Prik en het voorjaar
De „kruiwagens"
VISARENDEN IN DE ZWEEDSE
WOUDEN
Niet zwijgen in
vele talen
Brieven-
standaard
Russische „cultuurspreiding"
Wat was het dat het egeltje Prik op
die morgen in februari wakker maakte?
Niet de kou, dat voelde hij meteen. Ook
niet het lawaai van een grote storm, die
hem anders in deze maand wel eens uit
zijn slaap haalde. Nee, het was iets heel
anders. Iets ongelooflijks voor deze tijd
van het jaar. Door een heel klein spleet
je dat Prik had opengelaten aan de in
gang van zijn hol was een dun zonne
straaltje naar binnen gegleden, precies
op het dichte rechteroog van Prik.
„Ik droom", zei Prik in zijn slaap, „ik
droom dat het voorjaar is en dat een
klein zonnestraaltje door de gang van
mijn hol naar binnen is gegleden. Hier
zit het, hier op mijn rechteroog."
Zijn rechterpootje ging, nog steeds in
zijn slaap, omhoog, maar toen dat pootje
bij zijn oog kwam voelde het de warme
zonnestraal. Prik deed dat rechteroog
verbaasd open en meteeen weer dicht
omdat het gouden straaltje hem haast
verblindde. „Ik droom niét", zei hij sla
perig en hij probeerde zijn linkeroog
open te doen. Opeens was hij helemaal
wakker, want heel duidelijk zag zijn
linkeroog dat kleine zonnestraaltje. Hij
rekte zich uit, ging op zijn achterste
pootjes zitten en keek om zich heen.
„Wakker worden! Wakker worden!",
riep Prik heel hard en toen dat niet
hielp: „Het is voorjaar, we hebben ons
verslapen!"
„Hèèèèè.vroeg grootvader ver
baasd, zonder zijn ogen open te doen.
„Grootvader, kijk dan toch. U bent
wijs. Hier op mijn neus zit een zonne
straaltje. (Omdat Prik zich bewogen
had zat de zonnestraal niet meer op zijn
oog maar op zijn puntneusje).
„Wat zeg je nou, jongen? Ik ben nog
lang niet uitgeslapen hoor. Je vergist je
bromde grootvader Prik, nog altijd met
zijn ogen stijf dicht.
„Grootvader, kijk dan toch, heus
waar. De zon schijnt en het is niet
koud, voel maar."
Grootvader rolde zich langzaam, heel
langzaam uit en deed een kiertje van
zijn ogen open. Meteen zat ook hij recht
op. „Wel alle egels, je hebt gelijk! Kin
deren! Kinderen, wakker worden! We
hebben ons verslapen."
Toen ze de opgewonden stemmen van
vader en grootvader hoorden begonnen
ook moeder Prik en de kleintjes te
knorren, te knipperen met hun ogen en
zich uit te rollen. „Nee maar, niet te
geloven", herhaalden ze steeds maar
weer als ze naar vaders neus keken die
hij nog steeds trots in het gouden
straaltje hield. De kinderen strekten
hun stijve pootjes en -waggelden in een
huppelpasje om vader heen. Hun poot
jes waren nog stijf van de lange winter
slaap, maar dat ging al gauw beter en
na een paar minuten stonden ze te drin
gen in de gang. „Naar buiten. Wij wil
len naar buiten", riepen ze en ze duw
den elkaar opzij om de eerste te zijn.
„Ruimte voor vader", riep moeder
Prik, „je vader was het eerst wakker.
Hij gaat voorop."
Vader Prik duwde met een trots ge
zicht het gordijn van takjes opzij, dat
voor het hol hing. Een frisse wind woei
naar binnen. „Mmm, voel eens groot
vader", riep moeder Prik achter in de
gang. Helemaal duizelig van zoveel
lucht zaten de egels muisstil.
„Wel alle egels!" riep grootvader
weer, „hij had gelijk, mijn zoon Prik.
Het is voorjaar. Wie weet hoe laat het
al is, misschien wel maart...."
„Misschien is het al Pasen geweest"
riep de moeder.
„Misschien is het al zomer", zei het
kleinste egeltje dat nog nooit een zomer
had meegemaakt.
„Nee", zei vader, die zijn eerste stap
jes door het bos begon, „nee, zó ver is
het nog niet. Kijk maar
Zijn gezicht stond een beetje teleur
gesteld. Hij had meer verwacht: vogels,
nestjes, bloemen, knoppen, blaadjes.
„Zie je de familie Priem nog niet.
vroeg moeder Prik nieuwsgierig, „of de
Boor in een plank
je van ongeveer 10
bij 15 centimeter zes
gaatjes en plaats hier
zoals je op de teke
ning kunt zien, drie
stukjes dik plastic
draad van verschil
lende kleur in. Je
kunt ze er het beste
met plasticlijm inlij-
men. In de middel
ste en achterste draad
kun je nog een paar
krullen leggen en
deze vastbinden met
dun plasticdraad van
een andere kleur.
familie Stekel.... en de kleine Naald
wijkjes? Zijn ze er nog niet?" Voor egels
is het -altijd een hele eer om het eerst
buiten te zijn, daarom vroeg ze dat.
Vader Prik schudde zijn hoofd. „Nie
mand", zei hij.
„Nou, dan zullen wij eens luilak spe
len", lachte grootvader, „kom mee, jon
gens". In optocht scharrelden ze door de
beukenbladeren van hol naar hol, maar
waar ze ook kwamen of waar ze ook
aanklopten, nergens kregen ze ant
woord. „Ze zijn allemaal al op natuur
lijk, misschien al een maand lang", mop
perde moeder.
„Was dan toch eerder opgestaan,
man."
„Poeh", bromde de vader, „wie is er
wakker geworden, jij of ik?"
Op dat ogenblik woei er een koude
windvlaag langs hun opgestoken neus
jes. De egels rilden en keken elkaar
vragend aan. Was het voorjaar?
Ze stonden net voor het hol van de
familie Priem en toen er een hagelbui
boven ze losbarstte besloten ze om daar
maar zo lang te gaan schuilen. Vader
kroop het eerst naar binnen. De ande
ren volgden.
„Hé.... hé, wat moet dat?", vroeg
een slaperige stem in het donker. „Wij
zijn het, de familie Prik", riep vader.
„Maar man, wat doe je hier? Ga naar
je bed!", riep de stem terug. „Het is pas
februari. Vergis je niet in één mooi
dagje of één zonnestraaltje. Het is nog
geen voorjaar!"
Verlegen draaiden de egels zich om en
liepen met gebogen kopjes tegen de
wind en de hagel in naar huis. Daar
doken ze met een rode kleur terug in
hun bed. „Tja ja", bromde vader Prik
al half in slaap, „een dier kan zich ver
gissen".
Mies Bouhuys
Begin bij een der stippen met een rood potlood bij de andere stip en volg' ook
potlood en volg de lijn tot je weer bij deze lijn. Wie lopen er dan in dit plaatje
de stip komt. Begin dan met een blauw voorbij?
Geloof je me niet, geloof je me niet,
omdat je het zelf nog niet hoort of ziet?
Geloof me maar,
't is waar, 't is waar.
Spits je oren, spits je oren,
anders kun je het niet horen.
Hoor je 't nu? De merel fluit
voor je eigen vensterruit.
Sper je ogen eens goed open
Zie je 't nu? De schapen lopen
met de lammetjes erbij
langs de sloten in de wei.
Maar dat is nog alles niet,
wie goed hoort en wie goed ziet,
komt nog oog en oor te kort
als het buiten voorjaar wordt.
Elke, elke morgen weer
zie je wel een beetje meer:
groene puntjes uit de grond,
waar nog gisteren niets stond.
Katjes van fluweel, sneeuwklokjes,
zo maar in haar dunne rokjes.
Ga maar door en ga maar door
met je oog en met je oor
en dan knik je net als ik
en dan wijs je met je hand:
't voorjaar is al in het land.
Mies Bouhuys
CXXïOOCXXXXXXXXXXXXXXXOOOOOOCJOOOOOOOOOCJOOOOOOOOOOOOOOOCXXXXXXXOCXX»00(X)000CXXXXXXXXXXXX)0COC)CXXOC)000<XKXXXXXXXXXXXAX)0C)0CXX)000CXXXXXXXX>D00CXXX)CXXXO0aXX)000CK>XXXXXXXXXX)0000000
OMTRENT de jaarwisseling hebben wij
onder het opschrift „Zwaard van Damocles"
op grond van een reeds eerder in de „Ti
mes" aangetroffen informatie aangekondigd
dat nogmaals een beperking, zoniet totale
verdwijning, van de voor West-Europa en
inzonderheid voor Nederland bestemde uit
zendingen van de BBC te vrezen viel. Het
zwaard is weliswaar nog niet gevallen,
maar wij vonden zijn dreiging de vorige
week, zowel in de commentaren van een
aantal andere Engelse bladen als in een
debat over de buitenlandse uitzendingen
van de BBC in het Hogerhuis, bevestigd.
De „Manchester Guardian" wees erop, dat
in 1947 een bedrag
van ruim vier mil
joen pond aan de
BBC werd verleend.
In de huidige waarde
van het pond uitge
drukt zou het bedrag
nu bijna 6V2 miljoen
moeten zijn, maar de toelage bedraagt op
het ogenblik 5,3 miljoen, hetgeen betekent
dat er in de laatste jaren al minder, voor
namelijk naar West-Europa, uitgezonden
is. De „Guardian" meent te weten, dat de
mogelijkheid van een bezuiniging met één
miljoen pond die natuurlijk een ravage
zou aanrichten alweer van de baan is.
De kwestie zou thans opnieuw worden
overwogen. Het blad wees er op, dat de
BBC nu per week minder uren in buiten
landse talen uitzendt dan Rusland, dan
Amerika, dan de satellieten met elkaar,
zelfs dan Polen alleen al. Het debat in het
Hogerhuis heeft omtrent de financiële voor
uitzichten evenwel weinig klaarheid ge
schapen. De mededeling, dat de regering de
BBC heeft verzocht de uitzendingen in net
Arabisch te verdubbelen zonder daarbij
van een financiële compensatie te gewagen,
heeft tot de verwarde situatie niet weinig
bijgedragen. Toch vertolkte de „News
Chronicle" een tamelijk algemeen ver
breide opinie toen het blad schreef: „Het
zou een onvergeeflijke dwaasheid zijn onze
banden met de rest van de wereld te ver
slappen".
Intussen kwam bij het Hogerhuis vooral
de principiële vraag naar voren of de bui
tenlandse dienst van de BBC het standpunt
van Engeland of van de Engelse regering
moest vertolken. De „Manchester Guar
dian" had zich reeds bezorgd getoond, dat
er sinds het begin van de Suex-crisis een
verbindingsambtenaar 'van Buitenlandse
Zaken aan de overzese diensten van de
omroep was toegevoegd en schreef: „Het
is totnogtoe steeds de bedoeling van de
BBC geweest een evenwichtige indruk te
geven van wat er in Engeland omgaat: niet
de buitenlander ervan te overtuigen, dat de
politiek van de Engelse regering noodza
kelijkerwijze juist zou zijn". De twee Ho-
gerhuisleden, die de tegenovergestelde
zienswijze aanhingen, vonden niet veel
steun in de pers, getuige de „Yorkshire
Post" bij voorbeeld: „De moraal is niet
dat de BBC tijdens de Suez-crisis een in
druk van verdeeldheid zou hebben gegeven
aan het buitenland, maar dat er in Enge
land helaas verdeeldheid bestond. Onze
buitenlandse voorlichting kan alleen dan
doelbewust, krachtig en effectief zijn als
we het zelf zijn". En de „Guardian" zegt
naar aanleiding van ,,de geluiden die alleen
maar lijken op nationale ruzie" onder meer:
„Wat moet de BBC evenwel doen, als dat
nu precies is waar het nieuws van de dag
uit Engeland op neer-komt?"
De algemene wens nu om de voorlichting
van de BBC zo onpartijdig en volledig mo
gelijk te doen zijn is wel de beste en be
langrijkste indruk welke men uit deze dis
cussie opdoet. Maar het is ook juist deze
onafhankelijkheid van berichtgeving, wel
ke vele vrienden van Engeland en de BBC
niet gaarne zouden zien verdwijnen en in
krimpen, zoals ook de voorzitter van de
afdeling Amsterdam van het Genootschap
Nederland-Engeland in een brief aan de
redectie van de „Manchester Guardian"
heeft betoogd. Het is echter op het punt
van de omvang der buitenlandse dienst dat
veel twijfel en zorg is blijven bestaan.
J. H. Bartman
Speciaal aanbevolen: Het Utrechts Ste
delijk Orkest speelt zondag 17 februari het
Symfonisch scherzo van Henk Badings en
„The young person's guide to the orchestra"
van Britten. Manus Willemsen is de spre
ker in het laatstgenoemde werk, dat een
inleiding is tot de verschillende -instrumen
ten van het orkest in de vorm van varia
ties op een thema van Purcell (Hilversum
II). Hilversum I zendt op donderdagavond
21 februari een herdenkingsconcert in de
kleine zaal van het Amsterdamse Concert
gebouw, gewijd aan de pianist en compo
nist Dirk Schafer uit. Wie dan liever een
nieuwe opera hoort, stemme af op het
Derde programma (464 meter), dat uit
Covent Garden Michael Tippett's „The
midsummer marriage" uitzendt. Tenslotte
noteerden wij nog een uitvoering van „Het
korte leven" van Manuel de Falla op Pa
rijs-Nationaal (347 en 235 meter) op vrij
dagavond 22 februari.
Voor de
microfoon
16 FEBRUARI 1957
IlillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIÜIIIÜI
Het is een buitenkansje in Nederland
een visarend te zien. Rond de
Zweedse meren, die grote betekenis
hebben als recreatieoorden, is de
grote witte vogel echter even alle
daags als hier de blauwe reiger.
illllllllllllllllllllllllllllllNIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIillllllllllllSIII
IN HET onafzienbare woud, dat Zweden heet, vormen de
talloze grote eri kleine meren een welkome afwisseling. Het
S/'ön Sommen, halverwege tussen Stockholm en Malmö,
heeft hemelsbreed een lengte van zestig kilometer, maar
de langgerekte inhammen en de honderden eilandjes maken
dat men dagenlang varen moet om het meer rond te komen.
Op de stenige oevers, ivaar zwaar naaldhout groeit, staan
veel weekeindhuisjes, die alleen per boot te bereiken zijn.
In april, als het ijs in de meren verdwijnt, worden de
vaartuigjes te water gelaten, want de lange zonnige zomer
dagen staan weer voor de deur en de rasechte Zweed brengt
zijn vrije tijd bij voorkeur buiten door. Er wordt veel
gevist. Zeilwedstrijden en speedboatraces zijn geliefd. Ook
voor de natuur hebben de meeste Zweden veel belangstelling.
Iedereen kent de eland, de auerhaan en de visarend. Namen
die bij ons heimwee ivekken naar de heerlijke zomer, die
we doorbrachten in het land van woud, steen en water.
IN DE eerste dagen van april
lag er nog veel ijs in liet meer,
onder de dichte sparren plekte
de sneeuw, maar de hazelaars
bloeiden al en de trekvogels,
die we op onze reis naar het
noorden ingehaald hadden,
brachten een lentestemming.
Grote aantallen vinken, gras-
piepers en koperwieken zwier
ven rond en op het ijs maakten
troepjes witte kwikstaarten
jacht op vroege insecten. Ta-
puiten, sijsjes, goudvinken en
bonte vliegenvangers waren
overal te zien en in het dorp
loerde een sperwertje op de
ringmussen. De parelduiker,
die in een wak van het ont
dooiende meer dreef, leek
twee halzen te hebben: het
rimpelloze spiegelbeeld van
zijn witgevlekte rug en grijze
nek deed als een tastbare
werkelijkheid aan. Seconden-
lang kaatste zijn luid „hoei"
(waarmee hij zijn soortgeno
ten riep) tussen de hoge bos-
wanden. De raaf had reeds
een nestelplaats .gekozen op
de loodrechte rotswand, die
veertig meter hoog uit het wa
ter oprees. En soms zat er een
eenzame slechtvalk, die uit
keek naar een brilduiker,
stormmeeuw of noordse stern.
MAAR de opmerkelijkste
vogel van de Zweedse meren
is zonder twijfel de visarend.
Het was een plezierige verras
sing toen we de eerste, die uit
het zuiden teruggekeerd was,
ontdekten. Hij was bezig de
schade aan zijn oude horst te
herstellen en verzamelde
bouwmateriaal door zich met
uitgestoken klauwen door de
dode top van een spar te la
ten vallen. De afgebroken tak
ken droeg hij mee als een
symbool van de nieuwe ves
tiging en op zijn lange wieken
kringde hij rond boven zijn
broedgebied om uit te zien
naar zijn partner. Sinds het
dozijn jaren dat de visarend
in Zweden beschermd is, heeft
de soort zich snel hersteld van
de schade door de eertijds
strenge vervolging en nu zijn
er op sommige plaatsen drie
of vier nesten tegelijk te zien.
Het mooiste horst, dat, dat wij
ontdekten, stond op een klein
steeneiland waarop één enkele
grote takkenburcht droeg. De
boom was slechts een meter of
tien hoog. Wanneer de vis
arend echter in het binnen
land nestelde, koos hij de
hoogste boom van het woud,
een torenhoge den of spar. In
enkele vogelhandboeken wordt
beweerd, dat de grond onder
de arendshorst bezaaid is met
visafval, waaraan kiekendie
ven en kraaien een rijkbeleg-
de boterham hebben. De vele
keren dat wij het tiental be
kende nesten inspecteerden, is
daar echter niets van geble
ken. Alleen de uitwerpselen
plekten als witte kalk op strui
ken en stepen en hier en daar
lagen enkele droge schubben
Onder het uiten van een lang
zaam en metaalachtig „kjo-
kjo-kjo" vloog de grote vogel
bij onze komst van de horst,
maar meestal lag het veel te
hoog om erbij te kunnen ko
men. Eén nest konden we met
veel moeite bereiken. Op de
platte bodem, die bijna een
vierkante meter groot was,
zaten drie jongen. De oudste
was vrijwel volwassen. De
grote klauwen waren leiblauw
en in de gekuifde kop ston
den prachtige oranje ogen. De
snavel was opmerkelijk groot.
De jongste was sterk in ont
wikkeling achter gebleven.
Zijn twee grote broers hadden
al het voedsel opgeëist en
voor hem bleef te weinig over,
zodat hij een mager en zwak
den groeide, die in zijn top de
lllllllll!!!llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll!llllllll!lllllllllllllll!lllllllllllllll!llllllll!ll!!lllllllll!lllllllll!
„De Sovjet-Unie is bereid alle overeenkomsten tot culturele
uitwisseling, die door opzegging of tijdelijke opschorting niet
werden vervuld, na te komen", aldus heeft Radio-Moskou deze
week omgeroepen. In een verklaring van minister Nikolai
Mikhailov werd gezegd, dat ruim vijfduizend Sovjet-Russische
kunstenaars in het afgelopen jaar achtenvijftig landen hebben
bezocht. In de Sovjet-Unie trad een ongekend hoog aantal bui
tenlandse artiesten op. Russische films werden in zestien landen
vertoond. In de Sovjet-Unie zijn rolprenten uit Frankrijk, Groot-
Brittannië, Italië, Griekenland, Mexico, Egypte, Albanië, Hon
garije, China en vele andere landen gedraaid. Mikhailov zei
verder, dat sinds 1917 de werken van een zeventienhonderd bui
tenlandse schrijvers in het Russisch zijn vertaald, hetgeen leid
de tot de verspreiding van meer dan 360.000.000 boeken. Meer
dan negenhonderd Sovjet-geleerden bezochten in 1956 het bui
tenland, terwijl een even groot aantal buitenlandse geleerden,
op initiatief van de Sovjet-Russische wetenschappelijke acade
mie, tegenbezoeken brachten. „De Sovjet-Russische regering
hoopt haar culturele betrekkingen in 1957 nog verder uit te
breiden, waarbij speciaal aandacht zal worden geschonken aan
India, Egypte, Birma, Indonesië en andere Afrikaanse en Aziati
sche landen. Ook met het Westen zouden wij gaarne nog meer
cultureel contact onderhouden", aldus minister Mikhailov.
(Van onze correspondent in Rome)
nestdotje geworden was. Zijn
kop lag slap op de takken en
aan alles was te zien, dat hij
het niet lang meer zou maken.
De beide oude arenden, die
bij ons bezoek de vlucht ge
nomen hadden, zweefden in
de buurt. Niet lang nadat we
weer vertrokken waren, koer
ste het wijfje alweer naar het
nest, terwijl de man zijn
jachtterrein opzocht. In stati
ge zeilvlucht speurde hij het
watervlak af, dat in de be
schutting van de hoge oevers
glad was als een spiegel. Vis
sen, die niet te diep zwommen,
bemerkte de arend van grote
hoogte Wanneer hij zijn kans
schoon zag, dook hij voorover,
trok de vleugels in en stortte
met uitgestoken grijpers om
laag. Het water spatte hoog
op, toen de grote vogel er ge
heel in verdween. Heftig vleu-
gelslaand kwam hij weer bo
ven, schudde de druppels uit
zijn veren en droeg de vis in
zijn poten omhoog.
ER ZIJN echter wel aarts
vaderlijke snoeken en karpers
bemachtigd, die de sterk ge
bogen nagels van de visarend
nog in de rug hadden zitten.
De vogel had dan een te zwa
re prooi geslagen, die hem om
laag trok, terwijl de arend er
niet in slaagde zijn lange
klauwen los te maken, zodat
hij verdronk. Wanneer de
jacht succesrijk was geweest,
dreef de arend in brede krin
gen in de richting van zijn
nest. Hij landde naast het
broedende wijfje, bracht haar
de vis en verdween weer.
De Zweden, die in hun mo
torbootjes langs de opvallende
horsten kwamen, zagen de ta
fereeltjes belangstellend aan,
maar niemand kwam op het
idee uit nieuwsgierigheid de
nestboom te beklimmen of de
eieren te gaan stelen. Ze be
schouwen de fraaie vogel
waarschijnlijk ongeveer zoals
wij een reiger zien,
In september trekken de
visarenden naar het zuiden.
Ze komen dan ook over ons
land en in de kanalen van de
Vogelenzangse duinen blijven
er altijd enige een paar dagen
vissen. Het blijft echter een
buitenkansje om de grote
witte visser hier te zien.
Dick Dekker
Het gebruik maken van een „kruiwagen"
is een vrij onschuldige manie van alle Ita
lianen. Zij zijn overtuigd, dat zonder aan
bevelingen niemand iets bereikt. Er is geen
twijfel mogelijk of onder de miljoenen
Italianen, die werkzaam zijn bij het rijk,
de provincie, of de gemeente, is er niet
één, maar dan ook niet één, die niet een
Kamerlid, een monseigneur, een bisschop,
een invloedrijke vrijmetselaar of een an
dere autoriteit in beweging heeft gezet om
een positie te krijgen. En een glaasje wijn
en een aanbeveling weiger je nu eenmaal
aan niemand. Ieder schrijft altijd met
vreugde aanbevelingsbrieven. Wel te ver
staan: van werkelijke belangstelling voor
de aanbevolene is zo goed als nooit sprake
en wie het briefje schrijft, weet ook heel
goed dat het geen werkelijke invloed heeft.
De corruptie in Italië moge groot zijn, aan
examenuitslagen wordt echter niet getornd.
Het gaat eigenlijk veel meer om het
spelletje. De aanbevolene vooral voelt zich
heel wat, wanneer grote heren zich moeite
voor hem getroosten. Maandenlang kan hij
vertellen, dat in Rome een heuse excel
lentie doende is om hem toch maar politie
agent te doen worden. Iedereen vindt hem
daardoor gewichtig en praat tegelijk over
de geweldige invloed van het ijverige
Kamerlid. Een paar velletjes papier en wat
schrijverij hebben honderden zo niet dui
zenden mensen, soms is er een heel dorp
bij betrokken, gelukkig gemaakt.
In een klein Siciliaans stadje moest een
chauffeur worden aangesteld voor de ge
meentelijke autobus, die de dienst onder
houdt tussen het station en het plaatsje.
De benoeming berustte bij de gemeente
raad, die overwegend christen-democra
tisch was. Geen Italiaan zal In zo'n geval
zo onkies zijn om de burgemeester, die uit
eindelijk de beslissing in handen heeft, om
voorspraak te vragen, het is voldoende aan
hem een gewone sollicitatiebrief te schrij
ven. Maar als voorspraak is in zulk een
geval de bisschop belangrijk (in Italië moet
een stadje wel totaal onbeduidend zijn,
wanneer het zelfs geen bisschop heeft. Er
zijn er ruim vierhonderd). Twee kandidaten
vervoegden zich bij de bisschop, de ene
een goed katholiek, maar een suffe slape
rige man, de ander een communist maar
handig en een uitstekend chauffeur. De
bisschop besloot voor allebei een briefje te
schrijven, maar er wel op te wijzen, dat als
chauffeur de communist veruit de beste
was. De communist kreeg de volgende dag
al een briefje van het stadhuis dat hij
benoemd was. Hij rende naar de bisschop
om hem te bedanken. Maar de bisschop
moest eerlijk zeggen, dat hij zijn brief nog
niet verzonden had en dat de betrokkene
zijn benoeming dankte aan zijn eigen on
loochenbare verdienste als chauffeur. Ik
heb het verhaal van de bisschop zelf, die
mij vertelde hoe de man verbleekte en het
ineens eigenlijk niet meer prettig vond. Hij
kreeg immers het baantje „zo maar" in
plaats van de eer benoemd te zijn op voor
spraak van zijne excellentie de bisschop!
Hart van bladgoud. In een etalage
op de hoek van de Vijfde Avenue en de
49ste straat in New York is een kloppend
hart tentoongesteld, gemaakt van bladgoud
en bezet met juwelen. Dit elektrisch aan
gedreven hart, gemaakt naar een ontwerp
van de surrealistische schilder Salvador
Dali, dient als propaganda voor de Cather-
woodstichting, die medisch researchwerk
subsidieert. De prijs van het hart is niet
bekend, maar het bedrag moet in de zes
cijfers lopen. Aldus UP.