Preminger's „Saint Joanwekte
een lichte teleurstelling
Acteur Louis Saalborn overleden
ZWITSAL
HAAGSE FILMWEEK 1957 GEOPEND
De tentoonstelling van
prof. Otto B. de Kat
Groot karakterspeler en Vondelspecialist
DINSDAG 18 JUNI 1957
5
Warm
Vier mannen belaagden
Rotterdams raadslid
Forum over de positie
van het filmbedrijf
Een Midzomernachtdroom
Italiaanse formateur geeft
zijn opdracht terug
„Mayflower" floreert, maar
Britse crediteuren klagen
Ex-N.S.B.'er uit Haarlem
trouwt in gevangenis
Schilderachtig
Stijl Royaards
Werk in Haarlem
Nieuwe hoogleraren aan de
T. H. te Eindhoven
jj De spoken lieten zich
weer niet nemen
Waterverbruik stijgt tot
boven de oude records
KINDERSHAMPOO
„Prikt" niet in de ogen
„Blindenliefdadigheid" niet
zelden puur winstbejag
DE INTERNATIONALE Filmweek Den Haag 1957 is maandag begonnen. Daarmee
schijnt een traditie te worden voortgezet, die in Arnhem - nu twee jaar geleden -
haar aanvang vond. Of het ook traditie moet worden, dat de eerste dag van de film-
week minder beantwoordt aan de opzet der organisatoren dan goed is voor de
artistieke pretentie mag men betwijfelen. Eerlijk gezegd is het hoofdstuk Film met
een grote f gisteren nog niet geschreven. De officiële openingsavond vermeldde als
hoofdnummer Otto Preminger's verfilming van Bernard Shaw's „Saint Joan". In het
Metropool Tuschinsky Theater domineerde echter de tropische temperatuur meer dan
de geestdrift voor deze cinematografische bewerking, die in enkele woorden gekarak
teriseerd een overbodige poging is Shaw tot film te herleiden. Het vervolg van deze
beschouwing zal dat duidelijk maken, maar om nu niet helemaal de indruk te
wekken als zou de Haagse Filmweek zijn aangevangen met messéance tussen de kunst
en de tiende muze zjj vermeld, dat er in het voorprogramma een prachtige documen
taire tegenover stond: Rembrandt van Bert Haanstra, en eveneens, dat minister Cals
in zijn woord vooraf kon attenderen op verheugenswaardige zaken. Even buiten
beschouwing blijft dan nog het congres, dat de Nederlandse Bioscoopbond gisteren
had belegd in het Haags Gemeentemuseum over de plaats van film en bioscoop
bedrijf tussen de andere ontspanningsmedia, terwijl ook de middagvoorstelling van
de film „Tea and sympathy" nog niet in de overwegingen wordt betrokken.
Het hoogtepunt van deze eerste dag in
spectaculaire zin lag 's avonds. Het meest
ging onze nieuwsgierigheid uit naar de
visie, welke minister Cals op de film in het
algemeen en de situatie in Nederland in
het bijzonder zou geven. Onze minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen ge
waagde niet zonder voldoening van een
belangrijke vooruitgang sinds Arnhem. De
Nederlandse speelfilmproduktie is op gang
gekomen. Drie Nederlandse speelfilms zul
len op de laatste dag van de filmweek
worden vertoond.
Voor een belangrijk
deel mag dat aan de
intensivering der be
langstelling worden
toegeschreven. Daar
om is een manifesta
tie van cinematogra
fisch kunnen zo be
langrijk. Het stimu
leert. Daarom ook
achtte de minister de
ze tweede Nederlandse filmweek de aan
dacht ten volle waard. Ze is een wapen
schouw. Wanneer het niveau hoger komt
te liggen, zal de film meer plaats innemen
in de belangstelling. Dat is goed, want zij
is een middel om de mens en zijn wereld
beter te leren kennen. Ze stoot het venster
open op de wereld, ze verbreidt het contact
tussen de volken, ze is dienstbaar aan het
begrip, dat ze voor andere kunsten kan
wekken. En al had minister Cals met het
oog op cultuurspreiding liever Arnhem als
plaats voor de wapenschouw gezien, het
feit, dat deze week mogelijk is stemde hem
zeer tevreden. Hij zegde zijn volle mede
werking toe om de filmweek te handhaven
De tentoonstelling van de nu vijftigja
rige Otto B. de Kat, die tot 3 juli in het
tuinhuis van de Kunsthandel Santee Land
weer te Amsterdam gehouden wordt, om
vat werken uit verschillende jaren maar
kon moeilijk een overzichtstentoonstelling
worden, gezien de beschikbare ruimte. De
Kat heeft een keuze gedaan naar kwaliteit
en bedoelingen.
Hoewel het geëxposeerde duidelijk van
één hand is, springt de verscheidenheid
ervan in het oog. De Kat is niet iemand die
zich met het verworvene tevredenstelt.
Zijn kunnen blijkt wel duidelijk uit zijn
laatste schilderij, een danseres in het ate
lier, een doek van sterke en bezonken kleu
ren, die in hun veelheid wèlgebonden zijn.
Van dergelijke voldragen schilderijen kwa
men er meer in De Kats oeuvre voor, al
moet gezegd worden dat wat betreft kwa
liteit weer winst geboekt werd met het
oplossen van schilderkunstige problemen
als bijvoorbeeld gesteld in de achtergrond
met de dwarsgestreepte doek. Zo'n schil
derij bestaat ook niet zonder vorige, van
andere bedoelingen, waarop het een reactie
kan zijn. In dit geval is het het grote in
terieur met drie figuren, waarin De Kat
de kleur opvoerde en bovendien het ver
beelden van een bepaalde gemoedsstem
ming in zijn voornemen lag. Dat voorne
men werd naar zijn smaak voldoende ge
realiseerd. En al is het mij duidelijk, toch
geloof ik dat de correctie op een enkel de
tail een kleine hinderlijkheid nog zou moe
ten weg nemen.
De Kat is een uitstekend portrettist die
soms ver boven een realistisch weergeven
weet uit te komen. Het portret van een
meisje en het even vroegere van zijn
vrouw getuigen hiervan. Vooral het laat
ste is boeiend van uitdrukking en verder
bloeiend van kleur, een kleur die zo prach
tig een bepaald licht weergeeft. Licht werd
door kleur ook verbeeld in een atelierhoek
met kachel. Merkwaardig hoe De Kat in
een ander interieur een intieme atmosfeer
van gezeefd licht weet op te roepen met
een uiterst sterk rood, contrasterend tegen
het groen van een plant een interieur
waarin het daaraan ondergeschikt ge
maakte figuurtje toch persoonlijkheid bleef
behouden.
Een klein werkje „Nachtclub" ge
noemd was geschilderd bij wijze van
aardig experiment zonder ernstige bedoe
lingen. Men moet toch wat te vertellen
hebben als het resultaat tenslotte even her
innert aan vroege schilderijtjes van de
grote Fransman Vuillard, naast Bonnard
één van de door De Kat bewonderde voor
gangers. Respect voor Bonnard kom-t ons
bij hem zeker niet vreemd voor als we
voor zijn zelfportret staan. De Kats meer
noordelilke afkomst zal wel maken dat hij
sommige Belgen nogal nabijkwam en zich
blijkbaar een tijd lang aardig thuisvoelde
in het land onzer zuiderburen.
Bij enkele aquarellen dacht ik even aan
Rik Wouters, al zijn deze zaken van toch
persoonlijke aard. Zij liggen voor een deel
wat betreft tijd van ontstaan direct bij
elkaar. Maar welk een verscheidenheid
toch ook weer van stemming. Het steeds
zoekende van De Kat is aan de portretten
of liever nog verbeeldingen van één model,
dat het genoemde meisjesportret al tot ge
volg had. voor een ieder zichtbaar. We
ontmoeten naast een aquarel van een voor
De Kat zelfs merkwaardige kleurgeving
enige etsen, waarin zijn experimenteren
nogal vèr gaat. Steeds weer houdt De Kats
werk nieuwe beloften in. Het eigen ge
zicht gaat daarbij nooit verloren, daar De
Kat weet te bouwen op verworven zeker
heden.
Bob Buys
en - alle bestedingsbeperking ten spijt -
de Nederlandse filmproduktie in het zadel
te houden.
Dit zei minister Cals. Hij kon niet ver
moeden, dat zijn zo aangenaam klinkende
woorden niet direct een bevestiging vonden
in hetgeen later op het witte doek vertoond
zou worden: Preminger's „Saint Joan". De
aard van het onderwerp sluit bij voorbaat
een afglijden naar een inhoudloos film-
produkt uit. Men zou er hoogstens over
kunnen redetwisten of Bernard Shaw de
maagd van Orleans nu wel zo verklaart als
men wenselijk kan achten. Maar dat zijn
allemaal dingen apart. Het feit is er, dat
Shaw zijn visie op Jeanne heeft gegeven
en dat Otto Preminger er behoefte aan had
deze te volgen in zijn filmische interpreta
tie. Hij verzekerde zich daarvoor van de
medewerking van Graham Green, die een
scenario schreef, waarin de epiloog wordt
gehanteerd als uitgangspunt. In „flash
backs" ziet men dan hoe het lot zich aan
Jeanne voltrekt. Ik mag het toneelstuk als
bekend genoeg veronderstellen, maar moet
er toch wel op wijzen, dat Preminger, die
zijn film zelf produceert, wellicht niet on
gevoelig is geweest voor de sensatie, welke
er om zijn „Saint Joan" is gemaakt. Hij
koos de hoofdrolspeelster uit duizenden
jonge meisjes. Dat meisje zelf liet hij wer
ken tot ze er bijna bij neerviel. In de
scènes op de brandstapel scheelde het niet
veel of het arme kind was echt verbrand.
XXXXXXDOCXXXXXXXDOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOCOOOOOOOOOOOOC
De zomerse temperatuur heeft de
deelnemers aan de Haagse Filmweek
toch niet naar de verlokkingen gedre
ven van de Sirene, die Scheveningen
heet. In het Gemeentemuseum was
het druk, in het Metropool Tuschinsky
Theater 's avonds heel erg vol. De gala
voorstelling werd begeleid door een
zacht en voortdurend -ritselen van pro
gramma's waarmee vooral in smoking
en rok gestoken heren zich koelte toe
wuifden. Zij voelden zich even gehar
nast als de leden van de Koninklijke
Militaire Kapel, die in hun fraaie uni
formen gestoken de filmweek muzikale
luister inbliezen. Later, ten stadhuize,
kon men bij de ontvangst door de bur
gemeester weer wat op verhaal komen.
)000000000000c0000000000000300co000000000000000000000000<
En wat is er nu eigenlijk van terecht ge
komen? De film is zo overvloedig van dia
loog, dat ze aan zeggingsmacht van beeld
dikwijls niet toekomt. Ze heeft nagenoeg
geen perspectieven. Ze mist de diepte, de
momentaliteit van het toneel, omdat ze
Shaw's ironie in reële verwerkelijking pro
beert te geven en daarin niet slaagt. Ze
telt maar weinig scènes, waarin men door
wat men ziet wordt getroffen. Het is steeds
- uitstekend - toneelspel, waar men naar
kijkt. Preminger's regie is een toneelsucces,
geen filmsucces. Jean Seberg is een willig
instrument, zuiver, pril, maar men wordt
door haar spel niet geschokt. De film
brengt het toneel dichter bij ons, maar kan
Shaw's toneelstuk niet doen vergeten. In
tegendeel: men zou het stuk in deze be
zetting wel eens op de planken willen zien.
Ik begrijp niet waarom deze bewerking
nodig was. Zoals het toneelstuk er is, is het
voldoende. Karl Dreyer heeft in 1928 een
film gemaakt, die met heel wat minder
technische middelen een heel wat sterkere
visuele ontroering teweegbracht dan men
van deze Preminger-actie kan constateren.
Want ijver loopt vast in de onmacht het
beter te doen op de film dan Shaw het
deed voor het toneel.
Ik wil daarmee nog niet suggereren als
zou nu de eerste dag van de filmweek
royaal bedorven zijn. Laten we er de heuse
betiteling „een lichte teleurstelling" voor
neerschrijven en in het kort nog releveren
dat de middagvoorstelling Vincente Minelli
(de regisseur van de Van Goghfilm) op het
witte doek bracht met zijn cinematografi
sche verbeelding van „Tea and sympathy".
Er zal nog gelegenheid zijn uitvoeriger te
schrijven over wat Minelli heeft verricht.
Het precaire gegeven werd fijngevoelig uit-
Vier inwoners van 's Gravenzande heb
ben het Rotterdamse gemeenteraadslid C.
N. Bliek, toen deze in zijn auto op de bou
levard te Hoek van Holland reed, bedreigd.
Het viertal beduidde de heer Bliek te
stoppen, hetgeen deze deed. Zonder enige
aanleiding sloeg een van de mannen een
richtingaanwijzer van de auto kapot. De
bestuurder was hierover uiteraard niet te
spreken en eiste schadevergoeding van de
voor hem onbekende 's Gravenzanders. Hij
kon echter een pak slaag krijgen. De heer
Bliek ging daarop naar een café om de po
litie te '"ellen. Zijn belagers stapten even
eens het café binnen. Toen de politie kwam
verzette het viertal zich hevig tegen over
brenging naar het bureau, zodat er een
hevige vechtpartij met de politieagenten
ontstond. De man die de richtingaanwijzer
had vernield nam tijdens de vechtpartij de
benen. Met veel moeite werden zijn drie
vrienden naar het bureau overgebracht.
Eén van hen moest de boeien worden aan
gedaan. Een reden voor hun agressieve
houding wisten de arrestanten niet te ge
ven. De vierde man is later aangehouden.
gewerkt, het was geen sterke film, maar
wel een eerlijke. Alleen het slot, omwille
van de Amerikaanse censuur gewijzigd,
bevredigde allerminst. Waar men in ieder
geval voldaan vandaan kwam was het con
gres van de Nederlandse Bioscoopbond. De
gedachten daar ontvouwd waren de vrucht
van een bezinning welke een weerspiege
ling is van de ernst, die in Nederland met
de film wordt betracht. De aspecten daar
van zijn vele. Ze zullen deze week nader
aan de orde komen. En met dat vooruit
zicht moge uw kroniekschrijver het voor
het verslag van deze eerste dag laten.
P. W. Franse
Tijdens het congres van de Nederlandse
Bioscoopbond, dat ter gelegenheid van de
Haagse Filmweek 1957 gisteren in het
Haags Gemeentemuseum werd gehouden,
is gesproken over de plaats van het film
en bioscoopbedrijf tussen de overige ont
spanningsmedia. Het congres werd gepre
sideerd door prof. dr. Sj. Groenman, hoog
leraar in de sociologie aan de rijksuniver
siteit in Utrecht. De diverse facetten van
het onderwerp werden behandeld door een
forum bestaande uit dr. J. Hulsker, hoofd
van de afdeling kunsten van het ministe
rie van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen, drs. J. de Bruyn, hoofd van de
afdeling culturele statistiek van het Cen
traal Bureau voor de Statistiek, mr. P.
Meerburg, schouwburg- en bioscoopdirec
teur in Amsterdam, de heer S. Barnstijn,
exploitant van het Scalatheater in Utrecht,
de heer S. W. Numan, publiciteitsdirecteur
van de n.v. Philips en de filmcriticus L. J.
Jordaan. Dr. Hulsker merkte onder meer
op, dat het filmamusement in onze sa
menleving van zeer grote betekenis is en
dat de culturele aspecten altijd aanwezig
zijn ook als een film daartoe niet direct
aanleiding schijnt te geven. De heer De
Bruyn zei, dat uit een onderzoek is geble
ken, dat het filmbezoek in Nederland nog
steeds toeneemt. Mr. Meerburg sprak over
de verantwoordelijkheid van de bioscoop
exploitant, die zijn programma zelf selec
teert, in tegenstelling tot de schouwburg
directeur, die maar weinig invloed kan uit
oefenen op hetgeen in zijn theater wordt
vertoond. De heer Barnstijn merkte op,
dat de Nederlandse bioscoopexploitant
grotere belangstelling dient tè tonen voor
de films, die geschikt zijn voor de jeugd.
De heer Numan achtte de expansiemoge
lijkheden van het filmbedrijf nog groter,
dan die welke worden gebruikt en de film
criticus L. J. Jordaan gaf een historisch
overzicht van de verhouding tussen film
en pers, waarbij hij opmerkte, dat de sa
menwerking tussen beide thans een ge
vestigde relatie is.
De toneelgroep Theaterheeft maan
dagavond in het Openluchttheater te
Velp de eerste voorstelling gegeven van
„Een Midzomernachtdroom" van Wil
liam Shakespeare onder regie van de
Engelsman Michael Warre, waarvan
deze zomer ook een herhaling in Bloe-
mendaal zal plaats hebben. Jurriaan
Andriessen componeerde hiervoor nieu
we muziek, Wim Vesseur ontwierp de
decors en Niels Hamel de kostuums.
Op de foto ziet men Annie de Lange
als Titania met Robert de Vries als
Spoel de wever.
ROME, (UP) De informatiepoging
van de voorzitter van de Italiaanse Senaat
Cesare Merzagora, die op een coalitierege
ring aanstuurde, is mislukt. Merzagora
heeft zijn opdracht teruggegeven aan pre
sident Gronchi, nadat twee van de cen
trum-partijen hem hadden meegedeeld, dat
zij alleen wensten te onderhandelen met
een „aangezochte" premier.
De informateur deelde daarop aan de
president mede, dat een voortzetting van
zijn opdracht slechts „verlies van tijd" zou
zijn. Merzagora had bij voorbaat verklaard
zich niet kandidaat te stellen voor het pre
mierschap.
Men had verwacht dat hij zou adviseren
de oude regeringscoalitie van christen-de
mocraten en liberalen te herstellen. Daar
de republikeinen zich welwillend van stem
ming zouden onthouden, zou de herstelde
coalitie een vertrouwensvotum kunnen
krijgen, onafhankelijk van de houding der
neo-fascisten, monarchisten en Nenni-so-
cialisten. Liberalen en sociaal-democraten
zouden in het huidige stadium een samen
gaan met de christen-democraten verkie
zen boven een alleen uit christen-demo
craten bestaande regering.
LONDEN (AFP) De kans bestaat,
dat de „Mayflower II" in de Amerikaanse
staat Massachusetts aan de ketting gelegd
wordt. Een ondernemer in Brixham (En
geland), waar het scheepje gebouwd is,
eist betaling van een rekening van 370
pond voor het vervoer van de masten, de
ra's en voor de levering van scheepsbeno-
digdheden. Een zeilmaker met een vorde
ring van 470 pond heeft gezegd: „Als ik
binnen een maand mijn geld niet heb, be
gin ik een gerechtelijke actie".
Een van de organisatoren van de reis
van de Mayflower gaat naar Engeland om
te trachten deze kwesties te regelen. Hij
zegt dat hij onderpand moet geven ter
waarde van tweemaal het bedrag der on
betaalde rekeningen.
NEW YORK, (UP) Oorspronkelijk
moge de tocht van de Mayflower II be
doeld zijn geweest als een symbool dat de
Brits-Amerikaanse banden nauwer aan
halen zou sedert de aankomst is het een
dollarmakerij. Het tijdschrift „Life" heeft
de exclusieve publikatierechten veroverd
voor een niet nader genoemd bedrag. Naar
verluidt zijn ook de publikatierechten in
boekvorm verkocht. De touwtrekkerij tus
sen twee televisie-programma's om de
Mayflower is gisteren opgelost. Kapitein
Villiers, zijn vrouw en drie leden van de
bemanning traden op in de „Ed Sullivan
Show" en de „Steve Allen show" werd
uitgezonden aan boord van de Mayflower.
Bij de aankomst in Plymouth betaalden
tienduizend kijkers twee dollar per hoofd.
Gedurende het weekeinde betaalden hon
derdduizend nieuwsgierigen nog iets meer.
Over een week gaat het schip naar New
York waar men voor 1.25 dollar per per
soon het schip van een speciale steiger af
mag bezien. Na New York komen New
port, Bridgeport, en wellicht nog andere
steden.
De eigenaars, „Mayflower Ltd.", krijgen
twintig percent van de opbrengst. Van dat
geld wordt een gedeelte bestemd voor een
stichting, die het schip in stand zal houden,
een ander gedeelte wordt besteed aan
beurzen voor studenten.
De tot levenslange gevangenisstraf ver
oordeelde ex-NSB-politieman W. Willemse
uit Haarlem zal, naar het Algemeen Dag
blad weet te melden, in de strafgevangenis
te Breda in het huwelijk treden met de
51-jarige vrouw uit Hamburg, die hij reeds
sinds zijn jeugd kent. W. is destijds door
het Bijzondere Gerechtshof te Amsterdam
tot de doodstraf veroordeeld, welke straf
later veranderd werd in levenslange ge
vangenisstraf. Daarvan zijn thans onge
veer twaalf jaren verstreken.
Belastingfraude. Een 63-jari>ge inwoner
van Soest is dioor de rechtbank te Amster
dam veroordeeld tot een voorwaardelijke
gevangenisstraf van drie maanden, omdat hij
zes jaar Lang f 80.000,van zijn vermogen
voor de fiscus hadl verzwegen. Een Amster
damse commissionair in effecten die hem bij
deze belastingontduiking adviezen bad ge
geven, kreeg viieir maanden gevangenisstraf,
waarvan dlrie voorwaardelijk.
Te zijnen huize in Amsterdam is in de
afgelopen nacht overleden de bekende ac
teur en toneeldirecteur Louis Saalborn, die
de laatste jaren wegens zij zwakke ge
zondheidstoestand nog maar weinig op
trad. Wel heeft hij nog enkele stukken ge
regisseerd bi' het Zuidelijk Toneel, van
welk aan het begin van dit seizoen ge
vormde gezelschap hy met zijn schoon
zoon, Lo van Hensbergen, de leiding had.
Bijna vijftig jaar lang heeft hij een zeer
actief aandeel gehad in het Nederlandse
toneelleven, waar mogelijk de idealen van
zijn grote leermeester dr. Willem Royaards
in praktijk brengend.
Louis Alexander Saalborn werd 13 juni
1891 te Rotterdam geboren. Zijn vader,
Alexander Lvowitsj Saalborn, gehuwd met
de vroeger vermaarde actrice Jeanne de
Groot, was gedurende enkele jaren regis
seur bij het Haarlems Tooneel, dat onder
directie van Louis Bouwmeester stond. Na
de hogere burgerschool te hebben doorlo
pen bezocht Louis Saalborn, wiens talent
door Piet Mondriaan was ontdekt, de
Rijksakademie voor beeldende kunsten.
Zijn schilderkunstige aanleg is niet alleen
gebleken op exposities van eigen werken,
maar ook uit de vele kostuumtekeningen
en decorontwerpen, die in dikwijls onder
schatte mate hebben bijgedragen tot het
welslagen van theatervoorstellingen, zowel
van het moderne als het klassieke reper
toire. In zekere zin zou men zelfs kunnen
zeggen, dat zijn wijze van acteren een
schilderachtige was, zoals met name opviel
in stukken met een enigszins folkloristi
sche inslag, zoals bijvoorbeeld „Zij wisten
wat zij wilden" of de Ierse blijspelen,
waarheen menigmaal zijn voorkeur uit
ging. Men zou ook aan „Muizen en men
sen" naar het boek van John Steinbeck
kunnen denken.
Op zeventienjarige leeftijd trad hij voor
de eerste keer, als komiek in een operette,
voor het voetlicht. Al ging hij spoedig
een andere richting uit, zijn machtig ge
voel voor humor heeft hem nooit verlaten,
zoals men naar aanleiding van uiteenlo
pende typeringen in allerlei komedies,
nieuwe en oude, herhaaldelijk heeft kun
nen constateren. Van weinig acteurs waren
trouwens zoveel anekdotes in omloop. Van
1911 tot 1920 maakte hij deel uit van het
gezelschap van Royaards, wiens eerste re
gisseur en plaatsvervanger hij werd en
wiens opvattingen hij altijd is trouw geble
ven. Een imponerend bewijs daarvan heeft
hij met zijn montering van het treurspel
„Egmont" van Goethe geleverd. De pre
mière daarvan zou plaats hebben in het
Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, dat
echter op de daaraan voorafgaande avond
tot de grond toe afbrandde, zodat de voor
stelling moest worden gegeven op het
Leidseplein, waar hij het stuk op de na
tionale feestdag in 1948, met de volledige
bijbehorende muziek van Beethoven, op
nieuw in scène zette. Zelf speelde hij toen
hij was toen precies veertig jaar aan het
toneel de rol van Alva.
Samen met Dirk Verbeek werd hij in
1930 directeur van de koninklijke vereni
ging Het Nederlands Toneel, in 1934
stichtte hij met Maurits Parser een nieuw
gezelschap, dat tot aan de oorlog in de
Hollandse Schouwburg zijn domicilie had.
Na een kort engagement bij Cor van der
Lugt Melsert, dat duurde tot aan de in
stelling van de zogenaamde Kultuurka
mer, onzaliger nagedachtenis, trok hij zich
tijdelijk terug van de planken, waarop hij
opnieuw verscheen na de bevrijding bij de
groep Start en het daaruit voortgekomen
Amsterdams Toneelgezelschap, waarbij hij
om beurten met Albert van Dalsum de ti
telrol in „Gysbreght van Aemstel" vervul
de en onder meer „Een Midzomernacht
droom" van Shakespeare regisseerde. Een
groot persoonlijk succes boekte hij in die
periode als de professor in „De familie
Linden" van Priestley.
Shakespeare en Vondel waren zijn ge
liefde toneeldichters. Van eerstgenoemde
heeft hij in 1925 „De Storm" aan het Ne
derlandse publiek doen kennen. Een zij
ner lievelingswensen: de titelrol in „Ko
ning Lear" te vervullen, is helaas nooit
in vervulling gegaan. Het werk van Von
del heeft hij zowel in schouwburgen als
openluchttheaters met grote welsprekend
heid verdedigd. Hij was een ideale Vondel
speler, mede door de „schilderachtige"
aard van zijn zeggingskracht, die aan de
plastische rijkdom van de barokke taal
alle recht deed wedervaren. Als docent aan
de academie voor dramatische kunst De
Toneelschool te Amsterdam heeft hij tal
rijke aankomende acteurs en actrices met
zijn beginselen dienaangaande vertrouwd
gemaakt. Ook in de treurspelen der oude
Grieken was zijn persoonlijke orgeltoon
een vreugde om te beluisteren, zeker wan
neer deze onder andermans regie werden
vertoond. Het is hier de plaats om tevens
te herinneren aan de muzikaliteit van zijn
voordracht. Als violist trouwens genoot hij
in de kring van zijn vrienden een goede
reputatie. Zijn romantische natuur had
vele aspecten.
Na de opheffing van het Amsterdams
Toneelgezelschap heeft men hem bij de
Haagse Comedie, bij De Toneelvereniging
en als gast bij de Nederlandse Comedie
(waar hij op onverbeterlijke wijze de rol
van de advocaat en spreker van de ver
bindende teksten in „Van de brug af ge
zien" van Arthur Miller vervulde) gezien.
In „De dood van een handelsreiziger" van
laatstgenoemde Amerikaanse schrijver
heeft hij op buitengewoon boeiende en
ontroerende wijze de titelrol vervuld. Ove
rigens is het onmogelijk om in dit korte
bestek alle hoogtepunten en grootse crea
ties uit een loopbaan van bijna een halve
eeuw te vermelden. Hij was een zeer veel
zijdig acteur, die zich met gemak in uit
eenlopende emplooien bewoog, zich altijd
onderscheidend door een sterk persoonlijk
„gekleurde" stijl, waardoor hij ook een
onzer weinige belangrijke karakterspelers
Niet onvermeld mag blijven, dat Louis
Saalborn in Haarlem twee keer een open
luchtspel eerst „De vrijheid vlagt" op
de Grote Markt en het jaar daarop „Frans
Hals" op de binnenplaats van de Doelen,
beide van dr. P. H. Schroder op de hem
eigen spectaculaire wijze heeft geregis
seerd. Onder zijn bezielende leiding stond
ook de voorstelling door amateurs van
„Don Quichot op de bruiloft van Kama-
cho' door Pieter Langendijk, waarmee
Bloemendaals Openluchttheater werd ge
opend. Van zijn ruime belangstelling voor
alle facetten van het toneel getuigden ook
enkele pennevruchten. Enkele jaren is hij
redacteur van de „Bladen van de Stads
schouwburg" geweest. Zijn laatste bij
dragen aan het Nederlandse toneelleven
waren zijn enscèneringen van „Nacht in de
middag" van Arthur Koestier (waarin Jo-
han Elsensohn de aanvankelijk aan Saal
born toegedachte rol zal gaan spelen) en
het nog dagelijks vertoonde blijspel „De
Ernst van Ernst" van Oscar Wilde.
Met Louis Saalborn is een acteur van
groot formaat en een buitengewoon be
minnelijk mens heengegaan. Herhaaldelijk
heeft hij de voldoening gehad het hoogste
te kunnen bieden dat hij van het toneel
verwachtte: het schenken van ontroering
en van warme levensvreugde.
David Koning
Bij Koninklijk Besluit zijn benoemd tot
gewoon hoogleraar aan de Technische Ho
geschool te Eindhoven met ingang van 15
juni 1957 in de afdeling der scheikundige
technologie, om onderwijs te geven in de
anorganische scheikunde en haar toepas
singen ir. J. G. Hoogland, onder toekenning
van gelijktijdig eervol ontslag als buiten
gewoon hoogleraar aan de Technische Ho
geschool te Delft; met ingang van 1 sep
tember 1957 in de afdeling der scheikun
dige technologie, om onderwijs te geven
in de organische scheikunde dr. C. Ko
ningsberger, onder toekenning van gelijk
tijdig eervol ontslag als lector aan de
rijksuniversiteit te Leiden; Met ingang van
de dag, waarop hij zijn ambt zal aanvaar
den. in de afdeling der werktuigbouwkun
de, om onderwijs te geven in de werktuig
bouwkunde dr. ir. W. L. H. Schmid. onder
toekenning van gelijktijdig eervol ontslag
als gewoon hoogleraar aan de Technische
Hogeschool te Delft.
OCOOOOC)OOOOOOCXXXXX)OOCOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOC>OCO
8
Het spook van het woonwagenkamp
te Helden is weer in actie gekomen en 8
heeft vijf families, die zich daar met 8
hun woonwagen hadden gevestigd,
ijlings het hazenpad doen kiezen. Men
kan de bedoelingen van het spook, dat
het kamp reeds twee jaar geleden een
kwade naam bij woonwagenbewoners
gaf, alleen maar raden, maar het is dui
delijk dat, hoe abstract het bestaan van
spoken ook is, het verwerven van een
leeg terrein een van de materiële oog
merken is. De bovennatuurlijke midde-
len, twee jaar geleden door het spook (of
de spoken) hiertoe aangewend, waren ge
luiden van pianomuziek, het rammelen
van kettingen en emmers, ruisen van
water en kloptekens en -signalen op de
wanden van de woonwagens. De dap
peren van het kamp stelden toen dik
wijls een degelijk onderzoek in naar de
herkomst van het occulte geplaag maar
konden niets ontdekken, zodat tenslotte
het terrein min of meer in paniek werd
ontruimd.
Vorige week zijn er echter weer vier
families, die er nog niet eerder hebben
gewoond, met hun wagens komen staan,
in gezelschap van de woonwagen van de
familie S., die al eens met de spokerij
van doen had gehad. Zij hebben niet
lang op het Heidense terrein in rust
geleefd. Hun aanwezigheid heeft de
geestenwereld alarm doen slaan en tij
dens het weekeinde, op zondagavond te
kwart over twaalf, brak het geweld los.
Het lawaai klonk nu alsof er met stok
ken tegen de wagens geslagen werd en
met stenen tegen de wanden werd ge
gooid. De getergde gezinshoofden namen
het niet, klauterden naar buiten, maak
ten de honden los, die echter angstig
onder de wagens kropen. De mannen
ontwaarden in de duisternis een lange
vage gestalte zonder hoofd. Onophou
delijk klonken bijlslagen alsof er bomen
gekapt werden. Elke poging om de
etherische figuur te benaderen mis
lukte. De volgende dag stond het woon
wagenterrein leeg.
OOOOOOOCOOOOOOOCOOCKXXXXXXXX>OÖCXXXXXXJOOOOOOOOOOCOOOC>OOOÖ
ln Amsterdam 240 l. en in Rotterdam
340 liter per inwoner
Met groeiende onrust constateren de di
recteuren van de grootste drie Nederland
se drinkwaterleidingen het steeds stijgende
verbruik van drinkwater. In Rotterdam,
Amsterdam en Den Haag zijn de oude re
cords met tien en meer percent overtrof
fen. Den Haag verbruikte maandag 91.000
kubieke meter water. Het hoogste ver
bruik is verleden jaar 77.000 geweest. Men
verwachtte voor maandag een verbruik
van 80.000 kubieke meter, maar dat liep
veel verder op dan men dacht.
De adjunct-directeur van de Amster
damse Waterleiding, de heer J. Thomasson,
zei dat de Amsterdammers gisteren 220.000
kubieke meter water uit hun kranen lietën
stromen. „Ik ben bang voor het komende
hogedrukgebied", zei de heer Thomasson,
„de warmte moet niet te lang gaan duren,
want dan kunnen we het hier niet meer
bijbenen. Ik geloof echter wel, dat als de
mensen aan de warmte zijn gewend, het
waterverbruik wat zal teruglopen".
Rotterdam en zijn randgemeenten ver
bruikten het meeste water. Hier gebruik
ten de 700.000 inwoners 240.000 kubieke
meter water, per persoon ongeveer 340
liter. De Hagenaars gebruikten per per
soon heel wat minder, namelijk 150 liter,
maar die hebben dan ook de zee om zich
af te koelen. De Rotterdammers en de Am
sterdammers moeten onder de douche of
onder de tuinslang gaan staanIn Am
sterdam werd gemiddeld 240 liter water
per persoon gebruikt.
ADVERTENTIE
Waarschuwing van Centraal Archief
In toenemende mate worden de laatste
tyd aan het publiek goederen te koop
aangeboden, welke afkomstig zouden zijn
van of vervaardigd door blinden of minder
validen. Het Centraal Archief en Inlich
tingenbureau inzake Maatschappelijk
Hulpbetoon deelt mee, dat uit veelvuldig
ingestelde onderzoeken gebleken is, dat
een groot deel van de aangeboden goede
ren of in het geheel niet of slechts ten dele
door blinden of minder validen zijn ver
vaardigd.
Verreweg de meeste verkooporganisaties,
waarvan de leurders zich bij het publiek
aandienen als verkopers van dergelijke
goederen en die vaak voorzien zijn van een
legitimatiebewijs, prijscourant of trans
portmiddel met daarop aangebrachte leu
zen, zijn zuiver op commerciële basis ge
schoeid en verkopen behalve artikelen, af
komstig van blinden en minder validen,
ook „service artikelen" welke uit de vrije
handel worden betrokken. De prijzen, die
voor deze artikelen worden gevraagd, lig
gen veelal niet onbelangrijk hoger dan nor
maal. Door speculatie op het sentiment
wordt het publiek gesuggereerd met de
aankoop van die artikelen een goed werk
te doen en daardoor blinden en minder
validen te helpen. De ervaring heeft echter
geleerd, dat het eigen belang van de ver
kooporganisaties en van de verkopers hier
bij op de voorgrond staat.
Het Centraal Archief te Amsterdam, het
welk vrijwel uitsluitend inlichtingen ver
strekt aan de bij deze organisatie aange
sloten overheidsorganen, bericht «at net
publiek zich voor informaties kan wenden
tot de sociale raad te Haarlem, Jansweg 39.