Ik, Willie Sutton" HOE ISRAEL DE SYMPATHIE DER WERELD VERWIERF NIEUWE BOEKEN jg in zakformaat Honden met neurosen Een satire door Ephraim Kishon PARIJSE MUSEA MET VERVAL BEDREIGD Misschien de grootste, maar stellig niet de meest gewetenloze misdadiger van de Verenigde Staten heeft in zijn cel zijn mémoires te boek gesteld om te voorkomen dat de losgeslagen jeugd hem tot voorbeeld op het pad der criminaliteit zou nemen. 33 VREEMDE HISTORIE Nieuw boek van Dos Passos BEELDROMANS, stripverhalen en sen satiefilms hebben bij een deel van de jeugd gevaarlijke denkbeelden doen postvatten met betrekking tot de misdaad en de mis dadigers. Rovers en moordenaars krijgen in dat soort „litteratuur" vaak het aureool van een soort supermannen, met het ge volg dat de jeugdcriminaliteit vooral in de Verenigde Staten van jaar tot jaar erger excessen te zien geeft. Daarom is het misschien wel goed, dat er van tijd tot tijd eens een boek zoals „Ik, Willie Sutton" verschijnt, waarin beroepsmis dadigers hun jeugdige aanbidders ook eens de keerzijde van de medaille voorleggen. Willie Sutton, een der beruchtste bank rovers van onze tijd, zit thans voor de rest van zijn leven opgeborgen in een der Amerikaanse gevangenissen, waar hij ein delijk tot het inzicht gekomen is dat de misdaad niet loont. „Misschien" zo leest men in het begin van zijn autobiografie „zou ik zelfs nu nog voor de rest van mijn leven een fat soenlijk en eervol bestaan kunnen leiden, maar ik zal nimmer meer de kans krijgen om dat te bewijzen. Toch kost het me geen moeite om hier, tussen de vier muren van mijn cel te zeggen: Het is goed zoals het is. Ik ben waar ik behoor te zijn. Ge durende éénenvijftig jaar heb ik niets anders gedaan dan de mensen verdriet bezorgen. Ik bedoel niet de mensen die ik beroofd heb van geld. Er is zat weelde op de wereld en ik nam tenslotte niet meer dan een twee miljoen dollar geduren de mijn relatief korte activiteit buiten de wet. Ik spreek over het leed dat ik de mensen die mij liefhadden aandeed. Ik was acht jaar toen ik vijftig centen van mijn grootmoeder stal om een duifje te kopen. Ik bracht ongeluk over iedereen. Over mijn vrouw en mijn kind, over mijn helpers in de misdaad, over allen met wie ik in connectie kwam. Iedereen die con tact met mij opnam, bracht ik dood, einde loze celstraf of vretend hartzeer. Ze zeg gen, dat ik de beste kraker ben. Ik be roofde tientallen banken en ik deed het wetenschappelijk. Ik bestudeerde de ge woonten van het personeel, van de wacht van de agenten in de omtrek. Ik nam de plattegrond goed in me op en bekeek voor alles de mogelijkheid van een ontsnappen bij een eventuele verrassing. Ik stelde me op de hoogte van de alarminstallaties, waar ze zich bevonden en hoe ze werkten. Dan begon ik met het instrueren van mijn helpers. Ieder onderdeel en ieders aandeel in het misdrijf was grondig doorgedacht en uitgestippeld. Alles werd berekend en bekeken. En wat was het resultaat! Ik ben nu éénenvijftig en bracht het grootste deel van mijn leven in de gevangenis door, terwijl ik geen cent meer bezit. Als ik u zeg, dat misdaad niet betaalt, dan spreek ik als een expert." DURF EN FANTASIE DE Amerikaanse journalist Quentin Rey nolds, die zijn levensbeschrijving opteken de, is ervan overtuigd, dat het Willie Sut ton ernst is met deze biecht. „Niets immers kan de duur van zijn straf meer ver korten", zo zegt hij. „En als zijn boek hem eventueel de sympathie van het publiek bezorgt, dan kan dat aan zijn lot niets meer veranderen. Sutton heeft slechts wil len voorkomen, dat de asfaltjeugd in hem een lichtend voorbeeld zou blijven zien, van de succesvolle misdadiger, die zich in weelde kan baden." Bij dit alles moet wel even vastgesteld worden, dat Willie Sutton inderdaad een figuur was, die tot de verbeelding van de massa sprak. In tegenstelling tot de andere koningen van de Amerikaanse onderwereld had hij bijvoorbeeld een afschuw van ge weld. „Nooit heb ik een vlieg of een plat voet (politieagent) ook maar een haar ge krenkt", zo getuigde hij voor de rechter en dat was juist. Wel was Willie bij de uitvoering van zijn akkevietjes steeds ge wapend met een revolver, maar meer dan ermee dreigen deed hij nooit. Zelfs toen de politie hem eindelijk voorgoed te pak ken kreeg, deed hij geen enkele poging tot verzet, hoewel hij wist, dat dit voor hem levenslang zou betekenen. Nog een punt in zijn voordeel was, dat hij zich nimmer vergrepen heeft aan het penningske der weduwe, aan geen enkele vorm van parti culier eigendom trouwens. Hij beroofde alleen banken en deed dat met zoveel schranderheid, durf en fantasie, dat hij de politie telkens weer schaakmat zette. De journalisten hielp hij in zijn beste jaren aan legio sappige verslagen, waarin vaak zelfs iets van heimelijke bewondering voor deze „ethische boef" doorklonk. En toen de rechter hem eens „de grootste en meest gewetenloze rover van de Verenigde Sta ten'" noemde, protesteerde Sutton: Mis schien wel de grootste, maar stellig niet de meest gewetenloze. Want de banken, die ik opknapte, zijn verzekerd tegen diefstal en de verzekeringsmaatschappijen zijn zo schatrijk, dat zij dergelijke schadepostjes nauwelijks merken." GEWAAGDE ROL SUTTON was zijn carrière als bank- breker begonnen op de conventionele ma nier: met breekijzer en zuurstofbrander. Al gauw echter ontwikkelde hij een ele gantere werkwijze. Hij huurde een kamer in het theaterdistrict van New York onder de naam van „De Waverly-school voor dramatische kunst" en liet briefkaarten en briefpapier met de naam van de onder neming bedrukken. Hij tikte op dit papier brieven aan verhuurondernemingen van toneelkostuums, waarin hij te kennen gaf, voor een van zijn dilettanten-uitvoeringen een aantal kostuums nodig te hebben. Prompt kwam het antwoord, dat' de acteurs zich maar moesten melden om te komen passen. Sutton ging dan naar de costumier en zocht er bijvoorbeeld het uniform van een telegrambesteller uit. Daarna verstuur de hij een telegram aan zijn eigen Waver- ly School of Drama, stoomde na ontvangst daarvan de enveloppe open en verbrandde de inhoud. Vervolgens typte hij de naam van de bank, die hij met een bezoek dacht te vereren, op een blanco telegramformu lier en schoof dit achter het doorzichtige ruitje van de lege enveloppe. Niemand zou lilllillllllllllliililinilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllilllllilllllllllllllllllll nu meer twijfelen aan de echtheid van het telegram en de zaak kon rollen. „Ik had", zo vertelt Sutton, „tevoren een grondige studie van de bank in kwestie, de Jamaica Bank op Long Island, gemaakt. Ik wist hoeveel employé's er werkten, wanneer ze 's morgens arriveerden en hoe laat de deur voor het publiek openging. Er was ook een bewaker, die tot taak had, de deur voor de employé's te openen, zodra hij dezen herkend had. Toen kwam de dag dat ik mijn slag zou slaan. Vijf uur in de morgen schminkte ik me een platte neus, dikte mijn wangen wat op en gaf mijn gelaat wat meer kleur. Toen het uni form aan en het telegram in mijn tas. Ik was klaar! Even nadat de wacht die morgen de deur had geopend, belde ik aan. Hij deed open, keek door de kier, zag mijn uniform en deed de ketting van de haak. „Telegram voor je baas!" zei ik, terwijl ik hem de enveloppe gaf en het notitie boekje, waarin hij voor ontvangst moest tekenen. „Even uw naam zetten, ja?" Hij hield het notitieboekje in zijn linkerhand, begon te schrijven met zijn rechterhand. Zodra ik dat zag, haalde ik mijn revolver voor de dag en zei rustig, dat hem geen haar gekrenkt zou worden als hij zich rustig gedroeg. Op dat moment kwam Bas- sett, mijn helper, tevoorschijn. Hij sloot de deur achter zich. Over enkele minuten zouden de bankemployé's arriveren. Ik vertelde de wacht, dat hij hen gewoon LIEFHEBBERS der moderne Amerikaanse lit teratuur hebben het steeds als een gemis onder- Vonden dat van Mary MacCarthy tot dusver nog niets anders dan enige in diverse bloemlezingen opgenomen korte verhalen in zakboekvorm her uitgegeven werden. Wellicht is dit te wijten aan het feit dat haar faam voornamelijk berust op haar minder omvangrijke werken: korte verha len in The New Yorker, toneelcritieken in Par tisan Review en dergelijke, die tezamengevoegd verscheidene omvangrijke delen zouden vormen, terwijl haar werk in boekvorm beperkt bleef tot The oasis, Cast a cold eye, The groves of Aca deme en The company she keeps. Mary Mac Carthy behoort niet tot de allerjongste genera tie. Zij heeft de economische en politieke bewo genheid der dertiger jaren bewust doorleefd en geanalyseerd. In het zojuist goedkoop herdrukte The company she keeps, een sterk autobiogra fisch gekleurd werk, wordt de figuur van een aantrekkelijke jonge vrouw met voor die tijd progressieve opvattingen geplaatst temidden van een aantal uiteenlopende mensentypen, die elk voor zich met hun zo fervent beleden levens overtuiging transigeren. Het is buitengewoon be treurenswaardig dat de uitgever op de omslag van dit boek de indruk poogt te wekken dat Margaret Sargent's soms hopeloos lijkende strijd voor geestelijk zelfbehoud een aantrekkelijke opeenvolging van allerlei scabreuze avontuur tjes is. Een dergelijke .aanbeveling" is beslist niet noodzakelijk om belangrijke boeken, ook al dateren zij van twintig of meer jaren terug, on der de aandacht van het huidige publiek te brengen. L'Espoir van André Malraux naast Hemingway's For whom the bell tolls hèt grote boek van 'de Spaanse Burgeroorlog moest in een zeer grote oplage herdrukt worden om aan de vraag te kunnen voldoen. Zoals Mary Mac Carthy houdt ook Malraux zich intensief bezig met de relatie tussen de mensen onderling. Voor hem is de allerbelangrijkste vraag: hoe de broe derschap der mensheid te verwezenlijken zon der de vrijheid van het individu op te offeren, of iets anders gesteld: in hoeverre kan deze vrij heid door iedereen beleefd worden zonder aan de vrijheid van het geheel afbreuk te doen. Niet zich in een ivoren toren overgevend aan schonè bespiegelingen heeft hij getracht het antwoord op deze vraag te vinden maar door zich telkens weer opnieuw in de roerige reali teit te werpen Persoonlijkheid wordt de mens niet louter door het huldigen van bepaalde op vattingen doch door het stellen van daden. Mal raux is zijn leven lang op zoek naar wat men zou kunnen noemen: de totale mens, daarbij ge leid door de overtuiging van de mogelijkheid van diens bestaan. Hoeveel pessimistischer en fatalistischer, ondanks hun prediking van boven natuurlijke hulp, zijn schrijvers als zijn landge noten Julien Green en George Bernanos: welk een wanbegrip voor het menselijke in de mens en welk een gebrek aan vergevingsgezindheid openbaart zich steeds weer in hun werk. In Minuit van Green en La joie van Bernanos kan men zich weliswaar laten meeslepen door de schitterende stijd en de virtuositeit van hun psychologische chirurgie achteraf vraagt men zich toch af hoe hun verbitterde speurtocht naar menselijke tekortkomingen te rijmen is met eni ge vorm van religieus beleven. Op hun roman figuren wordt een minutieuze sectie toegepast met de vooropgezette bedoeling het slachtoffer als een baarlijke duivel aan de kaak te stellen. Het weerzinwekkende van hun methode wordt niet vergoed door de moraal, die de lezer van deze geestelijke Jack the Rippers meekrijgt wanneer hij aan het einde gekomen is van zijn tocht door dit museum van zielkundige perver sies. Men moet eens een boek ter hand nemen als Das Duell van Tsjechov om gewaar te worden hoeveel humaner en oprechter een dergelijk on derwerp benaderd kati worden. Of, om met het werk van een veel jonger talent te besluiten: The last temptation van Joseph Viertel, een met meesterschap geschreven roman van twee jonge mensen, die bij hun pogingen om de dertiger en veertiger jaren te doorleven bij herhaling voor gewetensvragen werden gesteld en tenslotte de zin van hun leven in de mede-opbouw van de jonge staat Israel vonden. A. M. Wij doen deze keer een beroep op het vernuft van onze puzzelaars in het zelf bedenken van een „vulling" voor een kruis woorddiagram. De bedoeling is dus, dat men zelf woorden zoekt die in deze figuur passen( zowel horizontaal als verticaal). moest binnenlaten. Hij zag in, dat er niets overbleef dan gehoorzamen. Dan ging de bel: de eerste bediende meldde zich. De wacht deed open, werd begroet met een vrolijk' „Wat een prachtdag, Fred!" „Dat zeg jij!" mompelde de wacht. De employé stapte binnen en verschoot van kleur, toen hij Bassett en diens re volver zag. De wacht sloot de deur weer terwijl Bassett de bediende beleefd ver zocht, op een stoel plaats te nemen. Hij had intussen een half dozijn stoelen klaar gezet tegen de muur. De rest van het per soneel werd binnengelaten, een voor een. Ze mochten ook gaan zitten. Precies half negen kwam de bankier zelf. „Aha, het wachten was op u!" begroette ik hem. We zouden graag willen dat u de safe even opende. Als u doet wat ik zeg, hebt u niets te vrezen. Ik maak er u echter op attent dat het leven van uw mensen in gevaar verkeert!" De baas, een man van middelbare leeftijd, was geen slappe ling. Ik voelde, dat hij bereid was, zijn eigen leven te riskeren, vandaar mijn be dreiging jegens zijn personeel. Hij worstel de zichtbaar met het probleem. „Open de safe, meneer!" „Ik vrees, dat me geen andere weg open blijft", berustte hij. „U ziet het goed", ant woordde ik. „U hebt geen keus!" Hij opende de deur van de safe. Er ston den twee dozen met bankpapier: achten veertigduizend dollar. Ik propte het in mijn leren tas en zei de baas ook te gaan zitten. Ik zei hem, dat we nu weggingen, maar nog een derde man buiten hadden staan. Als iemand het in zijn hoofd zou halen, binnen vijf minuten alarm te slaan, dan was zijn dood zeker. Ik wist, dat ze na ons vertrek ogenblikkelijk zouden op springen om naar de telefoon te hollen, maar dat deerde me geen zier, als ze maar niet meteen naar buiten zouden rennen. Aan twee, drie minuten hadden Bassett en ik voldoende. We liepen naar de deur, die we achter ons sloten en waren een minuut later verdwenen in het ziedende verkeer op Jamaica Avenue. SLECHT VERTAALD Winnaar wordt hij, die bij de bedachte woorden de meeste namen van bloemen, planten of bomen heeft. Men wordt verzocht, het ingevulde dia gram op een briefkaart te plakken en daar onder te vermelden, hoeveel namen van bloemen, planten of bomen zich bij de in gevulde woorden bevinden. Wij zijn be nieuwd! Om in aanmerking te komen voor een van de drie geldprijzen ad 7,50, 5— en 2.50, dient men uiterlijk dinsdag 17 uur de oplossing te zenden aan een van onze bureaus in Haarlem, Grote Houtstraat 03 en Soendaplein; in IJmuiden: Lange Nieuwstraat 427. Men wordt verzocht de oplossingen uit sluitend per briefkaart in te zenden, met duidelijke vermelding: „Puzzel". Oplossing vorige puzzel: Het gevraagde woord als slotsom der berekening luidt: Bejaardenzorg. Prijswinnaars: 7.50: mej. A. M. Blom, Eikenstraat 58, Haarlem; 5.T. Roo- bolHofer, Brederodeweg 25, Santpoort- Station; 2.50: C. Schippers, Platanen- straat 47, IJmuiden-Oost. GROTONDERZOEK IN ROEMENIë NEEMT GROTE VLUCHT In Roemenië zijn radio-actieve stalactie- ten, hangende druipstenen, gevonden, al dus meldt een Roemeens blad, in de grotten van Hunedoara. Zij bevatten het element carbon 14. Het is thans mogelijk met groter nauwkeurigheid de ontwikkelings gang van de flora der grotten en het leven in de grotten vast te stellen. De afgeloppen jaren heeft het grotonderzoek in Roemenië een grote vlucht genomen. OP DEZE MANIER doet Sutton met zijn helpers nog een hele reeks van berovingen, waarbij hij in telkens andere vermom mingen optreedt. Lange tijd blijft het ge luk hem gunstig gezind, maar tenslotte loopt hij tegen de lamp. Een vonnis van dertig jaar is zijn beloning, door te brengen in een van de zwaarst-bewaakte gevange nissen. Na korte tijd breekt hij uit, wordt opnieuw gepakt en naar een andere ge vangenis overgebracht, waar hij cellulair krijgt. Opnieuw baant hij zich een weg naar de vrijheid, leeft dan vele maanden als een eerzaam verpleger in een hospitaal op Staten Island, totdat hij tijdens een uitstapje naar New York, herkend en weer ingesloten wordt, nu voorgoed. In de straf inrichting waar hij thans is opgeborgen en waar hij bij elkaar honderdenzes jaar uit te zitten heeft, neemt men geen risico's: hij is er geen ogenblik zonder toezicht. Daar komt „Willie de acteur" dan tot inkeer als u het geloven wil! en daar dicteert hij ook aan Quentin Reynolds het verhaal van zijn leven, waarvan de baten, op Suttons wens, ten goede zullen komen aan de bestrijding van de jeugdmisdaad. „Ik, Willie Sutton" had boeiende lectuur kunnen worden indien de Nederlandse ver taler Willem van Iependaal er niet op zo'n droevige manier met de pet naar gegooid had. Een kleine bloemlezing uit zijn bewerking willen wij u niet onthou den: „Het was een bron van verdriet voor mij, dat hij zijn uitzonderlijke talenten niet wendde in de wettige kanalen" .„Ik vermeen van wel, maar ik ga er welhaast zeker van, dat hij...." „Dat be tekent nog een andere (yet another) twin tig jaren".... „Ik heb me eenvoudig aan de arbeid gezet als zijn schrijfmachine". „Ze was onkundig van m'n misdoen".... „Jones ging niet in op m'n zeggen".... „Ik heb een groot aantal mislukkingen op m'n record staan." WIJ gaan er dan ook welhaast zeker van dat Willem van Iependaal („De commis saris kan me nog meer vertellen" en Hotel stoot je hoofd niet" bijvoorbeeld) zich een voudig aan de arbeid gezet heeft als zijn schrijfmachine. Misschien is hij zelfs on kundig van z'n misdoen, maar wij ver menen toch, dat deze vertaling een mis lukking op zijn record betekent om niet te zeggen een record-mislukking. Waarom wendt Van Iependaal zijn uitzonderlijke talenten niet liever in wettige kanalen, waar hij minder gevaar loopt, zijn hoofd te stoten? Het boek verscheen bij „De Torenlaan" te Assen II. Croesen 6 OP DIE gedenkwaardige avond zat de minister-president van Israel, Ben Goerion, eenzaam in zijn werkkamer en staarde ont moedigd naar de muur. „O Heer," zuchtte hij, „ik weet niet m^er wat ik doen moet. We proberen de wereld ervan te overtuigen dat we enkel vrede willen, dat veiligheid ons enig verlangen is en dat we slechts vragen naar recht - en toch stemt de hele wereld tegen ons. We zien geen uitweg meer. O Heer, laat uw volk niet in de steek. Een ontzettende ontploffing deed het ganse land trillen en schokken. De minis ter-president werd van zijn stoel gesmeten door de luchtdruk, die alle ruiten van het regeringsgebouw vernielde. DIEZELFDE AVOND gingen alle seis- mografen in Moskou stuk als door een ge weldige aardbeving. De deskundigen be rekenden, dat de schok zijn centrum in het Midden-Oosten moest hebben gehad. Geleerden over de geheele wereld deelden die mening. Uit Washington kwam de vol gende dag een geruststellend communiqué, waarin werd medegedeeld dat een aard schok had plaatsgehad, waarvan het epi centrum zich in de Negebwoestijn bevond, doch het ministerie van Buitenlandsa Za ken van Israel ontkende die mededeling diezelfde dag, zonder nochtans onthullingen te doen. De correspondent van de Londense Ob server verbrak het zwijgen en seinde uit Beiroet: „Laten we de feiten onder ogen zien: Israel bezit een atoombom van ver bazingwekkende kracht". a, David Ben Goerion IN EEN uiterst gespannen sfeer richtte de Israëlische UNO-afgevaardigde Abba Eban zich tot de algemene vergadering der UNO op de dag, dat het Afro-Aziatische ultimatum aan Israel tot ontruiming van Sinaï afliep: „Mijne heren," zei hij, „ik heb de eer u mede te delen dat de Israëli sche regering beschikt over een modern atoomwapen, de zogenaamde fosfaatbom, llllllliilllllllllliillllillllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Zelfs honden kunnen het te moeilijk krijgen in de moderne stad, waar het jach tig leven de mensen op de zenuwen werkt. De drukte kan honden zelfs zo sterk be- invloeden, dat zij er ook maagzweren van kunnen krijgen. Een vooraanstaande Ame rikaanse dierenarts, dr. William C. Glenn- ney, doet deze bewering en kan haar ook documenteren. Een hond wordt in de grote stad door vele gevaren bedreigd en als gevolg hiervan kan zich bij hem een minderwaardigheidscomplex ontwikkelen. Hij rent blaffend achter auto's en motor fietsen aan, omdat deze voor hem grote beesten zijn, die veel meer lawaai kunnen maken dan hij en waartegen hij niet op kan. Kinderen zijn ook funest voör zijn rust. Ze kunnen zo leuk met hem spelen, maar intussen wordt hij er gek van. Katten nemen al die dingen gemakkelijker op. Zij weten hoe zij zich moeten aanpassen, wis ten ze dat niet, dan was het kattenras al lang uitgestorven, zegt dr. Glenney. En hij besluit: Behandel hem als een mens. Gun hem zijn humeur en vervelende buien. Dat maakt hem gelukkig en gezond. Kroestjsjev waarvan de vernietigende kracht honderd negentig keer groter is dan die van de tot nutoe bekende atoombommen. De fosfaat- bom kan door geleide projectielen en an dere middelen naar elk willekeurig doel over de gehele aardbol worden vervoerd. Ik dank u voor uw aandacht." Hij verliet het spreekgestoelte zonder een woord aan de eventuele terugtrekking uit Sinaï te wijden. De Franse afgevaardigden waren de eersten, die in een luid applaus losbarstten. Zij werden daarin gevolgd door de gedelegeerden van Nieuw Zeeland en DE BEFAAMDE musea van Parijs, dia bezoekers uit alle werelddelen trekken, worden bedreigd met armoede. Gebrek aan geld heeft enige musea gedwongen enkele van hun galerijen te sluiten. Een museum dreigt aan verval ten onder te gaan, twee andere zijn reeds geheel verdwenen. Ar moede dwong het Louvre een kwart van het aantal bewakers van zijn onvervang bare schilderijen en beeldhouwwerken te ontslaan. Het nationale museum voor mo derne kunst (Musée National d'Art Mo derne), dat pas twintig jaar geleden is ge bouwd, is aan het vervallen. Zo nu en dan, wanneer er geld beschikbaar is, wordt er wat hersteld. Het is al een jaar lang vrij wel gesloten. Slechts een kwart van zijn zalen is voor het publiek toegankelijk. De voornaamste kunstwerken zijn echter aan Engeland uitgeleend. De collecties van het A tit Palais worden geregeld opgeslagen om plaats te maken voor andere tentoon stellingen. Het museum van publieke wer ken (Musée des Travaux Publiques) is verdwenen en de collecties zijn in opslag plaatsen aan het verrotten. La cinema- thèque (het filmmuseum) aan de Avenue de Messine is verhuisd, men weet echter nog niet waarheen. Het gemeentelijk mu seum voor moderne kunst (Musée Munici pal d'Art Moderne)bestaat nog niet. Zijn galerijen worden nog gebruikt voor andere tentoonstellingen. Andere geprojecteerde musea zijn thans weinig meer dan herin neringen: het Musée du moyen age et de la Renaissance, het Musée de la Demeure Francaise en het Musée de l'Air. „Jonker Arnoud trekt het zwaard" en „Het mysterie van de Larixlaan" zijn jeugd-„pockets" van de uitgeverij „Hel mond". Het eerste, door W. J. Verbeten, is een romantische geschiedenis, zich afspe lend in een vroeg-middeleeuwse entoura ge van roofridders, toernooien en trouba dours, vlot geschreven en niet ontbloot van spanning. Het tweede, van de hand van J. D. Degreef, beleeft al zijn tweede druk en is een detectiveverhaal. Het begint nogal rauw, met de vondst van een in pyjama ge klede heer, die bewusteloos „in een plasje bloed voor zijn bed" verwijlt. Maar het valt allemaal nog wel mee en de bele venissen van de „dekselse kwajongen" (die het mysterie tenslotte als een volleerde •i soeurder ontsluiert zijn zeer boeiend. enkele Zuidamerikaanse en Europese af vaardigingen. De Engelse gedelegeerde applaudisseerde niet, doch richtte zich glimlachend tot de Israëlische afgevaardigde. De voorzitter vroeg de leiders van het Aziatische blok naar hun commentaar, waarop deze om schorsing der vergadering voor onbepaalde tijd verzochten. De wereld had enkele dagen nodig om van haar verbouwereerdheid te bekomen. De Sovjet-Unie gelastte een gedeeltelijke mobilisatie en trok troepen samen aan de Perzische grens. Toen stuurde Ben Goerion zijn beroemde brief aan Boelganin, waarin hij waarschuwde dat Israel een agressie tegen kleine nabuurstaten van Rusland niet zou gedogen. „Wat zou de Sovjet-Unie zeggen," schreef hij, „als zij zou worden aangevallen door Dwight D. Eisenhower een macht, die betere atoomwapens bezat dan zijzelf?" De Russische regering publi ceerde de tekst van deze brief niet. doch trok haar troepen terug. De president van Amerika wenste Israel geluk met de „prachtige resultaten der Israëlische geleerden en technici" en gaf als zijn hoop te kennen dat de „fosfaat energie zou worden gebruikt voor vreed zame doeleinden." De „Iswestia" lanceerde een scherpe aan val tegen de Arabische landen in een hoofdartikel, dat „Arabische dictatoren, die hulp en bescherming van westelijke imperialisten genoten", hekelde. Dag Hammarskjoeld bracht een rapport uit, waarin Israel hogelijk werd geprezen om de manier waarop dit „kleine doch vooruitstrevende land' 'in Gaza de omstan digheden der bevolking had verbeterd en waarin de Egyptische autoriteiten werden gecritiseerd. Het rapport, uitgebracht aan de UNO, werd in de algemene vergadering natuurlijk enthousiast ontvangen door de zeventien landen van het Israel-bloc, doch eveneens door de Latijns-Amerikaanse lan den, Frankrijk, Burma en Ceylon. Een zachtmoedige resolutie der Aziatische lan den om „in vriendschappelijke sfeer da theoretische aspecten van een eventuele terugtrekking van Israel uit Gaza" te be spreken, werd verworpen met 59 tegen 9 stemmen. De Syrische gedelegeerde wilde iets over Israëlische troepenconcentraties zeggen, doch de voorzitter ontnam hem het woord en de Russische afgevaardigde smeet hem de deur uit. AMERIKA verleende Israel daags daarna zevenhonderdvijftig miljoen dollar econo mische hulp. Pakistan drong aan op een bijeenkomst van de Grote Drie, namelijk Rusland, Amerika en Israel. Israel stemde toe, onder voorwaarde dat de conferentie op Cyprus zou worden gehouden. Dulles, die Eisenhower naar deze conferentie ver gezelde, noemde de operatie-Suez „een der schitterendste veldtochten der wereld historie, waardoor Israel het prestige ver wierf waarop het recht had." Vertrouwen, hoop en recht overwonnen toen alle pro blemen en sindsdien twijfelt niemand meer aan het bestaansrecht van de staat Israel. Er bleven slechts twee vragen open: wie was de idioot bij het Israëlische hoofd kwartier, die alle in de Sinaï-veldtocht veroverde munitie op één stapel had laten leggen in de Negeb-woestijn en wie had die stapel laten ontploffen? (Verkort overgenomen uit de „Jerusalem Post") Bij de uitgeverij Doubleday in New York is een nieuw boek van John Dos Passos ver schenen „The men who made the naitioti", waarin de schrijver van de bekende trilogie „USA" een aantal bekende en on bekende figuren uit de Amerikaanse ge schiedenis ophaalt. Een van de onherbergzaamste streken op aarde is de Dodenvallei in Californië, een dorre zoutwoestijn van duizend vierkante meter, waar dikwijls tempera turen heersen van honderdtwintig graden Fahrenheit. Dierlijk en plantaardig leven is er vrijwel onmogelijk als gevolg van de vreselijke hitte, de droogte en de metersdikke afzettingen van borax en salpeterzouten. Omstreeks het midden van de vorige eeuw hebben grote aantallen pioniers er naar goud ge dolven. Velen zijn van dorst en uitputting omgekomen. Nu wagen slechts en kele toeristen zich tot aan de rand van de Dodenvallei en dan nog alleen in de vroege morgenstond als de temperatuur er nog dragelijk is. Dan echter biedt het kale landschap een onvergetelijke aanblik. De opgaande zon tovert een fascinerend patroon van licht en schaduw tussen de grillige windrimpels in de woestijnbodem en op de glooiingen die reeds licht vangen, schitteren oogverblindend myriaden zoutkristallen. Zo, stelt men zich voor, moet de aarde er uitgezien hebben op de eerste scheppingsdag.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 15