De voorgeschiedenis van de Hongaarse opstand Hongarije's korte vrijheidsroes en de „tweede interventie" Brief van een Hongaar UNO-rapport: Op 20 oktober al pontonbruggen over Donau Russen grepen niet „op verzoek "in Voorbereidingen Serov kwam Nagy's besprekingen over Russische aftocht onderbreken De wanhopige strijd is gestreden - een herinnering en een waarschuwing UTV O-rapporteur Hongarije had economisch wel baat bij Rusland Opstand was niet louter anti-Russisch Bergbeklimmers moesten - 45 meter van top - terugkeren Soekarno: Indonesië onder een geleide democratie -cKÜAG 20 JUNI 1957 5 In het rapport van de vijflandencommissie, die»door de UNO-Assemblee in begin 1957 werd ingesteld (nadat Rusland de UNO-resoluties naast zich had neergelegd en de regering Kadar had geweigerd de secretaris-generaal Ham- marsKjoeld te ontvangen) wordt een uitvoerig overzicht gegeven van de voor geschiedenis der Hongaarse revolutie. Zo zegt de commissie dat bepaalde Hongaarse schrijvers reeds in de herfst van 1955 protesten uitten tegen het dictatoriale bewind van de Hongaarse communistische partij. „Alhoewel een aantal schrijvers werd gearresteerd, verbreedde de basis voor deze protesten zich geleidelijk in die zin, dat daarin ook andere grieven van het Hongaarse volk werden verwerkt. In de zomer van 1956 leidde dit, onder auspiciën van de officiële jeugdorganisatie der Hongaarse communistische partij, de „D.I.S.Z.", tot de stichting van de Petoefi- club. Hiermede was een nieuw forum voor gedachtenwisseling ontstaan. En hetgeen naar voren werd gebracht behelsde vaak critiek op de communistische regering", aldus het verslag. Een gewonde Hongaarse verzetsstrijder verlaat, ondersteund door een vrouw, een van de plaatsen der schermutse lingen in Boedapest. Op de hoek op de achtergrond staat een Russische tank. De commissie vervolgt: „Men heeft be weerd, dat Hongaarse autoriteiten de lei ding der Russische troepen in Hongarije hebben verzocht in te grijpen gezien wan ordelijkheden, die zich in de nacht van 23 op 24 oktober zouden hebben voorge daan. Maar het is bewezen, dat de Rus sische autoriteiten reeds in de periode van 20 tot 22 oktober 1956 voorbereidingen troffen voor een gewapenderhand ingrij pen in Hongarije". „Van 20 op 21 oktober sloeg de Russi sche genie te Zahony, aan de Hongaars- Russische grens, pontonbruggen over de Donau. En van 21 op 22 oktober werden officieren van Sovjet-troepen in aangren zende Roemeense gebieden van verlof te ruggeroepen, terwyl Hongaars sprekende reserve-officieren onder de wapenen moesten komen. Op 22 oktober 1956 is geconstateerd, dat in West-Hongarije gelegerde Russische strijdkrachten in de richting van Boedapest oprukten", aldus het commissieverslag. Zestien eisen De UNO-commissie verklaart voorts, dat Hongaarse studenten op 22 oktober 1956, één dag voor de massabetogingen van de 23ste, een lijst van zestien eisen opstelden, onder meer omvattend: 1. Onmiddellijke terugtrekking van alle Russische troepen in Hongarije. 2 samenstelling van een regering onder Imre Nagy, die onder het bewind van Matias Rakosi en Ernoe Geroe uit de Hon gaarse communistische partij was gestoten, doch daar inmiddels weer in was toege laten. 3. Vrije algemene verkiezingen. 4. Vrijheid van meningsuiting. 5. Wedertoelating van politieke partijen. 6. Ingrijpende veranderingen in de le vensvoorwaarden van arbeiders en boeren. In de vroege ochtend van de 23ste ok tober 1956 waren de door de studenten gestelde eisen in geheel Boedapest bekend geworden. Ooggetuigen hebben verklaard, hoe er toen een geest van opgetogenheid en hoop in de Hongaarse hoofdstad heerste. De voorzitter van de Hongaarse schrijversunie, Peter Veres, las een menig te belangstellenden aan de voet van het standbeeld van generaal Bern een held uit de (door Russisch ingrijpen verloren) onafhankelijkheidsoorlog van 1848 een manifest voor, waarin de zestien eisen der studenten waren vermeld. De toehoorders onderschreven deze eisen. Daarop stak het grootste gedeelte der betogers de Donau over, om zich bij de demonstranten buiten het parlementsge bouw te voegen. Te zes uur namiddag be vond zich hier een menigte van twee- tot driehonderdduizend personen. Premier Nagy sprak het volk op een balkon van het parlementsgebouw toe. Tot op dat tijd stip had zich nog niets voorgedaan, dat erop duidde, dat de betoging op andere wijze zou eindigen dan met een vreedzaam uiteengaan en terugkeer der demonstran ten naar hun woningen. Niets geleerd Doch om 20 uur gebeurde er iets, dat het volk verbitterde. Ernoe Geroe, eerste secretaris van het centrale comité der Hongaarse communis tische partij, die een bezoek aan de Joego slavische president, maarschalk Tito, had gebracht, was in de ochtend van de 23ste oktober te Boedapest teruggekeerd. Hij zou 's avonds omstreeks acht uur voor radio-Boedapest spreken en het volk hoopte algemeen, dat Geroe rekening zou houden met de eisen der studenten. Doch zijn toespraak bevatte geen enkele van de concessies, waarop het volk had gehoopt. Bovendien was de toon ervan zodanig, dat zij verbittering wekte. Inmiddels had een aantal andere beto gers besloten uitvoering te geven aan één der door de studenten gestelde eisen, na melijk dat het standbeeld van Stalin uit Boedapest zou worden verwijderd. Om 21.30 uur viel het monument. Op dat tijd stip gaf de menigte vrijelijk uiting aan haar ontstemming over Geroe's toespraak. De commissie deelt dan mede, dat een studentenafvaardiging zich diezelfde dag naar het gebouw van radio-Boedapest had begeven, om opheffing te verzoeken van het uitgevaardigde verbod van omroeping der zestien eisen. „Een gerucht deed toen de ronde dat een der delegatieleden was neergeschoten", aldus het rapport. Kort na negen uur 's avonds werden traangas- bommen uit de bovenste ramen van het gebouw geworpen en enkele minuten later schoten leden van de veiligheidspolitie op de ongewapende betogers, waardoor een aantal hunner werd gedood en gewond. De opstand Voor zover er een tijdstip kan worden iangegeven, waarop een vreedzame beto- ;ing overging in een felle opstand, was liet dit: de reeds zo by zonder impopu laire en alom gevreesde Hongaarse veilig heidspolitie had geschoten op weerloze mensen. Er kwamen ambulances, met rode-kruis- emblemen. Leden der veiligheidspolitie, vermomd in witte doktersjassen, kwamen uit het gebouw en wilden zich naar de ambulances begeven. Doch een gedeelte der betogers had dit door. Zij vielen de „dokters" aan en op dat ogenblik kregen de betogers hun eerste wapens in handen", aldus het UNO-rapport. „De regering zond met spoed troepen naar het plein voor het parlementsge bouw. Doch na enige aarzeling kozen de Hongaarse militairen de zijde van het volk. Intussen hadden arbeiders uit Csepel, Ujpest en andere arbeiderswijken van Boedapest telefonisch vernomen, hoe de zaken ervoor stonden. Zij maakten zich meester van vrachtauto's en reden naar Boedapest, onderweg verkregen zij wapens van hen vriendschappelijk gezinde militai ren of politiemannen, of uit kazernes en wapenfabrieken. De opstandelingen wisten de kantoren van het communistische dagblad „Szabad Nep" en gedurende korte tijd ook het ge bouw van radio-Boedapest te bezetten. Terwijl voor dit laatste gebouw werd ge vochten, verschenen, te ongeveer twee uur in de ochtend van de 24ste oktober, de eer ste Russische tanks ten tonele. De eerste schoten op het radiogebouw vormden het begin van een harde strijd, die vijf dagen zou duren, en waarin de in woners van Boedapest zich gesteld zouden zien tegenover Russische pantserwagens en de gehate veiligheidspolitie. p| NEW YORK (UP en Reuter) „Wan neer een mogendheid op reusachtige schaal wapengeweld gebruikt op het gebied van een ander land, met de vooropgezette be doeling in te grijpen in de binnenlandse aangelegenheden van dat land, heeft zij zich volgens de omschrijving, die de Sovjet- Unie zelf van het begrip „agressie" heeft gegeven, aan een aanvalsdaad schuldig gemaakt, die dan tevens een internationale aangelegenheid is geworden," zo schrijft de UNO-commissie in haar verslag over de Hongaarse opstand. „Ex-premier Imre Nagy heeft uitdrukkelijk verklaard, dat hij de Russische autoriteiten niet heeft ver zocht in Hongarije in te grijpen. Er is ook nergens uit gebleken dat hij of een andere Hongaarse autoriteit wel een dergelijk ver zoek tot de Russen richtte. Gedurende de enkele dagen van vrijheid, die het Hongaarse volk heeft genoten vóór de tweede interventie, bleek hoezeer het hier een volksopstand betrof: een ver scheen een vrije pers, radiosprekers moch ten vrijuit spreken en onder het volk heer ste algemene vreugde. In een aantal gevallen zijn personen door het volk geslagen of om het leven gebracht. Dat betrof in bijna alle gevallen leden van de staatsveiligheidspolitie of personen, die met haar hadden samengewerkt of waar van dit werd aangenomen. Het rapport vervolgt: „In deze zeer korte periode van vrijheid werden door de arbei dersraden stappen genomen om de arbei ders daadwerkelijk het toezicht te geven op genationaliseerde ondernemingen. Ook werden impopulaire bepalingen, zoals die betreffende de produktienormen, afge schaft. Tevens werden onderhandelingen gevoerd over een algeheel terugtrekken der Sovjet-troepen uit Hongarije. In Boedapest begon het leven weer normaal te worden en er heerste grote vreugde." Het fascisten-sprookje De opstand is van begin tot einde geleid door studenten, arbeiders, soldaten en in tellectuelen, van wie velen communisten waren, of waren geweest. Op geen enkel ogenblik heeft men horen eisen dat figuren uit de dagen van het vooroorlogs commu nistische regiem of het fascistische regiem, weer aan de macht zouden moeten komen. „Zwaargewapende „fascisten" of „sabo teurs" zouden nooit op Hongaarse vliegvel den hebben kunnen aankomen, want die waren in Russische handen. En evenmin zouden zij de grens van Oostenrijk met Hongarije hebben kunnen oversteken", al dus de commissie. In het verslag wordt melding gemaakt van een incident op 25 oktober, toen Sovjet-tanks, die het parlementsgebouw bewaakten, het vuur openden op ongewa pende betogers. „Deze slachting, waarbij velen het leven verloren, was een schok voor het gehele Hongaarse volk. En het wist toen nog niet dat op dat tijdstip premier Nagy gevangen werd gehouden in het hoofdkwartier der Hongaarse communistische partij. Een ommekeer kwam toen op 27 oktober Nagy een regering vormde, waarin zowel communisten als niet-communisten zitting hadden. Op 29 oktober ontbond Nagy de veiligheidspolitie. De val van een bewind, waarvoor in geheel Hongarije slechts de veiligheidspolitie wilde strijden, geleek toen een onafwendbaar gevolg", aldus het UNO-rapport. Toen Nagy voor de eerste maal premier werd kon hij zijn macht niet volledig uit oefenen, maar „overdonderd door de snel heid van de ontwikkelingen koos hij de zijde der opstandelingen „en werd een symbolische figuur in de opstand, hoewel hij er niet toe aangezet had en nooit een feitelijke leider is geweest." Nagy sprak zich uit tegen het Pact van Warschau en voor een neutraal Hongarije. De genadeslag Een delegatie van vier werd toen door het Russische militaire opperbevel op een banket genodigd om de laatste bijzonder heden te regelen van de terugtrekking der Russische troepen. Het liep al tegen mid dernacht toen dit samenzijn werd onder broken door de komst van generaal Serov, het hoofd van de Russische veiligheids politie. Hij was in gezelschap van officie ren van de N.K.V.D. en gelastte de arresta tie van de Hongaarse delegatie. De Russische strijdkrachten trokken toen op naar Boedapest, aldus het rapport. Er waren naar schatting op 3 november 250 tanks in Hongarije. Alle strategische pun ten werden bezet. Nagy gaf opdracht niet op de Russische troepen te schieten, omdat hij nog hoopte op een succesvolle afloop van de onderhan delingen over terügtrekking. Toen bekend werd dat Kadar ook een regering had ge vormd, besloot het kabinet-Nagy, dat men de Russen met geweld zou weerstaan. Volgens getuigen, aldus het rapport, was Kadar begin november in Moskou. Hij en zijn ministers verschenen pas 7 november in het openbaar in Boedapest. Het enige gezag in Hongarije was het Russische op perbevel, dat bevelen aan het volk gaf. Veel van de Russische soldaten, die voor de tweede interventie naar Hongarije werden gebracht, kwamen uit verafgelegen streken van Centraal-Azië. Velen hunner geloofden dat zij in Egypte waren om tegen de Brits- Franse „imperialisten" te vechten. Over de rol van de door Amerika ge steunde radio „Vrij Europa" zegt het ver slag, dat bepaalde uitzendingen mede de indruk hebben gewekt, dat er hulp voor de Hongaren op komst was. Russische soldaten hebben geschoten op vrouwen en kinderen, die in de rij stonden voor brood, en op ziekenauto's. Zij haalden gewonde verzetsstrijders uit de ziekenhui zen. De commissie zegt niet met zekerheid te hebben kunnen vaststellen aan hoeveel mensen de opstand het leven heeft gekost. Bij de ondervragingen van de commissie is gebleken, dat de Hongaren geen troepen hulp uit het Westen verwachtten. Er werd alleen op morele steun gerekend. Het rapport vervolgt: „Gebleken is, dat de talrijke mededelingen over onmenselijke behandeling en martelen van arrestanten door leden van de Hongaarse veiligheids politie op waarheid berusten. Ook is in een poging om de kracht van de opstand te breken, een aantal Hongaren, waaronder vrouwen, naar de Sovjet-Unie weggevoerd. Er bestaan aanwijzingen, dat een aantal hunner niet naar Hongarije is teruggezonden". Wat de deportaties betreft, heeft de com missie geen aandacht geschonken aan het geen de ondervraagden van „horen zeggen" wisten. Vele gedeporteerden, aldus Shann, zijn niet slecht behandeld en konden later naar huis terugkeren. Het zou de bedoeling van de Russen zijn geweest om door vrees- aanjaging de revolutie te breken. Ongeveer 190.000 Hongaren zijn naar het buitenland uitgeweken. De commissie heeft reden om aan te nemen, dat Nagy nog steeds in Roemenië gevangen wordt gehouden. De Australishe rapporteur van de UNO- commissie voor Hongarije, Keith Shann, is niet van mening, dat de Suezcrisis de Sovjet-Unie heeft geholpen bij het onder drukken van de Hongaarse opstand. (De Amerikaanse vertegenwoordiger bij de UNO, Lodge, had n.l. verklaard, dat de Brits-Franse interventie in Egypte een op treden van de UNO in Hongarije heeft ver hinderd.) Shann verwierp het denkbeeld, dat de Hongaren de vooroorlogse regeringsvorm terug willen hebben. Het volk is van mening, zei hij, dat het vooral economisch veel voordeel heeft gehad van het stelsel van de afgelopen tien jaar. De Hongaren waren vóór de revolutie de Russen niet vijandig gezind. Zij wilden alleen zélf hun zaken regelen. Daarom wilden zij ook het vertrek van de Russische troepen. De revo lutie kon niet louter als een anti-Russische actie worden beschouwd. De commissie geeft uiting aan haar leed wezen, dat de Hongaarse regering haar geen toestemming heeft willen verlenen voor een bezoek aan Hongarije. „Deze weigering had onder meer tot ge volg dat wij niet in staat waren uit de eerste hand inlichtingen te verkrijgen over het standpunt der regering-Kadar", consta teert de commissie. Zij verklaart verder dat zij, bij het samen stellen van haar verslag, is geleid door de wens een objectief verslag van het gebeur de te geven. „En daarom hadden wij ook een weergave van de meningen der rege ringen van de Sovjet-Unie en Hongarije willen geven", aldus de UNO-commissie. De commissie verklaart dat de wijze, waarop de Algemene Vergadering zich met de Hongaarse opstand heeft bezig gehou den, „juridisch volkomen in orde" was. :<X<XXXXXDOCCXXXX3<XXXXX>OCOOOOOOOOOOC)OOC)OOOOOOOOOOOOOOODOOOOOOOO(X5CXXXXX)OOOC)OOOCXXXXXXXXX)C)OOOOOC>COOCXXXXXXXXXXXXXXXX> In „Magyar Szó", het blad voor Hongaren in Nederland, is een brief afgedrukt die een Hongaars vluchteling schreef aan een vriend in Nederland, nadat hij een kortstondige gastvrijheid in ons land had genoten en naar elders was vertrokken, op zoek naar een nieuwe toekomst. De tekst van deze brief geeft een onopgesmukt beeld van Boedapest in de g vreselijke revolutiedagen en doet de herinnering herleven aan de afschuwelijk wanhopige strijd van de Hongaren tegen een overmacht van niets-ontziende, koelbloedige moordknechten in Sovjet-uniform. Een herinnering, die al te snel vervaagd is en waarvan de scherpe contouren overal ter wereld toch noodzakelijk zouden moeten worden behouden, omdat de strijd der Hongaren niet is afgelopen. De strijd tegen onrecht en verdrukking is met het bloedig dempen van de Hon gaarse opstand niet beslist. Hij wordt op andere wijze gevoerd en zal op andere wijze gewonnen worden door de mensen die de vrijheid liefhebben. Doch wat in Boedapest gebeurd is, mag nooit vergeten worden. Hieronder volgt de tekst van de Hongaarse brief. Beste Nederlandse vriend, Toen wij kennis maakten, vroeg je me hoe de stad van waar ik kwam er uit zag, hoe zag Boedapest er uit? Toen be loofde ik, dat ik je op je vraag ant woord zou geven, zodra de vreselijke herinneringen aan de geziene en door leefde verschrikkingen in mijn geest enigszins verstild zouden zijn. Nu waag ik het. Ik zal je, en door jou allen die ons de helpende hand reikten en ook nu nog reiken, beschrij ven hoe Boedapest er uit zag. Toen ik haar het laatst zag, was de stad in rook gehuld, omzoomd door de gouden krans van een verdwaalde zon nestraal. Met ons drieën stonden wij aan de helling van de Janosberg, drie jonge mensen, hongerig, doodvermoeid en met afgestompte zenuwen. Wij na men afscheid van Boedapest, afscheid misschien voor goed. Langs de voet van de omringende heuvels van Boedapest dreunden de rupsbanden der Sovjet-tanks, op het eiland Czepel stond de oliehaven in brand en de rode vlammen van de bran dende gasfabriek sloegen tegen de ro kerige hemel. De Russische kanonnen op de Gellértberg bestookten bijna on ophoudelijk de Maria Theresia-kazerne, het bolwerk der revolutionairen. Een helikopter vloog langzaam over de stad en redde uit de omsingelde wijken de Sovjetleiders. De hele stad dreunde van het oorlogslawaai, slechts de Donau stroomde vredig de voor eeuwig ver stilde lijken met zich meedragend. Ik stond daar en met tranen in mijn ogen bewonderde ik het toneel van één van 's werelds grootste heldendaden, de ten dode gedoemde stad met haar ten dode gedoemde bewoners. De stad vocht nog en kon nog niet geloven, dat haar won dermooie droom slechts een ééndags vlieg was. In de rook en vlammen, die als een aanklacht tegen de donkere hemel sloe gen, zagen wij weer de beelden van de vorige dag, onuitwisbare beelden, die hun stempel op de rest van ons leven hebben gezet: In een pantserwagen razen we door de stad. Telkens passeren we Sovjet tanks, kanonnen en munitiewagens, maar zodra zij ons in de gaten krijgen, zijn we al gevlogen. Vervolgen durven zij ons niet, omdat zij niet kunnen we ten wat na ons komt. De jonge briga dier naast mij zijn hoofd in verband gloeit van geestdrift. Hij is verwond in de Wenerstraat. Hij zit op een zak vol handgranaten en houdt de weg ach ter ons in de gaten. Aan de andere kant zit de ernstige derdejaarsstudent in de wijsbegeerte. Hij draagt nog het grijze pak met dubbele rijen knopen, dat hij bij de eerste studentenbetoging droeg; machinepistool in zijn hand. Ik kijk naar zijn hand; lange vingers, maar zijn sterke brede handpalm ligt vast aan de kolf van het pistool. Zelfbewustheid in zijn ogen, wilskracht in het hoofd. Hij weet wat hij doet en houdt rekening met de consequenties. Op de hoek van de Kossuth Lajos- straat en de Rakoczistraat ontvouwt zich een afgrijslijk beeld voor onze ogen. Jonge mensen, meisjes en jongens, door Sovjet-tanks in het beton gewalst. Dicht bij mij ligt een jonge man, kramp achtig zijn geweer omklemd. Zijn ge zicht is al vaal, de tank is over zijn bekken en benen gereden. Iets verder een vrouwenfiguur, het hoofd door ko gels onherkenbaar verminkt, het onder lichaam verpletterd door een rupsband, op haar borst het rode-kruis-embleem. Wij trachten de lijken op één plaats te bergen.Het liefst zou ik weg willen lopen. Van een afstand beschieten de Russen ons, terwijl wij juist het lijk van een jong meisje wegdragen: beeldschoon gezicht, zwarte haren; zij komt me be kend voor, de dood heeft haar gezicht niet verwrongen. Het schot heeft haar achterhoofd geraakt, waarschijnlijk was zij onmiddellijk dood. Terwijl wij de lijken met de nationale vlag bedek ken, herinner ik mij plotseling waar ik het meisje heb ontmoet: zij was studen te aan de muziek-academie en ik hoorde haar op een schoolconcert viool spelen. Toen speelde zij Mendelssohn, nu nam de dood haar in bezit, maar met dezelf de glimlach op haar gezicht. Haar fijne hand, haar slanke vingers konden een geweer hanteren. In de pauze van het concert vertelde zij, dat zij reeds van haar vader vioollessen kreeg; nu heeft zij de laatste akkoorden met zich mee genomen en de snaren zullen nooit meer onder haar mooie vingers klinken. In deze wijk is geen gaaf 'huis te zien. Ruiten ontbreken overal, verdie pingen zijn ingestort, woningen uitge brand. Het hart van Boedapest, de voor de inwoners dierbare binnenstad, ver toont het beeld van oorlog. In de straten Sovjet-tanks en mitrailleurnesten. Hier en daar is het ratelen van de machine geweren der opstandelingen te horen. Nergens zijn AVH-mensen in uniform te zien. Zij hebben zich als burger ver kleed of politie-uniformen aangetrok ken. In de Vacistraat brandt een grote stapel vlugschriften en boeken van de uitgeverij „Horizont". De oplaaiende wind waait de portretten van Lenin en Stalin in de lucht. Het plein tegenover de Kettingbrug, voor het Academiege bouw en het Greshampaleis is vol met AVH-lieden. Zij hebben barricaden opgeworpen, men ziet slechts de loop van hun machinepistolen en geweren. In de portieken liggen lijken van revo lutionairen; de lijken van de Russen en AVH-lieden hebben zij vlug opgeruimd. Het plein voor het parlementsgebouw lijkt op het beeld van de Bartholomeus- nacht. Lijken, bloed en lichaamsdelen overal. Een onbeschrijfbaar vreselijk beeld. Vaders, moeders, broers en zus ters zijn wanhopig aan het zoeken naar hun familieleden. Wat AVH en Sovjets hier uitgericht hebben, zou de hele we reld moeten zien om zich van de ware gedaante van het Sovjetbewind een voorstelling te kunnen vormen. Wie dit gezien heeft kan misschien begrijpen wat in Boedapest is gebeurd. Overal langs de Donau Sovjet-tanks met vieze, smerige soldaten, in hun hand een machinepistool, in hun ogen angst. Bewind van massamoordenaars, dat een leger van tanks, kanonnen en soldaten heeft gemobiliseerd tegen jonge mensen, dat zonder aarzelen in de rij staande oude vrouwen en kinde ren heeft afgemaakt, dat bewind is bang? Toch, het gezicht van de solda ten verraadt angst. Misschien weten zij, dat zij bezig zijn één van de meest af schuwelijke massamoorden in de ge schiedenis te bedrijven. Velen van hen weten het zeker zeer goed, want hele groepen zijn reeds naar de opstande lingen overgelopen. Of zijn dat soms ook „fascisten"? Zijn zij soms ook „door de geestelijkheid misleid"? In Boeda pest is de communistische propaganda voorgoed failliet gegaan. Wij hebben er een verschrikkelijk grote prijs voor be taald. De allerbesten van de jeugd zijn gesneuveld en een groot aantal vluchtte naar het westen. Elke familie in Boedapest heeft tegen woordig haar doden, offers ter voor lichting van de wereld. We wisten van tevoren, dat we de strijd zouden ver liezen. Wie de landkaart kent, kon het tragische einde van deze gigantische strijd zien. Maar eindelijk moesten wij tonen, dat na tien jaar lang kwellend verlangen en ondanks vergeefs wachten op een wonder uit het westen, wij de ketenen willen afschudden, de ketenen, aan het smeden waarvan destijds ook het westen heeft meegewerkt. Wij wer den uitgeleverd aan de roden, een staat die gedurende eeuwen in de geschiede nis een bolwerk van het westen was, werd nu ten prooi gelegd aan de bar baren. Dierbare Nederlandse vriend, die ons zo hulpvaardig tracht te helpen, mis schien kom je eens naar Boedapest; maar ik waarschuw je, vraag nooit een Hongaarse moeder wat daar in de herfst van 1956 is gebeurd. Ik neem afscheid van je en ik dank je voor alles wat je in het belang van de Hongaren doet en nog zal doen, maar één ding vraag ik je: probeer hen niet te be grijpen; uit hun ogen glimlacht nooit meer de lente van Boedapest. L. P. NXXXXDOOCXDOOOOOOaOCOOOOOOOOOOCXD<X)OOOCOCXXXXXXXXX>OOOOOOOOOOOOOOOOOOCXXXX)OOOOOOOCOOOOOOOCOOOOOOOOCXX)OOOOOOOOOOOOOOOC Twee Engelse bergbeklimmers, Wilfred Noyce en David Cox, hebben de beklim ming van de ruim 7.000 meter hoge Macha- puchare in Nepal, 45 meter onder de top wegens slechte weersomstandigheden moe ten opgeven. Op 2 juni hadden zij dit punt bereikt, sneeuwstormen dwongen hen echter terug te keren tot ruim 6.400 meter en de vol gende dag tot 6.050 meter. In ijzige winden en sneeuwstormen bereikten zij op 5 juni het basiskamp. Vijf weken duurde de tocht van het basiskamp naar het punt, 45 meter onder de top. De terugweg legden zij echter in drie dagen af. Op de heenweg hadden zij over een afstand van 600 meter touwver- bindingen gemaakt. De top van de Machapuchare is nog nim mer bereikt. Hoewel Wilfred Noyce en David Cox hun voornemen op de top de Engelse vlak te planten, niet hebben kun nen volvoeren, zijn zij niet ontevreden over de afloop van de expeditie. Het begin: de regering had vergeefs het Hongaarse leger op de woedende betogers in Boedapest afgestuurd want het sloot zich aan bij de menigte en deelde zijn wapens uit. Tractors met opleggers en vrachtauto's vol fabrieks arbeiders reden op de avond van de 26ste oktober naar de plaatsen der be togingen en werden veelal onderweg door het leger van wapens voorzien. DJAKARTA (Reuter) President Su karno heeft verklaard dat met de instel ling van de nationale raad, Indonesië de fase van „geleide democratie" is binnen getreden. In een causerie, voor burger lijke en militaire autoriteiten in Madioen, noemde de president de nationale raad „een middenweg tussen het westerse stel sel en het communistische stelsel". De raad is niet een uitvloeisel van zijn be zoek aan de Sovjet-Unie en de Chinese volksrepubliek, zoals sommige mensen be weerden, doch het resultaat van lang durig nadenken, aldus Sukarno. Het be zoek aan de Sovjet-Unie en China had slechts de sluitsteen geleverd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 9