Vragen over de voeding
NAAR DE KAPPER THANS
EEN KINDERFEEST
STORT UW HART MAAR UIT
BOZE EN DWAZE BRIEVEN AAN DE B.B.C.
Tijd voor Petunia's
Vrouwenproblemen als handelswaar
Uitspraken van kinderen
Tuin- en kamerplanten
Britten zijn
verwoede
briefschrijvers
ZA _.DAG 4 MEI 195 7
e n i
(Van onze Parijse medewerkster)
De rubriek uit de talrijke Franse dames
bladen die me tot op deze dag altijd het
geduchtste heeft geboeid, is zeker wel die
waarin een redactrice die zich meestal met
een zeer romantisch of, integendeel, zeer
huiselijk pseudoniem te tooien pleegt -
Perebloesem of tante Catherine bijvoor
beeld - de vele vragen beantwoordt die
haar worden voorgelegd door lezeressen die
door allerlei problemen, doorgaans van
sentimentele aard, worden gekweld. Uit die
lektuur krijg je een completer indruk van
de mentaliteit en het karakter der Fran-
gaises dan door welk ander middel ook, en
vraagstukken rond het onderwerp liefde of
eigen schoonheid worden hier natuurlijk
het veelvuldigst in het openbaar aan de
orde gesteld. Nu heeft een redactrice die
op het grootste Franse vrouwenweekblad
werkt me wel eens toevertrouwd dat die
brieven allemaal door de redactie zélf
werden geschreven. En ze dorst zélfs te be
weren dat Perebloesem en tante Catherine
in werkelijkheid degelijke huisvaders wa
ren die de vijftig al geruime tijd hadden
gepasseerd. Ik weiger die aantijgingen te
geloven. Maar indien die voorstelling van'
zaken wèl echt waar zou wezen, dan zijn
die huisvaders eminente kenners van het
vrouwehart, die hun licht trouwens ook
niet onder de korenmaat hebben geplaatst,
want uit die rubrieken valt, zoals ik al zei,
héél erg veel te leren.
Maar goed, ik zal de enige wel niet zijn
om me iedere week weer op die vertrou
welijke vragen en antwoorden te werpen.
Wèl heb ik me echter al eens ernstig afge
vraagd, of die vragenstelsters nu echt altijd
uit de brand worden geholpen. En ook of
ze die adviezen - zoals: laat die jongen
lopen, want het is duidelijk dat hij het
goede niet met u voorheeft - ook werkelijk
allemaal steeds volgens de letter volgen.
Ook op dit punt sta ik blijkbaar niet geheel
alleen, want ik heb een circulaire ontvan
gen waarin de geboorte wordt aangekon
digd van het „Vrouwen-instituut van Pa
rijs", waarvan de richtlijnen, volgens de
directeur, monsieur Moreau de Gautray,
inderdaad vrijwel evenwijdig lopen met de
doelstellingen die aan die damesrubrieken
ten grondslag liggen. Maar het Instituut
belooft bovendien een aanzienlijk zekerder
succes omdat de directie - de zwakheid van
het vrouwehart kennende - van plan is de
Uitvoering van haar raadgevingen zélf op
de voet te gaan volgen. Deze instelling is
dan ook niet bedoeld zo maar voor senti
mentele en loslippige slappelingen, maar
opgericht om vrouwen met ruggegraat, die
tijdelijk in de put zitten te helpen om daar
weer uit te raken.
De directeur verklaart een hele ploeg
van deskundigen tot zijn beschikking te
hebben. Dokters, psychologen, schoonheids
specialisten en zelfs dito-chirurgen. Uw
moeilijkheden kunnen van velerlei aard
zijn. Van een wratje op de neus dat uw
persoonlijke charme belaagt tot de som
berste complicaties van morele aard.
Wat u dan praktisch te doen staat? Ge
schrijft een brief aan het instituut waarin
u uw narigheden uitvoerig uit de doeken
doet. Die brief sluit u in een dubbele en
veloppe. De administratie schrijft u dan
in onder uw naam, zet een nummer op die
tweede enveloppe, die vervolgens de be
treffende specialist ter*hand wordt gesteld.
Discretie is zo verzekerd en van die expert
krijgt u dan een uitvoerig antwoord waar
bij vermeld wordt voor welke cursus ge u
in moet schrijven. U stort wat duitjes op
het gironummer van het instituut en dan
steekt dit speciale onderwijs van wal. Iede
re maand ontvangt ge een uiteenzetting
thuis over het totaal der problemen waar
mee uw kwestie in verband staat, en de
vragen aan het slot moeten dan iedere
keer keurig worden beantwoord. Duister
heden worden desgewenst door de cursus
leider nog eens een keertje toegelicht en zo
komt u dan uiteindelijk uit de put of de
knoop. Die knoop mocht simpel of inge
wikkeld zijn, het Instituut ontwart hem.
Het Instituut helpt u, hoe dan ook, weer
uit de put. zodat de directie zonder twijfel
het volste recht heeft haar kandidaat-leer
lingen te garanderen dat de schoonste ber-
„Die van mjj die zei toen.Een ge
woonte om krantencursiefjes en radiopro
gramma's in kleine boekjes te bundelen
heeft dit werkje door Peter Piekos, uitge
geven bij Bigot en Van Rossum n.v. te
Blaricum, tengevolge gehad. Het is een
verzameling uitspraken van kinderen, die
in een bekend dinsdagavondprogramma
van de radio met kinderlijke stemmetjes
worden verteld en alle een grappige strek
king moeten hebben. Nu moeten wij hier
aan onmiddellijk toevoegen, dat al die kin
derlijke wijsheidjes lang niet altijd zo
grappig of humoristisch zijn, als de schrij
ver ons wil doen geloven. Enige wijsneu
zige uitspraken maken daarop een gun
stige uitzondering, maar of daarom dit ge
hele boekje moest worden samengesteld
wagen wij te betwijfelen. Slordige afwer
king maakt, dat enige verhaaltjes er twee
keer in staan, hetgeen werkelijk al te veel
van het goede is.
gen voor hen opdoemen in het verschiet en
dat ze met haar hulp de allergelukkigste
en knapste vrouwen ter wereld zullen
worden.
Wanneer 't daar niet storm gaat lopen
dan weet ik het niet meer, en zijn in elk
geval de Parisiennes hun fameuse reputa
tie niet meer waard.
Tenzij die journaliste waarover ik het
zoeven had, tóch gelijk heeft en 't echt waar
is dat óók die damesrubrieken maar nep
zijn. Omdat iedere vrouw haar persoonlijke
problemen tóch maar liever zonder de bij
stand van onbekende derden op wil lossen.
WE BEVINDEN ons in de enige kin
derkapsalon, die Nederland rijk is: in een
groot warenhuis te Rotterdam. Een Haar
lemse kapper zwaait er de scepter en zet
hiermee een familietraditie voort in de
voetsporen van vader en broer.
Het is een feest voor ieder kind zijn
eigen kapsalon te bezoeken. Stel je voor:
als je aan de beurt bent, mag je op een
prachtige olifant op wieltjes zitten, een
olifant met rinkelbelletjes, of op een beer,
die je verrukkelijk kunt laten brommen
of op een ezeltje, dat nét echt is. En zo
lang je moet wachten kun je zitten aan
de miniatuur tafeltjes op een stoel met
een kleurig kussentje en dan is er aller
lei fijn speelgoed.
Het was er bepaald druk, die zaterdag
middag, toen we er een kijkje zijn gaan
nemen. Hanneke op het ezeltje laat haar
paardestaartje drogen onder een echte
grotemensendroogkap en ze heeft rode
wangetjes van opwinding. „Het is hier
fijn", zegt ze spontaan. Ja, ze is hier voor
het eerst. Diep bromt de beer naast haar;
een parmantig joch op de rug van het
dier krijgt een verse kuif geknipt.
Verdiept in het spel zitten de klantjes
aan de kleine tafeltjes hun beurt af te
wachten en op een bank langs de wand
kijken een paar moeders vertederd toe.
„Toen ik klein was, ging ik ook altijd
naar de kinderkapper, die in de oorlog
gebombardeerd is. Nu ik zelf kinderen
heb, kgn ik de traditie voortzetten", ver
telt een van haar, die zo juist kant en
klaar uit de damessalon is teruggekeerd
om haar dochtertje op te halen. Moeders,
die een uurtje willen winkelen, kunnen
haar kroost hier gerust achterlaten.
Woensdag- en zaterdagmiddag is er bo
vendien een speciale kinderjuffrouw aan
wezig.
DE WANDVERSIERING is in kinder
lijke trant uitgevoerd ontworpen door
Italiaanse binnenhuisarchitecten. De vlak
verdeling van de wanden is bijzonder
mooi: deels mozaïek, steentje voor steentje
ingelegd, deels in rustige vlakken in
grijs, oranje en geel, benevens in wit met
naïeve tekeningen. De kappers werken
niet in een witte jas, maar in een blauwe,
zodat er geen associaties met dokter of
tandarts worden opgewekt.
Er gaat gejuich op, als een luikje in de
Regelmatig bereiken het Voorlichtings
bureau voor de Voeding vele vragen op
voedingsgebied. We hebben er enkele van
de meest voorkomende voor u uitgezocht.
Misschien kunt u er uw voordeel mee
doen.
Het is niet nadelig voor het vitamine
gehalte van citroen- of sinaasappelsap
als men er suiker of heet water aan
toevoegt. Ook grapefruit kan men zon
der bezwaar met suiker bestrooid eten.
Het is beslist niet waar, dat men door
het drinken van citroensap mager zou
worden.
Het maakt geen verschil in voedings
waarde of men eieren, vis of vlees ge
kookt dan wel gebakken opdient.
Het gebruik van kaas moet niet als een
luxe beschouwd worden. Kaas is een
van de weinige levensmiddelen, die
veel kalkzouten bevatten. „Iedere dag.
wat kaas" is in ons zuivelland een
goede en goed uitvoerbare gewoonte.
De voedingswaarde van melkyoghurt
is vrijwel gelijk aan die van melk. Zo
bevat melkyoghurt o.a. evenveel ei
witten en vetten als melk. Taptemelk-
yoghurt kan in voedingswaarde gelijk
gesteld worden met karnemelk.
Koffiemelk is enigzins ingedikte melk,
waarvan de voedingswaarde hoger is
dan gewone melk. Wat eiwitten, mine-
raien en vitamines betreft, komt 1 dl.
koffiemelk overeen met ongeveer 2%
dl. ,,niet-ingedikte melk". De gesteril-
liseerde melk in flessen, die niet op
hetetiket aangeduid is als „koffie
melk" of als „gecondenseerde melk",
heeft geen hogere voedingswaarde
dan los-verkochte of gepasteuriseerde
flessenmelk.
Wie eieren inmaakt en niet over een
koele bewaarplaats beschikt, zorge er
bij voorkeur voor, dat de voorraad
vóór de warme zomermaanden opge
bruikt is.
Aardappelen zijn in onze voeding zeker
niet alleen belangrijk als maagvulling.
Behalve lichaamsbrandstoffen leveren
zij een niet onaanzienlijke hoeveelheid
mineralen (o.a. ijzerzouten), vitamines
(o.a. vitamine B en C) en eiwitten.
In plaatsen waar 's ochtends een goed
koop tarief geldt voor gas en/of
stroomlevering zijn vele huisvrouwen
gewoon, groenten, vlees, soep en'of
1 toespijs in deze goedkope uren vast
klaar te maken en dan kort voor de
maaltijd voorzover nodig op te
warmen. Voor groenten is dit zeer na
delig, omdat het vitaminegehalte op
deze wijze sterk achteruit gaat, en veel
gas- of stroombesparing geeft dit
vooruit koken van groenten niet. Op
gas en elektriciteit kan men beter be
sparen door bij het koken steeds de
warmtebron te temperen, zodra de
paninhoud kookt, door gebruik te ma
ken van stapelringen en door niet
meer water en melk voor thee en kof
fie op te zetten dan werkelijk op een
gegeven ogenblik nodig is. Voor haar
die op gas- of elektriciteitsrekening wil
besparen, zijn in het vouwblad „Zuinig
koken" belangrijke wenken vergaard.
U kunt dit vouwblad per briefkaart
bestellen bij het Voorlichtingsbureau
voor de Voeding, Koninginnegracht 42,
Den Haag, waarvoor u op de adres
zijde 12 cent extra aan postzegels bij
plakt. i
Wordt als groente een conserve gege
ten, bijvoorbeeld diepvries- of blik-
groente, reken dan ook per persoon
een portie van 200 a 250 gr. Een liters-
blik of a 1 kg. pak groente is dus
voor 3 a 4 personen voldoende. Eten
er meer personen van mee, dan is het
gewenst om behalve de conserve een
groentesla of een andere gekookte
groente op tafel te brengen.
Een warme maaltijd is zonder een ei
witrijk gerecht (vlees, vis, peulvruch
ten, kaas, ei of melkspijs) en zonder
een flinke portie groente niet com
pleet. Dit geldt dus ook voor een „ge
makkelijke maaltijd", zoals kerrierijst,
macaronischotel, spaghetti met toma
tensaus. Bij dergelijke meelkost is een
gerecht van rauwe groente zeer sma
kelijk.
vloer zich opent en de afgeknipte haren
in de grond worden weggezogen. Dan
gaat de aandacht weer naar het spel.
„We hebben psychologisch verantwoord
speelgoed", vertelt de exploitant, „afkom
stig uit Amerika, zoals de gekleurde ra
dertjes, die in elkaar sluiten en door mid
del van een handvatje aan één ervan al
lemaal in beweging komen". Het zijn spel
letjes, die ertoe bijdragen de zelfwerk
zaamheid te stimuleren.
„Heeft u in de korte periode van het
bestaan van de salon al grappige
voorvalletjes meegemaakt?" vragen
wij. Dan horen we van onze gast
heer, dat een geestdriftige kleuter,
die één keer was geweest, de volgen
de week het hele kleuterklasje van
twaalf kinderen, inclusief de juf
frouw, meebracht. Er zijn trouwens
meer voorbeelden van enthousiaste
kinderen, die met vriendjes of vrien
dinnetjes terugkomen.
Jongens van een jaar of tien vinden het
al uiterst gewichtig om tegelijk met pa
in de echte herensalon geknipt te wor
den. Voor meisjes van tien a twaalf jaar
is het trouwens ook een hele gebeurtenis
in de salon van mama te worden gekapt.
De salons zijn zeer efficiënt ingericht
(er zijn in de diverse salons vijfenzestig
plaatsen en dertig man personeel) en
voorzien van de nieuwste snufjes. De
damesdroogsalon heeft bijvoorbeeld spe
ciale lunchtafeltjes, die aan de stoel ge
haakt worden, wanneer de klanten in
rijen onder de nieuwste droogkappen met
gelaatskoeling zitten. Een hele tijdsbe
sparing voor werkende vrouwen! De
herensalon bezit afzonderlijke cellen met
droogscheerapparaten: men kan zichzelf
in enkele minuten bedienen.
Tineke Raat
Soms kan het beplanten van bloembakken
een probleem vormen. Petunia's zijn er ech
ter ideaal voor. Er zijn vele soorten met
enkele en met gevulde bloemen; voor de
balkonbakken lenen zich de enkelbloemige
over het algemeen beter. In de volle grond
van de tuin voldoen de gevuldbloemige soor
ten ook uitstekend, maar dan dient men wel
voor een zonnig plekje te zorgen. De bloe
mist heeft nu vele in pot gekweekte plantjes
in voorraad. Laat uw kans dus niet voorbij
gaan. Overigens kan men nu zelf onder glas
ook nog zaaien. Na opkomst zal men een
keer moeten verplanten en later zet men ze
in een klein potje. Als ze zijn uitgegroeid,
(Van onze Londense
medewerkster)
Op mijn verzoek, of ik eens
mocht komen praten op de af
deling Programma Correspon-
tie van de BBC, kreeg ik een
vriendelijke uitnodiging van
Miss Haacke, hoofd van deze
afdeling, een ochtend op be
zoek te komen.
Ik had gehoord van duizen
den brieven, die jaarlijks bij
de B.B.C. binnenstromen en ik
had me vaak afgevraagd, hoe
groot de staf wel wezen zou,
die zo'n omvangrijke corres
pondentie moest afhandelen.
Stel u daarom mijn verba
zing voor, toen ik ergens op
de vijfde étage in een half
donkere kamer van drie bij
vijf meter binnentrad, waar
het enige raam uitzag op een
blinde muur en het elektrisch
licht de hele dag blijft bran
den.
Miss Haacke kwam me op
gewekt tegemoet. Na een poos
je gebabbeld te hebben, moest
ik erkennen dat de B.B.C. geen
betere persoon voor dit inte-
'ssante, doch uiterst moeilijke
zerk, gekozen kon hebben.
Enthousiast vertelde ze me,
dat de dagelijkse beantwoor
ding van 500 brieven gedaan
werd door vijf medewerksters
onder haar leiding. „We heb
ben ook een Hollandse
kracht", ging ze vrolijk verder.
„U moet niet denken, dat we
alleen post van de Britse
eilanden krijgen. De brieven
komen uit alle landen. Ja, ook
uit uw land. Ik sta altijd ver
baasd hoe goed de Hollanders
de Engelse taal beheersen".
Het leek mij dat op dit kan
toor, geleid door vrouwen, het
personeel de werkuren met
hersengymnastiek doorbrach'.
Kathleen Haacke trok een
lade open en overhandigde mij
een bundel brieven. „Kijkt u
ze maar door, dan help ik de
meisjes even". Terwijl ik haar
vlug en zakelijk advies hoorde
geven, las ik:
„Lieve mijnheren van de
B.B.C. Het is mij opgevallen,
dat de mijnheer, die het
nieuws voorleest, wel melding
maakt van het overlijden van
een groot man, maar nooit
van zijn geboorte. Zou het
voor de mensen niet een aan
sporing wezen meer hun best
te doen, als er ook eens mel
ding gemaakt werd van de ge
boorte van een groot man?"
En dan die protesten, die
binnenstroomden toen Mary
Archer tijdens een operatie in
het ziekenhuis stierf. Zij is de
dochter van de familie Archer
in het dagelijks hoorspel „The
Archer's". Een spel in de geest
van de familie Doorsnee.
Later liet Miss Haacke mij
ook nog de condoleances zien,
die ze ontving na het „overlij
den" van het lieve kind.
De Britten zijn verwoede
briefschrijvers. Bij voorkeur
naar hun kranten en hun om
roep.
In Groot-Brittannië zijn 12
miljoen radio's en 6 miljoen
televisietoestellen. Onder al
die duizenden luisteraars en
kijkers zijn er heel Wat, die
direct bereid zijn in de pen te
klimmen om hun misnoegen
kenbaar te maken.
Het record aan brieven
kreeg Miss Haacke, na de op
voering van het toneelstuk
Gevuldbloemige Petunia
(Foto C. G. van Tubergen)
kunnen ze in de bloembakken. Die bloem
bakken moeten met voedzame grond gevuld
worden; bloemistengrond is ideaal. Mocht de
tuingrond zwart zijn en voldoende humus
bevatten, dan kan men hiermee ook heel
goede resultaten bereiken. Het verdient wel
aanbeveling de grond nog met een beetje
molm te mengen. Misschien dat zulke bloem
bakken met petunia's liever met geraniums
beplant worden; binnen één week kunt u
daartoe overgaan. Zet ze in de volle grond
van de bak; dus niet in de pot laten staan.
Het overhouden is echter minder gemakke
lijk. In dat geval kan men ze beter met pot
en al in de bakken ingraven.
1984 van George Orwell.
Alle brieven, hoe dwaas ook,
worden keurig beantwoord.
Maar wat moet men met zo
iets.
„Kunt u mij het nummer
geven van een grammofoon
plaat, gespeeld tijdens het
vrouwenuurtje? Ik weet niet
hoe het heet, maar een piano
speelt een wijsje met van die
leuke tierlantijnen, net alsof
er lammetjes in het veld hup
pelen. Het kan ook zijn dat de
plaat gespeeld werd tijdens
Muziek bij het werk."
Het leek mij onmogelijk zo'n
brief te beantwoorden. Miss
Haacke vertelde me echter,
dat er van elk programma-on
derdeel een geregistreerde
kaart bestaat en dat men zelfs
in staat is programma's op te
zoeken van jaren terug.
Hoe belangrijk dit was, kon
ik opmaken uit het antwoord
op een brief van een advocaat,
die vroeg of er inderdaad op
een bepaalde datum en een
bepaald uur een uitzending
van de Radiodokter was ge
weest. Zijn cliënt, beschuldigd
van een inbraak, beweerde na
melijk thuis te zijn geweest en
naar dat programma geluis
terd te hebben
„Lieve help, lieve help, wordt het nou
nooit mei?" vroeg het veldmuisje aan
de kraai, die zoveel weet omdat hij een
paar maanden van het jaar dicht bij de
mensen woont. „Geduld, geduld", kraste
de kraai. „Nog een paar dagen dan is
het zo ver. Maar Grijsje, waarom wil
je toch eigenlijk zo graag weten wan
neer het mei is. Meestal trekken de
muizen zich niet veel aan van de ka
lender".
„Domoor". proestte Grijsje, „dom
oor, ben je vergeten waarom ik dat we
ten wou?" De kraai trok een rimpel in
zijn voorhoofd. Hij was niet gewend om
een domoor genoemd te worden en ze
ker niet door een muisje.
„Och, je weet wel van de meiregen",
zei Grijsje, „je hebt het me zelf ver
teld".
„O, dat. kraste de kraai, „maar
ik heb er bij gezegd dat ik niet zeker
weet of het waar is".
„Maar je hebt de mensen toch zelf
horen zeggen dat je groot wordt van de
meiregen?"
„Jawel", kraste de kraai, „maar het
waren kleine mensen die het vertelden
of liever: ze zóngen het".
„Wat zongen ze dan, kraai?"
„Nou, gewoon: „Meiregen maak dat ik
groter word, groter word, groot zijn dat
wens ik zo zeer
Het muisje zat met gespitste oren te
luisteren. „En groeiden ze toen ook
echt, kraai?"
„Tja....", zei de kraai nadenkend,
„ze groeiden wel, mensenkinderen
groeien heel hard, maar ik weet natuur
lijk niet of het van die regen kwam".
„Tuurlijk kwam het van die regen",
zei Snuffel het konijn, dat ook was ko
men luisteren.
„Mensen weten toch alles?" riep de
eekhoorn uit zijn boom. „Dat heb je
zelf verteld, kraai".
„Weten kleine mensen ook alles?"
vroeg het egeltje voorzichtig. Hij keek
met zijn kop uit zijn holletje omhoog
naar de kraai.
„Nou, ze weten wel veel", zei de
kraai, „meer dan wij in elk geval".
„Goed zo", piepte de mol die uit een
molshoop meeluisterde, „dan is het dus
waar dat je groeit van de meiregen. En
ik hoop maar dat het gauw flink gaat
regenen, want ik wil best een stuk
groeien. Dan heb ik niet zo'n moeite
meer om mijn gangen te graven. Hè ja,
stel je voor dat mijn graafhandjes zo
groot als mensenhanden waren!"
„Stel je voor", zeiden de hazen en
konijnen, „dat onze poten zo lang wer
den als mensenbenen. Geen jager kreeg
ons meer te pakken!"
„En stel je voor", zei de muis die over
de meiregen begonnen was, „dat mijn
neus zo groot was als een mensenneus.
Geen lekker hapje ontging mij meer, ik
zou alles ruiken al was het een kilome
ter weg".
„Zeg kraai", zei het egeltje die zich al
met stekels van een halve meter lang
zag lopen, „je moest ons dat lied maar
eens Ieren over die meiregen".
De kraai, die het allemaal er gewich-
ting vond dat de dieren hem zoveel
vroegen, begon meteen en een nacht
lang zong het hele bos het meiregen
lied.
„Zeg kraai", zei het egeltje de volgen
de morgen slaperig, „denk je dat we
hier in het bos wel genoeg regen zullen
vangen?"
„Nou. kraste de kraai en hij keek
bedenkelijk omhoog naar de bomen
die al grote bladerenparaplu's hadden.
„Zou het niet beter zijn als we ergens
buiten ons bos op de regen wachtten?",
vroegen de konijnen.
„Het lijkt me wel", knikte de kraai.
En zo gebeurde het dat er een uittocht
begon uit het bos. In een lange stoet
liepen de dieren twee aan twee naar het
open veld.
„Weet je", zei er één toen ze al een
paar uur gelopen hadden, „boven op
een heuvel of een berg vang je nog veel
meer regen, want daar ben je dichter
bij de wolken".
..Wat knap!" zeiden de dieren en ze
keken bewonderend naar het eek
hoorntje, dat het bedacht had. Ze liepen
nog een dag tot ze in de verte de bergen
zagen. Ze waren inmiddels wel dood
moe en hongerig geworden, maar ja, de
gedachte aan het groot worden hield ze
toch op de been.
..Alle mensen, wat zullen we nu heb
ben?" riep het tovérvrouwtje boven op
de berg, toen ze de stoet zag aankomen.
Ze liep verbaasd haar mooie huisje uit
en bleef in haar tuintje vol bloemen
staan wachten tot de eerste dieren langs
haar hekje sjokten.
„Waar moet dat heen?" riep ze, maar
ze kreeg geen antwoord, want op het
zelfde ogenblik begon het te stortrege
nen. Het vrouwtje kroop in haar huisje
en keek verwonderd voor haar raam
hoe al die dieren op hun achterste
pootjes gingen zitten of hun vleugels
wijd uitspreidden en een lied aanhie
ven. Want het was intussen mei gewor
den en dit was dus hun eerste kans.
In een paar minuten waren ze alle
maal doorweekt van de regen en ieder
een leek eerder kleiner dan groter. „Zie
je al wat aan mij?" vroegen ze elkaar.
Maar iedereen had het veel te druk
met zichzelf om te kijken. Na een uur,
toen de regen ophield, zagen ze het pas.
„Ziezo", zegt 't boerenveulentje,
we zitten weer in mei.
Hoera, hoera, wie doet me wat?
De winter is voorbij!
'k Ben stijf van al dat lange staan
daar binnen in die stal.
Nu ben ik vrij en reken maar
dat ik nu spelen zal!"
Nee paardje, nee, schudt Bart de boer,
jij bent zo klein niet meer.
Ik span je voor mijn wagentje.
Let op wat ik je leer!"
Daar loopt het boerenpaardje nu
net als een groot echt paard,
met kleppen om en in het tuig
van voor tot aan zijn staart.
De koeien kijken stomverbaasd,
kijk nou, zien we het 'goed?,
het veulentje loopt in het tuig
of hij 't al jaren doet!
Doodmoe staat 't paardje 's avonds Ic
te dromen bij zijn sloot,
maar in zijn dromen lacht hij nog:
Ik ben een paard, 'k ben groot!
Micf i*Oiihtnjs
Het „Mieke, ga je mee naar huis?" vindt allerminst weerklank. Mieke blijft zich
liever nog wat vermaken met het aapje, dat ze met haar kleine vingertjes allerlei
grappige bewegingen kan laten maken. En ze zou ook nog wel wat met die vrolijk
gekleurde ringetjes willen spelen, die je van groot tot klein op een stokje kunt
rijgen. Na wat overredingskracht van mama „fijn samen schoenen kopen!"
zwicht ze en het aapje belandt in een ander gretig kinderhandje. „Wanneer mag
ik weer naar de kapper?" vraagt de vierjarige Mieke nog bij het weggaan en mama
belooft, dat het heel gauw weer zal gebeuren.
Mies Bouhuys
Niets, niets geholpen had het allemaal!
Doodmoe, hongerig en nat zaten ze nu
op een berg. „Je hebt ons bedrogen",
riepen ze tegen de kraai en ze vlogen
met z'n allen op hem af. „Nee, niet
waar, het is de schuld van de muis",
riep een ander.
„Nietes, welles.nietes". Het werd
een verschrikkelijk gevecht boven op
die berg en het toverVrouwtje dat al
door had staan hoofdschudden achter
haar raampje vond het nu wel tijd om
er tussen te komen.
„Wat is er?" wat doen jullie? Wat
ben je voor gekke dieren om eerst weg
te lopen uit je bos en je dan hier bo
ven op die berg te laten nat regenen?"
vroeg ze.
Toen ze het verhaal van de meiregen
hoorde, schudde ze weer met haar
hoofd. „Kom eens kijken", zei ze en
ze nam de hele troep dieren mee naar
haar toverspiegel die in de tuin stonc!
opgesteld.
„Weet je wat ér gebeuren zou als je
echt groeide van de regen?" vroeg ze.
„Nou, kijk dan maar...." Ze zwaaide
met haar stokje en opeens zagen de
dieren in de spiegel een hele griezelige
muis. Ze was zo groot als een mens,
maar ze liep te jammeren van honger
omdat ze nu zo'n grote maag.had gekre
gen. „Nooit komt mijn maag meer vol",
riep ze. Toen verdween ze, maar meteen
zagen ze een ander dier, nóg grieze
liger! Een dier met mensenhanden,
maar terwijl hij een gang groef onder
de grond vielen alle bomen om, want
zijn gangen werden veel te groot. „Dat
ben ik", zuchtte de mol, die vlak voor
aan bij de spiegel zat. En zo kreeg
iedereen zichzelf te zien. HaZen en ko
nijnen die honderd boerenkoolvelden
leeg moesten eten voor hun maag vol
was, vogels die geen boom konden vin
den-die groot genoeg was voor hun
reusachtige nest. Nee, het was een af
schuwelijke-nachtmerrie. „Ziezo", zei
het tovervrouwtje toen alle dieren de
spiegel waren gepasseerd, „hebben jul
lie het goed gezien?"
Er kwam geen antwoord. Holderde
bolder waren alle dieren al wegge
vlucht van de berg, vlug vlug terug
naar hun bos waar de bomen groens
blader-paraplu's hebben, zodat de mei
regen ze niet raken kan. En toen ze te
rug waren in hun bos en de regen neer
stroomde toen waagde niet één dier zich
buiten. „Je kunt nooit weten of er toch
niet een druppeltje door de blaadjes
heenkomt", zei Grijsje het veldmuisje.
„En stél je voor dat ik groeien zou..