Officier blijft bij eis van twee jaar gevangenisstraf Dirk Schafer herdacht Emma Morel overleden T oto-commissie achter besluit van de KNVB Bondsbestuur 7 Dollemansrit door Haarlem en Heemstede Losgeraakte steen uit Zwolse watertoren trof kind dodelijk Het bemiddelingsaanbod van koningin Wilhelmina en koning Leopold Eisenhower is doorgelicht Minister Staf wellicht naar Washington „Palet van een industrie" Man, die klap met gummi stok kreeg, later overleden Prof. Snouck Hurgronje te Leiden herdacht Monica Dickens bezoekt ons land Rechtspraak en pers Te weinig belangstelling voor Willem Noske Dr. Eduard van Beinum zaterdag terug Ambassadeur Bohlen blijft VRIJDAG 22 FEBRUARI 1957 In Zwolle is het vijfjarig meisje Willie Nieuwenkamp om het leven gekomen, doordat het getroffen werd door een steen, die uit de watertoren viel. Het meisje was met een zusje en enige vriendinnetjes op weg naar kleuterschool. De steen, ongeveer 40 centimeter in het vierkant, viel van een hoogte van 25 meter en was losgeraakt van een steunpunt vlak onder de dakrand van de watertoren. Enige tijd geleden is reeds in de ge meenteraad opgemerkt dat controle en her stel van de watertoren dringend nodig waren. De Poolse kwestie in 1939 Twee dagen voor met de invasie van Polen de tweede wereldoorlog begon, wees Duitsland een aanbod van Koningin Wil helmina en Koning Leopold af om te be middelen met het doel vijandelijkheden te verhinderen. Dit wordt nog eens gerele veerd in deze week gepubliceerde Britse documenten. Het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken liet toen weten dat het misschien op later datum van dit aan bod gebruik zou maken. Het aanbod, dat op 28 augustus gedaan werd, werd door Duitsland op 29. augustus afgewezen, en kele uren voor het door Engeland, Frank rijk en Polen geaccepteerd werd. Op 28 augustus werd in een telegram van de Duitse legatie in Den Haag naar het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken gezegd dat de Nederlandse minis ter van Buitenlandse Zaken Van Kleffens had kennis gegeven van dit bemiddelings aanbod, waarin de Koningin en de Koning „zich bereid verklaarden gemeenschappe lijk hun goede diensten aan te bieden, doch zonder daarbij enige stap te nemen welke de reeds gecompliceerde situatie misschien nog moeilijker zou kunnen maken. Dezelf de verklaring is afgelegd tegenover de ge zanten van Frankrijk, Engeland, Italië en Polen". De volgende dag telegrafeerde Ernst Freiherr Von Weizsacker, staatssecretaris van het Duitse ministerie van Buitenland se Zaken, aan de Duitse ambassades in Den Haag en Brussel: „U wordt verzocht aan de Nederlandse (Belgische) regering over te brengen, in antwoord op de com municatie betreffende het aanbod van hun goede diensten door de Koning der Belgen en de Koningin der Nederlanden, dat de Duitse regering, zelfs hoewel zij niet van mening is dat zij in het huidig stadium ge bruik kan maken van dit aanbod, er des niettemin met dankbaarheid van heeft kennis genomen". Andere documenten in het boek bevat ten de goedkeuring van het Duitse parle ment voor de aflevering van twintig hou- witzers, die dpor de Nederlandse regering bij Krupp besteld waren, zelfs indien oor log zou uitbreken. Andere notities over Nederland betreffen de Nederlandse neu traliteit en de Duitse erkenning daarvan. (UP). WASHINGTON (UP) President Eisen hower is gisteren in het Walter Reed-leger- zi.ekenhuis te Washington doorgelicht. Hij w'ordt door een hardnekkige hoest ge plaagd. Zowel de presidentiële lijfarts, dr. Snyder, als generaal Heaton, hoofd van het legerziekenhuis, verklaarden dat de ge zondheid van Eisenhower „goed is". Dr. Snyder zei dat de prikkeling van Eisen howers keel nog maanden kan duren. Gesprek met minister Wilson over verstrekking van geleide projectielen In doorgaans welingelichte kringen te Washington wordt aangenomen, dat mi nister Staf in maart met zijn Amerikaanse ambtgenoot Charles E. Wilson te Wash ington besprekingen zal voeren over de le vering van geleide projectielen aan de Europese NAVO-leden. pasctui. Ir. C. Staf Minister Wilson zou reeds voorbereiden de besprekingen met Amerikaanse experts op het gebied van geleide projectielen hebben gevoerd, zo werd verder verklaard. Zowel minister Wilson al^ zijn college voor de luchtmacht, Donald Quarls, zou den van oordeel zijn dat de geleide pro jectielen, die aan Amerika's bondgenoten worden geleverd, van atoomladingen zou den moeten zijn voorzien. De Amerikaanse regering heeft zich tot dusverre echter niet bereid getoond de wet, volgens welke atoomwapens en gegevens daaromtrent niet aan andere landen mogen worden verstrekt, te wijzigen. (UP). Expositie in Den Haag Donderdagavond heeft de wethouder van Onderwijs en Kunstzaken van 's-Graven- hage, de heer J. van Zwijndrecht in het Haags Gemeentemuseum de tentoonstel ling „Palet van een industrie" geopend. Aan deze expositie gaat de volgende ge schiedenis vooraf. In 1954 richtte de Ko ninklijke Shell in Londen een uitnodiging tot veertig jonge Engelse schilders om hun visie op de aardolie-industrie weer te geven. De voor het merendeel nog onbe kende kunstenaars kregen de gelegenheid geheel naar eigen inzicht en inspiratie te werken (zonder dat zij bedrijf of produkt op zijn voordeligst of aantrekkelijkst moes ten laten uitkomen), waarbij zij de zeker heid hadden, dat hun doek bij gereedkomen zou worden aangekocht. Als enige voor waarde werd gesteld, dat zij hun onder werp moesten kiezen in één der bedrijven van de betreffende maatschappij. Maatschappijen van de Koninklijke Shell in Frankrijk, België, Italië, Duitsland en Nederland, hebben dit voorbeeld gevolgd en het resultaat was een collectie van 140 schilderijen, waarvan een gedeelte is ten toongesteld in Londen, Zürich, Brussel en Kaapstad- De tentoonstelling in het Haagse Ge meentemuseum omvat een 53 schilderijen van 53 kunstenaars. Als Nederlanders ex poseren er: C. Bolding, C. P. A. Hos, M. Overmans, W. Schrofer, H. Hierck, P. Nieuwenhuis en D. Zwier. Ook hangt er werk van drie schilders van de Nederland se Antillen, namelijk van H. Hoogerwerf, M. H. Namias de Crasto en R. Yang. Minister Klompé in Malaga. Minister dr. Marga A. M. Klompé is voor een korte vakantie in Torremolioo®, aan Spanje's „Zonnekust", in de omgeving va,n Malaga, aangekomen. „Mijn zaak berust op weinig, maar om vangrijke transacties. Daarom was er ei genlijk voor mijn zoon niet veel te doen. Deze ledigheid is hem noodlottig gewor den", zo verklaarde donderdagmiddag een in Aerdenhout wonende Rotterdamse han delaar in oliën en vetten voor de Haar lemse rechtbank. Het ging om de hervatte behandeling - na een ingewonnen reclasseringsrapport - van de zaak tegen een bijna dertigjarige kantoorbediende uit Aerdenhout, die in de late avond van de tweede oktober van het vorige jaar op de Wagenweg in Haarlem en op de Herenweg in Heemstede onder de invloed van sterke drank zo roekeloos met zijn auto had gereden, dat hij eerst twee fietsende meisjes met twee vrien dinnen achterop aanreed en daarna de be stuurder en de duopassagiere van een scooter. Vier van deze weggebruikers wer den min of meer ernstig gewond. Anderhalve maand later eiste de officier van Justitie bij de Haarlemse rechtbank, mr. G. W. F. van der Valk Bouman, twee jaar gevangenisstraf en vijf jaar intrek king van het rijbewijs tegen de onverant woordelijke automobilist. De rechtbank deed echter nog geen uitspraak, maar won het advies in van het Consultatiebureau voor Alcoholisme, welk rapport in de zit ting van gisteren zowel door de vertegen woordiger van het openbaar ministerie als door de verdediger zeer werd geroemd, ook al interpreteerden zij het ieder voor zich anders wat betreft de formulering van de strafmaat. Voordat de officier en de raadsman tot hun uiteenzettingen overgingen bevestigde de vader van de verdachte als getuige a décharge het rapport van het Consultatie bureau. Zowel het gezins- als het zakelijk milieu was weinig gunstig voor zijn zoon geweest, die als controleur in de Antwerpse haven goed had gewerkt, maar tijdens de periode op zijn vaders kantoor in Rotter dam op een verkeerd spoor was geraakt. De vader gaf uiting aan zijn voornemen de jongeman verder terzijde te staan en had van vooraanstaande personen uit de Rotterdamse haven de toezegging gekre gen, dat zijn zoon in een ondergeschikte betrekking welke hem beter zou passen, kon worden geplaatst. Mr. Van der Valk Bouman bleek wat dat betrof nogal sceptisch: „De wil is wel goed maar het vlees is zo zwak". En hij zag niet veel in de mogelijkheid, van een gecombi neerde onvoorwaardelijke en voorwaar delijke straf, zoals' door het Consulta tiebureau was aanbevolen, want een der gelijke combinatie is gekoppeld aan een maximum straf van een jaar. Dit nu vond de officier, gezien de ernst der feiten, te licht. Hij wilde het liever zoeken in de richting van een voorwaardelijke in vrijheidsstel ling, welke na een jaar gevangenisstraf mogelijk wordt. Daarom persisteerde hij bij zijn oorspronkelijke eis. De verdediger mr. H. Bavinck uit Rot terdam, was het daarmee niet eens. De toekomst bergt voor deze verdachte naar zijn oordeel een paar gunstige elementen in zich. Gezien ook de steun van een reclas- seringsvereniging gaat een gecombineerde straf met weinig risico gepaard, vooral om dat de rechtbank, door middel bijvoor beeld van een verminderde aftrek van het voorarrest, het in de hand heeft toch een goed accent te leggen op het verband tus sen de straf en de ernst van het misdrijf. Een voorwaardelijke invrijheidstelling zou echter toch weer ernstige spanningen oproepen, temeer ómdat de verdachte zich al vijf maanden in voorarrest bevindt. De rechtbank zal op 8 maart uitspraak doen. Vervolgens trad een thans in Aerden hout wonende uit Pensylvania afkomstige Amerikaan aan, die zich moest verant woorden omdat hij op 1 november van het vorige jaar in de Vijzelstraat op de brug over de Herengracht tegen een verkeerszuil was gereden. Hij zou toen onder de invloed zijn geweest en bo vendien bleek hij niet in het bezit van een geldig Nederlands rijbewijs te zijn, wel van een internationaal, waarvan evenwel de datering 1955 door de verdachte naar hij ook toegaf, eigenhandig in 1956 was veranderd. Ontslag van rechtsvervolging gevraagd voor politieman De officier van Juistitie bij de rechtbank te Breda heeft ontslag van rechtsvervolging gevraagd voor de wachtmeester der rijks politie H. L. M. uit Zevenbergen, die op 2 juli 1955 tijdens het optreden van een aantal dronken lieden één van hen, V. uit Dordrecht, een klap met een gummistok heeft gegeven om deze man tot orde te roe pen. V. zakte ineen, werd overgebracht naar het ziekenhuis te Dordrecht en overleed daar op 12 juli. In zijn requisitoir zei de officier alleen mishandeling bewezen te achten, maar deze mishandeling was volgens hem niet straf baar, omdat de wachtmeester met een re delijk doel zich met redelijke en toegestane middelen had verdedigd. Hij vroeg daarom dan ook ontslag van rechtsvervolging. In deze zaak trad de gerechtelijke des kundige dr. Hulst als getuige op. Deze bleef bij zijn verklaring, indertijd na het door hem verrichte onderzoek afgelegd, dat V. het slachtoffer was van longontsteking, welke een gevolg was van het liggen in het ziekenhuis. Dr. Hulst zei dat V. ook een hersenbloeding had gehad, welke zich waarschijnlijk heeft voorgedaan in het zie kenhuis en die geen gevolg is geweest van de klap met de gummistok. Dr. Hulst had ook op de schedel geen enkele blessure kunnen ontdekken.. De tweede getuige was een Rotterdam mer, die zich bij het gezelschap dronken lieden had bevonden. Hij was de enige, die nuchter was. Hij bevéstigde, dat V. agres sief was opgetreden, op een vraag van de president antwoordde hij: „Ik zou ook zo gehandeld hebben als de wachtmeester in dit geval". De verdediger van de wachtmeester achtte het ondanks het requisitor van de officier nodig dat de rechtbank zou komen tot e°n principieel vonnis. De wachtmees ter aldus verklaarde verdediger, heeft in alle opzichten correct gehandeld en zijn plicht gedaan. Hij heeft geen revolver ge trokken en eerst met de vuist en pas later met de gummistok geslagen. De rechtbank zal 7 maart uitspraak doen. Over de toestand waarin de Amerikaan, die op Schiphol belast is met de controle op straaljageronderdelen als onderdeel van de activiteit der N.A.V.O., na het ongeluk werd aangetroffen verklaarde een der als getuige gehoorde Amsterdamse politie agenten: „Hij maakte een versufte indruk en had een troebele oogopslag. Hij gaf geen antwoord en stond maar een beetje te lachen". Op het bureau had hij de bloed proef evenwel pertinent geweigerd. De verdediger, mr. A. D. P. V. van Löben Seis: „Heeft u gemerkt, dat de verdachte ernstig aan een van zijn benen was geha vend?" Getuige: „Dat hebben we niet gemerkt". Verdediger: „O, sprak hij wartaal?" Getuige: „Hij sprak helemaal niet". Verdediger: „Toch wel om te zeggen, dat hij zich niet aan de bloedproef wenste te onderwerpen!" Getuige: „Ja, nou!" Verdediger: „Hij kon niets zeggen omdat hij zo geschrokken was". Officier, na een korte ondervraging van de verdachte door middel van een tolk: „Hij schrok, omdat de politie kwam!" De verdachte gaf toe, dat hij vooraf had geborreld. Hij wist niet meer hoeveel glaasjes hij had gedronken, maar het waren er in elk geval meer dan twee geweest. De officier, mr. G. W. F. van der Valk Bouman, stelde, dat het hier ging om twee misdrijven (rijden onder invloed en vals heid in geschrifte wat betreft het inter nationaal rijbewijs) en een overtreding: zijnde zonder geldig rijbewijs. Aan het tweede misdrijf en de overtreding wilde hij in de gegeven omstandigheden niet zwaar tillen. De verklaring, dat de ver dachte de vervalsing in tijdnood had ge pleegd kwam hem niet onaannemelijk voor. Het rijden onder invloed vond de officier evenwel veel ernstiger en dat de verdachte zich niet aan de bloedproef had willen onderwerpen kon spreker wel begrijpen, omdat men in Amerika dronkenschap ach ter het stuur ook zwaar pleegt te straffen. Mr. Van der Valk Bouman eiste voor beide misdrijven tezamen een gevangenis straf van een maand met twee jaar ont zegging van de rijbevoegdheid en voor de overtreding een boete van vijftig gulden of vijftien dagen. Mr. Van Löben Seis ging desondanks toch uitvoerig in op de rijbewijzen en ver valsingskwestie. Op grond van door hem geraadpleegde internationale verdragen kwam hij tot de conclusie, dat zijn cliënt met een van de vele Amerikaanse rijbe wijzen, welke in zijn bezit zijn, had kunnen volstaan. Het internationale rijbewijs was in Nederland zelf afgegeven en juist daar om hier te lande niet geldig, zodat er dan ook van geen vervalsing sprake kon zijn. Bovendien achtte de raadsman het voor de strafbaarheid van valsheid in geschrifte ook noodzakelijk, dat er nadeel uit zou kunnen voortvloeien en dat was hier niet het geval gevfeest. Dat de advocaat zo diep op deze zaak inging, vond zijn oorzaak in het feit, dat de mutatie „valsheid in ge- schrifte" de Amerikaan in zijn carrière ernstig zou kunnen belemmeren. Het bewijs voor het rijden onder invloed vond de verdediger zwak. Vedachte heeft tot het ongeluk een èind gereden zonder dat iemand iets bijzonders heeft gemerkt. Dat hij de verkeerszuil niet heeft gezien, kan een gevolg van het regenachtige weer zijn geweest en dat hij niet geantwoord heeft: „Misschien was het voortreffelijke Engels van de Amsterdamse agenten even vreemd voor hem als zijn Amerikaans voor ons". De bloedproef zou misschien best gunstig voor hem zijn uitgevallen, aldus mr. Van Löben Seis, die tenslotte een be roep deed op enige mildheid van de recht bank, omdat die jegens buitenlanders niet ongebruikelijk is. In het Snouck Hurgronjehuis aan het Rapenburg te Leiden, het vroegere woon huis van prof. dr. Chr. Snouck Hurgronje, heeft het Oosters genootschap in Neder land, dat mede door prof. Snouck Hur gronje is opgericht, woensdag tijdens enige bijeenkomsten het feit herdacht, dat deze grote Leidse geleerde, grondlegger van de moderne Islamwetenschap en geestelijke vader van de Pacificatie van Atjeh onder Van Heutsz, onlangs 8 februari een eeuw geleden werd geboren. Snouck Hurgronje behoorde tot de in drukwekkende reeks grote Nederlandse oriëntalisten, die sinds de zeventiende eeuw een fundamentele bijdrage lever den tot de westerse studie van de Islam, aldus de Deen prof. Pedersen in zijn rede voering. Waar echter de vroegere oriën talisten de Islam bestudeerden tot verde diging van het christendom of zoals in de negentiende eeuw uit historische oogmer ken, stelde Snouck Hurgronje zich ten doel het wezen van de Islam te doorgronden en dit begrip dienstbaar te maken aan het verbeteren van de verhouding tussen zijn land en de Indonesische mohammedanen, De leden van de K.N.V.B. toto-commissie gaan geheel akkoord met de beslissing die het bondsbestuur heeft genomen ten aan zien van de voetbalpool van de K.N.V.B. In een donderdag in Utrecht gehouden vergadering, die werd bijgewoond door de bondsvoorzitter ir. H. F. Hopster, zjjn zjj tot de conclusie gekomen, dat door de handelingen van een gering aantal vereni gingen - dat zij niet met name wenste te noemen - een chaos op poolgebied dreigt te ontstaan die niet in het belang kan zijn van de K.N.V.B. „Een aantal verenigingen - gelukkig een zeer kleine minderheid - heeft zich niet loyaal getoond ten aanzien van de beslis sing van de buitengewone algemene ver gadering, aldus verklaarde dr. J. C. Tetz- ner. „Zjj hebben doelbewust een uitbrei ding gegeven aan het principe van de „be sloten clubpools" door duizenden personen als zogenaamde ondersteunende leden aan te werven en hun poolformulieren over het gehele land te verspreiden. Dit is nooit de bedoeling geweest. En het doorkruist het streven van de K.N.V.B. om tot één natio nale toto te komen." De leden van de K.N.V.B. toto-commissie hebben het bondsbestuur unaniem toege zegd al hun invloed te zullen aanwenden bij de verenigingen in hun naaste om geving teneinde deze er toe te bewegen alle poolactiviteiten te staken. „Een periode van rust is thans gewenst", aldus mr. H. F. Lobsteyn, „opdat niet de bond en de ver enigingen nadelige gevolgen zullen onder vinden van de houding van de kleine groep. Mr. Lobsteyn verklaarde verder, dat de verenigingen die geen gevolg zullen geven aan het dringende beroep, dat op hen wordt gedaan, ongetwijfeld drastische maatrege len van de zijde van het bondsbestuur kun nen verwachten. Ter vergadering werd medegedeeld, dat in enkele arrondissementen in Nederland de officieren van justitie reeds aan de ver enigingen de waarschuwing hebben gege ven dat zij na het komende weekeinde zullen ingrijpen bij de poolorganisaties in hun ressort. Sinds gisteren zijn zij reeds met een aantal onderzoekingen bezig. De toto commissie was - met uitzondering van mr. W. van Vloten (coördinatie-commissie Noord Nederland) - in haar geheel aan wezig. De commissie zal als zodanig blijven voortbestaan. Zij had begrip voor het feit dat het bondsbestuur in verband met de omstandigheden de leden van de commissie niet tijdig had kunnen inlichten over de maatregel tot buiten werking stelling van de toto. Om er voor te zorgen, dat het verkeer zich bij avond snel kan oriënteren, heeft de A.N.W.B. een nieuwe verlich tingsarmatuur ontwikkeld, waarvan er in Amsterdam binnenkort 55 boven aan licht- en trammasten bevestigde wegwijzer-armen zullen worden ge monteerd. De nieuwe „schaalverlich- ting" is alleen bedoeld voor dit soort wegwijzers; de verlichtingskap op al leenstaande wegwijzers blijft ongewij zigd. Men zal door deze verlichting ook de verkeersveiligheid dienen, daar de lamp de weggebruiker er reeds van verre op zal attenderen dat hij een kruispunt nadert. De schrijfster Monica Dickens, achter kleindochter van Charles Dickens, zal op 8 maart een kort bezoek brengen aan Nederland. Zij arriveert 's middags met een K.L.M.-vliegtuig. 's Avonds houdt zij in het hotel Centraal in Den Haag een lezing, georganiseerd door de vereniging „Neder- lan'd-Engeland" onder de titel „Author and Reader". Speciaal haar laatste boek „The angel in the corner", waarvan binnen af zienbare tijd een Nederlandse vertaling zal verschijnen, zal een der belangrijkste onderwerpen zijn in haar voordracht. Op 9 maart zal Monica Dickens naar Scandi navië vertrekken. Zij wordt vergezeld door haar echtgenoot, de' Amerikaanse marine officier Roy Stratton. Zo is dan donderdagavond, in de Kleine Zaal van het Concertgebouw te Amster dam, het uitgestelde herdenkingsconcert gegeven, gewijd aan de nagedachtenis van de vermaarde Nederlandse pianist Dirk Schafer, die zesentwintig jaar geleden overleed. In een vrij uitvoerige voorbe schouwing (vandaag een week geleden), hebben wij, puttend uit herinnering en documentatie, de figuur van deze eminente herscheppende kunstenaar voor onze lezers trachten op te roepen. Voor hen die de sterke suggesties van zijn spel ondergaan hebben, was dit tamelijk overbodig, want het is zeker dat zij er onvergankelijke in drukken van bewaard hebben. Voor de jongere generatie kon het gelden als een wenk de naam en de reputatie van Schafer te onthouden en mede zijn nagedachtenis in ere te houden. Het „eert uwe meesters" mag billijkerwijze wel eens worden voor gehouden De herdenking van Schafer als mens en als uitvoerende kunstenaar kon uiteraard slechts verbaal geschieden. Dit gebeurde bij monde van mr. H. W. J. M. Keuls, als inleiding tot het concert, waarop Schafer als componist zou worden herdacht. Dat is dan Schafer II, die de fameuze interpreet öls dubbelganger op zijn artistieke levens pad volgde. Dat die twee Schafers met elkaar vaak in tweestrijd geleefd hebben, staat vast. „Ik ben te produktief voor het reproduktieve en wederom te reprodüktief voor het produktieve. Dit beduidt een geestelijke wanverhouding, waaronder ik zeer geleden heb." Deze bekentenis van de kunstenaar legt openhartig de tegenstrij digheden in zijn wezen bloot. Vooropge steld kan worden dat Schafer over een respectabel creatief vermogen beschikte, want zonder deze scheppende kracht zou den zijn interpretaties niet het ontzag wekkende karakter gekregen hebben dat er uit resulteerde. En dat hij in het vak van componeren op de hoogte van zijn tijd was, kan nauwelijks ontkend worden, behoudens dan dat dit technieken geldt, die geen persoonlijk bezit van hem waren, maar die hij als epigoon handig te pas bracht. Men kan zelfs zeggen, dat hij op merkelijke invallen had, die in hun ver werking slechts een geniale, persoonlijke procedure dienden door te maken om tot compleet kunstwerk uit te groeien, dat het absolute cachet van zijn maker zou ver raden. Men kan zelfs de eerlijke gemoeds uiting van Schafer, al doet deze dan soms wat primitief aan, als sympathieke eigen schap waarderen, doch men mag niet blind of doof zijn voor een muzikale activering, die dit element slechts vrij oppervlakkig in het geding brengt. De werken die wij deze avond van Schafer te horen kregen, getuigden stuk voor stuk van talent, doch droegen geen van alle het cachet der persoonlijkheid, dat zich markant onderscheidt van ieder ander. Integendeel, zij riepen tal van voorbeelden voor de geest die hem ge ïnspireerd moeten hebben en aan wier kracht hij zich niet wist te onttrekken. Tussen Beethoven en Ravel lokken ook zovele muzikale idiomen,dat men al een sterke persoonlijkheid moet zijn als com ponist om deze niet na te praten, vooral wanneer men ze herscheppend geregeld mee te maken heeft. De beste indrukken kïegen wij Van de Sonate voor cello en piano uit 1909, over tuigend door Samuel Brill en Marinus Flipse vertolkt. Het Adagio van dit stuk trof ons bijzonder om zijn verrassend alter natief en de consequente ontwikkeling daarvan in de herhaalde cantilene. De pia nist Bram Boelee speelde met veel entrain de „Sonate inaugurale" (uit 1905) en de monstreerde onopzettelijk met een zeven tal kleine stukken (ontstaan tussen 1915 en 1922) hoe de componist Schafer onder in vloed van deze of gene krachtfiguur stond. Intussen wekte de beheerste ver tolking op menig punt respect voor de pianistische conceptie, zij het dan als epi- gonenwerk. Tenslotte hoorden wij van het Heksterkwartet (Jo Hekster, Frits Water man, Karei Schouten en Johan de Nobel) het Strijkkwartet in cis uit 1910. De weten schap dat Schafer dit werk componeerde „in memoriam" zijn overleden moeder, die hij de hoogste verering toedroeg, ver klaart de betekenis van deze milde, ja in bepaalde onderdelen zeer liefelijke muziek Toch bleken de sterks j momenten die te zijn, welke een grotere spanning open baarden en van een treffende ingeving getuigden. Al met al was deze avond een interes sante confrontatie met iets dat voorbij is. Datgene waarom Schafer als meester ver dient in ere te blijven, namelijk zijn machtige kunst om het werk van anderen te herscheppen, leeft alleen in de her innering van hen die het als een groot ge luk ervaren hebben. Het was dan ook voor al deze zeldzame kunstenaar, die wij in ons hart herdacht hebben. Jos. de Klerk Prof. mr. G. E. Langemeyer, advocaat- generaal bij de Hoge Raad, heeft voor het jaarcongres van het Nederlands Genoot schap voor Public Relations in Utrecht een beschouwing gehouden over openbare mening en rechtspraak, waartussen, naar hij zeide, een onbelemmerde wisselwer king moet bestaan. De pers op de plaats stellend van de openbare mening schetste prof. Lange meyer een aantal moeilijkheden in de re latie tussen rechtspraak en pers. De moeilijkheid voor een journalist, die een rechtszitting verslaat is, dat hij het dossier niet kent. Zelfs de beste, eventueel juridisch geschoolde verslaggever kan dus nooit een volmaakt zuiver beeld geven van een proces. Toch mag naar mening van prof. Langemeyer over de berichtgeving van rechtszaken in ons land over het al gemeen niet geklaagd worden. Wel zou meer aandacht aan processen in de bur gerlijke rechtssfeer kunnen worden be steed. In algemene zin kan de rechterlijke macht de pers niet beter inlichten, dan thans het geval is, ook al zijn op enkele punten verbeteringen mogelijk. Rechtspraak en pers hebben op zichzel- ve wel eens tegengestelde belangen. Het zien van de relativiteit der belangen, ge paard aan gematigdheid en zelfbeheersing zal een gezonde verhouding tussen justi tie en pers bevorderen. Iedere gezonde maatschappij heeft behoefte aan vertrou wen en critiek. Critiek zonder vertrouwen echter is even ongezond als aan banden gelegde critiek. De slotsom is dan ook, aldus prof. Lan gemeyer, dat pers en rechtspraak temidden der andere grote maatschappelijke instel lingen met eikaars belangen rekening moeten houden. Veiser Kunstkring Met de muziekavonden van de Velser Kunstkring „Voor Allen" wil het niet omgeving der gemeente niet bijzonder vlotten. Woensdagavond trok het optreden van de violist Willem Noske in Velsen- Noord hooguit twintig belangstellenden, de herhaling van deze uitvoering donder dagavond in de kapel te Santpoort bleef eveneens ver beneden de verwachting, zo dat men bij de Kunstkring vermoedelijk tot het besluit zal komen deze bijeenkom sten voor Velsen-Noord en Santpoort in het vervolg maar niet meer te houden. Willem Noske koos voor zijn optreden slechts enkele sonates, maar deze behoor den elk tot het sprekendste werk van de betreffende componisten: De Fesch, Gibbs, Beethoven, Dvorsjak en Suk. Eerstgenoemde rekent men tot een der belangrijkste Nederlandse componisten der achttiende eeuw, wiens nagelaten werk een duidelijk beeld van zijn begaafdheid en veelzijdigheid geeft. De door Noske geko zen sonate opus 8 no. 3 dateert ongetwij feld uit de latere levensjaren van De Fesch; het werk bereikt compositorisch een hoog niveau cn is gespeend van de vele dubbelgrepen en praaltrillers, die de jeugdcomposities van deze concertmeester der Amsterdamse Stadsschouwburg ken merken. De totaal vergeten Engelsman Joseph Gibbs was zijn tijdgenoot. Dramatische zeggingskracht, grote fantasie en een voor treffelijke componeertrant geven aan, de zeven sonates, die van hem bewaard zijn gebleven, een bijzondere kwaliteit. Men kan slechts betreuren, dat deze vermoede lijk zeer bescheiden meester niet tot het toenmalige muziekcentrum Londen is doorgedrongen en blijkbaar geheel verge ten geleefd heeft. De door Noske vertolkte vioolsonate in d is een als het ware lief devol samengesteld meesterwerk, verruk kelijk van melodie en boeiend van struc tuur. Uit de rijke schat van Beethoven's so nates hoorde men ditmaal de eerste van het drietal van opus 12, de sonate in D met het meeslepende openingsallegro en de fameuze variaties. Het verklanken van dit brilliant geschreven meesterwerk door musici als Noske en Hansen was een mu zikaal festijn. Over Noske als uitvoerend kunstenaar kan ik kort zijn: zijn spel is meesterlijk, de voordracht intens doorvoeld en daar door van een zeldzame ontroering. De weinigen, die naar hem waren komen luis teren, zullen zich allen zonder uitzonde ring getroffen gevoeld hebben door dit su perieure spel van deze prominente Neder landse violist, die in Peter Hansen een stijlvol partner aan de vleugel vond. Bei den hadden, tezamen met het Kunstkring- bestuur, een uitverkochte zaal verdiend. A. J. van der Weijden Dr. Eduard van Beinum zal zaterdag zijn tijdelijk verblijf in Los Angeles als dirigent van het filharmonisch orkest al daar besluiten met een Beethoven-concert op vrijdagavond. Het concert zal worden gegeven in het nabijgelegen Claremong, Californië. Na afloop daarvan vertrekt hij naar Amsterdam. Gedurende zijn verblijf in Los Angeles waren de critici vol lof over de stijl, de gevoeligheid en individua liteit van zijn vertolkingen. Van Beinum keert in het najaar naar Los Angples terug. BERLIJN (DPA) De Amerikaanse ambassadeur te Moskou, Charles Bohlen, heeft in Berlijn verklaard, dat hij na een bezoek van tien dagen aan Washington naar Moskou zal terugkeren. Volgens eer dere berichten zou Bohlen binnenkort als ambassadeur vervangen worden. Hij ver klaarde, dat hij in Washington „routine besprekingen" zal voeren, daar er sedert zijn vorige bezoek aan de Verenigde Staten in april 1956 „veel gebeurd is". Op 73-jarige leeftijd is in de Nederlands Hervormde Diaconesseninrichting te Am sterdam donderdag de bekende actrice Emma Morel overleden. Gedurende het eerste kwart van deze eeuw maakte zij deel uit van de gezelschappen, die de hoofdstedelijke Stadsschouwburg bespeel den, vooral een grote reputatie genietend als jeune première. Emma Morel werd op 1 juni 1883 te Bonn geboren. Na het eindexamen aan de toneelschool kwam zij reeds op achttien jarige leeftijd bij de koninklijke vereni ging „Het Nederlandsch Toneel" in dienst. Zij debuteerde als Thora Bratzberg in „De bond der jongeren" van Ibsen en behaalde kort nadien een langdurig succes met het op haar aandringen gekozen en door haar vertaalde „Hofgunst" van Trotha, waarin zij meer dan tweehonderd keer de rol van Emmy von Hohenstein vervulde. Dit suc ces werd nog overtroffen door dat van Katchen in „Oud Heidelberg" met Jacques Reule als de verliefde prins-student. Sa men hebben zij de grote afscheidsscène hieruit nogmaals opgevoerd tijdens het feestelijke spectacle coupé ter viering van het vijfenzeventigjarig bestaan van De To neelschool, waarbij de toen toch bijna ze ventigjarige Emma Morel met een verras sende charme en haar volstrekt eigenaar dige allure een dubbele ontroering teweeg bracht. Met Jacques Reule behaalde zij ook triomfen in .Peggy m'n kind". Nog betrekkelijk jong, na een ruim vijf entwintigjarige staat van dienst, nam me vrouw Morel afscheid van het toneel. Zij deed dat in de voorstelling (van „Alles voor vader") ter opening van het eigen sinds lang verdwenen theater van haar vriendin Rika Hopper, met wie zij herhaaldelijk samen is opgetreden. In „De Koopman van Venetië" van Shakespeare, waarin laatstgenoemde Portia was, heeft Emma Morel de rol van Nerissa gespeeld. Uit het klassieke repertoire moet verder haar Marianne in „Tartuffe" van Molière worden genoemd. Emma Morel is veelvuldig opgetreden in werken van Nederlandse auteurs, in de titelrol van „Sara Burgerhart" naar de gelijknamige roman in brieven van de da mes Wolff en Deken, in „De rechte lijn" van Fabricius en in „Lentewolken" van Herman Roelvink, met wiens „Freuleken" haar naam in de herinnering verbonden zal blijven. In het echte emplooi van de in- génue heeft zij een bijzondere plaats inge nomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 11