E
VAN DE NATIONALE MARKTEN NAAR
EEN EUROPESE MARKTGEMEENSCHAP
Kapitale zang van Mimi Aarden
in operaconcert te Velsen
Parlementaire controle op
uitvoering der Landbouwwet
Bestrijding van pijn
belangrijk verbeterd!
Chefarine.4
Eerste Kamer bespreekt het
economisch beleid
Minister stelt de mogelijkheid van
beroep tegen zijn bestluiten open
hoest?
weg hoest!
WOENSDAG 27 MAART 1957
5
Parlementair commentaar
Televisie kost het dubbele
van de ontvangen kijkgelden
Bloemen-Bertha wordt
zeventig jaar
door
drs. G. M. Nederhorst
Betaling
abonnementsgeld
per giro
Twee prinsessen bij
optreden van Trenet
Onderwijzer voerde
zichzelf af
Twee Nederlanders in
Indonesië veroordeeld
(Van onze Kamerverslaggever)
De nieuwe wet ter bescherming van de
landbouw verleent grote bevoegdheden aan
de minister van Landbouw om in bepaalde
omstandigheden snel te kunnen handelen.
In antwoord op de daartegen geopperde
bezwaren merkte minister Mansholt gis
teren in de Tweede Kamer op, dat hij die
bevoegdheden ook reeds bezat op grond
van de oude wetten, die door de nieuwe
wet worden vervangen.
Hjj was echter bereid tegemoet,te komen
aan het verlangen uit de Kamer, voor be
langhebbenden tegen besluiten van de mi
nister beroep open te stellen bij het college
van beroep voor het bedrijfsleven.
In feite is de nieuwe wet een machti
gingswet. Er wordt geen beleid in uitge
stippeld. Maar omdat het een wet is, die
de minister van Landbouw grote macht
geeft, is de parlementaire controle op de
uitvoering van groot belang. Teneinde in
dit opzicht tegemoet te komen aan het ver
langen van de heer V a n D ij k (VVD), deed
minister Mansholt de toezegging, bij het
afkondigen van besluiten in het Staatsblad
daarbij tevens een toelichting te geven.
Kamerleden kunnen dan direct vragen
stellen of een interpellatie aanvragen en
aldus controle uitoefenen. Deze oplossing
vond de minister ook beter dan het be
krachtigen achteraf door het parlement van
algemene maatregelen van bestuur, want
dan loopt men voortdurend vele weken
achter de zaken aan. Er moet dan een wet
worden ingediend, hetgeen enige tijd vergt
en dan moet niet alleen de Tweede Kamer,
maar ook de Eerste Kamer deze wet goed
keuren. Daarmede zullen altijd vele weken
gemoeid zijn.
Besluiten op het gebied van het telen,
kweken, fokken en broeden wilde de heer
Biesheuvel (A.R.) echter toch achteraf
doen goedkeuren door de Staten-Generaal.
Hij zag daarin geen enkel bezwaar en
handhaafde zijn desbetreffend amende
ment.
Ook de heer Van D ij k (V.V.D.) hand
haafde zijn amendement volgens hetwelk
de minister bij het treffen van een maat
regel gelijktijdig een toelichting moet zen
den aan de Staten-Generaal.
Aan dit laatste amendement gaf minister
Mansholt de voorkeur boven het amende
ment van de heer Biesheuvel, maar tegen
beide amendementen had hij geen over
wegend bezwaar en hij liet de Kamer vrij
te kiezen. Er lijkt in de Kamer een voor-
ADVERTENT1E
(Van onze parlementaire redacteur)
Tot de belangrijkste taken van de volks
vertegenwoordiging behoort ontegenzegge
lijk waakzaamheid ten behoeve van de
rechtsbescherming en van de rechten van
de burgers. Bij de behandeling van de
Landbouwwet heeft de Kamer getoond,
zich van deze taak te willen kwijten. Die
wet kent vrij grote bevoegdheden aan de
minister van Landbouw, Visserij en Voed
selvoorziening toe. Met het oog op bevor
dering van de voortbrenging, de afzet en
een redelijke prijsvorming van landbouw-
produkten kan hij algemene maatregelen
van bestuur uitvaardigen, ook ten behoe
ve van de afnemers. Het parlement komt
bij de vaststelling van een algemene maat
regel van bestuur er niet aan te pas, hoe
wel toch in vele gevallen belangen en rech
ten van grote groepen van burgers in het
geding zijn. Gelukkig zijn de Kamers be
voegd op het regeringsbeleid toezicht uit te
oefenen. Van hun kant hebben de minis-
'ers zich tegenover het parlement te ver
antwoorden. Maar dat toezicht en die ver
antwoordingsplicht komen pas achteraf
aan de orde, dus pas nadat de algemene
maatregelen rechtskracht hebben verkre
gen Om de zeggingschap van de Kamers
op dit gebied zo groot mogelijk te maken,
wilde de heer Biesheuvel (A.R.) met behulp
van een amendement in de wet laten op
nemen, dat na afkondiging van een alge
mene maatregel van bestuur onverwijld
aan de Staten-Generaal een voorstel zou
worden gedaan om de maatregel bij de wet.
te bekrachtigen. Zou deze uitblijven, dan
moest de algemene maatregel van bestuur
worden ingetrokken.
Minister Mansholt verzocht een derge
lijke wijziging achterwege te laten op gron
den van praktische aard: de wettelijke be
krachtiging zou in de regel pas een vijftal
maanden later aan de orde komen en dan
zou er al die tijd eigenlijk rechtsonzeker
heid heersen. De minister voelde alles voor
een zo groot mogelijke parlementaire zeg
gingschap, maar hij meende tegen een min
der praktische regeling te moeten waar
schuwen.
Dit was in feite de kern van het belang
rijkste probleem, dat zich bij de behande
ling van de Landbouwwet voordeed: hoe
ver men, met het oog op de rechten van
de burgers, de bevoegdheden van de uit
voerende macht kan en mag laten gaan.
Enerzijds is het zaak tegen machtsmisbruik
door de overheid zekere wettelijke waar
borgen te scheppen. Maar aan de andere
kant dient men er zich rekenschap van te
geven, dat de ingewikkeldheid van het eco
nomisch en maatschappelijk leven het vaak
•dikans ondoenlijk maakt alles in wetsbe-
-pingen te regelen en dat degenen, die met
et dagelijks beleid belast zijn, zekere arm
er moeten hebben Voor macht.swillekeur
:n de overheid behoeft men uiteindelijk
-t beducht te zijn, omdat de Kamers in
'aat. zijn daaraan een eind te maken. Het
s zeker in de Kamerleden te prijzen, dat
'.ij waakzaam blijven. Maar uit praktische
overwegingen verdient het aanbeveling
zich bij die waakzaamheid te hoeden voor
perfectionisme.
keur te zijn voor de oplossing van de heer
Van Dijk. Morgen zal over de amendemen
ten worden gestemd.
Minister Mansholt vestigde er nog de
aandacht op, dat de bevoegdheden in de
wet alleen gelden voor normale situaties
en niet voor abnormale omstandigheden,
zoals bijvoorbeeld in oorlogstijd. De be
voegdheden zijn beperkt tot het noodzake
lijke, maar het zijn er toch zeer vele. Daar
bij staat de regering op het standpunt, dat
wat een P.B.O.-orgaan kan doen, dus een
produktschap of een bedrijfschap, niet moet
worden gedaan door da staat. De wet laat
daarom ruime ontplooiingsmogelijkheden
voor de bedrijfsorganen.
Nijverheidsonderwijs
Bij de wet van 9 april 1954 is de regering
gemachtigd geldleningen te garanderen tot
ten hoogste 275 miljoen gulden totaal voor
de stichting en inrichting van gesubsidieer
de bijzondere scholen voor nijverheids
onderwijs. Het maximumbedrag is thans al
bijna bereikt en daarom heeft de Tweede
Kamer gisteren het plafond verhoogd tot
400 miljoen gulden, omdat het nog steeds
groeiende aantal leerlingen van de nijver
heidsscholen en de toenemende belangstel
ling voor dit onderwijs uitbreiding nood
zakelijk blijft maken. Er is een groot tekort
aan nijverheidsscholen, maar het is thans
zeer moeilijk voor de schoolbesturen kapi
taal aan te trekken om te kunnen bouwen.
Daarom vroeg de heer Engelbertink
(K.V.P.) hoe minister Cals de schoolbestu
ren in deze nood wilde helpen.
Minister Cals antwoordde, dat zijn ambt
genoot van Financiën faciliteiten heeft ver
leend, waardoor voorlopig de in uitvoering
zijnde nijverheidsscholen en de scholen, die
klaar zijn om te worden aanbesteed, niet
in het gedrang zullen komen.
De minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft de Eerste Kamer in
zijn memorie van antwoord meegedeeld,
dat verhoging van de luiterbij dragen in
derdaad achterwege zou kunnen blijven
als de Wereldomroep uit de staatskas zou
worden bekostigd, tenminste voor wat de
naaste toekomst betreft. Men moet op den
duur echter met stijging van de exploitatie
lasten rekening houden. Over de kijkgelden
merkt de minister op, dat deze in i 957 met
een totaal van 4.500.000, (waarvan
250.000 inningskosten voor de PTT) een
flink eind boven de geraamde 3.900.000
zullen uitkomen. Overigens bedragen de
uitgaven voor de televisie nog het dubbele
van de inkomsten het zal niet mogelijk zijn
voor de beeldomroep meer geld beschik
baar te stellen dan op de begroting uitge
trokken is.
Het televisdebeleid van de regering op
lange termijn, zo deelt de minister voorts
mee, is in de eerste plaats afhankelijk van
de vraag of een systeem van commerciële
televisie zal worden aanvaard. Voor wat
de belangstelling van'het publiek voor de
televisie betreft, geeft de minister een op
gaaf van het aanvankelijk geraamde aan
tal toestellen in de afgelopen vier jaren en
het aantal toestellen dat werkelijk bleek te
worden gebruikt. Per 1 juli van dit jaar zal
Nederland ongeveer 150.000 televisieont
vangers tellen, een aantal dat de Televisie-
raad aanvankelijk op 45.000 had geraamd.
ADVERTENTIE
V/er werkelijk betrouwbare middelen
helpen elkaar en doen wonderen!
Geleerden hebben ontdekt, dat bepaalde
combinaties van geneesmiddelen een bij
zonder weldadig effect hebben. Ofschoon
de werking van elk middel afzonderlijk
bekend was, bleek zulk een combinatie
krachtiger te werken dan kon worden
verwacht. De vier middelen verenigd in
Chefarine„4 elkafzonderlijkalberoemd
werken tezamen nóg beter. Ze helpen ook
dan, wanneer andere middelen falen en
doen werkelijk wonderen!
BEROEMDE GENEESMIDDELEN
IN ÉÉN TABLET
Tegen pijnen en griep. Geschikt voor de gevoeligste maag,
want die wordt beschermd door het bestanddeel Chelaro».
Mej. B. Gerritsen uit Den Haag, onder
studenten beter bekend als Bloemen-Ber
tha, wordt 11 april 70 jaar. In 1903 ver
scheen zij als 16-jarig meisje voor het eerst
op de lustrumfeesten van het Delftse stu
dentencorps met een mand vol bloemen.
Sinsdien, meer dan vijftig jaar lang, komt
Bertha op festiviteiten van de studenten-
corpora in Nederland. Duizenden studenten
hebben in de loop van deze halve eeuw bij
Bertha bloemen gekocht, ook Prinses Ju
liana. Zelf is Bertha ook herhaaldelijk in
de bloemetjes gezet, onder meer bij de hul
diging op 10 augustus 1954 bij haar gouden
jubileum. Op 9 oktober van datzelfde jaar
ontving zij een koninklijke onderscheiding.
Bij haar zestigste verjaardag boden de stu-
dentencorpora haar een fonds aan, waar
door zij in haar levensbehoeften zou kun
nen voorzien. Ook kreeg zij met medewer
king van het Haagse gemeentebestuur een
huisje aan de Parallelweg. Zij trekt er on
danks haar leeftijd nog vaak 's avonds op
uit, om in nachtclubs haar bloemetjes aan
de man te brengen.
Maandag 25 maart 1957 was een histo
rische dag. Toen immers zijn in Rome in.
het aloude Capitool de ministers samen
gekomen om daar de verdragen over de
Gemeenschappelijke Markt en over de
Europese Atoomgemeenschap te tekenen.
Daarmede is een einde gekomen aan een
negen maanden lange onderhandeling tus
sen regeringsvertegenwoordigers in Brus
sel. Het oude kasteeltje Val Duchesse, waar
deze onderhandelingen plaatsvonden sluit
zijn deuren en de laatste fase van de dis
cussie wordt thans voortgezet in de Com
missiekamers van de nationale parlemen
ten en straks in de openbaarheid van de
zittingen der Kamers. Een belangrijke stap
op de weg naar de aanvaarding van deze
verdragen is maandag gezet.
Het denkbeeld om van Europa één markt
te maken is niet nieuw. Reeds lang is men
hiermede bezig. En hoe kan het ook an
ders? Eén blik op de kaart is voldoende
om zich de absolute noodzakelijkheid van
deze eenwording bewust te maken.
Ik herinner mij in dit verband nog altijd,
wat een lid van het Kolen- en Staalparle
ment in Luxemburg eens mededeelde over
de ervaringen die hij had opgedaan op een
vergadering van mijnwerkers, waar hij
over de Europese mafkt sprak.
Wat denkt u van de volgende feiten,
vroeg hij hun: Ten westen van ons hon
derdzestig miljoen Amerikanen. Verdeeld
over 48 staten zijn zij er in geslaagd één
gemeenschap tot stand te brengen. Zij heb
ben één militaire organisatie, zij hebben
één markt, die steunt op één munteenheid,
de dollar. Zo konden zij de sterkste ge
meenschap in de wereld vormen.
En zie daartegenover de Sovjet-Unie met
220 miljoen inwoners, steunende op één
gedirigeerde gemeenschappelijke markt,
één militaire organisatie en één munteen
heid, de roebel.
Daarnaast 400 miljoen Chinezen steu
nende op dezelfde filosofie, de Indische
Republiek met 240 miljoen Indiërs, de
Arabische Liga met 130 miljoen Arabieren.
En wat stellen wij daartegenover? Een
Europa van 300 miljoen Europeanen ver
deeld over 18 verschillende staten met 18
economische stelsels, 18 autonome mili
taire organisaties en 18 munteenheden die
onstabiel zijn.
En toen stond een van de mijnwerkers
in de vergadering op en stelde de vraag:
In de Eerste Kamer is dinsdag de be
groting van Economische Zaken aan de
orde gekomen. De communistische senator
G e u g j e s had tegen het beleid van mi
nister Zijlstra nogal wat bezwaren. Hij
vond de nota over de bestedingsbeperking
geen toonbeeld van sociale rechtvaardig
heid, omdat vooral de minder draagkrach-
tigen en de middenstand getroffen worden.
Prof. Molenaar (V.V.D.) was van
oordeel dat men te laat met de bestedings
beperking is begonnen. Met de huren komt
men al twee jaar achteraan. Hij vroeg zich
af hoe minister Zijlstra uit de spiraal van
loon- en prijsstijgingen denkt te komen en
meende dat de minister niet op de stoel
van de ondernemers moet gaan zitten en
zich wat minder met de prijsvorming van
afzonderlijke ondernemingen moet bezig
houden.
De heer K a p t e ij n (P.v.d.A.) zei on
der meer over het prijsbeleid, dat met
name de kartelpolitiek zich voltrekt in de
nevelen van vertrouwelijkheid van prijs
afspraken.
De heer Koops (K.V.P.) sprak over
de moeilijkheden van de middenstand, die
als laatste schakel door het publiek
vaak verantwoordelijk wordt gesteld voor
de prijsverhogingen en informeerde, waar
om het bedrijfsuitrustingskrediet is ver
vallen.
Mr. Regout (K.V.P.) betoogde, dat er
in grote kringen van het bedrijfsleven een
gevoel van onbehagen bestaat over de toe
komstige economische ontwikkeling van
ons land. Zo tast men omtrent de maat
staven, die voor het toestaan van prijs
verhogingen worden gehanteerd, vol
komen in het duister.
Prof. Hellema (A.R.) zei, dat de mi
nister indertijd wel heeft ingezien, dat er
risico's waren. Achteraf is gebleken, dat
de genomen risico's te groot waren. Maar
daarvoor kan men deze minister niet als de
zondebok aanwijzen.
Ten aanzien van de huur kwestie zei prof.
Hellema, dat zijn fractie de voorkeur geeft
aan een huurverhoging van 12!4 percent,
zonder blokkering en dan met een plan
voor verdere verhoging.
De heer L o u w e s (V.V.D.) vroeg de
minister met welke normen rente en af
schrijving worden ingebracht bij het be
oordelen van de prijzen. Hoe past de mi
nister van Economische Zaken deze ele
menten toe wanneer hij de prijsbewaking
gaat toepassen in de industriële sector.
Ir. Vos (P.v.d.A.) merkte op, dat het
met bezuinigingen alleen onmogelijk was
750 miljoen te vinden. Ook het fiscale be
leid moet zijn deel hebben. Ten aanzien
van de investeringsbeperking noemde hij
het in de hand hquden van het bouwver-
gunningsbeleid, ook in de industriële sec
tor, van groot belang.
„Waarom houden onze leiders dan zo
angstvallig vast aan het verouderde sy
steem van vijftig jaar terug, dat in feite
de oorzaak is geweest van twee wereld
oorlogen op het Europese vasteland?"
In deze reactie van die eenvoudige mijn
werker op de feiten ligt het antwoord op
gesloten op de vraag, waarom er één markt
moet komen in Europa. Ik zei u reeds, de
gedachte is niet nieuw. Wel heeft zij vele
stadia doorlopen.
Tussen het ideaal van de oude vrijhan
delaren in de dertiger jaren en het Plan-
Schuman in 1952 zijn grote verschillen en
de huidige verdragen zijn weer op be-
oooooooooooooooooooc
XDOCOOOOOOOOOOOCOCOOC
8
lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal en lid van hetjj
Parlement der Europese Gemeen- g
schap voor Kolen en Staal. £s
ÖOOOCJOOOOOClOOCXDOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOOOOCXXX:
langrijke onderdelen afwijkend van de
constructie van de Kolen- en Staalge
meenschap.
De groei naar Europese integratie blijkt
het duidelijkst, wanneer men de verschil
lende plannen naast elkaar legt en onder
ling vergelijkt. Voor de oude vrijhandelaren
van het type Colijn, waren de vraagstuk
ken van de gemeenschappelijke markt al
heel eenvoudig: schaf de handelsbelem
meringen af en alles komt in orde. De ge
dachte, dat er nieuwe Europese organen
zouden moeten komen, lag ver buiten hun
gezichtskring en aan super-nationale be
voegdheden werd helemaal niet gedacht.
Evenmin kwam in de besprekingen, die
men voor de oorlog over de afschaffing
van tol-barrières had tot uiting, dat men
zich over de sociale gevolgen van het op
heffen van de handelsbelemmeringen veel
zorgen maakte. Dat was iets waarmede
men binnen elke staat afzonderlijk maar
in het reine moest zien te komen.
Van deze vooroorlogse opvattingen tot
5 juni 1947, het moment waarop Generaal
Marshall de grondslagen legde voor de
Marshall-hulp aan Europa, is een enorme
stap. De uit het initiatief van Marshall
voortgesproten Organisatie voor Europese
Economische Samenwerking, de O.E.E.S.,
is niet meer uitsluitend gebaseerd op het
negatieve beginsel van de afschaffing van
handelsbelemmeringen. Daarnaast had
den we het nieuwe, dat de uitvoering in
handen werd gelegd van een orgaan waar
in de ministers van de deelnemende lan
den zitting hadden. Maar bovendien lag
aan de Amerikaanse hulp aan Europa de
gedachte ten grondslag dat, zou de hulp
effectief zijn, de Europese landen niet al
leen de handelsbelemmeringen moesten
opheffen, maar dat er ook economische
samenwerking moest komen en coördi
natie van de economische politiek van de
deelnemende landen. Het is met dat af
schaffen van die handelsbelemmeringen
niet zo hard gegaan en evenmin zijn er op
het gebied van de coördinatie der econo
mische politiek grote resultaten geboekt,
zodat het begrijpelijk is dat men thans
naar. een straffere biqding tussen de Euro
pese landen heeft gezocht welke zich voor
lopig tot de zes landen van de Kolen- en
Staalgemeenschap zal beperken.
We komen dan ook nu tot de derde fase
in de groei naar Europese integratie. Deze
derde fase werd ingeluid met het plan
Schuman en de daaruit voortgekomen
Europese Kolen- en Staalgemeenschap.
Ook in de Kolen- en Staalgemeenschap
hebben we voor kolen en staal een ge
meenschappelijke markt, zonder tolmuren
Dit heeft ze met de oude vrijhandel ge
meen. Met de O.E.E.S. heeft de Kolen- en
Staalgemeenschap de harmonisatie en co
ördinatie van de economische en sociale po
litiek van de zes landen gemeen. Maar de
Kolen- en Staalgemeenschap gaat verder.
Als nieuw element kregen we het zich
gezamenlijk verantwoordelijk weten voor
de tijdelijke nadelen, die voor het be
drijfsleven kunnen ontstaan wanneer de
tolmuren wegvallen. Dit beginsel, dat on
der de naam „wederaanpassing" bekend is
geworden, komt er op neer, dat de Ge
meenschap financiële hulp verstrekt aan
hen, die schade lijden door het neerhalen
van de tolmuren,
j Gemeenschappelijke verantwoordelijk-
i heid, het samen dragen van de financiële
J lasten, is ondenkbaar zonder dat er een
orgaan is, dat dit regelt, dat beslist of de fi-
I nanciële bijdrage al dan niet verleend zal
moeten worden. Dit orgaan is in de Ko-
Drieduiiend flessen whisky zijn dezer
dagen door de douane van Colombo op
de rotsen voor de kust van Ceylon te
pletter gegooid. Het was een zending
uit Nederland, die om onbekende
redenen door de geadresseerde
werd geweigerd.
yjcxxxxxooooooooorv^yy Yvx>noooooooonoooooc>ooooooooooooc)Oo
U kunt het Uzelf gemakkelijk maken
door het abonnementsgeld voor het
volgende kwartaal te voldoen op
onze postgirorekening no. 273107 ten
name van Haarlems Dagblad. U
bespaart daarmee incassokosten en
vermijdt geloop aan de deur.
Het te gireren bedrag is f7.65, post-
abonnés f 8.15.
U kunt het ons gemakkelijk maken
door Uw giro-opdracht te verzenden
vóór het eind van de maand. Wij
behoeven dan geen kwitanties uit te
zenden.
Voor automatische girobetalingen 8
(het allergemakkelijkste) zijn formu
lieren op aanvraag gaarne ter be
schikking. In dit geval dient men
wel voor voldoende saldo op de
giro-rekening zorg te dragen.
DE ADMINISTRATIE
ÜOOOOOOOOOOOCOOOOOOOOOCOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCXX
De prinsessen Beatrix en Irene hebben
dinsdagavond een bezoek gebracht aan
theater Carré in Amsterdam, waar de
Franse chansonnier Charles Trenet voor 'de
tweede keer deze week optrad. Vrijwel on
opgemerkt door het publiek hebben zij met
enkele vriendinnen en mejuffrouw A. A.
Broers, verzorgster der prinsessen, voorin
de zaal gezeten.
De centrale Raad van Beroep te Utrecht
behandelde een zaak van een onderwijzer
uit Den Haag tegen het college van B. enW.
van Den Haag. De onderwijzer had zich be
schikbaar gesteld voor het vervullen van
een tijdelijke betrekking bij het onderwijs
en had als zodanig verscheidene functies
vervuld. Toen hij echter een hem tijdelijk
opgedragen taak niet langer wilde verrich
ten, werd hij door het gemeentebestuur ge
schrapt van de lijst van personen, die zich
beschikbaar stellen voor het vervullen van
een tijdelijke betrekking bij het onderwijs.
De onderwijzer kwam hiertegen in beroep,
aangezien door deze afvoering zijn benoem
baarheid voor altijd teloor zou zijn gegaan.
Een hoofdcommies ter gemeentesecretarie
van Den Haag, die namens B. en W. sprak,
betoogde dat de onderwijzer door zijn ont
slagneming zichzelf had afgevoerd van de
lijst van benoembaren. Bovendien betoogde
deze gemachtigde dat de onderwijzer, door
dat hij zijn dienstverband bij de gemeente
had verbroken geen ambtenaar meer was. en
dus ook niet meer in beroep kon komen bij
De Raad van Beroep.
De Velser Kunstkring „Voor Allen" bood
dinsdagavond in het Rex-theater te IJmui-
den-Oost aan zijn leden een royaal opgezet
operaconcert. Onder leiding van Willem
Lohoff speelde het Noordhollands Philhar-
monisch Orkest en zong het Amsterdams
Operakoor, waarbij solistische medewer
king verleend werd door de alt Mimi Aar
den en door de bassen Gerard Groot en
Evert van Zandbergen.
Willem Lohoff toonde zijn routine in de
orkestdirectie met de ouverture „La gaza
ladra" van Rossini en die tot „Nabucco"
van Verdi, doch niet minder manifesteerde
hij zijn handigheid bij het begeleiden van
de solisten. In enkele ensemblenummers
met koor en orkest was het bereikte even
wicht echter niet zo gaaf, omdat de klank
vorming van het koor nogal te wensen liet.
Als het zingen schreeuwerig wordt en de
open vocalen te plat uitvallen is er trou
wens geen beschaafde samenklank te be
reiken. En daar schijnen sommige opera
fragmenten - denk maar aan het beruchte
Slavenkoor - voor onze amateurs nogal ge
makkelijk aanleiding toe te geven. Zij
laten zich dan opdrijven door het Ver-
diaanse pathos en zijn hun beheersing
kwijt voor zij er zelf erg in hebben. Dan
is het met beschaafd samenzingen afge
lopen. Het was ons echter een interessante
ervaring te horen, dat de prestaties van
het koor aanmerkelijk stegen naargelang
een nobeler muziek aan bod kwam. Zo was
er veel verdienstelijks in het vrouwenkoor
tje uit „Samson et Dalila" van Saint-Saëns
en werd het mannenkoortje „Isis en Osiris"
uit „De Toverfluit" van Mozart muzikaal -
speciaal wat het koor betreft - het hoogte
punt van de avond. Dat was prachtig af
gewogen samenzang. Ook in de vertolking
van een fragment voor gemengd koor uit
„Mefistofeli" van Boïto was veel te loven,
behalve aan het slot, waar men door onbe
heerst geestdriftig zingen bedenkelijk
boven het toonpeil uitkwam.
Mimi Aarden was deze avond weer kapi
taal. In het dramatische genre dat haar
bijzonder ligt - Donizetti en Verdi - be
reikte zij hoogtepunten, die ik nog zelden
zo overtuigend hoorde, ook niet van Ita
liaanse zangeressen. Haar temperament
assimileert zich zo natuurlijk met de pathe
tiek dezer theatermuziek en haar nog
steeds in klaarheid en gedifferentieerde
kleurgeving groeiende stem is een zo willig
instrument, dat aan haar impulsen gehoor
zaamt. dat haar fel doorleefde zingen niet
minder dan fenomenaal mag heten. Haar
vertolking van de geweldige aria „O don
fatale" uit „Don Carlos" van Verdi, was
een prestatie zoals men alleen van de
allergrootsten kan verwachten. Mimi Aar
den heeft ook de grote alt-aria „Ne me
refuse pas" uit „Hérodiade" van Massenet
gezongen. Het leek mij, dat zij ook hierin
gegroeid is sinds zij de hoofdrol in dit werk
onder leiding van Albert Wolf vertolkte.
Maar het is nog te weinig Frans om ge
waardeerd te kunnen worden op het plan
van haar Italiaanse prestaties. Wat niet
wegneemt, dat ik de Hollandse zangeres
niet ken, die het haar met zoveel gloed
zal nadoen.
Gerard Groot maakte een goede beurt
met de laster-aria uit de „Barbier" van
Rossini en met een fragment uit „Ernani"
van Verdi, doch vooral toonde hij zijn kwa
liteiten in de prachtige aria „Ella giammai"
uit „Don Carlos" van dezelfde componist.
De bas Evert van Zandbergen liet zich
met fraai geluid gelden in de cavatine uit
„Nabucco".
Het N. Ph. O. was een lenig instrument
in de hand van dirigent Lohoff, zodat deze
avond ongetwijfeld aan velen hoge bevre
diging heeft geschonken. Het programma
wordt op 9 april herhaald.
Jos. de Klerk
len- en Staalgemeenschap de Hoge Autori
teit, een in sommige opzichten boven of, zo
ge wilt, naast de nationale regeringen
staand zelfstandig supernationaal lichaam
met eigen bevoegdheden. Dat was voor die
tij (fiets nieuws.
Eerst iets over de inhoud van de nieuwe
Economische Gemeenschap. De afbraak
van de tolmuren gaat geleidelijk. Er zijn
echter garanties, dat het einddoel, de vrije
markt, toch bereikt zal worden. Op zijn
laatst na 17 jaar. Her verdrag voorziet in
drie overgangsperioden van vier jaar.
Aan het einde van de eerste overgangs
periode dus na vier jaar kan één
land het alleen nog tegen houden, ver
der te gaan. Dit overgaan naar de tweede
overgangsperiode kan echter op zijn hoogst
twee jaar uitgesteld worden. Daarna be
sluit de Raad van Ministers met meerder
heid van stemmen over het tempo der
verdere voortgang en kan één land het dus
niet meer tegenhouden.
Het Verdrag voorziet daarnaast in een
aantal Europese fondsen voor onderlinge
bijstand, waaraan alle landen mee beta
len. Er is een fonds voor de financiering
van de wedertewerkstelling, indien er ten
gevolge van het wegvallen van de be
scherming moeilijkheden ontstaan. Er is
verder een Investeringsfonds voor hulp aan
achtergebleven streken in de zes landen
(Zuid-Italië). Er is een gemeenschappelijk
financieringssyteem voor het tot ontwik
keling brengen van de Afrikaanse markt
en van Nieuw Guinea.
Wat de instituten betreft, voorziet het
Verdrag in een Europese Commissie en in
een Raad van Ministers als toporganen, die
aan dit proces van vrijmaking van de han
del leiding zullen geven. De Europese
Commissie heeft geen directe binding met
de nationale regeringen. De Raad van Mi
nisters echter wel.
De Europese Commissie doet dus denken
aan de Hoge Autoriteit van de Kolen- en
Staal-Gemeenschap. Er is echter een groot
verschil. De Hoge Autoriteit van de Kolen-
en Staalgemeenschap kan zelf beslissen wat
er gebeuren moet. De Europese Commissie
daarentegen kan slechts beslissingen voor
bereiden. Zij kan voorstellen doen aan de
Raad van Ministers, maar de Raad van
Ministers beslist.
Dit laatste heeft ogenschijnlijk weer meer
verwantschap met de structuur van de
O.E.E.S. Ook daar beslist de raad van
Ministers. Toch is er een verschil. In de
nieuwe verdragen zal de Raad van Minis
ters, dat zijn dus de Ministers van de
zes landen die ieder in eigen land een
portefeuille beheren, na de eerste periode
niet meer met algemene stemmen, maar
met meerderheid van stemmen beslissen.
Het vetorecht van één regering vervalt
daardoor. Daardoor is het mogelijk, dat be
paalde nationale wensen geen meerderheid
krijgen en overstemd worden.
Ideaal is deze constructie niet, maar het
is het maximaal bereikbare. En hiermede
zijn wij gekomen aan de grenzen van wat
mogelijk was. We hadden liever een echte
Hoge Autoriteit gezien met eigen be
voegdheden om op het proces van afbraak
van de handelsbelemmeringen toe te zien.
De omweg via een Europese Commissie die
voorstellen doet aan een Raad van Minis
ters welke uiteindelijk beslist, staat ons
niet aan. Maar het is niet onaanvaard
baar. De tijd zal wel leren, dat het zwaar
tepunt toch zal komen te liggen bij de
Europese Commissie. In de eerste plaats
hebben de nationale Ministers geen tijd om
regelmatig met korte tussenpozen te ver
gaderen en zich in alle kwesties in te wer
ken. De Europese Commissie heeft dit wel
en daardoor zal haar invloed op de beslis
singen groot zijn.
Maar daarnaast is er de invloed van de
parlementen. Deze zullen op den duur geen
genoegen nemen met de gebrekkige parle
mentaire controle, die in dit Verdrag ligt
opgesloten.
Wanneer, hetgeen wij wensten, de Euro
pese Commissie buiten de Raad van Mi
nisters om beslissingen kon treffen, dan
was de parlementaire controle op dit be
leid verzekerd, omdat voorzien is in een
Europees parlement als tegenhanger van
de Europese Commissie. Nu de Raad van
Ministers de uiteindelijke beslissingsbe
voegdheid heeft, kunnen alleen de natio
nale parlementen deze Ministers ter ver
antwoording roepen. Maar wat komt er
van die verantwoording terecht, indien b.v.
er een besluit genomen is, waarbij een Mi
nister in de Raad is overstemd door de
anderen? Tegenover zijn eigen parlement
kan hij zich dan verweren door te zeggen:
„ik wou wel anders, maar die anderen wil
den niet". Een Nederlands Parlementslid
kan nu eenmaal niet een Belgische, Fran
se, Duitse of Italiaanse Minister aan de
jas trekken.
Ik verwacht dan ook heel spoedig na het
in werking treden van het verdrag aan-,
drang om aan de Europese Commissie
meer bevoegdheden te geven waardoor te
vens de positie van het Europese Parle
ment versterkt zal worden.
Deze aandrang zal zeer zeker van dit
parlement zelf uitgaan, maar zij zal ge
voed worden door de onmogelijkheid voor
de nationale parlementen het beleid van de
Raad van Ministers doeltreffend te contro
leren. Daarnaast zullen de Ministers, die
allemaal een zware dagtaak hebben, al
heel gauw ervaren, dat het praktisch on
mogelijk is alles in de Raad van Ministers
te beslissen, waardoor de tegenstand om
iets van deze bevoegdheden aan de Euro
pese Commissie af te staan geringer zal
worden.
De ontwikkeling naar Europese integra
tie is dynamisch. Het is een proces, dat
voortdurend aan veranderingen onderhe
vig is en dat zich niet in strakke formules
laat vatten. Voor ons is de vraag of er,
om het eens huiselijk te zeggen, in vol
doende mate muziek in zit en of de verdra
gen mogelijkheden bieden voor een verder
gaande ontwikkeling.
Daarbij zal men in zijn berekeningen
moeten betrekken het feit, dat de dingen
vaak hun eigen loop nemen, of men het
vul of niet. Zo ergens, dan geldt op dit ge
bied de bekende uitspraak van de Franse
socialist Jean Jaurès: „Wat gisteren utopie
was, is vandaag program en zal morgen
werkelijkheid worden".
(Bovenstaand artikel werd door drs. Neder
horst j.l. maandagavond ook als radiorede voor
de VARA uitgesproken).
DJAKARTA (UP) Een districtsrecht
bank te Ngaji, nabij Surabaia, heeft de
Nederlanders H. van Swieten en E. Mar
tens veroordeeld tot ieder negen maanden
gevangenisstraf, na hen schuldig te heb
ben bevonden aan diefstal van spoorrails
van de suikerfabriek Redjoagung voor
verkoop aan een Chinese koopman.