In Padang een ander Indonesië met
beide benen op de grond
Zwitsaletten
r
Indonesië in de kentering (V)
Oostenrijkers kiezen zondag
een nieuw staatshoofd
dag j
Van dag tot
Simbolon en Hussein: Wij weten
ons sterkwij zullen niet wijken
raatótoel
Keus tussen een partijpoliticus en
een partijloze professor
f Hoe is het ontstaan
3
V.
en
Alleen Parijs zou boycot van
het Suezkanaal handhaven
SCUA heeft nog geen
besluit genomen
Benzineprijs verlaagd
in Engeland
Minister Dulles gelooft
in geleide berichtgeving
(Op de
Jordanië verzoekt Londen
uitstel van betaling
Dit woord: SNUGGER
ZATERDAG 4 MEI 195 7
Velen worden vandaag voor een pijnlijk
dilemma gesteld, dat op een normale dag
evenzeer wel aanwezig is doch geen direc
te aandacht vraagt. Het dilemma, gescha
pen door de vreemde gang van zaken op
het wereldpolitieke schouwtoneel, waar
vroegere vijanden thans bondgenoten en
vroegere geallieerden thans vijanden zijn
geworden.
Deze herdenkingsdag confronteert ons
schijnbaar met de tweeslachtigheid, dat wij
de nagedachtenis willen eren van hen die
in de bittere oorlogsjaren blijk van of
ferzin en moed tot het uiterste hebben ge
geven, ongeacht hun categorische overtui
ging en dat wij tegelijk degenen, die
hen slachtofferden en ons hele volk terro
riseerden, als politieke vrienden moeten
verdragen.
En toch is er in wezen geen enkel dilem
ma, geen enkele tweeslachtigheid. Zij be
staan slechts in het misverstand, dat ons
door de generaliserende zwart-wit-wet van
de politiek wordt aangepraat: niet alle
Duitsers zijn onze vijanden geweest en niet
alle Russen zijn onze vijanden geworden.
Daarin ligt opgesloten, dat ook thans niet
alle Duitsers onze vrienden zijn en dat wij
geen verraad aan de doden plegen, wan
neer wij leven in het besef dat de begrip
pen vijandschap en vriendschap niet aan
politieke verdragen of bondgenootschap
pen zijn gebonden, doch dat zij worden be
paald door de betrekkingen van mens tot
mens over de grenzen der naties heen.
In de oorlogsjaren was onze werkelijke
vijand de categorie mensen, die hun bar
baarse innerlijk niet hadden weten te over
winnen en alle beschaafde rechtsnormen
braken in een machtsdronken razernij. Te
gen deze categorie stonden de verzetsstrij
ders op, móesten zij opstaan uit eer en ge
weten. Deze categorie mensen, waar zij zich
ook bevinden en tot welke nationaliteit zij
ook behoren onder welk regiem zij ook
leven en welke positie zij ook bekleden, is
nóg onze vijand. De vijand van de be
schaafde, rechtvaardige en humane mens,
die eigen en anderer vrijheid erkent.
Het generaliseren volgens de onberede
neerde grenzen van de nationaliteiten, po
litieke overtuigingen en soorten regiems
schept dubbelzinnigheden die niet vol te
houden zijn. De individuele mens moet
daarom weten te onderscheiden en weten
te schiften, wat in opportunistische poli
tieke formules niet onderscheiden en ge
schift wordt.
Dan kan hij met hart en ziel deze dag bij
de gedachtenis der gevallenen zijn en be
grijpen, dat zij ondanks wat bedrieglijk
op verraad hunner nagedachtenis lijkt
toch niet voor niets gestorven zijn.
Het kruis boven hun graf signaleert de
opstand tegen het onrecht en de knechting,
een opstand die nooit eindigt en nooit kan
worden neergeslagen. Noch door wapenen,
noch door leuzen, noch door pennestreken
op gezegeld papier, noch door proclamaties
en die aan geen enkele nationale grens
ophoudt.
Van onze reisredacteur)
PADANG. De schildwacht springt stram in de houding, een jonge luitenant
komt ons tegemoet, salueert, schudt handen en zegt: „De heren zijn journalisten?
Dan komt u dus voor de Banteng-raad. Wilt u mij volgen?" Hij gaat ons voor
door een kantoor, waar hoewel het zondag is, wordt gewerkt. Waar niet zoals
in Djakarta op de tafels dossiers liggen, waar niemand meer raad mee weet,
maar waar keurige „in" en „uit" bakjes staan en het „uit" bakje voller is dan
iet „in". Dat maakt indruk. En als men dan inplaats van het Djakartaanse uur
wachten terstond bij de secretaris-generaal van de „Dewa Banteng" wordt
linnengebracht, die binnen tien minuten een serie interviews arrangeert, voor
ogies en transport zorgt en uit zichzelf voor de bezoekers passage reserveert
lij de Garuda Indonesian Airways, dan is men pas recht geïmponeerd. Als het
op efficiëncy aankomt slaat de Banteng-raad de centrale regering met vele
engten en ook op het gebied van de publiciteit weet men er van wanten: de
jonge luitenant monstert het korte haar van mijn metgezel, correspondent van
een grote Amerikaanse krant, en zegt: „U is zeker Amerikaan. Welnu, er is
lier geen plaats voor communisten. Behalve dan in de gevangenis. Daar zitten
er twintig, die ons op politieke stakingen wilden tracteren". Hij knikt goed
keurend wanneer de Amerikaan dat haastig noteert. En later, wanneer wij door
Padang lopen, een soort Apeldoorn in de tropen, de huizen keurig in de verf,
veel bloemen in de tuinen, waar het gras netjes is geschoren, zelfbewuste, forse
Sumatranen in de straten, een kleine stad, waar een duidelijke mate van
welvaart, energie en orde even verfrissend aandoet als het zeewindje, dat hier
de hitte van de dag tempert, dan zegt die Amerikaan met glinsterende ogen:
Is dit nog Indonesië? Het is niet te geloven".
Het kan niemand verwonderen, dat
Churchill het gisteren in zijn rede voor
de „Primrose League" heeft opgenomen
voor zijn oude discipel, kameraad en op
volger, Anthony Eden en er op heeft ge
wezen dat de Conservatieve partij en het
Engelse volk in zijn geheel Eden dank
baarheid verschuldigd zijn voor diens
levenslange arbeid voor het Britse Rijk.
Aan die dankbaarheid heeft het laatste
halve jaar wel het een en ander ont
broken.
Maar het was stellig niet alleen loyali
teit tegenover een goede vriend, welke
Churchill zo heeft doen spreken. De door
gewinterde politicus, die Churchill is,
moet de opmerking dat „zij, die Edens
vastberaden actie in Egypte aanvielen, nu
misschien reden hebben hun mening te
herzien" recht uit het hart zijn gekomen
En evenzeer moet het zijn oprechte over
tuiging zijn, dat de houding van de UNO
in die kwestie noch voor de vrije wereld
noch voor de vrede en de bloei van het
Nabije Oosten van veel nut is geweest.
Wat hij er moeilijk bij kon zeggen, was
dat hijzelf de zaak waarschijnlijk han
diger zou hebben aangepakt en de Ver
enig'de Staten minder kans zou hebben
gegeven, de gedragslijn te volgen die zij
hébben gevolgd. Ook zou hij zelf er ver
moedelijk beter in zijn geslaagd, het La
gerhuis mee te krijgen. Maar dat het prin-
pice van de actie de zegen van Churchill
had en nog heeft spreekt bijna van
zelf.
Churchill is waarschijnlijk te oud om
zich helemaal te kunnen indenken in een
wereld, waarin oorlogvoering identiek met
zelfmoord is geworden. En waarin oorlog
voering-op-beperkte-schaal dus even on
denkbaar is als „een klein beetje zelf
moord". Bijgevolg was de Brits-Franse ac
tie bij voorbaat veroordeeld.
Maar het standpunt van Eden, dat men
zich niet door een dictator kan laten
ringeloren en „iets" terug moet doen, is
een standpunt dat van alle tijden is. In dat
opzicht had Eden, en heeft nu ook Chur
chill, volkomen gelijk. Het komt er alleen
maar op aan, wat dat „iets is, en hoe men
het uitvoert.
Welzeker is dit Indonesië, alleen niet het
Indonesië-met-de-koortsogen van Djakar
ta, maar het potige van Midden-Sumatra,
van de Minangkabau, het gebied, dat Indo-
nesië's beste leiders voortbracht. Moham
med Hatta, Sutan Sjahrir, Hadji Agus
Salim en nu sinds 20 december het Indone
sië van de Bateng-raad. Op die datum
kwamen oud-strijders van de voormalige
Batèng-divisie bijeen en brachten er de on
tevredenheid onder woorden, die leidde tot
de autonomistische proclamaties in Suma
tra, Borneo en Celebes. Genoeg van Dja
karta's centralisme, genoeg van stagnatie,
corruptie en bureaucratie, van communis
tische invloed. Van al die veteranen, die nu
schoolmeester, advc,caat, handelaar, ambte
naar, arts of officier waren geworden, gin
gen die van Midden-Sumatra het verst. Zij
schiepen onder leiding van de jonge over
ste Ahmed Hussein hun Bateng-raad en
verzochten de Javaanse gouverneur schie
lijk zijn biezen te pakken.
Zij vormden een „team assistensi", een
raad van militaire en civiele experts,
haalden oude plannen uit de kast en be
gonnen ze te verwezenlijken. Rondreizen
de inspecteurs zien er nu op toe, dat er
wordt gewerkt. Er is aan herstel van wegen
en bruggen begonnen, de produktie van
een kolenmijn is op slag verviervoudigd,
er zijn nieuwe plannen opgesteld voor
bouw van scholen en bevloeiingswerken.
De genie helpt mee, het leger legde de ge
weren neer en nam de schop ter hand. Cor
ruptie werd volledig uitgeschakeld, poli
tieke activiteit van de vakbonden evenzo.
De financiering van dat alles? Een aantal
ruiltransacties met Singapore naar men
zegt ook eigen contributie van buitenland
se maatschappijen en tenslotte zowaar de
achterstallige bijdragen uit Djakarta, dat
wakker schrok omdat het afscheiding
vreesde. In luttele maanden is aanzienlijk
orde op zaken gesteld. De veteranen van
Midden-Sumatra (want zoals ook elders
in Indonesië zijn de automatische raden
niet louter militaire, maar oud-strijders
organisaties) hebben reden om aan te ne
men, dat zij op de goede weg zijn en erop
te willen blijven.
Simbolon
Zijn zij daartoe vastbesloten? Een g
sprek met kolonel Simbolon geeft daarop
een bevestigend antwoord. Simbolon, een
christen uit Tapanoeli is een forse veerti
ger met een open gezicht, dat makkelijk
lacht. Een uitgesproken leidersfiguur met
een natuurlijk gezag, intelligent, openhar
tig, maar tegelijkertijd redelijk en voor
zichtig. Hij had inplaats van Nasution
chef-staf van het Indonesische leger kun
nen worden als hij zich bereid zou hebben
verklaard Sukarno blindelings te volgen.
Dat was hij bepaald nie' van plan. Als
commandant van het eerste militaire terri
torium in Medan werd hij voorman van de
Banteng-beweging. Gebruikmakend van
het feit, dat de autonomisten aan Sumatra's
Oostkust in een niet zo gunstige reuk
stonden wegens beweerde collaboratie met
de Nederlanders en van de aanwezigheid
van communistische Javaanse onderne
mingsarbeiders. die men schielijk bewa
pende, kon Djakarta Simbolon ten val
brengen én vervangen door Djamin Gin-
tings. Nu zit Simbolon tijdelijk in Padang.
waar hij nochtans Tapanoeli en zo nodig
Atjeh achter zich weet, en vervult er de
functie van oudere raadgever en officieus
voorman van Sumatra's streven. Zijn sym
bolische naam zal de komende maanden
vaak in het nieuws zijn.
Simbolon zegt in onberispelijk Engels
„De Sumatraanse actie begint zich te con
solideren. Djakarta's mislukte coup in Pa
lembang heeft de rijen gesloten. Zelfs Gin
tings begint interesse te tonen. Mocht Dja
karta in Palembang of in Makassar (tegen
Sumual) nog eens zo'n grapje uit willen
halen dan zullen wij niet afzijdig blijven.
Onze verbindingen zijn moeilijk en van
een gezamelijk georganiseerde actie kan
men eigenlijk nog niet spreken, maar in
ons gelijkgericht streven zijn wij solidair.
Wij hebben onze posities en het zijn
sterke ingenomen en wachten nu af wat
de centrale regering gaat doen. Haar mili
taire tegenactie is mislukt en nu komt de
regering-Djuanda praten. Ik geloof niet,
dat zij ons bieden kan, wat wij vragen.
Het is dus lang niet uitgesloten, dat na het
diplomatiek offensief weer een militair zal
volgen. Ik verwacht de krachtmeting over
twee a drie maanden".
Hussein
Ahmed Hussein, veel jonger, jongens
achtiger haast, minder gearticuleerd, maar
even energiek als Simbolon en gesecun-
deerd door zijn ervaren politieke adviseur,
de jurist en oud-minister Nazaruddin, be
vestigt dat de volgende dag. Hij krijgt tij
dens ons gesprek net een telegram, dat zegt,
De architectuur van de Minagkabau,
naam, die „overwinning van de kar
bouw" betekent en Sumatra's rustige
kracht symboliseert.
Overste Ahmed Hussein spreekt op een
Mohammedaanse feestdag de ambte
naren van zijn territorium toe. Thema
van zijn rede: „Aanpakken doen
geen corruptie meer
dat premier Djuanda met een regerings
delegatie hem, de jonge overste, die een
vorige keer kalmpjes weigerde naar Dja
karta te komen, zal komen bezoeken. Een
korte glimlach van triomf kan hij niet ver
bergen. Hij zegt geen duimbreed van zijn
eisen te zullen wijken. Hij voelt zich sterk,
kan dat ook, want geheel Midden-Sumatra
draagt hem op handen. Voelt hij zich zo
sterk, dat hij Indonesië door een militaire
„junta" geregeerd zou willen zien? „Zeker
niet", zegt Hussein, „wij willen de terug
keer van Hatta aan het hoofd van een fat
soenlijke, kundige regering. Wanneer die
regering in de moeilijke beginperiode de
daadwerkelijke steun van het leger nodig
zou hebben, kan zij op ons rekenen".
Niet alle „kolonels" staan even sterk als
Hussein. Noord-Sumatra is nog verdeeld,
Barlian moet in Zuid-Sumatra rekening
houden met Javaansce troepen en trans
migranten, Basri in Borneo is net begon
nen, Sumual en zijn even belangrijke twee
de man Saleh Lahade moeten in het door
de Darul Islam-troepen van Kahar Muzak-
kar geïsoleerde Makassar, waar men nog
steeds een zwaar gewapend militair escor
te nodig heeft om van de stad naar het
vliegveld te komen, zeer voorzichtig ma
noeuvreren om niet over lokale controver
ses te struikelen. De kolonels hebben hun
terugslagen gehad. Er zijn acties mislukt:
de directe ruil-transacties met het buiten
land zijn niet zo voordelig geweest, omdat
de Chinese handelaren in Singapore een
dwangpositie roken. Nochtans heeft Sim
bolon gelijk: hun posities zijn sterk. Zij
kunnen het contra-offensief van de rege
ring met gerust hart afwachten. Zij kun
nen vasthouden aan hun tactiek: het stel
len van eisen, die door geen regering zon
der Hatta vervuld kunnen worden!
WASHINGTON (UP). In diplomatieke
kringen verwacht men, dat Frankrijk het
enige lid van het gebruikersgenootschap
van het Suezkanaal (S.C.U.A.) is, dat niet,
zelfs onder protest, gebruik zal willen ma
ken van het Suezkanaal volgens de Egyp
tische voorwaarden. Als Frankrijk die
houding werkelijk aanneemt zou dit be
tekenen, dat Franse koopvaardij-schepen
niet door het kanaal mogen varen en dat
Franse tankboten in hoofdzaak olie zullen
innemen in de havens van Libanon en van
Syrië, waar de buisleidingen uitkomen en
niet naar de Perzische Golf zullen gaan
om olie te halen.
Diplomaten hebben vernomen, dat de
Verenigde Staten er bij de andere S.C.U.A.-
landen op aan hebben gedrongen voorlopig
het Egyptische plan, dat bij de UNO is ge
registreerd te aanvaarden, om te zien, hoe
het zal werken.
LONDEN (UP). De S.C.U.A. blijft bij
de informele boycot van het kanaal, zo is
na een nieuwe vergadering in Londen over
de eventuele opheffing besloten. Een da
tum voor een volgende vergadering is niet
vastgesteld. Men verwacht echter dat deze
de volgende week zal plaats hebben.
NEW YORK (UP). De laatste schepen,
die vijf maanden gewerkt hebben aan de
vrijmakinig van het Suezkanaal, zijn naar
huis teruggekeerd. Aldus een mededeling
van de leider der werkzaamheden, luite
nant-generaal Wheeler. Vermoedelijk zal
Wheeler zaterdag uit Cairo vertrekken om
via Parijs naar de Verenigde Staten terug
te keren.
(Reuter/AFP). De laatste schepen van
de bergingsvloot zijn de Nederlandse vaar
tuigen „Wittezee", „Bruinvis", „Zeehond"
en „Condor". De „Wittezee" heeft de an
dere drie schepen op sleeptouw.
De oliemaatschappijen in Engeland heb
ben haar kleinhandelsprijs van benzine
met een penny verlaagd door vermindering
van de wegens de Suezkanaalcrisis inge
stelde toeslag met een halve penny en door
verlaging van de handelaarsmarge met
eveneens een halve penny.
NEW YORK (A.F.P.) „De politiek van de
Verenigde Staten houdt onvermijdelijk in,
dat het Amerikaanse volk zekere beper
kingen aanvaardt. Als dat niet zo was, zou
de buitenlandse politiek „krachteloos"
zijn", zo schrijft minister Dulles aan Arthur
Hays Sulzberger, de directeur van de New
York Times, naar aanleiding van het ver
bod aan Amerikaanse journalisten zich
naar communistisch China te begeven.
Sulzberger had te kennen gegeven, dat de
Amerikaanse regering de persvrijheid be-
p rkt en de pers als instrument van haar
diplomatie gebruikt. Dulles antwoordde
hierop dat de persvrijheid het publiceren
van nieuws en niet het vergaren van
nieuws betreft en dat de „buitenlandse po
litiek en de diplomatie niet met succes
kunnen worden gevoerd als zij niet de ac
tiviteit van ons volk kanaliseren".
Vooruitgang
Van onze correspondent in Wenen)
Dr. Adolf Scharf
Zondag gaan vier
miljoen Oostenrijkers
naar de stembus om
een nieuw staats
hoofd te kiezen als
opvolger van wijlen
dr. Körner. Voor de
schatkist en voor de
belastingbetaler, is
het gunstig dat er
slechts twee kandi
daten zijn, zodat
kostbare herverkie
zingen niet nodig
zijn. Een gewone
meerderheid van
stemmen zal de be
slissing brengen. De
rooms-katholieke
Volkspartij heeft te
zamen met de groep
van „Vrije Onafhan-
kelijken" (F.P.ö.)
professor W. Denk
kandidaat gesteld,
en de socialisten
hebben de voorzitter
van hun partij, dr.
A. Scharf voorge
dragen, die ook door
de communisten
wordt gesteund. In
de verkiezingscam
pagne wijzen de so
cialisten er op, dat
een staatspresident
politiek geschoold
dient te zijn. Aan die
eis beantwoordt de
65-jarige dr. Scharf,
want hij heeft meer
dan dertig jaar poli
tieke ervaring, ook
al stonden daarin
partijbelangen op de
voorgrond. Voor de
socialisten is deze
verkiezing een zaak
van prestige, omdat van 1945 af leden van
bun partij, Renner en Körner, president
-.ijn geweest.
Prof. Denk, die 75 jaar oud is, heeft zich
aooit met politiek bezig gehouden. Hij is
bekend als chirurg en specialist voor kan
keronderzoek. Men noemt hem partijloos.
Zijn gebrek aan politieke ervaring kan
aen nadeel zijn vooral wanneer er moei
lijke beslissingen genomen moeten worden.
De Volkspartij echter verklaart haar kan
didaat buitengewoon geschikt, omdat hij
boven de partijen staat en zich niet door
partijbelangen zal laten beïnvloeden. Het
is intussen een geheim, dat hij op goede
voet met kanselier Raab (Volkspartij)
staat die hem als president wel zou advi
seren.
Professor Wolfgang Denk
In de grond van de zaak gaat het er bij
deze verkiezing om, welke van de twee
grote partijen aan invloed en prestige zal
winnen. Geen van de twee kandidaten ge
niet een opvallende sympathie of bezit
eigenschappen, die op het volk indruk ma
ken, zoals dat bij de vaderlijke Körner
met zijn witte baardje het geval was. Bij
de verkiezing zal het Oostenrijkse volk be
slissen, of het meer voelt voor een ge
matigd socialisme met een zekere staats
controle, dan wel voor een meer burger
lijk bewind, dat ruimte laat voor het par
ticuliere initiatief en voor de vrije handel.
Volgens algemene opvatting staan de kan
sen vrijwel gelijk.
V hebt dat kleine berichtje toch wel ge
lezen? Van „zendertje inslikken met slokje
water?" Van de radiopil die u inslikt en
die dan seintjes geeft aan het ontvangertje
buiten uw stoffelijk omhulsel omtrent uw
ingewandsstoornissen? Ik heb iets gelezen
van een galvanometer en een kathode-
straal-oscïllograaf, maar die technische
woorden zeggen mij niets en medisch ben
ik de leek aller leken.
Ik weet alleen dat de wetenschap mooi
voortschrijdt en dat er geen bijhouden
aan is.
Ik denk ook dat er eerst weer tegenstand
van scepticisme te overwinnen zal zijn. Er
zullen wel tegenbetogen in de medische
vakpers komen, maar over een jaar of zo
zullen die overwonnen zijn en het zender
tje-slikken zal, van Zuidhorn tot Zundert,
de gewoonste zaak van de wereld zijn.
Zo gaat het allemaal. Steeds maar voor
uit en vooruit. De ingewanden-kijkers
worden opgevolgd door de ingewanden-
luisteraars en dan later komt er weer wat
nieuws, waar wij nu zelfs geen vermoeden
van hebben, maar wat dan weer tot het
gewoonste van het gewone zal behoren.
Dat is het beangstigende èn het mooie.
En dat is op alle gebieden zo.
Ik zou zo graag willen weten hoe het
over vijfhonderd jaar allemaal zal zijn.
Alles wat wij nu modern vinden en het
laatste woord en doe-het-ons-van-1957-
maar-eens-na, is dan weer totaal ver
ouderd.
Niemand van nu begrijpt hoe de artsen
van vroeger het allemaal hebben klaarge
speeld en hoe er toen nog iemand geweest
is, die hun ingrepen heeft overleefd. De
chirurgen waren woeste slagers en van
niets wisten ze toen nog iets. De aller,
allerbeste medicus van toen zou nu niet
tot het mobile officium worden toegelaten.
Dat is nog al duidelijk en wiedes. Maar
wat dacht u dat ze in 2457 van de aller
beste van nü zullen denken?
Hoe zouden ze dan alles van ons nu
vinden?
Onze beste boeken onleesbaar.
Onze mooiste toneelstukken onbegrijpe
lijk.
Onze techniek prutselarij.
Onze sociale maatregelen zó on-effectief,
dat je er om zou lachen als het niet zo
zielig was.
Ons luchtvervoer zo langzaam als wij nu
de trekschuit vinden.
En zo maar door, zo maar door.
Met alles.
Met ónze kleren.
Met onze auto's.
Met onze begrippen
Met onze politiek.
Vooruitgang is een hopeloos verwarrend
begrip.
Zonder te begrijpen moeten wij ons er
aan overgeven.
Zendertje slikken.
Mondje houden.
En aan 's dokters oor ons ganse innerlijk
te beluisteren geven.
Elias
ADVERTENTIE
Bestrijd UW PIJNEN met:
LONDEN (Reuter) Een woordvoer
der van het Britse ministerie van Buiten
landse Zaken heeft meegedeeld, dat Jor
danië verzocht heeft de vervaldatum uit te
stellen van de eerste betalingstermijn van
het bedrag dat het Groot-Brittannië moet
betalen voor militaire uitrustingstukken en
installaties, die de Britten na beëindiging
van het Brits-Jordaanse verdrag in Jorda
nië hebben achtergelaten. De eerste beta
ling groot 652.000 pond sterling (onge
veer zeven miljoen gulden) had Jor
danië op 1 mei moeten voldoen. De woord
voerder noemde het bericht in de Britse
pers, dat Groot-Brittannië de eerste ter
mijn zou kwijtschelden „onnauwkeurig".
Troepenbewegingen
BEIROET (Reuter) In Libanese di
plomatieke kringen verluidt, dat Saoedi-
Arabische troepen, die in Jordanië gele
gerd zijn, naar Nabloes, ongeveer tachtig
kilometer ten noorden van Jeruzalem, zijn
gedirigeerd. Andere Saoedi-Arabische
troepen zouden naar Ramallah, ongeveer
vijftien kilometer ten noorden van Jeruza
lem zijn gegaan.
Deze bewegingen worden opgevat als
een teken van steun van koning Saoed
voor koning Hoessein. Koning Saoed zal
maandag Amman, de hoofdstad van Jor
danië, bezoeken en op elf mei naar Bag
dad, de hoofdstad van Irak, gaan.
BAGDAD (UP) De Jordaanse rege
ring is in het bezit van betrouwbare in
formaties, aldus een hooggeplaatst zegs
man die onlangs uit Ammon in Bagdad is
teruggekeerd, dat vijfhonderd Russische
vrijwilligers onlangs in Syrië zijn aange
komen.
De tegenwoordige betekenis van snug
ger is: schrander, verstandig. In oude
woordenboeken vindt men: sierlijk, be
vallig. Een tussenschakel vormt de be
tekenis: fiks, bijdehand. Die vindt men
ook in de, in de zeventiende eeuw vrxj
gewone verbinding: de snuggere da
geraad.
Het woord komt ln allerlei vormen
voor. Het Fries kent: snokker voor: zin
delijk, levendig of fris, het Zaans snok
ker of snukker voor: vaardig. Elders
zegt men: snikkere, snigger, snig of
snug. De laatste vorm vindt men terug
in het Engelse snug: goed geborgen,
genoeglijk. Ook het Noors, Zweeds en
Deens kennen het woord ln enigerlei
vorm, maar de vraag uit welke taal het
stamt en in welke het is overgenomen,
^is nog niet volledig beantwoord. j