Onlangs rond ondekte komeet wordt half april zichtbaar „Een kabinet zonder P. v. d. A. is stellig mogelijk" Zwitsaletten Droste pastilles gaan vooraan! Zweedse ambassadeur stelt de Linnaeushof in gebruik Zal zij ook haar staart van duizenden kilometers tonen ProfOud op V.V.D.-congres ZATERDAG 6 APRIL 1957 5 ZELDZAAM SCHOUWSPEL OP KOMST Belgische ontdekking Heringa Wuthrich AUTORADIO AUTORAMA Duitse Totoformulieren worden in Limburg in beslag genomen advertentie dessert melk mokka bitter-zoet (door dr. J. J. Raimond jr.) In de week voor Pasen zal een heldere komeet zich aan de bewoners van het noordelijk halfrond vertonen. Het zuidelijk halfrond krijgt op het ogenblik de eerste opvoering te zien van het zeldzame schouwspel. Zeldzaam, want zoveel heldere kometen er in de vorige eeuw zijn verschenen, zo weinig zijn er in deze eeuw hun opwachting komen maken. Maar nu zal het dan toch gebeuren: er komt een heldere komeet. Niemand weet echter hoe helder, want geen hemellicht is zo wispelturig als een komeet. De sterrenkundigen kunnen wel zijn plaats aan de hemel met grote nauwkeurigheid voorspellen, doch de helderheid van zijn kop en meer nog die en de lengte van zijn staart zullen voor hen een even grote verrassing of teleurstelling zijn als voor de leek. planeten, stelsel byjoerbool De nieuwe komeet is ondekt door de twee Belgische sterrenkundigen Arend en Roland, van dé sterrenwacht te Ukkel, bij Brussel. Op twee foto's door hen op 8 no vember 1956 gemaakt, hebben zij zuiver bij toeval een zwak hemellicht aangetrof fen, dat zich binnen enkele dagen als een komeet ontpopte. Toen zij zeker waren van hun vondst, hebben zij op 17 novem ber hun ontdekking wereldkundig ge maakt. De doopplechtigheid had, de ge woonte getrouw, in de sterrenwacht te Kopenhagen plaats. De komeet werd als „Arend-Roland" in het „kometenregister" opgenomen met het registratienummer „1956 H" De „H", de achtste van het alfa bet, betekent dat „Arend-Roland" deacht- ste komeet is die in 1956 is waarge«?men. Avontuurlijke zwerver Daarna zijn diverse waarnemers aan het werk gegaan om van tijd tot tijd de plaats van de komeet aan de hemel nauwkeurig te bepalen. Deze plaatsbepalingen werden ter beschikking gesteld van sterrenkun digen, die de kunst van het berekenen van banen beoefenen. Zo weten we thans heel precies welke weg de komeet volgt. Als hij niet door de zon werd aangetrok ken, zou hij met standvastige snelheid langs een rechte lijn bewegen. De aan trekkingskracht van de zon noopt hem echter tot het volgen van een kromme baan (zie figuur 1). In het onderschrift bij figuur 1 zijn enkele getallen gegeven, waaruit blijkt hoe snel de komeet beweegt en hoe ver hij van de zon en de aarde verwijderd is. Er zijn grote verschillen tussen planeten en kometen. De planeten zijn de degelijke leden van het zeer tal rijke zonnegezin. Zij beschrijven heel plichtsgetrouw vrijwel cirkelvormige ba nen, die allemaal vrijwel in hetzelfde vlak gelegen zijn. Anders gezegd: de planeten blijven binnen een gebied, dat we ons als een grote taartdoos kunnen voorstellen (zie figuur 2). De kometen daarentegen zijn avontuur lijke leden van de zonnefamilie. Zij wa gen zich soms heel ver buiten het gebied waar de planeten hun leven slijten en be schrijven grote ellipsen. Bovendien vlie gen zij naar alle kanten uit, zonder zich te bekommeren om de regel waaraan de planeten zich onderwerpen. Arend-Roland is zo'n vermetele avonturier. Hij is als een donker en dus onwaarneembaar lichaam van verre gekomen, totdat hij de zon zo dicht was genaderd en zo fel werd beschenen, dat de Arend en Roland hem konden fotograferen. Sindsdien is zijn af stand tot de zon kleiner en zijn snelheid groter geworden. De avonturier zal ons zonnestelsel slechts een vluchtig bezoek brengen. Op 8 april snelt hij met een vaart van 75 kilometer per sec. (270.000 kilometer per uur!) door het punt, waar hij het dichtst bij de zon is. Daarna ver langzaamt hij zijn beweging, doch hij laat i zich niet weerhouden, hij gaat weer naai de duistere verten met hun doodse koude. Zal hij ooit terugkeren om zich opnieuw in de zonnestralen te koesteren? Waar schijnlijk wel, doch we weten nog niet ge noeg om te voorspellen na hoeveel jaren hij terug zal komen. Hiertoe moet zijn baan nog beter bekend zijn dan nu het geval is. Een grote familie Prof. dr. J. H. Oort, directeur van de sterrenwacht te Leiden, heeft enkele jaren geleden een onderzoek ingesteld, waaruit is gebleken, dat ons planetenstelsel in een wolk van kometen is gehuld. Het is alge meen bekend, dat van de planeten Mer- curius de nauwste en Pluto de wijdste cirkelbaan om de zon beschrijft. Boven dien bewegen zich nog tienduizenden heel kleine planeetjes, de planetoiden, om de zon. Al deze lichamen en lichaampjes vor men tezamen ons planetenstelsel „in en gere zin". Zij passen alle in de platte „taartdoos" van figuur 2. Om die doos be vindt zich een zwerm van, naar schatting honderd miljard (honderdduizend miljoen- kometen: zeer kleine, niet-lichtgevendf lichamen, die heel grote banen beschrij ven. Zij bewegen zich kris kras, doch zi hebben zoveel ruimte tot hun beschik king, dat er slechts zelden een botsing voorkomt. Ruimte genoeg, v^ant de zwerm Terwijl de planeten Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Uranus en Nep- tunus hun banen beschrijven binnen een „ronde taartdoos" met een middel lijn van negenduizend miljoen kilome ters en een hoogte van driehonderd miljoen kilometer, vliegen de kometen langs ellipsvormige banen letterlijk naar alle kanten uit. Er zijn kometen, die zich tot halverwege de naaste ster wagen en miljoenen jaren nodig heb ben voor het doorlopen van hun lange baan. De gestreepte baan is een hyper bool, een baan die zou worden beschre ven door een komeet, die niet bij het planetenstelsel behoort (rechts). De kern, het onwaarneembaar kleine kometenlichaam, is gehuld in een kop, bestaande uit korreltjes en lichtgeven de gassen. Aan de kern ontspringt een staart, die eveneens uit lichtgevende gassen bestaat. De kop kan even groot zijn als de planeet Jupiter, die een middellijn heeft van honderdtwintig duizend kilometer. Er zijn gevallen bekend, dat de kop bijna zo groot was als de zon: de middellijn van de kop bedroeg meer dan een miljoen kilo meters. Toen de komeet van Halley het dichtst bij de zon was, had zijn staart een lengte van vijftig miljoen kilometers. Enkele weken daarna was de staart tot honderdvijftig miljoen kilometer lengte (de afstand aarde-zon) aangegroeid (links). schijn kan brengen, lijkt waarschijnlijk enigszins op onze ijsbergen en gletsjers. Een belangrijk verschil is echter dat een ijsberg uit bevroren water bestaat en het kometenlichaam uit stoffen, die hier op aarde gasvormig zijn, maar die in het zeer koude kometenlichaam in vaste vorm, dus zoals ijs, voorkomen. Dr. Fred. Whipple, thans directeur van het Smithsonian Astrophysical Observa tory in Cambridge (Verenigde Staten), heeft dit denkbeeld ontwikkeld. Hij meent dat het kometenlichaam poreus is en enigszins lijkt op een sterk gerezen kren tenbrood, meer dan hard krentenbrood, waarvan het deeg bestaat uit bevroren water, bevroren moerasgas, bevroren am moniak en misschien zelfs bevroren kool zuur. De „krenten" zijn stukjes nikkel ijzer en kleine stenen. In de wolk, waarvan hierboven gespro ken is, ondergaan de kometenlichamen geen verandering. Hun temperaturen be dragen plus minus 250 graden Celsius. Zodra echter het kometenlichaam, voort gaande langs zijn ellipsvormige baan, de zon tot ongeveer 750 miljoen kilometers (ongeveer de afstand zon-Jupiter) is ge naderd, wordt het kometenlichaam zo krachtig door de zon beschenen, dat het ijs begint te verdampen. Het buitenste laagje gaat dan in de gas over. Deze gas sen vormen de lichtgevende kop, die vaak met de naam „coma" wordt aangeduid. Naarmate de afstand tot de zon kleiner wordt, verloopt de verdamping heftiger: de coma groeit. Arend-Roland behoort tot de kometen, die niet alleen een coma, maar ook een lange staart ontwikkelen. Hij had op 15 maart reeds een staart met een lengte van 4.000.000 kilometer. „V er lichte" slokop Wanneer wij thans 's avonds de planeet Jupiter boven de zuidelijke gezichtseinder zien, ontvangt ons oog zonlicht dat door Jupiter wordt teruggekaatst. Wanneer echter in de tweede helft van april het schijnsel van de kometenkop en -staart onze ogen binnendringt, ontvangen we licht, dat door de gasvormige kop en staart zelf wordt uitgezonden. Toch zijn de kop en staart niet zo heet, dat ze zelf licht verwekken. Zij lijken meer op de licht gevende wijzers van uw wekker zij fluoresceren. Evenals alle gassen, bestaan de kop en de staart van een komeet uit moleculen. Deze slokken de onzichtbare ultraviolette straling van de zon op, doch het is alsof ze te gulzig zijn geweest: zij zenden het opgeslokte bij stukjes en beetjes uit. Hetgeen wil zeggen dat ze van de ultraviolette straling zichtbare straling maken. Als de zon nu maar vrijgevig is met haar ultraviolette straling, zal de komeet tot grote glans kunnen geraken. In dit opzicht is er reden voor optimisme. De zon gaat een tijdvak van grote activiteit tegemoet, de tekenen daarvan zijn nu reeds duidelijk te bespeuren. Tot die ac tiviteit behoort een toeneming van het aantal zonnevlekken en een toenemende vloed van ultraviolette straling. Maar is de komeet zelf in staat, de hoe veelheden gas te leveren, die voor de vor ming en het onderhouden van een flinke staart noodzakelijk zijn? De ervaring heeft geleerd, dat het gedrag van de staart zich feitelijk niet laat voorspellen. Zelfs al zouden binnenkort van het zuidelijk half rond teleurstellende berichten binnen komen, dan is nog de hoop niet verloren, dat Arend-Roland, als hij eenmaal aan onze hemel is beland, een indrukwekken de verschijning zal zijn. Zodra de tijd daar is, hopen wij te kun nen meedelen waar en hoe laat men de komeet kan verwachten. De kop zal op zijn vroegst 19 april zichtbaar zijn en dit zowel in ochtend- als in avondschemering. tADVERTENTIEl Haarlem CENTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS De aarde beweegt langs de rand van de lichtgrijze schijf, de komeet langs de rand van het lichte vlak. De baan van de aarde is cirkelvormig, doch in de bovenstaande figuur staat de baan scheef. Daardoor lijkt zij ellipsvormig te zijn. De baan van de komeet is een gedeelte van een hyperbool, een krom me die in tegenstelling tot ellipsen en cirkels niet gesloten is. De getallen 3, 4, 5 en 6 vertellen waar de aarde en de komeet op de eerste van de derde, de vierde, de vijfde en de zesde maand zijn. Het balletje stelt de zon voor. De komeet gaat op 8 april met een snel heid van vijfenzeventig kilometer per seconde door het punt p van zijn baan. De afstand komeet-zon bedraagt op die datum 47.000.000 kilometer, iets minder dan een derde van de afstand aarde-zon. heeft een middellijn, welke maar eventjes vijfduizend maal zo groot is als die van de wiidste baan van het nlanetenstelsel-in- engere-zin. De komeet Arend-Roland is uit deze wolk afkomstig. Kop en staart Het eigenlijke kometenlichaam is maar nietig. In sommige kometen is een kern ontdekt, gelijkend op een sterretje in de mist, in andere was in het geheel geen kern te ontdekken. Het is tot nu toe geen enkele waarnemer gelukt, een vast lichaam in de fraaie lichtgevende ko- metengestalte te ontwaren. Hieruit besluit men dat het eigenlijke kometenlichaam een doorsnede van ten hoogste een of twee kilometers kan hebben. Wat wij over enkele weken hopen te zien, is dus niet de eigenlijke komeet, doch het ijle gewaad van lichtgevende gassen, waarin hij zich tijdens zijn tocht langs de zon hult (zie figuur 3). Het kleine lichaam, dat, in de kop van de komeet verscholen, niet alleen die kop, maar soms ook een lange staart te voor- Deze komeet is in 1942-43 ontdekt en waargenomen. Hoewel hij, bezien met het blote oog, een onopvallende ver schijning was, heeft hij, beschouwd door de kijker, een rijkdom aan ver schijnselen ten toon gespreid. De foto is vervaardigd op de Vaticaanse ster renwacht te Castel Gandolfo. Tijdens de veertig minuten durende belich tingstijd is de kijker op de kimeet ge richt geweest. Daar de komeet zich ten opzichte van de sterren verplaat ste, zijn de sterren niet als stipjes, doch als streepjes afgebeeld. Het witte streepje naast de kop is een beschadiging van de foto. Op de plaats, waar ruim tweehonderd jaar geleden de beroemde natuurvorser Carolus Linnaeus de gelukkigste tijd van zijn leven doormaakte, waar hij werkte, studeerde en onder de bekoring raakte van het buitengoed „De Hartecamp" van Amsterdams toenmalige burgemeester Clif ford, stond vrijdagmiddag weer een ver tegenwoordiger van Zweden. Het was de Zweedse ambassadeur in ons land, de heer S. Dahlmann, die in dit jaar, waarin de geboortedag van de vermaarde botanicus wordt herdacht, de Linnaeushof te Benne- broek officieel opende. Evenals zijn land genoot in 1735, wandelde de ambassadeur door het bosgebied en genoot hij van het natuurbeeld, dat zich aan zijn oog ont vouwde. In zijn werk over de Hartecamp „Hortus Cliffortianus" schreef Linnaeus eens: „Mijn ogen waren dadelijk verrukt van zovele door kunst ondersteunde meester werken dér'nattiui': 4ïïèeên, bloemperken, standbeelden, vijvers,en kunstig aangeleg de heuvels eri doolhoven. Ik, vreemdeling, voelde mij ganselijk betoverd, omdat ik nooit iets dergelijks gezien had." In deze bloemrijke taal schreef de botanicus in 1735. De ambassadeur heeft gisteren in veel eenvoudiger bewoordingen van zijn sym pathie voor de bloementuin getuigd, toen hij de hof voor geopend verklaarde. Terecht overigens, want als Linnaeus in dit jaar had geleefd, zou hij vermoedelijk ook veel soberder hebben gesproken, over hetgeen hij zag. De ambassadeur hield in het Nederlands en daarna in het Zweeds ten behoeve van de Zweedse radio een toespraak, waarin hij wees op de verbondenheid van zijn land en het onze in de verering van de grote natuurvorser. „Hier bracht hij drie van de belangrijkste jaren van zijn leven door bij zijn vriend en begunstiger Clifford, en hier legde hij zijn botanische tuin aan, die beroemd is gebleven als een j van de meest vooraanstaande in de wereld in zijn tijd", aldus de ambassadeur. De heer Dahlmann zei voorts, niet anders dan j verheugd te kunnen zijn, dat de tuin weer l in ere is hersteld als een monument van de grote natuurvorser. Tenslotte sprak de Na de Linnaeushof officieel te hebben geopend, wandelde de Zweedse ambas sadeur (derde van links) door het bloe- menpark. Hij werd daarbij onder meer begeleid door de directeur, de heer Henry W. Roozen (geheel rechts op de eerste rij) en de Haarlemse bloemenmeisjes. ambassadeur de wens uit, dat velen deze „schepping van de natuur" zullen aan schouwen. De directeur van de hof, de heer Henry W. Roozen, sprak een welkomstwoord, waarin hij de Linnaeushof een rustpunt in dit jachtige leven noemde. Met het oog op de stedebouwkundige ontwikkeling in de randstad Holland achtte de heer Roozen zijn bloementuin belangrijk voor de ver strooiing van de stedelingen. Tenslotte zei hij, de toekomst voor de hof met vertrou wen tegemoet te zien. Nadat acht Haarlemse bloemenmeisjes de gasten met een charmant gebaar een bloem hadden opgestoken, maakten de ge nodigden een rondgang door het bloemen- park. Onder meer waren aanwezig: de heer L. J. P. N. A. Bouwman, namens de com missaris der Koningin in Noordholland; de burgemeester van Heemstede, mr. A. G. A. ridder van Rappard; de burgemeester van Bennebroek, de heer D. Th. van der Hoop van Slochteren; mr. G. C. van der Willigen, burgemeester van de Haarlem mermeer en de heer J. C. Aschoff, voor zitter van de gewestelijke bond voor vreemdelingenverkeer in Zuid-Kennemer- land en tevens van de Raad van Bijstand van de hof. ADVERTENTIE In zyn openingsrede voor het partij congres van de V.V.D. te Groningen noem de prof. mr. P. J. Oud gisteravond het beeld van de binnenlandse staatkunde niet vrolijk. Ons volk heeft weinig reden, zei hij, het kabinet der optimisten, dat ons van 1952 tot 1956 heeft geregeerd, dankbaar te zijn. Er was welvaart in Nederland, maar zij werd allerminst op rechtvaardige wijze verdeeld. De rechten van de huiseigenaar waren in hoge mate verkort en zij, die in de landbouw werkzaam zijn, waren lang zamerhand zeer achterop gekomen. In het najaar van 1955 waren er reeds duidelijke tekenen van overspanning van onze economie, maar lijnrecht daartegen in kwam er een nieuwe loonronde. Men is algemeen overtuigd van de noodzaak van bestedingsbeperking, maar een principiële kloof scheidt volgens prof. Oud de socia listen van alle anderen. Voor de socialisten is de aangewezen remedie belastingverho ging, voor de anderen staat beperking van de overheidsuitgaven op de voorgrond. Ook op het eigendomsprobleem is beider visie geheel verschillend. Bij het beleid, dat de socialisten op het gebied van huren en pachten zouden willen voeren, staat de gedachte aan socialisatie op de achtergrond. Prof. Oud sprak van een methode van volstrekte uitholling van het eigendoms recht op grond en bedrijfsgebouwen, die als koude socialisatie kan worden aange duid. De bezwaren tegen deze regeringspoli- tiek worden, aldus prof. Oud, in feite door het gehele niet-socialistische deel der Tweede Kamer gedeeld. Toch hebben der gelijke maatregelen een plaats in het re geringsprogramma kunnen krijgen. Dat is djn inziens het gevolg van de brede basis- politiek. De kabinetsformatie heeft gedraaid om het vinden van de formule waarop P.v.d.A. en K.V.P. tot voortzetting van de samen werking zouden kunnen geraken. Alleen prof. De Gaay Fortman (A.R.) heeft even getracht een kabinet zonder socialisten te formeren. Vooral de Chr. Historischen heb ben die poging doen stranden, aldus prof. Oud. De V.V.D. zou een kabinet, steunende op de rechterzijde met de liberalen, niet de gelukkigste oplossing achten. De positie van de V.V.D. in een dergelijk kabinet zou een geheel andere zijn dan die in een kabi net met de meest brede basis. In zo'n kabinet zou de V.V.D. met de A.R. en de C.H.U. een „derde macht" vormen. In een kabinet met uitsluitend de rechterzijde zou de V.V.D. meer een aanhangsel zijn van de rechtse coalitie. Er is weer een kabinet gekomen steu nend op de P.v.d.A., K.V.P., A.R. en C.H.U. Maar, zo zei prof. Oud, het is in de Kamer debatten reeds overduidelijk gebleken, dat er eigenlijk niemand in de Kamer is, die vertrouwen stelt in het beleid van het kabinet. Alle partijen beschouwen zich trouwens los van het kabinet. „Dat kan interessant worden als het onmogelijke voorstel inzake de huurblokkering aan de orde komt. De socialisten beschouwen die blokkering als de prijs voor hun mede werking aan een huurverhoging zonder huurbelasting. Zullen de rechtse fracties zich thans nog verplicht achten die prijs te betalen? Op beslissende momenten ma ken de P.v.d.A. en de K.V.P. de dienst uit. De andere regeringspartijen dienen tot niet veel meer dan randversiering", aldus prof Oud. „K.V.P. durft niet" Volgens prof. Oud zou een kabinet zonder socialisten stellig mogelijk zijn indien er bij de K.V.P. wat meer durf was. Hem staat echter niet voor ogen een kabinet, dat steunt op K.V.P., A.R., C.H.U. en de V.V.D. Maar waarom doen K.V.P., A.R. en C.H.U. het niet alleen? Dat wil de C.H.U. Bestrijd UW PIJNEN met: niet, zegt men. Welnu, zo zei prof. Oud, laten de A.R. en de K.V.P. het dan zonder de C.H.U. doen. Zo'n kabinet zou een minderheidskabinet zijn, maar dat is toch niet verboden? Hêt parlementaire stelsel kent maar één eis: dat een kabinet zal heengaan, wanneer de Kamer het kabinet het vertrouwen opzegt. Maar dat zal niet zo gauw gebeuren. Wat de V.V.D. betreft zou zo'n kabinet van een welwillende oppositie verzekerd zijn. Of het tot een dergelijke samenstel ling van een kabinet zal kunnen komen, zal in de eerste plaats van de K.V.P. af hangen. Niets zal de P.v.d.A. vrijmoediger maken dan de wetenschap dat men in het kamp van de K.V.P. zo bang voor haar is. Als de K.V.P. niet zonder de socialisten in zee durft gaan, aldus prof. Oud, laat zij het dan met de socialisten alléén doen. Louter rand-versiering te zijn past de A.R. slecht en het wordt de uitslag van de stembus heeft het geleerd door de kie zers ook niet gewaardeerd. Prof. Oud had het nuttig geoordeeld deze gedachten eens onomwonden uit te spre ken. Niets is voor ons parlementaire stelsel zo funest, zo besloot hij, als in doffe be rusting te verzuchten dat het nu eenmaal niet anders kan. ADVERTENTIE INBOUW- EN SERVICESTATION KROCHT 4 - HAARLEM - TEL. 15228 Levering uitsluitend via de erkende handel. De officier van Justitie te Maastricht heeft aan de inspecteurs van invoerrech ten en accijnzen opdracht gegeven perso nen die zogenaamde Lotto- en Totoformu lieren van Duitsland naar Nederland ver voeren, aan te houden en de formulieren in beslag te nemen. Aan de grensposten in Zuid-Limburg zijn reeds enkele honderden formulieren in beslag genomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 7