Vlissingen volgde in spanning de strijd tussen de zee en een miljoenen schip Zon stooft.een kool Zie Boven Staatsmijnen kunnen nog 1600 arbeiders gebruiken Grote sleepopdracht voor Wijsmullers „Noordholland" „Poolzee" thuis na Suez-avontuur Naar de buitenhaven gesleept Bouwnijverheid in Noordholland Kolenproduktie zou een miljoen ton per jaar hoger kunnen zijn Cycloopbracht Liberiaan binnen en snelt nu naar Panamees Parlevinkende sleepboot onder de vlag van de UNO WEK DE GAL IN UW LEVER OP VRIJDAG 22 FEBRUARI 1957 5 ONDANKS VERDER KANTELEN KWAM DE „VITTANGI" VLOT V.V.D. tegen onderling partijenberaad over Nieuw-Guinea Door Rusland aan Amerika teruggegeven schepen in Amsterdam verkocht Veel schippers- en woon wagenkinderen krijgen geen onderwijs Zeepost Examens HEEMSKERK Burgemeester Nielen in het ziekenhuis Kerkelijk Nieuws (Van een redacteur) VLISSINGENS BOULEVARD heeft al haar zomerse charmes weggestopt achter winterse luiken en een klamme mist, die van de Oosterschelde het land indryft, maar niettemin is het er de laatste dagen drukker geweest, dan op menige dag in het hoog„seizoen" van 1956. Hetgeen ook niet te verwonderen is: een gehavende ertstanker even buiten het Leugenaarshoofd is stukken aantrekkelijker dan een mislukte zomer. Sinds deze „Vittangi", een uit 1953 daterende ertstanker en een modelschip van de rederij Grangesberg uit Stockholm, maandagavond omstreeks negen uur met een op de boulevard duidelijk hoorbaar geraas openscheurde op een plek, waar tientallen schepen al gepasseerd zjjn en waar zelfs de Zweed al eerder langs kwam op weg naar Antwerpen, gonst het in Vlissingen van de verhalen over de oorzaak dezer miraku- leuze ramp. Waarin de Staat der Nederlanden meermalen de rol van beklaagde speelt wegens het feit, dat deze kostbare ertsboot (waarde 22 miljoen gulden!) op een „blind" wrak zou zijn gestoten, dat wel officieus bekend was, maar nimmer in kaart is gebracht. En dus de reder wel eens een proces zou kunnen beginnen wegens de geleden schade, die, zelfs al zou het schip te redden zjjn, in de miljoenen loopt. Over de bergingskansen lopen de meningen sterk uiteen, maar de hoofdtoon wordt toch wel bepaald door een grondig pessimisme. De slagzij van het ongeluksschip, die gister morgen 24 graden bedroeg, bleek tegen de avond onder de invloed van lading en tij en ondanks de tonnen water, die er al uit de gehavende romp zjjn gepompt, tot 26 graden te zjjn opgelopen. Het onderstaande verslag geeft een indruk van de moei lijkheden bij het aanvankelijk hopeloos Ijjkende bergingswerk. De agent van de rederij, die wij over de berging'skansen staande hielden, had er ook een zwaar hoofd in: in het uiterste geval wil men proberen, het kostbare achterschip dat met de golfslag mee-beweegt, terwijl het voorschip onwrikbaar in het zand ligt, af te branden om de machines te kunnen redden. Maar zover is het nog niet: het bergingsvlootje en de sleepboten, die samen met een directieboot van de Rijkswater staat om het wrak heen stoeien, blijft nog steeds in touw en gisteren zijn er bijvoor beeld vele tonnen water uit de ruimen gepompt, waardoor het er aanvankelijk op leek, of het schip zich weer wat oprichtte. Triest Het is een triest gezicht, de lamgeslagen knaap van 16.000 ton dwars voor de haven te zien liggen, vlakbij de plek, waar hem maandagavond het ongeluk overkwam. Te meer, omdat deze nog nieuwe tanker zo bijzonder goed onderhouden was en de rederij kennelijk kosten noch moeite heeft gespaard, om de „Vittangi" in onberispe lijke staat te houden. Hoe het dan ook mogelijk is geweest, dat de ervaren kapi tein Maniette tijdens een heel gewone manoeuvre bij verre van slecht weer zijn schip plotseling als door een ritssluiting heeft voelen openscheuren, is de meesten - en hemzelf - een volslagen raadsel. Dat evenwel opgelost zou kunnen worden, wanneer een duiker de vaargeul afzoekt naar het geheimzinnige wrak, dat daar vol gens ingewijden in de Sardijngeul voor Vlissingens haven moet liggen en dat af komstig zou zijn van een Duitse voorpos tenboot, die er tijdens de oorlog naar de kelder werd gejaagd. De rederij heeft in middels al op zulk een onderzoek gezin speeld - zij wil alle kaarten op tafel heb ben en zal, indien de aard van het obstakel is vastgesteld, hoogstwaarschijnlijk nog wel heel wat noten op haar zang gaan krijgen. -Drie kranen De bergingspogingen voor de haven van Vlissingen gaan door, terwijl de wal zich aan de wildste veronderstellingen waagt. Gisteravond kwamen er drie grote kranen in de haven aan, die vandaag proberen zullen, een deel van de ertslading te lossen, opdat het achterschip, waar het leeuwen deel van het erts ligt, lichter wordt. Dit dan als een antwoord op de klacht van de reder, als zou er veel te weinig materieel bij de berging zijn ingeschakeld (men heeft onder meer met een kleine kraan honderd vijftig ton erts uit het schip gekregen, maar toen moest het lossen gestaakt wor den, omdat de grijper er niet meer bij kon en de andere bergingsvaartuigen zijn pas veel later bijgesprongen. Haven goeddeels versperd Het lijdend voorwerp van al deze be slommeringen ligt over stuurboord gewond en zwaar hellend, zijn lot af te wachten: een prachtig lichtgrijs schip met zijn witte dekhuizen, verlaten door de 47-koppige be manning en steeds dieper in het zand van de Westerschelde zakkend, zodat er al sprake van is geweest het maar onder de wrakkenwet te brengen Want niet alleen, dat de „Vittangi" wat de bergingskansen aangaat, ongelukkig terecht is gekomen, het verspert sinds enige dagen ook zodanig de Sardijngeul, dat schepen boven de tweeduizend ton al via de Wielingen beloodsd moeten worden, omdat de haven van Vlissingen voor hen taboe is. De situatie is er namelijk sinds maandagavond niet beter op geworden. Het wrak, waarvan verondersteld wordt, dat het de buik van de tanker openritste, moet op de rand van het bebakende vaar water liggen. Het schip is na het ongeluk nog ongeveer een scheepslengte doorge schoten en toen met de boeg op een on diepte buiten de geul gelopen - van boeg tot de midscheeps dodelijk gewond. Aanvankelijke pogingen om het met pompen drijvend te krijgen, mislukten en daarna is er geleidelijk meer bergings materiaal naar Vlissingen gehaald, zodat Het pompen van lucht in de olietanks aan de zijkant van de „Vittangi" heeft in middels goede resultaten gehad. Vanmorgen tegen zes uur, met hoog water, is het schip vlot gekomen. De „Vittangi" is daarna door vier sleepboten naar de buitenhaven ge sleept, waar het schip zal worden gelost en noodherstellingen zullen worden verricht. Drie ertskranen uit Rotterdam zijn in de haven van Vlissingen aangekomen om met een met het lossen te beginnen. er nu buiten de gisteravond gearriveerde drie kranen bij liggen: de sleepboot „Sela- dis" uit Antwerpen, de „Pres. J. P. Best" uit Terneuzen, de „Gele Zee", die, terug komend van Port Said, Smits' „Poolzee" heeft afgelost en de bergingsvaartuigen „Dolfijn", „Zeepaard" en „Salvor". Perslucht De bergingsschepen hebben vijf com pressoren meegebracht, die hun perslucht nu onafgebroken in de ruimen en ballast- tanks jagen, teneinde het water uit de scheefliggende Zweed te drijven. Dat leek aanvankelijk te zullen helpen en men wist het in Vlissingen al heel zeker: „Leen (L. Smit) krijgt hem er af, maar hij wil piano- aan doen". De „Vittangi" kwam inderdaad rechter op en bij hoog water maakten de slepers aan het achterschip vast, om dit voor verder kantelen op de vloedstroom te behoeden. Woensdag kraakte en steunde het schip nog erbarmelijk en voeren er lange rillingen over zijn dekken, gisteren echter leek ook dat te minderen en dacht men er dus aan te gaan winnen. Maar met die twintigduizend ton ijzer erts in de ruimen blijkt het pompen weinig te geven: de slagzij is opnieuw toegenomen en de gezichten staan weer somber. Het water begon nu ook door te dringen in de niet waterdichte stukken van het niet bij de aanvaring beschadigde gedeelte van de „Vittangi". Een normaal schip zou onder de gege ven omstandigheden al gebroken zijn; het is slechts aan de bijzondere constructie van de „Vittangi" te danken dat dit niet gebeurd is. Het hoofdbestuur van de Volkspartij voor- Vrijheid en Democratie heeft aan prof. dr. G. C. Heringa medegedeeld, dat het een gezamenlijk beraad over het vraagstuk Nieuw-Guinea van de politieke partijen onderling principeel onjuist acht. Prof. Heringa had het denkbeeld geop perd medewerking te verlenen aan de sa menstelling van een commissie uit de de mocratische partijen in ons land tot nadere bezinning omtrent het vraagstuk Nieuw- Guinea. Het hoofdbestuur van de V.V.D. is van mening dat de leiding in deze aan gelegenheid in de allereerste plaats bij de regering berust. De vertegenwoordigers van de politieke partijen in de beide Ka mers kunnen daartegenover hun eigen standpunt innemen. In de Minervahaven te Amsterdam zijn tien Amerikaanse torpedolanceertooten aangekomen, die tijdens de laatste wereld oorlog door Amerika aan Rusland waren uitgeleend en thans weer zijn teruggege ven. Een aannemersbedrijf te Amsterdam heeft de scheepjes van Amerika gekocht. Het plan is twee van de scheepjes in te richiten voor de sportrvisserij op tonijnen en haaien op de Noordzee- De overige acht zullen worden verbouwd tot woonschip of plezierjacht. De boten zijn van Bremerha ven via Oldenburg, Emden, Delfzijl en Lemmer naar de hoofdstad gesleept. In het afgelopen jaar werd in de provin cie Noordholland voor 480 miljoen gulden in de bouwnijverheid geïnvesteerd. Dit is 34,5% meer dan in 1955. Deze toeneming is maar zeer gedeeltelijk toe te schrijven aan de stijging van het kostenniveau, aldus het verslag van de hoofdingenieur-directeur van de Volkshuisvesting en de Bouwnij verheid in de provincie Noordholland over het jaar 1956. Tweederde deel van de ster ke toeneming in de bouwactiviteit kwam voor rekening van Amsterdam, waar vorig jaar voor 230 miljoen gulden in de bouw sector werd besteed, tegen f 147 miljoen in 1955. De grote toeneming van de woningbouw als gevolg van het nieuwe goedkeurings- en subsidiebeleid heeft bewerkt, dat het voor de jaren 1954 tot en met 1956 aan de provincie Noordholland gegeven richtcon- tingent voor de gesubsidieerde bouw (wo ningwet-, premie- en herbouwwoningen) van in totaal 28.506 woningen, met 7.6% kon worden overschreden. Voor 30.691 wo ningen werd namelijk de financiering goedgekeurd. Bijna alle Noordhollandse gemeenten hebben van het nieuwe beleid geprofiteerd en konden daardoor meer woningen in uit voering nemen dan op basis van het vroe gere contingenteringssysteem mogelijk zou zijn geweest. Uit de voorlopige resultaten van de vorig jaar gehouden woningtelling is gebleken, dat Noordholland het minst van alle pro vincies op het woningtekort is ingelopen. Het woningtekort bedroeg in dit gewest op 31 mei 1947 10% en ruim negen jaar later, op 30 juni 1956, nog 9% van de wo ningvoorraad. In 1956 werden in Noordholland 320 wo ningen onbewoonbaar verklaard, 132 min der dan in het jaar daarvoor. In dit cijfer is niet begrepen het aantak in feite onbe woonbare woningen, dat door de gemeen ten aangekocht en gesloopt werd en even min de krotten, die met behulp van de daartoe vastgestelde financieringsregeling door nieuwe woningen werden vervangen. Het totale aantal sinds de bevrijding in Noordholland officieel onbewoonbaar ver klaarde woningen bedraagt nu 2651. Eenentwintig gemeenten in Noordhol land zonder Amsterdam hebben plannen ingediend voor verbetering en herstel van in totaal negenendertig com plexen met 2442 vooroorlogse woningwet woningen tot een totaal bedrag van ruim 3.7 miljoen gulden. Daarin was een bedrag van ruim vier ton begrepen voor vergro ting van het woongerief. Voor de verbete ring van 632 woningen werd rijkssteun toegezegd. In totaal werd van rijkswege in de provincie Noordholland in 1956 een bedrag van ruim zes ton aan premiën toe gezegd voor verbetering, splitsing en ver bouwen van woningen. Blijkens door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde cijfers bezoch ten in 1955 6495 schippers- en 2146 woon wagenkinderen de lagere scholen. De schipperskinderen, die bij hun ouders op het schip wonen volgden slechts onge veer voor 40 pet. de lessen. Voorts is er een onbekend aantal schip pers- en woonwagenkinderen, dat in het geheel geen onderwijs ontvangt. Hun aan tal wordt op 2000 geschat. De kolenproduktie der Nederlandse Staatsmijnen over 1956 heeft rond 7,5 mil joen ton bedragen. Hiermee werd het pro- duktiepeil ten opzichte van het voorgaande jaar gehandhaafd. De minister van Econo mische Zaken, die dit meedeelt in zijn Me morie van Antwoord aan de Eerste Kamer over de begroting 1957 der Staatsmijnen, meent dat dit alleszins bevredigend geacht mag worden het tekort aan arbeidskrachten in aanmerking genomen. Voor 1957 wordt de afzet aan derden van het staatsmijnbedrijf begroot op rond 600 miljoen gulden. In 1957 zal, zoals dit ook in andere bedrijfstakken het geval is, een ADVERTENTIE Met de volgende schepen kan zeepost worden verzonden. De data, waarop de ■orrespondentie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd staan tussen haakjes achter de naam van het schip vermeld. Argentinië' s.s. „Uruguay" (25 febr.) en s.s. „Andes" (2 mrt.); Australië: via Engeland (2 mrt.); Brazilië: m.s. „Montferland' (25 febr.), «;s. „Andes" (2 mrt.); Canada: m.s. „Seven Seas" (27 febr.) en s.s. „Groote Beer" (2 nrt.Chili: via New York (27 febr.); In donesië: m.s. „Oranje" (26 febr.); Ned. An tillen: m.s. „Osiris" (25 febr.); Ned Nw. Guinea: m.s. „Oranje" (26 febrO. Nieuw Zeeland via Engeland (2 mrt.); Suriname: m.s. „Nestor" (25 febr.) en m.s. „Bonaire" (27 febr.). (Van onze speciale verslaggever) DE „NOORDHOLLAND", thans nog het vlaggeschip van de zeesleepvloot van n.v. Bureau Wijsmuller, zal over enige weken een groot object te verslepen krijgen over een afstand van ruim zeven duizend mijlen. Evenals L. Smit en Co's Internationale Sleepdienst, die twee slagschepen naar Italië en Japan brengt, zal ook de IJmuidense zeesleepvaartmaatschappij een der grootste eenheden van de Argentijnse marinevloot naar de sloper brengen. Kapitein O. Edelenbosch zal in Buenos Aires de ruim 6100 ton grote kustverdedigingskruiser „Pueirredon" met de 2250 pk sterke zeesleper op sleeptouw nemen en naar Savona in Italië brengen. verdere stijging van de loonkosten optre den, in het bijzonder door de invoering van de algemene ouderdomsverzekering, die voor de mijnbedrijven niet met de vereve ningsheffing kan worden gecompenseerd. De mijnen hebben behoefte aan nog 1600 ondergrondse arbeiders. Indien in de afge lopen jaren voldoende arbeiders beschik baar zouden zijn geweest, zou de produk- tie thans ruim een miljoen ton per jaar ho ger zijn geweest. De kosten van de invoering van het al gemeen ouderdomspensioen zullen naar glo bale schatting voor het gehele staatsmijn- bedrijf 13 miljoen per jaar bedragen. Voor de mijnbedrijven van de staatsmijnen ko men deze kosten neer op bijna 1.50 per ton kolen- Van de 4500 arbeidskrachten van buiten landse nationaliteit, werkzaam in de mijn industrie, is twee-derde deel reeds lang in de mijnstreek woonachtig. Er zijn 380 in Nederland gehuisveste Hongaarse vluchte lingen ten dele geschoolde mijnwerkers die zich daarvoor hadden aangemeld, in het mijnbedrijf tewerkgesteld. Verder heeft de regering toestemming gegeven, zo mo gelijk 600 Hongaren, ongehuwde mijnwer kers, in Oostenrijk aan te werven voor het werk in de Nederlandse mijnen. Deze acti viteit heeft tot dusverre 170 arbeidskrach ten opgeleverd. AMSTERDAM (Gemeente Universiteit): Doctoraalexamen pharmacie: J. N. Bark, De Bilt. Doctoraalexamen psychologie: H. A. M. I. Verlhuyse, Amsterdam. ROTTERDAM: Nederlandse Economische Hogeschool: Doctoraalexamen: S. Sijffer, Haftem (Geld.); W. J. de Voogt en F. I. N. Draaisma, beiden te Rotterdam. De IJmuidense „Noordholland" is thans onderweg van Rotterdam naar het meer van Maracaibo in Venezuela en voer gister avond met haar sleep op ongeveer 260 mijl ten westen van Oporto. Van Maracaibo zal de „Noordholland" vermoedelijk leeg koers zetten naar Buenos Aires om de „Pueirre don" op te halen. De kruiser werd in de jaren 1896 en '97 gebouwd en te water gelaten op 25 septem ber 1897 als de „Giuseppe Garibaldi". Het schip had toen een voortstuwingsvermogen van 13.000 pk en haalde een snelheid van 18 mijl. De ruim 100 meter lange kruiser werd gebouwd bij Ansaldo Sestri in Ponenti. „Maria Luise" binnen De zeesleepboot „Cycloop" onder com mando van de jonge kapitein T. Hoek heeft gisteravond de Bermuda-eilanden bereikt en het Liberiaanse schip „Maria Luisa" na een sleepreis van ongeveer vierhonderd mijl in de haven afgeleverd. De sleepreis met het zonder brandstof ronddrijvende schip begon in de nacht van zaterdag op zondag en heeft dus ongeveer vijf dagen geduurd. De zeesleper had met slecht weer te kampen; er werd windkracht acht van de Atlantic gemeld. De ongeveer 3000 ton metende Liberiaan zal op de Ber muda's bunkeren en dan haar reis vervol gen. Naar 7000-tonner Ook de „Cycloop" werd gisteravond weer zo spoedig mogelijk reisklaar gemaakt op de Bermuda-eilanden. Een nieuwe berging, nog groter dan die met de „Maria Luise" wacht deze 1200 pk sterke sleepboot. Op ongeveer veertig mjjl van de plaats, waar de „Cycloop" thans binnenligt, drjjft het De zestig jaar oude Argentijnse „Pueirredon"die door de „Noordhol land" van Buenos Aires naar Savona in Italië zal worden versleept. 7138 ton grote Panamese Libertyschip „La gos Antario" rond met machineschade. Het heeft woensdagavond om sleepboot- assistentie gevraagd en de door n.v. Bureau Wijsmuller aangeboden diensten donder dagavond aanvaard. De „Cycloop" zal zo spoedig mogelijk zee kiezen om de „Lagos Ontario" vast te maken. De Panamees is eigendom van de Cia. Armadora San Fran cisco S.p.A. Er is kans dat het Internationale Geofysi sche Jaar voorbijgaat zonder het maximum aan zonnevlekken waar op de geleerden hopen. Als dat waar blijkt te zijn dan is het Interna tionale Geofysische Jaar eenvoudig verkeerd ge- planned. geplanned. Zoals u weet schom melt de activiteit van de zon op en neer met een periode van ongeveer elf jaar. De laatste keer dat de zon een maximale ac tiviteit vertoonde was in 1947 en men verwachtte dus het volgende maxi mum in 1957 of 1958. Op die verwachting werd voor het Interna tionale Geofysische Jaar - de grootscheepse inter nationale krachtsinspan ning op wetenschappe lijk gebied, waarin het zonne-onderzoek een grote plaats zou inne men - de periode van 1 juli 1957 tot 31 december 1958 gekozen. Maar het ziet er nu naar uit, dat die ver wachting onjuist is ge weest, want men vreest in sterrenkundige kring, dat het verwachte zon- ne-maximum al achter de rug is: het zou zich dan in november 1956 hebben vertoond. In die maand vertoon de de zon een groot aan tal vlekken; dit aantal is noch in december, noch in januari geëvenaard en momenteel ziet de zon er veel vlekkelozer uit vlekkeloos dan men in een maxi mum-jaar zou mogen verwachten. Pas na verloop van maanden zal men defini tief kunnen zeggen of de grote activiteit van no vember inderdaad het maximum is geweest, maar er zijn geleerden die vrezen dat dit inder daad het geval is. Als het waar is haalt dit een lelijke streep door de astronomische rekening: een deel van de plannen van de we tenschapsmensen valt hiermee in duigen. Wel iswaar zullen er ook tij dens de (langzame) da ling van de zonne-acti- viteit nog wel zonne vlekken te bestude ren zij, maar het onder zoek der zgn. zonne vlammen (die zich bij voorkeur vertonen tij dens het oplopen van de zonne-activiteit) zal er wellicht nu bij in moe ten schieten. Overigens is niemand hiervoor te blameren dan alleen de grillige zon zelf. Haar „elfjarige" periode ontleent haar naam aan de gemid delde duur van die cyclus; deze kan echter ook wel langer of korter duren. In dit geval (1947 -1957) heeft zij dus maar tien jaar geduurd. Sneu voor de astrono men die van dit Interna tionale Geofysische Jaar juistmeer inzicht in het nog altijd ondoor gronde gedrag van de zon verwachtten! G. v. W. „TOEN STONDEN WE PAKKIE DEFTIG om binnen te stomen, de stuur had zijn beste pet op, wij hadden elkaar „welkom binnen" gewenst en daar flitste de sein lamp van Hoek van Holland. Wij belden op en ja, daar klonk het: het spijt me kapitein, maar u gaat nog niet naar Maassluis, maar u moet naar Vlissingen. Ik heb niet gehoord, wat er beneden gezegd is, maar er zal wel een hartig woordje gesproken zijn. Maar de stemming was weldra weer helemaal in orde. Vanmorgen loste de „Gele Zee" ons af en konden we naar huis, maar nu hebben we elkaar voor alle zekerheid maar geen „welkom binnen" gewenst." Zo sprak gisteravond kapitein J. W. H. Hellendoorn, de 27-jarige gezagvoerder van de Nederlandse sleepboot „Poolzee", die na twee en halve maand weggeweest te zijn het schip vertrok op 8 december met de bok „Kondor" op sleeptouw naar het Suezkanaal zijn schip weer voor het kantoor van zijn rederij, L. Smit en Co's internationale sleepdienst, te Maassluis afmeerde. Hij had in de nacht van maandag op dinsdag binnen zullen lopen, maar de „Poolzee" werd naar Vlissingen gedirigeerd, waar het Zweedse schip „Vittangi" op een wrak was gestoten. Voor het ondergaan van een operatie is burgemeester H. Nielen van Heemskerk in het Rode Kruis ziekenhuis te Beverwijk opgenomen. De burgemeester zal niet vóór 15 maart zijn werkzaamheden kunnen hervatten. Tot die datum wordt hij vervangen door wethouder H. M. van der Kolk. Over zijn ervaringen van de laatste maanden vertelde kapitein Hellendoorn onder meer: op de heenweg hebben we van Het Kanaal naar Finisterre slecht weer gehad, maar daarna klaarde het op en op Nieuwjaarsdag was de sleep in Port Said aangekomen. Men voer onder de vlag van de UNO, doch deze had niet, zoals op de Engelse en Franse, de plaats van de nationale vlag ingenomen. Op de Engelse schepen werd 's nachts geschoten zei de kapitein. Wanneer men aan wal ging moest men een speciale band, blauw met witte letters, om de arm dragen. De Pool zee nam de taak over van de „Gele Zee", die eerder was gearriveerd en dienst deed als hotelschip en als communicatieschip (tussen kanaal, walkantoor en Nederland). Verkenning Met de havensleepboot „Atlas" heeft de gezagvoerder van de „Poolzee" zelf het Suezkanaal verkend. Hij fungeerde daar bij als loods en dit scheepje heeft als eer ste het kanaal weer bevaren. Andere schepen werden van proviand en voedsel voorzien. „Je was gewoon een parle vinker". Ook over het werk vertelde de kapitein en hij zei, dat men „van alles deed". Als er een schip leeggemaakt moest worden, dan zocht je de benodigde mensen bij el kaar en de hoogste in rang nam de lei ding. Men maakte lange dagen, maar de stemming is altijd goed geweest. „Er is goed verdiend. De Nederlanders waren de best betaalden en de anderen hebben ons wel eens met scheve ogen aangekeken". Ook gebeurde het wel, dat er zaterdags middags en zondags werd doorgewerkt. In het begin kon men alleen overdag de wal op, maar later ook 's avonds. De Ne derlanders hebben totaal geen last van de Egyptenaren ondervonden. „Je was geen Engelsman of Fransman". Bij de kapper hing een plaat van de Nederlandse sleep dienst voor het raam en altijd kregen de jongens er koffie. In acht dagen üjds zijn toen zes sleepboten gelicht, waarvan er enkele al weer varen. Deze bootjes noem de men „peanuts", de drijvende bokken „white elephants". Toen de Engelsen weggingen was het alsof een begrafenisstoet voorbij ging, zo vervolgde de kapitein. Het materiaal ging naar de Nederlanders en Denen, die moes ten zorgen, dat de eigenaars het terugkre gen. Een sleepboot, de „Jonan", werd op geknapt en hiermee hebben de kapitein met zijn eerste machinist en enige ma trozen in de haven van Port Said allerlei karweitjes opgeknapt. Het bevoorradings schip, de „Kaspir Robert Mtiller", had al les aan boord en het enige, dat bijbesteld moest worden was bier geweest. Wheeler als gastheer De kapitein noemde generaal R. Whee Ier, die 71 jaar oud is, een „reusachtig sympathieke man". Op zekere dag kwam hij eten en direct paste hij zich bij de Nederlanders en het Nederlandse eten aan Het vertrek van de „Poolzee" is tenslotte twee uur uitgesteld, omdat de generaal afscheid kwam nemen. Toen zei de gene raal, dat hij als gastheer wilde optreden en hij schepte het eten op, sneed het vlees en vulde de glazen. We hadden gehoopt een schip mee naar Nederland te kunnen brengen, bijvoor beeld de „Edgar Bonnet", de destijds in Nederland gebouwde sleepboot. Maar daar hoopte iedere sleepbootkapitein op. We gingen dus met een losse boot, zo ging kapitein Hellendoorn verder. Anders zijn we vrij in ons doen en laten, maar daar we nog onder de vlag van de Verenigde Naties voeren mochten we niets doen. En ja, in de Golf van Biskaje, 16 mijl uit de Spaanse kust, lag het Nederlandse schip „Spurt". We hebben Nederland gebeld, maar we mochten niet. „Dat is het ergste wat je een sleepbootkapitein kan aan doen". Een tijdje daarna bleek in de buurt het Duitse kustvaartuig „Irak" in nood te zijn en weer werd er gebeld. De „Poolzee" mocht gaan kijken en als er mensenlevens mee gemoeid zijn, dan mocht er geholpen worden. Maar toen men in de buurt was gekomen, bleek de Franse sleepboot „Abeille 26" al langszij van het Duitse schip te liggen. En toen we dan vlak bij huis waren, kregen we opdracht naar Vlis singen te gaan. Maar dat is het leven op een sleepboot. De volgende reis zal waar schijnlijk over veertien dagen beginnen: een olielichter naar Maracaibo brengen. Maar de familieleden waren blij, dat het schip weer binnen was en evenzo de kok, E. Weijdeveld uit Den Haag, die ruim een jaar geleden nog werkzaam was als be drijfsleider in een restaurant. Vrienden hadden hem gezegd, dat hij het geen jaar op een sleepboot zou uithouden en hij wedde van wel. Hij is toen gaan varen, eerst op de „Goeree" en vervolgens op de sleepboten „Maas", „Ebro", „Gele Zee" en „Poolzee". Hij heeft zijn weddenschap ge wonnen en het jaar zit er nu ruimschoots op. Hoewel het hem goed bevallen is, is hij van plan nu aan de wal een baan te zoeken. De bemanning was over zijn kook kunst best te spreken. Wat de wedden schap hem opbracht, wel daarover wilde hij zich liever niet uitlaten Behalve de „Gele Zee", die ook op weg naar huis is en eerst nog naar Vlissingen gedirigeerd werd, is ook de „Tyne" onder weg naar de thuishaven. ADVERTENTIE ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN - en u zult 's morgens kiplekker uit bed springen Elke dag: moet uw lever een liter gal in uw ingewanden doen stromen, anders verteert uw voedsel niet. Het bederft. U voelt u opgeblazen, u raakt verstopt. Uw lichaam wordt vergiftigd u bent humeurig, voelt u naar en loom De meeste laxeermiddelen zijn slechts lap middelen. Neem CARTERS LEVERPILLETJE S- onschadelijk, plantaardig en zacht - om de liter gal op te wekken, die uw lichaam dagelijks nodig heeft. U zult zich weer een ander mens voelen. Vraag Carters Leverpilletjes, f. 1.20 per flacon. Ned. Herv. Kerk Beroepen te 's-Gravenmoer A. Boertje te Herkingen te Driesum (toez.) G. West- land, kand. te Huizen (N.H.) te Pols- broek-Vlist A. Lam, kand. te Zeist te Stellendam A. Goyer, kand. te Huizen (N.H.) Beroepen te Boven-Hardinxveld J. H. Cirkel te Woudenberg; te Kerkdriel J. A. Poelman, vicaris te Wassenaar; te Wester- haar (O.) toez.) H. van Dijk, vicaris te Bruinisse; te Barendrecht, J. C. Stelwagen te Hillegersberg. Geref. Kerken Beroepen te Zonnemaire P. van Breugel, kand. te Amsterdam. Aangenomen naar Medemblik J. D. te Winkel, kand. te Voorthuizen, die bedankte voor Dussen en voor Tijnje naar Creil- Espel (N.O.P.) B. Oosterhoff te Leimuiden, die bedankte voor Nieuwdorp (Z.) Tweetal te Dokkum: J. Banga te Vleu- ten-de Meern en G. Oppedijk te Appelscha. Beroepen te Oude-Pekela H- Hortensius te Engwierum (Fr.); te Bruinisse C. A. Wielemaker te Silvolde. Geref. Kerken onderh. art. 31 K.O. Beroepen te Niezijl-Kommerzijl J. N. Goedhart, kand. te Kampen. Geref. Gemeenten in Nederland Bedankt voor Nieuwerkerk a.d. IJssel H. Ligtenberg te Rotterdam-West.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 9