9 vilt fio.ooo- Een Spaanse Robin Hood Nieuwe wet ter bescherming van de pachters NESCAFÉ PRIJSVRAAG wéhsïj"aT Nederlands Kamerorkest met Hans Henkemans Blijf meester NAAIMACHINES Regeling voor een systematische prijsbeheers ing CQraatótoel CHoe is het ontstaan?^ 3 Ontrouw Oud en nieuw HOLLAND FESTIVAL ENGEL, Gr. Houtstr. 181, Tel. 14444 Hoge onderscheiding voor mr. C. W. Thöne Kerkelijk Nieuws Dit woord: SNEDIG WOENSDAG 26 JUNI 1957 In het jaarverslag van de ANWB worden sprekende cijfers over de Nederlandse verkeerssituatie aangevoerd als argument voor het pleidooi tot uitbreiding van het wegennet. Daarmee zal iedere weggebrui ker het eens kunnen zijn. De wegenbouw in ons land nu reeds duidelijk geremd door de bestedingsbeperking is een zeer belangrijke factor in het streven naar grotere verkeersveiligheid, die gezien de dodencijfers nog ver van het mini mum vereiste af is. Zeer bevreemdend echter is het, dat de ANWB zich uitdrukkelijk verklaart tegen beperking der snelheid in bebouwde kom men. Dit standpunt mag dan zijn ingege ven door het resultaat van statistische on derzoekingen, dat de oorzaak van verkeers ongevallen merendeels aan andere facto ren dan te grote snelheid heet toe te schrij ven, het is een standpunt dat allerminst strookt met het belang van de grote cate gorie der langzame weggebruikers, die het grootste aantal slachtoffers telt. De onbetrouwbaarheid van statistieken is trouwens algemeen bekend. In de om schrijving van de oorzaak der verkeers ongevallen ontbreekt vaak de eerste en elementaire aanleiding en wordt het zwaartepunt gelegd op de verkeersfóut. Doch dat die fout dikwijls onvermijdelijk was tengevolge van andere invloeden, wordt er niet bij weergegeven. Binnen be bouwde kommen wordt te hard gereden. Dat is een onweerlegbaar feit dat iedereen dagelijks kan constateren. Doch wanneer een voetganger wordt overreden door een snel naderbij razende auto, dan ligt de for mele fout volgens het proces-verbaal vaak bij het slachtoffer dat „niet voldoende heeft uitgekeken". En aldus komt het ongeval in de sta tistieken. Vrijwel alle beschaafde landen met druk motorisch verkeer hebben een snelheids beperking in de steden en zelfs buiten de bebouwde kom, die door de automobilis tenorganisaties volledig is aanvaard. Het wekt grote verwondering dat de ANWB, die toch een open oog pleegt ie hebben voor de eisen der verkeersveilig heid, zo oppervlakkig afgaat op statistisch materiaal. Maar het feit dat de ANWB in deze aangelegenheid volkomen vergeet, dat het belang van wielrijders en voetgangers een beperking der snelheden in bebouwde kommen uiterst noodzakelijk maakt, is nog des te verbazingwekkender wanneer men bedenkt, dat de ANWB de.... Algemene Nederlandse Wielrijders Bond is! De Bond is zijn oorspronkelijke leden wel zeer ontrouw geworden. En als men eenmaal bezig is over ver keersproblemen, komt men niet uitgepraat. Wie had kunnen denken dat de Chinezen ook met verkeersproblemen worstelen? Zo zelfs, dat zij barbaarse afbraakplannen koesteren en een eeuwenoud, wereldbe- faamd bouwwerk als de Chinese Muur willen slopen? Dit bericht gewerd ons uit Duitse bron, aangezien het door Duitse bezoekers van China werd vernomen. Het argument was, dat de Chinese Muur het verkeer in Peking belemmert. China staat dus met de rug tegen de Muur. Ziedaar. Zo moet het oude, zelfs het oer oude en algemeen als historisch waardevol erkende, plaatsmaken voor het nieuwe, dat „groeit in tal en last" en in onstuitbare vaart de wereld verovert. Dit Chinese vraagstuk illustreert een controverse van internationale orde: waar moet men heen met de zorgvuldig bewaarde schatten uit het verleden, met de bouwwerken, de smalle stegen, de stadspoorten, de bolwer ken, de ruïnes van historische betekenis, de hele erfenis van klein, pittoresk, intiem karakter, ons overgebleven uit rustiger tij den - is de strijd tussen oud en nieuw zo eenvoudig op te lossen dat men het nieuwe voorrang geeft en het oude ter dood ver oordeelt? Zo eenvoudig mag het niet zijn. Als wij de Chinezen konden adviseren, zouden wij hun de raad geven de mogelijkheid te be zien om het moderne verkeer met een tunnel onder de Muur door te leiden. Als wij de verkeersingenieurs in eigen land zouden mogen adviseren, zouden wij hun aanraden naarstig en met eerbied voor oude waarden te zoeken naar de best mogelijke synthese tussen oud en nieuw. Te zoeken naar een combinatie van ver keer en stedeschoon, waarin beide elemen ten worden gehonoreerd en elkander geen geweld aandoen. Het gaat thans om de erkenning, dat onze wereld niet enkel een wereld van snelheid en beweging is, doch ook een plaats om te wonen, om prettig te wonen; een plaats waar men, als men dat ver kiest, nog kan rusten. De mensheid heeft zich in de afgelopen eeuwen ingespannen om de middelen te vinden zo snel mogelijk vooruit te komen in de letterlijke zin. Nu moet zij beginnen zich te bekommeren om de mogelijkheid, rustig stil te staan. Van onze Kamerverslaggever) De bevolking in ons kleine land neemt steeds toe. Steden en dorpen groeien. De landbouwgrond is schaars in verhouding tot de grote vraag. Die wanverhouding tus sen vraag en aanbod zou kunnen leiden tot onverantwoord hoge pachtprijzen, waar door de toestand voor de pachters onbevredigend zou worden en de produktiekosten sterk zouden stijgen, zodat de landbouwprodukten zeer duur zouden worden. Nadat reeds in 1923 met de studie van dit probleem was begonnen, kwam in 1937 de Pacht wet tot stand, die aan de vrije vorming van de pachtprijzen paal en perk stelde. In 1941, in de bezettingstijd, werd de Pachtwet echter vervangen door het Pachtbesluit. Dit bezettingsrecht moet thans plaats maken voor een nieuwe wettelijke regeling. Met de behandeling van deze nieuwe wet heeft de Tweede Kamer een begin gemaakt. De grote moeilijkheid bij een systemati sche nrijsbeheersing ter bescherming van de pachter is het bepalen van de normen, die zowel voor de pachter als voor de eigenaar van de grond en de gebouwen redelijk zijn. Vlijt en beroepsbekwaamheid mogen geen invloed uitoefenen bij het bepalen van de pachtpriis. In het algemeen moet de pacht uitsluitend afhankelijk zijn van het bedrijfstype, de ligging en de kwali teit van grond en gebouwen. Uitgaande van deze en dergelijke overwegingen zijn diverse bedrijven en bedrijfsuitkomsten gecontroleerd om daardoor voor verschil lende gebieden en soorten van bedrijven tot pachtnormen te komen, die aankno pingspunten en steunpunten vormen voor de taxaties der Grondkamers, die de pacht overeenkomsten moeten goedkeuren en deze eventueel bindend kunnen wijzigen, rekening houdend met de redelijke belan gen van de verpachter. Prijsbeheersing De Pachtwet van 1937 verzette zich al leen tegen buitensporig hoge pachtprijzen. In het Pachtbesluit van 1941 was er reeds sprake van, dat beoordeeld moest worden of de netto-opbrengst bij een behoorlijk beheer de pachter een redelijke winst waarborgde. Maar een systematische prijsbeheersing volgens bepaalde normen wordt nu pas wettelijk geregeld. Die pachtprijsnormen zullen door de regering worden vastge steld na het inwinnen van advies van een commissie .waarin het gehele agrarische bedrijfsleven en de landeigenaren verte genwoordigd zullen zijn. Ook een aantal Het vliegdekschip „Karei Doorman" wordt bij Wilton Fijenoord in Schie dam ingrijpend veranderd. Het krijgt een nieuw vliegdek, waarop ook straal jagers kunnen opstijgen en landen en dat niet in de lengte-as van het schip ligt. Voor het lanceren van de vlieg tuigen wordt een stoomkatapult geïn stalleerd. De „Karei Doorman" krijgt ook een nieuwe schoorsteen, zoals men op deze foto ziet. onafhankelijke deskundigen zal er zitting in hebben. Deze commissie is verplicht het Landbouwschap te raadplegen. De Grondkamers krijgen de bevoegdheid meer gedetailleerde regelingen zo nodig streeksgewijs, vast te stellen. De minister van Landbouw moet deze goedkeuren ten einde de gewenste aanpassing van de nor men tussen de provincies te verzekeren. In het algemeen konden de Tweede Ka merleden zich met de strekking van de nieuwe wet verenigen. Dat zei de heer D r o e s e n (K.V.P.) en de heren Biewen- g a (A.R.) enDeRuiter (C.H.U.) betoog den, dat men oog moet hebben voor het gebrek aan cultuurgrond. Naar de mening van de heer Van D ij k (V.V.D.) kan de bescherming var de pachter niet worden gemist, maar men moet daarmee niet ver der gaan dan noodzakelijk is en verant woord is tegenover de verpachter. Hij vond, dat de balans wel iets doorslaat ten gunste van de pachter en tegen deze ver storing van het evenwicht had hij be> zwaren. Volledige instemming met de nieuwe pachtwet betuigde de heer E g a s (P.v.d. A.). Daarentegen vond de heer Kodde (S.G.P.) de nieuwe wet te socialistisch. Voordat de regering de pachtnormen vast stelt, wenste de heer B i e w e n g a (A.R.), dat deze worden voorgelegd aan de com missie van Landbouw uit de Tweede Ka mer, omdat het onmogelijk is daaromtrent thans reeds een inzicht te hebben. De heer D r o e se n (K.V.P.) diende een amende ment in volgens hetwelk het Landbouw' schap rechtstreeks over de pachtprijsnor men moet worden gehoord en niet via de advies-commissie. Sanering De dikwijls te geringe omvang van de bedrijven en het verspreid liggen van de stukken grond van één boer belemmeren vaak een economische exploitatie. Daar om bepaalt de nieuwe Pachtwet, dat de Grondkamers bij de beoordeling van de pachtovereenkomsten een verbetering van dergelijke toestanden dienen te bevorderen. Daartegen kwamen bezwaren van de heren Van Dij (V.V.D.), Biewenga (A.R.), De Ruiter (C.H.U.), Kodde (S.G.P.). De heer Droesen (K.V.P.) diende een amende ment in om de landbouwkundige toetsing door de Grondkamer alleen toe te passen om achteruitgang van de bestaande toe stand tegen te gaan. Alleen de heer E g a s (P.v.d.A.) stelde zich volledig achter de mogelijkheid bestaande situaties te verbe teren. Hij diende een amendement in tegen vergroting van reeds omvangrijke bedrij ven indien daardoor de kans op verbete ring van in de buurt liggende bedrijven zou worden geschaad. De zogenaamde po sitieve sanering werd ook onbillijk ge noemd omdat de landbouwkundige toet sing achterwege blijft in geval van ver erving van bloed- en aanverwanten. Dan wordt de bestaande pachtovereenkomst automatisch verlengd op naam van de op volger. Daartegen hadden de heren Van D ij k (V.V.D.) en D e R u i t e r (C.H.U.) be zwaar. omdat op die manier de pacht als het ware erfelijk wordt gemaakt, hetgeen een uitholling betekent van de particu liere eigendom. De verpachter moet bij overlijden van de pachter een ruimere keus hebben dan alleen in de familiekring van de overledene. Vandaag wordt het debat voortgezet. Er zijn reeds 29 amendementen ingediend. ADVERTENTIE dan sluit de inzending voor de grote Haai nog gauw een wedstrijdformulier bij Uw winkelier en post het UITERLIJK OP 30 JUNI aan prachtige prijzen De componist Joseph Hay den was ge durende zijn leven al een beroemde kun stenaar. Niet alleen in Oostenrijk en Hon garije, maar ook ver buiten deze gebieden was zijn kunst in Europa bekend en ge liefd. Zelfs in het nogal geïsoleerde Spanje was zijn naam doorgedrongen en werd zijn muziek gespeeld. De componist Luigi Boc- cherini, die in Spanje werkzaam was. schreef Hayden een brief om zijn bewon dering voor zijn muziek tot uitdrukking te brengen. Een ander bewijs voor de waar dering voor Hayden in het land van de Pyreneeën was de opdracht, die de com ponist van de domheer van Cadiz in 1785 ontving om voor de Goede Vrijdagdienst een reeks van zeven langzame stukken te componeren, waarvan de muziek een klan kenmeditatie zou zijn bij de zeven kruis woorden. Het ging hier dus om het schrij ven van een instrumentale passiemuziek met een liturgische functie. Het losmaken van die muziek van haar bestemming ter wille van een zelfstandige uitvoering zon der religieuze opzet en zonder associaties met de betreffende periode van het kerke lijk jaar is dus in wezen verkeerd en kan nooit de toehoorder de ervaring geven die Hayden bedoelde. Een dergelijke „losgemaakte" vertolking kon men dinsdagavond horen van het Ne derlands Kamerorkest, dat onder leiding van zijn dirigent 'Szymon Goldberg de mu ziek bij „Die sieben Worte des Erlösers" in de grote zaal van het Concertgebouw te Amsterdam tot uitvoering bracht. De zeven tot bezinning over de kruiswoorden stem mende fragmenten van het werk kregen hun plaats tussen een inleiding en een „Presto e con tutta la forza" als afsluiting Het zijn alle langzame gedeelten die oor spronkelijk nn een beschouwing van de priester over een kruiswoord afzonderlijk met de eigen intentie werden gespeeld Bij de uitvoering van dinsdag kwamen deze fragmenten zonder de bedoelde onderbre king, als een werk zonder gewenste con trasten, met een verlopen van de spanning als gevolg, niettegenstaande de zeer ver zorgde dynamisch toegespitste en ook ex pressieve uitvoering van deze mooie muziek, die wel een heel nauwkeurig beeld geeft van het muzikale ideaal, waar toe men in de tweede helft van de acht tiende eeuw voor kerkmuziek was ge komen. Zo kon de eerste helft van dit concert van het Holland Festival 1957 in beperkte mate voldoening geven. Maar na de pauze kreeg de avond een ander aspect. Toen kwam er muziek die in de concertzaal vol komen op haar plaats was en die zonder een problemen scheppende binding als die van „Die sieben Worte" aanvaard kon worden. Het eerste werk was een suite voor strijkorkest uit 1938 van Willem van Otterloo, ten dele muziek „pour faire plaisir" en verder om een lichte ontroering te schenken, klaar en helder opgezet en met een directe werking. Het Nederlands Kamerorkest speelde het beknopte werk voortreffelijk <_n hield daarmede een plei dooi voor een zorgvuldige voorbereiding, waarmede Szymon Goldberg als dirigent zijn hoogste troeven lijkt te kunnen uit spelen. De bekroning van de avond werd de vertolking van een vrij onbekend, maar verrukkelijk mooi Pianoconcert in Bes (K.V. 238) van W. A. Mozart, met de pianist Hans Henkemans als solist. Mozart was twintig jaar toen hij het schreef en met een groot meesterschap een wonder baarlijke schoonheid van melodie en har monie ontsloot in een zo evenwichtige vorm en in ideale klankentinten. De ver tolking van het concert door Hans Henke mans was magistraal. Uit zijn spel sprak een zeldzame gerichtheid tot Mozarts mu ziek: artistiek, menselijk en technisch. En dit bracht ook Mozarts muze in innig con tact met het gegrepen auditorium. De ca- denzen, die Henkemans voor dit concert componeerde, hadden van Mozart zelve kunnen zijn. Het geladen spel van de pianist inspi reerde Szymon Goldberg en het orkest in zijn symfonische bezetting tot een uitne mende begeleiding, waarvoor Hans Henke mans zijn erkentelijkheid nadrukkelijk heeft doen blijken. P. Zwaanswijk 4 DVERTENTIE over Uw zenuwen. Neem Mijnhardt's Zenuwtabletten WAT NükhaBPT MAAKT ISGOED tffe Gesprek Gisteren stond ik naast haar op de tram. Niet om aan te zien zó mager en bleek. Hij is ook een mooie. Hij zou 't mij niet moeten lappen; stejjefóór: zij op die woonschuit met vier kinderen en hij met dat mens En wat ziet-ie in d'rl Heb jij haar wel eens gezien Nee Nou Trouwens, die broer van 'mDie hele familie nou Wim ook? Wim helemadl. O ja? Zou je niet zeggen, hè? Ajjenum spreekt is het allemaal even fijn en heer achtig. Maar weet je dan niet van vorig jaar? Nee Nou, laat ik het je dan maar niet vertellen. In Amsterdam, in die tent op het Thorbeckeplein spreken ze d'r nóg over. D'r is politie aan te pas moeten ko men. En een méns. Om met geen tang Gunst, is die Wim óók zo. Had ik nooit kennedenke. Hij heeft wel iets in zijn ogen waar ik altijd van denk En dan Adriaan met dat briefje van duizend. Allemaal één pot nat. Die hele familie Maar behalve dan toch zeker Miep. O ja? Wat? Wou jij zeggen dat Miep Je hoort m ij niks zeggen Is er dan ook wat met haar? Ik zeg, je hoort m ij niks zeggen. Wat dan? Nee, ik wil de zegsman niet wezen. Wat dan? Ken jij die Kareltje van haar? Heb je die wel eens gezien? Is je dan helemaal niks opgevallen? Waf dan? Kèjje Koos? 'tuurlijk. Is het jou dan helemaal niet opge vallen dat dat Kareltje sprekend op Koos 'ijlct? Twee druppels water. Ja? Nee toch Je hoort mij niks zeggen. Lekker weer anders vandaag. Gaan jullie nog met vakantie? Naar Egmond. Met Tom en Thea. Wat zeg je me nou? Met Tom en Thea? Met Tom en Thea? Wèttan? Heb jij dat dan niet gehoord? Wdttan? Nou Elias ADVERTENTIE Alle merken, dus ruime keuze Oppervlakkig bezien zou je Antonio Trueba zijn vieren tachtig jaar beslist niet geven. Tot voor enkele jaren speelde hij regelmatig zijn partijtje tennis en wanneer hij thans zijn uitgestrekte olijfgaard af gaat, zit hij nog te paard als een jonge kerel. Hij spreekt echter met de bedachtzaam heid van de ouderdom en vindt zelf, dat hij langzamer hand zijn rust wel nodig heeft. Antonio had mij uitgeno digd een glas wijn met hem te drinken in een door dikke mu ren en kleine raamopeningen koel gehouden kamer van zijn huis. Het maakt deel uit van het dorp Carmona, dat even ten westen van Sevilla ligt. Hacienda de la Concepción staat met sierlijke krulletters op de toegangspoort. Trueba's voornaamste produkt is olij ven en zijn bedrijf mag met zijn 354 hectaren en 31.000 bo men gevoeglijk tot de eerste categorie worden gerekend, al is een tuin met een opper vlakte van zo'n 1400 hectaren in Spanje geen zeldzaamheid. De oude heer zat boordevol klachten. Een beetje wantrou wend moest ik denken aan de goedkope gemeenplaats, dat de boer altijd klaagt, maar nadat hij me bijzonderheden had verteld over de olijvencultuur kon ik me zijn zorgen best voorstellen. Dat hij aan de groene vruchtjes en passant een echte Velasquez heeft ver diend en dat voorts een paar levendige schetsen van Goya de wanden van het vertrek sieren, heb ik dan maar op de koop toegenomen. Vast staat, dat de soms ontstellende fluc tuaties in de oogstopbrengsten de olijfkweker voor typische moeilijkheden plaatst. „Als je eraan begint, weet Je moet het geld halen waar het te krijgen is, vond burge meester Agustin Sanchez Lopez-Conesa van Santisteban del Puerto en hij legde, zonder wettelijke basis, de rijke inwoners van zijn dorp een schatting op ten behoeve van de minst be deelden. je natuurlijk, dat er magere en vette jaren zullen komen", zei hij. „Er is een vaste afwis seling van grote en kleine oogsten, dat is nu eenmaal de aard van het produkt. Dan krijg je nog de tegenslag van het weer. Het is eigenlijk een wonder, dat de olijfboom juist zo goed gedijt in de stenige bodem van Andalusië, waar de zomers normaal toch al zeer droog zijn. Valt er dan eens helemaal of zo goed als geen regen en tref je dat in een jaar, dat je logischerwijze al de verwachting geeft van een mindere oogst, dan kun je je keel wel aan de kapstok hangen." Ik zag dat Antonio Trueba niet zo gauw doen, want zijn saldo op de bank in Sevilla mag er echt wel zijn, doch ik begreep zeer goed welke kata- strofale gevolgen een misoogst voor een hele streek kan heb ben. „Typische voorbeelden van grote verschillen in opbrengst zijn de jaren 1949 en 1950 ge weest", verduidelijkte de Spanjaard. „In 1949 haalde ik 550.000 kilogram, in 1950 maar even 100.000. Kunt u zich voorstellen wat dat uitmaakt voor de plukkers?" Dat kon ik. In de oogsttijd verzamelen de gezinnen zich in de olijfgaarden en werken systematisch de rijen bomen af. Er wordt per mand van 25 ^Hllll kilogram betaald en het is dus de kunst zo hard en zo lang mogelijk te werken. Daar het percentage analfabeten in Spanje nog altijd zeer hoog is, zeker op het platteland, is de boekhouding, waarop de we kelijkse afrekening gebaseerd wordt, even vernuftig als een voudig. Elk gezinshoofd ont vangt de helft van een over langs gespleten boomtak. Bij de inleveringsplaats hangen de andere helften op een rijtje aan een touw. Brengt men een mand binnen, dan worden de helften tegen elkaar gehouden en de opzichter maakt een kerfje in het hout, zodanig, dat beide gedeelten een kleine insnijding vertonen. Fraude of vergissingen zijn op die ma nier volkomen uitgesloten. Elk kerfje geeft recht op loon voor één mand. „Maar nog erger was 1946". vervolgde Trueba, nadat hij me nog eens had ingeschon ken. „Dat was het tweede jaar van een ontzettende droogte. Hebt u wel eens gehoord wat er toen in Santisteban del Puerto is gebeurd?" Ik moest mijn onwetendheid bekennen en mijn gastheer vertelde het bijna ongeloof lijke verhaal van Agustin Sanchez Lopez-Conesa, de toen dertigjarige burgemees ter van het plaatsje, die de problemen op een heel eigen manier oploste. ülfllllll De olijventeelt, de enige be- staansbron van het dorp. was mislukt. Zevenhonderd gezin nen gingen een herfst en win ter van onbeschrijfelijke ellen de tegemoet. Agustin Sanchez wist, dat er niet op steun van de regering te rekenen viel. Toen hij op een kwade dag het lijk van een de hongerdood gestorven landarbeider in een greppel vond, besloot hij te handelen. Persoonlijk bezocht hij alle rijke kwekers van Santisteban. Hij legde hen de situatie voor en vroeg een „vrijwillige bij drage". Aan het hoofd van de lijst stond hijzelf met een gift van tweeduizend pesetas. Som migen volgden zijn voorbeeld, anderen weigerden. Met deze onwilligen wist Agustin wel raad: met een karakteristieke minachting voor het schone begrip van rechtszekerheid stopte hij hen in de cel, tot zij hadden toegegeven. Deze inzameling liet hij vol gen door speciale belastingen op luxe. De gelden stroomden binnen en spoedig konden vierduizend bewoners van het dorp élke dag aan gratis maal tijden worden geholpen. Daar mee niet tevreden, breidde hij de bemoeiingen van het fonds uit, waardoor Santisteban in het trots bezit kwam van een beter rioleringsstelsel, een re creatiegebouw voor arbeiders en een nieuw altaar voor de plaatselijke kerk. Tenslotte werd er een film gemaakt van het „welvaartsplan", waar door er nog meer pesetas in de dorpsschatkist vloeiden. Het ging allemaal te goed om altijd te duren. In 1949 werd Don Agustin door een kweker, die eertijds in de ge vangenis murw was gemaakt, aangeklaagd wegens onwettige belastingheffing. De hoge he ren in Madrid namen hun tijd om de zaak te bestuderen vijf jaar en moesten toen tot hun leedwezen concluderen dat de burgemeester inder daad fout zat. Hij werd ver oordeeld tot een maand en een dag gevangenisstraf, een boete van 1580 pesetas en bovendien moest hij ervoor zorgen, dat elke centavo van de afgeperste 604.367 pesetas aan de recht matige eigenaars werd terug gegeven. Agustin behield zijn tegen woordigheid van geest. Over leg met zijn advocaat bracht aan het licht, dat er een mi nieme juridische vergissing in de aanklacht was geslopen. Hierop wi rp de rechtskundige zich in hoger beroep met al zijn Latijns enthousiasme en warempel, de Hoge Raad gaf hem gelijk. De jonge burge meester is nu van alle blaam gezuiverd, daar zijn hande lingen „hem werden ingege ven door de enige wens de ontzaglijke problemen van de aan zijn zorgen toevertrouwde gemeenschap tot een oplossing te brengen." Antonio Trueba glimlachte fijntjes, toen hij me deze apo theose te slikken gaf. Hij keek met welgevallen naar zijn Ve lasquez en vulde mijn glas voor de laatste maal. Was hij in zijn hart blij, dat zijn dorp geen burgemeester had als Don Agustin? J. J. F. Kemming m Bij zijn afscheid als voorzitter der Tarief commissie Mr. C. W. Thöne te Bloemendaal, sinds 1939 voorzitter van de Tariefcommisslé, waarvan hjj in 1935 reeds ondervoorzitter werd, heeft wegens zijn aftreden als zo danig afscheid genomen van de leden van dit college en van een aantal fiscale autori teiten. Tijdens een druk bezochte receptie in de raadzaal van het college te Amsterdam heeft de regeringscommissaris voor de be lastingen, dr. W. H. van den Berg, de af tredende functionaris medegedeeld dat de Koningin hem heeft benoemd tot comman deur in de orde van Oranje Nassau. Dr. Van den Berge bood hem de ver sierselen bij deze onderscheiding aan en memoreerde het belang van de Tariefcom missie, de hoogste rechter op een breed belastinggebied, met name de omzetbelas ting en de invoerrechten. Voorts spraken de ondervoorzitter der Tariefcommissie, mr. A. C. N. P. Ruys, en de eerste secretaris, mr. J. C. C. W. Hijsze- ler, waarna de aftredende voorzitter een dankwoord sprak. Hij gaf daarin te ken nen dat hij de hem verleende hoge onder scheiding niet beschouwde als een, die hem persoonlijk was verleend, maar als een die was gegeven aan de Tariefcommissie als geheel, een college met een verantwoorde lijke en moeilijke taak, welke ondermeer bestaat in het geven van richtlijnen aan de belastingadministratie en de contribuabe- len in een vaste jurisprudentie. Hij dankte het secretariaat der Tarief commissie voor de steun daarbij verleend en gaf, zich richtend tot de aanwezige in specteurs, als zijn oordeel dat dezen blijk hebben gegeven dat zij niet lichtvaardig aanslagen bleken op te leggen, maar objec tief de positie van de belastingplichtigen beoordelen. Ned. Herv. Kerk Beroepen te Hoogkarspel (toez.) W. R. van der Zee, vicaris te 's-Gravenhage. Bedankt voor Bredevoort (toez.) Ph. J. Stoutjesdijk te Lobith; voor Waarder G. H. van Kooten te Genemuiden. Geref. Kerken Beroepen te Avereest H. Dijkstra te Oosterend (Fr.). Geref. Kerken art. 31 K.O. Aangenomen naar Uithuizen H. G. Schaef- fer, kand. te Groningen. Evang. Luth. Kerk Drietal te Haarlem (vac. wijlen W. Spliethoff): L. G. Chr. Grabant te Leeu warden, H. Johannes te Middelburg-Vlis- singen en P. H. G. C. Kok te Weesp. Snedig is natuurlijk een afleiding van snede en snede hangt samen met het werkwoord snijden. De eigenlijke betekenis van snedig is dan ook: goed snijdend, scherp. Vondel zegt: Het sne- digh kouter glimt en glijt door vette klay. Daarna gebruikte men het ook van schepen in de zin van: goed door het water snijdend, snel zeilend. Ver volgens bezigde men het van het men selijk verstand en kreeg het dus de betekenis: schrander. Thans komt het eigenlijk alleen nog voor in: een snedig antwoord, een snedige opmerking. Het kan dan weergegeven worden door: ge- ^vat, geestig. j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 5