In Padang een ander Indonesië met beide benen op de grond Zwitsaletten r Indonesië in de kentering (V) Oostenrijkers kiezen zondag een nieuw staatshoofd dag j Van dag tot Simbolon en Hussein: Wij weten ons sterkwij zullen niet wijken raatótoel Keus tussen een partijpoliticus en een partijloze professor f Hoe is het ontstaan 3 V. en Alleen Parijs zou boycot van het Suezkanaal handhaven SCUA heeft nog geen besluit genomen Benzineprijs verlaagd in Engeland Minister Dulles gelooft in geleide berichtgeving (Op de Jordanië verzoekt Londen uitstel van betaling Dit woord: SNUGGER ZATERDAG 4 MEI 195 7 Velen worden vandaag voor een pijnlijk dilemma gesteld, dat op een normale dag evenzeer wel aanwezig is doch geen direc te aandacht vraagt. Het dilemma, gescha pen door de vreemde gang van zaken op het wereldpolitieke schouwtoneel, waar vroegere vijanden thans bondgenoten en vroegere geallieerden thans vijanden zijn geworden. Deze herdenkingsdag confronteert ons schijnbaar met de tweeslachtigheid, dat wij de nagedachtenis willen eren van hen die in de bittere oorlogsjaren blijk van of ferzin en moed tot het uiterste hebben ge geven, ongeacht hun categorische overtui ging en dat wij tegelijk degenen, die hen slachtofferden en ons hele volk terro riseerden, als politieke vrienden moeten verdragen. En toch is er in wezen geen enkel dilem ma, geen enkele tweeslachtigheid. Zij be staan slechts in het misverstand, dat ons door de generaliserende zwart-wit-wet van de politiek wordt aangepraat: niet alle Duitsers zijn onze vijanden geweest en niet alle Russen zijn onze vijanden geworden. Daarin ligt opgesloten, dat ook thans niet alle Duitsers onze vrienden zijn en dat wij geen verraad aan de doden plegen, wan neer wij leven in het besef dat de begrip pen vijandschap en vriendschap niet aan politieke verdragen of bondgenootschap pen zijn gebonden, doch dat zij worden be paald door de betrekkingen van mens tot mens over de grenzen der naties heen. In de oorlogsjaren was onze werkelijke vijand de categorie mensen, die hun bar baarse innerlijk niet hadden weten te over winnen en alle beschaafde rechtsnormen braken in een machtsdronken razernij. Te gen deze categorie stonden de verzetsstrij ders op, móesten zij opstaan uit eer en ge weten. Deze categorie mensen, waar zij zich ook bevinden en tot welke nationaliteit zij ook behoren onder welk regiem zij ook leven en welke positie zij ook bekleden, is nóg onze vijand. De vijand van de be schaafde, rechtvaardige en humane mens, die eigen en anderer vrijheid erkent. Het generaliseren volgens de onberede neerde grenzen van de nationaliteiten, po litieke overtuigingen en soorten regiems schept dubbelzinnigheden die niet vol te houden zijn. De individuele mens moet daarom weten te onderscheiden en weten te schiften, wat in opportunistische poli tieke formules niet onderscheiden en ge schift wordt. Dan kan hij met hart en ziel deze dag bij de gedachtenis der gevallenen zijn en be grijpen, dat zij ondanks wat bedrieglijk op verraad hunner nagedachtenis lijkt toch niet voor niets gestorven zijn. Het kruis boven hun graf signaleert de opstand tegen het onrecht en de knechting, een opstand die nooit eindigt en nooit kan worden neergeslagen. Noch door wapenen, noch door leuzen, noch door pennestreken op gezegeld papier, noch door proclamaties en die aan geen enkele nationale grens ophoudt. Van onze reisredacteur) PADANG. De schildwacht springt stram in de houding, een jonge luitenant komt ons tegemoet, salueert, schudt handen en zegt: „De heren zijn journalisten? Dan komt u dus voor de Banteng-raad. Wilt u mij volgen?" Hij gaat ons voor door een kantoor, waar hoewel het zondag is, wordt gewerkt. Waar niet zoals in Djakarta op de tafels dossiers liggen, waar niemand meer raad mee weet, maar waar keurige „in" en „uit" bakjes staan en het „uit" bakje voller is dan iet „in". Dat maakt indruk. En als men dan inplaats van het Djakartaanse uur wachten terstond bij de secretaris-generaal van de „Dewa Banteng" wordt linnengebracht, die binnen tien minuten een serie interviews arrangeert, voor ogies en transport zorgt en uit zichzelf voor de bezoekers passage reserveert lij de Garuda Indonesian Airways, dan is men pas recht geïmponeerd. Als het op efficiëncy aankomt slaat de Banteng-raad de centrale regering met vele engten en ook op het gebied van de publiciteit weet men er van wanten: de jonge luitenant monstert het korte haar van mijn metgezel, correspondent van een grote Amerikaanse krant, en zegt: „U is zeker Amerikaan. Welnu, er is lier geen plaats voor communisten. Behalve dan in de gevangenis. Daar zitten er twintig, die ons op politieke stakingen wilden tracteren". Hij knikt goed keurend wanneer de Amerikaan dat haastig noteert. En later, wanneer wij door Padang lopen, een soort Apeldoorn in de tropen, de huizen keurig in de verf, veel bloemen in de tuinen, waar het gras netjes is geschoren, zelfbewuste, forse Sumatranen in de straten, een kleine stad, waar een duidelijke mate van welvaart, energie en orde even verfrissend aandoet als het zeewindje, dat hier de hitte van de dag tempert, dan zegt die Amerikaan met glinsterende ogen: Is dit nog Indonesië? Het is niet te geloven". Het kan niemand verwonderen, dat Churchill het gisteren in zijn rede voor de „Primrose League" heeft opgenomen voor zijn oude discipel, kameraad en op volger, Anthony Eden en er op heeft ge wezen dat de Conservatieve partij en het Engelse volk in zijn geheel Eden dank baarheid verschuldigd zijn voor diens levenslange arbeid voor het Britse Rijk. Aan die dankbaarheid heeft het laatste halve jaar wel het een en ander ont broken. Maar het was stellig niet alleen loyali teit tegenover een goede vriend, welke Churchill zo heeft doen spreken. De door gewinterde politicus, die Churchill is, moet de opmerking dat „zij, die Edens vastberaden actie in Egypte aanvielen, nu misschien reden hebben hun mening te herzien" recht uit het hart zijn gekomen En evenzeer moet het zijn oprechte over tuiging zijn, dat de houding van de UNO in die kwestie noch voor de vrije wereld noch voor de vrede en de bloei van het Nabije Oosten van veel nut is geweest. Wat hij er moeilijk bij kon zeggen, was dat hijzelf de zaak waarschijnlijk han diger zou hebben aangepakt en de Ver enig'de Staten minder kans zou hebben gegeven, de gedragslijn te volgen die zij hébben gevolgd. Ook zou hij zelf er ver moedelijk beter in zijn geslaagd, het La gerhuis mee te krijgen. Maar dat het prin- pice van de actie de zegen van Churchill had en nog heeft spreekt bijna van zelf. Churchill is waarschijnlijk te oud om zich helemaal te kunnen indenken in een wereld, waarin oorlogvoering identiek met zelfmoord is geworden. En waarin oorlog voering-op-beperkte-schaal dus even on denkbaar is als „een klein beetje zelf moord". Bijgevolg was de Brits-Franse ac tie bij voorbaat veroordeeld. Maar het standpunt van Eden, dat men zich niet door een dictator kan laten ringeloren en „iets" terug moet doen, is een standpunt dat van alle tijden is. In dat opzicht had Eden, en heeft nu ook Chur chill, volkomen gelijk. Het komt er alleen maar op aan, wat dat „iets is, en hoe men het uitvoert. Welzeker is dit Indonesië, alleen niet het Indonesië-met-de-koortsogen van Djakar ta, maar het potige van Midden-Sumatra, van de Minangkabau, het gebied, dat Indo- nesië's beste leiders voortbracht. Moham med Hatta, Sutan Sjahrir, Hadji Agus Salim en nu sinds 20 december het Indone sië van de Bateng-raad. Op die datum kwamen oud-strijders van de voormalige Batèng-divisie bijeen en brachten er de on tevredenheid onder woorden, die leidde tot de autonomistische proclamaties in Suma tra, Borneo en Celebes. Genoeg van Dja karta's centralisme, genoeg van stagnatie, corruptie en bureaucratie, van communis tische invloed. Van al die veteranen, die nu schoolmeester, advc,caat, handelaar, ambte naar, arts of officier waren geworden, gin gen die van Midden-Sumatra het verst. Zij schiepen onder leiding van de jonge over ste Ahmed Hussein hun Bateng-raad en verzochten de Javaanse gouverneur schie lijk zijn biezen te pakken. Zij vormden een „team assistensi", een raad van militaire en civiele experts, haalden oude plannen uit de kast en be gonnen ze te verwezenlijken. Rondreizen de inspecteurs zien er nu op toe, dat er wordt gewerkt. Er is aan herstel van wegen en bruggen begonnen, de produktie van een kolenmijn is op slag verviervoudigd, er zijn nieuwe plannen opgesteld voor bouw van scholen en bevloeiingswerken. De genie helpt mee, het leger legde de ge weren neer en nam de schop ter hand. Cor ruptie werd volledig uitgeschakeld, poli tieke activiteit van de vakbonden evenzo. De financiering van dat alles? Een aantal ruiltransacties met Singapore naar men zegt ook eigen contributie van buitenland se maatschappijen en tenslotte zowaar de achterstallige bijdragen uit Djakarta, dat wakker schrok omdat het afscheiding vreesde. In luttele maanden is aanzienlijk orde op zaken gesteld. De veteranen van Midden-Sumatra (want zoals ook elders in Indonesië zijn de automatische raden niet louter militaire, maar oud-strijders organisaties) hebben reden om aan te ne men, dat zij op de goede weg zijn en erop te willen blijven. Simbolon Zijn zij daartoe vastbesloten? Een g sprek met kolonel Simbolon geeft daarop een bevestigend antwoord. Simbolon, een christen uit Tapanoeli is een forse veerti ger met een open gezicht, dat makkelijk lacht. Een uitgesproken leidersfiguur met een natuurlijk gezag, intelligent, openhar tig, maar tegelijkertijd redelijk en voor zichtig. Hij had inplaats van Nasution chef-staf van het Indonesische leger kun nen worden als hij zich bereid zou hebben verklaard Sukarno blindelings te volgen. Dat was hij bepaald nie' van plan. Als commandant van het eerste militaire terri torium in Medan werd hij voorman van de Banteng-beweging. Gebruikmakend van het feit, dat de autonomisten aan Sumatra's Oostkust in een niet zo gunstige reuk stonden wegens beweerde collaboratie met de Nederlanders en van de aanwezigheid van communistische Javaanse onderne mingsarbeiders. die men schielijk bewa pende, kon Djakarta Simbolon ten val brengen én vervangen door Djamin Gin- tings. Nu zit Simbolon tijdelijk in Padang. waar hij nochtans Tapanoeli en zo nodig Atjeh achter zich weet, en vervult er de functie van oudere raadgever en officieus voorman van Sumatra's streven. Zijn sym bolische naam zal de komende maanden vaak in het nieuws zijn. Simbolon zegt in onberispelijk Engels „De Sumatraanse actie begint zich te con solideren. Djakarta's mislukte coup in Pa lembang heeft de rijen gesloten. Zelfs Gin tings begint interesse te tonen. Mocht Dja karta in Palembang of in Makassar (tegen Sumual) nog eens zo'n grapje uit willen halen dan zullen wij niet afzijdig blijven. Onze verbindingen zijn moeilijk en van een gezamelijk georganiseerde actie kan men eigenlijk nog niet spreken, maar in ons gelijkgericht streven zijn wij solidair. Wij hebben onze posities en het zijn sterke ingenomen en wachten nu af wat de centrale regering gaat doen. Haar mili taire tegenactie is mislukt en nu komt de regering-Djuanda praten. Ik geloof niet, dat zij ons bieden kan, wat wij vragen. Het is dus lang niet uitgesloten, dat na het diplomatiek offensief weer een militair zal volgen. Ik verwacht de krachtmeting over twee a drie maanden". Hussein Ahmed Hussein, veel jonger, jongens achtiger haast, minder gearticuleerd, maar even energiek als Simbolon en gesecun- deerd door zijn ervaren politieke adviseur, de jurist en oud-minister Nazaruddin, be vestigt dat de volgende dag. Hij krijgt tij dens ons gesprek net een telegram, dat zegt, De architectuur van de Minagkabau, naam, die „overwinning van de kar bouw" betekent en Sumatra's rustige kracht symboliseert. Overste Ahmed Hussein spreekt op een Mohammedaanse feestdag de ambte naren van zijn territorium toe. Thema van zijn rede: „Aanpakken doen geen corruptie meer dat premier Djuanda met een regerings delegatie hem, de jonge overste, die een vorige keer kalmpjes weigerde naar Dja karta te komen, zal komen bezoeken. Een korte glimlach van triomf kan hij niet ver bergen. Hij zegt geen duimbreed van zijn eisen te zullen wijken. Hij voelt zich sterk, kan dat ook, want geheel Midden-Sumatra draagt hem op handen. Voelt hij zich zo sterk, dat hij Indonesië door een militaire „junta" geregeerd zou willen zien? „Zeker niet", zegt Hussein, „wij willen de terug keer van Hatta aan het hoofd van een fat soenlijke, kundige regering. Wanneer die regering in de moeilijke beginperiode de daadwerkelijke steun van het leger nodig zou hebben, kan zij op ons rekenen". Niet alle „kolonels" staan even sterk als Hussein. Noord-Sumatra is nog verdeeld, Barlian moet in Zuid-Sumatra rekening houden met Javaansce troepen en trans migranten, Basri in Borneo is net begon nen, Sumual en zijn even belangrijke twee de man Saleh Lahade moeten in het door de Darul Islam-troepen van Kahar Muzak- kar geïsoleerde Makassar, waar men nog steeds een zwaar gewapend militair escor te nodig heeft om van de stad naar het vliegveld te komen, zeer voorzichtig ma noeuvreren om niet over lokale controver ses te struikelen. De kolonels hebben hun terugslagen gehad. Er zijn acties mislukt: de directe ruil-transacties met het buiten land zijn niet zo voordelig geweest, omdat de Chinese handelaren in Singapore een dwangpositie roken. Nochtans heeft Sim bolon gelijk: hun posities zijn sterk. Zij kunnen het contra-offensief van de rege ring met gerust hart afwachten. Zij kun nen vasthouden aan hun tactiek: het stel len van eisen, die door geen regering zon der Hatta vervuld kunnen worden! WASHINGTON (UP). In diplomatieke kringen verwacht men, dat Frankrijk het enige lid van het gebruikersgenootschap van het Suezkanaal (S.C.U.A.) is, dat niet, zelfs onder protest, gebruik zal willen ma ken van het Suezkanaal volgens de Egyp tische voorwaarden. Als Frankrijk die houding werkelijk aanneemt zou dit be tekenen, dat Franse koopvaardij-schepen niet door het kanaal mogen varen en dat Franse tankboten in hoofdzaak olie zullen innemen in de havens van Libanon en van Syrië, waar de buisleidingen uitkomen en niet naar de Perzische Golf zullen gaan om olie te halen. Diplomaten hebben vernomen, dat de Verenigde Staten er bij de andere S.C.U.A.- landen op aan hebben gedrongen voorlopig het Egyptische plan, dat bij de UNO is ge registreerd te aanvaarden, om te zien, hoe het zal werken. LONDEN (UP). De S.C.U.A. blijft bij de informele boycot van het kanaal, zo is na een nieuwe vergadering in Londen over de eventuele opheffing besloten. Een da tum voor een volgende vergadering is niet vastgesteld. Men verwacht echter dat deze de volgende week zal plaats hebben. NEW YORK (UP). De laatste schepen, die vijf maanden gewerkt hebben aan de vrijmakinig van het Suezkanaal, zijn naar huis teruggekeerd. Aldus een mededeling van de leider der werkzaamheden, luite nant-generaal Wheeler. Vermoedelijk zal Wheeler zaterdag uit Cairo vertrekken om via Parijs naar de Verenigde Staten terug te keren. (Reuter/AFP). De laatste schepen van de bergingsvloot zijn de Nederlandse vaar tuigen „Wittezee", „Bruinvis", „Zeehond" en „Condor". De „Wittezee" heeft de an dere drie schepen op sleeptouw. De oliemaatschappijen in Engeland heb ben haar kleinhandelsprijs van benzine met een penny verlaagd door vermindering van de wegens de Suezkanaalcrisis inge stelde toeslag met een halve penny en door verlaging van de handelaarsmarge met eveneens een halve penny. NEW YORK (A.F.P.) „De politiek van de Verenigde Staten houdt onvermijdelijk in, dat het Amerikaanse volk zekere beper kingen aanvaardt. Als dat niet zo was, zou de buitenlandse politiek „krachteloos" zijn", zo schrijft minister Dulles aan Arthur Hays Sulzberger, de directeur van de New York Times, naar aanleiding van het ver bod aan Amerikaanse journalisten zich naar communistisch China te begeven. Sulzberger had te kennen gegeven, dat de Amerikaanse regering de persvrijheid be- p rkt en de pers als instrument van haar diplomatie gebruikt. Dulles antwoordde hierop dat de persvrijheid het publiceren van nieuws en niet het vergaren van nieuws betreft en dat de „buitenlandse po litiek en de diplomatie niet met succes kunnen worden gevoerd als zij niet de ac tiviteit van ons volk kanaliseren". Vooruitgang Van onze correspondent in Wenen) Dr. Adolf Scharf Zondag gaan vier miljoen Oostenrijkers naar de stembus om een nieuw staats hoofd te kiezen als opvolger van wijlen dr. Körner. Voor de schatkist en voor de belastingbetaler, is het gunstig dat er slechts twee kandi daten zijn, zodat kostbare herverkie zingen niet nodig zijn. Een gewone meerderheid van stemmen zal de be slissing brengen. De rooms-katholieke Volkspartij heeft te zamen met de groep van „Vrije Onafhan- kelijken" (F.P.ö.) professor W. Denk kandidaat gesteld, en de socialisten hebben de voorzitter van hun partij, dr. A. Scharf voorge dragen, die ook door de communisten wordt gesteund. In de verkiezingscam pagne wijzen de so cialisten er op, dat een staatspresident politiek geschoold dient te zijn. Aan die eis beantwoordt de 65-jarige dr. Scharf, want hij heeft meer dan dertig jaar poli tieke ervaring, ook al stonden daarin partijbelangen op de voorgrond. Voor de socialisten is deze verkiezing een zaak van prestige, omdat van 1945 af leden van bun partij, Renner en Körner, president -.ijn geweest. Prof. Denk, die 75 jaar oud is, heeft zich aooit met politiek bezig gehouden. Hij is bekend als chirurg en specialist voor kan keronderzoek. Men noemt hem partijloos. Zijn gebrek aan politieke ervaring kan aen nadeel zijn vooral wanneer er moei lijke beslissingen genomen moeten worden. De Volkspartij echter verklaart haar kan didaat buitengewoon geschikt, omdat hij boven de partijen staat en zich niet door partijbelangen zal laten beïnvloeden. Het is intussen een geheim, dat hij op goede voet met kanselier Raab (Volkspartij) staat die hem als president wel zou advi seren. Professor Wolfgang Denk In de grond van de zaak gaat het er bij deze verkiezing om, welke van de twee grote partijen aan invloed en prestige zal winnen. Geen van de twee kandidaten ge niet een opvallende sympathie of bezit eigenschappen, die op het volk indruk ma ken, zoals dat bij de vaderlijke Körner met zijn witte baardje het geval was. Bij de verkiezing zal het Oostenrijkse volk be slissen, of het meer voelt voor een ge matigd socialisme met een zekere staats controle, dan wel voor een meer burger lijk bewind, dat ruimte laat voor het par ticuliere initiatief en voor de vrije handel. Volgens algemene opvatting staan de kan sen vrijwel gelijk. V hebt dat kleine berichtje toch wel ge lezen? Van „zendertje inslikken met slokje water?" Van de radiopil die u inslikt en die dan seintjes geeft aan het ontvangertje buiten uw stoffelijk omhulsel omtrent uw ingewandsstoornissen? Ik heb iets gelezen van een galvanometer en een kathode- straal-oscïllograaf, maar die technische woorden zeggen mij niets en medisch ben ik de leek aller leken. Ik weet alleen dat de wetenschap mooi voortschrijdt en dat er geen bijhouden aan is. Ik denk ook dat er eerst weer tegenstand van scepticisme te overwinnen zal zijn. Er zullen wel tegenbetogen in de medische vakpers komen, maar over een jaar of zo zullen die overwonnen zijn en het zender tje-slikken zal, van Zuidhorn tot Zundert, de gewoonste zaak van de wereld zijn. Zo gaat het allemaal. Steeds maar voor uit en vooruit. De ingewanden-kijkers worden opgevolgd door de ingewanden- luisteraars en dan later komt er weer wat nieuws, waar wij nu zelfs geen vermoeden van hebben, maar wat dan weer tot het gewoonste van het gewone zal behoren. Dat is het beangstigende èn het mooie. En dat is op alle gebieden zo. Ik zou zo graag willen weten hoe het over vijfhonderd jaar allemaal zal zijn. Alles wat wij nu modern vinden en het laatste woord en doe-het-ons-van-1957- maar-eens-na, is dan weer totaal ver ouderd. Niemand van nu begrijpt hoe de artsen van vroeger het allemaal hebben klaarge speeld en hoe er toen nog iemand geweest is, die hun ingrepen heeft overleefd. De chirurgen waren woeste slagers en van niets wisten ze toen nog iets. De aller, allerbeste medicus van toen zou nu niet tot het mobile officium worden toegelaten. Dat is nog al duidelijk en wiedes. Maar wat dacht u dat ze in 2457 van de aller beste van nü zullen denken? Hoe zouden ze dan alles van ons nu vinden? Onze beste boeken onleesbaar. Onze mooiste toneelstukken onbegrijpe lijk. Onze techniek prutselarij. Onze sociale maatregelen zó on-effectief, dat je er om zou lachen als het niet zo zielig was. Ons luchtvervoer zo langzaam als wij nu de trekschuit vinden. En zo maar door, zo maar door. Met alles. Met ónze kleren. Met onze auto's. Met onze begrippen Met onze politiek. Vooruitgang is een hopeloos verwarrend begrip. Zonder te begrijpen moeten wij ons er aan overgeven. Zendertje slikken. Mondje houden. En aan 's dokters oor ons ganse innerlijk te beluisteren geven. Elias ADVERTENTIE Bestrijd UW PIJNEN met: LONDEN (Reuter) Een woordvoer der van het Britse ministerie van Buiten landse Zaken heeft meegedeeld, dat Jor danië verzocht heeft de vervaldatum uit te stellen van de eerste betalingstermijn van het bedrag dat het Groot-Brittannië moet betalen voor militaire uitrustingstukken en installaties, die de Britten na beëindiging van het Brits-Jordaanse verdrag in Jorda nië hebben achtergelaten. De eerste beta ling groot 652.000 pond sterling (onge veer zeven miljoen gulden) had Jor danië op 1 mei moeten voldoen. De woord voerder noemde het bericht in de Britse pers, dat Groot-Brittannië de eerste ter mijn zou kwijtschelden „onnauwkeurig". Troepenbewegingen BEIROET (Reuter) In Libanese di plomatieke kringen verluidt, dat Saoedi- Arabische troepen, die in Jordanië gele gerd zijn, naar Nabloes, ongeveer tachtig kilometer ten noorden van Jeruzalem, zijn gedirigeerd. Andere Saoedi-Arabische troepen zouden naar Ramallah, ongeveer vijftien kilometer ten noorden van Jeruza lem zijn gegaan. Deze bewegingen worden opgevat als een teken van steun van koning Saoed voor koning Hoessein. Koning Saoed zal maandag Amman, de hoofdstad van Jor danië, bezoeken en op elf mei naar Bag dad, de hoofdstad van Irak, gaan. BAGDAD (UP) De Jordaanse rege ring is in het bezit van betrouwbare in formaties, aldus een hooggeplaatst zegs man die onlangs uit Ammon in Bagdad is teruggekeerd, dat vijfhonderd Russische vrijwilligers onlangs in Syrië zijn aange komen. De tegenwoordige betekenis van snug ger is: schrander, verstandig. In oude woordenboeken vindt men: sierlijk, be vallig. Een tussenschakel vormt de be tekenis: fiks, bijdehand. Die vindt men ook in de, in de zeventiende eeuw vrxj gewone verbinding: de snuggere da geraad. Het woord komt ln allerlei vormen voor. Het Fries kent: snokker voor: zin delijk, levendig of fris, het Zaans snok ker of snukker voor: vaardig. Elders zegt men: snikkere, snigger, snig of snug. De laatste vorm vindt men terug in het Engelse snug: goed geborgen, genoeglijk. Ook het Noors, Zweeds en Deens kennen het woord ln enigerlei vorm, maar de vraag uit welke taal het stamt en in welke het is overgenomen, ^is nog niet volledig beantwoord. j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 5