PRATEN MET BRUGMAN Raadgevingen voor hen die per trein gaan PASEN IN SPANJE Reizen in Italië DE TAAK VAN MODERN JACHTMIDDEL Het glorieuze einde van de Semana Santa de politie H NIEUWE UITGAVEN Leeuwenparfum verjaagt nijlpaarden Het nieuwe politiebureau aan het Marconiplein te Rotterdam bevat een zeven bij negen meter grote ge veldecoratie, waarvan de voorstelling, uitgevoerd in gekleurd beton, de taak van de politie symboliseert. Men ziet hoe de witte hand van de Heilige Hermandad men sen, dieren en eigendom men beschermt. De witte staartdrager laat zien dat de Rotterdamse politie er ook voor de kat is, al is zij niet voor de poes. Doordat zij in rood zijn afgebeeld komen de voetballende kin deren, helemaal onderaan, op de reproduktie waar schijnlijk minder goed tot hun recht. Het geheel is door de Rotterdamse kun stenaar Kees Timmer ont worpen. OM TE ONDERZOEKEN in hoeverre de haast, waarmee de Amsterdammers zich gewoonlijk door hun ingewikkelde stra- tenstelsel reppen, echt is, heb ik mij on langs bij de Hortusbrug over de Nieuwe Herengracht opgesteld. Daar bleek mij, dat dertig percent van de lieden, die bij de sluiting van de overgang nog hijgend tus sen de dichtzwaaiende hekken door glip pen naar de andere zijde, daar aange komen blijft staan om de brug te zien opendraaien en het schip te zien passeren. Als de hekken definitief worden gesloten hoort de brugwachter zich veelal uit maken voor alles wat mooi en lelijk is. Wat mooi is verneemt hij van degene, die hij nog juist verlof heeft gegeven om te passeren en wat lelijk is klinkt hem tegen van achter de gesloten hekken. Onder wat lelijk is hoort men wel eens de uitdrukking „loop rond". En het merkwaardige is, dat de brugwachter dat nog pleegt te doen ook. Hij duwt daarbij tegen een krukstang, waardoor het rondlopen er tevens in re sulteert, dat het brugdek langzaam tussen de twee opritten wegdraait. Van beide zij den slaat men de bedrijvigheid van de twee brugwachters op dat stukje houten straat boven de gracht met ongemene be langstelling gade. Eerst loopt er één met de kruk en daarna stelt zich de tweede tegenover hem op en beiden buigen regel matig in uiteenlopende richtingen voor over om het naar hen toedraaiende eind „Portioenkoela" door Thora von Brock- dorff, uitgegeven door De Tijdstroom te Lochem, is een verzameling verhalen, die gebaseerd zijn op de ervaringen die de Duitse schrijfster met verschillende dieren heeft gehad. Zij heeft veel gezworven langs de kusten van de Middellandse Zee en ontmoette daar zoveel dieren, dat zij niet heeft kunnen nalaten er korte ver halen over te schrijven. Sommige ervan zijn bijzonder aardig en gevoelig weerge geven. Eén van de aardigste is wel de ge schiedenis van de pinguin, die verliefd wordt op de schrijfster. Veel heeft Thora von Brockdorff begrepen van de gevoelens en instincten van de door haar beschre ven dieren. Bepaald storend wordt haar verteltrant echter, als zij een betweterige dweperigheid in haar toon laat doordrin gen en iets gaat betogen, waar slechts be schrijven op zijn plaats is. Toch zou het verkeerd zijn door deze minder prettige ervaring het gehele boek ongelezen te la ten, want er staan wel degelijk verhalen In, die uitblinken door gevoeligheid, be grip en humor. Margot Bakker vertaalde het boek goed. „Talleyrand" van Duff Cooper (Lord Norwich, een intieme vriend en medewer ker van Winston Churchill, die twee jaar geleden is gestorven) is voor de tweede keer verschenen in de „Prisma"-reeks van Het Spectrum te Utrecht, vertaald door J. Kernkamp-Muyderman. Dit werk behoeft eigenlijk geen aanbeveling. Het wordt aan de binnenkant van de omslag als volgt in geleid: „Gedurende veertig bewogen jaren (1790-1831) is Talleyrand een constante kracht geweest in de Franse politiek. Om hem heen woedde de revolutie, het Direc toire kwam op, Napoleon veroverde de macht en verloor haar, de Bourbons komen en gaan. Zonder gewetensbezwaar heeft Talleyrand achtereenvolgens al deze heren en heerschappijen gediend, voornamelijk op het gebied van de buitenlandse politiek. Door een optisch bedrog, dat elke trein reiziger bekend is, heeft het de schijn alsof Talleyrand de weerhaan was die met alle winden meedraaide. In werkelijkheid wa ren zijn politieke denkbeelden uitermate stabiel. Alleen greep hij elke kans aan om ze in de praktijk te brengen. Dat bezorgde hem onder andere de haat van Napoleon en de overwinning op het Weense Congres, waar door zijn toedoen het verslagen Frankrijk een eervolle plaats herkreeg tus sen zijn overwinnaars. Maar Talleyrand was meer dan een groot diplomaat, hij was een levenskunstenaar van de eerste rang, verfijnd en gewetenloos, charmant en ve nijnig, een beroemd gastheer en een min naar zonder scrupules. Als een verdwaald monument van het Ancien Régime staat hij aan het begin van de negentiende eeuw, de eeuw van de bourgeoisie". Dr. J. S. Bartstra oordeelt in de W.P.-Encyclopedie Iets scherper: „Volkomen amoreel en niet alleen in de politiek is Talleyrand -op zeer verschillende wijzen beoordeeld". Zo als het bij elk goed historieboek behoort, is aan dit werk een litteratuurlijst toegevoegd. „Schelde, snelle vliet" door Emiel van Hemeldonck, uitgegeven door Lannoo Tielt in Den Haag is een historische roman, die Speelt in Antwerpen tijdens de Napoleon tische tijd, toen het continentale stelsel voor een groot deel de vrije handel be lemmerde, hetgeen velen in de oude koop mansstad zeker niet welgevallig was. van de krukstang te grijpen en een zet ta geven: een boeiend stuk lichaamscultuur. En tenslotte neemt één het weer over opnieuw rondlopend, maar nu om het ge val af te remmen als het brugdek op een paar graden na in de lengte van de gracht ligt. Op onze vraag hoe de man dat zo pre cies kon schatten, vertelde deze ons dat hij het zo uitmikte, dat een bepaalde meerpaal in één lijn lag met een der tramrails. En op onze vraag of het terugdraaien in de oude stand geen risico's opleverde, werd ons medegedeeld, dat lijn 9 (van het sta tion) nog nooit in de rails van de tegen overliggende lijn 9 (naar het station) is ge lopen, omdat de brug niet goed dicht zat. De twee mannen van de Hortusbrug kunnen nooit in volle gemoedsrust hun partij schaak voortzetten, wanneer het schip er eenmaal door is. Want verderop ligt de -Weesperstraatbrug, die niet uit zichzelf omhoog gaat. Of liever, zij gaat wél uit zichzelf omhoog, maar pas nadat één der mannen van de Hortusbrug op zijn fiets naderbij is gesneld om haar daartoe langs elektrische weg de eerste impuls te verschaffen. De schipper kan de hele gracht zonder betalen doorvaren, zodat hij een tijdlang diep onder de indruk wordt gehouden van Amsterdams gratis diensten. Maar ten slotte krijgt hij nog vóór de Amstel een ophaalbrug, waar hij voor alle bruggegel- den wordt aangeslagen, die hij meende te zijn ontlopen. En zo moet hij in vele ge vallen nog over de brug komen als hij er allang onderdoor is. Ko Brugbier (Van onze correspondent in Bonn) De Westduitse chemicus Hildebrandt heeft een nieuwe odeur uitgevonden, die de eigenschap heeft nijlpaarden te ver drijven. Men heeft uit Kassei enkele fles sen per luchtpost naar Zuid-Afrika ge stuurd, waar nijlpaarden suikerplantages verwoesten. Het parfum heet „Löwe nr. 4". Hildebrandt kwam in de dierentuin van West-Berlijn tot de ontdekking dat men- senlucht nijlpaarden doet.... gapen. Van de geur van tijgers trekken de beesten zich niets aan, maar voor leeuwen lijken ze instinctief een geweldig respect te hebben. Een paar druppels „leeuwen parfum" zijn voldoende om nijlpaarden te verjagen. Hildebrandt was al bekend als uitvinder van een geur, waarmee men herten en reeën in bosrijke streken van de akkers kan weg houden. (Van een onzer correspondenten) SEVILLA De hoogtepunten rond Pasen liggen in Spanje op Witte Donderdag en Goede Vrijdag, wanneer het hele land in rouw gaat. Het verkeer is in de steden zo veel mogelijk be perkt, bioscopen en theaters zijn gesloten of geven slechts stukken met een religieuze strekking, van de openbare ge bouwen wapperen de vlaggen halfstok en de meeste mensen zijn gekleed in het zwart. De veertiendaagse vastentijd, die aan Pasen vooraf gaat in de katholieke landen als Spanje, is maar heel slapjes gevolgd, maar deze laatste week grenzen de verstervingen en boetedoeningen aan overdrijving. Vooral in het zuidelijk deel van het land, waar men nog eerder ge neigd is de gevoelens de vrije loop te laten, ontstond voor deze donderdag en vrijdag een ritueel, dat verbijstert door zijn kleuren en geluid en het grote, kinderlijke geloof, dat achter deze blikkerende facade moet wonen. Het is de tijd van de grote processies, waarvan die te Sevil- la misschien het meest beroemd is, maar die in Granada, Val- ladolid of Toledo even oogverblindend kunnen zijn. „Cofra- dias" eeuwenoude broederschappen dragen in deze pro cessies de beeldengroepen mee, die op het leven en lijden van Christus betrekking hebben. Ze worden begeleid door in lange gewaden geklede mannen, een kleding die met de hoge punt mutsen wel op de gewaden van de Klu Klux Klan gelijkt. Zwart zijn ze voor de „processies der stilte" in sommige steden in de nacht van Goede Vrijdag gehouden. Dezelfde kleding wordt gedragen door de boetelingen, die zich in deze week extra verstervingen willen opleggen en de processies, die uren duren, meelopen op blote voeten, dikwijls een zwaar kruis torsend of kruipend op de knieën. Militaire eenheden en mu ziekkorpsen doen mee, evenals in enkele steden de leden van het corps diplomatique en Spaanse hoogwaardigheidsbekle ders. In Sevilla klinken bij deze processies soms de „saetas" op, geïmproviseerde flamencoliederen, plotseling aangeheven door een van de toeschouwers of een deelnemer aan de pro cessie. Een merkwaardige tegenstelling tot deze aangrijpende pro cessies vormen de toeschouwers: toeristen uit alle delen van de wereld of elegante Spanjaarden, die voor enkele pesetas «O T? o ctc ryiaVe t\ Broederschappen in processie De cofradia van de „Heilige Begrafenis" te Valladolid, de broe derschap van de rijke bewoners. De prachtige mantels van zwart fluweel zijn afgezet met gouden kantwerk. een stoeltje hebben gehuurd op de gebouwde tribunes en het geheel bekijken of het een demonstratie was of een kijkspel. Alleen zij voelen het als zodanig, want voor de deelnemers is het een diepe werkelijkheid. Dat verklaart dan ook de vreugde en de opwinding van Paaszaterdag en Pasen, wanneer de droefheid plotseling omslaat en de blijheid van het herboren leven in uitbundigheid wordt gevierd. Het verleent aan de Paasdagen in Spanje een diepere zin, die dikwijls grenst aan een gevoel van opluchting. Milaan, dan komt vooral het bijzonder mooie en weinig bekende Parma in aan merking en ook het middeleeuwse Bologna. Milaan is beslist geen mooie stad, heeft behalve de dom en enkele andere kerken weinig bezienswaardigs en doet nauwelijks Italiaans aan. Het is veel aardiger ineens in een echte Italiaanse, dus volkomen onge wone omgeving te komen dan allerlei over gangsstadia door te maken. Gaat men door naar Venetië dan is het beslist jammer een stad als Verona, een der mooiste steden van Italië, over te slaan. In de warme maanden heeft men in het gebied tussen Florence en Napels van de hitte het minst last. Perugia, Spoleto, Assisi, Siena, Lucca, Orvieto, ook Florence en Rome zijn nooit benauwend. In bepaalde steden: Bologna, Parma, Siena en vooral in Rome vindt men een overvloed van restaurants, waar men bijna altijd uitstekend eet. De spijskaart hangt buiten, zodat u zo ongeveer kunt schatten wat u gaat uitgeven. Een goede aanwijzing is de prijs van het „coperto" (gebruik van servet en bestek plus wat brood) dat een eigenaardigheid is van de Italiaanse eet- gelegenheden. In heel eenvoudige volks zaakjes, die lang niet altijd slecht hoeven te zijn, rekent daarvoor 50 lire, een door snee-restaurant laat u 80, in sommige ste den 100 lire betalen. Is die prijs hoger dan 100, dan zal de rekening per persoon meer dan twaalf gulden zijn. De Italiaanse keu ken, minder verfijnd dan de Franse maar waarschijnlijk gezonder, is voedzaam en goed maar niet erg gevarieerd. U moet hier geen „Hollandse kostjes" verwachten. Deze heel andere keuken is ook een deel van uw vakantie. In grote steden, vooral in Rome, waar de afstanden niet klein zijn en men niet voor zijn genoegen in de overvolle trams of bussen staat (een zitplaats krijgt u heus niet) is het onverstandig heel of half pension te nemen. De hotelkeuken is „internationaal" dus karakterloos en u zit er temidden van vreemdelingen. In elk ho tel kunt u alleen een kamer krijgen (in Ro me tussen 1600 en 4000 lire in de „bewoon bare" hotels) of kamer met ontbijt, waar voor 300 lire extra wordt gevraagd. Dat ontbijt kunt u ook, en heel wat goedkoper krijgen in een van de drie- tot vierduizend bars met espresso-koffie en allerlei drank jes, die de eeuwige stad rijk is. Wie zijn hotels en eethuisjes weet te kiezen, is in Italië goedkoper uit dan in België of Frank rijk. In een volgend artikel enige tips voor wie per auto reizen en een en ander over diefjes en diefjesmaats, die het op de toe rist voorzien hebben. (Van onze correspondent in Rome) HET ZOMERSEIZOEN staat voor de deur en stellig zullen weer heel wat Neder landers zuidwaarts trekken, naar Italië. Hoe richten zij hun reis zo goed mogelijk in? Waar kunnen zij het best terecht? Hoe vermijden zij de moeilijkheden, die het reizen in een land waarvan men de taal niet spreekt, onvermijdelijk meebrengt? Ik zou natuurlijk honderd-en-een dingen kun nen zeggen en daarbij toch zeker weten, dat juist datgene wat de lezer wil weten aan het lijstje ontbreekt. Ik beperk mij dus liever tot algemeenheden en zal eerst voor reizigers per trein en in een tweede artikel voor wie met auto of scooter er op uit trekt, enkele punten naar voren brengen, die van belang kunnen zijn. Uiteraard zijn er ook reizigers, die van het vliegtuig gebruik maken. Hun problemen zijn, wat de reis betreft, heel eenvoudig. Ten eerste: wat is het beste seizoen? Dit hangt helemaal af van het doel van uw reis. Wilt u genieten van zon en zee en ergens in een badplaats gaan zitten aan de Italiaanse Rivièra (minder snobistisch en met meer ongerepte natuur dan de Franse) dan kunt u terecht van begin mei tot half oktober. Hetzelfde geldt voor de aardige badplaatsjes van het Sorrentijnse schier eiland bij Napels, voor Capri en Ischia en ook voor de plaatsen aan de Adriatische kust. Die laatsten hebben een strand zoals wij dat aan de Noordzeekust gewend zijn, maar natuurschoon is er heel wat minder dan aan de kusten waar rotsen en heuvels zijn. Mondello bij Palermo - een beetje ver weg - is misschien de meest aantrekkelijke badplaats van Italië, het Venetiaanse Lido de duurste. Voor al die plaatsen is „vakan tiespreiding" een goede zaak. De Italianen zelf nemen vakantie, meestal heel lang, in juli en augustus. In die twee maanden zijn de echte vakantieplaatsen propvol, de prij zen zijn hoger, het comfort is geringer en er is geen sprake van dat men in Rimini, Venetië, Lido, Ischia of een der bekende Rivièraplaatsen in de volle zomer goede hotelkamers vindt zonder die van tevoren te hebben besproken. Naar ons begrip is het dan in die plaatsen ook meestal heel warm. Komt u naar Italië terwille van oud stedeschoon en om er musea, kerken, op gravingen, antieke tempels en dergelijke te bezoeken, dan kunt u er van april tot half november terecht. Doorgaans is het mooi zonnig weer. De steden in de Povlakte, vooral Milaan, Cremona, Padua, maar ook Venetië, zijn in juli en augustus wel erg warm. Het is er volkomen windstil. Dat geldt niet voor Rome en Napels, de ver rukkelijke steden in de heuvels van Um- brië en Toskane waar een briesje overdag de hitte tempert en de avonden en nachten heerlijk zijn. Rome heeft in de zomer een zo verrukkelijk klimaat, dat uw correspon dent elke zomerdag, die hij in andere, toch ook mooie steden, bijvoorbeeld Venetië of Florence, moet doorbrengen als een offer beschouwt. Wel zijn natuurlijk voor een Italiaanse zomer echte zomerkleren, die u in Nederland niet zo vaak nodig heeft, ge wenst. Het is naar onze mening verkeerd, wanneer toeristen - de Duitsers zondigen in dit opzicht het meest - menen dat zij „zomers" gekleed zijn als zij in een door zweet en verre van proper hemd of blouse en een paar viesvette „shorts" rondlopen. 3 DE NIEUWE REGELING der spoorwegen is beslist een nadeel. Vroeger reisde men in Italië uitstekend tweede klasse. Dit kan men nog doen wanneer men rechtstreeks uit Zwitserland of Frankrijk doorreist. Men heeft dan al een zitplaats. Vertrekt men uit een grote stad, waar treinen worden gevormd of waar wagons aan een binnen rijdende trein worden toegevoegd, dan kan men ook tweede reizen, mits men een dag tevoren een plaats reserveert. Nu er geen derde klasse meer bestaat, is de tweede doorgaans vol. U moet het dan ook niet ongewoon vinden acht of tien uur lang in de corridor van de trein te staan midden tussen bergen koffers, kisten, pakken en soms pluimvee. Overvol zijn vooral ook de „rapidi", de bliksemtreinen. Italianen hebben een kin derlijke voorliefde voor alles wat zich snel beweegt en zullen dus zo enigszins moge lijk de snelste trein kiezen, maar deze wordt daardoor ook de minst confortabele. De „direttissimo", een weer wat minder snelle sneltrein, is doorgaans het meest aan te bevelen en als men op tussenstations in stapt, verdient de voorkeur als men geen zitplaats in de tweede vindt de contro leur te waarschuwen en een aanvullend kaartje te kopen voor „verandering van klasse". Lang niet alle treinen hebben res tauratiewagens. Is er zulk een wagen dan is de maaltijd duur (ongeveer twaalf gul den) en niet op het peil van die in een middelmatig restaurant. Maar in alle sta tions komen jongens van het stationsbuffet met een wagentje langs de trein en zij ver kopen behalve andere dingen, reismandjes, „cestini da viaggio". Dit is iets buitenge woon nuttigs. Voor een prijs, die varieert van 550 tot 700 lire krijgt men Macaroni, een kwart kip met gebakken aardappelen, een stuk kaas, wat vruchten, brood, een kwart liter wijn, wat zout, een houten vork je, een papieren beker en. tandensto kers. Een wijs man zorgt vork en mes mee te nemen als hij op reis gaat. Er is een sta tion helaas ligt het aan een lijn waarvan de toerist zelden gebruik maakt dat in heel Italië beroemd is om zijn uiterst ver zorgde reismandjes: het station Cesena, dat al meer dan vijftig jaar een zo vermaard stationsbuffet heeft, dat er in het stadje vaak congressen worden gehouden alleen omdat men in het station zo goed eet. DOORGAANS ZAL de Nederlander bij Chiasso over de grens komen. Naar onze mening is het niet verstandig om dan eerst van alles Milaan te bezoeken. Wil men, moe door de lange reis, even onderbreken dan zou ik eer Como aanraden of als men de moed heeft nog even verder te gaan dan H|lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll""j]J Reizen is een aparte kunst, als men tenminste de grens overgaat met de bedoeling nieuwe ontdekkingen te doen, als men bereid is folders te wan- |j Ël trouwen met de overtuiging, dat niemand kan vertellen wat u gezien moet H hebben, alleen misschien uw allerbeste vriend. En zelfs hem moet u niet hele- maal geloven. Moet ik dan met argwaan reizen? vraagt u. Nee, u moet alleen E maar ontvankelijk zijn tot in uw botten, het land waar u doorgaat willen H ruiken met uw eigen neus. Onze correspondent in Rome geeft hiernaast prac- j| tische aanwijzingen voor het reizen in Italië, meer niet. De fotograaf van het E vijftal platen, alle opgenomen in hierbij besproken en aaangrenzende gebieden, E laat zien wat niet in folders staat. Wij vertellen hiernaast hoe u moet reizen. E E V gelooft ons niet? Dan kunt u heel goed reizen en hebt u, als u weer terugbent, E E niet het gevoel lijnen te hebben getrokken in een lege ruimte toen u van de M ene plaats naar de andere ging. Dan hebt u herinneringen, die u niet vergeet. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 17