9
vilt
fio.ooo-
Een Spaanse Robin Hood
Nieuwe wet ter bescherming
van de pachters
NESCAFÉ
PRIJSVRAAG
wéhsïj"aT
Nederlands Kamerorkest
met Hans Henkemans
Blijf meester
NAAIMACHINES
Regeling voor een systematische
prijsbeheers ing
CQraatótoel
CHoe is het ontstaan?^
3
Ontrouw
Oud en nieuw
HOLLAND FESTIVAL
ENGEL, Gr. Houtstr. 181, Tel. 14444
Hoge onderscheiding voor
mr. C. W. Thöne
Kerkelijk Nieuws
Dit woord: SNEDIG
WOENSDAG 26 JUNI 1957
In het jaarverslag van de ANWB worden
sprekende cijfers over de Nederlandse
verkeerssituatie aangevoerd als argument
voor het pleidooi tot uitbreiding van het
wegennet. Daarmee zal iedere weggebrui
ker het eens kunnen zijn. De wegenbouw
in ons land nu reeds duidelijk geremd
door de bestedingsbeperking is een
zeer belangrijke factor in het streven naar
grotere verkeersveiligheid, die gezien
de dodencijfers nog ver van het mini
mum vereiste af is.
Zeer bevreemdend echter is het, dat de
ANWB zich uitdrukkelijk verklaart tegen
beperking der snelheid in bebouwde kom
men. Dit standpunt mag dan zijn ingege
ven door het resultaat van statistische on
derzoekingen, dat de oorzaak van verkeers
ongevallen merendeels aan andere facto
ren dan te grote snelheid heet toe te schrij
ven, het is een standpunt dat allerminst
strookt met het belang van de grote cate
gorie der langzame weggebruikers, die het
grootste aantal slachtoffers telt.
De onbetrouwbaarheid van statistieken
is trouwens algemeen bekend. In de om
schrijving van de oorzaak der verkeers
ongevallen ontbreekt vaak de eerste en
elementaire aanleiding en wordt het
zwaartepunt gelegd op de verkeersfóut.
Doch dat die fout dikwijls onvermijdelijk
was tengevolge van andere invloeden,
wordt er niet bij weergegeven. Binnen be
bouwde kommen wordt te hard gereden.
Dat is een onweerlegbaar feit dat iedereen
dagelijks kan constateren. Doch wanneer
een voetganger wordt overreden door een
snel naderbij razende auto, dan ligt de for
mele fout volgens het proces-verbaal vaak
bij het slachtoffer dat „niet voldoende
heeft uitgekeken".
En aldus komt het ongeval in de sta
tistieken.
Vrijwel alle beschaafde landen met druk
motorisch verkeer hebben een snelheids
beperking in de steden en zelfs buiten de
bebouwde kom, die door de automobilis
tenorganisaties volledig is aanvaard.
Het wekt grote verwondering dat de
ANWB, die toch een open oog pleegt ie
hebben voor de eisen der verkeersveilig
heid, zo oppervlakkig afgaat op statistisch
materiaal. Maar het feit dat de ANWB in
deze aangelegenheid volkomen vergeet, dat
het belang van wielrijders en voetgangers
een beperking der snelheden in bebouwde
kommen uiterst noodzakelijk maakt, is nog
des te verbazingwekkender wanneer men
bedenkt, dat de ANWB de.... Algemene
Nederlandse Wielrijders Bond is!
De Bond is zijn oorspronkelijke leden
wel zeer ontrouw geworden.
En als men eenmaal bezig is over ver
keersproblemen, komt men niet uitgepraat.
Wie had kunnen denken dat de Chinezen
ook met verkeersproblemen worstelen? Zo
zelfs, dat zij barbaarse afbraakplannen
koesteren en een eeuwenoud, wereldbe-
faamd bouwwerk als de Chinese Muur
willen slopen?
Dit bericht gewerd ons uit Duitse bron,
aangezien het door Duitse bezoekers van
China werd vernomen. Het argument was,
dat de Chinese Muur het verkeer in Peking
belemmert. China staat dus met de rug
tegen de Muur.
Ziedaar. Zo moet het oude, zelfs het oer
oude en algemeen als historisch waardevol
erkende, plaatsmaken voor het nieuwe, dat
„groeit in tal en last" en in onstuitbare
vaart de wereld verovert. Dit Chinese
vraagstuk illustreert een controverse van
internationale orde: waar moet men heen
met de zorgvuldig bewaarde schatten uit
het verleden, met de bouwwerken, de
smalle stegen, de stadspoorten, de bolwer
ken, de ruïnes van historische betekenis,
de hele erfenis van klein, pittoresk, intiem
karakter, ons overgebleven uit rustiger tij
den - is de strijd tussen oud en nieuw zo
eenvoudig op te lossen dat men het nieuwe
voorrang geeft en het oude ter dood ver
oordeelt?
Zo eenvoudig mag het niet zijn. Als wij
de Chinezen konden adviseren, zouden wij
hun de raad geven de mogelijkheid te be
zien om het moderne verkeer met een
tunnel onder de Muur door te leiden. Als
wij de verkeersingenieurs in eigen land
zouden mogen adviseren, zouden wij hun
aanraden naarstig en met eerbied voor
oude waarden te zoeken naar de best
mogelijke synthese tussen oud en nieuw.
Te zoeken naar een combinatie van ver
keer en stedeschoon, waarin beide elemen
ten worden gehonoreerd en elkander geen
geweld aandoen.
Het gaat thans om de erkenning, dat
onze wereld niet enkel een wereld van
snelheid en beweging is, doch ook een
plaats om te wonen, om prettig te wonen;
een plaats waar men, als men dat ver
kiest, nog kan rusten.
De mensheid heeft zich in de afgelopen
eeuwen ingespannen om de middelen te
vinden zo snel mogelijk vooruit te komen
in de letterlijke zin. Nu moet zij beginnen
zich te bekommeren om de mogelijkheid,
rustig stil te staan.
Van onze Kamerverslaggever)
De bevolking in ons kleine land neemt steeds toe. Steden en dorpen groeien. De
landbouwgrond is schaars in verhouding tot de grote vraag. Die wanverhouding tus
sen vraag en aanbod zou kunnen leiden tot onverantwoord hoge pachtprijzen, waar
door de toestand voor de pachters onbevredigend zou worden en de produktiekosten
sterk zouden stijgen, zodat de landbouwprodukten zeer duur zouden worden. Nadat
reeds in 1923 met de studie van dit probleem was begonnen, kwam in 1937 de Pacht
wet tot stand, die aan de vrije vorming van de pachtprijzen paal en perk stelde. In
1941, in de bezettingstijd, werd de Pachtwet echter vervangen door het Pachtbesluit.
Dit bezettingsrecht moet thans plaats maken voor een nieuwe wettelijke regeling.
Met de behandeling van deze nieuwe wet heeft de Tweede Kamer een begin gemaakt.
De grote moeilijkheid bij een systemati
sche nrijsbeheersing ter bescherming van
de pachter is het bepalen van de normen,
die zowel voor de pachter als voor de
eigenaar van de grond en de gebouwen
redelijk zijn.
Vlijt en beroepsbekwaamheid mogen
geen invloed uitoefenen bij het bepalen
van de pachtpriis. In het algemeen moet
de pacht uitsluitend afhankelijk zijn van
het bedrijfstype, de ligging en de kwali
teit van grond en gebouwen. Uitgaande
van deze en dergelijke overwegingen zijn
diverse bedrijven en bedrijfsuitkomsten
gecontroleerd om daardoor voor verschil
lende gebieden en soorten van bedrijven
tot pachtnormen te komen, die aankno
pingspunten en steunpunten vormen voor
de taxaties der Grondkamers, die de pacht
overeenkomsten moeten goedkeuren en
deze eventueel bindend kunnen wijzigen,
rekening houdend met de redelijke belan
gen van de verpachter.
Prijsbeheersing
De Pachtwet van 1937 verzette zich al
leen tegen buitensporig hoge pachtprijzen.
In het Pachtbesluit van 1941 was er reeds
sprake van, dat beoordeeld moest worden
of de netto-opbrengst bij een behoorlijk
beheer de pachter een redelijke winst
waarborgde.
Maar een systematische prijsbeheersing
volgens bepaalde normen wordt nu pas
wettelijk geregeld. Die pachtprijsnormen
zullen door de regering worden vastge
steld na het inwinnen van advies van een
commissie .waarin het gehele agrarische
bedrijfsleven en de landeigenaren verte
genwoordigd zullen zijn. Ook een aantal
Het vliegdekschip „Karei Doorman"
wordt bij Wilton Fijenoord in Schie
dam ingrijpend veranderd. Het krijgt
een nieuw vliegdek, waarop ook straal
jagers kunnen opstijgen en landen en
dat niet in de lengte-as van het schip
ligt. Voor het lanceren van de vlieg
tuigen wordt een stoomkatapult geïn
stalleerd. De „Karei Doorman" krijgt
ook een nieuwe schoorsteen, zoals men
op deze foto ziet.
onafhankelijke deskundigen zal er zitting
in hebben. Deze commissie is verplicht het
Landbouwschap te raadplegen.
De Grondkamers krijgen de bevoegdheid
meer gedetailleerde regelingen zo nodig
streeksgewijs, vast te stellen. De minister
van Landbouw moet deze goedkeuren ten
einde de gewenste aanpassing van de nor
men tussen de provincies te verzekeren.
In het algemeen konden de Tweede Ka
merleden zich met de strekking van de
nieuwe wet verenigen. Dat zei de heer
D r o e s e n (K.V.P.) en de heren Biewen-
g a (A.R.) enDeRuiter (C.H.U.) betoog
den, dat men oog moet hebben voor het
gebrek aan cultuurgrond. Naar de mening
van de heer Van D ij k (V.V.D.) kan de
bescherming var de pachter niet worden
gemist, maar men moet daarmee niet ver
der gaan dan noodzakelijk is en verant
woord is tegenover de verpachter. Hij
vond, dat de balans wel iets doorslaat ten
gunste van de pachter en tegen deze ver
storing van het evenwicht had hij be>
zwaren.
Volledige instemming met de nieuwe
pachtwet betuigde de heer E g a s (P.v.d.
A.). Daarentegen vond de heer Kodde
(S.G.P.) de nieuwe wet te socialistisch.
Voordat de regering de pachtnormen vast
stelt, wenste de heer B i e w e n g a (A.R.),
dat deze worden voorgelegd aan de com
missie van Landbouw uit de Tweede Ka
mer, omdat het onmogelijk is daaromtrent
thans reeds een inzicht te hebben. De heer
D r o e se n (K.V.P.) diende een amende
ment in volgens hetwelk het Landbouw'
schap rechtstreeks over de pachtprijsnor
men moet worden gehoord en niet via de
advies-commissie.
Sanering
De dikwijls te geringe omvang van de
bedrijven en het verspreid liggen van de
stukken grond van één boer belemmeren
vaak een economische exploitatie. Daar
om bepaalt de nieuwe Pachtwet, dat de
Grondkamers bij de beoordeling van de
pachtovereenkomsten een verbetering van
dergelijke toestanden dienen te bevorderen.
Daartegen kwamen bezwaren van de
heren Van Dij (V.V.D.), Biewenga (A.R.),
De Ruiter (C.H.U.), Kodde (S.G.P.). De heer
Droesen (K.V.P.) diende een amende
ment in om de landbouwkundige toetsing
door de Grondkamer alleen toe te passen
om achteruitgang van de bestaande toe
stand tegen te gaan. Alleen de heer E g a s
(P.v.d.A.) stelde zich volledig achter de
mogelijkheid bestaande situaties te verbe
teren. Hij diende een amendement in tegen
vergroting van reeds omvangrijke bedrij
ven indien daardoor de kans op verbete
ring van in de buurt liggende bedrijven
zou worden geschaad. De zogenaamde po
sitieve sanering werd ook onbillijk ge
noemd omdat de landbouwkundige toet
sing achterwege blijft in geval van ver
erving van bloed- en aanverwanten. Dan
wordt de bestaande pachtovereenkomst
automatisch verlengd op naam van de op
volger. Daartegen hadden de heren Van
D ij k (V.V.D.) en D e R u i t e r (C.H.U.) be
zwaar. omdat op die manier de pacht als
het ware erfelijk wordt gemaakt, hetgeen
een uitholling betekent van de particu
liere eigendom. De verpachter moet bij
overlijden van de pachter een ruimere
keus hebben dan alleen in de familiekring
van de overledene.
Vandaag wordt het debat voortgezet. Er
zijn reeds 29 amendementen ingediend.
ADVERTENTIE
dan sluit de inzending voor de grote
Haai nog gauw een wedstrijdformulier bij Uw
winkelier en post het
UITERLIJK OP 30 JUNI
aan prachtige prijzen
De componist Joseph Hay den was ge
durende zijn leven al een beroemde kun
stenaar. Niet alleen in Oostenrijk en Hon
garije, maar ook ver buiten deze gebieden
was zijn kunst in Europa bekend en ge
liefd. Zelfs in het nogal geïsoleerde Spanje
was zijn naam doorgedrongen en werd zijn
muziek gespeeld. De componist Luigi Boc-
cherini, die in Spanje werkzaam was.
schreef Hayden een brief om zijn bewon
dering voor zijn muziek tot uitdrukking te
brengen. Een ander bewijs voor de waar
dering voor Hayden in het land van de
Pyreneeën was de opdracht, die de com
ponist van de domheer van Cadiz in 1785
ontving om voor de Goede Vrijdagdienst
een reeks van zeven langzame stukken te
componeren, waarvan de muziek een klan
kenmeditatie zou zijn bij de zeven kruis
woorden. Het ging hier dus om het schrij
ven van een instrumentale passiemuziek
met een liturgische functie. Het losmaken
van die muziek van haar bestemming ter
wille van een zelfstandige uitvoering zon
der religieuze opzet en zonder associaties
met de betreffende periode van het kerke
lijk jaar is dus in wezen verkeerd en kan
nooit de toehoorder de ervaring geven die
Hayden bedoelde.
Een dergelijke „losgemaakte" vertolking
kon men dinsdagavond horen van het Ne
derlands Kamerorkest, dat onder leiding
van zijn dirigent 'Szymon Goldberg de mu
ziek bij „Die sieben Worte des Erlösers"
in de grote zaal van het Concertgebouw te
Amsterdam tot uitvoering bracht. De zeven
tot bezinning over de kruiswoorden stem
mende fragmenten van het werk kregen
hun plaats tussen een inleiding en een
„Presto e con tutta la forza" als afsluiting
Het zijn alle langzame gedeelten die oor
spronkelijk nn een beschouwing van de
priester over een kruiswoord afzonderlijk
met de eigen intentie werden gespeeld Bij
de uitvoering van dinsdag kwamen deze
fragmenten zonder de bedoelde onderbre
king, als een werk zonder gewenste con
trasten, met een verlopen van de spanning
als gevolg, niettegenstaande de zeer ver
zorgde dynamisch toegespitste en ook ex
pressieve uitvoering van deze mooie
muziek, die wel een heel nauwkeurig
beeld geeft van het muzikale ideaal, waar
toe men in de tweede helft van de acht
tiende eeuw voor kerkmuziek was ge
komen.
Zo kon de eerste helft van dit concert
van het Holland Festival 1957 in beperkte
mate voldoening geven. Maar na de pauze
kreeg de avond een ander aspect. Toen
kwam er muziek die in de concertzaal vol
komen op haar plaats was en die zonder
een problemen scheppende binding als die
van „Die sieben Worte" aanvaard kon
worden. Het eerste werk was een suite
voor strijkorkest uit 1938 van Willem van
Otterloo, ten dele muziek „pour faire
plaisir" en verder om een lichte ontroering
te schenken, klaar en helder opgezet en
met een directe werking. Het Nederlands
Kamerorkest speelde het beknopte werk
voortreffelijk <_n hield daarmede een plei
dooi voor een zorgvuldige voorbereiding,
waarmede Szymon Goldberg als dirigent
zijn hoogste troeven lijkt te kunnen uit
spelen.
De bekroning van de avond werd de
vertolking van een vrij onbekend, maar
verrukkelijk mooi Pianoconcert in Bes
(K.V. 238) van W. A. Mozart, met de
pianist Hans Henkemans als solist. Mozart
was twintig jaar toen hij het schreef en
met een groot meesterschap een wonder
baarlijke schoonheid van melodie en har
monie ontsloot in een zo evenwichtige
vorm en in ideale klankentinten. De ver
tolking van het concert door Hans Henke
mans was magistraal. Uit zijn spel sprak
een zeldzame gerichtheid tot Mozarts mu
ziek: artistiek, menselijk en technisch. En
dit bracht ook Mozarts muze in innig con
tact met het gegrepen auditorium. De ca-
denzen, die Henkemans voor dit concert
componeerde, hadden van Mozart zelve
kunnen zijn.
Het geladen spel van de pianist inspi
reerde Szymon Goldberg en het orkest in
zijn symfonische bezetting tot een uitne
mende begeleiding, waarvoor Hans Henke
mans zijn erkentelijkheid nadrukkelijk
heeft doen blijken.
P. Zwaanswijk
4 DVERTENTIE
over Uw zenuwen. Neem
Mijnhardt's Zenuwtabletten
WAT NükhaBPT MAAKT ISGOED
tffe
Gesprek
Gisteren stond ik naast haar op de
tram. Niet om aan te zien zó mager en
bleek.
Hij is ook een mooie. Hij zou 't mij
niet moeten lappen; stejjefóór: zij op die
woonschuit met vier kinderen en hij met
dat mens
En wat ziet-ie in d'rl Heb jij haar
wel eens gezien
Nee
Nou
Trouwens, die broer van 'mDie
hele familie nou
Wim ook?
Wim helemadl.
O ja?
Zou je niet zeggen, hè? Ajjenum
spreekt is het allemaal even fijn en heer
achtig. Maar weet je dan niet van vorig
jaar?
Nee
Nou, laat ik het je dan maar niet
vertellen. In Amsterdam, in die tent op
het Thorbeckeplein spreken ze d'r nóg
over. D'r is politie aan te pas moeten ko
men. En een méns. Om met geen tang
Gunst, is die Wim óók zo. Had ik
nooit kennedenke. Hij heeft wel iets in
zijn ogen waar ik altijd van denk
En dan Adriaan met dat briefje van
duizend. Allemaal één pot nat. Die hele
familie
Maar behalve dan toch zeker Miep.
O ja?
Wat? Wou jij zeggen dat Miep
Je hoort m ij niks zeggen
Is er dan ook wat met haar?
Ik zeg, je hoort m ij niks zeggen.
Wat dan?
Nee, ik wil de zegsman niet wezen.
Wat dan?
Ken jij die Kareltje van haar? Heb
je die wel eens gezien? Is je dan helemaal
niks opgevallen?
Waf dan?
Kèjje Koos?
'tuurlijk.
Is het jou dan helemaal niet opge
vallen dat dat Kareltje sprekend op Koos
'ijlct? Twee druppels water.
Ja? Nee toch
Je hoort mij niks zeggen.
Lekker weer anders vandaag.
Gaan jullie nog met vakantie?
Naar Egmond. Met Tom en Thea.
Wat zeg je me nou? Met Tom en
Thea? Met Tom en Thea?
Wèttan?
Heb jij dat dan niet gehoord?
Wdttan?
Nou
Elias
ADVERTENTIE
Alle merken, dus ruime keuze
Oppervlakkig bezien zou je
Antonio Trueba zijn vieren
tachtig jaar beslist niet geven.
Tot voor enkele jaren speelde
hij regelmatig zijn partijtje
tennis en wanneer hij thans
zijn uitgestrekte olijfgaard af
gaat, zit hij nog te paard als
een jonge kerel. Hij spreekt
echter met de bedachtzaam
heid van de ouderdom en
vindt zelf, dat hij langzamer
hand zijn rust wel nodig heeft.
Antonio had mij uitgeno
digd een glas wijn met hem te
drinken in een door dikke mu
ren en kleine raamopeningen
koel gehouden kamer van zijn
huis. Het maakt deel uit van
het dorp Carmona, dat even
ten westen van Sevilla ligt.
Hacienda de la Concepción
staat met sierlijke krulletters
op de toegangspoort. Trueba's
voornaamste produkt is olij
ven en zijn bedrijf mag met
zijn 354 hectaren en 31.000 bo
men gevoeglijk tot de eerste
categorie worden gerekend, al
is een tuin met een opper
vlakte van zo'n 1400 hectaren
in Spanje geen zeldzaamheid.
De oude heer zat boordevol
klachten. Een beetje wantrou
wend moest ik denken aan de
goedkope gemeenplaats, dat de
boer altijd klaagt, maar nadat
hij me bijzonderheden had
verteld over de olijvencultuur
kon ik me zijn zorgen best
voorstellen. Dat hij aan de
groene vruchtjes en passant
een echte Velasquez heeft ver
diend en dat voorts een paar
levendige schetsen van Goya
de wanden van het vertrek
sieren, heb ik dan maar op de
koop toegenomen. Vast staat,
dat de soms ontstellende fluc
tuaties in de oogstopbrengsten
de olijfkweker voor typische
moeilijkheden plaatst.
„Als je eraan begint, weet
Je moet het geld halen waar het te krijgen is, vond burge
meester Agustin Sanchez Lopez-Conesa van Santisteban del
Puerto en hij legde, zonder wettelijke basis, de rijke inwoners
van zijn dorp een schatting op ten behoeve van de minst be
deelden.
je natuurlijk, dat er magere
en vette jaren zullen komen",
zei hij. „Er is een vaste afwis
seling van grote en kleine
oogsten, dat is nu eenmaal de
aard van het produkt. Dan
krijg je nog de tegenslag van
het weer. Het is eigenlijk een
wonder, dat de olijfboom juist
zo goed gedijt in de stenige
bodem van Andalusië, waar
de zomers normaal toch al
zeer droog zijn. Valt er dan
eens helemaal of zo goed als
geen regen en tref je dat in
een jaar, dat je logischerwijze
al de verwachting geeft van
een mindere oogst, dan kun je
je keel wel aan de kapstok
hangen."
Ik zag dat Antonio Trueba
niet zo gauw doen, want zijn
saldo op de bank in Sevilla
mag er echt wel zijn, doch ik
begreep zeer goed welke kata-
strofale gevolgen een misoogst
voor een hele streek kan heb
ben.
„Typische voorbeelden van
grote verschillen in opbrengst
zijn de jaren 1949 en 1950 ge
weest", verduidelijkte de
Spanjaard. „In 1949 haalde ik
550.000 kilogram, in 1950 maar
even 100.000. Kunt u zich
voorstellen wat dat uitmaakt
voor de plukkers?"
Dat kon ik. In de oogsttijd
verzamelen de gezinnen zich
in de olijfgaarden en werken
systematisch de rijen bomen
af. Er wordt per mand van 25
^Hllll
kilogram betaald en het is dus
de kunst zo hard en zo lang
mogelijk te werken. Daar het
percentage analfabeten in
Spanje nog altijd zeer hoog is,
zeker op het platteland, is de
boekhouding, waarop de we
kelijkse afrekening gebaseerd
wordt, even vernuftig als een
voudig. Elk gezinshoofd ont
vangt de helft van een over
langs gespleten boomtak. Bij
de inleveringsplaats hangen de
andere helften op een rijtje
aan een touw. Brengt men een
mand binnen, dan worden de
helften tegen elkaar gehouden
en de opzichter maakt een
kerfje in het hout, zodanig,
dat beide gedeelten een kleine
insnijding vertonen. Fraude of
vergissingen zijn op die ma
nier volkomen uitgesloten. Elk
kerfje geeft recht op loon
voor één mand.
„Maar nog erger was 1946".
vervolgde Trueba, nadat hij
me nog eens had ingeschon
ken. „Dat was het tweede jaar
van een ontzettende droogte.
Hebt u wel eens gehoord wat
er toen in Santisteban del
Puerto is gebeurd?"
Ik moest mijn onwetendheid
bekennen en mijn gastheer
vertelde het bijna ongeloof
lijke verhaal van Agustin
Sanchez Lopez-Conesa, de
toen dertigjarige burgemees
ter van het plaatsje, die de
problemen op een heel eigen
manier oploste.
ülfllllll
De olijventeelt, de enige be-
staansbron van het dorp. was
mislukt. Zevenhonderd gezin
nen gingen een herfst en win
ter van onbeschrijfelijke ellen
de tegemoet. Agustin Sanchez
wist, dat er niet op steun van
de regering te rekenen viel.
Toen hij op een kwade dag het
lijk van een de hongerdood
gestorven landarbeider in een
greppel vond, besloot hij te
handelen.
Persoonlijk bezocht hij alle
rijke kwekers van Santisteban.
Hij legde hen de situatie voor
en vroeg een „vrijwillige bij
drage". Aan het hoofd van de
lijst stond hijzelf met een gift
van tweeduizend pesetas. Som
migen volgden zijn voorbeeld,
anderen weigerden. Met deze
onwilligen wist Agustin wel
raad: met een karakteristieke
minachting voor het schone
begrip van rechtszekerheid
stopte hij hen in de cel, tot zij
hadden toegegeven.
Deze inzameling liet hij vol
gen door speciale belastingen
op luxe. De gelden stroomden
binnen en spoedig konden
vierduizend bewoners van het
dorp élke dag aan gratis maal
tijden worden geholpen. Daar
mee niet tevreden, breidde hij
de bemoeiingen van het fonds
uit, waardoor Santisteban in
het trots bezit kwam van een
beter rioleringsstelsel, een re
creatiegebouw voor arbeiders
en een nieuw altaar voor de
plaatselijke kerk. Tenslotte
werd er een film gemaakt van
het „welvaartsplan", waar
door er nog meer pesetas in
de dorpsschatkist vloeiden.
Het ging allemaal te goed
om altijd te duren. In 1949
werd Don Agustin door een
kweker, die eertijds in de ge
vangenis murw was gemaakt,
aangeklaagd wegens onwettige
belastingheffing. De hoge he
ren in Madrid namen hun tijd
om de zaak te bestuderen
vijf jaar en moesten toen
tot hun leedwezen concluderen
dat de burgemeester inder
daad fout zat. Hij werd ver
oordeeld tot een maand en een
dag gevangenisstraf, een boete
van 1580 pesetas en bovendien
moest hij ervoor zorgen, dat
elke centavo van de afgeperste
604.367 pesetas aan de recht
matige eigenaars werd terug
gegeven.
Agustin behield zijn tegen
woordigheid van geest. Over
leg met zijn advocaat bracht
aan het licht, dat er een mi
nieme juridische vergissing in
de aanklacht was geslopen.
Hierop wi rp de rechtskundige
zich in hoger beroep met al
zijn Latijns enthousiasme en
warempel, de Hoge Raad gaf
hem gelijk. De jonge burge
meester is nu van alle blaam
gezuiverd, daar zijn hande
lingen „hem werden ingege
ven door de enige wens de
ontzaglijke problemen van de
aan zijn zorgen toevertrouwde
gemeenschap tot een oplossing
te brengen."
Antonio Trueba glimlachte
fijntjes, toen hij me deze apo
theose te slikken gaf. Hij keek
met welgevallen naar zijn Ve
lasquez en vulde mijn glas
voor de laatste maal.
Was hij in zijn hart blij, dat
zijn dorp geen burgemeester
had als Don Agustin?
J. J. F. Kemming m
Bij zijn afscheid als voorzitter
der Tarief commissie
Mr. C. W. Thöne te Bloemendaal, sinds
1939 voorzitter van de Tariefcommisslé,
waarvan hjj in 1935 reeds ondervoorzitter
werd, heeft wegens zijn aftreden als zo
danig afscheid genomen van de leden van
dit college en van een aantal fiscale autori
teiten.
Tijdens een druk bezochte receptie in de
raadzaal van het college te Amsterdam
heeft de regeringscommissaris voor de be
lastingen, dr. W. H. van den Berg, de af
tredende functionaris medegedeeld dat de
Koningin hem heeft benoemd tot comman
deur in de orde van Oranje Nassau.
Dr. Van den Berge bood hem de ver
sierselen bij deze onderscheiding aan en
memoreerde het belang van de Tariefcom
missie, de hoogste rechter op een breed
belastinggebied, met name de omzetbelas
ting en de invoerrechten.
Voorts spraken de ondervoorzitter der
Tariefcommissie, mr. A. C. N. P. Ruys, en
de eerste secretaris, mr. J. C. C. W. Hijsze-
ler, waarna de aftredende voorzitter een
dankwoord sprak. Hij gaf daarin te ken
nen dat hij de hem verleende hoge onder
scheiding niet beschouwde als een, die hem
persoonlijk was verleend, maar als een die
was gegeven aan de Tariefcommissie als
geheel, een college met een verantwoorde
lijke en moeilijke taak, welke ondermeer
bestaat in het geven van richtlijnen aan de
belastingadministratie en de contribuabe-
len in een vaste jurisprudentie.
Hij dankte het secretariaat der Tarief
commissie voor de steun daarbij verleend
en gaf, zich richtend tot de aanwezige in
specteurs, als zijn oordeel dat dezen blijk
hebben gegeven dat zij niet lichtvaardig
aanslagen bleken op te leggen, maar objec
tief de positie van de belastingplichtigen
beoordelen.
Ned. Herv. Kerk
Beroepen te Hoogkarspel (toez.) W. R.
van der Zee, vicaris te 's-Gravenhage.
Bedankt voor Bredevoort (toez.) Ph. J.
Stoutjesdijk te Lobith; voor Waarder G. H.
van Kooten te Genemuiden.
Geref. Kerken
Beroepen te Avereest H. Dijkstra te
Oosterend (Fr.).
Geref. Kerken art. 31 K.O.
Aangenomen naar Uithuizen H. G. Schaef-
fer, kand. te Groningen.
Evang. Luth. Kerk
Drietal te Haarlem (vac. wijlen W.
Spliethoff): L. G. Chr. Grabant te Leeu
warden, H. Johannes te Middelburg-Vlis-
singen en P. H. G. C. Kok te Weesp.
Snedig is natuurlijk een afleiding
van snede en snede hangt samen met
het werkwoord snijden. De eigenlijke
betekenis van snedig is dan ook: goed
snijdend, scherp. Vondel zegt: Het sne-
digh kouter glimt en glijt door vette
klay. Daarna gebruikte men het ook
van schepen in de zin van: goed door
het water snijdend, snel zeilend. Ver
volgens bezigde men het van het men
selijk verstand en kreeg het dus de
betekenis: schrander. Thans komt het
eigenlijk alleen nog voor in: een snedig
antwoord, een snedige opmerking. Het
kan dan weergegeven worden door: ge-
^vat, geestig. j