VOOR WAT DE ZOMER ONS BELOOFT... Badpakken zijn thans meesterstukjes van coupe Gaillardia's of kokardebloemen Een Spaans ezeltje Uw geld of uw leven Best geklede vrouwen Tuin- en kamerplanten ZATERDAG 27 APRIL 1957 Welk haasje woont in het hol onder de boom? Volg de lijnen van de haas jes af en je weet het. Op de vergadering werd zó hard ge schreeuwd dat Kareltje Mol, onder de grond, er wakker van werd. Opeens dacht hij aan het cadeautje voor de muizenkinderen. Hij tastte er in het donker naar. Maar wat was dat? De balletjes waren verdwenen! Hij hoorde wel iets anders en dacht eerst, dat de muizen in zijn hol waren gekro pen terwijl hij sliep. „Piepepiep", ging het naast hem. „Hé, wie zijn daar? Wat is dat?" vroeg Kareltje verbaasd. Toen hij goed keek ontdekte hij twee piep kleine vogeltjes die een vreselijke keel opzetten. „Nou nou", zei Karei, „waarom schreeuwen jullie zo? Ben je verdwaald? Heb je honger? Waar zijn je vader en moeder?" De kleine vogeltjes konden nog geen woord praten en Kareltje be sloot om boven de grond maar eens raad te vragen. Net toe hij zijn kopje uit de molshoop stak, wilden de kraaien de veldmuis uit de vergadering zetten omdat er alleen maar mannen mochten komen. „Maar ik kan jullie vertellen wie het zwarte mon ster is", riep ze, „je zult het niet gelo ven. Maar ik heb het bewijs. Hier zijn z'n haren!" Alle dieren kwamen in een kring om haar heen staan en met snikkende s em zei de veldmuizenmoeder: „het is r vriend. een vriend van ons allem Het is.De rest fluisterde ze. „Wat? Kareltje? Kareltje Mol? Onze vriend de mol?" riep iedereen. „Hier ben ik", lachte Karei, want hij dacht dat de dieren hem zagen aankomen en hem daarom zo vrolijk riepen. „Het monster! Het zwarte monster. Houd hem. Weg met hem! Jaag hem het bos uit!" klonk het van alle kanten. „Waar? Waar dan toch?" vroeg Ka reltje en hij keek verschrikt om zich heen. „Houd je maar niet van de domme, mannetje. Zeg op, waar zijn de eitjes van de merel?" „Eitjes? vroeg Karei, „ik weet van geen eitjes. Ik wilde jullie alleen read vraeen. Ik heb in mijn hol twee kleine „Piepeoiepepiep", ging het achter hem en opeens keken twee kleine vogelkop jes uit de molshooo, „Mereltjes, merel- kindertjes!" riep moeder Merel en ze vloog er op af, ..ze zijn van mij, ze moe ten van mü zijn. Kijk maar, ze lijken op mijn man!" „Neem me niet kwalijk", zeiden de kraaienagenter tegen Kareltje en ze lie ten hem los „het was een vergissing. Het zwarte monster bestaat niet". „Jawel. jawel!" riep Kareltje, „het bestaat wèl. Ik had twee heel leuke bal letjes gevonden en in mijn kamer ge legd en toen ik wakker werd waren ze weg. Dat heeft natuurlijk dat zwarte monster gedaan!" Kareltje Mol begreep maar niet waar om de dieren zo verschrikkelijk moesten lachen om zijn verhaal. Ze rolden over de grond toen hij vertelde dat er wèl twee vogeltje waren, maar geen balle tjes meer om mee te voetballen. Hij begrijpt het nóg niet, maar ja, hij is blij als hij lachende gezichten ziet en daarom doet hij maar mee als hij nu door het bos loopt en iedereen lachend roept: „Daar gaat het zwarte molster!*' Mies Bouhuys JA, IEDEREEN in het bos was het er over eens: Kareltje Mol was het vrien delijkste dier van allemaal. Het was eigenlijk jammer dat je hem zo weinig zag, want hij had voor iedereen altijd een aardig woord, speelde met kleine dierenkinderen en was beleefd en be hulpzaam voor oude dieren. Als Kareltje in het bos rondliep was iedereen tevreden en vrolijk. En omge keerd hield Kareltje natuurlijk ook erg veel van alle dieren. Vooral van de vo gels. Het fluiten en zingen van vogels miste hij wel eens onder de grond. En daarom was hij op een morgen met zijn kopje boven zijn molshoop verschenen en luisterde naar het prachtige concert, dat de merelvaders en moeders gaven in de bomen en struiken boven Kareltje. „Oo", zuchtte de zwarte mol, „wat moet het heerlijk zijn om zó te kunnen fluiten! Weet je wat? Ik ga toch eens aan de merel hierboven vragen hoe ze dat doet. „Nu woonde er een merel in een struik vlak bij hem, nog geen twin tig centimeter boven de grond. Kareltje had al vaak naar haar zitten kijken zon der dat ze het merkte. Kareltje Mol bedacht dat hij, als hij op het heuveltje verderop klom, net zo hoog kon komen als de tak waarop hij de merel altijd zag. Toen hij met veel moeite tegen het heuveltje was opgeklomen merkte hij dat ze er niet was. „Merel! Mevrouw Merel!" riep Kareltje zacht, maar er kwam geen antwoord. Kareltje wilde al weer teruggaan naar zijn molshoop toen hij opeens, vlak bij hem twee hele grap pige dingetjes in een soort mandjj zag liggen. „Hé", zei Kareltje, „wat zijn dat nou voor leuke balletjes? Wat zou je daar mee kunnen doen? Weet je wat? Ik neem ze mee.... De veldmuisjes onder de grond zullen er heerlijk mee kunnen spelen. Tsjonge jonge wat zullen ze daar van opkijken als oom Karei met zo'n prachtig cadeau aankomt". Het was niet zo makkelijk om die twee balletjes uit dat mandje te krijgen, maar Kareltje was slim en hij schudde net- zolang aan de tak tot het hele mandje naar beneden viel met de twee balletjes erin. Het mandje liet hij liggen en hij verdween met zijn balletjes in z'n molshoop. Jammer, toen hij het holletje van de veldmuisjes binnenging vond hij nie mand. Moeder Veldmuis was zeker ook met haar kinderen in de zon gegaan. „Nou, dan bewaar ik het speelgoed maar tot ze terugkomenêê, zei Kareltje en hij sleepte de balletjes terug naar zijn eigen slaapgang, waar hij meteen maar een dutje ging doen want hij was moe ge worden van het klimmen en sjouwen. Ja, moeder Veldmuis was met haar kinderen op pad. Ze wandelden onder de lichtgroene struiken en stonden af en toe stil om een praatje met familie of kennissen te maken. Maar opeens schrokken ze vreselijk. Vlak boven hun hoofd klonk een gil. Het was een merel, dat hoorde je meteen! „M'n eitjes! M'n mooie mereleitjes! Wie heeft mijn eitjes gestolen? Wie heeft mijn nest verwoest?" klaagde de stem van. de merel. Het stond meteen zwart van de die ren om het merelnest dat uit de boom was gevallen. „Opzijopzij", krasten de kraaien die altijd voor politieagent speelden als er iets gebeurd was. „Hier" riep er opeens één, „hier, kijk dit eens!" In zijn snavel had hij een paar zwarte glanzende haren die hij vlak bij het nest had ontdekt. Alle dieren beke ken elkaar van top tot teen. Nee, nie mand had zulke haren. De muizen wa ren grijs, de eekhoorn was rood, de ha zen waren bruin en de pad die helemaal vooraan stond had niet één haartje. „Een onbekend dier", mompelde een oude haas, „dat is altijd gevaarlijk". „Een dier?" vroeg het eekhoorn vrouwtje, dat zelf pas kinderen had, „noem je dat een dier, die nesten uit haalt van een ander? Ik noem het een monster!" „Wie zei daar monster?" kraste een kraai, „wie had het daar over een zwart monster?" „Ja ja, het is een zwart monster", piepten de muizen en iedereen had op eens iets gemerkt of gezien van het zwarte monster. „Alle kinderen in huis", riepen de kraaien, en alle mannelijke dieren onmiddellijk vergaderen. We moeten een besluit nemen!" Alle dierenmoeders duwden hun kin deren voor zich uit naar huis. De mui- Dit ezeltje kan je maken van pijpe- schoonmakers en kurken. De kurken be vestig je aan de schoonmakers door er een gaatje in te prikken en daar de schoonmaker in te steken. Waarschijnlijk bent u in gedachten al bezig vakantieplannen te maken. Er wacht ons immers binnenkort weer een vaak al te korte periode van niets doen en genieten en we willen die het liefst doorbrengen daar waar de zon uitbundig schijnt. Of we ons echter naar een gegarandeerd zonnig strand ergens in het zuiden begeven of dagtrips onder nemen in Kennemerland, bij de plannen makerij zal zeker de vakantiegarderobe worden betrokken. Misschien bent u handig genoeg zelf iets te ontwerpen; in het andere geval kunnen wij u ga randeren, dat het zomerseizoen in de winkels al volop is begonnen. U kunt nu het best keus maken in badpakken, shorts en strandjurken, die in al hun kleurengloed een bar grote verleiding vormen. In geen voorafgaand jaar is de strand kleding zo modieus en geperfectioneerd geweest als thans. Dit geldt voor wat men ziet in buitenlandse collecties, maar zeker ook voor wat fabrikanten van sport- en strandkleding in eigen land dit voorjaar hebben uitgebracht. Badpakken zijn niet langer omhulsels, waaraan we zelf vorm moeten geven, maar meesterstukjes van coupe met een binnen- constructie, die het lichaam steun geeft, foutjes wegwerkt en er terdege toe bij draagt ons een nimfachtig uiterlijk te ver lenen. Vergeleken met enkele jaren ge leden zijn de badcostuums beslist decenter geworden: van boven en van onderen een stukje erbij. In Amerika lanceert men zelfs pakjes met pijpjes, zo lang als een short en men gaat zelfs zo ver, dat men het bad. costuum driekwart mouwtjes geeft wel weer een beetje te veel van het goede. plissérokjes genieten bij de jongeren met slanke figuurtjes veel aftrek. Wil men wat molligheid camoufleren, dan zijn de mo dellen met een vertikaal ingerimpeld voor pand geschikt ofwel die met een overrokje. Is men verre van slank, dan zal het lastex pak met bijvoorbeeld donkerder gekleurde zijpanden een ranker silhouet suggereren. Er bestaat zo'n ruime keus ook al in de lagere prijsklassen voor ieder type fi guur, dat we ons het strand van de naaste toekomst kunnen voorstellen als bevolkt met louter aantrekkelijk geklede zonne- baadsters. En wist u, dat het Nederlandse badpak, zowel in katoen als lastex, het goedkoopste in Europa is? Is men een verwoed zwemster dan blijft toch altijd wollen of katoenen tricot de aangewezen dracht. Voor het zonnebad kan men zich dan even omkleden. Sinds kort zijn ook nylon crêpe mousse pakken in de handel. Zij bezitten het voordeel goed om het lichaam te sluiten en snel te drogen. Tevens zijn ze zon- en zeewater- bestendig. Het ziet er naar uit, dat het sterk ge rimpelde katoenen pakje veld gaat ruimen voor een meer gladde, vloeiende lijn. Der gelijke tuniekachtige pakjes ziet men op buitenlandse stranden veel dragen. Ze be antwoorden volledig aan de „flou" lijn, die thans zo populair is lijn dus, die het lichaam niet strak, maar vloeiend omsluit en soepel en beweeglijk is. De lastex pakken vertonen vaak asym metrische lijnen of schuine draperieën. Het laatste nieuws zijn de pakjes met in geweven ruiten of strepen van gouden, zilveren of gekleurde lurexgarens, die zon-, zeewater- en wasecht zijn, zodat het glinstereffect ook na een duik in zee be houden blijft. In Amerika en Italië wordt veelvuldig met dergelijke glinsterdraden gewerkt. Afknoopbare schouderbandjes vergezel len de costuums. Kiest u er een van ka toen, dan kunt u een ensemble vormen door er een rok en jasje of bolero van de zelfde stof bij te kopen (of te maken). U kunt er dan mee de boulevard op of de stad in. KLEINE DESSINS zijn bij die katoen tjes in de mode, vaak heel romantisch zo als bloempjes, vlinders of takjes, dan wel meer abstracte voorstellingen in gedurfde kleurencombinaties, ontworpen door schil ders. Of wilt u nog wat anders: harlekijn ruiten in bonte kleuren. Maar u bent ook volgens de laatste voorschriften gekleed in een effen katoenen costuum. De kleuren hiervan zijn marine (in plaats van zwart), coral rood, tomaat, turkoois, diep rose of ijsblauw. De short heeft dit seizoen heel korte pijpjes en geen omslag. Pantalons zijn driekwart of zevenachtste lang, hebben nauwe pijpen met geestige splitjes of ze lij ken op de broek van de overall van Ame rikaanse vliegers, met twee klepzakken op het bovenbeen en naadzakken opzij. Voor kampeer, en watersport kan men tuniekachtige jasjes kiezen, die men over de pantalon draagt of een plezierige ge streepte poncho met wijde afstaande col. Een geheel nieuw kledingstuk is de blou- son: een jakmodel met een blousende rug, die glad om de heupen sluit. Weer een an der seizoennieuwje: blazers in clubstrepen, bijvoorbeeld in blauw met groen, begrensd door een smalle lijn of in grove pied de poule dessins of pastelkleurige strepen. Al hebben we nog niet, zoals Italië, zon- nejurken, pakjes en pantalons van stro in alle mogelijke pastelkleurtjes, er zijn in de Nederlandse collecties zoveel andere mo- dieuse nieuwjes te vinden, dat men er, mits de keus goed wordt overwogen, best in voor de dag kan komen, zelfs op het meest mondaine buitenlandse strand. Tineke Raat De statistieken der levensverzekering maatschappijen hebben slecht nieuws voor de Amerikaanse mannen: in 1900 leefde de vrouw in dit land gemiddeld nog geen drie jaar langer dan de man, in 1930 leefde zij bijna vier jaar langer en nu bedraagt het verschil zes of zeven jaar. Gaat men na hoeveel mensen er sterven tussen de 40 en de 50, dan blijkt, dat de verhouding tussen mannen en vrouwen 17 tot 10 is. Voor de leeftijd van 50 tot 60 jaar is de verhouding nog ongunstiger voor de man nen: 18 tot 10. De gemiddelde leeftijd van de Amerikaanse weduwe is 51 en zij kan dan in de regel nog rekenen op een wel verzorgd, doch eenzaam bestaan van twin tig jaar. De Amerikaanse schrijfster Hannah Lees heeft een oproep tot de vrouwen gericht om de man.te sparen. Zij meent dat de vrouwen het leven van hun echtgenoot aanmerkelijk zouden kunnen verlengen, indien zij aan hun man lieten merken, dat zij meer prijs stellen op omgang en ont spanning, samen met hem, dan op zijn geld en geschenken. Wanneer de man twee Blauw lastex badcostuum, gegarneerd met een rode en witte band. Het moderne servies „2000", dat wordt gebruikt door de Sjah van Perzië en zijn gemalin. mee naar huis, samen met wat vuurwerk en de spaghetti, toen in China en thans in Italië het volksvoedsel. Maar het geheim van het pottenbakken bewaarden de Chi nezen. Het moest nog eens ontdekt worden, door de Berlijnse Alchemist Friedrich Böttger, die Wilhelm van Pruissen had wijsgemaakt dat hij goud kon maken. IJzeren Wilhelm hield hem aan zijn woorden en toen er geen goud uit de ovens kwam moest Böttger vluchten. Hij kwam terecht bij August de Ster ke, koning van Saksen, die met meer geduld wachtte op het goud van de alchemist. Het werd geen goud, het werd porse lein en het paleis van de Sterke August in Meissen werd de eerste Europese porseleinfabriek: Augustus verdiende er goud mee. Hij ruilde ook porselein soms voor een vendel soldaten, soms voor een prinses voor een van zijn mannelijke gezinsleden. Madame de Pompadour, de geliefde van Lodewijk de Vijftien de, koning van Frankrijk, stichtte in Sèvres in Frankrijk een concurrerende porseleinfabriek want dit volksmeisje wist haar duitjes goed te beleggen. Porselein bleef het vaatwerk van de zeer rijken, tot in 1880 Philip Rosenthal met een paar dollar op zak terug kwam uit Amerika naar Duitsland. Hij was het die eenvoudig wit porselein het enig betaalbare eigen handig van decoraties ging voorzien. Dat was zijn eerste nieuw tje. Het tweede was dat hij de tot dan toe altijd ronde borden eens een andere vorm ging geven: twaalfzijdig. Elke vakman beloofde hem een strop, omdat niemand van niet zuiver ronde borden zou willen eten, meenden zij. Rosenthal richtte een groot diner aan in Berlijn, bracht zijn gasten met een voortreffelijke maaltijd in de goede stemming en zei na afloop tot zijn gasten: hoe vond u uw bord? Ze vonden het zo mooi, dat dit eerste revolutionaire bord nog altijd over heel de wereld wordt ver kocht. Het servies heet „Maria", naar de vrouw van Philip Rosenthal en omdat dit eerste servies wit is werd het Maria- Weiss genoemd. Compleet bestaat het per persoon uit 276 delen, maar men kan het per bord, per schaal, per kop of schotel kopen en dus het servies bijeen sparen. Tegelijkertijd verscheen het servies Sanssouci: barok met veel kleur en bloemranken. En veel goud. En iedereen die in die tijd heel chic wilde zijn koos tussen deze twee serviezen en alle jonge mevrouwtjes die elkaar op een etentje uitnodigden maakten er elkaar jaloers mee. Want het mooi verzorgen van de tafel behoorde toen tot de goede toon en dat gaat weer zo worden. Ook hotels en restaurants zijn thans niet meer tevreden met de grote dikke witte en vooral saaie borden. PORSELEIN IMMERS is niet zo duur meer. Minstens even belangrijk is, dat porselein sterk is veel sterker dan aarde werk, al is het dunner. Met een porseleinen kopje kan men stevig op het tafelblad timmeren het blijft heel. Men kan een porseleinen kopje of bordje ook op de grond leggen en er met het volle gewicht op gaan staan, er komt geen barstje in. En bovendien is het glazuur van porselein zo sterk en glad, dat er geen krasje in kan komen waar zich bacteriën kunnen nestelen. Vandaar, dat in alle laboratoria porselein vaatwerk wordt ge bruikt zenkinderen kropen huilend onder de grond. „Vooruit!" riep hun moeder, „vooruit! Monsters zijn altijd op muizen uit. Misschien is het wel een kat!" Opeens stond één van de kinderen stil in het gangetje voor hun huis. Met grote zwarte kraalogen keek het naar de muur. „Moeder!" riep hij, „moeder daar!" Alle muizen tsonden verstijfd van schrik, want langs de muur zagen ze dezelfde zwarte gladde haartje als die bij het merelnest, maar moeder Muis zag nóg iets. Op de grond waren heel duide lijk de sporen de graafhandjes van Ka reltje Mol te zien. „Kareltje! Zou Karel tje. Het was bijna niet te geloven, maar ja, die zwarte haren en die sporen! Ze duwde haar kinderen in huis, deed de deur op slot en ging terug naar bui ten. Hoe verschrikkelijk het ook was om een vriend te verraden, ze moest vertellen wat ze ontdekt had! (Van een medewerkster) Het „Custom tailors guild of America" I heeft de film-actrice Audrey Hepburn en de voormalige Amerikaanse ambas sadeur in Italië, mrs. Clare Boothe Luce, uitgeroepen tot de best geklede vrouwen van Amerika. De anderen zijn: Rosalind Russel (theater), de hertogin van Windsor (so ciety), Denise Lor (televisie), Maria Cal- las (opera), Marge Champion (dans), Jean Martin (grammofoonplaten), Esther Williams (sport) en Jacqueline Cochran (zakenleven). Nieuw servies met modern decor. Veelkleurig gestreepte poncho met hoge, wijde col, gedragen over een short in hetzelfde dessin Het meest populair zijn de katoenen pakjes, die eigenlijk meer als strand- en flaneerkleding dienst doen. Een onderzoek heeft uitgewezen, dat in steden dicht bij de kust (zoals Haarlem) een enorme voor keur naar die katoentjes uitgaat en dat velen er verscheidene bezitten, want men wil graag ieder seizoen meedoen met de mode. Pof broekjes en kittige ballerina- of BLANK EN DOORSCHIJNEND als een eierschaal, met een gouden rand van fijn gegraveerde arabesken en in het midden een grimmige gouden leeuw zo waren de borden, schalen, terrines, koppen en schotels, die Soraya uitzocht toen ze haar huishouden op ging zetten samen met de ja-in-sja, de keizer- der-keizers van Perzië. Een servies, dat een wit-gedekte tafel doet schitteren van rijkdom, maar keizerin Soraya was natuur lijk bang voor het breken en daarom bestelde ze nóg een servies voor dagelijks gebruik, en dat is dan zonder gouden randen en gouden leeuwen; het is gewoon een servies dat u en wij ook zouden kopen. Het is niet duur en we zouden jonge paartjes die willen trouwen best willen aanraden er een beetje voor te sparen want eten van een smaakvol servies is een vreugde. Liefhebbers zouden overigens ook kunnen sparen voor het gala servies van de sjah, of van de keizer van Ethiopië, de maha- radja van Indore, de koningin van Griekenland, president Eisen hower, of zelfs de paus. Want al deze borden kan men ook in ons land kopen voor honderdtwintig gulden per bord: het duurt dan wel even voor een jong paartje een servies bij elkaar heeft natuurlijk. Het overdadigst zijn de borden van Haile Selassie, want hij riep zelfs de vertegenwoordiger van de porseleinfabriek bij zich en zei: er moet veel goud op meer goud dan op elk ander bord dat u ooit gemaakt heeft. En hij dacht even na en zei: maakt u dan ook een servies voor de kroonprins met iets minder goud. En serviezen voor de ambassades kijkt u dan maar of u nog wat goud over hebt. De moderne serviezen zijn gecreëerd door grote kunstenaars, het servies „2000" en het servies „E" en het servies „Rhytmus", alle drie van de beroemde Amerikaanse ontwerper Raymond Loewy. Loewy's ontwerpen werden bekroond onder andere door het Newyorkse museum voor moderne kunst. En na hem gingen de Fransman Peynet van de geestige tekeningetjes Les Amo- reux de Twee Verliefden en de Fin Tapio Wirkkala por selein ontwerpen, de een sierschaaltjes en vaasjes, de ander ser viezen van strakke en zuivere vorm. Zij zijn de voorgangers in de nieuwe ontwikkeling van porselein en hun werk is bij ken ners al even beroemd als de vazen van de Chinese Ming dynas tie, en het Europese porselein van Meissen en Sèvres. Gaillardia's pleegt men ook wel eens kokardebloemen te noemen; het zijn eigen lijk overjarige planten, maar bepaalde soorten kan men ook heel goed als een jarige zomerbloemen kweken. Het is nu tijd de zaden te bestellen en ze direct na ontvangst te zaaien. U hebt er geen kassen of broeibakken voor nodig; ze laten zich niet zo best verplanten. Daarom kunt u veel beter direct ter plaatse in de volle grond zaaien. Zoek er dan een zonnig hoekje voor op, want ze houden van de zon. Stop het zaad niet te diep in de grond. Het is al voldoende als het onder de op- pervlakte_ zit. Na opkomst zal wel blijken dat de plantjes toch nog te dicht op elkaar staan. Dan moet u dunnen. De plantjes hebben een onderlinge afstand van onge veer tien centimeter nodig. De geelrood- bruine bloemen zijn allerliefst, keurige snijbloemen waarvan men veel plezier zal hebben. Ze houden wel van een voedzame grond. Wanneer u wat oude stalmest kunt onderspitten is dat nuttig. Bevat de grond voldoende humus dan bereikt u ook goede resultaten met de bekende rose tuin- en gazonkorrelmest. G. Kromdijk PORSELEIN WORDT GEMAAKT van een mengsel van kwarts, veldspaat en kaolien, vrij zeldzame bodemsoorten, die men moet mengen en net als goede wijn moet laten rijpen. De .legende wil dat veertienhonderd jaar geleden het porselein ont dekt werd door een arme Chinese schaapherder die tegen de gure stormen, die over de Aziatische steppe bliezen, beschut ting had gezocht in een kuil, en er een vuurtje stookte. Zijn voetstappen in die kuil hadden de witte kaolien met de klei vermengd en toen het vuurtje was opgebrand waren die voet stappen verstold tot prachtige witte porselein-vormen. Dat was het begin van het kunstzinnig handwerk der Chinezen: het maken van vazen en schalen en potten van porselein. Marco Polo, de Venetiaanse ontdekkingsreiziger, die tot het hof van de grote Khan in Peking doordrong, bracht van die vazen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 20