RODUNT
Een sympathieke mislukking
AM
Motiveringen van de
Commissie der Filmkeuring
Een biecht in romanvorm
RAT en
MUIS
Film over het leven
van Christus
Litteraire
Kan ttekeni 11 gen
De negen Muzen
Guys and Dolls
N.Ph.O.-concert voor
P.E.N.-persoftee!
5
Een nieuwe film van liet
Technisch Filmcentrum
Prof. P. J. Veth-medaille
Heringa Wu.th.rich
Dank zij bruiklenen betere vertegenwoordiging van
Adriaen van O stade in het Frans Halsmuseum
Q A.w£v;''A'A VA
Expositie „De romantiek"
in Fodor
Nieuwe Vickers Viscount
op Schiphol
ZATERDAG 16 FEBRUARI 1957
JAMMER EIGENLIJK, dat mij al bij het lezen van de eerste bladzijden van Jos
Panhuysens jongste roman „Gewoon bespottelijk" (A. A. M. Stols) een kleine passus
opviel, die mijn waakzaamheid gaande maakte. Had ik er overheen gelezen, mis
schien zou ik voor dit derde boek uit zijn verjongd-creatieve periode evenveel sym
pathie, evenveel waardering hebben kunnen voelen als voor de beide andere: voor
„Leven alleen is niet genoeg" en „Iedereen weet het beter". Wat mij namelijk steeds
voor hem inneemt is zijn „toon", deze mengeling van mildheid en lichte ironie, van
meewarigheid en getemperde spot van „menslievendheid" kortom, die recht
streeks haar wortel heeft in zijn persoonlijke, ondogmatische katholieke geloofs
belijdenis. Deze toon is ook hiér. Maar die kleine passus dan, een schijnbare bijkom
stigheid, werd er de oorzaak van, dat in de onmiskenbare Panhuysen-toon voor mij
iets bleef meeklinken dat me het volle genot ervan bedierf.
Een vrouw moet men weten stelt
het intiemste van haar leven te boek. In
een half gelaten, half vertwijfelde ge
moedsgesteldheid ziet zij terug op haar
vijfentwintigjarig huwelijk, haar moeder
schap, haar echtelijke ervaringen. Ze wil,
wat daarvan ook de uitkomst mag zijn, tot
klaarheid komen aangaande haar verhou
ding tot haar man en haar drie kinderen,
tot haar leven, „het" leven, tot God. Arge
loos (maar soms niet zó argeloos als haar
simpele, eerlijke taal wil doen geloven)
noteert zij haar invallen, haar herinnerin
gen, haar overpeinzingen voor wie?
Voor zichzelf, wilde ik aannemen. Ze
schrijft zich uit, dacht ik. Ze biecht, ze be
lijdt, ze geeft het kwetsbaarste van haar
gevoelsleven prijs en „zou niet graag wil
len dat iemand die (ze) kent het las". En
zo voelt de lezer zich in een zeer kostbaar
geheim genomen tot op het ogenblik dat
hij op die kleine passus stuit, waarin de
„dagboekschrijfster" haar kinderen als het
ware presenteert. Ze schrijft namelijk niet
over Herman en Vic, maar over „Herman,
de seminarist" en over „Vic, die nu bij de
paters is" en over de broers van Henk
(haar man), die „wegenbouwers waren en
zijn". Men zou een slecht gehoor moeten
hebben om niet aanstonds te weten, dat
het niet Else Loret is, die al schrijvende
haar hart uitstort, maar de schrijver Jos
Panhuysen, die voor haar de pen voert en
....een roman schrijft. Een „bekentenis"
kan een roman inhouden allicht. Een
roman kan boordevol bekentenissen zijn
natuurlijk. Maar een als roman geschreven
en gecomponeerde belijdenis, een zo con
fidentiële biecht in de vórm van een ro
man met alle dialogen en kunstgrepen, die
een „auteur" ten volle veroorloofd .zijn
dat wordt een tweeslachtige pennevrucht,
die men niet anders dan fragmentarisch
kan waarderen.
Nogmaals: het is jammer. Er schuilt in
dit boek zo allemachtig veel sympathieks,
zoveel menselijks, zoveel waars. Maar er
staat ook zoveel overbodigs, dat in een ro
man tot het verdienstelijke en zelfs nood
zakelijke „bijwerk" behoord zou hebben,
maar in een in het geheim geschreven be
lijdenis, in een met zoveel hartzeer geno
teerd peccavi, als overbodig en onwaar
schijnlijk detail alleen maar kregel kan
maken, hoe voortreffelijk het op zichzelf
ook geschreven mag zijn. Kregel, ja: men
gaat in dergelijke uitweidende passages
en deze zijn vrij talrijk aan de innerlij
ke noodzaak van deze pijnlijke ontboeze
ming twijfelen.
Want deze vrouw lijdt, zoveel is zeker.
ADVERTENTIE
uitgeroeid met
De Twentieth Century Fox-filmmaai-
schappij in Hollywood zal dit jaar een
film maken over het leven van Christus,
bewerkt naar het boek „The greatest
story ever told" van Fulton Oursler. Het
scenario wordt geschreven door vier
schrijvers, die elk een der belangrijkste
geloofsrichtingen vertegenwoordigen. Zij
wórden bijgestaan door een commissie van
twaalf deskundigen, elk van een ander ge
loof. De maatschappij zal een Iheologiseh
student trachten te vinden, die de rol van
Christus kan en wil spelen. Zij stelt echter
de voorwaarde, dat deze student na de
verfilming zijn studie weer zal opnemen
en niet naar het toneel zal overgaan. Wal
ter Lang treedt op als regisseur. De presi
dent van de filmmaatschappij noemde het
boek „de verhevenste liefdesgeschiedenis,
die ooit is geschreven".
De Stichting Technisch Filmcentrum in
Den Haag heeft een film laten vervaardi
gen, waarin wordt uiteengezet, hoe met
behulp van een zogenaamd proces-analy-
seblad een bestaand arbeidsproces als het
ware „zichtbaar" kan worden gemaakt.
Hierdoor kan worden nagegaan, of er we
gen en middelen zijn om de gevolgde werk
methode te verbeteren en te vereenvoudi
gen. Bij de samenstelling van de film dien
den van advies de Algemene Verladers- en
Eigen Vervoerdersorganisatie, het bureau
Adviseur Organisatie Rijksdienst en de af
deling Bedrijfsorganisatie van de Konink
lijke Nederlandse Hoogovens en Staalfa
brieken n.v.
Voor dr. E. Egjeler en dr. T. de Booy
De Nederlandse geologen dr. C. G. Egeler
en dr. T. de Booy, die vorig jaar voor de
tweede maal een expeditie hebben onder
nomen naar de toppen van het Andesge-
bergte, zijn de eerste geleerden aan wie
de bronzen Prof. Pieter Johannes Veth-
medaille, ingesteld door het Koninklijk Ne
derlands Aardrijkskundig Genootschap, is
toegekend.
Na de eerste vertoning van de door beide
•geologen opgenomen film over deze tweede
Andes-expeditie, heeft de voorzitter van
het genootschap, prof. dr. G. L. Smit Sibin-
ga, donderdagavond in de aula van het
Koninklijk Instituut voor de Tropen te
Amsterdam deze onderscheiding aan hen
uitgereikt. „T
De Prof. Pieter Johannes Veth-medaille,
ingesteld ter gelegenheid van het 80-jarig
bestaan van het aardrijkskundig genoot
schap in 1953 en genoemd naar de eerste
voorzitter, wordt uitgereikt aan personen,
die zich door een bijzondere prestatie op
het gebied der aardrijkskundige weten
schappen hebben onderscheiden. Deze on
derscheiding is thans voor de eeiste maal
toegekend.
Ze lijdt aan het verraden geluk van haar
meisjesjaren, haar ongerept gebleven on
schuld, haar twijfel, haar ongestild ver
langen, haar abdicatie van alle verlangen,
haar zelfverwijt, haar hoogmoed, haar
kleinheid. Zó heeft ze, zoals men nu een
maal pleegt te doen, het beeld dat zij zich
van haar naasten met de jaren heeft ge
vormd, gefixeerd. Zó zijn ze. Zó is Herman,
de aankomende priester haar oudste
zoon, die voor haar „de seminarist" is ge
worden, strak-in-de-leer, overtuigd van
zichzelf en zijn inzichten. Kent ze Gitta
eigenlijk wel? Is het werkelijk haar doch
ter, die een niet-katholieke minnaar zo
aanstonds prijsgeeft en zich daarna
zonder veel verwachting nog wel in het
huwelijk stort met een geloofsgenoot? En
Vic, haar jongste, die door een jeugdig
onbezonnen misstap haar in het diepst van
haar hart heeft gekwetst, heeft zij zich
zó in hem vergist?
Dat alles is echt. Al deze twijfel, deze
angst, deze pijn, deze machteloosheid te
genover het onheil van het leven, is waar
achtig en menselijk. Het is onmogelijk om
over deze fijnste roerselen van de mense
lijke ziel zo indringend te schrijven als
men er niet en daarmee bewijst Pan
huysen opnieuw hoezeer hij een „schrij
ver" is onverdeeld bij betrokken is. Was
het daarbij gebleven, Panhuysen zou een
gekrenkte vrouwenziel het volle pond van
zijn schrijverstalent hebben gegeven. Dat
hij aan het slot van het boek de vraag
openlaat of Else Loret gelukkiger, of ze
verlost is, nu zij aan het eind van haar
„gewetensonderzoek" haar man, haar kin
deren, zichzelf, het leve., ei. het ondoor
grondelijk goddelijk bestier in een ander
licht zi.', dat zou ik hem allerminst als
een tekortkoming willen aanrekenen. In
tegendeel. Panhuysens kracht ligt hier en
elders niet in hetgeen hij zegt, maar in wat
hij laat raden. Maar wat zijn roman be
treurenswaardig verzwakt heeft, is zijn
„romanachtige" introductie van figuren en
motieven, die hij bovendien, met een mu
ziekterm gezegd, niet „doorcomponeert".
Als passanten verdienen verschillende per
sonages in een biecht niet zoveel aandacht,
verdragen zij niet zoveel detaillerende be
schrijving. En weer kom ik terug op die
noodlottige passus, die mij verried dat
Panhüysen verkeerd deed, ttjen hij bij de
opzet van zijn boek de „ik-vorm" koos,
zonder daarbij dé romaritechriiek los te la
ten. Daardoor kreeg zijn boek, waarvan de
strekking mij niet minder ter harte gaat
dan zijn vroegere werk, de tóón van het
zelfgesprek, maar de vórm van een ver
teld verhaal. En dat gaf mij het gevoel dat
ik schaamteloos moest meeluisteren naar
iets, dat niet voor anderman 3 oren be
stemd is. Of erger: het gevoel dat een
mens in zijn zielsnood ,en dat is Else Lo
ret toch eigenlijk) van haar leed een roman
maakt. Een schrijver mag dat doen. Her
haaldelijk doet hij dat, zo niet steeds. Dat
is in wezen ook de veer, die Panhuysens
klokje drijft. Maar een „dagboekschrijf
ster", een vrouw die haar diepste bekom
mernissen lucht geeft, mag dat niet. Of ze
poseert. En dat is ten aanzien van een
vrouw als Else Loret een dusdanig kren
kende onderstelling, dat ik er de voorkeur
aan geef, Panhuysen in dezen in gebreke
te stellen.
C. E. Dinaux
advertentie
Haarlem
CENTnAIE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
Moderne kerkbouw In de Zuidafri-
kaanse stad Parys in de Oranje Vrijstaat is
dezer dagen een kerk voltooid van de Ne
derlandse Hervormde Gemeente. De archi
tect is de Zuidafrikaan J. de Ridder. Het
bouwwerk lijkt op een tent omdat het dak
van de grond af begint. De toren staat af
zonderlijk van het gebouw. In Pretoria en
Krugersdorp zijn onlangs ook twee kerken
van deze gemeente in moderne stijl opge
trokken.
Culturele uitwisseling. De stad Mini
ster in Duitsland zal de culturele uitwis
seling met Nederland uitbreiden. Naar het
stadsbestuur donderdagavond meedeelde,
zal het operagezelschap „Forum" uit En
schedé op 23 maart in Münster de opera
„Cosi fan Tutte" van Mozart uitvoeren.
Een gezelschap van de Westfaalse hoofd
stad zal in oktober in Enschedé een ope
rette opvoeren. Het orkest van Münster
zal vervolgens in Enschedé en Hengelo
spelen en het orkest van Overijsel brengt
een tegenbezoek. In oktober gaat het Bal
let der Lage Landen naar Münster.
Dr. Eduard van Beinum Dr. Eduard
van Beinum zal zijn eerste seizoen met het
Filharmonisch Orkest van Los Angeles af
sluiten met Beethovenconcerten op 21 en 22
februari. In november zal hij weer naar
Amerika terugkeren voor het volgende sei
zoen.
Expositie Van 23 februari tot 31 maart
wordt in het Arnhems Gemeentemuseum
een expositie gehouden uit de Groningse
collecties van de heer E. J. Duintjer en
prof. dr. G. Kraus. De expositie omvat
werk onder meer van Chagall, Chirico,
Maillol, Picasso, Utrillo, Van Dongen, Wie-
gers en Willink.
Guillaume Landré Op uitnodiging van
het bestuur van het „Concours musical
Reine Elisabeth de Belgique", dat jaarlijks
in Brussel wordt gehouden, zal onze land
genoot de componist Guillaume Landré zit
ting nemen in de internationale jury voor
dit jaar. Het concours 1957 is gewijd aan
composities voor orkest en kamerorkest.
„Delfts Zilver" verlengd De tentoon
stelling „Delfts Zilver" in het stedelijk mu
seum „Het Prinsenhof" in Delft, trekt veel
belangstelling. De directeur heeft besloten
de expositie te verlengen tot en met zon
dagdag 24 februari. De tentoonstelling van
schilderijen uit twee Groningse collecties
is tot en met zondag 17 februari verlengd.
Door samenwerking met het Rijksmu
seum te Amsterdam en het Mauritshuis te
Den Haag, konden twee fraaie bruiklenen
op langdurige termijn aan de verzamelin
gen van het Frans Halsmuseum te Haar
lem worden toegevoegd. Het betreft twee
panelen van Adriaen van Ostade, respec
tievelijk „Kwalzalver in het dorp" en
„Boer met varken". Dank zij de aankoop
van het paneel „De tevreden drinker" van
Van Ostade (eind 1956) en de toevoeging
van genoemde bruiklenen, is de vertegen-
ff
Vrijdagmiddag heeft de Metro Goldwyn
Mayer, de maatschappij, die de film „Guys
and Dolls" uitbrengt, inzage verleend in
de rapporten van de Centrale Commissie
voor de Filmkeuring, welke commissie tot
drie maal toe deze film ontoelaatbaar heeft
verklaard. Dit is, vóorzover bekend, een
unicum. Doorgaans worden de motiverin
gen ban de commissie ook door 'de exploi
tant niet openbaar gemaakt. Dat dit wel
is geschied grondt de maatschappij voor
namelijk op de overweging, dat de film
„Guys and Dolls" nergens ter wereld werd
verboden. Daarom wil zij de motiveringen
van de Nederlandse Filmkeuring vanwege
de uitzonderlijkheid van het verbod aan
het publiek niet onthouden.
De film „Guys and Dolls" is gemaakt
naar de musical, die vier jaar lang op
Broadway heeft gelopen en drie jaar lang
in Londen. Het is een soort operette, waar
in men verzeilt temidden van een troep
beroepsgokkers, die het wedden maar niet
kunnen laten. Een hunner (Frank Sinatra)
daagt een zijn vriend (Marlon Brando) uit
om een sergeant van de „Save a soul Mis
sion" - een groep evangelisten, die zeer
veel gelijken op het Leger des Heils - zo
te charmeren, dat zij hem een avond ver
gezelt naar Havanna. De inzet is duizend
dollar. Het gelukt de innemende gokker,
die met „Hemeltje" wordt aangesproken,
om de sergeant mee te krijgen op voor
waarde dat hij twaalf zondaars mee zal
tronen naar de bijeenkomst, waarvan het
voortbestaan der missiepost op Broadway
afhangt. De zending heeft namelijk zo wei
nig succes, dat men overweegt deze statie
te sluiten. De sergeant (Jean Simmons)
Zaterdag is in de Moderne Boekhandel
in de Leidsestraat in Amsterdam een ex
positie geopend van originele Amerikaan
se cartoons. Vijftien van de bekendste
Amerikaanse humoristische tekenaars zijn
hier met enkele prenten vertegenwoor
digd. De tentoonstelling werd in Washing
ton samengesteld en maakt een tournee
over de hele wereld. Zij bestaat uit acht
envijftig tekeningen, waarvan er vijfen
veertig reeds werden gepubliceerd in het
vermaarde Amerikaanse humoristische
tijdschrift „The New Yorker". Zij zijn
van de hand van Charles Addams, Peter
Arno, Abe Birnbaum, Sam Cobean, Whit
ney Darrow, Alan Dunn, Robert Orborn,
Mary Petty, George Price, Mischa Rich
ter, Otto Soglow, William Steig, Saul
Steinberg, Richard Taylor en James Thur-
ber. Enkele prenten zijn in kleuren uitge
voerd. Men krijgt geen „strips" te zien of
politieke spotprenten, die vaak op onna
volgbare wijze de overtuiging van het
blad, waarin zij werden afgedrukt, onder
strepen, maar zelfstandige tekeningen.
Men krijgt toch een bondig overzicht van
de stijlen, die door Amerikaanse cartoon-
t -1 3* - v -
"■■wA-j ♦*-
isten worden toegepast en het enorme
aantal mogelijkheden om situaties op ver
schillende wijze te interpreteren. Niette
min wordt de bezoeker getroffen door een
zekere gelijkvormigheid.
Men ziet veel prenten, die
door verschillende kunste
naars zouden kunnen zijn
uitgevoerd. De prenten die
er door een heel eigen ka
rakter uitspringen zijn
uiteraard die van Steinberg,
maar verder die van Steig
en vooral die van Osborn.
Van proeven van werk van
beide laatstgenoemden pu
bliceren wij een reproduk-
Zij die de expositie willen gaan zien
raden wij aan de prenten van Osborn en
Steig bijzonder goed te bekijken. Men kan
de tentoonstelling tot 24 februari be
zichtigen.
„Kwakzalver in het dorp", een paneel
van Adriaen van Ostade.
woordiging van deze belangrijke Haar
lemse meester - tot voor kort met één
paneeltje: „De liereman" - tot vier werken
uitgebreid. Hierdoor komen de verschil
lende aspecten van Van Ostade's levens
werk voortreffelijk tot hun recht. Genoem
de werken zijn geëxposeerd in de zuidelijke
kabinetten, die door reorganisatiewerk
zaamheden nog korte tijd voor het publiek
zijn gesloten.
gaat dus met „Hemeltje" op pad. Ze is ver
liefd op de knappe gokker en „Hemeltje"
zelf wordt het op haar. Natuurlijk ontdooit
de evangeliste. Ze drinkt wat te veel, slaat
aan het jitterbuggen (overigens niet in
ambtskledij) en raakt zelfs betrokken bij
een vechtpartij.' Wanneer Ze mét „Hemel
tje" terugkomt, blijken de gokkers de mis
siepost gebruikt té hébben Vöör hun' duis
tere praktijken. „Hemeltje" krijgt de bons,
maar hij houdt zich aan zijn woord: hij
brengt de hele troep naar de bijeenkomst,
waar de heren, zoals gebruikelijk is, in
het openbaar vertellen wat ze wel op hun
kerfstok hebben. De sergeant ontkent
tegenover de politie dat ze de missiepost
als speelhol hebben misbruikt en wint
daarmee helemaal hun sympathie. Het eind
van het liedje is dat een der booswichten
tot. de missie toetreedt. „Hemeltje" met
zijn sergeant trouwt en de leider der gok
kers eindelijk in het huwelijksbootje stapt
met de revuester, die hij ai veertien jaar
aan het lijntje hield.
De film - evenals de oorspronkelijke
musical - is een vrijmoedige scherts. Ze
ironiseert het hol gebruik van bijbeltek
sten, lanceert vooral geestige situaties, die
hef. contrast van de „Save a soul mission"
oplevert met de opvattingen en gedragin
gen der gokkers en neigt wel eens naar
de satyre, hetgeen rechtstreeks voortvloeit
uit de vorm, waarin deze inhoud wordt
behandeld. De film wil kennelijk niet se
rieus genomen worden. Ze zou bij wijze
van spreken evenzeer door alle zondaars,
die zij ons voorschotelt, met verbolgen
heid kunnen worden bekeken en verwor
pen. Wat zegt nu de Centrale Commissie
voor de Filmkeuring ervan.
Na de eerste keuring dit:
De film Is niet toegelaten omdat de Commissie
op grond van de navolgende overwegingen de
inhoud in strijd acht met de goede zeden. Het
werk van het Leger des Heils (de in de film
ingestelde missie „Redt een ziel" is daarmee te
vereenzelvigen) wordt hier misbruikt voor het
opvoeren van kolderachtige taferelen, op die
wijze belachelijk gemaakt. Er wordt gesold met
bijbelteksten en begrippen van zondigheid, be
kering en heil, die voor velen een diepe beteke
nis hebben. En dit alles speelt zich af volgens
een intrigue, waarin goklust en vulgariteit de
boventoon voeren.
De boemelscène te Havana met het dwaze ge
drag van de missieleidster Sarah Brown is, ge
zien haar functie, stuitend te noemen. De red-
scène met de schijnheilige „bekering" van de
gokkers en de geforceerde „goede afloop" is een
ergerlijke paskwil.
Weliswaar heeft de film de vorm van een mu
zikale show en wordt getracht dit alles als een
niet te zwaar op te nemen comediespel voor te
stellen, maar de Commissie is er van overtuigd,
dat het een misplaatste, onaanvaardbare grap
pigheid is, ernstig genoeg op te vatten, ook we
gens het in het volk levende respect voor het
Leger des Heils om deze film niet voor verto
ning toe te laten.
De M.G.M. ging tegen deze uitspraak in
beroep. Ze verzocht de auteur Simon Vest
dijk de litteraire achtergronden van film
en musical, wier inhoud ontleend is aan
het oeuvre van Damon Runyon, een ge
vierd Amerikaanse schrijver, te belichten.
Dat deed Simon Vestdijk in een brief aan
de Commissie. De M.G.M. stelde zich in
verbinding met generaal Wilfred Kitching
van het Internationale Hoofdkwartier van
het Leger dés Heils te Londen. Deze
schreef een briefje waarin hij verklaarde
dat, indien de film gebaseerd is op de mu
sical, er geen directe aanknopingspunten
zijn met het Leger des Heils. In Engeland
had het Leger er geen bezwaar tegen ge
maakt, zo deelde hij mee. Ook dit schrij
ven werd de Commissie ter hand gesteld.
De Commissie zelf verzocht de leiding van
het Leger des Heils in Nederland de film
te komen zien en van advies te dienen.
Van die uitnodiging werd geen gebruik ge
maakt. „Filmkeuring is niet ons terrein",
antwoordde het Leger der Heils. Na de
tweede keuring oordeelde de (nieuw ge
formeerde) commissie eveneens dat de film
ontoelaa'baar was, daarbij aanvoerend dat
zulks vooral werd bepaald door nationale
of regionale opvattingen omtrent de goede
zeden of de openbare orde. De in de eer
ste uitspraak geformuleerde afkeuringen
Scène in de missiepost, waar „Hemel
tje" de Bijbel beter blijkt te kennen
dan de sergeant. In alle „hotels" waar
hij heeft gezeten was altijd een Bijbel,
zegt hij.
Het personeel van het P.E.N. in Noord
holland was donderdagavond weer in het
gemeentelijk Concertgebouw te Haarlem
bijeen om te luisteren naar de langzamer
hand tot een traditie geworden jaarlijkse
muziekuitvoering door het Noordhollands
Philharmonisch Orkest.
Opnieuw ondergingen de zeer talrijke
personeelsleden de schoonheid van muziek
werken, die voor deze avond met bijzon
dere zorg waren gekozen. De prachtige
Haffner-serenade (K.V. 250) van Wolfgang
Amadeus Mozart diende als inleiding. De
uitvoering van deze ranke, ragfijne muziek
gaf de concertmeester Jan Hesmerg ruime
gelegenheid zijn technische en artistieke
capaciteiten als solo-violist te demon
streren. De Haffner Serenade heeft in veel
opzichten het karakter van kamermuziek.
In deze geest werd ook het op de serenade
volgende Eerste Pianoconcert in C opus 15
van Ludwig van Beethoven uitgevoerd.
Het was opvallend hoe de dirigent Marinus
Adam en de solist Leendert Huges het over
de interpretatie van dit vroege werk van
Beethoven eens waren. Het orkest paste
zich prachtig in zijn begeleiding bij het
ingetogen, beheerste, eenvoudig-expres-
sieve en gave spel van Leendert Huges
aan met een resultaat, dat de warme bij
val van de opvallend aandachtige toe
hoorders volkomen rechtvaardigde.
Konden we voor de pauze verwijlen in
een ongestoorde klassieke sfeer, in de
tweede helft van de avond was het de
muzikale romantiek, die bij de uitvoering
van de Vijfde Symfonie („Uit de nieuwe
wereld") van Anton Dvorsjak onze aan
dacht vroeg. Zeker zijn het de momenten
van gevoelsontlading, heftig bewogen of
met ingetogen weemoedige mijmering, die
het werk van Dvorsjak zijn eigen kracht
gegeven hebben. Maar de componist heeft
zich niet verloren in die romantische
emoties, want ook de zuiver muzikale
factoren werden bewaard en met grote
vakbekwaamheid in de symfonie onder
gebracht. Knappe thematische verwerkin
gen, uitnemende instrumentatie en klare
vormgeving hebben de muzie.k een waarde
gegeven, die krachtig opweegt tegen een
dreigende verbleking van enkele fragmen
ten en die haar nog steeds, ruim zestig
jaar na haar voltooiing, een plaats van
betekenis op de concertprogramma's heeft
doen behouden. Marinus Adam en het or
kest vertolkten het werk met een groeien
de geladenheid. De finale werd een gran
dioze bekroning. Vermelding verdient, dat
Wouter Paap de werken met een onder
houdend, beknopt samenvattend betoog
inleidde.
Het concert werd ook door de Commis
saris der Koningin in de Provincie Noord
holland, dr. M. J. Prinsen, bijgewoond.
F. Zwaanswijk
Flood-light bescheen vrijdagavond Am
sterdams oudste museum Fodor aan de
Keizersgracht en binnen waren de kaarsen
ontstoken ter ere van de feestelijke ope
ning der expositie „De Romantiek".
Burgemeester Van Hall en wethouder
mr. A. de Roos woonden de opening bij.
De tot 5 mei durende tentoonstelling om
vat 67 schilderijen en 45 stuks grafiek uit
de verzameling van de in 1860 overleden
Amsterdamse koopman Karei Jozef Fodor,
die zijn kunstverzameling en twee woon
huizen en een pakhuis aan de stad Amster
dam vermaakte. Gedurende de tentoon
stelling zullen een aantal huismuziekavon
den worden uitgevoerd tijdens de week
einden.
De eerste passagiersmachine van het
nieuwe type Vickers Viscount 802 arri
veerde vrijdag op Schiphol, in de lijn
dienst van de B.E.A. Londen-Amsterdam.
Dit nieuwe vliegtuig zal over enkele
maanden ook door de K.L.M. in gebruik
worden genomen, die negen machines van
dit type heeft besteld.
De Viscount 802 biedt plaats aan 57 pas
sagiers, tien meer dan de machine van de
serie 700. In enkele minuten tijd kan de
j cabine wordep ingericht voor een vracht
vlucht of voor een gedeeltelijke passa
giers- en vrachtdienst. De K.L.M. die met
de Viscount 803 gaat vliegen en in april de
eerste machine op Schiphol krijgt, is van
plan om de helft van de ruimte in te rich
ten voor de toeristenklasse en het andere
deel voor eerste klasse-passagiers.
De motoren, vier Rolls Royce Dart tur-
bo-props, ontwikkelen 13 percent meer
vermogen bij de start dan de motoren van
het vorige type. In de zomermaanden zal
de B.E.A. reeds 24 van deze vliegtuigen
in gebruik hebben genomen, waardoor de
Engelse maatschappij enkele nieuwe lij
nen zal openen, onder meer Londen-
Valencia en Londen-Belgrado.
Het bezoek aan de nachtclub
te Havanna.
werden in deze tweede uitspraak herhaald
en onderstreept.
Daarop werd de film met enige kleine
coupures opnieuw aangeboden. Een nieuw
geformeerde commissie van leden der
Filmkeuring wees de film ten derde male
af in een rapport, dat luidt als volgt:
Deze film is niet toegelaten voor openbare
vertoning omdat de Commissie van oordeel is,
dat de geest van deze film ook door het aan
brengen van enige coupures niet is te verande
ren. Het blijft een geval van kwetsing van de
gevoelens van een waarlijk godsdienstig mens,
zoals hier met begrippen als getuigenis, bekering,
etc., gesold worden.
Het is geen gebrek aan zin voor humor, (die
naar het inzicht der Commissie in deze film ver
is te zoeken), maar de afkeer voor de bespotting
van geloof, die deze film kenmerkt, die de Com
missie de film de qualificatie „in 'strijd met de
goede zeden" heeft laten behouden.
De motivering der oorspronkelijke Commissie
en de Herkeuringscommissie wordt door deze
nieuwe Commissie wat betreft de film in gewij
zigde samenstelling, volkomen onderschreven.
Het is nu wel duidelijk, dat „Guys and
Dolls" geen schijn van kans maakt in Ne
derland vertoond te worden. Men zou de
film met geen enkele coupure kunnen red
den, zelfs al is de M.G.M. van plan weer
een herkeuring aan te vragen. De vraag
is nu maar, of de Commissie juist heeft
geoordeeld. Men kan daarbij slechts af
gaan op het oordeel van hen, die de film
ook hebben gezien. Uit een vrijdagmiddag
te Amsterdam gehouden persconferentie is
gebleken, dat het standpunt der filmcri
tici wel zeer van dat der Commissie af
wijkt. Hier komt ook de mening van de
filmredacteur van dit blad in het geding,
die de film „Guys and Dolls" zelf heeft
kunnen zien en als zijn oordeel uitspreekt,
dat zij op hem een heel wat onschuldiger
indruk heeft gemaakt dan klaarblijkelijk
op de Commissie en dat hij er zeker geen
belachelijk werkende tendens ten opzichte
van l.et Leger des Heils in ziet, immers
ADVERTENTIE
Voor bestelwerk RENAULT
300 kg. 1000 kg en 1500 kg. Honderden In
Haarlem in gebruik. Laadruimte tot 9 m3.
Prijzen geheel compleet
resp f 4190f 6700.en f 6900.
GARAGE DEN HOUT
het Leger des Heils zoekt doelbewust de
belangstelling door een optreden naar bui
ten dat afwijkt, van wat men bij de con
fessionele groeperingen en religieuze sek
ten gewoon is. Dat bepaalde confessionele
groeperingen zich gekwetst voelen door het
vrijelijk gebruik van bijbelteksten is zeer
wel mogelijk, maar dan beziet men de zaak
wel zeer eenzijdig. Die teksten immers
worden naar het uiterlijk gebruik bena
derd, maar innerlijk niet ontkracht noch
verworpen. Het „onwaardig" gedrag in
Havanna heeft vele goedkope effecten,
maar het is niet stuitend. Humor bezit de
film zeker de commissie brengt hier wel
c n teer punt in het geding als zij zich
daarover uitspreekt. Het leugentje van de
sergeant heeft uw filmredacteur naar de
inhoud het meest getroffen. Dat had men
inderda d van een zondaar verwacht
Nee, men heeft voor mijr gevoel wel erg
zwaar getild aan dez' film, die overigens
door Joseph Manckiewicz aardig maar ze
ker niet buitengewoon aardij is gemaakt.
De botsing der meningen, door „Guys and
Dolls" opgeroepen en thans voor het fo
rum der lezers uitgevochten, blijft even
wel haar onbevredigend karakter behou
den. Preventieve censuur draagt het risico
van deze bots'ng in zich. Moet men nu de
Commissie voor Filmkeuring maar ophef
fen of haar ontbinden en opnieuw forme
ren? Ook dat wordt weer een kwestie van
verdeeldheid der meningen
F. W. Franse