Tenminste honderdduizend bezoekers op
Bloemlust-expositie in Keulen verwacht
Coalitiepolitiek als leidend
principe en noodzakelijk kwaad
Van dag tot dag
Getransporteerde bloemen verkeren
in voortreffelijke conditie
^Praatótoel
Vandaag is Arturo
Toscanini begraven
Bezu i n igingsnota
MAANDAG 18 FEBRUARI 1957
Weekeinde Woodbrookers en „Politeia"
Gesprek tussen vertegenwoordigers van drie
politieke partijen en zeventig jongeren
Kiest U Uw vloei in den blinde?
Wat U bij Uw shag niet doet, doe dat ook niet bij
Uw vloei. Uw zelf-gerolde sigaret verdient beter!
Noem - tegelijk met het merk shag, dat U kiest -
ook het merk vloei, dat U hebben wilt. Als U daar
bij op kwaliteit let en op kwaliteit-alléénvraagt
U met nadruk Mascotte. Uw winkelier weet dan
wat U hebben wilt... en U weet wat
U krijgt: kwaliteits-vloei, 3 x beter!
Onthullend werk over Sir
Winston Churchill
Lof en blaam uit dagboek
van Lord A lanbrooke
Lord Hore Belisha tijdens
bezoek in Reims overleden
Vorig jaar onder, nu boven nul
Ontvangst in Soestdijk
In de woorden „poging tot herstel van
het economisch evenwicht" zou men in het
kort de bedoeling kunnen samenvatten van
de maatregelen, die de regering wil treffen
en die zij, nader toegelicht, in haar nota
inzake beperking van bestedingen heeft
vermeld. Door enerzijds de in de staats
kas binnenvloeiende geldmiddelen te doen
stijgen, anderzijds het nodige aan te wen
den ter vermindering van de uitgaven zal
zij, op jaargrondslag berekend, een verbe
tering van de begrotingspositie van om
streeks 450 miljoen gulden bereiken.
Wil nu het feit, dat de regering meent
de maatregelen in kwestie te moeten tref
fen, ook zeggen dat de financiële en eco
nomische toestand op het ogenblik beden
kelijk zou zijn? Als degene, die een derge
lijke vraag mocht opwerpen, daarbij on
willekeurig in zijn gedachten de situatie
van 1951, tengevolge van wat men wel de
Korea-crisis noemde, voor ogen heeft,
dan kan meteen ter geruststelling van de
vrager, het antwoord ontkennend luiden.
De moeilijkheden, die zich thans voordoen,
kunnen geenszins met de situatie van 1951
vergeleken worden. Goed beschouwd heeft
men met, ook in wezen, geheel andere ver
schijnselen te maken. Het is eigenlijk
meer zo merkte dezer dagen een even
veel gezag als deskundigheid bezittende
figuur op een soortgelijk verschijnsel
als dat van de al te grote levendigheid van
iemand, die zich buitengewoon gezond
voelt. In wezen is de Nederlandse finan
ciële en economische zaak gezond. Iets
werkelijk alarmerends is er niet aan de
hand. Maar de Nederlandse volksgemeen
schap heeft de laatste tijd boven haar,
overigens vergroot, inkomen geleefd. Daar
om zal zij zich in haar bestedingen iets die
nen te beperken en zullen die wat naar be
neden moeten gaan.
Het Kabinet is het thans eens geworden
over een uitgavenvermindering, die voor
1957 rond 200 miljoen zal bedragen en la
ter nog tot omstreeks 250 miljoen zal moe
ten worden opgevoerd. Met betrekking tot
de toeneming van de beschikbare geldmid
delen zal het tarief van de vennootschaps
belasting enige verhoging ondergaan, het
geen 100 miljoen meer aan cJp schatkist zal
opleveren, terwijl er daarnaast door enige
wijzigingen in het tarief van de omzetbe
lasting nog 24 miljoen bij zal komen. Ver
der zal de komende huurverhoging 7 mil
joen meer aan opbrengst uit de personele
belasting opleveren, terwijl dankzij hoge
re ontvangsten van de accijns op tabak en
van de omzetbelasting, als gevolg van een
prijsverhoging van tabaksartikelen, de
middelen ook nog met 44 miljoen zullen
stijgen. Niet te vergeten valt de voorgeno
men afschaffing van de verbruikerssub
sidies als belangrijk onderdeel van het nu
uitgestippelde programma. Mits men een
drachtig zijn schouders wil zetten onder
dat programma om de verwezenlijking
daarvan te bereiken, zal het, onvoorziene
omstandigheden daargelaten, mogelijk zijn
in korte tijd het gewenste economische
evenwicht in de Nederlandse volkshuis
houding verzekerd te krijgen.
Hetgeen er op het gebied van de land-
bouw-economie zal geschieden is, in ze
kere zin, een geheel op zichzelf staande
zaak, die afzonderlijk dient te worden
bekeken. Daartoe zal ongetwijfeld aan
leiding te over zijn, als de regeringsnota
straks onderwerp van uitvoerige parle
mentaire gedachtenwisseling zal uitmaken.
Aan onze uiterst summiere beschouwing
van vandaag willen wij echter nog één
opmerking verbinden. Wij erkennen vol
mondig de technische deskundigheid, op
financieel-economisch terrein, van de mi
nisters die deze nota hebben opgesteld,
maar wij hebben minder bewondering voor
de wijze, waarop zij hun waar willen „ver
kopen". De gewone burger mag er ons in
ziens aanspraak op maken, zo duidelijk
mogelijk voorgelicht te worden omtrent
wat er aan de hand is en wat er nu in de
praktijk verder zal gebeuren. Maar aan
zulke duidelijke, eenvoudige voorlichting
ontbreekt het volkomen. De nota is een
dor-technisch departementaal stuk, dat
allerminst tot de burgerij spreekt. Het zou
daarom goed zijn als de regering alsnog
e^.i uiteenzetting van haar nieuwe beleid
zou geven in termen, die ook voor de leek
gemakkelijk te begrijpen zouden zijn.
IN DE CONVERSATIEZAAL van het centrum van de arbeidersgemeenschap
der Woodbrookers te Bentveld discussieerden in het afgelopen weekeinde ongeveer
zeventig jongeren met vertegenwoordigers van drie Nederlandse politieke partijen
over het onderwerp „Coalitiepolitiek", waarbij op een prettige toon verscheidene
harde politieke noten werden gekraakt, want de jongeren behoorden tot verschil
lende politieke stromingen, hoewel het merendeel bestond uit leden van de demo
cratisch socialistische studentenvereniging „Politeia" die het weekeinde in samen
werking met de arbeidersgemeenschap der Woodbrookers had georganiseerd. Ieder
van de drie inleiders moest na zijn toespraak met de aanwezigen discussiëren,
vragen beantwoorden en soms zelfs het bestaan van zijn partij verdedigen. Zij
deden dat ieder met veel verve en animo, zoals zij ook hun inleiding met veel
enthousiasme van hun eigen partij uit behandeld hadden.
Zo sprak de vertegenwoordiger van de
Katholieke Volkspartij, dr. L. A. H. Albe-
ring, over het verschil tussen de oude
coalitie van vóór de oorlog, waarbij door
de samengaande partijen reeds vóór de
verkiezingen bindende afspraken werden
gemaakt, en de huidige samenwerking,
waarbij 'pas na de stembusuitslag een pro
gram wordt opgesteld, waarvoor de bereid
heid van de verschillende partijen moet
worden verkregen en waaruit later de
smalle en brede basiskabinetten zijn voort
gekomen.
Een merkwaardige ontwikkeling in het
Nederlandse' politieke leven noemde dr.
Albering de gedachte, dat bij de gemeente
besturen de samenstelling van het college
van Burgemeester en Wethouders onge
veer een afspiegeling moet zijn van de
politieke samenstelling der gemeente. Deze
gedachte is ook in de landspolitiek door
gedrongen en is in de hand gewerkt door
ons evenredig kiesstelsel. Deze afspiege
ling achtte dr. Albering niet noodzakelijk.
Wél was hij een warm voorstander van de
samenwerking in het landsbestuur tussen
de verschillende „bona-fide" partijen.
Geen partij
Deze mening werd gedeeld door de
Christelijk-Historische spreker, de heer F.
H. van de Wetering, die daar evenwel de
opmerking aan verbond, dat dan de klei
nere partijen volkomen gelijkwaardige
partners moeten zijn van de grotere poli
tieke groeperingen. Daarbij hangt de be
stuurskracht van de homogeniteit van het
kabinet af, waarbij de Christelijk-Histo
rische leden, evenals de afgevaardigden,
volgens het beginsel van hun partij die
eigenlijk geen partij, maar een unie is
naar eigen persoonlijke verantwoordelijk
heid handelen, omdat zij zich eerder volks
vertegenwoordiger achten, dan vertegen
woordiger van hun partij. De samenwer
king tussen de politieke partijen in onze
regering stelde de heer Van de Wetering
het „idyllische Engeland met zijn twee-
partijeri-stelsel ten voorbeeld.
Zoals te verwachten viel volgde de derde
spreker, ir. H. Vos van de Partij van de
Arbeid, deze gedachtengang niet. Hij was
van mening, dat in Nederland ook lang
zamerhand moet worden gewerkt naar een
tweepartijen-stelsel, waarbij hij het van
belang achtte, dat) de sociologische split
sing in het rooms-katholieke volksdeel zich
zal voortzetten. Deze ontwikkeling zou
langzaam gaan en voorlopig zag ir. Vos bij
een eventueel door directe verkiezingen
samen te stellen Europese assemblee dan
ook nog drie stromingen: een socialistische,
een rooms-katholieke en een derde onder
liberale leiding.
De socialistische spreker hield een plei
dooi voor duidelijkheid op politiek gebied,
die hij broodnodig oordeelde en die men
bij een coalitieregering het laatst mag ver
wachten, omdat de meeste maatregelen van
een dergelijk kabinet het karakter van een
compromis dragen.
Vandaar dat ir. Vos de politieke samen
werking in de vorm van een coalitie
kabinet als een noodzakelijk kwaad be
schouwde en hij zich als ideaal stelde een
politiek stelsel van twee partijen, zonder
confessionele basis.
De drie inleiders hebben natuurlijk meer
gezegd dan hier is weergegeven, maar de
punten die hier genoemd zijn, ontmoetten
bij het gehoor de meeste weerklank in die
zin, dat zij vragen en critiek uitlokten.
Waren dus de uitgangspunten van de
drie spreker al verschillend en kwamen
zij tot geheel verschillende conclusies, in
de debatten, die op hun inleidingen volg
den, moesten zij zich in gelijke mate van
hun slagvaardigheid bedienen om hun
standpunten zuiver te kunnen handhaven.
Er was gelegenheid te over de zwakke
plekken van de partijen af te tasten en
deze openhartig te bespreken. Van deze
gelegenheid is een druk gebruik gemaakt
en hoewel lang niet iedereen tenslotte
overtuigd zal zijn geweest van de juist
heid van de argumenten van zijn politieke
tegenstanders, men heeft toch door het
gesprek een beter begrip gekregen van
wat anderen over actuele problemen den
ken. En daar was het blijkens de openings
woorden van de leidster van het week
einde, mejuffrouw ds. W. H. Buijs, toch
om begonnen. Tenslotte zij nog vermeld
dat van de kant van „Politeia" de confe
rentie werd geleid door de heer L. Jacobs.
ADVERTENTIE
De gemeente Amsterdam heeft een on
aangename verrassing beleefd, die zij wel
iswaar aan eigen voortvarendheid heeft te
wijten, doch die zij juist omdat zij in
het duidelijke algemene belang zo energiek
de handen uit de mouwen heeft gestoken
allerminst heeft verdiend. Zij heeft na
melijk van het departement van Verkeer
en Waterstaat de mededeling gekregen, dat
het Rijk niet akkoord gaat met een Am
sterdams voorstel tot een percentsgewijze
rijksbijdrage in het miljoenenproject van
de IJ-tunnel. Het Rijk maakt het de arme
Amsterdammers wel moeilijk. Zij zijn aan
hun IJ-tunnel begonnen na jarenlange
trammelant, niet het minst veroorzaakt
door de besluiteloosheid van het departe
ment, vóórdat de financiële regeling met
het Rijk in kannen en kruiken was. De
IJ-tunnel is een bijdrage in de oplossing
van de Amsterdamse en Nederlandse ver
keersmoeilijkheden, die niet gering ge
schat mag worden. De tunnel is een urgen
te zaak en de Amsterdamse gemeentebe
stuurders hebben er blijkbaar op gerekend,
dat het Rijk die urgentie eveneens zou in
zien en erkentelijk zou zijn voor het zware
Amsterdamse offer.
Maar die erkentelijkheid en dat inzicht
zijn blijkbaar nog steeds afwezig. Het Rijk
stelt Amsterdam voor een groot probleem
en brengt de voortgang van de tunnelwer-
ken in gevaar.
LONDEN (Reuter/UP) Veldmaar
schalk burggraaf Alanbrooke, de belang
rijkste Britse strateeg in de laatste wereld
oorlog, zegit in zijr> oorlogsdagboek ,.The
turn of the tide", dat vandaag in Londen
uitkomt, dat hij met Churchill, die toen
premier was, vaak over strategische kwes
ties in botsing kwam.
Lord Alanbrooke schrijft bijvoorbeeld:
„Hij heeft de ongelukkige hebbelijkheid een
of andere op zich zelf staande operatie aan
te vatten en er daarna, zonder haar ooit
werkelijk onderzocht te hebben, zijn zin
nen op te zetten. Als hij zo'n bui heeft,
meent hij dat iedereen tracht hem dwars
te zitten en moeilijkheden tracht te oppe
ren. Hij klemt zich steeds meer aan ce
operatie vast en negeert verder alles. Als
ontwerpers bewijzen dat de operatie niet
uitvoerbaar is, stelt hij nieuwe plannen
makers aan, in de hoop dat zij zullen aan
tonen dat de operatie wel uitvoerbaar
is...." Winston twijfelde er niet aan dat
hij het militair genie van zijn grote voor
ouder (de hertog van Marlborough) geërfd
had, aldus Lord Alanbrooke. Zijn militaire
plannen varieerden tussen de brilliantste
en de wildste en gevaarlijkste. Het kostte
bovenmenselijk veel inspanning hem terug
te houden en lukte bijna nooit helemaal,
want hij placht ze keer op keer weer te
berde te brengen-
Oprollen
Churchills plan voor een invasie in, Noor
wegen was een „voortdurend terugkerende
nachtmerrie" voor Alanbrooke. Volgens de
veldmaarschalk was „de enige reden die.
Churchill hiervoor gaf het feit dat Hitier
te beginnen met Noorwegen de kaant van
Europa had afgerold en dat hij, Churchill,
met Noorwegen zou beginnen die kaart
weer op te rollen". Churchill legde zich,
tenslotte altijd neer bij het advies vam zijn
generaals, ondanks heftige meningsver
schillen. Hij ging, volgers Alanbrooke,
over louter militaire kwesties nimmer te
gen de adviezen in.
Lord Alanbrooke was het grootste deel
van de oorlogsjaren chef van de Britse ge
nerale staf en voorzitter van het comité
van Britse stafchefs. Zijn oorlogsdagboek
en aantekeningen vormen de grondslag van,
het boek „De kentering van het getij" (The
turn of the tide", geschreven door de histo
ricus Sir Arthur Bryant).
REIMS (Reuter) Lord Hore Belisha,
die de leiding had van een Britse parle
mentaire delegatie die een bezoek aan
Frankrijk brengt, is te Reims onverwacht
aan een hersenbloeding overleden. Hij
werd onwel toen hij op het punt stond
in het raadhuis van Reims een rede uit te
spreken.
(Van onze correspondent
„VOHRFRÜHLING DER BUNDESGARTENSCHAU, 20-24 Februar". Met
grote groene letters staat deze aankondiging op een van de grote Messe-hallen
in Keulen, aan de oevers van de Rijn en niet ver van de plaats waar, aan de
andere zijde van het water, de beroemde Dom zijn twee torens ten hemel
heft. In een van die enorme hallen zal dezer dagen behalve het Duits het
Nederlands veelvuldig klinken. Want hier is men druk bezig met de opbouw
van de grote Bloemenlusttentoonstelling, die Herr Oberbürgemeister van de
stad Keulen woensdag zal openen. De Duitsers hebben aan de komende
bloemenshow trots de naam „Vohrfrühling" aan hun grote en indrukwekkende
„Bundesgartensehau" gegeven.
Het gaat de vaderlandse kolonie in de
Domstad, die van 's morgens vroeg tot
's avonds laat voor de tentoonstelling in
touw is, uitstekend. De meest tijdrovende
werkzaamheden zijn inmiddels achter de
rug: de twaalfhonderd balen turfmolm zijn
geklopt en hebben een plaats gekregen; de
sparren, de dennen en de vijftienhonderd
bloeiende heesters uit Boskoop zijn reeds
geplant; duizenden graszoden ongeveer
een gewicht van zeventig ton zijn uit Ne
derland aangekomen en uitgerold en de
vijftien ton stenen en siertegels hebben een
plaats gekregen. Voorts zijn de grote hoe
veelheden planken en dunne balken, die
men vanuit Nederland naar Keulen zond,
in elkaar getimmerd: grote pergola's zullen
een fraaie onderbreking vormen voor de
perken en partijen bloemen. In het cen
trum van de hallen staat voorts een sierlijk
tuinhuis van vier bij vier meter.
De uitvoerder de heer Van der Hengst
van de firma Koper uit Bennebroek, ver
blijft reeds vanaf 4 februari in Keulen en
heeft met behulp van een assistent en vier
De architect van de Keulse Bloemlust-
tentoonstelling, de heer W. Buurman,
geeft de heer De Wilde (met de rug
naar de fotograaf) aanwijzingen. Op de
achtergrond kijkt de secretaris van het
Bloemlust-bestuur, de heer Jac. van
Dijk uit Lisse, toe.
Duitse werkkrachten de show in grote lij
nen uitgestippeld.
Tien februari kwamen er nog tien werk
lieden uit ons land bij en enkele dagen la
ter spoedde de architect, de heer W. Buur
man uit Oegstgeest, zich naar de Domstad.
Acht dagen geleden sloegen de heren De
Vroomen, Van Dijk en Van der Zaal van
het Bloemlust-bestuur in Keulen hun ten
ten op en vandaag vertrekt nog een con
tingent werkgevers en werknemers uit de
bollenstreek om in de Messe-hallen de laat
ste hand aan de expositie te leggen in de
wetenschap, dat de laatste loodjes het
zwaarst zullen wegen.
Hoge verwachtingen
De bloemen zijn in voortreffelijke condi
tie in de Messe-stad gearriveerd.
Wij spraken met de heer Van der Hengst
van de firma Koper, met de heren J. van
Dijk en G. van der Zaal van het Bloemlust-
bestuur en ontmoetten verscheidene kwe
kers uit de bollenstreek. Allen hadden hoge
verwachtingen van de expositie en waren
vol goede moed. Het gebouw, dat de vorm
heeft van een maansikkel, leent zich goed
voor een bloemententoonstelling. De tuin
aanleg maakt een goede indruk en onge
twijfeld zullen de duizenden potten met
bloeiende tulpen, hyacinten, narcissen en
bijgoedartikelen woensdag een imponeren
de aanblik geven.
De Duitsers zelf zijn ervan overtuigd,
dat tenminste honderdduizend bezoekers
door de tourniquetten zullen gaan. Als dat
zo is, is het Bloemlust-bestuur meer dan
tevreden en stadt het vrijwel vast, dat vol
gend jaar weer een tentoonstelling-over-
de-grenzen zal worden gehouden.
Om op het vervoer van de bloeiende bol
gewassen terug te komen: wij hebben zo'n
vracht naar de Domstad begeleid. Tegen
's morgens zes uur stopte het konvooi bij
de grenspaal in Venlo, waar de Nederland
se douane in vlot tempo de papieren door
nam en afstempelde. Bij de Duitse douane
ging het minder vlot. Hoewel de heer Prei
del de vorige dag reeds uitvoerig had ge
telefoneerd, hoewel in Lisse het transport
reeds was gecontroleerd en de wagens wa
ren verzegeld, hoewel voorts Herr Wichel-
haus van de Niederrheinische Transport
Gesellschaft 's morgens om zes uur aan de
grens was om alles zo vlot mogelijk te
doen verlopen, duurde de controle toch
nog bijna een uur. Het was bijna tien uur,
toen de wagens voor Messelïall zeven kon
den halt houden en men met het lossen
kon beginnen.
Contact met ouders
Wij allen, ouders, hebben de kinderloze
tijd gekend, toen wij nog vrolijk en opge
ruimd lachten over het onbegrijpelijk
chauvinisme van ons bekende ouders ten
aanzien van hun eigen kinderen. Wij acht
ten dit een verwerpelijke eigenschap, die
wijzelf toch zeker zouden kunnen onder
drukken en wegwerken. „Kinderen zijn
kinderen. Sommigen zijn wat intelligenter
en anderen komen niet zo vlot mee. De
ene is aardig om te zien en de volgende
zal het van andere charmes dan uiterlijke
moeten hebben in het verdere leven". Dat
gaf zo wat een beeld van onze - althans
mijn - filosofie over dit onderwerp. Hoe
knullig geredeneerd. Zodra we zelf ouders
zijn, wordt het duidelijk hoe fout andere
ouders kunnen zijn. Wat een onmogelijke
kinderen hebben zij: soms aantrekkelijk
om te zien misschien, maar dan toch met
het begin van volstrekt verwerpelijke
karaktertrekken, met een acceptabel ziel
tje soms, maar dan toch ook zo alleraan-
doenlijkst lelijk. En dat is trouwens niet
zo erg. Die arme kinderen kunnen er ten
slotte ook niets aan doen. Maar moet je
die ouders over hun kinderen horen. Je
zou denken, dat ze echt veronderstellen
dat hun kinderen iets vóórstellen. Triest
eigenlijk, dat ze de werkelijkheid niet zien.
Ik wilde u drie voorbeelden noemen. In
de eerste plaats een vrouwelijke collega,
wier zoon vier maanden vóór onze, nu an
derhalf jaar oude, dochter werd geboren.
Een best kind, hoor, maar moet je zijn
moeder er eens over horen. „Hij kan nu
al hele zinnen maken, hele verhalen hou
den", vertelde ze ons. Maar iedere ouder
weet, dat dit op die leeftijd echt nog niet
te verwachten valt. „En hij kan de trap
al op". Is het niet belachelijk? Dat kan
toch niet. Enfin, misschien wordt het wel
zo'n zielig genietje, zo'n eenzame man die
één ding heel goed kan en verder geen
knip voar de neus waard is. Ook leuk, voor
zo'n moeder, om een zoon te hebben die
weer hele aparte atoombommen kan ma-
ken. Of misschien wordt het wel een dich
ter in een tijd, waarin Lucebert als „vieux
jeu" wordt beschouwd.
De tweede is een mannelijk collega. Zijn
zoon is nu een maand of acht oud. Een
typisch voorbeeld, lijkt me, van waarom
sommige ouders terechte teleurstelling on
dervinden in het dagelijks aanschouwen
van hun kinderen. Een dikke, pafferige
knul met in zijn ogen iets dat aan de ach
tergebleven gebieden herinnert. Maar zijn
vader en moeder vinden hem iets gewel
digs. Hij heeft nog geen tand in de mond,
staan is er nog niet bij en als ik hem aan
het lachen wil maken met gerenommeer
de kinderlachertjes barst hij in domme
tranen uit. Overigens een best kind, hoor,
dat zijn weg wel zal vinden in de onderste
regionen van de maatschappij.
Het derde voorbeeld is nog veel erger.
Dat betreft een bevriend echtpaar met
twee spruiten. Een zoon van zes en een
dochtertje van twee. Die zoon gaat wel.
Als hij groot is zal hij waarschijnlijk een
broodmagere, sikkeneurige, maar keurige
ambtenaar worden. Daar is alles mee ge
zegd. Maar dan dat dochtertje. Dat is echt
heel triest. Oh, heel gezond hoor, maar
meer valt er dan ook eigenlijk niet van te
zeggen.
Toch wel zielig voor al die ouders,
vindt u niet? Die tijd, dat we de, dingen
„objectief" wilden zien, is nu voorbij. Het
zelf-hebben van een kind maakt het waar
nemingsvermogen acuter. Objectief is erg
leuk voor ongeinteresseerden, maar daar
kom je er niet mee. Je kan niet doorgaan
met al die slecht-opgevoede, bijna onge
lukkige kinderen van je vrienden met een
welwillend, haast charitatief oog te bezien
en dit proces dan „objectief" te noemen.
Nu is het de tijd om scherp te observeren.
En dan zie je hoe bedroevend het in an
dere gezinnen gesteld is.
Ik weet niet, waar ik zo'n leuke doch
ter aan verdiend heb. Maar het pure feit
blijft, dat ze zo verre superieur is. Hoe zou
dat nu toch komen? Ik vind het zo naar
voor mijn vrienden.
E. Romayn
Het stoffelijk overschot van de dirigent
Arturo Toscanini is zondag per vliegtuig
uit New York in Rome aangekomen. Het
werd per trein naar Milaan overge
bracht, waar het in de Scala werd op
gebaard. Vandaag wordt het in het fa
miliegraf bijgezet. De uitvaartdienst werd
geleid door de aartsbisschop van Milaan.
Op Jret vliegveld van Rome waren 500 ver-
tegenwoordigers van de regering, de stad
j Rome, de opera van Rome en, andere in-
1 stellingen en verenigingen aanwezig. De
regering was vertegenwoordigd door vice-
1 premier Saragat.
J Om ongeveer tien uur vanmorgen waren
er, volgens de functionarissen van de Scala,
i meer dan 30.000 mensen voorbij de kist
gedefileerd. Voor de rit door de stad werd
een korte godsdienstoefening gehouden
Het verkeer in de stad stond stil.
Ter gelegenheid van de tiende verjaar
dag van Prinses Marijke hebben vandaag
de beide peetouders van Marijke, mevr.
D. Post-Salomons en de heer A. Wiltens,
hun gelukwensen aangeboden. Mevrouw
Post is de weduwe van de verzetsstrijder
Johannes Post, die op 16 juli 1944 te Over-
veen gefusilleerd werd. De heer Wiltens
was voorzitter van de raad van negen van
het studentenverzet.
Het temperatuur-
verloop in februari
van dit jaar is
vrijwel tegenge
steld aan dat in
februari 1956. Toen
bereikte de vorst
periode haar cli
max met een tem
peratuur van 24°
Celsius onder nul.
In februari van dit
jaar is de tempe
ratuur tot nu toe
geen enkele dag
onder het nulpunt
geweest.
Merkwaardig is
dat in beide jaren
de temperatuur-
curven van 3 tot
dan dat de curve van 1956 de temperatuur
boven nul aangeeft.
11 februari vrijwel parallel lopen, zij het
onder nul eh die" van 1957 de temperatuur
(Vervolg van pag. 1)
de prijsverhoging in deze sector reeds een
aanmerkelijke stijging van de belasting
opbrengst 44 miljoen) met zich mee
brengt. Wel zal het tussen tarief en het
weeldetarief van de omzetbelasting wor
den verhoogd, respectievelijk tot meer arti
kelen worden uitgebreid.
De zwaarste druk echter zal op de be
drijven worden gelegd. Niet minder dan
100 miljoen gulden wenst de regering méér
uit de vennootschapsbelasting te halen
door het tarief met 4 punten, van 40-43 tot
44-47 pet., te verhogen. Het behoeft geen
betoog dat deze verzwaarde belastingdruk
voor de bedrijven op een zeer ongelegen
moment komt nu de winsten, algemeen ge
sproken, dalen en als gevolg van de ver
vallen investeringsaftrek reeds 75 miljoen
gulden meer van de bedrijfswinsten aan de
schatkist ten deel valt.
Er zal over deze nota nog heel wat wor
den gezegd en geschreven en men zal de
moeilijkheden, waarvoor de regering zich
geplaatst ziet, moeten begrijpen. Maar dat
zij geen kans heeft gezien in het raam van
de beoogde bestedingsbeperking een zo in
tense verzwaring van de belastingdruk op
de bedrijven te voorkomen, is zeker ernstig
te betreuren.