De diiiiwiooltjes bloeien
Zwitserse lawinehonden
Verdelin!
ERVAREN MENSENREDDERS
WEER OF GEEN WEER
en IJmuider Courant
LEERZAME ER VARINGEN IN DE OORLOG
Herhaaldelijk leest men in de krant berichten van bergsportbeoefenaars,
die door lawines overvallen zijn en - als zij geluk hadden - niet dan na
de grootste moeite konden worden gered. Nog altijd vallen er ieder jaar
vele slachtoffers van „de witte dood". Maar als Moritz - een klein bastaard
hondje - en Ferdinand Schmutz er niet waren geweest, zouden er honder
den meer te betreuren zijn geweest. Genoemde hondenvriend, con
cierge van een bibliotheek in de Zwitserse hoofdstad, richtte een red
dingsdienst op, die uniek is in de wereld.
W. Kielich
„Rock" in Moskou
SCHMUTZ leerde Moritz kennen in 1937.
Hij las een bericht in de krant, waarin
werd vermeld hoe een groep van vijftièn
schooljongens tijdens een skitocht in de
omgeving van het Zwitserse plaatsje Mür-
ren door een lawine werd bedolven. Een
reddingsploeg uit Mürren was spoedig op
de plaats van het ongeluk en sondeerde
het gehele lawineveld met lange metalen
staven. Zo werden veertien jongens ge
vonden, die allen nog leefden. Geen van
hen wist echter precies te zeggen hoe
groot hun groep was geweest. De één had
het over dertien, de ander over zestien,
een derde vermoedde een veertiental.
Toen de reddingsploeg, na urenlang met
de sondeerstaven in de sneeuw te hebben
geprikt, geen sporen van een bedolven
lichaam meer kon vinden, besloot men dan
ook het zoeken op te geven in de overtui
ging, dat alle deelnemers aan de skitocht
gered waren. Terwijl men zich gereed
maakte om het lawineveld te verlaten,
maakte echter één der mannen de leider
van de reddingsploeg attent op het vreem
de gedrag van Moritz, zijn hondje, dat met
de baas was meegelopen naar de plaats
van de ramp. Moritz was verwoed aan het
GEEN enkele regenbui trekt zich iets
aan van de spoorlijn Tilburg-Den
Bosch-Nijmegen en toch is die lijn een
van de vele grenzen die het KNMI aan
houdt bij zijn verdeling van het land.
Men moet nu eenmaal iets afspreken
voor de duidelijkheid. Niemand zal ver
wachten dat zo'n grens een scherpe
overgang tussen het éne weertype en
het andere vertoont.
Het land is op vele wijzen te verde
len. Het noorden van het land bijvoor
beeld is alles ten noorden van de lijn
Alkmaar-Coevorden, het zuiden wordt
gevormd door de provincies Zeeland,
Brabant en Limburg en het midden is
natuurlijk alles wat tussen het noorden
en het zuiden ligt.
Ma_r: het westen van het land is het
gebied ten westen van de lijn Roo
sendaal Dordrecht -Woerden -Muiden-
IJselmeer, het oosten omvat alles tus
sen de lijn Eindhoven-Apeldoorn-Gro-
ningen en de Duitse grens en het mid
den is alles tussen het oosten en het
westen. Er zijn dus twee middens uit
de betrokken weersverwachting zal
moeten blijken, welke er wordt bedoeld.
Het noorden is echter kleiner dan de
„noordelijke helft". De laatste aandui
ding heeft betrekking op alles ten noor
den van de lijn Den Haag-Utrecht-
Zutphen-Enschedé en „de zuidelijke
helft" is alles ten zuiden van die lijn.
Zo bestaan er ook een „noordwestelijke
helft" en een „zuidoostelijke helft" (van
elkaar gescheiden door de lijn Bergen
op Zoon-Utrecht-Groningen) en een
„noordoostelijke helft" en een „zuid
westelijke helft" door de lijn Den Hei
der-Utrecht-Maastricht gescheiden).
„Het noordwesten" omvat slechts Fries
land en Noordholland benoorden het
Noordzeekanaal en „het noordoosten" is:
Groningen, Drente en Friesland ten
oosten van de lijn Leeuwarden-Heeren
veen.
„Het zuidwesten" is ten zuiden van
de Nieuwe Waterweg en ten westen van
de lijn Dordrecht-Roosendaal gedacht
en „het zuidoosten" omvat Limburg en
Oostelijk Brabant (dat wil zeggen alles
ten oosten van de spoorlijn Tilburg-Den
Bosch-Nijmegen).
Onder „de kop van Noordholland"
moet men in het weerbericht alles ten
noorden van de lijn Alkmaar-Hoorn
verstaan. Beverwijk bijvoorbeeld hoort
daar dus niet bij. Beverwijk ligt echter
wel in „het noordwesten van het land"
omdat het benoorden het Noordzeeka
naal ligt. Ook valt Beverwijk in de ter
men als men van „het westen" spreekt
en eveneens als er sprake is van „de
noordwestelijke helft" en „de noordelij
ke helft".
„Aan de kust" heeft alleen betrekking
op het gebied van strand en duinen.
„De kuststrook" is een vijftien kilome
ter brede strook langs de Noordzee, de
kustprovincies zijn niet alleen Zeeland,
Zuid- en Noordholland, maar ook Fries
land en Groningen.
U ziet: er is nogal iets nodig om het
weerbericht goed te kunnen lezen. Mis
schien heeft dit serietje (waarvan dit
het laatste stukje is) iets bijgedragen tot
beter begrip.
G. v. W.
graven in de sneeuw en keek telkens jan
kend om. Hoewel er op deze plek al her
haalde malen was gesondeerd, besloot men
daar toch nog even te gaan graven. Inder
daad werd daar onder de dikke sneeuw
slag het vijftiende en laatste slachtoffer
gevonden.
Schmutz werd door het relaas van deze
wonderlijke redding op een idee gebracht,
dat hij niet dan vele jaren later kon uit
voeren, want pas in de oorlogsjaren kreeg
hij de tijd en de faciliteiten om zijn unieke
plan geheel te verwezenlijken.
FERDINAND SCHMUTZ hij is nu
zestig verdient zijn dagelijks brood als
concierge in de Nationale Bibliotheek te
Bern, maar in zijn vrije tijd heeft hij zich
een wereldfaam weten te verwerven als
kynoloog en africhter van honden. Zijn
boek „Mein Hund" een lijvig en voor
treffelijk geïllustreerd standaardwerk,
waarin alle hondenrassen zijn besproken
werd in vele taleh vertaald. Met het
africhten van honden begon hij reeds als
jongen, toen hij de veldwachter in zijn ge
boortedorp hielp met het trainen van een
speurhond. Hij richtte het dier zo goed af,
dat hij later, toen hij eens op forel zat te.
vissen in verboden viswater, zelf door de
hond werd opgespoord en .„gearresteerd"!
In de loop der jaren groeide Schmutz'
belangstelling voor honden steeds meer en
spoedig stond hij bekend als de beste
hondentrainer in heel Zwitserland. Toen
hij in 1939 als gevolg van de mobilisatie
in militaire dienst moest gaan, had de op
perbevelhebber van het Zwitserse leger,
.generaal Guisan, voor Ferdinand,Schmutz
dan ook een heel bijzondere taak gereser
veerd. Hij werd benoemd tot hoofd van de
legerhondendienst. Het Zwitserse legér
maakte toen nog vrij veel gebruik van
honden voor het overbrengen van berich
ten en het opsporen van gewonden.
Schmutz kreeg de opdracht de honden-
dienst uit te breiden en te reorganiseren
en onmiddellijk greep hij deze kans om
het idee, waarop Moritz hem had ge-
Ferdinand Schmutz geeft tijdens een oefe
ning in het hooggebergte een groep
lawinehonden-geleiders enige instructies.
De hond heeft de plek gevonden, waar een
Dankbaar omhelst de geredde zijn vier- lawineslachtoffer onder de sneeuw ligt en
voetige redder. helpt zelf ijverig mee met graven.
x
mts'
WM
bracht, verder uit te werken. Hij wist, dat
lawines een groot gevaar vormen voor
troepen, die in de bergen zijn gestatio
neerd. In de eerste wereldoorlog verloren
aan het Oostenrijks-Italiaanse front onge
veer vijftigduizend militairen het leven als
gevolg van de „witte dood". Een goed ge
organiseerde reddingsdienst was dus voor
het Zwitserse leger van het grootste be
lang en Schmutz was er van overtuigd, dat
goed afgerichte honden bij het opsporen
van lawineslachtoffers zeer zeker voor-
DE DUINVIOOLTJES bloeien, feestelijk
en overdadig. In onze flora's staan ze heel
nuchter te boek als een ondersoort van het
Driekleurig Viooltje, maar wanneer u uzelf
het genoegen doet eens door het bos naar
boven te klimmen tot juist in het open
duinlandschap, zult u onmiddellijk kunnen
vaststellen dat „driekleurig" eigenlijk een
heel armoedige aanduiding is voor zóveel
tintenverscheidenheid. Want bloem voor
bloem mag dan meer of minder driekleu
rig zijn (lilablauw, wit en geel) iedere
plant heeft haar eigen bloemkleuren. En
zo kan de ene pol dan een indruk van
donkerpaars als hoofdtint geven, een vol
gende zal tweekleurige lila-met-witte bloe
men vertonen. Ja het kan u zelfs gebeuren
zuiver witte te vinden, zoals wij ze dezer
dagen nog achter Volgelenzang zagen. Kort
en goed: de duinviooltjes zijn wat de kleu-
De bloeiende kop van het tweejarige voorjaarshelmkruid.
treffelijk diensten zouden kunnen bewijzen.
De tot dusver gevolgde methode van het
systematisch afzoeken van het lawineveld
met lange metalen staven was uiterst tijd
rovend en eiste een groot aantal mensen.
Honden, zo geloofde Schmutz, zouden met
hun uitzonderlijke speurzin sneller de
plek kunnen aanwijzen, waar gegraven
moest worden. Generaal Guisan gaf
Schmutz' plan alle steun. Na maanden van
experimenteren had Schmutz zes honden
opgeleid, die op overtuigende wijze be
wezen, dat zijn idee volkomen uitvoerbaar
was. Hij had proeven genomen met zes
rassen en kwam tot de slotsom, dat her
dershonden het meest geschikt zijn voor
speurwerk in de sneeuw. Kortharige hon
den krijgen in het hooggebergte te veel
last van de kou en langharige honden on
dervinden al spoedig hinder van ijsafzet
ting tussen de tenen. Herdershonden kun
nen evenwel uren achtereen door de
sneeuw lopen zonder dat hun energie of
speurzin er merkbaar onder lijdt.
TOEN DE OORLOG geëindigd was had
de Zwitserse legerhondendienst ongeveer
honderdtachtig herders, die getraind wa
ren in het opsporen van lawineslacht
offers. Elke hond had een soldaat tot baas
en bij de demobilisatie mochten deze bazen
de honden overnemen tegen een bijzonder
lage prijs. Bijna allen gingen op dit aan
bod in. De Zwitserse Alpenclub nam toen
op zich de lawinereddingsdienst verder te
organiseren en te leiden. De eigenaars
krijgen nu een vergoeding van ongeveer
honderd gulden per jaar. Geregeld worden
er oefeningen gehouden en onder Schmutz'
leiding worden er voortdurend nieuwe
bonden afgericht.
Er zijn thans op verscheidene posten in
het hooggebergte meer dan honderd vijftig
lawinehonden gestationeerd, die dag en
nacht met hun bazen gereed staan om
hulp te bieden. Zodra er ergens een la
wine-ongeluk is gebeurd kan men door
nummer 11 te draaien telefonisch de red
dingsdienst alarmeren en binnen de kortst
mogelijke tijd zijn dan honden en redders
ter plaatse. Dikwijls worden ze zelfs per
hefschroefvliegtuig naar de plek van de
ramp gebracht.
EéN VAN DE meest spectaculaire red-
ringen had in januari 1951 in de omgeving
van Binn plaats. Een groep houthakkers
was daar door een lawine overvallen. Met
behulp van een door Schmutz opgeleide
herder konden de vijf slachtoffers bewus
teloos, maar overigens slechts licht ge
wond worden uitgegraven. Terwijl de red
dingsploeg nog bezig was de houthakkers
eerste hulp te verlenen, werd de lawine
hond opeens zeer onrustig. Hij draafde
blaffend heen en weer en trok telkens met
zijn bek aan de broekspijp van zijn baas.
Deze raadde alle aanwezigen aan zich snel
naar een beschutte plek onder een over
hangende rotswand te begeven. Nauwe
lijks had men die plaats bereikt of een
tweede lawine kwam met daverend ge
weld de berg afrollen en bedekte de
plaats, waar de mannen nog slechts en
kele minuten te voren hadden gestaan en
gelegen, met een enorme grauwe massa
van sneeuw, rotsblokken en ontwortelde
bomen. Het wonderlijke instinct van de
hond had tweeëntwintig mensen het leven
gered, vijf van hen voor de tweede keer!
Kandelaartjes, niet hoger dan enkele centimeters.
ren en kleurencombinaties van hun bloe
men aangaat bijzonder variabel. Daardoor
is de viooltjesbloei al manifesteert zij
zich ook in duizenden, soms pal naast el
kaar staande planten nooit eentonig, of
liever: eenkleurig. Elk violenveldje tussen
de duindoorns heeft een zeer eigen uiter
lijk en telkens opnieuw zult u even be
wonderend blijven staan om van weer iets
nieuws op het grote bloemenfeest te genie
ten.
Kijkt u echter eens niet alleen naar de
bloemen, maar let ook eens even op de
plaatsen, waar ze staan. Dan kunt u zien
over onze nietig kleine violenplantjes zeer
gaan verwonderen. Want weliswaar staan
de meeste op enigszins begroeide plekken,
tussen lage duindoorns of op mosachtige
vlakjes, maar er zijn er ook heel wat die
zomaar middenop het kale zand staan te
floreren, dat het een lieve lust is. Denk u
eens goed in wat dit betekent: groeien op
volkomen kaal duinzand. Het wil zeggen
aat zo'n plantje de zeer lage nachttempera-
turen van het open zand kan doorstaan,
maar dat óók de hitte van het overdag wel
eens heel flink door de zonnestralen op
gewarmde zand kan verdragen. En dit in
gestadige afwisseling dag- in, dag-uit, het
is geen kleinigheid! Over de bijzonder
sterke verdamping, waaraan dergelijke
planten blootstaan, spreken we dan maar
niet eens, evenmin als over de vraag hoe
ze wel aan het nodige vocht moeten ko
men. Maar ze redden het, vaak door hun
dunne wortels tot vele decimeters diep
het zand in te boren. Bewonderenswaardig!
Duinviooltjes in volle bloei.
Hebt u genoeg van de viooltjes genoten,
let dan ook eens op wat ander klein spul
van het open duin. Pietepeuterige helder
witte bloempjes aan de toppen van drie,
vier centimeter hoge en vuurrode plantjes
zult u ontdekken. Ze hebben vlak boven
de grond aardige in drie spitse punten ver
deelde blaadjes, even rood als de stengels.
Ondanks hun zeer geringe afmetingen heb
ben deze plantjes toch iets parmantigs over
zich, dat stellig wordt veroorzaakt door de
stevige, maar schaars vertakte stengeltjes.
Kandelaartjes worden deze lilliputters ge
noemd en zodra u er een paar goed hebt
bekeken zult u deze naam nog niet zo
dwaas vinden.
Onderwijl zijn u dan tussen de kande
laartjes stellig ook wel andere dwergplant
jes opgevallen. Als plant misschien iets
groter van stuk, maar met bloemen van
zo om en naibij één hele millimeter. Licht
blauw en toch zelfs voor de oningewijde
bijna meteen te herkennen als vergett-mij-
nietjes. Spectaculair zijn ze beslist niet,
maar wel heel karakteristiek voor de droge
hellingen van onze hoge binnenduinen.
WANNEER u van het bloemenfeest gaat
genieten in ons nationale park De Kenne-
merduinen, daalt u dan de hellingen met
viooltjes, kandelaartjes en vergeet-mij-
nietjes ook nog even af tot bij de eerste
berkebosjes. Want daar staan op sommige
plaatsen (bijvoorbeeld achter het Kopje)
planten te bloeien, die het aankijken bij
zonder waard zijn. Nu geen dwergen, maar
stevige groeiers met wel iets op die van
brandnetels lijkenden bladeren en kleine
trossen van lichtgele ballonvormige bloe
men. Voorjaarshelmkruid is hun naam en
zij zijn in zekere zin erfstukken van oude
buitenplaatsen, waar deze uit zuidelijker
streken afkomstige planten vroeger ver
moedelijk aangeplant zijn geweest. Wat u
op het ogenblik in het duin te zien krijgt,
is echter de verre nakomelingschap van de
oorspronkelijk ingevoerde planten. Want
het voorjaarshelmkruid is tweejarig. Uit
het zaad groeit in de eerste zomer een fors
bladrozet en pas in het volgende voorjaar
komt er een bloeistengel te voorschijn.
Onze vaderlandse hommels blijken er niet
het minste bezwaar tegen te hebben het
voorjaarshelmkruid trouw te bezoeken. On
willekeurig brengen ze daarbij het stuif
meel van de ene bloem naar de andere,
zodat het zaad zich kan ontwikkelen. Als
u van die bestuiving iets te zien wilt krij
gen, kan dat óók heel goed in het duin.
Op een mooie dag, in het zonnetje zittend,
met een beetje geduld. Ik wens er u héél
veel genoegen bij!
Kees Hana
De Moskouse correspondent van het
Engelse communistische blad „Daily Wor
ker" heeft in een artikel uit Moskou de
rode swingers op de hoogte gesteld van
het feit, dat het Kremlin zijn goedkeuring
heeft gehecht aan muzikale vreugde-uitin
gen, die als swing en rock 'n roll bekend
staan. Er wordt ter gelegenheid van het
wereldjeugdfestival, dat op 29 juli in Mos
kou begint, een dansfestijn voorbereid,
waar de rock-'n-rollers hun gang kunnen
gaan. Ook de jive is toegestaan.