends de meeste aandacht aan de modernen zal besteden, maar dit is niet waar. Hij wil alles spelen, als het maar muziek is. Hij heeft ook nauwelijks een uitgesproken voorkeur voor een componist, zij het dan, dat hij erg veel houdt van Honegger en Sibelius (ja, ook Sibelius, waarvan men kan zeggen, dat zijn muziek tot de minst populaire in ons land behoort). Men vindt deze laatste combinatie wellicht vreemd. Arends bewaart er het geheim Een fraaie overzichtsfoto van de werkzaamheden aan de tunnelbouw te Velsen. Zoals de foto laat zien is men bezig om de noordelijke bouwput met de zuidelijke oever van het Noordzeekanaal te verbinden. In het midden het in aanbouw zijnde noor delijke ventilatiegebouw. Links op de foto kijkt men in de richting Amster dam. Rechts ziet men de nog aan wezige pontverbinding over het Noordzeekanaal. Waarom ondervindt het Noordhollands Philharmonisch Orkest in zijn tegenwoor dige kwaliteit verder nog critiek van Arends? Hij is ervan overtuigd, dat er in gewerkt, moest het toch daarnaast veel meer dan het verdragen kon, spelen met gastdirigenten en heeft het - en hierop legt Arends de nadruk - veel te veel bege leidingen moeten verzorgen. Hij meent zelfs, dat het orkest in dit opzicht een zwaardere taak dan ieder ander orkest in Nederland heeft. En dat noemt hij funest. Zijn eigen ervaringen met het Concertge bouw-Orkest ondersteunen dit oordeel. Hij merkt onmiddellijk wanneer het orkest een begeleiding heeft gehad, dat wil zeggen, heeft moeten optreden met een koor onder een vreemde dirigent. Plet orkest raakt daardoor gauw uit vorm. Als een orkest te veel onder vreemde of verschillende diri genten werkt, verliest het zijn geest, zijn eigen karakter en wordt het op den duur I jn(jjen (je vrede kan worden gehandhaafd. (Van onze correspondent in Washington) President Eisenhower is zijn tweede ambtstermijn begonnen met een rede, die de aandacht verdient in de gehele wereld. De inauguratie van de president in de open lucht voor het Capitool was ditmaal meer dan een nationaal evenement. Vrij wel de gehele rede, onder het motto „De prijs voor de vrede", was gewijd aan de internationale situatie en Eisenhower heeft aan bondgenoten, neutralen en communis ten duidelijk gemaakt wat in de komende vier jaar van de Verenigde Staten ver wacht kan worden. Amerika heeft het niet gemunt op de zelfstandigheid van andere landen en de Amerikanen verlangen niet dat hun levenswijze elders wordt nage bootst. Na de plechtige eedsaflegging be toogde Eisenhower dat zonder de erken ning van gelijkheid der volken geen vrij heid en vrede mogelijk zijn. De Ameri kaanse president zei dat het voortbestaan der mensheid wellicht alleen is verzekerd Henri Arends aan het werk dit orkest veel mogelijkheden zitten. Van iedere componist zijn er werken, die het orkest verantwoord kan spelen. Het heeft zich alleen nog niet voldoende kunnen ontplooien, omdat het over het algemeen niet voldoende tijd heeft gehad zich de te spelen stukken eigen te maken. Hoewel Toon Verhey veel met het orkest heeft minder capabel. Arends heeft dan ook het vaste voornemen te bewerkstelligen, dat de begeleidingen voor het Noordhollands Phil harmonisch Orkest aanzienlijk worden verminderd. „Dat is noodzakelijk ten be hoeve van het orkest, de muziek en het publiek. Het publiek heeft recht op vol komen verantwoorde uitvoeringen. Het heeft er ook recht op van de ontwikkeling der muziek op de hoogte te worden ge houden. Tenslotte geven wij nog een overzicht van Henri Arends loopbaan tot heden. Hij werd op 8 mei 1921 in Maastricht geboren. Daar genoot hij zijn muzikale opleiding aan de Muziekschool en het Muzieklyceum (thans het Conservatorium) en behaalde hij de einddiploma's A en B in zeer korte tijd,, tevens de "Sfaatsdiploma's 1 L;Ct en MÏO. (hoofdvak viool). Daarna studeerde hij nog in contrapunt bij Jean Franssen, zang en koordirectie bij Meta Reidel en Hans Cleu- ver en instrumentatie bij Gerard Boedijn. Van 1938' tot 1945 maakte hij deel uit van het Maastrichts Stedelijk Orkest als eerste violist. Vervolgens vestigde hij zich in Roermond als vioolpedagoog en directeur van de Koninklijke Harmonie. In korte tijd had hij een reputatie als dirigent, instruc teur en jurylid van harmonie-orkesten en fanfarekorpsen. Intussen vroeg men hem zo nu en dan een vakorkest te dirigeren, onder andere het Omroeporkest, het Maas trichts Stedelijk Oreest en het Utrechts Stedelijk Orkest. Later heeft hij in de loop des tijds - op 't Rotterdams Filharmonisch Orkest na - bij alle Nederlandse beroeps orkesten gastdirecties uitgevoerd. Daar hij steeds meer voor het dirigeren is gaan voelen, heeft hij zich steeds meer beijverd ook als orkestdirigent te slagen. Daartoe volgde hij cursussen aan het Mo- zarteum in Salzburg bij Carlo Zecchi en aan de Accademia in Siena bij Paul van Kempen. In 1952 werd hij als opvolger van Otto Glastra van Loon benoemd tot diri- De rede werd tweemaal door applaus onderbroken: eerst toen Eisenhower Boe dapest als symbool noemde van 's mensen verlangen naar vrijheid en later toen hij betoogde dat vrije mensen geen handels zaak maken van hun nationale souvereini- teit. Amerika en de wereld mogen zich ADVERTENTIE Mijnhardt's Grieppoeders. Doos 50 ct. gent van het koor en orkest van Philips in Ein.dho.ven, U.eze,Junctie .vervult hij nog, maar zal hij ook neerleggen als hij zijn werk bij het N. Ph. O. officieel begint. In 1953 volgde tenslotte zijn benoeming tot repetitor van het Amsterdams Toonkunst koor en tot assistent-dirigent van het Con certgebouw-Orkest. Van die tijd af ver scheen hij geregeld op de meeste Neder landse concertpodia. Een bijzondere spe cialiteit is zijn vermogen om zonder of vrij wel zonder repetities in te vallen voor plotseling verhinderde collega's. Zo zag men hem als invaller op het eerste Am sterdamse concert na de succesrijke toer- nee van het Concertgebouw-Orkest door Amerika, waarbij hij zonder repetitie onder meer Bartóks Concert voor orkest diri geerde. In november 1956 nam hij vier concerten van de Italiaanse gastdirigent Carlo Maria Guilini over. In dit seizoen dirigeerde Henri Arends ook verscheidene abonnementsconcerten in Amsterdam. Wij menen, dat het hier vermelde vol doende een overzicht geeft van wat Henri Arends wil. Wat hij kan zal hij gauw tonen. Na 1 februari zal men hem herhaaldelijk voor het Noordhollands Philharmonisch Orkest kunnen zien staan, op 1 september treedt hij officieel in functie. gelukkig prijzen dat de president bij de aanvang van zijn tweede ambtsperiode zich duidelijk heeft uitgesproken over de gevaren die de wereld bedreigen en zo helder de morele standaard heeft aange geven die de komende jaren zal gelden voor de Amerikaanse buitenlandse politiek. Om de vrede te bewaren zal Amerika zich volgens de president door drie alge mene beginselen laten leiden: Als tegen wicht tegen hen die met geweld willen regeren, moet het de kosten van zijn eigen militaire apparaat betalen en helpen de beveiliging van anderen op te bouwen; het moet zijn kennis en vaardigheid en bij tijden zijn middelen gebruiken om anderen te helpen uit de ellende te komen, hoe ver ook de pla *s van dat lijden van Amerika verwijderd is en het erkent dat het be trokken is bij de toekomst ven mensen overal ter wereld. Het gezag van de UNO moet geëerbiedigd en versterkt worden. Daardoor, aldus de president, kan de wet, op grond waarvan alle landen in waardigheid kunnen leven, het best tot zijn recht komen. Het is vertrouwenwekkend dat zijn tweede ambtstermijn met zulk een klare en nobele doelstelling is begonnen. Zo lang Eisenhower aan het bewind blijft zal het isolationisme niet veel kans hebben in Amerika. De president maakte tijdens de plechtig heid voor het Capitool alsmede bij het af nemen van de urenlange parade een levenskrachtige indruk. Het aantal ge- leidbare projectielen dat bij de parade werd meegevoerd was opvallend groot. Laat in de avond hebben Eisenhower en Nixon, met hun echtgenoten, een bezoek gebracht aan de vier grote inavjuratiebals die in Washington werden gehouden. TijdettS <9ö eecféaflfeggifig werd'ért ffièf ge beden uitgesproken, twee door protestan- se, een cloor een Joodse en een door een rooms-katholieke geestelijke. Op het Nederlandse terrein van de We reldtentoonstelling Brussel 1958 zal door de bekende Frans-Zwitserse architect Le Corbusier een internationaal Philipspavil- joen worden gebouwd. De Stichting We reldtentoonstelling Brussel 1958, afdeling Nederland, deelt mee, dat zaterdag op het Nederlandse terrein in Brussel een bespre king is gehouden tussen vertegenwoordi gers van de Nederlandse afdeling met hun Nederlandse architecten en Le Corbusier. Op grond van de door het bestuur der stichting verstrekte richtlijnen werd vol- Pakweg Voor de spiegels der kledingmagazijnen schrompelt het warme, vertrouwde pak ineen tot een afgedragen plunje. Vooral voor hen, die dagelijks voor de wasbak- spiegel slechts hun bovenhelft in het oog krijgen, is het een teleurstelling om te zien hoe alles er over de rest van het lichaam bij neerhangt. Het gebruikelijke licht van T.L.-buizen maakt het geheel nog wat navranter. De knieën in de broekspijpen en de potsierlijke zitvouwen overdwars maken vele mannen bij voorbaat al murw voor een handig verkoper. En dan wordt men een kleedcel ingezonden met zo'n stug nieuw costuum onder de arm. Een panta lon, die nog zó nieuw is, dat men haar niet zozeer aantrekt, maar meer erin gaat staan. En een jasje, dat op slag overhemd en' das beide belachelijk maakt. Ondersteund door het kamgaren, dat bij iedere beweging nog forse weerstand biedt en waarin men zich niet kan voorstellen, dat het ook mogelijk is erin neer te hur ken, treedt men te voorschijn het gor dijn voorzichtig achter zich sluitend opdat geen mens dat armzalige bundeltje zal zien liggen, waar men zich een uur geleden nog gelukkig in voelde. De verkoper begint dadelijk aan de nieuw-aangekledene te frutselen: trekt eerst eens flink aan beide zijden van de schouders om de indruk te wekken, dat de cliënt een breedgeschouderd persoon is, rukt vervolgens aan de sluiting van het colbert als om hem lucht te verschaffen en doet tenslotte enige stappen achteruit om zijn bewonderende blik over het geheel te laten gaan. Men voelt zich jong en ge lukkig nog ver verwijderd van de tijd, waarop verkopers gaan zeggen „dat het van achteren nog toel een ietsssssje kan worden ingenomen Kwieker nu gaat het naar de kleedcel terug om zich te ontdoen van de kleding die men nog niet betaald heeft hetgeen toch altijd nog even bedachtzaam stemt. Men kan nog terug. En wanneer men dan in zijn hemd staat is het oude pak nergens meer te vinden. Het bevindt zich uiteraard in een cel hier nevens, waaruit inmiddels het zware ge steun opklinkt van een andere cliënt. Henk Biersteker ADVERTENTIE BENZINE bij Vi gulden per L komt elke dag terug. Bespaar daarop d.m.v. RENAULT 4 of RENAULT DAUPHINE Ruime 4 pers. wagens en.... 1 op 17! GARAGE DEN HOUT Oordeel Ged. Staten: Gedeputeerde Staten van Noordholland schrijven in de 'memorie van antwoord op' het verslag van de afdelingen der Provin ciale Staten van Noordholland betreffende de begroting 1957- der provincie, dat zij niet te pessimistisch van opzet is. De ra ming zowel van de inkomsten als van de uitgaven geschiedt, met inachtneming van de vaststaande feiten en te verwachten nieuwe omstandigheden, steeds op een zo reëel mogelijke grondslag. Ofschoon de situatie voor het begro tingsjaar 1957, ondanks de voorlopig ge raamde bijdrage uit de reserve van f 200.000 niet ongunstig kan worden ge noemd, behoort wegens de verdere toe komst een voorzichtig beleid te worden gevoerd. Niemand kan toch voorzien in welke mate de inkomsten aan de provin cie zullen toevloeien. Daarbij moet wor den bedacht, dat de toenemende kapitaals- l'um"s Hp uitgaven een steeds stijgende last (mede ledige overeenstemming bereikt, zodat de 5 mrtl„Dins w r«nW.r.Wn- bouw van het Philipspaviljoen thans zeker is. De ideeën van Le Corbusier gaan in de richting van een zeer bijzondere demon stratie van de mogelijkheden der elektro techniek en het licht. De scherpe smaak van de schapenkaas, die Roquefort beroemd heeft gemaakt, prik kelde nog mijn tong, toen ik ver ten noorden van dit dorp het stadje Millau al was ge passeerd. Ik liet me niet op houden door mijn Guide Mi- chelin, waarin de lamsleren handschoenen van Millau be leefd werden aanbevolen, maar spoedde me voort in noorde lijke richting. Nog voor de avond wilde ik het woeste hoogland van Auvergne achter de rug hebben. Reisplannen mogen nooit te definitief worden opgesteld. Deze waarheid drong zich weer aan mij op na dertig kilometer van bochten en hellingen. Plotseling bereikte ik een vlakte met links van mij een verdwaalde, rotsachtige heu vel, bestrooid met witte hui zen en bekroond door een ruïne van aanzienlijke afme tingen. Het dorpje schreeuw de om kennismaking. Sévérac-le-Chateau las ik op een bordje, dat met een ge biedende vinger naar de heu vel wees. Ik gehoorzaamde braaf en sloeg een hobbelige karikatuur van een landweg in. Hijgend nam de wagen de steile straatjes van het dorp. Het was er vol geheimzinnige schaduwen. Het is u misschien bekend, dat de Fransen nog met z'n honderdduizenden in vijftiende en zestiende eeuwse huizen wonen, waaraan nooit iets schijnt te zijn gedaan. Welnu, hier leunde een ge varieerde collectie vermoeid tegen elkaar aan. Soms had den zij zich zo vertrouwelijk naar hun overburen gebogen, dat er slechts een smalle De zwerftocht door het onbekende Frankrijk heeft een nieuwe verrassing opgeleverd: een ruïne van een kasteel, als een arendsnest geklemd aan een rotsachtige heuveltop. En een oude man, die somber vertelde wat er driehonderd jaar ge leden was gebeurd. streep van de hemel te zien was. De laatste honderd meter naar de top moest ik te voet afleggen. Mijn zwoegen werd wel beloond: wijd lag het landschap voor me. Ik sloeg mijn reisgids open en las, dat Sévérac-le-Chateau vijf eeuwen geleden is ontstaan. Honderden jaren voor mij had den over dezelfde keislagweg- getjes tussen de oude huizen al mannen en vrouwen ge lopen, die hun schapen hoed den en herendiensten verricht ten voor de bewoner van het kasteel. Thans leeft de bevol king hoofdzakelijk van de landbouw en de handel in landbouwprodukten. In de vlakte, dicht bij het station netje, zag ik een fabriekachtig gebouw. „Een oliefabriek", zei een oude man ongevraagd. „Ja, we hebben industrie ook. Er werken enige tientallen men sen." Hij was de enige van het dorpje, die, evenals ik, de frisse wind tussen de brokke lige muren had getrotseerd. Een man met een hoofd als een te lang bewaarde appel. Hij wilde zijn pijp wel voor een Nederlandse sigaar ver wisselen en voelde zich daarna verplicht mij geen detail van de dorpsgeschiedenis te ont houden. „Is dit kasteel al oud?" vroeg ik. „Honderden jaren oud", zei hij vaag in een moeilijk te verstaan dialekt. Hij keek me met zijn kraaloogjes onderzoe kend aan. „Het spookt hier", voegde hij er met nadruk aan toe. Hij had volstrekt geen haast en zijn verhaal nam een lange tijd in beslag. De wind rukte aan mijn kleren en gierde als een onheilspellende muzikale begeleiding door de ruïne. Voordat hij was uitgesproken, kon ik het klapperen van mijn tanden niet meer bedwingen, maar ik verklaar met de hand op mijn hart, dat ik niet door zijn lugubere vertelling onder steboven raakte. In jaartallen was hij niet sterk. Die heb ik gewetensvol voor u opgezocht, zodat het verhaal nu rond en waar is. Een van de bekendste heren van Sévérac was Louis d'Ar- pajon, in zijn tijd een befaamd krijgsman, die in 1637 het recht verkreeg de generaals- titel te voeren. Hij was in 1622 in het huwelijk getreden met Gloriande de Thémines, al sinds haar geboorte voor hem bestemd en opgegroeid tot een schone jonkvrouw. Louis d'Ar- pajon had een zeer jaloerse moeder en helaas werd de ver houding tot haar schoondoch ter er met de jaren niet beter op. In 1632 kwam deze on plezierige situatie tot een tra gische climax. Gloriande had het leven geschonkeq aan een zoon, was zeer verzwakt en reisde naar haar ouderlijk huis om daar herstel van haar geschokte gezondheid te zoe ken. Midden in een bos werd het gezelschap overvallen door een bende, aangevoerd door de chirurgijn van Louis' moeder. Gloriande werd gevangen ge nomen, waarna de chirurgijn haar de polsslagaderen open de, zodat zij langzaam dood bloedde. Vervolgens werd haar lijk naar het kasteel terug gebracht met de verklaring, dat de ongelukkige vrouw aan een hartaanval was overleden. „Ik heb nog met aderlatingen geprobeerd haar leven te red den", jammerde de chirurgijn, „maar het mocht niet meer baten". Louis d'Arpajon, wel wetend hoe zijn moeder Gloriande haatte, stond van het begin af wantrouwend tegenover deze lezing. Hij kon echter geen overtuigend bewijs van moord leveren. In die dagen was de medische wetenschap nog voor een groot deel gebaseerd op de heilzame werking van bloed zuigers, kruiden en aderlatin gen en de primitieve lijkschou wing bracht slechts aan het licht, dat de kwakzalver inder daad zijn best kon hebben ge daan haar te genezen. „Maar Gloriande is er nog steeds niet mee verzoend, dat de moord ongestraft bleef", eindigde de oude zijn verhaal. „Elke avond, klokslag twaalf, dwaalt ze tussen de bouwval len rond en sommige inwoners van Sévérac hebben haar wel eens horen huilen op de plaats waar het wiegje van haar zoon moet hebben gestaan. Het kasteel is later in verval ge raakt. Louis, ontroostbaar door het verlies van zijn vrouw, brak met zijn moeder en trok weg. Ik geloof, dat hij in de een of andere oorlog is ge sneuveld." Dat geloof ik niet, maar goed, laat hem in zijn waan. Volgens een betrouwbare historische bron is Louis d'Ar pajon zeer onromantisch in zijn bed gestorven. De oude man stond abrupt op en schuifelde na een korte groet het pad af. Voordat ik hem volgde, dwaalde ik nog een tijdje tussen de overblijf selen van trotse zalen en ge- kanteelde wallen rond. Moge lijk was mijn fantasie gestimu leerd door het lugubere ver haal en de spookachtige om geving: ik verbeeldde me ten minste niet meer alleen te zijn. Had ik gezelschap ge kregen van de rusteloze geest van Gloriande? En hoorde ik, toen ik rillend van kou ver trok, achter mij een gierende windvlaag of het klagend ge roep van een wanhopige moeder? J. J. F. Remming door een verhoging van het rentepercenta ge) voor de gewone dienst te weeg bren gen en dat het uiterst moeilijk zal blijken te zijn het uitgavenpeil overigens terug te dringen. Gedeputeerde Staten hopen, dat de rege ring binnen korte tijd wetsontwerpen om trent de kosten van de wegen en de ver pleging van armlastige geesteszieken, op basis van de voorstellen der commissie- Oud, de Staten-Generaal zal indienen. Indien bij het indienen van de begroting 1958 hieromtrent nog geen voldoende ze kerheid mocht bestaan, zullen Gedeputeer de Staten overwegen of aan de Provinciale Staten van Noordholland een voorstel tot vermindering der subsidies voor deze doe len moet worden gedaan. Van een derge lijk voornemen zal tijdig aan de gemeen tebesturen mededeling worden gedaan. Indonesiërs eisen naasting van Nederlandse kranten DJAKARTA (ANP) De correspon dent van het ANP in Djakarta vernam in betrouwbare kringen, dat een delegatie van de Indonesische Vereniging van Dagblad directeuren vrijdag tijdens een onderhoud met de minister van Voorlichting, Subidjo, de eis heeft gesteld dat alle Nederlandse dagbladen, boekhandels en advertentie bureaus zullen worden genationaliseerd. De Vereniging heeft beloofd een concreet plan voor de uitvoering van haar eisen bij het ministerie van Voorlichting te zullen indie nen. i ARNHEM. Een drukker hier ter stede, Karei F. Misset, liet onlangs in den tuin van zijn drukkerij een pomp slaan, welke kristalhelder water lever de, hetgeen gebruikt werd voor de stoommachine. Het verschijnsel deed zich echter voor dat het water bij er- warming troebel werd en een groote hoeveelheid bezinksel afscheidde, dat bij droging een bruin poeder opleverde. Een scheikundig onderzoek wees uit dat het bezinksel bestond uit een ijzerver binding. Men gaf den drukker de raad, zijn staalwaterbron te gaan exploitee- ren; wellicht zou Arnhem dan metter tijd een „Kurort" kunnen worden. De drukker had daar echter geen oren naar, vooral niet nadat hij ontdekt had dat het bezinksel een uitnemende grond stof opleverde voor het vervaardigen van drukinkt. De drukker heeft reeds menig biljet gedrukt met deze „staal- water-inkt".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 5