Waarachtige filmkunst in een
Spaans en Italiaans produkt
„Royal Ballet" in Den Haag
Uitkeringen van Provincie- en
Gemeentefonds goedgekeurd
Nederlands Kamerorkest met werk
van Bartök en Van Delden
EERSTE KAMER
Uitvaart van Louis
Saalborn vrijdag
WOENSDAG 19 JUNI 1957
5
BEWONDERING OP DE TWEEDE DAG
INDRUK VAN TWEE
FILMSTERREN
Dr. Eduard van Beinum
enthousiast over tournee
„Amsterdam Theaterstad"
Best verzorgde boeken van
1956 geëxposeerd
Nederlander pleegde
roofoverval te Emden
Bloedbruiloftbetrekkelijk hoogtepunt van
nauwelijks interessante voorstelling
DE NEGEN MUZEN
P. W. Franseen in Delft op 20 juni.
Denen kopen raketten van
Amerika zonder kernlading
BADPAKKEN
GRETHA DE BtëUIÏN
ADVERTENTIE
een
maaltijd
voor slechts
-»o cent
met WAARDEBON
DE REVANCHE OP DE MATIGE opening van de filmweek is gekomen. Wat film
kunst vermag kon nauwelijks beter worden getoond dan tijdens de tweede dag van
dit - thans werkelijkheid geworden - festival, dat dinsdag een feest was voor de
liefhebbers van de film. Natuurlijk, dat sluit geen critiek uit. We beginnen zo lang
zamerhand in de sfeer te komen, men ziet elkaar 's morgens, 's middags en 's avonds,
er bestaat een lotsverbondenheid van allen, die qualitate qua of uit pure interesse
de premières van de filmweek bijwonen. Dat werkt verbroedering in de hand, maar
dat sluit geen nuchtere en objectieve beoordeling uit van wat de filmminnaars wordt
voorgezet. Door het enthousiasme voor de film is men verenigd, door diezelfde geest
drift gedreven kan men het sterker betreuren wanneer het programma niet beant
woordt aan de verwachtingen, welke het had gewekt. Ik mag echter oprecht zeggen
dat de teleurstelling over de eerste dag heeft plaats gemaakt voor bewondering voor
de tweede. Middag, en avondvoorstelling in het Metropool Tuschinsky Theater in
Den Haag hebben ons laten zien wat het wil zeggen als film als een kunst wordt
bedreven.
BEWONDERING IS doorgaans niet vrij
van overdrijving. Wat men in zijn krant
leest is de weerslag van indrukken, die vrij
kort na verwerking werden opgeschreven.
Dit houdt het nadeel in, dat men niet de
noodzakelijke afstand kan nemen, die nodig
is om vrij en onbeïnvloed over zijn onder
vindingen te kunnen reppen. Anderzijds
is het goed direct zijn
emoties onder woor
den te brengen, omdat
de afstand verkoélend
werkt. Men vertrouwt
dan zich zelf niet
meer en twijfelt aan
de juistheid van eigen
ervaringen. Toch is
het een onaanvecht
bare zaak, dat zowel
de Spaanse film „Ca
labuig" als de Italiaanse „Le Notte di Ca-
bir (De nachten van Cabiria) behoren op
het plan waarnaar men de film zo graag
zou verheffen. AL was het alleen maar om
dat er zoveel produkten tegenover staan,
welke nog altijd een weinig gelukkige ge
tuigenis afleggen van wat men met het
filmmedium kan doen. Over beide films
zal ik hier verslag doen, afzonderlijk nog
de ontmoeting verhalen welke in de och
tenduren plaats had tussen de vertegen
woordigers van de pers en de Italiaanse
filmactrice Guiletta Massina en de acteur
Amadeo Navarri.
Om te beginnen dan de film „Calabuig".
Ze is een schepping van Luis Berlanga, die
ons al bekend is uit „Welkom mr Marshall".
Een Spaanse film derhalve. Evenals in de
film over de hulp van het Marshallplan
aan Spanje, situeert Berlanga zijn verhaal
in een dorpje waar iedereen nog zichzelf
is, leeft en handelt naar eigen goeddunken,
beschermd en geleid door maar twee auto
riteiten: de commandant der militie, en de
pastoor. In dat dorpje komt een vreemde
ling, Dit is een al., bejaard man, die hier
eindelijk de rust vindt waarnaar hij heeft
gesnakt. Hij laat zich Jorge noemen, maar
in werkelijkheid is hij de atoomgeleerde
professor Hamil, specialist in raketten met
aandrijving. Hij heeft er echter de brui aan
gegeven en' vindt het veel prettiger in een
rustige omgeving zijn eenvoudig en be
scheiden leven te leiden. Het charmante en
verrukkelijke van de film is, dat de pro
fessor dat kan. Iedereen accepteert hem,
niemand vraagt hem naar zijn verleden,
hij maakt alleen maar vrienden. Omdat hij
toevallig de grootste smokkelaar van het
dorp tot zijn eerste bekenden mocht reke
nen wordt de professor in de cel opgesloten,
maar dat is geen bezwaar. Hij heeft nu een
vast onderkomen en kan toch gaan en
staan waar hij wil. De ironie van het lot
speelt hem echter parten. Hij vervaardigt
voor de dorpelingen een raket, die bij het
vuurwerk de grote sensatie is. Zijn foto
komt in de krant, zijn ware identiteit wordt
ontdekt. Dan is het uit met zijn heerlijk
DE FRANSE filmregisseur Réné Clément
heeft eens gezegd, dat de kracht van ex
pressie voor de filmacteur ligt in de ogen.
Hij had geen beter voorbeeld voor die stel
ling kunnen geven dan de Italiaanse film
actrice Guiletta Massina, die wij in een
voor de pers gearrangeerde bijeenkomst
dinsdag hebben ontmoet. Zij is een kleine,
frêle vrouw van wie direct de ogen op
vallen: groot en bruin en sterk aangezette
wenkbrauwen, bijna als een accent circon
flexe en sterk contrasterend blond, koren-
geel haar. Haar gezicht is een en al uit
drukking. Het spreken met haar betekent,
dat men een welgefundeerd oordeel krijgt
te horen over de werkelijke creativiteit
van de filmspeler en de regisseur. Zij ver
stelt met oprecht respect over de artistie
ke inzichten van haar man, regisseur Fre-
derico Fellini. Anderen doen drie maan
den over een film, hij een jaar. Maar
Fellini wenst dan ook. in alle onderdelen
van het technisch procédé, dat de film
ook is, de hand te hebben. Hij regelt de
muzikale illustratie evenzeer als de be
lichting. En vóór alles probeert hij de fi
guren in zijn films te herleiden tot hun
essentie en te ontdoen van alle afleidende
bijkomstigheid. Guiletta Massina spreekt
met bewondering en respect over hem,
daarmee zelf het geheim onthullend van
haar veelzijdig creatief vermogen. Ze is
even bescheiden als intelligent. Op de
basis van een zeer ontwikkeld aanvoelings
vermogen en verstandelijk inzicht' bouwt
zij haar rollen op.
Een geheel andere figuur is Amadeo
Navarri, die in „Le Notte di Cabiria" de
rol van een populaire filmacteur speelt. Hij
speelt eenvoudig zichzelf. Want Navarri
is in Italië zeer populair, de Italiaanse
Erroll Flynn. Hij heeft al honderdzesen
twintig films achter de rug en speelde al
voor de oorlog. Via het toneel raakte hij
bij de film.. Hij heeft er niet slecht bij
gevaren. Men komt niet veel meer van
hem te weten dan dat hij in Rome een
villa heeft met tweeënvijftig kamers en
zestien badkamers, dat hij zich weinig in
het openbaar vertoont, schilderijen verza
melt en van honden houdt. Het plezierige
van zijn verschijning is, dat hij de be
trekkelijkheid van de populariteit heel
goed aanvoelt en over zichzelf niets bui
tenissigs pretendeert. Dat ziet men ook
leventje, hij wordt in naam der wetenschap
uit Calabuig teruggehaald en kan slechts
hopen er nog eens zijn vakantie door te
brengen. Het gegeven is voortreffelijk uit
gewerkt. De film is een pastorale, zo innig
beeldt ze het leven uit in een kleine samen
leving, waarin alle mensen op elkaar zijn
aangewezen. De toeschouwer weet al gauw
wie hij achter het mannetje Jorge moet
zoeken. Dat geeft een vertederend accent
aan de verschijning van de waardige pro
fessor, die door Edmund Gwenn bijzonder
komisch wordt gespeeld. Berlanga voegt
daaraan een keur van fijngeestige situaties
en typeringen toe, geheel in de stijl, die
men uit zijn „Welkom mr Marshall" kent.
Zelden vervalt hij in sentimentaliteit. Hij
geeft ons het gevoel er helemaal uit te zijn
(uit onze eigen beslommeringen) en voert
ons een wereldje binnen, dat ons bij zal
blijven als een oord van verkwikking en
vrede. Dat is de uitwerking van de film:
ze verkwikt.
Van een geheel andere orde is Fellini's
„Le Notte di Cabiria", niet te vergelijken
met „Calabuig". In Fellini's film is de
hoofdfiguur een prostituée. Ze ontsnapt in
het begin van de film nauwelijks aan de
dood, wanneer haar minnaar haar in het
water duwt en er met haar geld van door
gaat. Een ontmoeting met een filmacteur,
die haar uit weerbarstigheid meesleept
naar een nachtclub en vervolgens naar zijn
villa, vormt een groot intermezzo in haar
hard bestaan. Maar daarmee is haar geluk
niet verkregen. Ze zou zo graag trouwen en
een eerzaam bestaan leiden. Het lijkt erop,
dat die wens in vervulling gaat. Ze ont
moet een man die haar met respect be
jegent en met haar wil trouwen. Het blijkt
nochtans, dat het ook hem om haar geld is
begonnen. De deceptie is verschrikkelijk en
haar wanhoop groot, maar ze is een moe
dige vrouw. Ze komt de slag te boven, al
begrijpt iedereen, da. het de voortzetting
betekent van het trieste levert; dat zij al zo
lang heeft geleid.
In de bespreking, welke ik aan deze film
zou willen wijden, is plaats voor talloze
regels meer dan ik er nu over kan op-
scnrijven. Fellini heeft er een zeer mense
lijk document mee gewrocht. Men moet
erkennen, dat de film te lang is omdat ze
sommige details te veel uitspint: een pro
cessie bijvoorbeeld, waarin men wel de
Orkest had echter te kampen met
veel ziektegevallen
Dinsdag zijn dr. Eduard van Beinum en
de componist Marius Flothuis, artistiek
leider van de Scandinavische tournee van
het Concertgebouworkest, op Schiphol te
ruggekeerd. Dr. van Beinum toonde zich
zeer enthousiast: „Ik ben blij in Helsinki
te zijn geweest, ik was verbaasd over de
warme geestdrift van het publiek. De
Finse vak- en dagbladpers had veel lof
over onze prestaties Op beide avonden
kwamen samen vijfenzeventighonderd be
langstellenden naar ons luisteren" aldus
dr. van Beinum. Marius Flothuis voegde
hieraan toe, dat vijfenzeventighonderd
bezoekers veel is als men weet, dat de
toegangsprijzen varieerden tussen vijf en
vijftien gulden. Men heeft duidelijk laten
weten, dat het orkest zeer spoedig wordt
terug verwacht. Het programma is echter
voorlopig vol. Ook de beide concerten in
Stockholm waren volgens dr. van Beinum
uitstekend geslaagd, ondanks het feit, dat
het orkest met vele ziektegevallen te kam
pen had. De trombonist Bos en de hoboïst
Stotijn zijn reeds na enkele dagen uit
Stockholm ziek naai Nederland terugge
gaan. De cellist J. de Nobel en de violisten
J. Koen, J. H. Jakobs en F. Waterman
moesten ter observatie in een Stockholms
ziekenhuis worden opgenomen. Doktoren
hebben hun maag- en keelklachten toege
schreven aan de plotselinge klimaatwis
seling en ander voedsel, veel vis
Mevrouw Jacqueline Royaards-Sandberg
heeft dinsdagavond in het museum Fodor
in Amsterdam een tentoonstelling geopend,
Italiaanse exclamatische aard geregistreerd
ziet, maar waarin men op den duur minder
blijft geïnteresseerd. Dan stokt het ritme
omdat men van hoofd- naar bijzaak wordt
afgevoerd en evenmin kan ik geloven in de
bedriegelijke aard van de man, die de
prostituée tot vrouw zal nemen. Dat is niet
acceptabel genoeg voorbereid. Maar de
figuur zelf van deze vrouw, het voelbaar
maken van de tragiek, die achter haar
leven schuil gaat, is een waarachtig kunst
stuk. In niet geringe mate draagt Guiletta
Massina daaraan haar verdienste bij. Haar
expressiviteit maakt haar tot een factotum
voor elke filmer. Ze is, in welk beeld ze
ook verschijnt, in staat alle emoties uit te
drukken die de scène van haar vraagt. Haar
verschijning is even oorspronkelijk in het
tragische als in het komische. Dat verleent
„Le Notte di Cabiria" een ongemene aan
trekkingskracht. Over zo'n film kan men
nog heel wat meer schrijven dan nu de
kolomruimte veroorlooft. Men houdt dat
aan mij te goed, maar u bent in ieder
geval ingelicht.
P. W. Franse
In het Stedelijk Museum in Amsterdam
is dinsdagmiddag de tentoonstelling „De
best verzorgde vijftig boeken van 1956" ge
opend, ter gelegenheid waarvan mr. D.
Giltay Veth namens de jury een overzicht
gaf van de indeling der uitverkoren ban
den. Bij de vijftig best verzorgde exem
plaren behoren zeventien romans, gedich
ten en essays, eenzelfde aantal weten-
sehappelijke boeken en vakboeken, zeven
boeken over kunst, vier jeugd- en school
boeken, een boek, dat niet in de handel is,
een bibliofiel boek en voor het eerst dit
jaar drie catalogi. De vijftig boeken zijn
afkomstig van zevenentwintig uitgevers-
De jury bestond uit mevrouw S. Heyne-
mann en de heren D. Dooijes, mr. D. Gil
tay Veth, Chr. Leeflang en G. Proost.
Een 23-jarige matroos uit Amersfoort, J.
F., heeft maandagavond laat een loket
beambte op het station in Emden in Duits
land onder bedreiging met een pistool 450
Duitse Marken afhandig gemaakt. Zes uur
later werd hij door de politie in een café
aan de haven van Emden gegrepen. Het
grootste gedeelte van het gestolen geld
bleek nog in zijn bezit te zijn en kon aan
de loketbeambte worden teruggegeven.
De afdeling van het Royal Ballet uit
Londen, die voorheen als het Sadler's Wells
Theatre bekend stond, is met een weinig
belangwekkend programma woensdag
avond in het Gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen in Den Haag haar reeks
voorstellingen in het Holland Festival be
gonnen. Medewerking verleende het Rot
terdams Philharmonisch Orkest, dat door
John Lanchbery werd geleid.
De thans voor de tweede keer in ons
land op bezoek zijnde groep werd opge
richt in 1945, toen het Sadler's Wells Bal
let naar het operagebouw Covent Garden
verhuisde. Onder de artistieke supervisie
van Dame Ninette de Valois treedt sinds
twee jaar John Field als directeur op. De
laatste tijd vervult men voornamelijk de
taak om door het land Engeland dus
te reizen en juist daar ballet te brengen,
waar voordien weinig of geen gelegenheid
bestond met danskunst kennis te maken.
Men probeert zodoende het publiek tevens
op de hoogte te brengen van het zogeheten
klassieke repertoire. Dergelijke program
ma's worden, zoals wij nu hebben kunnen
constateren, ook voor export gebruikt. Men
begaat laarbij de slechts uit chauvinisme
te verklaren vergissing te menen, dat de
vooroorlogse proeven van choreografie in
Engeland enige waarde hebben overgehou
den na het uitdienen van hun tijdelijke
functie in een noodzakelijke ontwikkeling.
Voor ons die de balletkunst in een veel
hogere graad van artistieke volmaaktheid
hebben leren waarderen, niet alleen van
buitenlandse voorbeelden maar ook van
onze eigen gezelschappen is dit echter
nauwelijks interessante, achterhaalde stof.
Misschien geeft het tweede programma
aanleiding tot een ander inzicht, maar op
I et ogenblik dat ik dit schrijf is het nog niet
zeker dat dit kan doorgaan, omdat de or-
kestpartituren van de muziek tijdens het
transport zijn zoekgeraakt.
Dc avond werd geopend met „Appari
tions" van Frederick Ashton, een werke
lijk onverteerbaar romantisch ballet op
een bloemlezing van late muziek van
gaande of begeleidende verklaringen door
een verhaal of de muziek. Vooi de rest
j agt men het esthetische ideaal der ver
edelde revue na. Zo was het enige interes
sante ballet van deze avond een gedanst
toneelstuk, namelijk „De Bloedbruiloft"
naar het gelijknamige spel van Federico
Garcia Lorca door de sinds betrekkelijk
kort op de voorgrond tredende choreo
graaf Alfred Rodrigues, die tezamen met
de componist Denis Aplvor ook het sce
nario samenstelde. Dit werk voldoet aan
hoge eisen van het genre: er heerst sfeer
(al kon ik het „Spaanse" dansen niet be-,
wonderen) en spanning. Het werd door
Ann Heaton en Donald Britton, door Do-
reen Tempest en Walter Trevor knap ge
spee'd. Isabel Lambert ontwierp goede
kostuums en decors. Maar ook dit verha
lende ballet was evenals de divertissemen
ten in dit programma veel te lang om de
aandacht voortdurend geboeid te houden.
Gelukkig was men zo verstandig na
ieder onderdeel het publiek in de gelegen-
,heid te stellen de koele buitenlucht op te
'zoeken en de atmosfeer in de broeierige
zaal te zuiveren. Maar het werd op die ma
nier wel een latertje, zoals dat heet.
Franz Liszt, maar door het gegeven sterk
aan de Symphonie Fantastique van Hec
tor Berlioz herinnerend.
Het romantische karakter van deze
droomscènes steekt voornamelijk in het
zeldzaam drakerige verhaal en komt niet
of nauwelijks uit de trouwens heel weinig
variatie vertonende beweging voort. Cecil
Beaton ontwierp de decors, kwistig schil
derend mi t alle kleuren die in de suiker
goedindustrie worden gebruikt. Het werk
wordt buiten alle proporties gerekt door
de vele changementen. De beste scène is
die van het bal, vooral de galop met het
telkens wisselen van partners. John Field
vervulde hierin de rol van de overspan
nen dichter, bijzonder theatraal slaapwan
delend. Anne Heaton was als de vrouw-
van-het-visioen geheel naar een wens, die
de mijne niet is.
„Les rendez-vous" is eveneens een vroe
ge creatie van Ashton, in 1933 op muziek
van Auber gesteld „om het exquise dansen
van Idzikovski en Alicia Markova te doen
uitkomen". Het is een braaf, traditioneel
divertissement, waarbij de choreograai
zich, destijds waarschijnlijk noodgedwon
gen, bediende van een uitermate beperkt
bewegingsvocabulaire. Sara Neil, Patricia
e.^.e 3ïaan?. draagt „Amsterdam-Theater- Cox en Donald Britton waren de solisten.
stad". De directie der gemeentemusea in
Amsterdam heeft voor een periode van
drieëneenhalve maand het museum Fodor
opengesteld voor het Toneelmuseum, dat
er uit zijn enorme collectie een bescheiden
selectie laat zien. Men beeldt er het toneel
van de laatste drie eeuwen uit, onder an
dere met prenten, affiches, programma's,
foto's, tekstboeken, decors en gravures.
Expositie. Onder auspiciën van de
Jacob Marisstichting wordt in het Arn
hems Gemeentemuseum een tentoonstel
ling gehouden van portretten, landschap
pen en stillevens door Paul Citroen, die dit
jaar de Jacob Marisprijs ontving. De expo
sitie duurt tot 16 september.
Artifex. De tweeëntwintig-jarige Oos
tenrijkse organist Leopold Hager, die vorig
jaar een prijs verwierf op het internatio
naal orgelconcours in Haarlem, is door
Artifex uitgenodigd een drietal concerten
in Nederland te geven, respectievelijk in
wel eens andersI Bussum op 18 juni, in Den Haag op 19 juni
Wat tijdens de uitvoering vooral opviel,
was de weinige moeite die de dansers zich
getroostten om de toch al niet fraai gezette
voeten behoorlijk te strekken. Van 1937 is
„Les Patineurs" op muziek (voor de helft
uit „De Profeet") van Meyerbeer, een suite
van speels bedoelde vermakelijkheden en
virtuozennummertjes, waarbij het schaat
senrijden tot voorbeeld heeft gediend. Er
werden menigvuldige fouetté's en pirouet
tes gedraaid, zeer verdienstelijk, waarbij
speciaal de sterke techniek zonder hinder
lijke opsmuk van Michael Boulton de be
wondering van de toeschouwers wakker
maakte. Hoe men echter na „De blauwe
Donau" va.i Massine en het „Cadettenbal"
van Lichine nog met iets dergelijks voor
het voetlicht durft te komen is mij een
raadsel.
De Engelsen, dat wordt ook nu weer be
wezen, vertonen niet de geringste neiging
om de dans als een middel tot een autono
me kunst te beschouwen. Terpsichore is
bepa'.ld niet de eerste der muzen, die in de
tempels van hun uitgaansleven wordt ge
diend. De lichamelijke expressie vervult
altijd een ondergeschikte rol na vooraf-
David Koning
Nadat de Eerste Kamer dinsdagmiddag
zonder beraadslaging of stemming haar
goedkeuring had gehecht aan wetsontwer
pen tot wijziging van de begroting 1956
van het departement van Oorlog en tot
wijziging van de begroting van het toen
malige departement van Wederopbouw en
Volkshuisvesting, heeft zij het wetsont
werp tot verlenging van de werkingsduur
van de Noodwet Kinderbijslag Kleine
Zelfstandigen goedgekeurd. De werkings
duur van deze wet van 1951 was in april
1956 verlengd tot 1 juli 1957. Thans wordt
de werkingsduur andermaal verlengd en
wel tot 1 januari 1959.
Daarna kwamen aan de orde het wets
ontwerp tot vaststelling van de begroting
1957 van het Provinciefonds, de begroting
van het Gemeentefonds voor 1957 en het
wetsontwerp tot wijziging van de finan
ciële verhouding tussen het rijk en de ge
meenten en tussen het rijk en de provin
cies. Voorgesteld werd het percentage van
de rijksbelastingen, dat voor 1955 aan het
Gemeentefonds wordt toegekend, te ver
hogen met 0.1 percent en voor 1956 met
0.4 percent. Voor het Provinciefonds werd
voor 1956 met 0.4 percent. Voor het Pro
vinciefonds werd voor 1955 geen verhoging
nodig geacht. Voor 1956 wordt een verho
ging van 0.04 percent voorgesteld en voor
1957 en volgende jaren een verhoging met
0.03 percent.
De heer D e J o n g (P. v. d. A.) zei, dat
de percentages uit de rijksbelastingen, die
de fondsen voeden, achteraf wel zijn te
verdedigen. 'Niettemin opperde hij bezwa
ren tegen het stelsel der regering waarin
zijns inziens behoort te zijn opgenomen
een volledige compensatie bij wijziging in
de belastingheffing.
De heer De Jong vroeg de minister
waarom hij niet een zekere reservering
wil toestaan. Hij had liever gezien, dat de
minister had gezegd: Ik verlaag het per
centage omdat ik de gelden niet heb. Dan
was men gekomen in de sfeer van de be
stedingsbeperking.
De heer T j a 1 m a (A.R.) had ernstige
bezwaren tegen het ontwerp inzake de fi
nanciële verhouding. Zijns inziens waren
de ministers er niet in geslaagd de indruk
te vestigen, dat met de financiële belangen
van provincies en gemeenten rekening is
gehouden. De gemeenten ontvangen wel
tijdelijk een lagere uitkering, maar volgens
de heer Tjalma behouden zij het recht
op de uitkering, die haar toekomt. Hij
meende, dat de stijging van de personeels
lasten voor de rijksdienst aanleiding moet
zijn voor een besparing op andere uit
gaven van dè rijksdienst. Van de gemeen-
De gedroomde balscène uit „Appari
tions" van Frederick Ashton, uitge
voerd door de jongere afdeling van
het Royal Ballet uit Londen.
Het hoogtepunt van het concert, dat
dinsdag door het Nederlands Kamerorkest
werd gegeven in de grote zaal van het
Amsterdamse Concertgebouw lag voor mij
aan het slot met de uitvoering van het
Divertimento voor strijkers van Bartók uit
1939. Speciaal in het tweede deel hieruit
doet de inspiratieve kracht de tonen vi
breren op een wijze, die men niet voor
van de titel slechts betrekking heeft op
de driedeligheid van vorm) heeft een sterk
elegische toon, vooral in de passages waar
twee soloviolen een dubbelzang aanheffen
tegen de betrekkelijk statistische begelei
ding van het orkest. De octotonische gam
ma-toonreeksen van beurtelings halve en
hele afstanden, een bijna „nationaal" te
noemen expressiemiddel sinds Pijper
mogelijk zou houden bij een vijfstemmig, speelt een belangrijke rol, alsmede de
niet onderverdeeld strijkorkest. De muzi
kale materie wordt in dit stuk met de groot
ste scheppende (dus: menselijke) helder
heid doorlicht en openbaart een wonder.
En deze volheid ervaart men aan ieder
detail, ook aan de klank, die af en toe op
een vreemde manier doortrokken lijkt te
zijn van schalmei- en trompettonen en
omfloerste trommen. De uitvoering van
het eerste en derde deel was vooral op
merkelijk door de wijze waarop eb en
vloed van de beweging, de continuïteit van
stootkracht en reserve, zich voltrokken.
Jammer dat het orkest, in een grote ruim
te als deze, niet enkele lessenaars méér
telt waardoor de klank directer, onvermij-
delijker zou zijn en dat concave schelp
achtige timbre zou verkrijgen dat in deze
melodieën en ritmen de echo's van een
elementaire wereld doet beluisteren.
Men had na de pauze overigens een
veel te lang programma van totaal twee-
eneenhalf uur inmiddels reeds met een
„trio" voor strijkorkest opus 44 van Lex van
Delden kennis gemaakt. Het werk (waar-
hieruit voortvloeiende klankmengingen
van majeur en mineur. Gelukkig leidt het
gebruik hiervan niet tot de pathetiek-in-
plastic die in deze sector (te) gemakkelijk
een eventuele leegheid camoufleert.
Vóór de pauze had men met het concert
voor vier violen van Vivaldi, het vioolcon
cert in D van Mozart (met Szymon Gold
berg als solist) en het concert voor sem-
balo, piano en orkest van C. Ph. E. Bach,
de tweede zoon van Johann Sebastian, in
de achttiende eeuw verwijld. De beide
toetsinstrumenten bewegen zich in dit
laatste werk veelal braaf in tertsen of
werpen elkaar kleine figuren en fiorituren
toe, glasachtige en ronde, als de kunst
nachtegaal en de echte uit het sprookje. De
bekoring hiervan is snel voorbij, daar de
intensieve kracht van het geheel gering
is: de componist blijft voor mij een van die
muzikale pottenbakkers, die vergeten
zouden ziji. als Haydn en Mozart (zelfs af
en toe Beethoven) hun vazen niet met
bloemen gevuld hadden. De solisten waren
hier Janny van Wering, clavecimbel, en
Maria Curcio, piano, welke laatste door
haar discrete speelwijze een goede ensem
bleklank mogelijk maakte.
Sas Bunge
ten worden overeenkomstige verlagingen
verlangd. Het ogenblik om het definitieve
uitkeringspercentage vast te stellen was
naar het oordeel van de heer Tjalma nog
niet gekomen.
De heer M a t s e r (K.V.P.) sloot zich aan
bij deze opmerkingen. Hij constateerde,
dat de huidige kapitaalschaarste de ge
meenten en provincies een veel belang
rijker bestedingsbeperking oplegt dan
eigenlijk van haar mag worden gevergd.
De heer S e e g e r s (C.P.N.) zei, dat de
regering niet beschikt over een objectieve
maatstaf voor de financiële verhouding
tussen rijk, provincie en gemeenten. De
regering meent, dat voldoende middelen
aan de lagere organen zijn beschikbaar ge
steld en zij geeft te kennen, dat nergens
is gebleken, dat de gemeenten te kort zijn
geschoten in de uitoefening van haar taak.
Bij het tunneldebat in de Tweede Kamer is
echter een ander geluid vernomen. De heer
Seegers meende, dat de regering de ge
meenten bemoeilijkt in de uitvoering van
haar taak, omdat te weinig middelen wor
den beschikbaar gesteld.
Belang der gemeenten
niet veronachtzaamd
In zijn antwoord zei minister Hof stra,
dat de regering zelf ook niet helemaal te
vreden is. De uitspraak van de heer Tjal
ma, dat geen rekening is gehouden met de
belangen der gemeenten, kan hij toch niet
onderschrijven. Het is juist de opzet ge
weest aan die belangen tegemoet te komen.
Overigens merkte hij op, dat de regering
haar wil niet oplegt. Tezamen met de Sta-
ten-generaal komen de wettelijke rege
lingen tot stand.
Wijzigingen in de belastingwetgeving,
zoals in 1955 zijn aangebracht, brengen op
den duur een nieuwe evenwichtssituatie
tot stand en daarom was voor de uitkerin
gen slechts een tijdelijke voorziening nodig.
De stelling, dat de regering in het Ge
meentefonds geen reservering wenst, is,
naar uit de cijfers blijkt, niet juist. De toe
komst voor dit fonds behoeft voor de rest
van het jaar niet zo ongunstig te worden
beoordeeld. De minister was geneigd de
vraag, of het rijk de salarisverhogingen
zal opvangen door besparingen elders, be
vestigend te beantwoorden. Een nauwkeu
rige beantwoording van de vraag zou een
hele analyse van de rijksbegroting ver
eisen. Vergelijkingen van rijks- en ge
meentebudget moet men overigens met de
grootste voorzichtigheid maken, meende de
minister.
Het betoog van de heer Seegers was de
minister niet duidelijk. Hij verklaarde zien
er nipt van bewust te zijn, dat hij in het
tunneldebat iets ten nadele van de ge
meenten heeft gezegd.
Nadat de minister van Binnenlandse
Zaken, mr. Struijcken, nog even op
enkele opmerkingen was ingegaan, werden
de wetsontwerpen na korte re- en dupliek
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De C.P.N. liet ten aanzien van de be
grotingen van het Provinciefonds en van
het Gemeentefonds haar „tegen" aan
tekenen.
Zonder hoofdelijke stemming werd het
wetsontwerp tot wijziging van de begro
ting 1955 van het departement van Finan
ciën goedgekeurd. De gewone dienst werd
verhoogd met 30.346.035. De buitenge
wone dienst wordt voor wat de uitgaven
van aflopend karakter betreft verminderd
met f 40.536.622 en voor wat de kapitaals
uitgaven aangaat verhoogd met f 66.334.654.
Loongrens
Zonder beraadslaging of stemming werd
het wetsontwerp tot wijziging van de loon
grens voor inkomstenbelasting en van de
loonbelasting goedgekeurd. De loon- en
inkomensgrens voor de sociale verzekering
wordt hierdoor van f 6.000 gebracht op
6.900.
Aan het slot van de vergadering deelde
de voorzitter mee, dat de Kamer weer bij
eenkomt op dinsdag 25 juni. Die dag zullen
de huurwetten in de afdelingen worden
onderzocht.
KOPENHAGEN (AFP) In een offi
cieel Deens communiqué wordt gezegd,
dat de regering van Denemarken besloten
heeft het Amerikaanse aanbod tot levering
van raketwapens van het type „Honest
John" en „Nike" te aanvaarden, maar zon
der kernlading.
ADVERTENTIE
ENORME SORTERING
van alle bekende firma's.
STRANDCOMPLETS en SHORTS
in pittige modellen.
Heren- eri Jongens-ZWEMBROEKEN
en SHORTS in diverse kleuren.
SPORTMAGAZIJN
Twqnderslaan 7 - Haarlem
100 */o SERVICE.
Tel. 15116
Het stoffelijk overschot van de in de
nacht van maandag op dinsdag overleden
acteur Louis Saalborn wordt opgebaard in
de Stadsschouwburg in Amsterdam, waar
een chapelle ardente wordt ingericht. De
genen, die afscheid van Louis Saalborn
willen nemen worden daartoe in de gele
genheid gesteld vrijdag 21 juni tussen 9.30
en 10.30 uur in de Stadsschouwburg, in
gang Marnixstraat-zijde. De rouwstoet
vertrekt om elf uur naar de Nieuwe
Oosterbegraafplatfts, aankomst aldaar on
geveer twaalf uur.