Van dag tot
dagj
DONDERDAG 24 JANUARI 1957
3
f
Brits-Franse bergingsvloot
uit Port Said vertrokken
Joegoslavische critiek op
leninisme-marxisme
t
Het Pelsken
4^%
0p
raatótoel
Hoofdredacteur voor balie
van het Lagerhuis
Wie krijgen de meeste
benzinebonnen?
Transito via Israel ter
vermijding van Kaaproute
Het ophefmakend woningnoodgeval in
Haarlem, waar een gezin enkele nachten
doorbracht in een portiek, heeft ook lande
lijk grote aandacht getrokken. Het blijkt
echter noodzakelijk enkele misverstanden
over deze kwestie te signaleren misver
standen die ook telkens weer worden her
haald in vele brieven aan onze redactie.
Het heeft weinig zin deze brieven te publi
ceren, integendeel, dat zou aanleiding zijn
tot een nog grotere verwarring. Enige op
heldering over deze aangelegenheid zal
wellicht velen ervan weerhouden, ook in
de pen te klimmen en meningen over deze
aangelegenheid ten beste te geven, die niet
in het belang zijn van de goede zaak.
De goede zaak is: de voorziening in be
hoefte aan woningen de zo spoedig
mogelijke huisvesting van de urgente ge
vallen en een versnelde woningbouw ten
behoeve van allen, die voor de stichting of
de instandhouding van hun gezin een wo
ning nodig hebben. Men dient deze zaak
niet door, bijvoorbeeld, nü de bereidwil
ligheid tegenover de Hongaarse vluchte
lingen te laken, zoals velen doen. Het vo
lume aan woonruimte dat deze mensen
innemen, staat in geen enkele verhouding
tot de totale behoefte. En bovendien
wanneer men eerst betoogt, een offer te
willen brengen, blijft er van die offerge
zindheid weinig over als men later pro
testeert tegen het feit, dat het werkelijk een
óffer blijkt te zijn.
Het grootste misverstand over het Haar
lemse portiek-geval zit echter in de wijze,
waarop „men" een remedie voor dit ge
val meent te moeten adviseren. De brief
schrijvers variëren in hun opinies, doch
het merendeel kan niet begrijpen dat de
gemeente Haarlem niet een huis kan vor
deren om deze mensen onderdak te
brengen.
Men moet echter eerst begrijpen, dat het
hier een demonstratie geldt. Niemand be
hoeft de nacht op straat door te brengen,
wanneer hij dat niet wil. De mogelijkheden
voor onderdak zijn echter verre van ideaal
politiebureau (in dit geval reeds tot de
uiterste termijn gebruikt), logementen, te
huizen van sociale aard, hotels, pensions,
enzovoort. Zij betekenen scheiding van ge
zinsleden en abnormale kosten en omstan
digheden. Wanneer men dan, uit protest
tegen de noodsituatie, op straat gaat bi
vakkeren, is men op publiciteit uit. En
wanneer het huisvestingsbureau zou capi
tuleren voor deze demonstratie, zou het
een woning in mindering moeten brengen
op de voorraad, die voor andere, nog ur
genter gevallen bestemd is. Het zou een
aansporing zijn voor anderen om ook dit
middel toe te passen en de ongewenst-
heid daarvan zal niemand willen ont
kennen.
Het Huisvestingsbureau kan men niet
verwijten, dat het „zijn hart sluit" voor
deze grote nood. Het ging tot het uiterste
voor zover de voorschriften dit toelieten
en verleende het „portiek-gezin" een huur-
machtlging. Daarmee bereikte het de grens
van de voorhanden zijnde mogelijkheden.
Wie zou willen betogen dat er moeilijk
een urgenter geval kan worden aange
wezen dan het onderhavige, heeft nooit
inzage gehad van de dossiers der Huis
vesting. De schrijnende situaties en de
werkelijk volkomen onhoudbare toestan
den op woninggebied die daaruit zouden
blijken en waarbij mensen betrokken
zijn die niet willen demonstreren zou
den hun de ogen openen. De nood is groter
en ontstellender dan men vermoedt. Doch
men moet de rechte weg blijven bewan
delen en de rechtvaardigheid blijven be
trachten. Iedereen heeft het recht tot de
monstratie, doch demonstratie geeft geen
recht op voorkeur. Wanneer men dit be
denkt, begrijpt men dat dergelijke demon
straties enkel betekenis hebben voor het
algemeen belang, doordat zij een nieuwe
■aansporing tot uiterste bouw-inspanning
zijn, doch dat zij voor de oplossing van dat
ene, gedemonstreerde geval geen gewicht
in de schaal mogen leggen.
LONDEN (Reuter/A.F.P.) Het laatste
vaartuig van de Brits-Franse bergings
vloot heeft Port Said verlaten, na de vol
tooiing van zijn door de UNO aangewezen
taak. Volgens de Britse admiraliteit te
Londen heeft de Brits-Franse bergingsvloot
tussen 7 november en 23 januari dertien
wrakken verwijderd met een totale ton
nage van 17.000 ton. De Britse minister van
Staat voor Buitenlandse Zaken Ormsby-
Gore heeft in het Lagerhuis verklaard dat
Groot-Brittannië zal bijdragen aan de kos
ten, verbonden aan het weer bevaarbaar
maken van het Suezkanaal.
Met toestemming van de UNO is, op
advies van L. Smit en Co's internationale
sleepdienst te Rotterdam, die de centrale
administratie voert, ook de Joegoslavische
bergingsmaatschappij „Brodospas" uit
Split toegelaten tot de werkzaamheden in
het Suezkanaal. Joegoslavië stelt vier vaar
tuigen ter beschikking.
De Nederlandse bergers hebben voorbe
reidingen getroffen voor het lichten van
de sterkste kanaalsleepboot ter wereld, de
„Edgar Bonnet", die twee jaar geleden op
de werf „De Noord" te Alblasserdam werd
gebouwd ten behoeve van de Suezkanaal-
maatschappij. Zij werd bij Ismailia tot
zinken gebracht. Reeds liggen de bergings
vaartuigen „Zeehond" en „Bruinvis"
langszij.
Uit Suez komen optimistische berichten,
die men te Rotterdam echter noch beves
tigen noch ontkennen kan. De verwachting
is gewettigd, dat alles volgens plan ver
loopt en het eerste deel van de opruimings
werkzaamheden zoal niet eind februari,
dan toch begin maart gereed zal zijn.
De bergingsautoriteiten van de UNO heb
ben bekendgemaakt, dat tot op heden
zestien van de 44 wrakken zijn opgeruimd.
Tien hiervan waren vorig jaar reeds door
de Britse en Franse bergingsvloot ge
borgen.
Dreigement
Chaled Moheiddin, een neef van de
Egyptische minister van Binnenlandse
Zaken, zegt in een artikel in het blad „Al
Massaa", waarvan hij hoofdredacteur is,
dat Egypte het schoonmaken van het
Suezkanaal zal doen staken als Israel zich
niet „achter de bestandslijn" terugtrekt.
BELGRADO, (Reuter) In een artikel
in het Joegoslavische blad „Borba" wordt
gezegd dat de socialistische wereld, bevrijd
van de stalinistische persoonsverheerlij
king, nu wordt bedreigd door een dogma
tisering van het leninisme. Het artikel is
geschreven door een bestuurslid van de
Joegoslavische liga van communisten, Pu-
nisa Perovic. Het is de vraag, zo schrijft
hij of Lenin's stellingen voor de tegenwoor
dige tijd voldoende zijn. Er is iets in het
marxisme en leninisme dat eeuwig is, al
dus Perovic, maar er is ook iets tijdelijks
in, dat alleen voorziet in de behoeften aan
een bepaalde periode. Men mag niet aan
alle uitspraken van Lenin een blijvende
waarde toekennen, hetgeen thans veel ge
daan wordt, aldus de schrijver.
Perovic zegt, dat Lenin nooit heeft be
weerd dat hij een eigen leer samenstelde,
onafhankelijk van Marx. Onder Stalin wa
ren de marxistische leerstellingen een dood
dogma „zonder ziel" geworden. Zij werden
gebruikt als dekmantel voor „de afzichte
lijkste daden". De schrijver is van mening,
dat het stalinisme niet zonder strijd plaats
zal maken voor de nieuwe denkbeelden die
berusten op het marxisme en de moderne
praktijk.
ADVERTENTIE
De glorieuze doop van het nieuwe reu-
zenschip onzer koopvaardij, de „Staten
dam", kan niet de bedenkelijke indruk weg
nemen dat de Nederlandse scheepsbouw-
nijverheid bezig is terrein te verliezen in
internationale kring. Een overzicht van
Lloyds leert, dat de produktie van schepen
in de twee voormalige autocratische „As-
landen" Duitsland en Japan tot record
hoogte is gestegen en dat het derde nog
voormaliger As-land, Italië, boven Neder
land is gekomen wat betreft het aandeel
in het totaal op de wereld gebouwde aan
tal schepen, gerekend over de laatste vijf
tien maanden.
De scheepsindustrie is een zeer belang
rijk bestaansmiddel voor Nederland. Niet
alleen voorziet zij de Nederlandse koop
vaardij van noodzakelijke tonnage voor de
evenzeer belangrijke buitenlandse handel,
doch tevens levert zij een gerenommeerd
exportprodukt. De outillage en de kundig
heid, die haar in Nederland ten dienste
staan, rechtvaardigen een produktie die in
ieder geval boven de Italiaanse en Duitse
zou moeten liggen. Het is moeilijk na te
gaan, waar de teruggang zijn oorzaak
vindt. Doch in het kader van de toenemen
de verslechtering onzer economische positie
op buitenlandse markten maakt deze sta
tistiek een alarmerende indruk.
Kent u Helena Fourment
met 't Pelsken? U kunt haar
bewonderen in het kunsthis
torisch museum in Wenen,
als u daar dezer dagen in de
buurt mocht komen. Zij is
zestien jaar en zeer spaar
zaam gekleed alleen maar
in een „pelsken", dat haar
losweg om de welgevulde
schouders hangt.
Helena met het pelsken
werd geschilderd door een
man, wiens kwaliteiten nim
mer het onderwerp van een
twistgesprek zullen uitmaken,
namelijk Petrus Paulus Ru
bens.
Zij werd in 1630 met of
zonder pelsken zijn echt
genote en men kan zich voor
stellen dat Rubens, die toen
al 63 was, zijn zestienjarige
bruid met grote trots en
grenzenloze bewondering op
het doek vereeuwigde.
Doch daar gaat het net om.
Rubens, die men toch zeer
zeker geen gebrek aan goede
smaak of ongevoeligheid voor
de toen heersende normen der
esthitica mag verwijten,
schilderde een portret van de
zestienjarige Helena, dat men
in 1957 of daaromtrent met
zeer gemengde gevoelens be
schouwt.
Helena heeft onmiskenbaar
de benen van Abe Lenstra en
de bovenarmen van Bep van
Klaveren. Haar ogen zijn af
gebeeld op een wijze, waar
op heden ten dage nog slechts
de wezenstrekken van spie
geleieren worden weerge
geven. Het „pelsken" bedekt
vormen, die in onze tijd zelfs
een man van middelbare leef
tijd zouden misstaan en wat
het pelsken niét bedekt,
maakt daarop geen uitzon
dering.
Moeten we aannemen, dat
heer Rubens zich door de
vervormende glazen van de
bril der liefde heeft laten
misleiden, toen hij Helena als
een symbool der schoonheid
uitbeeldde? Waarschijnlijk
niet. Want dan zou hij die
bril ook moeten hebben ge
dragen terwijl hij zijn enge
len schilderde op talrijke
machtige taferelen. Deze en
gelen zijn namelijk in hun
spierpartijen zodanig uit de
kluiten gewassen, dat men
zou vermoeden met gevleu
gelde boerenzoons te doen te
hebben.
Er rest slechts één conclu
sie: wat Rubens en andere
groten uit het verleden der
schilderkunst als het toppunt
der lichamelijke schoonheid
beschouwden, is door de ont
wikkeling der schoonheids
begrippen achterhaald. Wat
wij mooi vinden, gold in hun
tijd als wanstaltig. Wat wij
wanstaltig vinden, was in
hun tijd aanvaard als geijkte
streling voor het oog.
Het is jammer dat er in de
tijden van de zeventiende en
daarvóór gelegen eeuwen
geen fotografen bestonden.
Want misschien zouden deze
dan hebben aangetoond, dat
de beeldende kunstenaars het
lichaam van de mens naar
eigen visie vervormden tot de
bolle vleesmassa's, die zij
binnen de ramen van hun
schilderijen wrongen, en dat
de arme Helena Fourment in
werkelijkheid een welge
vormd en ook naar onze be
grippen bekoorlijk wezentje
was. Natuurlijk zouden Ru
bens en consorten voet bij
stuk hebben kunnen houden
wat de engelen betreft, aan
gezien deze ook in onze tijd
nooit te fotograferen zijn ge
weest. Doch zij zouden wat
betreft de mensen van vlees
en bloed hebben moeten er
kennen dat zij uit welke
overweging dan ook in
ieder geval de werkelijkheid
geweld hadden aangedaan
met tevéél vlees.
Ongetwijfeld heeft de eeuw
van foto en film de ogen van
de „verbeelders der werke
lijkheid" geopend en mede
gewerkt aan het ontstaan van
een nuchterder kijk op de na
tuurlijke schoonheid, waar
door ook de schilders zich
meer en meer gingen richten
tot de onopgesmukte vormen.
Doch evenzeer als men Ru
bens en zijn tijdgenoten on
recht aandoet door hun de
artistieke visie op het voor
werp of de persoon te ver
wijten, evenzeer begaat men
onrecht door van de schilders
onzer dagen te eisen dat zij
nauwkeurig de normen van
foto en film blijven volgen bij
het weergeven van datgene,
wat zij als realiteit hebben
leren kennen.
Want juist door foto en
film heeft die realiteit in de
kunst afgedaan. Geen schilder
kan nauwkeuriger en bekoor
lijker weergeven wat de eer
ste de beste cameraman met
een druk op de knop aan
lichamelijke schoonheid kan
vastleggen. De kleurenfoto
grafie overtreft het gamma
van de kunstenaar der ver
ven. De stereografie vangt de
werkelijkheid der perspecti-
viteit volmaakter dan welk
penseel ook vermag. Men kan
zeggen dat de realiteit der
lichamelijke schoonheid tot in
haar diepste mysteries is ont
huld. De mens staat in de af
beeldingskunst ten voeten uit
en tot in de kleinste details
volkomen en onbedekt weer
gegeven; zoals hij is.
Maar de Kunst staat ner
gens stil. Zij ontmoet nooit
een drempel, omdat zij van
de eeuwigheid is gedropen
als een schitterende zuil van
calcietkristallen in de druip
steengrotten. Zij is niet een
zuster der techniek, zelfs
geen ver familielid. Zij is van
andere orde, van een andere
wereld, uit andere dichtheden
geweven en van andere ma
terie geboren. En daarom
staat zij niet stil voor het
ogenschijnlijk zo muurhechte
feit, dat de schoonheid van
de mens en van de natuur tot
onveranderlijke werkelijk
heden zijn uitgepeld. Zij
wendt zich af van deze wer
kelijkheid om verder te dwa
len in de onbegrepen, ver
nevelde verten van het leven,
waarin natuur en mens ten
slotte slechts verschijnselen
zijn.
De Kunst kijkt door de
gladde, gebronsde huid van
de mannen en vrouwen der
twintigste eeuw heen zij
ziet de bronnen der gedach
ten in hun binnenste, de don
kere diepten van het gemoed,
de geheimzinnige spelonken
van ontstaan en bëstaan,
waar de vormen van natuur
en lichaam hun eerste aanleg
krijgen. Zij ziet reeds vaag
de raakpunten tussen materie
en geest, waar vonken over
springen die een tafereel van
adembenemende wijdheid be
lichten: het tafereel van de
voedingsbodem des levens,
waar atomen en gedachten
elkander omarmen om te pa
ren tot een gestalte en een
wezen.
Dat is het, waarover men
in kunstkringen vaak ruzie
maakt. Het is een nutte
loze ruzie, wanneer men er
kunsttheorieën voor prak
tische toepassing uit zou wil
len beluisteren. Het is een
ruzie van groots allure, wan
neer men haar zou willen
zien als een symbool van de
Kunst, die een drempel over
schrijdt.
Soms noemt men de moder
ne verschijningsvormen der
schilderkunst abstract. Zij
zijn nochtans niet meer of
minder abstract dan die van
Rubens. Zij is niet anders dan
de inleiding tot een nieuwe
werkelijkheid, die zich ver
bergt achter het uitgepuurde
portretteren van wat de ogen
zien, en zich voortzet in de
portretten van diepe levens
geheimen. In de wirwar van
punten, kuben en strepen ziet
men soms de portretten van
elektronen, hyperonen, meso
nen, neutronen en protonen,
wier gestalten niet door de
wetenschap doch door de
kunstenaar het eerst zijn ont
dekt.
In de onbegrepen en onbe
grijpelijke uitspattingen van
het penseel moet een nieuw
heelal zijn zelfportret aan het
verbeelden zijn, zoals het ligt
uitgestrekt door de zichtbare
en onzichtbare grenzen van
mensen en dingen heen, alles
en allen omvattend in een
nieuw-ontdekte eenheid,
groeiend en bestaand in de
enkele mens zowel als in de
mensheid.
Men kan de Kunst niets
ontnemen, aangezien zij alles
bezit.
De Kunst heeft de mens
verworpen, zoals hij zich
voordeed in Helena Fourment
en Sophia Loren. Nu Helena
geworden is tot Sophia, vindt
de Kunst in het menselijk
lichaam geen materiële ge
heimen meer. Doch zij heeft
ontdekt dat de atomen van
Helena en die van Sophia de
zelfde zijn. En zij is verder-
geschreden met intuïtieve
wetenschap, naar de ruimten
achter het stoffelijke gordijn,
nadat de foto en de film dat
gordijn als de laatste muur
van de uitbeeldingskracht
hadden geprezen.
Dit is geen apologie voor
alle voortbrengselen der mo
derne, anaturalistische kunst
of voor onmachtige naboot
singen daarvan. Het wil
slechts een signaal zijn voor
oplettendheid, terwille van
degenen die een schilderij
slechts een schilderij noemen
wanneer zij er bomen, koeien
en mensen op herkennen.
Want de Kunst is ons altijd
vooruit. Zij was aan de kern
splitsing toe voordat de eer
ste atoom onder de hand van
de wetenschap uitbarstte. Zij
heeft de universaliteit van de
natuur ontdekt, voordat in de
laboratoria het ene element
in het andere werd omgezet.
En zij heeft het portret van
het atoom gegeven, voordat
een elektronenmicroscoop
doordrong in de oneindigheid
van het kleine.
Wie het portret van een
atoom niet mooi vindt, be
hoeft het niet aan de muur
van zijn salon te hangen. Ik
zou er Helena Fourment ook
niet gehad willen hebben.
Doch hij moge bedenken dat
latere mensen in komende
eeuwen andere normen voor
de beeldende kunst zullen
aanvaarden, die voorgoed
zullen hebben afgerekend
met de ongeopende taberna
kels der menselijke gestalten,
en moeizaam voort zullen
gaan met het verbeelden van
wat daarbinnen leeft, ageert
en bloeit, tot grotere levens
wijsheid van allen die dors
ten naar de waarheid achter
de waarheden.
Of, om het symbolisch uit
te drukken, naar de échte
Helena achter het pelsken.
J. L.
Het bontjasje.
Ontdekking
Vanmorgen lag tussen de post een micro-
enveloppe met twee kaartjes er in.
Dit gaf aanleiding tot beschouwingen
aan tafel.
„Wat gek toch, uitte een van de gezins
leden zich, jarenlang leeft een mens tus
sen medemensen, heel gewoon. Gaat met
de een naar school of naar college, tennist
of roeit met een ander, maakt muziek met
weer een ander. Bijna al zijn tijd vergaat
in omgang met mensen en opeens doemt
er tussen die honderden gestalten één op,
waar hij plotseling alles in ziet, die hij
beschouwt als het hoogste goed en zonder
wie hij zich niet kan voorstellen gelukkig
of zelfs maar tevreden verder te kunnen
leven. En deze waan werkt in een be
paalde richting aanstekelijk want zij heeft
de neiging om beantwoord te worden. Dat
het een waan is zie je meteen, want ook
tussen de gewoonste mensen voltrekt zich
dit proces. Een wezen, dat door anderen
nauwelijks wordt bekeken krijgt voor een
bepaald persoon plotseling de ereplaats."
Bij de discussie, die op deze uitlating
volgde, vertelde een ander nog van een
plaatje, dat hij eens in een oud boek had
gezien. Een student, netjes opgedirkt en
een fraai bouquet in de hand, nadert een
bescheiden woning en vraagt aan het bij
de voordeur spelende jongetje: „Is je aan
biddelijke zuster ook thuis?" Waarop het
ventje alleen maar zegt: „Mie krabt kro
ten".
Ofschoon we er de hele maaltijd over
hadden gepraat, was, toen wij verzadigd
opstonden, het vraagstuk nog niets dich
ter bij een oplossing gebracht.
Toen we 's avonds weer aan tafel waren
verenigd, nu om warme schotels, nam tij
dens een pauze in het gesprek een van de
jongeren onverwacht het woord.
„Het is anders dan wij vanmorgen dach
ten, met die verliefdheid, sprak zij. Ieder
mens is het wonder. Van alles wat bestaat
is de mens het hoogste en het geweldigste.
In hem weerspiegelt zich de hele wereld
en al wat in de wereld werkt werkt in hem
door, in ieder van ons. Dat wij dit van elkaar
niet meer zien is een afstomping, een ver
blinding. En als het nog eens een enkele
keer wél gebeurt, als twee verliefd zijn,
dan is dat geen waan en geen waanzin
maar dan zijn zij de enigen die van de
ander de werkelijke waarde beseffen. De
verliefden hebben gelijk en jullie niet!"
Belcampo
(Van onze correspondent in Londen)
De hoofdredacteur van het Britse zon
dagsblad „Sunday Express" moet vandaag
oor de denkbeeldige balie van het Lager
huis (aangegeven door een brede streep op
de vloer) verschijnen, om zich ten over
staan van de volksvertegenwoordiging te
vefantwoordeh wegens een hoofdartikel
in zijn blad waarin de indruk werd gewekt,
dat de leden van het Lagerhuis zich, ten
koste van de gemeenschap op onrechtma
tige wijze hebben bevoordeeld met benzine
bonnen. De commissie voor de parlemen
taire privileges is van mening, dat de eer
en goede naam van het Lagerhuis door
het artikel in opspraak zijn gebracht.
Het Lagerhuis kan in zulke gevallen als
tribunaal optreden en de schuldige horen
en berispen. Iemand, die de eer van het
Lagerhuis te na komt, kan zelfs in een cel
in de klokketoren onder de Big Ben wor
den opgesloten. Maar dat is sedert het ein
de van de vorige eeuw niet meer gebeurd.
Het Lagerhuis wil de persvrijheid hoog
houden, maar smaad kan het moeilijk over
zijn kant laten gaan. Afgescheiden van de
oirbaarheid der verdachtmaking vindt een
groot aantal Lagerhuisleden de toewijzing
die zij krijgen met het oog op hun bezoe
ken aan kiesdistricten te hoog. Volgens hen
komt het niet te pas iemand die dit aan de
kaak heeft gesteld zijn verontschuldigin
gen te laten aanbieden.
De manier waarop dit is geschied kan
echter niet door de beugel. Het weekblad
heeft het doen voorkomen alsof het Lager
huis zich opzettelijk bevoordeeld heeft.
Ook de BBC heeft in het Lagerhuis een
veeg uit de pan gekregen, omdat in een
discussie-program eveneens beweerd is,
dat de enige mensen die, voldoende ben
zine krijgen Lagerhuis leden en Lagerhuis
kandidaten zijn. Een Londens avondblad,
dat een spotprent had afgedrukt met de
zelfde strekking, ontsprong de dans, omdat
het nadat het Lagerhuis hierop had gerea
geerd, de plaat in zijn volgende edities liet
vervallen en een verontschuldiging van de
hoofdredacteur publiceerde.
Scheepvaartmaatschappijen, spoorwegen
en douane-autoriteiten hebben een plan
uitgewerkt voor doorverscheping van
Europese vrachten via de Israëlische ha
ven aan de Golf van Akaba naar Afrika
en het Verre Oosten. Volgens het plan zul
len goederen uit Europa worden gelost te
Haifa, vanwaar zij per spoor naar Beer-
sheba zullen worden overgebracht. Van
daar zullen zij per vrachtauto naar Eilath
worden vervoerd, in welke haven zij wor
den geladen in de schepen, die de goede
ren naar hun bestemming zullen brengen.
Volgens voorlopige berekeningen zal het
vervoer van goederen van Marseillen en
Genua via de landroute HaifaEilath naar
Masawa en Dzjiboeti slechts een maand in
beslag nemen, terwijl het vervoer om Kaap
De Goede Hoop ten minste twee maanden
duurt. Ondanks de overslagkosten is het
vervoer via de route HaifaEilath een
kwart goedkoper dan om de Kaap. De
spoorweg van Haifa naar Beersheba zal
worden doorgetrokken tot Eilath, waar
door de besparing nog groter zal worden.
Tot duverre hebben tien Europese be
vrachters zich bereid getoond tot verzen
ding van hun goederen via de route Haifa
Eilath. Naar verwachting zullen de plan
nen spoedig ten uitvoer worden gelegd. Op
deze wijze zal, zij het op beperkte schaal,
een nieuwe route worden geschapen ter
vervanging van het Suezkanaal. Israel
maakt van de route reeds gebruik voor zijn
eigen behoeften, hoofdzakelijk voor het
vervoer van goederen van havens aan de
Indische Oceaan naar het binnenland. Ook
buitenlandse verschepers kunnen van de
route in beide richtingen gebruik maken.