DE STEM VAN ISRAEL In de sier tuin Voedingswaarde van de conserven ONZE TUIN- EN KAMERPLANTEN Een bundel van Hebreeuwse en Jiddisje vertelkunst Wat er bij inblikken en diepvriezen verloren gaat Litteraire Kanttekeningen 11 Schuimige sinaasappelvla Textielnieuws Voorjaarsbeurs Heropvoering van de opera „Philomela" Minister Staf vertrokken uit Verenigde Staten PERMANENT INVISIBLE VRIJDAG 5 APRIL 1957 5 5Poor cle^Urouw NOG MAAR ENKELE bladzijden was ik in het eerste verhaal van de door dr. J. Melkman samengestelde en in samenwerking met I. S. Herschberg vertaalde bundel „Meesters der Hebreeuwse Vertelkunst" (J. M. Meulenhoff) gevorderd, toen mij als een teken van herkenning een Joodse „mop" te binnen schoot, die ik jaren geleden in een essay van Willy Haas over de „Jüdische Witz" heb gelezen. Heel de tragedie van het volk der vaderen, heel de doem van de diaspora, lag in de harde waarheid van die éne „grap" besloten als een wrang-bittere pit: een vergeetachtige Jood - aldus dan de „anekdote" - noteert in een hotelkamer zijn schamele bagage stuk voor stuk voor het slapengaan - schoenen onder bed, kousen op stoel, hemd over leuning, das over hemd - en eenmaal in bed gelegen voegt hij er ten slotte aan toe: ik in bed. Alles klopt de volgende morgen, kousen en broek, hemd en das, tot hij zijn laatste aan tekening controleert. Hij zoekt vergeefs in zijn bed, vindt zich niet, doorzoekt wan hopig alle hoeken en kasten, maar blijft zoek. Ten einde raad doet hij bij de politie aangifte van het onverklaarbare feit, dat hij gestolen is. Minister Staf heeft tijdens zijn bezoek van zeven dagen aan Amerika onder meer de luchtbasis Fort Carswell in Texas be zichtigd, waar hij de nieuwe middelgrote bommenwerpers van het type B-58 Con- vair heeft gezien. Dat een zoet eiergerecht zeer smake lijk kan zijn, zult u merken wanneer u maakt een: Schuimige sinaasappelvla 4 klei ne of 3 grote eieren, 2 dl. sinaas appelsap en Vi dl. citroensap, ongeveer 100 g. witte basterdsui ker (6 eetlepels). De eidooiers met de suiker luchtig roe ren, het vruchtensap toevoegen en deze massa onder goed roeren op een zeer zacht vuur, laten binden (de vla mag vooral niet koken). De eiwitten stijf slaan, de eiervla voorzichtig er door scheppen en de massa nog even op een zacht vuur laten gaar worden onder voortdurend omleggen. De vla koud la ten worden en geven met b.v. waaier wafeltjes. Men kan de vla naar verkiezing op doen in wijde glazen of glazen schaal tjes. Ensemble van een romantisch nacht gewaad en een négligé van pastelkleu- rige nylon met zwarte nylon kantjes gegarneerd. Hij heeft in Washington gesproken over projectielen als de „Honest John" maar „niet over de ingewikkelder dingen, die wellicht later zullen komen". Minister Staf voegde eraan toe, grote verwach tingen te koesteren, dat Nederland ze zelfs vroeger dan verwacht zal krijgen. Desgevraagd zei de minister nog, dat Nederlandse troepen waarschijnlijk met Amerikaanse troepen in Duitsland opge leid zullen worden in het gebruik van de projectielen. Nederlandse deskundigen zouden misschien ook naar de Verenigde Staten gaan. rauwe uitgangsprodukten. Bij het rau we produkt staan zij altijd ten achter. In vergelijking met huishoudelijk ge kookte verse produkten kunnen zij als regel de toets der kritiek doorstaan. Een punt bij de conservering is, dat de groenten en vruchten zo kort mogelijk na het oogsten worden verwerkt, waar door verliezen tengevolge van „levend" bewaren worden beperkt. Bij de meeste conserveermethoden in de fabriek wordt een blancheerproces toegepast, dat o.a. ten doel heeft om on gewenste omzettingen van kleur en smaak te voorkomen, het bakterie- gehalte te reduceren en bij het inma ken in blik tevens om lucht uit de pro dukten te verdrijven. Bij het blancheren komen verliezen aan mineralen en in water oplosbare vi tamines voor in een mate o.a. afhanke lijk van de blancheermethode (men kan blancheren in stoom of in water), van de mate van verkleining van de groen ten en van de temperatuur en de tijd; deze laatste twee houden verband met elkaar. Bij blancheren in water zal het verlies aan oplosbare bestanddelen groter zijn dan bij blancheren in stoom. Aangenomen kan worden, dat gemid deld 10 a 30 van het vitamine C ver loren gaat bij deze noodzakelijke voor bewerking. De verliezen een mineralen zijn: 1075 van het calcium, 30 75 magnesium, 5090 kalium. Tijdens het verhitten in blik bij af wezigheid van lucht, in geëxhausteerde blikken, treden vitamine B- en C-ver- liezen op; blancheer- en steriliseerver- liezen bedragen tezamen 40 a 50 Ook van de mineralen gaan deels de oplos bare bestanddelen in het kooknat over. Wordt dit nat mee gebruikt, hetgeen bij vruchtenconserven altijd, bij groente- conserven soms het geval zal ziin, dan gaan deze opgeloste stoffen niet voor het lichaam verloren. Een ongunstige omstandigheid is, dat tijdens de bewa ring een verdere achteruitgang van het vitamine C-gehalte verwacht moet wor den. Deze achteruitgang verloopt hij sommige produkten geleidelijk, bij an dere het snelst in het begin van de op slagperiode, variërend van 20 tot 30 procent. Het is dus raadzaam om, ook al is bederf uitgesloten, de conserven- voorraad tijdig op te maken en de oud ste voorraad dan het eerst te gebruiken. De voedingswaarde van gekookte blikgroente kan men voor de praktijk gelijk stellen aan die van gekookte verse groente, mits de conserve niet te oud is. Ook bij deze vorm van conserveren gaat een blancheerproces vooraf aan het eigenlijke conserveren. Het blan cheren van groente is hier niet alleen noodzakelijk voor het behoud van een goede kleur en aroma, maar niet in het minst ter verhoging van de houdbaar heid. In niet-geblancheerde bevroren groenten kunnen de levensprocessen, zij het in min of meer vertraagd tempo, doorgaan. Hierdoor zou naast andere waardeverminderingen tijdens de bewa ring verlies aan voedingsstoffen optre den, zoals vitamine C-oxydatie. Van voldoende geblancheerde groenten gaat tijdens invriezen en bewaren bij de gebruikelijke temperaturen van 18 gr. C en lager, het gehalte aan voe dingsstoffen niet achteruit. Bewaring bij hogere temperaturen (b.v. 0 gr C) geeft op de duur wel verdere ver liezen, maar in de praktijk zal dit niet van belang zijn, daar de diepvries bij deze temperaturen niet bewaarbaar is. Aangenomen wordt, dat het, wat voedingswaarde betreft, niets uitmaakt of men de produkten snel dan wel langzaam invriest. Eigen diepvries zal mits goed geblancheerd in dit op zicht gelijkgesteld kunnen worden met het fabrieksprodukt. Zoals wij allen weten, moet het inge vroren produkt nog toebereid worden en wel gewoonlijk door koken. In hoeverre treden hierbij nog verliezen op? Deze zijn o.m. afhankelijk van de hoeveelheid kookwater en de kooktijd. Wordt de groente met weinig water ge kookt en gedurende korte tijd, dan zijn de verliezen aan mineralen en vi tamines zeer gering, wellicht geringer dan bij koken van verse groenten. Het mag als bekend verondersteld worden, dat de kooktijd van bevroren groenten ongeveer 2/3 bedraagt van die van verse groente (maximaal 20 minuten! en dat een lange kooktijd zeer nadelig kan zijn voor de consistentie van het produkt. Rauw te gebruiken produkten, zoals vruchten, worden niet geblancheerd. Het verdient aanbeveling de vruchten te omgeven met suiker of een suiker stroop, die een afsluitende laag om de vruchten vormt. Verlies aan voedings waarde treedt bij invriezen en juiste bewaring niet op. Bij het ontdooien van sommige vruchtensoorten treedt volgens Amerikaanse onderzoekers wel vitamineverlies op. Jammer genoeg juist bij aardbeien en tomaten. Dat is een gelijkenis, een cellostreek van Max Bruch, een stem die door de eeuwen klinkt als een gesmoorde roep om verlos sing, met een diepe weemoed, een branden de hoop, een zucht, een snik. Het is de ondertoon van het Hebreeuwse en Jiddisje proza, dat zich moeizaam losmaakte van zijn oud-testamentische oorsprong, van de aartsvaderlijke taal, waarin was gezongen en gebeden, geprofeteerd en geklaagd, hon derden jaren lang en die zich eindelijk wist te verjongen tot het levende woordmate riaal van de kunst. In hoever enige ver taling, in welke westerse taal ook, in staat is deze oer-oude, oer-menselijke grondtoon te reproduceren, laat ik in het midden. Genoeg dat men hem hoort als een ge dempte stemklank, Bijbels-Talmoedisch in het verhaal van de „grootvader der moder ne Hebreeuwse letterkunde, Mendel Moi- cher Sforim, Chassidisch in de vertelling van Isaac Leib Perets, geïnspireerd op de taal van de Thora in de oud-joodse novelle van David Frisjman - de stem van Israël. Zij, die ouderen, waren allen uit „het Oosten" geboortig, uit West-Rusland, Polen, Galicië, zij kenden het ghetto van de kleine provinciesteden sinds hun prille jeugdjaren. Hun thema is dan ook het ghetto, de „neb- bisj", de jood in zijn gedwongen afzonde ring, de jood in zijn verworpenheid en zijn onbuigzaamheid, zijn twijfel en zijn geloof, zijn armoede en zijn hoop, zijn opstandig heid en zijn berusting. De angst van de jonge Hirschel in het verhaal van Berko- witz, geschreven nog wel anno 1951, in het nieuwe Israël, zijn beduchtheid voor het leven der volwassenen, voor de grote we reld, klaagt onopzettelijk de verfoeilijke rassenhaat aan van eeuwen en eeuwen, waaraan het verlichte Europa tot op de huidige dag schuldig staat. Als de uit Gali cië afkomstige en in Tel-Aviv gestorven Asjer Barasj in 1943 een novelle „Achter gebleven in Toledo" schrijft, dan is de In quisitie, de verdrijving van de Joden uit het vijftiende-eeuwse Spanje, niet anders dan een vermomming van hetgeen zich met satanische koelbloedigheid in onze tijd her haalde. Behoort dat tot het verleden? „Lo amoet ki egjee" - ik wil niet sterven, maar leven - heeft de gemartelde Joseph uit Barasj' vertelling zich in de beproeving voor ogen gehouden. In Hebreeuwse lettertekens schreef hij het op papier, zoals Mozes de geboden in het steen beitelde. Lees hóé hij leefde en hoe hij ten slotte, waanzinnig geworden, door het paard van de Infant van Spanje vertrapt werd. Ik wil leven - zegt het jonge Israël - en bouwt zich uit het niet een staatsgemeenschap. Sjofman, die - geboren in Wit-Rusland - in 1938 uit Oostenrijk naar Palestina emigreerde, slaat de herrijzenis van het oude volk in zijn sferische schets „Chamien in de emeh* („Sirrocco in het dal Jezreël") als een won der gade. Maar een gelukzalig wonder is er voorlopig in het nieuwe Israël voor de ge- plaagden evenmin weggelegd. In de vertel ling van een oudere, van Jitsgak Sjenhar, kan men lezen, hoe een staatkundige een heid nog geen harmonie van ziel, zelfs niet één van samenleven schept: daar is de tegenstelling tussen de oosterse en de wes terse joden, tussen de immigranten en de in Palestina geborenen. Daar is de oud-testamentische vroom heid, die wantrouwend staat tegenover de liberale realiteitszin der jongeren, daar is het idealisme van een nieuw geslacht en het scepticisme van de bejaarden, in wie de diaspora té diepe sporen heeft nage laten, dan dat zij zich onverdeeld zouden kunnen overgeven aan een hoop op een onbezwaard morgen. „Dit", denkt de jonge Mesjoelam in het verhaal van Sjenhar, „dit is het land der vaderen.Maar ja, waarom sta je dan zo ontdaan en bevreesd in het land? Het is leeg en woest.... En het is goed dat het leeg en woest is, want daardoor kunnen wij allen erheen terug keren, terugkeer naar Zion kan alleen in de wildernis". Het oude volk, dat op nieuw moet beginnen, in de wildernis dat is het geloof van de jongeren. Het oude volk, dat door pogroms werd opgejaagd en uitgemoord, in zijn eer werd gekwetst, in zijn volksziel werd geschonden dat is de onuitwisbare herinnering der ouderen. Beide stemmen kan men in deze bundel horen spreken. En wat ze te zeggen heb ben is de joodse geschiedenis van een eeuw, waarin de smart van enkele dui zenden jaren samenklinkt met de hun kering naar verlossing. Ik weet het wel, ik had deze bundel al leen naar zijn litteraire kwaliteiten moe ten beoordelen. Uit dat oogpunt bezien ADVERTENTIE De Nederlandse minister van Oorlog en Marine, ir. C. Staf, heeft donderdag voor zijn vertrek uit New York met de „Nieuw Amsterdam", een gesprek gehad met ver slaggevers. Op de vraag of geleide projec tielen het doel waren van zijn bezoek aan Amerika antwoordde de minister: „Ik ben ervan overtuigd, dat de NAVO-landen ze zullen krijgen en ze zullen naar Neder land gezonden worden in het verband van de NAVO-verdediging". Twee modellen uit de collectie van het Parijse mode-huis De Givenchy. Links een jurk, waarvan de rok heel nauw om de knieën sluit. Het geheel, kwistig versierd met strikjes, is van een licht wollen weefsel. De hals is hoog gehouden, een klein strooien hoedje en een breed zwart collier bekronen deze schepping. Rechts een van de „mantel-jurken" die de moderne vrouw worden gebóden om in het middag-zonnetje te flaneren. Het voorlichtingsbureau voor de voe ding meld: Omdat het gebruik van groenten- en vruchtenconserven vooral in de winter en het voorjaar in zwang is, zullen wij ditmaal onze aandacht besteden aan de voedingswaarde van enkele dezer pro dukten. Het zal een ieder duidelijk zijn dat de conserven, die een hitte-behan- deling hebben ondergaan, niet dezelfde voedingswaarde hebben als de verse, valt er genoeg te loven. Maar onvermijde lijk rijst achter het werk der kunst de duistere achtergrond van de sociale wer kelijkheid op: de oude (die, de hemel geve, nooit terugkere) en de nieuwe, die met „lo amoet ki egjee", het niet willen sterven maar leven, tot een daad wil maken, móét maken, in een der meest bedreigde zo nes der wereld. Kan men bij het lezen van een jonge schrijver als Jishar lid van het Israë lische parlement alleen een litterair ge not smaken en vergeten wat daarginds, waar de Arabische wereld op de loer ligt en de Egyptische aandrijvers klaar staan, gaande is? Mij is het niet gelukt. En zegt het verhaal van de jongste auteur uit deze bundel, van Jizhar, waarin een Israëlisch soldaat in zijn tweestrijd tussen menselijk geweten en nationale plicht aarzelt of hij een Arabische „krijgsgevangene", een armzalige herder, al dan niet zijn vrijheid moet hergeven, niet genoeg van het dilem ma, waarin het oude volk is komen te ver keren? Maar goed, het hart wil het houden bij de manmoedige ethiek van de chawer Jaakov uit de vertelling van Sjenhar, van deze werker die, al zijn beduchtheid ten spijt, „zich inspant om enthousiasme op te brengen, zijn vuist balt en tot een jongere zegt: „Wij zullen jullie leren hoe men moet leven een leven van schoonheid, van rechtvaardigheid, van broederschap". C. J. E. Dinaux De Nederlandse Opera had tegemoet komend aan het verlangen, dat is uitge sproken naar oorspronkelijke muzikaal- dramatische kunst van Nederlandse bo dem, het voornemen in april opnieuw een opvoering te geven van de opera „Philo mela" van Hendrik Andriessen en Jan Engelman. De première van dit werk had plaats in Amsterdam in het Holland Festi val in 1950. Daarna is het nog enige keren opgevoerd, ook in Den Haag en Rotter dam, maar in de herfst van dat jaar moest het, wegens personeelswisseling van het repertoire worden genomen. Omdat de dirigent Paul Pella echter is ingevallen voor een zieke collega en bovendien het nieuwe seizoen met zijn gezelschap „Fo rum" in Enschedé moet voorbereiden, heeft hij geen gelegenheid thans ook „Phi lomela" .voor te bereiden. In verband daarmede is thans besloten de opvoeringen van dit werk te geven in het begin van het seizoen 1957-1958. overalls nu een veel langere levensduur kunnen hebben. MENGINGEN VAN NYLON met ka toen voor zomerjurken zullen u wel be kend zijn. Zowel hierin als in de dessi nering van de veredelde katoentjes, die vrijwel niet gestreken hoeven te worden, valt heel wat moois te bewonderen. Grappige en hartveroverende katoenen stofjes in kleine, zonnige en speelse des sins, speciaal voor kinderen tussen vier en vijftien jaar, zorgen voor een eigen stijl ten behoeve van deze groep. Voor het eerst in de geschiedenis van de tex tiel is er tinneroy, die men dubbel P.V. noemt, hetgeen betekent poolvast en pletvrij ribfluweel. Door een bijzondere nabewerking met in water oplosbare thermohardende plastics, die tot in de kern van de vezels doordringen, is dit mogelijk geworden. Schortenstoffen hebben hun eeuwige bloempatroon ingeruild voor meer ge durfde dessins, vaak met bijpassende ingeweven randen. Nog even wat kleingoed? Dan moeten we de lingerie noemen, die ieder seizoen romantischer en weelderiger wordt. Thans is het laatste nieuwtje onderjur ken met kanten stroken, die geborduurd zijn met goud- of zilverkleurige perma nent mooi blijvende lurexgarens. Er zijn volop chenille spreien met bij passende peignoirs. Ook de zo moderne suède en imitatie suède jasjes, zelfs in steenrood, grijs, ijsblauw en nuances van groen, worden te kust en te keur aangeboden. Blousons voor heren en kinderen zijn een soort overhemden, vaak in ruitdessin, met gebreide boor den en manchetten. We zagen tapijten met de eigenschap, dat de poolpluizen door een speciale binding niet ingetrapt kunnen worden. Tufton tapijten maakt men van katoen of kunstvezels. Het zijn tapijten, die niet geweven of geknoopt worden, maar op speciale machines worden vervaardigd, zodanig, dat er lussen in een onderweef sel worden geprikt. Vijftig procent van de Amerikaanse tapijten blijken aldus vervaardigd te worden. Een rubber onderlaag fixeert de garens en zorgt, dat de kleedjes niet kunnen wegglijden. Weer anders zijn de Tretford tapijten, die in alle richtingen te snijden zijn en niet rafelen. Voor een aangename afwisseling bij het bedden opmaken zorgen tijken, doorweven met goudkleurige lurex- draden. Lichtecht gordijnvelours, effen of met een streep heel bescheiden ge nuanceerd, is liefst in vijftig nieuwe tinten op de jaarbeurs aan te treffen. Op P.V.C. (polyvinylchloride) basis ontwikkeld is een leerdoek, dat suwide heet. Het dient tot meubel- en wandbe- kleding, is krasvrij en afwasbaar. We moesten maar met deze, vrij be knopte opsomming volstaan. Mocht u zelf de jaarbeurs bezoeken, dan moet er toch iets te ontdekken overblijven? Tineke Raat ADVERTENTIE Wagenweg 29 Haarlem Tel. 20518 HAUTE COIFFURE in combinatie met DOUBLE COUPE Een ideale coiffure, bestand tegen ons vochtig en winderig klimaat VOOR DE GOEDE OPMERKER zijn er weer heel wat nieuwtjes op de Tex- tieljaarbeurs te Utrecht te ontdekken. De beurs is zodanig opgezet, dat er een sterke ruimtewerking is verkregen, waardoor de geëtaleerde textielwaren sterk in het oog springen. We zullen dan maar met de deur in huis vallen met een vondst, die de vele breilustige Nederlandse dames zeker zal aanspreken: reeds opgewonden brei- wol, verpakt in een cellophaan zakje, dat gemakkelijk te openen en te sluiten is en waarin de wol ongerept en zonder in de war te raken blijft rusten tot het laatste draadje is opgebreid. Het kan niet anders of iedere breister moet dit snufje, dat thans reeds door drie wol fabrikanten wordt gelanceerd, met 'vreugde begroeten. Voor rheumapatiënten of voor lieden, die weliswaar gezond zijn, maar veel in de winderige buitenlucht verkeren, be staat er een 100 wollen jaegerwol, die de elektrostatische oplading van de huid bevordert en een sterke warmte-ontwik- keling teweegbrengt. We hebben vorige week geschreven over Engelse gestikte dekens met tery- lene vulling. Dat Nederland op dit ge bied zijn mannetje staat, is op de jaar beurs te zien in dekens met terlenka (Nederlandse terylene), een produkt van de AKU. Ook als slaapzakvulling of als voering van sport- en winterkleding is terlenka een geschikt materiaal, dankzij de hoge permanente kroezingsgraad. De Nijma heeft nu ook een speciale vulvezel voor dekens en kussen ontwik keld onder de naam nymkron, een acrylvezel, die eveneens vederlicht, donswarm en onverwoestbaar is. Voorts is deze hygiënisch, gemakkelijk wasbaar en motvrij. Nu we toch bij de synthetische mate rialen zijn aangeland: bedrieglijk echt synthetisch bont wordt door verschil lende firma's getoorid. Voorts zijn er veel toepassingen van 55 °/o terlenka met 45 wol te vinden, zowel in kleding stukken als in stoffen. Een geheel nieu we menging is 70 °/o terlenka met 30 °/o Een etalage op de Utrechtse Voor jaarsbeurs. spun-rayon voor japonstoffen eri. Spun- rayon, die nagenoeg geen strijkbout meer behoeft, is ook al een resultaat van de laatste onderzoekingen. Enkalon, de Nederlandse nylon, is nu in verschil lende geperfectioneerde toepassingen te zien: in handbrei-garens, sokken, tapij ten, uniformen en ondergoed, om maar een allegaartje te noemen. Banlon is een nylonvariatie, die elas tisch is gemaakt en een golvend en kroe zend garen is geworden, waarvan men warm ondergoed breit. Voor bedrijfs kleding dient vekalon: een menging van 80 °/o katoen en 20 enkalon. Het is een uiterst sterke stof gebleken, zodat De vroegbloeiende rotsplantjes staan nu allemaal in volle feestdos. Ook de Iberis sempervirens de altijd groen- blijvende Iberis heeft van het zachte weer geprofiteerd en bloeit. Het is een zeer mooie vaste plant waarvan men zo wel op de voorgrond in de border als in een rotstuintje plezier kan hebben. Het plantje is volkomen winterhard. U hoeft het niet tegen felle kou te be schermen, al is het nuttig het zo te po ten dat het niet op de felle wind staat. Het zou anders aan één kant helemaal kaal worden en dat moet men zien te voorkomen. Ook al staan die plantjes nu De „keizerin" in haar gloriejaren. in volle bloei, u kunt ze nog wel bij de bloemist bestellen. De meeste rotsplant jes worden met een goede kluit afgele verd en zullen van het verplanten niet veel te lijden hebben. Vergeet niet ook een paar gele en blauwe primula's te bestellen. Poot beide kleuren door elkaar heen. Houdt u er maar rekening mee, dat ze wel een licht schaduwplekje verlangen en dat ze houden, van een goed vochtopgevende grondsoort: wat bosgrond is uitstekend. G. Kromdijk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 11