Vlissingen volgde in spanning de strijd
tussen de zee en een miljoenen schip
Zon stooft.een kool
Zie Boven
Staatsmijnen kunnen nog 1600
arbeiders gebruiken
Grote sleepopdracht voor
Wijsmullers „Noordholland"
„Poolzee" thuis na Suez-avontuur
Naar de buitenhaven gesleept
Bouwnijverheid in
Noordholland
Kolenproduktie zou een miljoen ton
per jaar hoger kunnen zijn
Cycloopbracht Liberiaan binnen
en snelt nu naar Panamees
Parlevinkende sleepboot onder
de vlag van de UNO
WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
VRIJDAG 22 FEBRUARI 1957
5
ONDANKS VERDER KANTELEN KWAM DE „VITTANGI" VLOT
V.V.D. tegen onderling
partijenberaad over
Nieuw-Guinea
Door Rusland aan Amerika
teruggegeven schepen in
Amsterdam verkocht
Veel schippers- en woon
wagenkinderen krijgen
geen onderwijs
Zeepost
Examens
HEEMSKERK
Burgemeester Nielen in
het ziekenhuis
Kerkelijk Nieuws
(Van een redacteur)
VLISSINGENS BOULEVARD heeft al haar zomerse charmes weggestopt achter
winterse luiken en een klamme mist, die van de Oosterschelde het land indryft, maar
niettemin is het er de laatste dagen drukker geweest, dan op menige dag in het
hoog„seizoen" van 1956. Hetgeen ook niet te verwonderen is: een gehavende ertstanker
even buiten het Leugenaarshoofd is stukken aantrekkelijker dan een mislukte zomer.
Sinds deze „Vittangi", een uit 1953 daterende ertstanker en een modelschip van de
rederij Grangesberg uit Stockholm, maandagavond omstreeks negen uur met een op
de boulevard duidelijk hoorbaar geraas openscheurde op een plek, waar tientallen
schepen al gepasseerd zjjn en waar zelfs de Zweed al eerder langs kwam op weg naar
Antwerpen, gonst het in Vlissingen van de verhalen over de oorzaak dezer miraku-
leuze ramp. Waarin de Staat der Nederlanden meermalen de rol van beklaagde speelt
wegens het feit, dat deze kostbare ertsboot (waarde 22 miljoen gulden!) op een
„blind" wrak zou zijn gestoten, dat wel officieus bekend was, maar nimmer in kaart
is gebracht. En dus de reder wel eens een proces zou kunnen beginnen wegens de
geleden schade, die, zelfs al zou het schip te redden zjjn, in de miljoenen loopt. Over
de bergingskansen lopen de meningen sterk uiteen, maar de hoofdtoon wordt toch wel
bepaald door een grondig pessimisme. De slagzij van het ongeluksschip, die gister
morgen 24 graden bedroeg, bleek tegen de avond onder de invloed van lading en tij
en ondanks de tonnen water, die er al uit de gehavende romp zjjn gepompt, tot
26 graden te zjjn opgelopen. Het onderstaande verslag geeft een indruk van de moei
lijkheden bij het aanvankelijk hopeloos Ijjkende bergingswerk.
De agent van de rederij, die wij over de
berging'skansen staande hielden, had er ook
een zwaar hoofd in: in het uiterste geval
wil men proberen, het kostbare achterschip
dat met de golfslag mee-beweegt, terwijl
het voorschip onwrikbaar in het zand ligt,
af te branden om de machines te kunnen
redden. Maar zover is het nog niet: het
bergingsvlootje en de sleepboten, die samen
met een directieboot van de Rijkswater
staat om het wrak heen stoeien, blijft nog
steeds in touw en gisteren zijn er bijvoor
beeld vele tonnen water uit de ruimen
gepompt, waardoor het er aanvankelijk op
leek, of het schip zich weer wat oprichtte.
Triest
Het is een triest gezicht, de lamgeslagen
knaap van 16.000 ton dwars voor de haven
te zien liggen, vlakbij de plek, waar hem
maandagavond het ongeluk overkwam. Te
meer, omdat deze nog nieuwe tanker zo
bijzonder goed onderhouden was en de
rederij kennelijk kosten noch moeite heeft
gespaard, om de „Vittangi" in onberispe
lijke staat te houden. Hoe het dan ook
mogelijk is geweest, dat de ervaren kapi
tein Maniette tijdens een heel gewone
manoeuvre bij verre van slecht weer zijn
schip plotseling als door een ritssluiting
heeft voelen openscheuren, is de meesten
- en hemzelf - een volslagen raadsel. Dat
evenwel opgelost zou kunnen worden,
wanneer een duiker de vaargeul afzoekt
naar het geheimzinnige wrak, dat daar vol
gens ingewijden in de Sardijngeul voor
Vlissingens haven moet liggen en dat af
komstig zou zijn van een Duitse voorpos
tenboot, die er tijdens de oorlog naar de
kelder werd gejaagd. De rederij heeft in
middels al op zulk een onderzoek gezin
speeld - zij wil alle kaarten op tafel heb
ben en zal, indien de aard van het obstakel
is vastgesteld, hoogstwaarschijnlijk nog wel
heel wat noten op haar zang gaan krijgen.
-Drie kranen
De bergingspogingen voor de haven van
Vlissingen gaan door, terwijl de wal zich
aan de wildste veronderstellingen waagt.
Gisteravond kwamen er drie grote kranen
in de haven aan, die vandaag proberen
zullen, een deel van de ertslading te lossen,
opdat het achterschip, waar het leeuwen
deel van het erts ligt, lichter wordt. Dit
dan als een antwoord op de klacht van de
reder, als zou er veel te weinig materieel
bij de berging zijn ingeschakeld (men heeft
onder meer met een kleine kraan honderd
vijftig ton erts uit het schip gekregen,
maar toen moest het lossen gestaakt wor
den, omdat de grijper er niet meer bij kon
en de andere bergingsvaartuigen zijn pas
veel later bijgesprongen.
Haven goeddeels versperd
Het lijdend voorwerp van al deze be
slommeringen ligt over stuurboord gewond
en zwaar hellend, zijn lot af te wachten:
een prachtig lichtgrijs schip met zijn witte
dekhuizen, verlaten door de 47-koppige be
manning en steeds dieper in het zand van
de Westerschelde zakkend, zodat er al
sprake van is geweest het maar onder de
wrakkenwet te brengen
Want niet alleen, dat de „Vittangi" wat
de bergingskansen aangaat, ongelukkig
terecht is gekomen, het verspert sinds
enige dagen ook zodanig de Sardijngeul, dat
schepen boven de tweeduizend ton al via
de Wielingen beloodsd moeten worden,
omdat de haven van Vlissingen voor hen
taboe is. De situatie is er namelijk sinds
maandagavond niet beter op geworden.
Het wrak, waarvan verondersteld wordt,
dat het de buik van de tanker openritste,
moet op de rand van het bebakende vaar
water liggen. Het schip is na het ongeluk
nog ongeveer een scheepslengte doorge
schoten en toen met de boeg op een on
diepte buiten de geul gelopen - van boeg
tot de midscheeps dodelijk gewond.
Aanvankelijke pogingen om het met
pompen drijvend te krijgen, mislukten en
daarna is er geleidelijk meer bergings
materiaal naar Vlissingen gehaald, zodat
Het pompen van lucht in de olietanks
aan de zijkant van de „Vittangi" heeft in
middels goede resultaten gehad. Vanmorgen
tegen zes uur, met hoog water, is het schip
vlot gekomen. De „Vittangi" is daarna door
vier sleepboten naar de buitenhaven ge
sleept, waar het schip zal worden gelost en
noodherstellingen zullen worden verricht.
Drie ertskranen uit Rotterdam zijn in de
haven van Vlissingen aangekomen om met
een met het lossen te beginnen.
er nu buiten de gisteravond gearriveerde
drie kranen bij liggen: de sleepboot „Sela-
dis" uit Antwerpen, de „Pres. J. P. Best"
uit Terneuzen, de „Gele Zee", die, terug
komend van Port Said, Smits' „Poolzee"
heeft afgelost en de bergingsvaartuigen
„Dolfijn", „Zeepaard" en „Salvor".
Perslucht
De bergingsschepen hebben vijf com
pressoren meegebracht, die hun perslucht
nu onafgebroken in de ruimen en ballast-
tanks jagen, teneinde het water uit de
scheefliggende Zweed te drijven. Dat leek
aanvankelijk te zullen helpen en men wist
het in Vlissingen al heel zeker: „Leen (L.
Smit) krijgt hem er af, maar hij wil piano-
aan doen". De „Vittangi" kwam inderdaad
rechter op en bij hoog water maakten de
slepers aan het achterschip vast, om dit
voor verder kantelen op de vloedstroom te
behoeden. Woensdag kraakte en steunde
het schip nog erbarmelijk en voeren er
lange rillingen over zijn dekken, gisteren
echter leek ook dat te minderen en dacht
men er dus aan te gaan winnen.
Maar met die twintigduizend ton ijzer
erts in de ruimen blijkt het pompen weinig
te geven: de slagzij is opnieuw toegenomen
en de gezichten staan weer somber.
Het water begon nu ook door te dringen
in de niet waterdichte stukken van het
niet bij de aanvaring beschadigde gedeelte
van de „Vittangi".
Een normaal schip zou onder de gege
ven omstandigheden al gebroken zijn; het
is slechts aan de bijzondere constructie
van de „Vittangi" te danken dat dit niet
gebeurd is.
Het hoofdbestuur van de Volkspartij voor-
Vrijheid en Democratie heeft aan prof. dr.
G. C. Heringa medegedeeld, dat het een
gezamenlijk beraad over het vraagstuk
Nieuw-Guinea van de politieke partijen
onderling principeel onjuist acht.
Prof. Heringa had het denkbeeld geop
perd medewerking te verlenen aan de sa
menstelling van een commissie uit de de
mocratische partijen in ons land tot nadere
bezinning omtrent het vraagstuk Nieuw-
Guinea. Het hoofdbestuur van de V.V.D.
is van mening dat de leiding in deze aan
gelegenheid in de allereerste plaats bij de
regering berust. De vertegenwoordigers
van de politieke partijen in de beide Ka
mers kunnen daartegenover hun eigen
standpunt innemen.
In de Minervahaven te Amsterdam zijn
tien Amerikaanse torpedolanceertooten
aangekomen, die tijdens de laatste wereld
oorlog door Amerika aan Rusland waren
uitgeleend en thans weer zijn teruggege
ven. Een aannemersbedrijf te Amsterdam
heeft de scheepjes van Amerika gekocht.
Het plan is twee van de scheepjes in te
richiten voor de sportrvisserij op tonijnen
en haaien op de Noordzee- De overige acht
zullen worden verbouwd tot woonschip of
plezierjacht. De boten zijn van Bremerha
ven via Oldenburg, Emden, Delfzijl en
Lemmer naar de hoofdstad gesleept.
In het afgelopen jaar werd in de provin
cie Noordholland voor 480 miljoen gulden
in de bouwnijverheid geïnvesteerd. Dit is
34,5% meer dan in 1955. Deze toeneming is
maar zeer gedeeltelijk toe te schrijven aan
de stijging van het kostenniveau, aldus het
verslag van de hoofdingenieur-directeur
van de Volkshuisvesting en de Bouwnij
verheid in de provincie Noordholland over
het jaar 1956. Tweederde deel van de ster
ke toeneming in de bouwactiviteit kwam
voor rekening van Amsterdam, waar vorig
jaar voor 230 miljoen gulden in de bouw
sector werd besteed, tegen f 147 miljoen
in 1955.
De grote toeneming van de woningbouw
als gevolg van het nieuwe goedkeurings-
en subsidiebeleid heeft bewerkt, dat het
voor de jaren 1954 tot en met 1956 aan de
provincie Noordholland gegeven richtcon-
tingent voor de gesubsidieerde bouw (wo
ningwet-, premie- en herbouwwoningen)
van in totaal 28.506 woningen, met 7.6%
kon worden overschreden. Voor 30.691 wo
ningen werd namelijk de financiering
goedgekeurd.
Bijna alle Noordhollandse gemeenten
hebben van het nieuwe beleid geprofiteerd
en konden daardoor meer woningen in uit
voering nemen dan op basis van het vroe
gere contingenteringssysteem mogelijk zou
zijn geweest.
Uit de voorlopige resultaten van de vorig
jaar gehouden woningtelling is gebleken,
dat Noordholland het minst van alle pro
vincies op het woningtekort is ingelopen.
Het woningtekort bedroeg in dit gewest
op 31 mei 1947 10% en ruim negen jaar
later, op 30 juni 1956, nog 9% van de wo
ningvoorraad.
In 1956 werden in Noordholland 320 wo
ningen onbewoonbaar verklaard, 132 min
der dan in het jaar daarvoor. In dit cijfer
is niet begrepen het aantak in feite onbe
woonbare woningen, dat door de gemeen
ten aangekocht en gesloopt werd en even
min de krotten, die met behulp van de
daartoe vastgestelde financieringsregeling
door nieuwe woningen werden vervangen.
Het totale aantal sinds de bevrijding in
Noordholland officieel onbewoonbaar ver
klaarde woningen bedraagt nu 2651.
Eenentwintig gemeenten in Noordhol
land zonder Amsterdam hebben
plannen ingediend voor verbetering en
herstel van in totaal negenendertig com
plexen met 2442 vooroorlogse woningwet
woningen tot een totaal bedrag van ruim
3.7 miljoen gulden. Daarin was een bedrag
van ruim vier ton begrepen voor vergro
ting van het woongerief. Voor de verbete
ring van 632 woningen werd rijkssteun
toegezegd. In totaal werd van rijkswege
in de provincie Noordholland in 1956 een
bedrag van ruim zes ton aan premiën toe
gezegd voor verbetering, splitsing en ver
bouwen van woningen.
Blijkens door het Centraal Bureau voor
de Statistiek gepubliceerde cijfers bezoch
ten in 1955 6495 schippers- en 2146 woon
wagenkinderen de lagere scholen.
De schipperskinderen, die bij hun ouders
op het schip wonen volgden slechts onge
veer voor 40 pet. de lessen.
Voorts is er een onbekend aantal schip
pers- en woonwagenkinderen, dat in het
geheel geen onderwijs ontvangt. Hun aan
tal wordt op 2000 geschat.
De kolenproduktie der Nederlandse
Staatsmijnen over 1956 heeft rond 7,5 mil
joen ton bedragen. Hiermee werd het pro-
duktiepeil ten opzichte van het voorgaande
jaar gehandhaafd. De minister van Econo
mische Zaken, die dit meedeelt in zijn Me
morie van Antwoord aan de Eerste Kamer
over de begroting 1957 der Staatsmijnen,
meent dat dit alleszins bevredigend geacht
mag worden het tekort aan arbeidskrachten
in aanmerking genomen.
Voor 1957 wordt de afzet aan derden van
het staatsmijnbedrijf begroot op rond 600
miljoen gulden. In 1957 zal, zoals dit ook
in andere bedrijfstakken het geval is, een
ADVERTENTIE
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de
■orrespondentie uiterlijk ter post moet zijn
bezorgd staan tussen haakjes achter de
naam van het schip vermeld. Argentinië'
s.s. „Uruguay" (25 febr.) en s.s. „Andes"
(2 mrt.); Australië: via Engeland (2 mrt.);
Brazilië: m.s. „Montferland' (25 febr.),
«;s. „Andes" (2 mrt.); Canada: m.s. „Seven
Seas" (27 febr.) en s.s. „Groote Beer" (2
nrt.Chili: via New York (27 febr.); In
donesië: m.s. „Oranje" (26 febr.); Ned. An
tillen: m.s. „Osiris" (25 febr.); Ned Nw.
Guinea: m.s. „Oranje" (26 febrO. Nieuw
Zeeland via Engeland (2 mrt.); Suriname:
m.s. „Nestor" (25 febr.) en m.s. „Bonaire"
(27 febr.).
(Van onze speciale verslaggever)
DE „NOORDHOLLAND", thans nog het vlaggeschip van de zeesleepvloot van n.v.
Bureau Wijsmuller, zal over enige weken een groot object te verslepen krijgen over
een afstand van ruim zeven duizend mijlen. Evenals L. Smit en Co's Internationale
Sleepdienst, die twee slagschepen naar Italië en Japan brengt, zal ook de IJmuidense
zeesleepvaartmaatschappij een der grootste eenheden van de Argentijnse marinevloot
naar de sloper brengen. Kapitein O. Edelenbosch zal in Buenos Aires de ruim 6100 ton
grote kustverdedigingskruiser „Pueirredon" met de 2250 pk sterke zeesleper op
sleeptouw nemen en naar Savona in Italië brengen.
verdere stijging van de loonkosten optre
den, in het bijzonder door de invoering van
de algemene ouderdomsverzekering, die
voor de mijnbedrijven niet met de vereve
ningsheffing kan worden gecompenseerd.
De mijnen hebben behoefte aan nog 1600
ondergrondse arbeiders. Indien in de afge
lopen jaren voldoende arbeiders beschik
baar zouden zijn geweest, zou de produk-
tie thans ruim een miljoen ton per jaar ho
ger zijn geweest.
De kosten van de invoering van het al
gemeen ouderdomspensioen zullen naar glo
bale schatting voor het gehele staatsmijn-
bedrijf 13 miljoen per jaar bedragen. Voor
de mijnbedrijven van de staatsmijnen ko
men deze kosten neer op bijna 1.50 per
ton kolen-
Van de 4500 arbeidskrachten van buiten
landse nationaliteit, werkzaam in de mijn
industrie, is twee-derde deel reeds lang in
de mijnstreek woonachtig. Er zijn 380 in
Nederland gehuisveste Hongaarse vluchte
lingen ten dele geschoolde mijnwerkers
die zich daarvoor hadden aangemeld, in
het mijnbedrijf tewerkgesteld. Verder heeft
de regering toestemming gegeven, zo mo
gelijk 600 Hongaren, ongehuwde mijnwer
kers, in Oostenrijk aan te werven voor het
werk in de Nederlandse mijnen. Deze acti
viteit heeft tot dusverre 170 arbeidskrach
ten opgeleverd.
AMSTERDAM (Gemeente Universiteit):
Doctoraalexamen pharmacie: J. N. Bark, De
Bilt. Doctoraalexamen psychologie: H. A. M.
I. Verlhuyse, Amsterdam.
ROTTERDAM: Nederlandse Economische
Hogeschool: Doctoraalexamen: S. Sijffer,
Haftem (Geld.); W. J. de Voogt en F. I. N.
Draaisma, beiden te Rotterdam.
De IJmuidense „Noordholland" is thans
onderweg van Rotterdam naar het meer
van Maracaibo in Venezuela en voer gister
avond met haar sleep op ongeveer 260 mijl
ten westen van Oporto. Van Maracaibo zal
de „Noordholland" vermoedelijk leeg koers
zetten naar Buenos Aires om de „Pueirre
don" op te halen.
De kruiser werd in de jaren 1896 en '97
gebouwd en te water gelaten op 25 septem
ber 1897 als de „Giuseppe Garibaldi". Het
schip had toen een voortstuwingsvermogen
van 13.000 pk en haalde een snelheid van
18 mijl. De ruim 100 meter lange kruiser
werd gebouwd bij Ansaldo Sestri in
Ponenti.
„Maria Luise" binnen
De zeesleepboot „Cycloop" onder com
mando van de jonge kapitein T. Hoek heeft
gisteravond de Bermuda-eilanden bereikt
en het Liberiaanse schip „Maria Luisa" na
een sleepreis van ongeveer vierhonderd
mijl in de haven afgeleverd.
De sleepreis met het zonder brandstof
ronddrijvende schip begon in de nacht van
zaterdag op zondag en heeft dus ongeveer
vijf dagen geduurd. De zeesleper had met
slecht weer te kampen; er werd windkracht
acht van de Atlantic gemeld. De ongeveer
3000 ton metende Liberiaan zal op de Ber
muda's bunkeren en dan haar reis vervol
gen.
Naar 7000-tonner
Ook de „Cycloop" werd gisteravond weer
zo spoedig mogelijk reisklaar gemaakt op
de Bermuda-eilanden. Een nieuwe berging,
nog groter dan die met de „Maria Luise"
wacht deze 1200 pk sterke sleepboot. Op
ongeveer veertig mjjl van de plaats, waar
de „Cycloop" thans binnenligt, drjjft het
De zestig jaar oude Argentijnse
„Pueirredon"die door de „Noordhol
land" van Buenos Aires naar Savona
in Italië zal worden versleept.
7138 ton grote Panamese Libertyschip „La
gos Antario" rond met machineschade.
Het heeft woensdagavond om sleepboot-
assistentie gevraagd en de door n.v. Bureau
Wijsmuller aangeboden diensten donder
dagavond aanvaard. De „Cycloop" zal zo
spoedig mogelijk zee kiezen om de „Lagos
Ontario" vast te maken. De Panamees is
eigendom van de Cia. Armadora San Fran
cisco S.p.A.
Er is kans dat het
Internationale Geofysi
sche Jaar voorbijgaat
zonder het maximum
aan zonnevlekken waar
op de geleerden hopen.
Als dat waar blijkt te
zijn dan is het Interna
tionale Geofysische Jaar
eenvoudig verkeerd ge-
planned.
geplanned.
Zoals u weet schom
melt de activiteit van de
zon op en neer met een
periode van ongeveer elf
jaar. De laatste keer dat
de zon een maximale ac
tiviteit vertoonde was in
1947 en men verwachtte
dus het volgende maxi
mum in 1957 of 1958.
Op die verwachting
werd voor het Interna
tionale Geofysische Jaar
- de grootscheepse inter
nationale krachtsinspan
ning op wetenschappe
lijk gebied, waarin het
zonne-onderzoek een
grote plaats zou inne
men - de periode van 1
juli 1957 tot 31 december
1958 gekozen.
Maar het ziet er nu
naar uit, dat die ver
wachting onjuist is ge
weest, want men vreest
in sterrenkundige kring,
dat het verwachte zon-
ne-maximum al achter
de rug is: het zou zich
dan in november 1956
hebben vertoond.
In die maand vertoon
de de zon een groot aan
tal vlekken; dit aantal is
noch in december, noch
in januari geëvenaard en
momenteel ziet de zon
er veel vlekkelozer uit
vlekkeloos
dan men in een maxi
mum-jaar zou mogen
verwachten.
Pas na verloop van
maanden zal men defini
tief kunnen zeggen of de
grote activiteit van no
vember inderdaad het
maximum is geweest,
maar er zijn geleerden
die vrezen dat dit inder
daad het geval is.
Als het waar is haalt
dit een lelijke streep
door de astronomische
rekening: een deel van
de plannen van de we
tenschapsmensen valt
hiermee in duigen. Wel
iswaar zullen er ook tij
dens de (langzame) da
ling van de zonne-acti-
viteit nog wel zonne
vlekken te bestude
ren zij, maar het onder
zoek der zgn. zonne
vlammen (die zich bij
voorkeur vertonen tij
dens het oplopen van de
zonne-activiteit) zal er
wellicht nu bij in moe
ten schieten.
Overigens is niemand
hiervoor te blameren
dan alleen de grillige
zon zelf. Haar „elfjarige"
periode ontleent haar
naam aan de gemid
delde duur van die
cyclus; deze kan echter
ook wel langer of korter
duren. In dit geval (1947
-1957) heeft zij dus maar
tien jaar geduurd.
Sneu voor de astrono
men die van dit Interna
tionale Geofysische Jaar
juistmeer inzicht in
het nog altijd ondoor
gronde gedrag van de
zon verwachtten!
G. v. W.
„TOEN STONDEN WE PAKKIE DEFTIG om binnen te stomen, de stuur had zijn
beste pet op, wij hadden elkaar „welkom binnen" gewenst en daar flitste de sein
lamp van Hoek van Holland. Wij belden op en ja, daar klonk het: het spijt me
kapitein, maar u gaat nog niet naar Maassluis, maar u moet naar Vlissingen. Ik
heb niet gehoord, wat er beneden gezegd is, maar er zal wel een hartig woordje
gesproken zijn. Maar de stemming was weldra weer helemaal in orde. Vanmorgen
loste de „Gele Zee" ons af en konden we naar huis, maar nu hebben we elkaar voor
alle zekerheid maar geen „welkom binnen" gewenst." Zo sprak gisteravond kapitein
J. W. H. Hellendoorn, de 27-jarige gezagvoerder van de Nederlandse sleepboot
„Poolzee", die na twee en halve maand weggeweest te zijn het schip vertrok op
8 december met de bok „Kondor" op sleeptouw naar het Suezkanaal zijn schip
weer voor het kantoor van zijn rederij, L. Smit en Co's internationale sleepdienst,
te Maassluis afmeerde. Hij had in de nacht van maandag op dinsdag binnen zullen
lopen, maar de „Poolzee" werd naar Vlissingen gedirigeerd, waar het Zweedse schip
„Vittangi" op een wrak was gestoten.
Voor het ondergaan van een operatie is
burgemeester H. Nielen van Heemskerk in
het Rode Kruis ziekenhuis te Beverwijk
opgenomen.
De burgemeester zal niet vóór 15 maart
zijn werkzaamheden kunnen hervatten.
Tot die datum wordt hij vervangen door
wethouder H. M. van der Kolk.
Over zijn ervaringen van de laatste
maanden vertelde kapitein Hellendoorn
onder meer: op de heenweg hebben we
van Het Kanaal naar Finisterre slecht
weer gehad, maar daarna klaarde het op
en op Nieuwjaarsdag was de sleep in Port
Said aangekomen. Men voer onder de vlag
van de UNO, doch deze had niet, zoals op
de Engelse en Franse, de plaats van de
nationale vlag ingenomen. Op de Engelse
schepen werd 's nachts geschoten zei de
kapitein. Wanneer men aan wal ging
moest men een speciale band, blauw met
witte letters, om de arm dragen. De Pool
zee nam de taak over van de „Gele Zee",
die eerder was gearriveerd en dienst deed
als hotelschip en als communicatieschip
(tussen kanaal, walkantoor en Nederland).
Verkenning
Met de havensleepboot „Atlas" heeft de
gezagvoerder van de „Poolzee" zelf het
Suezkanaal verkend. Hij fungeerde daar
bij als loods en dit scheepje heeft als eer
ste het kanaal weer bevaren. Andere
schepen werden van proviand en voedsel
voorzien. „Je was gewoon een parle
vinker".
Ook over het werk vertelde de kapitein
en hij zei, dat men „van alles deed". Als
er een schip leeggemaakt moest worden,
dan zocht je de benodigde mensen bij el
kaar en de hoogste in rang nam de lei
ding. Men maakte lange dagen, maar de
stemming is altijd goed geweest. „Er is
goed verdiend. De Nederlanders waren de
best betaalden en de anderen hebben ons
wel eens met scheve ogen aangekeken".
Ook gebeurde het wel, dat er zaterdags
middags en zondags werd doorgewerkt.
In het begin kon men alleen overdag de
wal op, maar later ook 's avonds. De Ne
derlanders hebben totaal geen last van de
Egyptenaren ondervonden. „Je was geen
Engelsman of Fransman". Bij de kapper
hing een plaat van de Nederlandse sleep
dienst voor het raam en altijd kregen de
jongens er koffie. In acht dagen üjds zijn
toen zes sleepboten gelicht, waarvan er
enkele al weer varen. Deze bootjes noem
de men „peanuts", de drijvende bokken
„white elephants".
Toen de Engelsen weggingen was het
alsof een begrafenisstoet voorbij ging, zo
vervolgde de kapitein. Het materiaal ging
naar de Nederlanders en Denen, die moes
ten zorgen, dat de eigenaars het terugkre
gen. Een sleepboot, de „Jonan", werd op
geknapt en hiermee hebben de kapitein
met zijn eerste machinist en enige ma
trozen in de haven van Port Said allerlei
karweitjes opgeknapt. Het bevoorradings
schip, de „Kaspir Robert Mtiller", had al
les aan boord en het enige, dat bijbesteld
moest worden was bier geweest.
Wheeler als gastheer
De kapitein noemde generaal R. Whee
Ier, die 71 jaar oud is, een „reusachtig
sympathieke man". Op zekere dag kwam
hij eten en direct paste hij zich bij de
Nederlanders en het Nederlandse eten aan
Het vertrek van de „Poolzee" is tenslotte
twee uur uitgesteld, omdat de generaal
afscheid kwam nemen. Toen zei de gene
raal, dat hij als gastheer wilde optreden
en hij schepte het eten op, sneed het vlees
en vulde de glazen.
We hadden gehoopt een schip mee naar
Nederland te kunnen brengen, bijvoor
beeld de „Edgar Bonnet", de destijds in
Nederland gebouwde sleepboot. Maar daar
hoopte iedere sleepbootkapitein op. We
gingen dus met een losse boot, zo ging
kapitein Hellendoorn verder. Anders zijn
we vrij in ons doen en laten, maar daar
we nog onder de vlag van de Verenigde
Naties voeren mochten we niets doen. En
ja, in de Golf van Biskaje, 16 mijl uit de
Spaanse kust, lag het Nederlandse schip
„Spurt". We hebben Nederland gebeld,
maar we mochten niet. „Dat is het ergste
wat je een sleepbootkapitein kan aan
doen".
Een tijdje daarna bleek in de buurt het
Duitse kustvaartuig „Irak" in nood te zijn
en weer werd er gebeld. De „Poolzee"
mocht gaan kijken en als er mensenlevens
mee gemoeid zijn, dan mocht er geholpen
worden. Maar toen men in de buurt was
gekomen, bleek de Franse sleepboot
„Abeille 26" al langszij van het Duitse
schip te liggen. En toen we dan vlak bij
huis waren, kregen we opdracht naar Vlis
singen te gaan. Maar dat is het leven op
een sleepboot. De volgende reis zal waar
schijnlijk over veertien dagen beginnen:
een olielichter naar Maracaibo brengen.
Maar de familieleden waren blij, dat het
schip weer binnen was en evenzo de kok,
E. Weijdeveld uit Den Haag, die ruim een
jaar geleden nog werkzaam was als be
drijfsleider in een restaurant. Vrienden
hadden hem gezegd, dat hij het geen jaar
op een sleepboot zou uithouden en hij
wedde van wel. Hij is toen gaan varen,
eerst op de „Goeree" en vervolgens op de
sleepboten „Maas", „Ebro", „Gele Zee" en
„Poolzee". Hij heeft zijn weddenschap ge
wonnen en het jaar zit er nu ruimschoots
op. Hoewel het hem goed bevallen is, is
hij van plan nu aan de wal een baan te
zoeken. De bemanning was over zijn kook
kunst best te spreken. Wat de wedden
schap hem opbracht, wel daarover wilde
hij zich liever niet uitlaten
Behalve de „Gele Zee", die ook op weg
naar huis is en eerst nog naar Vlissingen
gedirigeerd werd, is ook de „Tyne" onder
weg naar de thuishaven.
ADVERTENTIE
ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN
- en u zult 's morgens
kiplekker uit bed springen
Elke dag: moet uw lever een liter gal in uw
ingewanden doen stromen, anders verteert uw
voedsel niet. Het bederft. U voelt u opgeblazen,
u raakt verstopt. Uw lichaam wordt vergiftigd
u bent humeurig, voelt u naar en loom
De meeste laxeermiddelen zijn slechts lap
middelen. Neem CARTERS LEVERPILLETJE S-
onschadelijk, plantaardig en zacht - om de liter
gal op te wekken, die uw lichaam dagelijks nodig
heeft. U zult zich weer een ander mens voelen.
Vraag Carters Leverpilletjes, f. 1.20 per flacon.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te 's-Gravenmoer A. Boertje
te Herkingen te Driesum (toez.) G. West-
land, kand. te Huizen (N.H.) te Pols-
broek-Vlist A. Lam, kand. te Zeist te
Stellendam A. Goyer, kand. te Huizen
(N.H.)
Beroepen te Boven-Hardinxveld J. H.
Cirkel te Woudenberg; te Kerkdriel J. A.
Poelman, vicaris te Wassenaar; te Wester-
haar (O.) toez.) H. van Dijk, vicaris te
Bruinisse; te Barendrecht, J. C. Stelwagen
te Hillegersberg.
Geref. Kerken
Beroepen te Zonnemaire P. van Breugel,
kand. te Amsterdam.
Aangenomen naar Medemblik J. D. te
Winkel, kand. te Voorthuizen, die bedankte
voor Dussen en voor Tijnje naar Creil-
Espel (N.O.P.) B. Oosterhoff te Leimuiden,
die bedankte voor Nieuwdorp (Z.)
Tweetal te Dokkum: J. Banga te Vleu-
ten-de Meern en G. Oppedijk te Appelscha.
Beroepen te Oude-Pekela H- Hortensius
te Engwierum (Fr.); te Bruinisse C. A.
Wielemaker te Silvolde.
Geref. Kerken onderh. art. 31 K.O.
Beroepen te Niezijl-Kommerzijl J. N.
Goedhart, kand. te Kampen.
Geref. Gemeenten in Nederland
Bedankt voor Nieuwerkerk a.d. IJssel H.
Ligtenberg te Rotterdam-West.