Meneer Praöer in het Paradijs
België overwogen
Decentralisatie van
hoger onderwijs in
„Modern" passiespel
in Hertme
Wekelijks toegevoegd aan alle edities van
en IJ mui der Courant
HOLLAND FESTIVAL
„De losbolen het
verleide meisje
Aan de opvoeringen van „Don Pasquale"
van Donizetti, met Guus Hoekman in
de titelrol, door de Nederlandse Opera
onder leiding van Bruno Bartoletti
wordt medewerking verleend door de
Italiaanse zangeres Eugenie Ratti
CVan onze correspondent in Brussel)
DE RECTOR van de rijksuniversiteit in
Gent, prof. dr. J. Gillis, heeft voor de le
den van het Vlaams Economisch Verbond,
de organisatie van de Vlaamse werkgevers,
een uiteenzetti: gegeven van het vraag
stuk van de ontwikkeling van het hoger
en technisch onderwijs in Vlaanderen, Bel
gië en west-Europa. Deze internationaal
bekende hoogleraar en rector was onlangs
in Zwitserland en heeft van die reis een
uitstekende indruk meegebracht. Zowel in
Nederland als in België zal het aantal leer
lingen van de technische hogescholen, de
handelshogescholen en de universiteiten in
de komende tien tot vijftien jaren snel toe
nemen. In 1965 zullen er aan de Neder
landse hogescholen tienduizend eerste
jaarsstudenten worden ingeschreven, pre
cies het dubbele van het huidige aantal.
In België, onder meer in Gent, is het aan
tal universiteitsstudenten in de afgelopen
vijftien jaren verdrievoudigd. Als in de
komende tien of vijftien jaren de bevol
king van de universiteiten nogmaals ver
dubbelt zal dit aanleiding geven tot grote
moeilijkheden in verband met het acade
misch personeel, het logies en de gebou
wen.
De „rush" van de moderne industriële
beschaving gaat zo snel, aldus prof. Gillis,
dat wij al die academisch gevormde Jonge
ren nodig zullen hebben. De industrie zal
meer en meer een beroep op hen moeten
doen. Het is een anachronisme, dat mo
menteel in België twee-derde van de der
tigduizend jongens en meisjes, die ieder
jaar op veertienjarige leeftijd het lager
onderwijs verlaten, geen secundair onder
wijs ontvangen, maar direct „om den bro
de" aan het werk moeten gaan om het fa
milieinkomen te vergroten. In de Verenig
de Staten geniet tachtig percent van de
jongeren onder de achtien jaren voortge
zet onderwijs, in de meeste Europese lan
den is dit percentage veel lager.
Als zijn voornaamste indruk van zijn
studiereis in Zwitserland zei prof. Gillis,
dat de decentralisatie van de instellingen
van hofT onderwijs noodzakelijk en nut
tig is. In Zwitserland heeft bijna ieder
kanton zijn universiteit.
DE DECENTRALISATIE van de univer
siteiten zou anderzijds een bepaalde spe
cialisatie in de hand kunnen werken. Het
zou natuurlijk verkeerd zijn, dat iedere
universiteit „van alles wat" zou willen
doen, met het gevolg, dat de vorming van
de studenten niet grondig zou kunnen zijn.
Prof Gillis vroeg zich echter af waarom
bijvoorbeeld Antwerpen met zijn belang
rijke industrieën niet over een polytech
nische school beschikt. Bergen en Charle
roi in de provincie Henegouwen hebben
een zeer groot voordeel bij het bestaan van
hun hoogstaande technische hogescholen,
de „Université du Travail" in Charleroi en
de „Ecole polytechnique" in Bergen. Beide
instellingen zijn speciaal gericht op de
vorming van ingenieurs voor de Waalse
metaalfabrieken.
Niet alleen decentralisatie, maar tevens
heroriëntatie van het hoger onderwijs
schijnt thans meer dan ooit aan de orde te
moeten zijn. Een recent voorbeeld uit de
praktijk: de Belgische staat organiseert een
examen voor de aanwerving van vijf
meesters in de rechten: tachtig kandidaten.
Het examen voor de aanwerving van drie
ingenieurs had geen succes. Slechts één
kandidaat meldde zich en toen hij zijn
functie zou aanvaarden kreeg hij een beter
bod van de industrie en verzaakte hjj de
staatsbetrekking.
Als u vakantieplannen maakt, ver
geet dan niet ook voor uw terugreis
de nodige voorzieningen te treffen
dat is de les die men kan leren uit
het zo mooi begonnen, maar triest
verlopende, waar gebeurde avontuur
van de heer Keith J. Prager:
Aan het Holland Festival 1957, dat van
daag begint, wordt ook medewerking ver
leend door de afbeelding van het Royal
Ballet uit Engeland, dat voorheen als het
Sadler's Wells Theatre Ballet bekend
stond. Op het programma, dat op 18 juni
in Den Haag en op 23 juni in Amsterdam
te zien is, komen ook enige vooroorlogse
werken voor van Frederick Ashton, de
eerste choreograaf, onder meer „Les Pati-
ncurs" van 1937 in een nieuwe montering,
waarvan bovenstaande foto een indruk
geeft.
Eén der hoogtepunten op het gebied van
de dramatische kunst wordt ongetwijfeld
het optreden van het thans tienjarige,
wereldvermaarde Piccolo Teatro uit Mi
laan, dat vertoningen komt geven van „De
knecht van twee meesters" van Carlo Gol-
doni, waaruit men op de foto midden bo
ven een Scene ziet met Marcello Moretti
in de titelrol. Naar aanleiding van voor
stellingen in het Edinburgh Festival van
1955 gaven de Engelse critici te kennen,
dat men geenszins de Italiaanse taal be
hoeft te verstaan om de prestaties te waar
deren, zozeer spreekt het spel direct tot
de verbeelding. „Arlechino servitore di
due padroni" komt op 19 en 20 juni in Den
Haag en op 21 en 22 juni in Amsterdam
voor het voetlicht.
Gezien de grote belangstelling, die er
bestaat voor het optreden van Sir John
Gielgud, delen wij nogmaals mede, dat
deze op 16 juni in Amsterdam en op 23
juni in Den Haas fragmenten uit werken
van Shakespeare voordraagt.
„The Rake's Progress" van Igor Stra-
winsky wordt door de Nederlandse
Opera op 15 juni ter opening van het
Holland Festival in de Amsterdamse
Stadsschouwburg vertoond. De afbeel
ding hieronder toont het ontwerp door
Kenneth Green voor het kostuum van
Ton Rakewell, de hoofdpersoon, welke
rol door Eugene Conley wordt vertolkt.
Bij de uitvoering van het gelijknamige
ballet van Dame Ninette de Valois, die
zich bij haar choreografie voor prenten j
van William Hogarth liet inspireren, is i
Anne Heaton het verleide meisje, als j
hoedanig men haar hierboven ziet.
Talrijke manifestaties op het gebied van
opera, ballet en orkestmuziek in het Hol
land Festival 1957 zijn bedoeld als een
eerbewijs aan de vijfenzeventigjarige, in
Rusland geboren maar tot Amerikaan ge
naturaliseerde componist Igor Strawinsky,
van wie de onderstaande foto werd ge
maakt tijdens een repetitie in de Amster
damse Stadsschouwburg van zijn muzikale
sprookje „De Nachtegaal" in 1955. Als de
belangrijkste van deze uitvoeringen moet
die van zijn betrekkelijk recente opera
„The Rake's Progress" („De lotgevallen
van een losbol") worden genoemd, waar
mee het festival hedenavond in Amster
dam wordt geopend. De première en de
herhalingen op 17 en 25 juni in Den Haag,
op 19 juni in Utrecht en op 22 juni in Rot
terdam worden gedirigeerd door Erich
Leinsdorf, die men op de foto hiernaast
aan de studie ziet. De reprise op 6 juli in
de hoofdstad wordt door Maurits Sillem
geleid. De regie is toevertrouwd aan Peter
Potter, de voornaamste solisten zijn Gra-
ziella Sciutti, Mimi Aarden, Eugene Con
ley, Frans Vroons en Otakar Kraus (a.g.).
De prelude in „Les Sylphides" van
Fokine op muziek van Chopin zal bij de
komende uitvoeringen door de tweede
groep van het Royal Ballet uit Londen
door Sara Neil worden vertolkt.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii.
PRAGER was een hardwer
kende man, die een florerende
bonthandel had opgebouwd en
zichzelf in jaren geen vakantie
had gegund. Zijn vrienden wa
ren dan ook niet weinig ver
baasd, toen zij in de zomer
van 1938 opeens een brief
kaartje uit Tahiti kregen.
Zes weken had Prager voor
deze eerste grote vakantie in
zijn leven uitgetrokken en hij
nam het er goed van. In Tahiti
deed hij alles, wat een toerist
daar behoort te doen, maar
toen bekroop hem het ver
langen naar nóg meer roman
tiek. Iemand vertelde hem, dat
het mogelijk v?as om een tocht
van een week te maken op één
van de schoeners, die langs de
kleinste Zuidzee-eilanden voe
ren om copra op te halen. Deze
eilanden, die vrijwel nooit
door blanken werden bezocht,
moesten nog veel romantischer
dan Tahiti zijn. Blanken wer
den daar door de bevolking
beschouwd als een soort van
goden en dienovereenkomstig
behandeld. Prager wilde ook
wel eens een god zijn en dus
scheepte hij zich in op de
schoener Tiaré, die binnen
acht dagen vijf kleine eilanden
zou aanlopen. De schipper was
een oude Deen, die Rasmussen
heette.
ALS in het jaar 1939 niet
de oorlog was uitgebro
ken, zou de bonthande
laar Keith J. Prager uit
San Francisco ongetwij
feld een wereldvermaar
de figuur zijn geworden,
maar aangezien Hitier
op de dag, dat hij terug
keerde van zijn vacantie
juist Polen binnenviel,
verzuimden de meeste
kranten aandacht te be
steden aan zijn wonder
lijk avontuur.
HET BEGIN van de reis was
een beetje teleurstellend. Het
schip zat vol met coprakevers,
die gemeen konden bijten en
de kapitein was vrijwel voort
durend dronken. Maar na zes
endertig uur gevaren te heb
ben bereikte men toch veilig
en wel het eilandje Pounaia,
waar Prager aan land ging. De
hoofdman van-het eiland, een
indrukwekkende oude Polyne
siër, die luisterde naar de
naam Iné, begroette plechtig
de onverwachte gast. Het werd
Prager al spoedig duidelijk,
dat men op Tahiti niets te veel
had gezegd. De hele bevolking
van Pounaia liep uit om hem
juichend in te halen en vooral
de meisjes waren bijzonder
toeschietelijk. Ze waren ook
zeer luchtig gekleed.
Geflankeerd door de drie
schoonste dochters van het
opperhoofd installeerde onze
bonthandelaar zich behagelijk
onder een palmboom en liet
zich eens fijn verwennen. Een
bloemenkrans werd om zijn
nek gehangen, terwijl hij een
flinke teug cocosmelk nam, die
hij met rum uit een zakflacon
had vermengd. Iné, die een
paar woorden Frans sprak, liet
een speenvarken braden en
deed alles, wat in zijn ver
mogen lag, om het zijn gast zo
comfortabel mogèlijk te ma
ken. Toen de avond viel
had Prager helemaal geen be
hoefte om terug te gaan naar
de coprakevers van Rasmus
sen en de volgende morgen
besloot hij zelfs om niet verder
te reizen met de Tiaré, maar
een week op Pounaia te blij
ven. Hij had immers het pa
radijs gevonden!
Rasmussen beloofde hem op
de terugtocht naar Tahiti weer
op te pikken. Dat kostte wel
een paar honderd dollar extra,
maar goden kijken niet op een
paar centen. Met zijn arm om
de zachte schouders van één
der eilandbewoonsters wuifde
Prager vrolijk de schoener na,
die langzaam wegzeilde uit de
baai. Hij voelde zich als her
boren. In zijn enthousiasme
probeerde hij in een cocospalm
te klimmen en de Polynesiërs
lachten vrolijk, toen hij hal
verwege bleef steken.
Het werd een verrukkelijke
week voor Prager en toer
na zeven dagen de Tiaré nog
niet in de baai was terugge
keerd, was hij alleen maar
blij, dat hij nog een dag langer
op het eiland kon blijven. Iné
glimlachte eveneens opgewekt
en verklaarde, dat hij zich ge
lukkig achtte de voorname be
zoeker nog een dag langer
gastvrijheid te kunnen ver
lenen. Maar de volgende dag
verscheen de schoener even
min. Prager werd een heel
klein beetje ongerust. Hij had
nu niet erg veel speling meer
om in Tahiti de boot naar San
Francisco te halen.
Er verstreken nog drie da
gen geen schoener! Mijn
heer Prager merkte, dat Iné
en zijn dochters hem elke hap
uit zijn mond begonnen te kij
ken. Om zijn grote eetlust te
rechtvaardigen, deed hij zijn
best om vrolijk te glimlachen
en opgewekt „Bon! Bon!" te
roepen, maar de anderen za
gen daar niets vermakelijks in.
Ze zwegen en keken slechts.
Toen de Tiaré reeds vijf da
gen over tijd was, zei Prager
met een wrange grijns: „Capi-
tain... pas oublié... non?"
„Oui", zei het opperhoofd op
uiterst sombere toon. „Oublié".
„Oui", zei Iné met grote be
slistheid. „Vous restez... ici.
un an".
„Un an?Hoe lang is dat?
Een jaar! Moet ik een heel
jaar op dit eiland blijven?"
PRAGER GERAAKTE in
paniek, maar er was niets wat
hij kon doen. Rasmussen had
hem in zijn dronkenschap
blijkbaar volkomen vergeten
en er bestond geen andere ma
nier om van het eiland af te
komen. Het lag ver buiten de
scheepvaartroute en met de
kano's van de Polynesiërs was
het onmogelijk naar Tahiti te
varen. Pas over een jaar zou
er weer een copraschip ko
men
De volgende dag kreeg Pra
ger visafval te eten. Toen hij
protesteerde zij Iné verachte
lijk: „Non travailler non
manger!" Prager haalde zijn
portefeuille te voorschijn en
wuifde wild met zijn American
Express Traveller's cheques.
Het opperhoofd bekeek de voor
hem waardeloze stukjes papier
en spuwde er op. De mooie
dochters lachten honend.
Er zat voor Prager niets
anders op, dan te werken voor
de kost. Hij kon geen kokos
noten plukken en was te on
handig om vissen met de speer
te vangen en daarom gaf Iné
hem tot taak het dorp schoon
te vegen en kokosnoten open
te hakken het zwaarste en
minderwaardigste werk, dat
op Pounaia kan worden ge
daan. De meisjes besteedden
geen aandacht meer aan hem.
Ze lachten hem niet eens meer
uit. Voor hen was hij nu een
lelijke klaploper met een gek
ke bril op zijn neus, die door
iedereen veracht werd. Het
was het beste hem maar vol
komen te negéren.
HET DUURDE precies een
jaar voordat de Tiaré weer in
de baai verscheen. Het schip
had een nieuwe bemanning en
een nieuwe kapitein. Rasmus
sen had een andere schoener
gekocht. Gekleed in lompen en
mager als een lat verliet Pra
ger zijn paradijs.
„Je bent lang weg geweest",
zeiden zijn kennissen in San
Francisco bij zijn terugkeer.
„Hoe was je vakantie?"
„Heil!", antwoordde Prager.
„Simple hell!"
W. Kielich
ïïiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiüiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiit iiiiiiuiiuiuiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHniiiuiiiiiiiiiiiniiiiiiHiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiuiiiiit
IN HET FRAAIE, geheel met eigen
krachten opgebouwde openluchttheater in
Hertme bij Borne in Overijsel hebben
Twentse amateurtoneelspelers al sinds
1952 een aantal openluchtspelen, waaron
der „Joseph in Dothan" van Vondel en
„Midzomernachtdroom" van Shakespeare,
opgevoerd. Van het begin af heeft het
bestuur van de stichting Twentse Open
luchtspelen echter de gedachte gehad eens
een passiespel te laten opvoeren, dat spe
ciaal voor deze gelegenheid zou worden
geschreven. Deze wens gaat 26 juni in ver
vulling. Tot begin september wordt er elke
woensdag en zondag een voorstelling gege
ven.
In de Twentse dagbladen heeft het be
stuur zich tot de Twentse amateurtoneel
spelers gewend, hetgeen een lijst van
tweehonderdvijftig deelnemers opleverde.
Evenals bij de oprichting van het theater
heeft de Twentse bevolking in al haar ge
lederen aan de uitvoering van het plan
meegewerkt. Aanvankelijk werd van pro
testant-christelijke zijde bezwaar gemaakt,
maar de situatie is nu zo, dat van de hon
derdzesendertig uitgenodigde predikanten
voor de première er honderdzestien de uit
nodiging hebben aangenomen. Er waren
zestien berichten van verhindering en één
predikant sloeg de invitatie om principiële
redenen af. Het is de bedoeling een „mo
dern" passiespel te geven, dat wil zeggen
een spel, dat de moderne mens het lijden
van Christus zo reëel mogelijk voor ogen
stelt. De schrijver is Jan Naaykens en
Joop Bieckmann heeft de regie.