Waarachtige filmkunst in een Spaans en Italiaans produkt „Royal Ballet" in Den Haag Uitkeringen van Provincie- en Gemeentefonds goedgekeurd Nederlands Kamerorkest met werk van Bartök en Van Delden EERSTE KAMER Uitvaart van Louis Saalborn vrijdag WOENSDAG 19 JUNI 1957 5 BEWONDERING OP DE TWEEDE DAG INDRUK VAN TWEE FILMSTERREN Dr. Eduard van Beinum enthousiast over tournee „Amsterdam Theaterstad" Best verzorgde boeken van 1956 geëxposeerd Nederlander pleegde roofoverval te Emden Bloedbruiloftbetrekkelijk hoogtepunt van nauwelijks interessante voorstelling DE NEGEN MUZEN P. W. Franseen in Delft op 20 juni. Denen kopen raketten van Amerika zonder kernlading BADPAKKEN GRETHA DE BtëUIÏN ADVERTENTIE een maaltijd voor slechts -»o cent met WAARDEBON DE REVANCHE OP DE MATIGE opening van de filmweek is gekomen. Wat film kunst vermag kon nauwelijks beter worden getoond dan tijdens de tweede dag van dit - thans werkelijkheid geworden - festival, dat dinsdag een feest was voor de liefhebbers van de film. Natuurlijk, dat sluit geen critiek uit. We beginnen zo lang zamerhand in de sfeer te komen, men ziet elkaar 's morgens, 's middags en 's avonds, er bestaat een lotsverbondenheid van allen, die qualitate qua of uit pure interesse de premières van de filmweek bijwonen. Dat werkt verbroedering in de hand, maar dat sluit geen nuchtere en objectieve beoordeling uit van wat de filmminnaars wordt voorgezet. Door het enthousiasme voor de film is men verenigd, door diezelfde geest drift gedreven kan men het sterker betreuren wanneer het programma niet beant woordt aan de verwachtingen, welke het had gewekt. Ik mag echter oprecht zeggen dat de teleurstelling over de eerste dag heeft plaats gemaakt voor bewondering voor de tweede. Middag, en avondvoorstelling in het Metropool Tuschinsky Theater in Den Haag hebben ons laten zien wat het wil zeggen als film als een kunst wordt bedreven. BEWONDERING IS doorgaans niet vrij van overdrijving. Wat men in zijn krant leest is de weerslag van indrukken, die vrij kort na verwerking werden opgeschreven. Dit houdt het nadeel in, dat men niet de noodzakelijke afstand kan nemen, die nodig is om vrij en onbeïnvloed over zijn onder vindingen te kunnen reppen. Anderzijds is het goed direct zijn emoties onder woor den te brengen, omdat de afstand verkoélend werkt. Men vertrouwt dan zich zelf niet meer en twijfelt aan de juistheid van eigen ervaringen. Toch is het een onaanvecht bare zaak, dat zowel de Spaanse film „Ca labuig" als de Italiaanse „Le Notte di Ca- bir (De nachten van Cabiria) behoren op het plan waarnaar men de film zo graag zou verheffen. AL was het alleen maar om dat er zoveel produkten tegenover staan, welke nog altijd een weinig gelukkige ge tuigenis afleggen van wat men met het filmmedium kan doen. Over beide films zal ik hier verslag doen, afzonderlijk nog de ontmoeting verhalen welke in de och tenduren plaats had tussen de vertegen woordigers van de pers en de Italiaanse filmactrice Guiletta Massina en de acteur Amadeo Navarri. Om te beginnen dan de film „Calabuig". Ze is een schepping van Luis Berlanga, die ons al bekend is uit „Welkom mr Marshall". Een Spaanse film derhalve. Evenals in de film over de hulp van het Marshallplan aan Spanje, situeert Berlanga zijn verhaal in een dorpje waar iedereen nog zichzelf is, leeft en handelt naar eigen goeddunken, beschermd en geleid door maar twee auto riteiten: de commandant der militie, en de pastoor. In dat dorpje komt een vreemde ling, Dit is een al., bejaard man, die hier eindelijk de rust vindt waarnaar hij heeft gesnakt. Hij laat zich Jorge noemen, maar in werkelijkheid is hij de atoomgeleerde professor Hamil, specialist in raketten met aandrijving. Hij heeft er echter de brui aan gegeven en' vindt het veel prettiger in een rustige omgeving zijn eenvoudig en be scheiden leven te leiden. Het charmante en verrukkelijke van de film is, dat de pro fessor dat kan. Iedereen accepteert hem, niemand vraagt hem naar zijn verleden, hij maakt alleen maar vrienden. Omdat hij toevallig de grootste smokkelaar van het dorp tot zijn eerste bekenden mocht reke nen wordt de professor in de cel opgesloten, maar dat is geen bezwaar. Hij heeft nu een vast onderkomen en kan toch gaan en staan waar hij wil. De ironie van het lot speelt hem echter parten. Hij vervaardigt voor de dorpelingen een raket, die bij het vuurwerk de grote sensatie is. Zijn foto komt in de krant, zijn ware identiteit wordt ontdekt. Dan is het uit met zijn heerlijk DE FRANSE filmregisseur Réné Clément heeft eens gezegd, dat de kracht van ex pressie voor de filmacteur ligt in de ogen. Hij had geen beter voorbeeld voor die stel ling kunnen geven dan de Italiaanse film actrice Guiletta Massina, die wij in een voor de pers gearrangeerde bijeenkomst dinsdag hebben ontmoet. Zij is een kleine, frêle vrouw van wie direct de ogen op vallen: groot en bruin en sterk aangezette wenkbrauwen, bijna als een accent circon flexe en sterk contrasterend blond, koren- geel haar. Haar gezicht is een en al uit drukking. Het spreken met haar betekent, dat men een welgefundeerd oordeel krijgt te horen over de werkelijke creativiteit van de filmspeler en de regisseur. Zij ver stelt met oprecht respect over de artistie ke inzichten van haar man, regisseur Fre- derico Fellini. Anderen doen drie maan den over een film, hij een jaar. Maar Fellini wenst dan ook. in alle onderdelen van het technisch procédé, dat de film ook is, de hand te hebben. Hij regelt de muzikale illustratie evenzeer als de be lichting. En vóór alles probeert hij de fi guren in zijn films te herleiden tot hun essentie en te ontdoen van alle afleidende bijkomstigheid. Guiletta Massina spreekt met bewondering en respect over hem, daarmee zelf het geheim onthullend van haar veelzijdig creatief vermogen. Ze is even bescheiden als intelligent. Op de basis van een zeer ontwikkeld aanvoelings vermogen en verstandelijk inzicht' bouwt zij haar rollen op. Een geheel andere figuur is Amadeo Navarri, die in „Le Notte di Cabiria" de rol van een populaire filmacteur speelt. Hij speelt eenvoudig zichzelf. Want Navarri is in Italië zeer populair, de Italiaanse Erroll Flynn. Hij heeft al honderdzesen twintig films achter de rug en speelde al voor de oorlog. Via het toneel raakte hij bij de film.. Hij heeft er niet slecht bij gevaren. Men komt niet veel meer van hem te weten dan dat hij in Rome een villa heeft met tweeënvijftig kamers en zestien badkamers, dat hij zich weinig in het openbaar vertoont, schilderijen verza melt en van honden houdt. Het plezierige van zijn verschijning is, dat hij de be trekkelijkheid van de populariteit heel goed aanvoelt en over zichzelf niets bui tenissigs pretendeert. Dat ziet men ook leventje, hij wordt in naam der wetenschap uit Calabuig teruggehaald en kan slechts hopen er nog eens zijn vakantie door te brengen. Het gegeven is voortreffelijk uit gewerkt. De film is een pastorale, zo innig beeldt ze het leven uit in een kleine samen leving, waarin alle mensen op elkaar zijn aangewezen. De toeschouwer weet al gauw wie hij achter het mannetje Jorge moet zoeken. Dat geeft een vertederend accent aan de verschijning van de waardige pro fessor, die door Edmund Gwenn bijzonder komisch wordt gespeeld. Berlanga voegt daaraan een keur van fijngeestige situaties en typeringen toe, geheel in de stijl, die men uit zijn „Welkom mr Marshall" kent. Zelden vervalt hij in sentimentaliteit. Hij geeft ons het gevoel er helemaal uit te zijn (uit onze eigen beslommeringen) en voert ons een wereldje binnen, dat ons bij zal blijven als een oord van verkwikking en vrede. Dat is de uitwerking van de film: ze verkwikt. Van een geheel andere orde is Fellini's „Le Notte di Cabiria", niet te vergelijken met „Calabuig". In Fellini's film is de hoofdfiguur een prostituée. Ze ontsnapt in het begin van de film nauwelijks aan de dood, wanneer haar minnaar haar in het water duwt en er met haar geld van door gaat. Een ontmoeting met een filmacteur, die haar uit weerbarstigheid meesleept naar een nachtclub en vervolgens naar zijn villa, vormt een groot intermezzo in haar hard bestaan. Maar daarmee is haar geluk niet verkregen. Ze zou zo graag trouwen en een eerzaam bestaan leiden. Het lijkt erop, dat die wens in vervulling gaat. Ze ont moet een man die haar met respect be jegent en met haar wil trouwen. Het blijkt nochtans, dat het ook hem om haar geld is begonnen. De deceptie is verschrikkelijk en haar wanhoop groot, maar ze is een moe dige vrouw. Ze komt de slag te boven, al begrijpt iedereen, da. het de voortzetting betekent van het trieste levert; dat zij al zo lang heeft geleid. In de bespreking, welke ik aan deze film zou willen wijden, is plaats voor talloze regels meer dan ik er nu over kan op- scnrijven. Fellini heeft er een zeer mense lijk document mee gewrocht. Men moet erkennen, dat de film te lang is omdat ze sommige details te veel uitspint: een pro cessie bijvoorbeeld, waarin men wel de Orkest had echter te kampen met veel ziektegevallen Dinsdag zijn dr. Eduard van Beinum en de componist Marius Flothuis, artistiek leider van de Scandinavische tournee van het Concertgebouworkest, op Schiphol te ruggekeerd. Dr. van Beinum toonde zich zeer enthousiast: „Ik ben blij in Helsinki te zijn geweest, ik was verbaasd over de warme geestdrift van het publiek. De Finse vak- en dagbladpers had veel lof over onze prestaties Op beide avonden kwamen samen vijfenzeventighonderd be langstellenden naar ons luisteren" aldus dr. van Beinum. Marius Flothuis voegde hieraan toe, dat vijfenzeventighonderd bezoekers veel is als men weet, dat de toegangsprijzen varieerden tussen vijf en vijftien gulden. Men heeft duidelijk laten weten, dat het orkest zeer spoedig wordt terug verwacht. Het programma is echter voorlopig vol. Ook de beide concerten in Stockholm waren volgens dr. van Beinum uitstekend geslaagd, ondanks het feit, dat het orkest met vele ziektegevallen te kam pen had. De trombonist Bos en de hoboïst Stotijn zijn reeds na enkele dagen uit Stockholm ziek naai Nederland terugge gaan. De cellist J. de Nobel en de violisten J. Koen, J. H. Jakobs en F. Waterman moesten ter observatie in een Stockholms ziekenhuis worden opgenomen. Doktoren hebben hun maag- en keelklachten toege schreven aan de plotselinge klimaatwis seling en ander voedsel, veel vis Mevrouw Jacqueline Royaards-Sandberg heeft dinsdagavond in het museum Fodor in Amsterdam een tentoonstelling geopend, Italiaanse exclamatische aard geregistreerd ziet, maar waarin men op den duur minder blijft geïnteresseerd. Dan stokt het ritme omdat men van hoofd- naar bijzaak wordt afgevoerd en evenmin kan ik geloven in de bedriegelijke aard van de man, die de prostituée tot vrouw zal nemen. Dat is niet acceptabel genoeg voorbereid. Maar de figuur zelf van deze vrouw, het voelbaar maken van de tragiek, die achter haar leven schuil gaat, is een waarachtig kunst stuk. In niet geringe mate draagt Guiletta Massina daaraan haar verdienste bij. Haar expressiviteit maakt haar tot een factotum voor elke filmer. Ze is, in welk beeld ze ook verschijnt, in staat alle emoties uit te drukken die de scène van haar vraagt. Haar verschijning is even oorspronkelijk in het tragische als in het komische. Dat verleent „Le Notte di Cabiria" een ongemene aan trekkingskracht. Over zo'n film kan men nog heel wat meer schrijven dan nu de kolomruimte veroorlooft. Men houdt dat aan mij te goed, maar u bent in ieder geval ingelicht. P. W. Franse In het Stedelijk Museum in Amsterdam is dinsdagmiddag de tentoonstelling „De best verzorgde vijftig boeken van 1956" ge opend, ter gelegenheid waarvan mr. D. Giltay Veth namens de jury een overzicht gaf van de indeling der uitverkoren ban den. Bij de vijftig best verzorgde exem plaren behoren zeventien romans, gedich ten en essays, eenzelfde aantal weten- sehappelijke boeken en vakboeken, zeven boeken over kunst, vier jeugd- en school boeken, een boek, dat niet in de handel is, een bibliofiel boek en voor het eerst dit jaar drie catalogi. De vijftig boeken zijn afkomstig van zevenentwintig uitgevers- De jury bestond uit mevrouw S. Heyne- mann en de heren D. Dooijes, mr. D. Gil tay Veth, Chr. Leeflang en G. Proost. Een 23-jarige matroos uit Amersfoort, J. F., heeft maandagavond laat een loket beambte op het station in Emden in Duits land onder bedreiging met een pistool 450 Duitse Marken afhandig gemaakt. Zes uur later werd hij door de politie in een café aan de haven van Emden gegrepen. Het grootste gedeelte van het gestolen geld bleek nog in zijn bezit te zijn en kon aan de loketbeambte worden teruggegeven. De afdeling van het Royal Ballet uit Londen, die voorheen als het Sadler's Wells Theatre bekend stond, is met een weinig belangwekkend programma woensdag avond in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen in Den Haag haar reeks voorstellingen in het Holland Festival be gonnen. Medewerking verleende het Rot terdams Philharmonisch Orkest, dat door John Lanchbery werd geleid. De thans voor de tweede keer in ons land op bezoek zijnde groep werd opge richt in 1945, toen het Sadler's Wells Bal let naar het operagebouw Covent Garden verhuisde. Onder de artistieke supervisie van Dame Ninette de Valois treedt sinds twee jaar John Field als directeur op. De laatste tijd vervult men voornamelijk de taak om door het land Engeland dus te reizen en juist daar ballet te brengen, waar voordien weinig of geen gelegenheid bestond met danskunst kennis te maken. Men probeert zodoende het publiek tevens op de hoogte te brengen van het zogeheten klassieke repertoire. Dergelijke program ma's worden, zoals wij nu hebben kunnen constateren, ook voor export gebruikt. Men begaat laarbij de slechts uit chauvinisme te verklaren vergissing te menen, dat de vooroorlogse proeven van choreografie in Engeland enige waarde hebben overgehou den na het uitdienen van hun tijdelijke functie in een noodzakelijke ontwikkeling. Voor ons die de balletkunst in een veel hogere graad van artistieke volmaaktheid hebben leren waarderen, niet alleen van buitenlandse voorbeelden maar ook van onze eigen gezelschappen is dit echter nauwelijks interessante, achterhaalde stof. Misschien geeft het tweede programma aanleiding tot een ander inzicht, maar op I et ogenblik dat ik dit schrijf is het nog niet zeker dat dit kan doorgaan, omdat de or- kestpartituren van de muziek tijdens het transport zijn zoekgeraakt. Dc avond werd geopend met „Appari tions" van Frederick Ashton, een werke lijk onverteerbaar romantisch ballet op een bloemlezing van late muziek van gaande of begeleidende verklaringen door een verhaal of de muziek. Vooi de rest j agt men het esthetische ideaal der ver edelde revue na. Zo was het enige interes sante ballet van deze avond een gedanst toneelstuk, namelijk „De Bloedbruiloft" naar het gelijknamige spel van Federico Garcia Lorca door de sinds betrekkelijk kort op de voorgrond tredende choreo graaf Alfred Rodrigues, die tezamen met de componist Denis Aplvor ook het sce nario samenstelde. Dit werk voldoet aan hoge eisen van het genre: er heerst sfeer (al kon ik het „Spaanse" dansen niet be-, wonderen) en spanning. Het werd door Ann Heaton en Donald Britton, door Do- reen Tempest en Walter Trevor knap ge spee'd. Isabel Lambert ontwierp goede kostuums en decors. Maar ook dit verha lende ballet was evenals de divertissemen ten in dit programma veel te lang om de aandacht voortdurend geboeid te houden. Gelukkig was men zo verstandig na ieder onderdeel het publiek in de gelegen- ,heid te stellen de koele buitenlucht op te 'zoeken en de atmosfeer in de broeierige zaal te zuiveren. Maar het werd op die ma nier wel een latertje, zoals dat heet. Franz Liszt, maar door het gegeven sterk aan de Symphonie Fantastique van Hec tor Berlioz herinnerend. Het romantische karakter van deze droomscènes steekt voornamelijk in het zeldzaam drakerige verhaal en komt niet of nauwelijks uit de trouwens heel weinig variatie vertonende beweging voort. Cecil Beaton ontwierp de decors, kwistig schil derend mi t alle kleuren die in de suiker goedindustrie worden gebruikt. Het werk wordt buiten alle proporties gerekt door de vele changementen. De beste scène is die van het bal, vooral de galop met het telkens wisselen van partners. John Field vervulde hierin de rol van de overspan nen dichter, bijzonder theatraal slaapwan delend. Anne Heaton was als de vrouw- van-het-visioen geheel naar een wens, die de mijne niet is. „Les rendez-vous" is eveneens een vroe ge creatie van Ashton, in 1933 op muziek van Auber gesteld „om het exquise dansen van Idzikovski en Alicia Markova te doen uitkomen". Het is een braaf, traditioneel divertissement, waarbij de choreograai zich, destijds waarschijnlijk noodgedwon gen, bediende van een uitermate beperkt bewegingsvocabulaire. Sara Neil, Patricia e.^.e 3ïaan?. draagt „Amsterdam-Theater- Cox en Donald Britton waren de solisten. stad". De directie der gemeentemusea in Amsterdam heeft voor een periode van drieëneenhalve maand het museum Fodor opengesteld voor het Toneelmuseum, dat er uit zijn enorme collectie een bescheiden selectie laat zien. Men beeldt er het toneel van de laatste drie eeuwen uit, onder an dere met prenten, affiches, programma's, foto's, tekstboeken, decors en gravures. Expositie. Onder auspiciën van de Jacob Marisstichting wordt in het Arn hems Gemeentemuseum een tentoonstel ling gehouden van portretten, landschap pen en stillevens door Paul Citroen, die dit jaar de Jacob Marisprijs ontving. De expo sitie duurt tot 16 september. Artifex. De tweeëntwintig-jarige Oos tenrijkse organist Leopold Hager, die vorig jaar een prijs verwierf op het internatio naal orgelconcours in Haarlem, is door Artifex uitgenodigd een drietal concerten in Nederland te geven, respectievelijk in wel eens andersI Bussum op 18 juni, in Den Haag op 19 juni Wat tijdens de uitvoering vooral opviel, was de weinige moeite die de dansers zich getroostten om de toch al niet fraai gezette voeten behoorlijk te strekken. Van 1937 is „Les Patineurs" op muziek (voor de helft uit „De Profeet") van Meyerbeer, een suite van speels bedoelde vermakelijkheden en virtuozennummertjes, waarbij het schaat senrijden tot voorbeeld heeft gediend. Er werden menigvuldige fouetté's en pirouet tes gedraaid, zeer verdienstelijk, waarbij speciaal de sterke techniek zonder hinder lijke opsmuk van Michael Boulton de be wondering van de toeschouwers wakker maakte. Hoe men echter na „De blauwe Donau" va.i Massine en het „Cadettenbal" van Lichine nog met iets dergelijks voor het voetlicht durft te komen is mij een raadsel. De Engelsen, dat wordt ook nu weer be wezen, vertonen niet de geringste neiging om de dans als een middel tot een autono me kunst te beschouwen. Terpsichore is bepa'.ld niet de eerste der muzen, die in de tempels van hun uitgaansleven wordt ge diend. De lichamelijke expressie vervult altijd een ondergeschikte rol na vooraf- David Koning Nadat de Eerste Kamer dinsdagmiddag zonder beraadslaging of stemming haar goedkeuring had gehecht aan wetsontwer pen tot wijziging van de begroting 1956 van het departement van Oorlog en tot wijziging van de begroting van het toen malige departement van Wederopbouw en Volkshuisvesting, heeft zij het wetsont werp tot verlenging van de werkingsduur van de Noodwet Kinderbijslag Kleine Zelfstandigen goedgekeurd. De werkings duur van deze wet van 1951 was in april 1956 verlengd tot 1 juli 1957. Thans wordt de werkingsduur andermaal verlengd en wel tot 1 januari 1959. Daarna kwamen aan de orde het wets ontwerp tot vaststelling van de begroting 1957 van het Provinciefonds, de begroting van het Gemeentefonds voor 1957 en het wetsontwerp tot wijziging van de finan ciële verhouding tussen het rijk en de ge meenten en tussen het rijk en de provin cies. Voorgesteld werd het percentage van de rijksbelastingen, dat voor 1955 aan het Gemeentefonds wordt toegekend, te ver hogen met 0.1 percent en voor 1956 met 0.4 percent. Voor het Provinciefonds werd voor 1956 met 0.4 percent. Voor het Pro vinciefonds werd voor 1955 geen verhoging nodig geacht. Voor 1956 wordt een verho ging van 0.04 percent voorgesteld en voor 1957 en volgende jaren een verhoging met 0.03 percent. De heer D e J o n g (P. v. d. A.) zei, dat de percentages uit de rijksbelastingen, die de fondsen voeden, achteraf wel zijn te verdedigen. 'Niettemin opperde hij bezwa ren tegen het stelsel der regering waarin zijns inziens behoort te zijn opgenomen een volledige compensatie bij wijziging in de belastingheffing. De heer De Jong vroeg de minister waarom hij niet een zekere reservering wil toestaan. Hij had liever gezien, dat de minister had gezegd: Ik verlaag het per centage omdat ik de gelden niet heb. Dan was men gekomen in de sfeer van de be stedingsbeperking. De heer T j a 1 m a (A.R.) had ernstige bezwaren tegen het ontwerp inzake de fi nanciële verhouding. Zijns inziens waren de ministers er niet in geslaagd de indruk te vestigen, dat met de financiële belangen van provincies en gemeenten rekening is gehouden. De gemeenten ontvangen wel tijdelijk een lagere uitkering, maar volgens de heer Tjalma behouden zij het recht op de uitkering, die haar toekomt. Hij meende, dat de stijging van de personeels lasten voor de rijksdienst aanleiding moet zijn voor een besparing op andere uit gaven van dè rijksdienst. Van de gemeen- De gedroomde balscène uit „Appari tions" van Frederick Ashton, uitge voerd door de jongere afdeling van het Royal Ballet uit Londen. Het hoogtepunt van het concert, dat dinsdag door het Nederlands Kamerorkest werd gegeven in de grote zaal van het Amsterdamse Concertgebouw lag voor mij aan het slot met de uitvoering van het Divertimento voor strijkers van Bartók uit 1939. Speciaal in het tweede deel hieruit doet de inspiratieve kracht de tonen vi breren op een wijze, die men niet voor van de titel slechts betrekking heeft op de driedeligheid van vorm) heeft een sterk elegische toon, vooral in de passages waar twee soloviolen een dubbelzang aanheffen tegen de betrekkelijk statistische begelei ding van het orkest. De octotonische gam ma-toonreeksen van beurtelings halve en hele afstanden, een bijna „nationaal" te noemen expressiemiddel sinds Pijper mogelijk zou houden bij een vijfstemmig, speelt een belangrijke rol, alsmede de niet onderverdeeld strijkorkest. De muzi kale materie wordt in dit stuk met de groot ste scheppende (dus: menselijke) helder heid doorlicht en openbaart een wonder. En deze volheid ervaart men aan ieder detail, ook aan de klank, die af en toe op een vreemde manier doortrokken lijkt te zijn van schalmei- en trompettonen en omfloerste trommen. De uitvoering van het eerste en derde deel was vooral op merkelijk door de wijze waarop eb en vloed van de beweging, de continuïteit van stootkracht en reserve, zich voltrokken. Jammer dat het orkest, in een grote ruim te als deze, niet enkele lessenaars méér telt waardoor de klank directer, onvermij- delijker zou zijn en dat concave schelp achtige timbre zou verkrijgen dat in deze melodieën en ritmen de echo's van een elementaire wereld doet beluisteren. Men had na de pauze overigens een veel te lang programma van totaal twee- eneenhalf uur inmiddels reeds met een „trio" voor strijkorkest opus 44 van Lex van Delden kennis gemaakt. Het werk (waar- hieruit voortvloeiende klankmengingen van majeur en mineur. Gelukkig leidt het gebruik hiervan niet tot de pathetiek-in- plastic die in deze sector (te) gemakkelijk een eventuele leegheid camoufleert. Vóór de pauze had men met het concert voor vier violen van Vivaldi, het vioolcon cert in D van Mozart (met Szymon Gold berg als solist) en het concert voor sem- balo, piano en orkest van C. Ph. E. Bach, de tweede zoon van Johann Sebastian, in de achttiende eeuw verwijld. De beide toetsinstrumenten bewegen zich in dit laatste werk veelal braaf in tertsen of werpen elkaar kleine figuren en fiorituren toe, glasachtige en ronde, als de kunst nachtegaal en de echte uit het sprookje. De bekoring hiervan is snel voorbij, daar de intensieve kracht van het geheel gering is: de componist blijft voor mij een van die muzikale pottenbakkers, die vergeten zouden ziji. als Haydn en Mozart (zelfs af en toe Beethoven) hun vazen niet met bloemen gevuld hadden. De solisten waren hier Janny van Wering, clavecimbel, en Maria Curcio, piano, welke laatste door haar discrete speelwijze een goede ensem bleklank mogelijk maakte. Sas Bunge ten worden overeenkomstige verlagingen verlangd. Het ogenblik om het definitieve uitkeringspercentage vast te stellen was naar het oordeel van de heer Tjalma nog niet gekomen. De heer M a t s e r (K.V.P.) sloot zich aan bij deze opmerkingen. Hij constateerde, dat de huidige kapitaalschaarste de ge meenten en provincies een veel belang rijker bestedingsbeperking oplegt dan eigenlijk van haar mag worden gevergd. De heer S e e g e r s (C.P.N.) zei, dat de regering niet beschikt over een objectieve maatstaf voor de financiële verhouding tussen rijk, provincie en gemeenten. De regering meent, dat voldoende middelen aan de lagere organen zijn beschikbaar ge steld en zij geeft te kennen, dat nergens is gebleken, dat de gemeenten te kort zijn geschoten in de uitoefening van haar taak. Bij het tunneldebat in de Tweede Kamer is echter een ander geluid vernomen. De heer Seegers meende, dat de regering de ge meenten bemoeilijkt in de uitvoering van haar taak, omdat te weinig middelen wor den beschikbaar gesteld. Belang der gemeenten niet veronachtzaamd In zijn antwoord zei minister Hof stra, dat de regering zelf ook niet helemaal te vreden is. De uitspraak van de heer Tjal ma, dat geen rekening is gehouden met de belangen der gemeenten, kan hij toch niet onderschrijven. Het is juist de opzet ge weest aan die belangen tegemoet te komen. Overigens merkte hij op, dat de regering haar wil niet oplegt. Tezamen met de Sta- ten-generaal komen de wettelijke rege lingen tot stand. Wijzigingen in de belastingwetgeving, zoals in 1955 zijn aangebracht, brengen op den duur een nieuwe evenwichtssituatie tot stand en daarom was voor de uitkerin gen slechts een tijdelijke voorziening nodig. De stelling, dat de regering in het Ge meentefonds geen reservering wenst, is, naar uit de cijfers blijkt, niet juist. De toe komst voor dit fonds behoeft voor de rest van het jaar niet zo ongunstig te worden beoordeeld. De minister was geneigd de vraag, of het rijk de salarisverhogingen zal opvangen door besparingen elders, be vestigend te beantwoorden. Een nauwkeu rige beantwoording van de vraag zou een hele analyse van de rijksbegroting ver eisen. Vergelijkingen van rijks- en ge meentebudget moet men overigens met de grootste voorzichtigheid maken, meende de minister. Het betoog van de heer Seegers was de minister niet duidelijk. Hij verklaarde zien er nipt van bewust te zijn, dat hij in het tunneldebat iets ten nadele van de ge meenten heeft gezegd. Nadat de minister van Binnenlandse Zaken, mr. Struijcken, nog even op enkele opmerkingen was ingegaan, werden de wetsontwerpen na korte re- en dupliek zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De C.P.N. liet ten aanzien van de be grotingen van het Provinciefonds en van het Gemeentefonds haar „tegen" aan tekenen. Zonder hoofdelijke stemming werd het wetsontwerp tot wijziging van de begro ting 1955 van het departement van Finan ciën goedgekeurd. De gewone dienst werd verhoogd met 30.346.035. De buitenge wone dienst wordt voor wat de uitgaven van aflopend karakter betreft verminderd met f 40.536.622 en voor wat de kapitaals uitgaven aangaat verhoogd met f 66.334.654. Loongrens Zonder beraadslaging of stemming werd het wetsontwerp tot wijziging van de loon grens voor inkomstenbelasting en van de loonbelasting goedgekeurd. De loon- en inkomensgrens voor de sociale verzekering wordt hierdoor van f 6.000 gebracht op 6.900. Aan het slot van de vergadering deelde de voorzitter mee, dat de Kamer weer bij eenkomt op dinsdag 25 juni. Die dag zullen de huurwetten in de afdelingen worden onderzocht. KOPENHAGEN (AFP) In een offi cieel Deens communiqué wordt gezegd, dat de regering van Denemarken besloten heeft het Amerikaanse aanbod tot levering van raketwapens van het type „Honest John" en „Nike" te aanvaarden, maar zon der kernlading. ADVERTENTIE ENORME SORTERING van alle bekende firma's. STRANDCOMPLETS en SHORTS in pittige modellen. Heren- eri Jongens-ZWEMBROEKEN en SHORTS in diverse kleuren. SPORTMAGAZIJN Twqnderslaan 7 - Haarlem 100 */o SERVICE. Tel. 15116 Het stoffelijk overschot van de in de nacht van maandag op dinsdag overleden acteur Louis Saalborn wordt opgebaard in de Stadsschouwburg in Amsterdam, waar een chapelle ardente wordt ingericht. De genen, die afscheid van Louis Saalborn willen nemen worden daartoe in de gele genheid gesteld vrijdag 21 juni tussen 9.30 en 10.30 uur in de Stadsschouwburg, in gang Marnixstraat-zijde. De rouwstoet vertrekt om elf uur naar de Nieuwe Oosterbegraafplatfts, aankomst aldaar on geveer twaalf uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 9