Ik, Willie Sutton"
HOE ISRAEL DE SYMPATHIE DER WERELD VERWIERF
NIEUWE BOEKEN
jg in zakformaat
Honden met
neurosen
Een satire door Ephraim Kishon
PARIJSE MUSEA MET
VERVAL BEDREIGD
Misschien de grootste, maar stellig niet de meest
gewetenloze misdadiger van de Verenigde Staten
heeft in zijn cel zijn mémoires te boek gesteld
om te voorkomen dat de losgeslagen jeugd hem tot
voorbeeld op het pad der criminaliteit zou nemen.
33
VREEMDE HISTORIE
Nieuw boek van Dos Passos
BEELDROMANS, stripverhalen en sen
satiefilms hebben bij een deel van de jeugd
gevaarlijke denkbeelden doen postvatten
met betrekking tot de misdaad en de mis
dadigers. Rovers en moordenaars krijgen
in dat soort „litteratuur" vaak het aureool
van een soort supermannen, met het ge
volg dat de jeugdcriminaliteit vooral in
de Verenigde Staten van jaar tot jaar
erger excessen te zien geeft. Daarom is
het misschien wel goed, dat er van tijd
tot tijd eens een boek zoals „Ik, Willie
Sutton" verschijnt, waarin beroepsmis
dadigers hun jeugdige aanbidders ook eens
de keerzijde van de medaille voorleggen.
Willie Sutton, een der beruchtste bank
rovers van onze tijd, zit thans voor de
rest van zijn leven opgeborgen in een der
Amerikaanse gevangenissen, waar hij ein
delijk tot het inzicht gekomen is dat de
misdaad niet loont.
„Misschien" zo leest men in het begin
van zijn autobiografie „zou ik zelfs nu
nog voor de rest van mijn leven een fat
soenlijk en eervol bestaan kunnen leiden,
maar ik zal nimmer meer de kans krijgen
om dat te bewijzen. Toch kost het me
geen moeite om hier, tussen de vier muren
van mijn cel te zeggen: Het is goed zoals
het is. Ik ben waar ik behoor te zijn. Ge
durende éénenvijftig jaar heb ik niets
anders gedaan dan de mensen verdriet
bezorgen. Ik bedoel niet de mensen die
ik beroofd heb van geld. Er is zat weelde
op de wereld en ik nam tenslotte niet
meer dan een twee miljoen dollar geduren
de mijn relatief korte activiteit buiten de
wet. Ik spreek over het leed dat ik de
mensen die mij liefhadden aandeed. Ik
was acht jaar toen ik vijftig centen van
mijn grootmoeder stal om een duifje te
kopen. Ik bracht ongeluk over iedereen.
Over mijn vrouw en mijn kind, over mijn
helpers in de misdaad, over allen met wie
ik in connectie kwam. Iedereen die con
tact met mij opnam, bracht ik dood, einde
loze celstraf of vretend hartzeer. Ze zeg
gen, dat ik de beste kraker ben. Ik be
roofde tientallen banken en ik deed het
wetenschappelijk. Ik bestudeerde de ge
woonten van het personeel, van de wacht
van de agenten in de omtrek. Ik nam de
plattegrond goed in me op en bekeek voor
alles de mogelijkheid van een ontsnappen
bij een eventuele verrassing. Ik stelde me
op de hoogte van de alarminstallaties,
waar ze zich bevonden en hoe ze werkten.
Dan begon ik met het instrueren van mijn
helpers. Ieder onderdeel en ieders aandeel
in het misdrijf was grondig doorgedacht
en uitgestippeld. Alles werd berekend en
bekeken. En wat was het resultaat! Ik ben
nu éénenvijftig en bracht het grootste deel
van mijn leven in de gevangenis door,
terwijl ik geen cent meer bezit. Als ik u
zeg, dat misdaad niet betaalt, dan spreek
ik als een expert."
DURF EN FANTASIE
DE Amerikaanse journalist Quentin Rey
nolds, die zijn levensbeschrijving opteken
de, is ervan overtuigd, dat het Willie Sut
ton ernst is met deze biecht. „Niets immers
kan de duur van zijn straf meer ver
korten", zo zegt hij. „En als zijn boek hem
eventueel de sympathie van het publiek
bezorgt, dan kan dat aan zijn lot niets
meer veranderen. Sutton heeft slechts wil
len voorkomen, dat de asfaltjeugd in hem
een lichtend voorbeeld zou blijven zien,
van de succesvolle misdadiger, die zich
in weelde kan baden."
Bij dit alles moet wel even vastgesteld
worden, dat Willie Sutton inderdaad een
figuur was, die tot de verbeelding van de
massa sprak. In tegenstelling tot de andere
koningen van de Amerikaanse onderwereld
had hij bijvoorbeeld een afschuw van ge
weld. „Nooit heb ik een vlieg of een plat
voet (politieagent) ook maar een haar ge
krenkt", zo getuigde hij voor de rechter
en dat was juist. Wel was Willie bij de
uitvoering van zijn akkevietjes steeds ge
wapend met een revolver, maar meer dan
ermee dreigen deed hij nooit. Zelfs toen
de politie hem eindelijk voorgoed te pak
ken kreeg, deed hij geen enkele poging tot
verzet, hoewel hij wist, dat dit voor hem
levenslang zou betekenen. Nog een punt
in zijn voordeel was, dat hij zich nimmer
vergrepen heeft aan het penningske der
weduwe, aan geen enkele vorm van parti
culier eigendom trouwens. Hij beroofde
alleen banken en deed dat met zoveel
schranderheid, durf en fantasie, dat hij de
politie telkens weer schaakmat zette. De
journalisten hielp hij in zijn beste jaren
aan legio sappige verslagen, waarin vaak
zelfs iets van heimelijke bewondering voor
deze „ethische boef" doorklonk. En toen
de rechter hem eens „de grootste en meest
gewetenloze rover van de Verenigde Sta
ten'" noemde, protesteerde Sutton: Mis
schien wel de grootste, maar stellig niet
de meest gewetenloze. Want de banken, die
ik opknapte, zijn verzekerd tegen diefstal
en de verzekeringsmaatschappijen zijn zo
schatrijk, dat zij dergelijke schadepostjes
nauwelijks merken."
GEWAAGDE ROL
SUTTON was zijn carrière als bank-
breker begonnen op de conventionele ma
nier: met breekijzer en zuurstofbrander.
Al gauw echter ontwikkelde hij een ele
gantere werkwijze. Hij huurde een kamer
in het theaterdistrict van New York onder
de naam van „De Waverly-school voor
dramatische kunst" en liet briefkaarten en
briefpapier met de naam van de onder
neming bedrukken. Hij tikte op dit papier
brieven aan verhuurondernemingen van
toneelkostuums, waarin hij te kennen gaf,
voor een van zijn dilettanten-uitvoeringen
een aantal kostuums nodig te hebben.
Prompt kwam het antwoord, dat' de acteurs
zich maar moesten melden om te komen
passen. Sutton ging dan naar de costumier
en zocht er bijvoorbeeld het uniform van
een telegrambesteller uit. Daarna verstuur
de hij een telegram aan zijn eigen Waver-
ly School of Drama, stoomde na ontvangst
daarvan de enveloppe open en verbrandde
de inhoud. Vervolgens typte hij de naam
van de bank, die hij met een bezoek dacht
te vereren, op een blanco telegramformu
lier en schoof dit achter het doorzichtige
ruitje van de lege enveloppe. Niemand zou
lilllillllllllllliililinilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllilllllilllllllllllllllllll
nu meer twijfelen aan de echtheid van het
telegram en de zaak kon rollen.
„Ik had", zo vertelt Sutton, „tevoren een
grondige studie van de bank in kwestie,
de Jamaica Bank op Long Island, gemaakt.
Ik wist hoeveel employé's er werkten,
wanneer ze 's morgens arriveerden en hoe
laat de deur voor het publiek openging.
Er was ook een bewaker, die tot taak
had, de deur voor de employé's te openen,
zodra hij dezen herkend had. Toen kwam
de dag dat ik mijn slag zou slaan. Vijf uur
in de morgen schminkte ik me een platte
neus, dikte mijn wangen wat op en gaf
mijn gelaat wat meer kleur. Toen het uni
form aan en het telegram in mijn tas. Ik
was klaar!
Even nadat de wacht die morgen de
deur had geopend, belde ik aan. Hij deed
open, keek door de kier, zag mijn uniform
en deed de ketting van de haak.
„Telegram voor je baas!" zei ik, terwijl
ik hem de enveloppe gaf en het notitie
boekje, waarin hij voor ontvangst moest
tekenen. „Even uw naam zetten, ja?" Hij
hield het notitieboekje in zijn linkerhand,
begon te schrijven met zijn rechterhand.
Zodra ik dat zag, haalde ik mijn revolver
voor de dag en zei rustig, dat hem geen
haar gekrenkt zou worden als hij zich
rustig gedroeg. Op dat moment kwam Bas-
sett, mijn helper, tevoorschijn. Hij sloot de
deur achter zich. Over enkele minuten
zouden de bankemployé's arriveren. Ik
vertelde de wacht, dat hij hen gewoon
LIEFHEBBERS der moderne Amerikaanse lit
teratuur hebben het steeds als een gemis onder-
Vonden dat van Mary MacCarthy tot dusver nog
niets anders dan enige in diverse bloemlezingen
opgenomen korte verhalen in zakboekvorm her
uitgegeven werden. Wellicht is dit te wijten aan
het feit dat haar faam voornamelijk berust op
haar minder omvangrijke werken: korte verha
len in The New Yorker, toneelcritieken in Par
tisan Review en dergelijke, die tezamengevoegd
verscheidene omvangrijke delen zouden vormen,
terwijl haar werk in boekvorm beperkt bleef tot
The oasis, Cast a cold eye, The groves of Aca
deme en The company she keeps. Mary Mac
Carthy behoort niet tot de allerjongste genera
tie. Zij heeft de economische en politieke bewo
genheid der dertiger jaren bewust doorleefd en
geanalyseerd. In het zojuist goedkoop herdrukte
The company she keeps, een sterk autobiogra
fisch gekleurd werk, wordt de figuur van een
aantrekkelijke jonge vrouw met voor die tijd
progressieve opvattingen geplaatst temidden van
een aantal uiteenlopende mensentypen, die elk
voor zich met hun zo fervent beleden levens
overtuiging transigeren. Het is buitengewoon be
treurenswaardig dat de uitgever op de omslag
van dit boek de indruk poogt te wekken dat
Margaret Sargent's soms hopeloos lijkende strijd
voor geestelijk zelfbehoud een aantrekkelijke
opeenvolging van allerlei scabreuze avontuur
tjes is. Een dergelijke .aanbeveling" is beslist
niet noodzakelijk om belangrijke boeken, ook al
dateren zij van twintig of meer jaren terug, on
der de aandacht van het huidige publiek te
brengen. L'Espoir van André Malraux naast
Hemingway's For whom the bell tolls hèt grote
boek van 'de Spaanse Burgeroorlog moest in
een zeer grote oplage herdrukt worden om aan
de vraag te kunnen voldoen. Zoals Mary Mac
Carthy houdt ook Malraux zich intensief bezig
met de relatie tussen de mensen onderling. Voor
hem is de allerbelangrijkste vraag: hoe de broe
derschap der mensheid te verwezenlijken zon
der de vrijheid van het individu op te offeren,
of iets anders gesteld: in hoeverre kan deze vrij
heid door iedereen beleefd worden zonder aan
de vrijheid van het geheel afbreuk te doen.
Niet zich in een ivoren toren overgevend aan
schonè bespiegelingen heeft hij getracht het
antwoord op deze vraag te vinden maar door
zich telkens weer opnieuw in de roerige reali
teit te werpen Persoonlijkheid wordt de mens
niet louter door het huldigen van bepaalde op
vattingen doch door het stellen van daden. Mal
raux is zijn leven lang op zoek naar wat men
zou kunnen noemen: de totale mens, daarbij ge
leid door de overtuiging van de mogelijkheid
van diens bestaan. Hoeveel pessimistischer en
fatalistischer, ondanks hun prediking van boven
natuurlijke hulp, zijn schrijvers als zijn landge
noten Julien Green en George Bernanos: welk
een wanbegrip voor het menselijke in de mens
en welk een gebrek aan vergevingsgezindheid
openbaart zich steeds weer in hun werk. In
Minuit van Green en La joie van Bernanos kan
men zich weliswaar laten meeslepen door de
schitterende stijd en de virtuositeit van hun
psychologische chirurgie achteraf vraagt men
zich toch af hoe hun verbitterde speurtocht naar
menselijke tekortkomingen te rijmen is met eni
ge vorm van religieus beleven. Op hun roman
figuren wordt een minutieuze sectie toegepast
met de vooropgezette bedoeling het slachtoffer
als een baarlijke duivel aan de kaak te stellen.
Het weerzinwekkende van hun methode wordt
niet vergoed door de moraal, die de lezer van
deze geestelijke Jack the Rippers meekrijgt
wanneer hij aan het einde gekomen is van zijn
tocht door dit museum van zielkundige perver
sies.
Men moet eens een boek ter hand nemen als
Das Duell van Tsjechov om gewaar te worden
hoeveel humaner en oprechter een dergelijk on
derwerp benaderd kati worden. Of, om met het
werk van een veel jonger talent te besluiten:
The last temptation van Joseph Viertel, een met
meesterschap geschreven roman van twee jonge
mensen, die bij hun pogingen om de dertiger en
veertiger jaren te doorleven bij herhaling voor
gewetensvragen werden gesteld en tenslotte de
zin van hun leven in de mede-opbouw van de
jonge staat Israel vonden. A. M.
Wij doen deze keer een beroep op het
vernuft van onze puzzelaars in het zelf
bedenken van een „vulling" voor een kruis
woorddiagram. De bedoeling is dus, dat
men zelf woorden zoekt die in deze figuur
passen( zowel horizontaal als verticaal).
moest binnenlaten. Hij zag in, dat er niets
overbleef dan gehoorzamen. Dan ging de
bel: de eerste bediende meldde zich. De
wacht deed open, werd begroet met een
vrolijk' „Wat een prachtdag, Fred!"
„Dat zeg jij!" mompelde de wacht.
De employé stapte binnen en verschoot
van kleur, toen hij Bassett en diens re
volver zag. De wacht sloot de deur weer
terwijl Bassett de bediende beleefd ver
zocht, op een stoel plaats te nemen. Hij
had intussen een half dozijn stoelen klaar
gezet tegen de muur. De rest van het per
soneel werd binnengelaten, een voor een.
Ze mochten ook gaan zitten. Precies half
negen kwam de bankier zelf.
„Aha, het wachten was op u!" begroette
ik hem. We zouden graag willen dat u de
safe even opende. Als u doet wat ik zeg,
hebt u niets te vrezen. Ik maak er u echter
op attent dat het leven van uw mensen
in gevaar verkeert!" De baas, een man
van middelbare leeftijd, was geen slappe
ling. Ik voelde, dat hij bereid was, zijn
eigen leven te riskeren, vandaar mijn be
dreiging jegens zijn personeel. Hij worstel
de zichtbaar met het probleem. „Open de
safe, meneer!"
„Ik vrees, dat me geen andere weg open
blijft", berustte hij. „U ziet het goed", ant
woordde ik. „U hebt geen keus!"
Hij opende de deur van de safe. Er ston
den twee dozen met bankpapier: achten
veertigduizend dollar. Ik propte het in
mijn leren tas en zei de baas ook te gaan
zitten. Ik zei hem, dat we nu weggingen,
maar nog een derde man buiten hadden
staan. Als iemand het in zijn hoofd zou
halen, binnen vijf minuten alarm te slaan,
dan was zijn dood zeker. Ik wist, dat ze
na ons vertrek ogenblikkelijk zouden op
springen om naar de telefoon te hollen,
maar dat deerde me geen zier, als ze maar
niet meteen naar buiten zouden rennen.
Aan twee, drie minuten hadden Bassett en
ik voldoende. We liepen naar de deur, die
we achter ons sloten en waren een minuut
later verdwenen in het ziedende verkeer
op Jamaica Avenue.
SLECHT VERTAALD
Winnaar wordt hij, die bij de bedachte
woorden de meeste namen van bloemen,
planten of bomen heeft.
Men wordt verzocht, het ingevulde dia
gram op een briefkaart te plakken en daar
onder te vermelden, hoeveel namen van
bloemen, planten of bomen zich bij de in
gevulde woorden bevinden. Wij zijn be
nieuwd!
Om in aanmerking te komen voor een
van de drie geldprijzen ad 7,50, 5— en
2.50, dient men uiterlijk dinsdag 17 uur
de oplossing te zenden aan een van onze
bureaus in Haarlem, Grote Houtstraat 03
en Soendaplein; in IJmuiden: Lange
Nieuwstraat 427.
Men wordt verzocht de oplossingen uit
sluitend per briefkaart in te zenden, met
duidelijke vermelding: „Puzzel".
Oplossing vorige puzzel:
Het gevraagde woord als slotsom der
berekening luidt: Bejaardenzorg.
Prijswinnaars: 7.50: mej. A. M. Blom,
Eikenstraat 58, Haarlem; 5.T. Roo-
bolHofer, Brederodeweg 25, Santpoort-
Station; 2.50: C. Schippers, Platanen-
straat 47, IJmuiden-Oost.
GROTONDERZOEK IN ROEMENIë
NEEMT GROTE VLUCHT
In Roemenië zijn radio-actieve stalactie-
ten, hangende druipstenen, gevonden, al
dus meldt een Roemeens blad, in de grotten
van Hunedoara. Zij bevatten het element
carbon 14. Het is thans mogelijk met
groter nauwkeurigheid de ontwikkelings
gang van de flora der grotten en het leven
in de grotten vast te stellen. De afgeloppen
jaren heeft het grotonderzoek in Roemenië
een grote vlucht genomen.
OP DEZE MANIER doet Sutton met zijn
helpers nog een hele reeks van berovingen,
waarbij hij in telkens andere vermom
mingen optreedt. Lange tijd blijft het ge
luk hem gunstig gezind, maar tenslotte
loopt hij tegen de lamp. Een vonnis van
dertig jaar is zijn beloning, door te brengen
in een van de zwaarst-bewaakte gevange
nissen. Na korte tijd breekt hij uit, wordt
opnieuw gepakt en naar een andere ge
vangenis overgebracht, waar hij cellulair
krijgt. Opnieuw baant hij zich een weg
naar de vrijheid, leeft dan vele maanden
als een eerzaam verpleger in een hospitaal
op Staten Island, totdat hij tijdens een
uitstapje naar New York, herkend en weer
ingesloten wordt, nu voorgoed. In de straf
inrichting waar hij thans is opgeborgen
en waar hij bij elkaar honderdenzes
jaar uit te zitten heeft, neemt men geen
risico's: hij is er geen ogenblik zonder
toezicht.
Daar komt „Willie de acteur" dan tot
inkeer als u het geloven wil! en daar
dicteert hij ook aan Quentin Reynolds het
verhaal van zijn leven, waarvan de baten,
op Suttons wens, ten goede zullen komen
aan de bestrijding van de jeugdmisdaad.
„Ik, Willie Sutton" had boeiende lectuur
kunnen worden indien de Nederlandse ver
taler Willem van Iependaal er niet
op zo'n droevige manier met de pet naar
gegooid had. Een kleine bloemlezing uit
zijn bewerking willen wij u niet onthou
den: „Het was een bron van verdriet voor
mij, dat hij zijn uitzonderlijke talenten
niet wendde in de wettige kanalen"
.„Ik vermeen van wel, maar ik ga er
welhaast zeker van, dat hij...." „Dat be
tekent nog een andere (yet another) twin
tig jaren".... „Ik heb me eenvoudig aan
de arbeid gezet als zijn schrijfmachine".
„Ze was onkundig van m'n misdoen"....
„Jones ging niet in op m'n zeggen"....
„Ik heb een groot aantal mislukkingen op
m'n record staan."
WIJ gaan er dan ook welhaast zeker van
dat Willem van Iependaal („De commis
saris kan me nog meer vertellen" en Hotel
stoot je hoofd niet" bijvoorbeeld) zich een
voudig aan de arbeid gezet heeft als zijn
schrijfmachine. Misschien is hij zelfs on
kundig van z'n misdoen, maar wij ver
menen toch, dat deze vertaling een mis
lukking op zijn record betekent om niet
te zeggen een record-mislukking. Waarom
wendt Van Iependaal zijn uitzonderlijke
talenten niet liever in wettige kanalen,
waar hij minder gevaar loopt, zijn hoofd
te stoten? Het boek verscheen bij „De
Torenlaan" te Assen
II. Croesen 6
OP DIE gedenkwaardige avond zat de
minister-president van Israel, Ben Goerion,
eenzaam in zijn werkkamer en staarde ont
moedigd naar de muur. „O Heer," zuchtte
hij, „ik weet niet m^er wat ik doen moet.
We proberen de wereld ervan te overtuigen
dat we enkel vrede willen, dat veiligheid
ons enig verlangen is en dat we slechts
vragen naar recht - en toch stemt de hele
wereld tegen ons. We zien geen uitweg
meer. O Heer, laat uw volk niet in de
steek.
Een ontzettende ontploffing deed het
ganse land trillen en schokken. De minis
ter-president werd van zijn stoel gesmeten
door de luchtdruk, die alle ruiten van het
regeringsgebouw vernielde.
DIEZELFDE AVOND gingen alle seis-
mografen in Moskou stuk als door een ge
weldige aardbeving. De deskundigen be
rekenden, dat de schok zijn centrum in
het Midden-Oosten moest hebben gehad.
Geleerden over de geheele wereld deelden
die mening. Uit Washington kwam de vol
gende dag een geruststellend communiqué,
waarin werd medegedeeld dat een aard
schok had plaatsgehad, waarvan het epi
centrum zich in de Negebwoestijn bevond,
doch het ministerie van Buitenlandsa Za
ken van Israel ontkende die mededeling
diezelfde dag, zonder nochtans onthullingen
te doen.
De correspondent van de Londense Ob
server verbrak het zwijgen en seinde uit
Beiroet: „Laten we de feiten onder ogen
zien: Israel bezit een atoombom van ver
bazingwekkende kracht".
a,
David Ben Goerion
IN EEN uiterst gespannen sfeer richtte
de Israëlische UNO-afgevaardigde Abba
Eban zich tot de algemene vergadering der
UNO op de dag, dat het Afro-Aziatische
ultimatum aan Israel tot ontruiming van
Sinaï afliep: „Mijne heren," zei hij, „ik
heb de eer u mede te delen dat de Israëli
sche regering beschikt over een modern
atoomwapen, de zogenaamde fosfaatbom,
llllllliilllllllllliillllillllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Zelfs honden kunnen het te moeilijk
krijgen in de moderne stad, waar het jach
tig leven de mensen op de zenuwen werkt.
De drukte kan honden zelfs zo sterk be-
invloeden, dat zij er ook maagzweren van
kunnen krijgen. Een vooraanstaande Ame
rikaanse dierenarts, dr. William C. Glenn-
ney, doet deze bewering en kan haar ook
documenteren. Een hond wordt in de grote
stad door vele gevaren bedreigd en als
gevolg hiervan kan zich bij hem een
minderwaardigheidscomplex ontwikkelen.
Hij rent blaffend achter auto's en motor
fietsen aan, omdat deze voor hem grote
beesten zijn, die veel meer lawaai kunnen
maken dan hij en waartegen hij niet op
kan. Kinderen zijn ook funest voör zijn
rust. Ze kunnen zo leuk met hem spelen,
maar intussen wordt hij er gek van. Katten
nemen al die dingen gemakkelijker op. Zij
weten hoe zij zich moeten aanpassen, wis
ten ze dat niet, dan was het kattenras al
lang uitgestorven, zegt dr. Glenney. En hij
besluit: Behandel hem als een mens. Gun
hem zijn humeur en vervelende buien. Dat
maakt hem gelukkig en gezond.
Kroestjsjev
waarvan de vernietigende kracht honderd
negentig keer groter is dan die van de tot
nutoe bekende atoombommen. De fosfaat-
bom kan door geleide projectielen en an
dere middelen naar elk willekeurig doel
over de gehele aardbol worden vervoerd.
Ik dank u voor uw aandacht."
Hij verliet het spreekgestoelte zonder een
woord aan de eventuele terugtrekking uit
Sinaï te wijden. De Franse afgevaardigden
waren de eersten, die in een luid applaus
losbarstten. Zij werden daarin gevolgd door
de gedelegeerden van Nieuw Zeeland en
DE BEFAAMDE musea van Parijs, dia
bezoekers uit alle werelddelen trekken,
worden bedreigd met armoede. Gebrek aan
geld heeft enige musea gedwongen enkele
van hun galerijen te sluiten. Een museum
dreigt aan verval ten onder te gaan, twee
andere zijn reeds geheel verdwenen. Ar
moede dwong het Louvre een kwart van
het aantal bewakers van zijn onvervang
bare schilderijen en beeldhouwwerken te
ontslaan. Het nationale museum voor mo
derne kunst (Musée National d'Art Mo
derne), dat pas twintig jaar geleden is ge
bouwd, is aan het vervallen. Zo nu en dan,
wanneer er geld beschikbaar is, wordt er
wat hersteld. Het is al een jaar lang vrij
wel gesloten. Slechts een kwart van zijn
zalen is voor het publiek toegankelijk. De
voornaamste kunstwerken zijn echter aan
Engeland uitgeleend. De collecties van het
A tit Palais worden geregeld opgeslagen
om plaats te maken voor andere tentoon
stellingen. Het museum van publieke wer
ken (Musée des Travaux Publiques) is
verdwenen en de collecties zijn in opslag
plaatsen aan het verrotten. La cinema-
thèque (het filmmuseum) aan de Avenue
de Messine is verhuisd, men weet echter
nog niet waarheen. Het gemeentelijk mu
seum voor moderne kunst (Musée Munici
pal d'Art Moderne)bestaat nog niet. Zijn
galerijen worden nog gebruikt voor andere
tentoonstellingen. Andere geprojecteerde
musea zijn thans weinig meer dan herin
neringen: het Musée du moyen age et de
la Renaissance, het Musée de la Demeure
Francaise en het Musée de l'Air.
„Jonker Arnoud trekt het zwaard" en
„Het mysterie van de Larixlaan" zijn
jeugd-„pockets" van de uitgeverij „Hel
mond". Het eerste, door W. J. Verbeten, is
een romantische geschiedenis, zich afspe
lend in een vroeg-middeleeuwse entoura
ge van roofridders, toernooien en trouba
dours, vlot geschreven en niet ontbloot van
spanning. Het tweede, van de hand van
J. D. Degreef, beleeft al zijn tweede druk
en is een detectiveverhaal. Het begint nogal
rauw, met de vondst van een in pyjama ge
klede heer, die bewusteloos „in een plasje
bloed voor zijn bed" verwijlt. Maar het
valt allemaal nog wel mee en de bele
venissen van de „dekselse kwajongen" (die
het mysterie tenslotte als een volleerde
•i soeurder ontsluiert zijn zeer boeiend.
enkele Zuidamerikaanse en Europese af
vaardigingen.
De Engelse gedelegeerde applaudisseerde
niet, doch richtte zich glimlachend tot de
Israëlische afgevaardigde. De voorzitter
vroeg de leiders van het Aziatische blok
naar hun commentaar, waarop deze om
schorsing der vergadering voor onbepaalde
tijd verzochten.
De wereld had enkele dagen nodig om
van haar verbouwereerdheid te bekomen.
De Sovjet-Unie gelastte een gedeeltelijke
mobilisatie en trok troepen samen aan de
Perzische grens. Toen stuurde Ben Goerion
zijn beroemde brief aan Boelganin, waarin
hij waarschuwde dat Israel een agressie
tegen kleine nabuurstaten van Rusland niet
zou gedogen.
„Wat zou de Sovjet-Unie zeggen," schreef
hij, „als zij zou worden aangevallen door
Dwight D. Eisenhower
een macht, die betere atoomwapens bezat
dan zijzelf?" De Russische regering publi
ceerde de tekst van deze brief niet. doch
trok haar troepen terug.
De president van Amerika wenste Israel
geluk met de „prachtige resultaten der
Israëlische geleerden en technici" en gaf
als zijn hoop te kennen dat de „fosfaat
energie zou worden gebruikt voor vreed
zame doeleinden."
De „Iswestia" lanceerde een scherpe aan
val tegen de Arabische landen in een
hoofdartikel, dat „Arabische dictatoren,
die hulp en bescherming van westelijke
imperialisten genoten", hekelde.
Dag Hammarskjoeld bracht een rapport
uit, waarin Israel hogelijk werd geprezen
om de manier waarop dit „kleine doch
vooruitstrevende land' 'in Gaza de omstan
digheden der bevolking had verbeterd en
waarin de Egyptische autoriteiten werden
gecritiseerd. Het rapport, uitgebracht aan
de UNO, werd in de algemene vergadering
natuurlijk enthousiast ontvangen door de
zeventien landen van het Israel-bloc, doch
eveneens door de Latijns-Amerikaanse lan
den, Frankrijk, Burma en Ceylon. Een
zachtmoedige resolutie der Aziatische lan
den om „in vriendschappelijke sfeer da
theoretische aspecten van een eventuele
terugtrekking van Israel uit Gaza" te be
spreken, werd verworpen met 59 tegen 9
stemmen. De Syrische gedelegeerde wilde
iets over Israëlische troepenconcentraties
zeggen, doch de voorzitter ontnam hem het
woord en de Russische afgevaardigde smeet
hem de deur uit.
AMERIKA verleende Israel daags daarna
zevenhonderdvijftig miljoen dollar econo
mische hulp. Pakistan drong aan op een
bijeenkomst van de Grote Drie, namelijk
Rusland, Amerika en Israel. Israel stemde
toe, onder voorwaarde dat de conferentie
op Cyprus zou worden gehouden. Dulles,
die Eisenhower naar deze conferentie ver
gezelde, noemde de operatie-Suez „een der
schitterendste veldtochten der wereld
historie, waardoor Israel het prestige ver
wierf waarop het recht had." Vertrouwen,
hoop en recht overwonnen toen alle pro
blemen en sindsdien twijfelt niemand meer
aan het bestaansrecht van de staat Israel.
Er bleven slechts twee vragen open: wie
was de idioot bij het Israëlische hoofd
kwartier, die alle in de Sinaï-veldtocht
veroverde munitie op één stapel had laten
leggen in de Negeb-woestijn en wie had
die stapel laten ontploffen?
(Verkort overgenomen uit
de „Jerusalem Post")
Bij de uitgeverij Doubleday in New York
is een nieuw boek van John Dos Passos ver
schenen „The men who made the naitioti",
waarin de schrijver van de bekende
trilogie „USA" een aantal bekende en on
bekende figuren uit de Amerikaanse ge
schiedenis ophaalt.
Een van de onherbergzaamste streken op aarde is de Dodenvallei in Californië,
een dorre zoutwoestijn van duizend vierkante meter, waar dikwijls tempera
turen heersen van honderdtwintig graden Fahrenheit. Dierlijk en plantaardig
leven is er vrijwel onmogelijk als gevolg van de vreselijke hitte, de droogte
en de metersdikke afzettingen van borax en salpeterzouten. Omstreeks het
midden van de vorige eeuw hebben grote aantallen pioniers er naar goud ge
dolven. Velen zijn van dorst en uitputting omgekomen. Nu wagen slechts en
kele toeristen zich tot aan de rand van de Dodenvallei en dan nog alleen
in de vroege morgenstond als de temperatuur er nog dragelijk is. Dan echter
biedt het kale landschap een onvergetelijke aanblik. De opgaande zon tovert
een fascinerend patroon van licht en schaduw tussen de grillige windrimpels
in de woestijnbodem en op de glooiingen die reeds licht vangen, schitteren
oogverblindend myriaden zoutkristallen. Zo, stelt men zich voor, moet de aarde
er uitgezien hebben op de eerste scheppingsdag.