Preminger's „Saint Joanwekte een lichte teleurstelling Acteur Louis Saalborn overleden ZWITSAL HAAGSE FILMWEEK 1957 GEOPEND De tentoonstelling van prof. Otto B. de Kat Groot karakterspeler en Vondelspecialist DINSDAG 18 JUNI 1957 5 Warm Vier mannen belaagden Rotterdams raadslid Forum over de positie van het filmbedrijf Een Midzomernachtdroom Italiaanse formateur geeft zijn opdracht terug „Mayflower" floreert, maar Britse crediteuren klagen Ex-N.S.B.'er uit Haarlem trouwt in gevangenis Schilderachtig Stijl Royaards Werk in Haarlem Nieuwe hoogleraren aan de T. H. te Eindhoven jj De spoken lieten zich weer niet nemen Waterverbruik stijgt tot boven de oude records KINDERSHAMPOO „Prikt" niet in de ogen „Blindenliefdadigheid" niet zelden puur winstbejag DE INTERNATIONALE Filmweek Den Haag 1957 is maandag begonnen. Daarmee schijnt een traditie te worden voortgezet, die in Arnhem - nu twee jaar geleden - haar aanvang vond. Of het ook traditie moet worden, dat de eerste dag van de film- week minder beantwoordt aan de opzet der organisatoren dan goed is voor de artistieke pretentie mag men betwijfelen. Eerlijk gezegd is het hoofdstuk Film met een grote f gisteren nog niet geschreven. De officiële openingsavond vermeldde als hoofdnummer Otto Preminger's verfilming van Bernard Shaw's „Saint Joan". In het Metropool Tuschinsky Theater domineerde echter de tropische temperatuur meer dan de geestdrift voor deze cinematografische bewerking, die in enkele woorden gekarak teriseerd een overbodige poging is Shaw tot film te herleiden. Het vervolg van deze beschouwing zal dat duidelijk maken, maar om nu niet helemaal de indruk te wekken als zou de Haagse Filmweek zijn aangevangen met messéance tussen de kunst en de tiende muze zjj vermeld, dat er in het voorprogramma een prachtige documen taire tegenover stond: Rembrandt van Bert Haanstra, en eveneens, dat minister Cals in zijn woord vooraf kon attenderen op verheugenswaardige zaken. Even buiten beschouwing blijft dan nog het congres, dat de Nederlandse Bioscoopbond gisteren had belegd in het Haags Gemeentemuseum over de plaats van film en bioscoop bedrijf tussen de andere ontspanningsmedia, terwijl ook de middagvoorstelling van de film „Tea and sympathy" nog niet in de overwegingen wordt betrokken. Het hoogtepunt van deze eerste dag in spectaculaire zin lag 's avonds. Het meest ging onze nieuwsgierigheid uit naar de visie, welke minister Cals op de film in het algemeen en de situatie in Nederland in het bijzonder zou geven. Onze minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen ge waagde niet zonder voldoening van een belangrijke vooruitgang sinds Arnhem. De Nederlandse speelfilmproduktie is op gang gekomen. Drie Nederlandse speelfilms zul len op de laatste dag van de filmweek worden vertoond. Voor een belangrijk deel mag dat aan de intensivering der be langstelling worden toegeschreven. Daar om is een manifesta tie van cinematogra fisch kunnen zo be langrijk. Het stimu leert. Daarom ook achtte de minister de ze tweede Nederlandse filmweek de aan dacht ten volle waard. Ze is een wapen schouw. Wanneer het niveau hoger komt te liggen, zal de film meer plaats innemen in de belangstelling. Dat is goed, want zij is een middel om de mens en zijn wereld beter te leren kennen. Ze stoot het venster open op de wereld, ze verbreidt het contact tussen de volken, ze is dienstbaar aan het begrip, dat ze voor andere kunsten kan wekken. En al had minister Cals met het oog op cultuurspreiding liever Arnhem als plaats voor de wapenschouw gezien, het feit, dat deze week mogelijk is stemde hem zeer tevreden. Hij zegde zijn volle mede werking toe om de filmweek te handhaven De tentoonstelling van de nu vijftigja rige Otto B. de Kat, die tot 3 juli in het tuinhuis van de Kunsthandel Santee Land weer te Amsterdam gehouden wordt, om vat werken uit verschillende jaren maar kon moeilijk een overzichtstentoonstelling worden, gezien de beschikbare ruimte. De Kat heeft een keuze gedaan naar kwaliteit en bedoelingen. Hoewel het geëxposeerde duidelijk van één hand is, springt de verscheidenheid ervan in het oog. De Kat is niet iemand die zich met het verworvene tevredenstelt. Zijn kunnen blijkt wel duidelijk uit zijn laatste schilderij, een danseres in het ate lier, een doek van sterke en bezonken kleu ren, die in hun veelheid wèlgebonden zijn. Van dergelijke voldragen schilderijen kwa men er meer in De Kats oeuvre voor, al moet gezegd worden dat wat betreft kwa liteit weer winst geboekt werd met het oplossen van schilderkunstige problemen als bijvoorbeeld gesteld in de achtergrond met de dwarsgestreepte doek. Zo'n schil derij bestaat ook niet zonder vorige, van andere bedoelingen, waarop het een reactie kan zijn. In dit geval is het het grote in terieur met drie figuren, waarin De Kat de kleur opvoerde en bovendien het ver beelden van een bepaalde gemoedsstem ming in zijn voornemen lag. Dat voorne men werd naar zijn smaak voldoende ge realiseerd. En al is het mij duidelijk, toch geloof ik dat de correctie op een enkel de tail een kleine hinderlijkheid nog zou moe ten weg nemen. De Kat is een uitstekend portrettist die soms ver boven een realistisch weergeven weet uit te komen. Het portret van een meisje en het even vroegere van zijn vrouw getuigen hiervan. Vooral het laat ste is boeiend van uitdrukking en verder bloeiend van kleur, een kleur die zo prach tig een bepaald licht weergeeft. Licht werd door kleur ook verbeeld in een atelierhoek met kachel. Merkwaardig hoe De Kat in een ander interieur een intieme atmosfeer van gezeefd licht weet op te roepen met een uiterst sterk rood, contrasterend tegen het groen van een plant een interieur waarin het daaraan ondergeschikt ge maakte figuurtje toch persoonlijkheid bleef behouden. Een klein werkje „Nachtclub" ge noemd was geschilderd bij wijze van aardig experiment zonder ernstige bedoe lingen. Men moet toch wat te vertellen hebben als het resultaat tenslotte even her innert aan vroege schilderijtjes van de grote Fransman Vuillard, naast Bonnard één van de door De Kat bewonderde voor gangers. Respect voor Bonnard kom-t ons bij hem zeker niet vreemd voor als we voor zijn zelfportret staan. De Kats meer noordelilke afkomst zal wel maken dat hij sommige Belgen nogal nabijkwam en zich blijkbaar een tijd lang aardig thuisvoelde in het land onzer zuiderburen. Bij enkele aquarellen dacht ik even aan Rik Wouters, al zijn deze zaken van toch persoonlijke aard. Zij liggen voor een deel wat betreft tijd van ontstaan direct bij elkaar. Maar welk een verscheidenheid toch ook weer van stemming. Het steeds zoekende van De Kat is aan de portretten of liever nog verbeeldingen van één model, dat het genoemde meisjesportret al tot ge volg had. voor een ieder zichtbaar. We ontmoeten naast een aquarel van een voor De Kat zelfs merkwaardige kleurgeving enige etsen, waarin zijn experimenteren nogal vèr gaat. Steeds weer houdt De Kats werk nieuwe beloften in. Het eigen ge zicht gaat daarbij nooit verloren, daar De Kat weet te bouwen op verworven zeker heden. Bob Buys en - alle bestedingsbeperking ten spijt - de Nederlandse filmproduktie in het zadel te houden. Dit zei minister Cals. Hij kon niet ver moeden, dat zijn zo aangenaam klinkende woorden niet direct een bevestiging vonden in hetgeen later op het witte doek vertoond zou worden: Preminger's „Saint Joan". De aard van het onderwerp sluit bij voorbaat een afglijden naar een inhoudloos film- produkt uit. Men zou er hoogstens over kunnen redetwisten of Bernard Shaw de maagd van Orleans nu wel zo verklaart als men wenselijk kan achten. Maar dat zijn allemaal dingen apart. Het feit is er, dat Shaw zijn visie op Jeanne heeft gegeven en dat Otto Preminger er behoefte aan had deze te volgen in zijn filmische interpreta tie. Hij verzekerde zich daarvoor van de medewerking van Graham Green, die een scenario schreef, waarin de epiloog wordt gehanteerd als uitgangspunt. In „flash backs" ziet men dan hoe het lot zich aan Jeanne voltrekt. Ik mag het toneelstuk als bekend genoeg veronderstellen, maar moet er toch wel op wijzen, dat Preminger, die zijn film zelf produceert, wellicht niet on gevoelig is geweest voor de sensatie, welke er om zijn „Saint Joan" is gemaakt. Hij koos de hoofdrolspeelster uit duizenden jonge meisjes. Dat meisje zelf liet hij wer ken tot ze er bijna bij neerviel. In de scènes op de brandstapel scheelde het niet veel of het arme kind was echt verbrand. XXXXXXDOCXXXXXXXDOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCOOCOOOOOOOOOOOOC De zomerse temperatuur heeft de deelnemers aan de Haagse Filmweek toch niet naar de verlokkingen gedre ven van de Sirene, die Scheveningen heet. In het Gemeentemuseum was het druk, in het Metropool Tuschinsky Theater 's avonds heel erg vol. De gala voorstelling werd begeleid door een zacht en voortdurend -ritselen van pro gramma's waarmee vooral in smoking en rok gestoken heren zich koelte toe wuifden. Zij voelden zich even gehar nast als de leden van de Koninklijke Militaire Kapel, die in hun fraaie uni formen gestoken de filmweek muzikale luister inbliezen. Later, ten stadhuize, kon men bij de ontvangst door de bur gemeester weer wat op verhaal komen. )000000000000c0000000000000300co000000000000000000000000< En wat is er nu eigenlijk van terecht ge komen? De film is zo overvloedig van dia loog, dat ze aan zeggingsmacht van beeld dikwijls niet toekomt. Ze heeft nagenoeg geen perspectieven. Ze mist de diepte, de momentaliteit van het toneel, omdat ze Shaw's ironie in reële verwerkelijking pro beert te geven en daarin niet slaagt. Ze telt maar weinig scènes, waarin men door wat men ziet wordt getroffen. Het is steeds - uitstekend - toneelspel, waar men naar kijkt. Preminger's regie is een toneelsucces, geen filmsucces. Jean Seberg is een willig instrument, zuiver, pril, maar men wordt door haar spel niet geschokt. De film brengt het toneel dichter bij ons, maar kan Shaw's toneelstuk niet doen vergeten. In tegendeel: men zou het stuk in deze be zetting wel eens op de planken willen zien. Ik begrijp niet waarom deze bewerking nodig was. Zoals het toneelstuk er is, is het voldoende. Karl Dreyer heeft in 1928 een film gemaakt, die met heel wat minder technische middelen een heel wat sterkere visuele ontroering teweegbracht dan men van deze Preminger-actie kan constateren. Want ijver loopt vast in de onmacht het beter te doen op de film dan Shaw het deed voor het toneel. Ik wil daarmee nog niet suggereren als zou nu de eerste dag van de filmweek royaal bedorven zijn. Laten we er de heuse betiteling „een lichte teleurstelling" voor neerschrijven en in het kort nog releveren dat de middagvoorstelling Vincente Minelli (de regisseur van de Van Goghfilm) op het witte doek bracht met zijn cinematografi sche verbeelding van „Tea and sympathy". Er zal nog gelegenheid zijn uitvoeriger te schrijven over wat Minelli heeft verricht. Het precaire gegeven werd fijngevoelig uit- Vier inwoners van 's Gravenzande heb ben het Rotterdamse gemeenteraadslid C. N. Bliek, toen deze in zijn auto op de bou levard te Hoek van Holland reed, bedreigd. Het viertal beduidde de heer Bliek te stoppen, hetgeen deze deed. Zonder enige aanleiding sloeg een van de mannen een richtingaanwijzer van de auto kapot. De bestuurder was hierover uiteraard niet te spreken en eiste schadevergoeding van de voor hem onbekende 's Gravenzanders. Hij kon echter een pak slaag krijgen. De heer Bliek ging daarop naar een café om de po litie te '"ellen. Zijn belagers stapten even eens het café binnen. Toen de politie kwam verzette het viertal zich hevig tegen over brenging naar het bureau, zodat er een hevige vechtpartij met de politieagenten ontstond. De man die de richtingaanwijzer had vernield nam tijdens de vechtpartij de benen. Met veel moeite werden zijn drie vrienden naar het bureau overgebracht. Eén van hen moest de boeien worden aan gedaan. Een reden voor hun agressieve houding wisten de arrestanten niet te ge ven. De vierde man is later aangehouden. gewerkt, het was geen sterke film, maar wel een eerlijke. Alleen het slot, omwille van de Amerikaanse censuur gewijzigd, bevredigde allerminst. Waar men in ieder geval voldaan vandaan kwam was het con gres van de Nederlandse Bioscoopbond. De gedachten daar ontvouwd waren de vrucht van een bezinning welke een weerspiege ling is van de ernst, die in Nederland met de film wordt betracht. De aspecten daar van zijn vele. Ze zullen deze week nader aan de orde komen. En met dat vooruit zicht moge uw kroniekschrijver het voor het verslag van deze eerste dag laten. P. W. Franse Tijdens het congres van de Nederlandse Bioscoopbond, dat ter gelegenheid van de Haagse Filmweek 1957 gisteren in het Haags Gemeentemuseum werd gehouden, is gesproken over de plaats van het film en bioscoopbedrijf tussen de overige ont spanningsmedia. Het congres werd gepre sideerd door prof. dr. Sj. Groenman, hoog leraar in de sociologie aan de rijksuniver siteit in Utrecht. De diverse facetten van het onderwerp werden behandeld door een forum bestaande uit dr. J. Hulsker, hoofd van de afdeling kunsten van het ministe rie van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen, drs. J. de Bruyn, hoofd van de afdeling culturele statistiek van het Cen traal Bureau voor de Statistiek, mr. P. Meerburg, schouwburg- en bioscoopdirec teur in Amsterdam, de heer S. Barnstijn, exploitant van het Scalatheater in Utrecht, de heer S. W. Numan, publiciteitsdirecteur van de n.v. Philips en de filmcriticus L. J. Jordaan. Dr. Hulsker merkte onder meer op, dat het filmamusement in onze sa menleving van zeer grote betekenis is en dat de culturele aspecten altijd aanwezig zijn ook als een film daartoe niet direct aanleiding schijnt te geven. De heer De Bruyn zei, dat uit een onderzoek is geble ken, dat het filmbezoek in Nederland nog steeds toeneemt. Mr. Meerburg sprak over de verantwoordelijkheid van de bioscoop exploitant, die zijn programma zelf selec teert, in tegenstelling tot de schouwburg directeur, die maar weinig invloed kan uit oefenen op hetgeen in zijn theater wordt vertoond. De heer Barnstijn merkte op, dat de Nederlandse bioscoopexploitant grotere belangstelling dient tè tonen voor de films, die geschikt zijn voor de jeugd. De heer Numan achtte de expansiemoge lijkheden van het filmbedrijf nog groter, dan die welke worden gebruikt en de film criticus L. J. Jordaan gaf een historisch overzicht van de verhouding tussen film en pers, waarbij hij opmerkte, dat de sa menwerking tussen beide thans een ge vestigde relatie is. De toneelgroep Theaterheeft maan dagavond in het Openluchttheater te Velp de eerste voorstelling gegeven van „Een Midzomernachtdroom" van Wil liam Shakespeare onder regie van de Engelsman Michael Warre, waarvan deze zomer ook een herhaling in Bloe- mendaal zal plaats hebben. Jurriaan Andriessen componeerde hiervoor nieu we muziek, Wim Vesseur ontwierp de decors en Niels Hamel de kostuums. Op de foto ziet men Annie de Lange als Titania met Robert de Vries als Spoel de wever. ROME, (UP) De informatiepoging van de voorzitter van de Italiaanse Senaat Cesare Merzagora, die op een coalitierege ring aanstuurde, is mislukt. Merzagora heeft zijn opdracht teruggegeven aan pre sident Gronchi, nadat twee van de cen trum-partijen hem hadden meegedeeld, dat zij alleen wensten te onderhandelen met een „aangezochte" premier. De informateur deelde daarop aan de president mede, dat een voortzetting van zijn opdracht slechts „verlies van tijd" zou zijn. Merzagora had bij voorbaat verklaard zich niet kandidaat te stellen voor het pre mierschap. Men had verwacht dat hij zou adviseren de oude regeringscoalitie van christen-de mocraten en liberalen te herstellen. Daar de republikeinen zich welwillend van stem ming zouden onthouden, zou de herstelde coalitie een vertrouwensvotum kunnen krijgen, onafhankelijk van de houding der neo-fascisten, monarchisten en Nenni-so- cialisten. Liberalen en sociaal-democraten zouden in het huidige stadium een samen gaan met de christen-democraten verkie zen boven een alleen uit christen-demo craten bestaande regering. LONDEN (AFP) De kans bestaat, dat de „Mayflower II" in de Amerikaanse staat Massachusetts aan de ketting gelegd wordt. Een ondernemer in Brixham (En geland), waar het scheepje gebouwd is, eist betaling van een rekening van 370 pond voor het vervoer van de masten, de ra's en voor de levering van scheepsbeno- digdheden. Een zeilmaker met een vorde ring van 470 pond heeft gezegd: „Als ik binnen een maand mijn geld niet heb, be gin ik een gerechtelijke actie". Een van de organisatoren van de reis van de Mayflower gaat naar Engeland om te trachten deze kwesties te regelen. Hij zegt dat hij onderpand moet geven ter waarde van tweemaal het bedrag der on betaalde rekeningen. NEW YORK, (UP) Oorspronkelijk moge de tocht van de Mayflower II be doeld zijn geweest als een symbool dat de Brits-Amerikaanse banden nauwer aan halen zou sedert de aankomst is het een dollarmakerij. Het tijdschrift „Life" heeft de exclusieve publikatierechten veroverd voor een niet nader genoemd bedrag. Naar verluidt zijn ook de publikatierechten in boekvorm verkocht. De touwtrekkerij tus sen twee televisie-programma's om de Mayflower is gisteren opgelost. Kapitein Villiers, zijn vrouw en drie leden van de bemanning traden op in de „Ed Sullivan Show" en de „Steve Allen show" werd uitgezonden aan boord van de Mayflower. Bij de aankomst in Plymouth betaalden tienduizend kijkers twee dollar per hoofd. Gedurende het weekeinde betaalden hon derdduizend nieuwsgierigen nog iets meer. Over een week gaat het schip naar New York waar men voor 1.25 dollar per per soon het schip van een speciale steiger af mag bezien. Na New York komen New port, Bridgeport, en wellicht nog andere steden. De eigenaars, „Mayflower Ltd.", krijgen twintig percent van de opbrengst. Van dat geld wordt een gedeelte bestemd voor een stichting, die het schip in stand zal houden, een ander gedeelte wordt besteed aan beurzen voor studenten. De tot levenslange gevangenisstraf ver oordeelde ex-NSB-politieman W. Willemse uit Haarlem zal, naar het Algemeen Dag blad weet te melden, in de strafgevangenis te Breda in het huwelijk treden met de 51-jarige vrouw uit Hamburg, die hij reeds sinds zijn jeugd kent. W. is destijds door het Bijzondere Gerechtshof te Amsterdam tot de doodstraf veroordeeld, welke straf later veranderd werd in levenslange ge vangenisstraf. Daarvan zijn thans onge veer twaalf jaren verstreken. Belastingfraude. Een 63-jari>ge inwoner van Soest is dioor de rechtbank te Amster dam veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, omdat hij zes jaar Lang f 80.000,van zijn vermogen voor de fiscus hadl verzwegen. Een Amster damse commissionair in effecten die hem bij deze belastingontduiking adviezen bad ge geven, kreeg viieir maanden gevangenisstraf, waarvan dlrie voorwaardelijk. Te zijnen huize in Amsterdam is in de afgelopen nacht overleden de bekende ac teur en toneeldirecteur Louis Saalborn, die de laatste jaren wegens zij zwakke ge zondheidstoestand nog maar weinig op trad. Wel heeft hij nog enkele stukken ge regisseerd bi' het Zuidelijk Toneel, van welk aan het begin van dit seizoen ge vormde gezelschap hy met zijn schoon zoon, Lo van Hensbergen, de leiding had. Bijna vijftig jaar lang heeft hij een zeer actief aandeel gehad in het Nederlandse toneelleven, waar mogelijk de idealen van zijn grote leermeester dr. Willem Royaards in praktijk brengend. Louis Alexander Saalborn werd 13 juni 1891 te Rotterdam geboren. Zijn vader, Alexander Lvowitsj Saalborn, gehuwd met de vroeger vermaarde actrice Jeanne de Groot, was gedurende enkele jaren regis seur bij het Haarlems Tooneel, dat onder directie van Louis Bouwmeester stond. Na de hogere burgerschool te hebben doorlo pen bezocht Louis Saalborn, wiens talent door Piet Mondriaan was ontdekt, de Rijksakademie voor beeldende kunsten. Zijn schilderkunstige aanleg is niet alleen gebleken op exposities van eigen werken, maar ook uit de vele kostuumtekeningen en decorontwerpen, die in dikwijls onder schatte mate hebben bijgedragen tot het welslagen van theatervoorstellingen, zowel van het moderne als het klassieke reper toire. In zekere zin zou men zelfs kunnen zeggen, dat zijn wijze van acteren een schilderachtige was, zoals met name opviel in stukken met een enigszins folkloristi sche inslag, zoals bijvoorbeeld „Zij wisten wat zij wilden" of de Ierse blijspelen, waarheen menigmaal zijn voorkeur uit ging. Men zou ook aan „Muizen en men sen" naar het boek van John Steinbeck kunnen denken. Op zeventienjarige leeftijd trad hij voor de eerste keer, als komiek in een operette, voor het voetlicht. Al ging hij spoedig een andere richting uit, zijn machtig ge voel voor humor heeft hem nooit verlaten, zoals men naar aanleiding van uiteenlo pende typeringen in allerlei komedies, nieuwe en oude, herhaaldelijk heeft kun nen constateren. Van weinig acteurs waren trouwens zoveel anekdotes in omloop. Van 1911 tot 1920 maakte hij deel uit van het gezelschap van Royaards, wiens eerste re gisseur en plaatsvervanger hij werd en wiens opvattingen hij altijd is trouw geble ven. Een imponerend bewijs daarvan heeft hij met zijn montering van het treurspel „Egmont" van Goethe geleverd. De pre mière daarvan zou plaats hebben in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, dat echter op de daaraan voorafgaande avond tot de grond toe afbrandde, zodat de voor stelling moest worden gegeven op het Leidseplein, waar hij het stuk op de na tionale feestdag in 1948, met de volledige bijbehorende muziek van Beethoven, op nieuw in scène zette. Zelf speelde hij toen hij was toen precies veertig jaar aan het toneel de rol van Alva. Samen met Dirk Verbeek werd hij in 1930 directeur van de koninklijke vereni ging Het Nederlands Toneel, in 1934 stichtte hij met Maurits Parser een nieuw gezelschap, dat tot aan de oorlog in de Hollandse Schouwburg zijn domicilie had. Na een kort engagement bij Cor van der Lugt Melsert, dat duurde tot aan de in stelling van de zogenaamde Kultuurka mer, onzaliger nagedachtenis, trok hij zich tijdelijk terug van de planken, waarop hij opnieuw verscheen na de bevrijding bij de groep Start en het daaruit voortgekomen Amsterdams Toneelgezelschap, waarbij hij om beurten met Albert van Dalsum de ti telrol in „Gysbreght van Aemstel" vervul de en onder meer „Een Midzomernacht droom" van Shakespeare regisseerde. Een groot persoonlijk succes boekte hij in die periode als de professor in „De familie Linden" van Priestley. Shakespeare en Vondel waren zijn ge liefde toneeldichters. Van eerstgenoemde heeft hij in 1925 „De Storm" aan het Ne derlandse publiek doen kennen. Een zij ner lievelingswensen: de titelrol in „Ko ning Lear" te vervullen, is helaas nooit in vervulling gegaan. Het werk van Von del heeft hij zowel in schouwburgen als openluchttheaters met grote welsprekend heid verdedigd. Hij was een ideale Vondel speler, mede door de „schilderachtige" aard van zijn zeggingskracht, die aan de plastische rijkdom van de barokke taal alle recht deed wedervaren. Als docent aan de academie voor dramatische kunst De Toneelschool te Amsterdam heeft hij tal rijke aankomende acteurs en actrices met zijn beginselen dienaangaande vertrouwd gemaakt. Ook in de treurspelen der oude Grieken was zijn persoonlijke orgeltoon een vreugde om te beluisteren, zeker wan neer deze onder andermans regie werden vertoond. Het is hier de plaats om tevens te herinneren aan de muzikaliteit van zijn voordracht. Als violist trouwens genoot hij in de kring van zijn vrienden een goede reputatie. Zijn romantische natuur had vele aspecten. Na de opheffing van het Amsterdams Toneelgezelschap heeft men hem bij de Haagse Comedie, bij De Toneelvereniging en als gast bij de Nederlandse Comedie (waar hij op onverbeterlijke wijze de rol van de advocaat en spreker van de ver bindende teksten in „Van de brug af ge zien" van Arthur Miller vervulde) gezien. In „De dood van een handelsreiziger" van laatstgenoemde Amerikaanse schrijver heeft hij op buitengewoon boeiende en ontroerende wijze de titelrol vervuld. Ove rigens is het onmogelijk om in dit korte bestek alle hoogtepunten en grootse crea ties uit een loopbaan van bijna een halve eeuw te vermelden. Hij was een zeer veel zijdig acteur, die zich met gemak in uit eenlopende emplooien bewoog, zich altijd onderscheidend door een sterk persoonlijk „gekleurde" stijl, waardoor hij ook een onzer weinige belangrijke karakterspelers Niet onvermeld mag blijven, dat Louis Saalborn in Haarlem twee keer een open luchtspel eerst „De vrijheid vlagt" op de Grote Markt en het jaar daarop „Frans Hals" op de binnenplaats van de Doelen, beide van dr. P. H. Schroder op de hem eigen spectaculaire wijze heeft geregis seerd. Onder zijn bezielende leiding stond ook de voorstelling door amateurs van „Don Quichot op de bruiloft van Kama- cho' door Pieter Langendijk, waarmee Bloemendaals Openluchttheater werd ge opend. Van zijn ruime belangstelling voor alle facetten van het toneel getuigden ook enkele pennevruchten. Enkele jaren is hij redacteur van de „Bladen van de Stads schouwburg" geweest. Zijn laatste bij dragen aan het Nederlandse toneelleven waren zijn enscèneringen van „Nacht in de middag" van Arthur Koestier (waarin Jo- han Elsensohn de aanvankelijk aan Saal born toegedachte rol zal gaan spelen) en het nog dagelijks vertoonde blijspel „De Ernst van Ernst" van Oscar Wilde. Met Louis Saalborn is een acteur van groot formaat en een buitengewoon be minnelijk mens heengegaan. Herhaaldelijk heeft hij de voldoening gehad het hoogste te kunnen bieden dat hij van het toneel verwachtte: het schenken van ontroering en van warme levensvreugde. David Koning Bij Koninklijk Besluit zijn benoemd tot gewoon hoogleraar aan de Technische Ho geschool te Eindhoven met ingang van 15 juni 1957 in de afdeling der scheikundige technologie, om onderwijs te geven in de anorganische scheikunde en haar toepas singen ir. J. G. Hoogland, onder toekenning van gelijktijdig eervol ontslag als buiten gewoon hoogleraar aan de Technische Ho geschool te Delft; met ingang van 1 sep tember 1957 in de afdeling der scheikun dige technologie, om onderwijs te geven in de organische scheikunde dr. C. Ko ningsberger, onder toekenning van gelijk tijdig eervol ontslag als lector aan de rijksuniversiteit te Leiden; Met ingang van de dag, waarop hij zijn ambt zal aanvaar den. in de afdeling der werktuigbouwkun de, om onderwijs te geven in de werktuig bouwkunde dr. ir. W. L. H. Schmid. onder toekenning van gelijktijdig eervol ontslag als gewoon hoogleraar aan de Technische Hogeschool te Delft. OCOOOOC)OOOOOOCXXXXX)OOCOOOCOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOC>OCO 8 Het spook van het woonwagenkamp te Helden is weer in actie gekomen en 8 heeft vijf families, die zich daar met 8 hun woonwagen hadden gevestigd, ijlings het hazenpad doen kiezen. Men kan de bedoelingen van het spook, dat het kamp reeds twee jaar geleden een kwade naam bij woonwagenbewoners gaf, alleen maar raden, maar het is dui delijk dat, hoe abstract het bestaan van spoken ook is, het verwerven van een leeg terrein een van de materiële oog merken is. De bovennatuurlijke midde- len, twee jaar geleden door het spook (of de spoken) hiertoe aangewend, waren ge luiden van pianomuziek, het rammelen van kettingen en emmers, ruisen van water en kloptekens en -signalen op de wanden van de woonwagens. De dap peren van het kamp stelden toen dik wijls een degelijk onderzoek in naar de herkomst van het occulte geplaag maar konden niets ontdekken, zodat tenslotte het terrein min of meer in paniek werd ontruimd. Vorige week zijn er echter weer vier families, die er nog niet eerder hebben gewoond, met hun wagens komen staan, in gezelschap van de woonwagen van de familie S., die al eens met de spokerij van doen had gehad. Zij hebben niet lang op het Heidense terrein in rust geleefd. Hun aanwezigheid heeft de geestenwereld alarm doen slaan en tij dens het weekeinde, op zondagavond te kwart over twaalf, brak het geweld los. Het lawaai klonk nu alsof er met stok ken tegen de wagens geslagen werd en met stenen tegen de wanden werd ge gooid. De getergde gezinshoofden namen het niet, klauterden naar buiten, maak ten de honden los, die echter angstig onder de wagens kropen. De mannen ontwaarden in de duisternis een lange vage gestalte zonder hoofd. Onophou delijk klonken bijlslagen alsof er bomen gekapt werden. Elke poging om de etherische figuur te benaderen mis lukte. De volgende dag stond het woon wagenterrein leeg. OOOOOOOCOOOOOOOCOOCKXXXXXXXX>OÖCXXXXXXJOOOOOOOOOOCOOOC>OOOÖ ln Amsterdam 240 l. en in Rotterdam 340 liter per inwoner Met groeiende onrust constateren de di recteuren van de grootste drie Nederland se drinkwaterleidingen het steeds stijgende verbruik van drinkwater. In Rotterdam, Amsterdam en Den Haag zijn de oude re cords met tien en meer percent overtrof fen. Den Haag verbruikte maandag 91.000 kubieke meter water. Het hoogste ver bruik is verleden jaar 77.000 geweest. Men verwachtte voor maandag een verbruik van 80.000 kubieke meter, maar dat liep veel verder op dan men dacht. De adjunct-directeur van de Amster damse Waterleiding, de heer J. Thomasson, zei dat de Amsterdammers gisteren 220.000 kubieke meter water uit hun kranen lietën stromen. „Ik ben bang voor het komende hogedrukgebied", zei de heer Thomasson, „de warmte moet niet te lang gaan duren, want dan kunnen we het hier niet meer bijbenen. Ik geloof echter wel, dat als de mensen aan de warmte zijn gewend, het waterverbruik wat zal teruglopen". Rotterdam en zijn randgemeenten ver bruikten het meeste water. Hier gebruik ten de 700.000 inwoners 240.000 kubieke meter water, per persoon ongeveer 340 liter. De Hagenaars gebruikten per per soon heel wat minder, namelijk 150 liter, maar die hebben dan ook de zee om zich af te koelen. De Rotterdammers en de Am sterdammers moeten onder de douche of onder de tuinslang gaan staanIn Am sterdam werd gemiddeld 240 liter water per persoon gebruikt. ADVERTENTIE Waarschuwing van Centraal Archief In toenemende mate worden de laatste tyd aan het publiek goederen te koop aangeboden, welke afkomstig zouden zijn van of vervaardigd door blinden of minder validen. Het Centraal Archief en Inlich tingenbureau inzake Maatschappelijk Hulpbetoon deelt mee, dat uit veelvuldig ingestelde onderzoeken gebleken is, dat een groot deel van de aangeboden goede ren of in het geheel niet of slechts ten dele door blinden of minder validen zijn ver vaardigd. Verreweg de meeste verkooporganisaties, waarvan de leurders zich bij het publiek aandienen als verkopers van dergelijke goederen en die vaak voorzien zijn van een legitimatiebewijs, prijscourant of trans portmiddel met daarop aangebrachte leu zen, zijn zuiver op commerciële basis ge schoeid en verkopen behalve artikelen, af komstig van blinden en minder validen, ook „service artikelen" welke uit de vrije handel worden betrokken. De prijzen, die voor deze artikelen worden gevraagd, lig gen veelal niet onbelangrijk hoger dan nor maal. Door speculatie op het sentiment wordt het publiek gesuggereerd met de aankoop van die artikelen een goed werk te doen en daardoor blinden en minder validen te helpen. De ervaring heeft echter geleerd, dat het eigen belang van de ver kooporganisaties en van de verkopers hier bij op de voorgrond staat. Het Centraal Archief te Amsterdam, het welk vrijwel uitsluitend inlichtingen ver strekt aan de bij deze organisatie aange sloten overheidsorganen, bericht «at net publiek zich voor informaties kan wenden tot de sociale raad te Haarlem, Jansweg 39.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 9