T&icVl BOUILLON Twee teleurstellende noviteiten van het Nederlands Ballet Fragmenten uit Griekse tragedies Residentie-Orkest met werk van Pijper en Reger Zesentwintig etsen van Anton Heyboer DONDERDAG 27 JUNI 1957 5 HOLLAND FESTIVAL Verzending van zeepost Tandartsenconfilct Ets a Verghis in Amsterdam en Scheveningen Zwitserse tweeling helpt Nederlandse huisvrouw van kostelijk vlees voor krachtiger soep! 35 ct per dubbel tablet Gaat u met vakantie? Kerkelijk Nieuws Het is bijzonder jammer, dat het aandeel van het Nederlands Ballet in het Holland Festival 1957 wat de noviteiten betreft een teleurstelling opleverde. Het is op zichzelf niet zo erg en zelfs te verwachten, dat een programma met ein enigszins „experimen tele" inslag dat bij een eerdere gelegen heid met een grote verrassing bekroond werd tegenvallers bevat, al zou men bij de voorbereiding selectiever te werk moe ten gaan. Nee, het is vooral jammer, om dat nu onze voornaamste dansgroep voor een mogelijk internationaal forum een in druk maakte, die geenszins overeenstemt met wat in de loop van het gewone sei zoen wordt bereikt. Het ergste was wel, dat misschien door nervositeit voor de komende premières of door een zekere mate van overwerktheid het nieuwe ballet van Rudi van Dantzig op de Sym fonie nr. 29 van Mozart, in de Kunstmaand Amsterdam onlangs met groot succes ten doop gehouden, een zeer onbevredigende uitvoering kreeg. Vooral de mannelijke le den van het corps de ballet maakten van het Allegro con spirito een ratjetoe. Waar niemand echter blind voor kan zijn ge weest, was de prachtige poging van Ma- rianna Hilarides om de edelste kwaliteiten van dit bewonderenswaardige werk hoog te houden. Bij deze reprise nam Conrad van de Weetering de plaats van Jaap Flier in. Sonia Gaskell heeft de (als Nederlander in België geboren en in Australië bekend geworden) danser Paul Grinwis, die deel van het Ballet van de Markies de Cuevas uitmaakt en als partner van Rosella High- Linda Manez e „De ontmoeting" n Aart Verstegeri. in (Oedipus en de Sfinx tower in „Corrida" van Lichine optreedt, in staat gesteld zijn choreografisch talent te bewijzen, althans te beproeven. Hij maakte op de Eerste Symfonie van Dimi- tri Sjostakovitsj een „moderne" allegorie. Ik gebruikte aanhalingstekens, omdat „De Hoed" gekenmerkt wordt door modernis men uit de dertiger jaren, zoals die hier vooral door Duitse films zijn doorgedron gen. Het is een zinnebeeldig verhaal over misdadige eerzucht met een driestuivers- moraal als apotheose. Het ballet, dat zich als kunst wil doen gelden, heeft dergelijke gekostumeerde vertoningen met in het oog lopende, vooropgezette symboliek reeds lang achter zich gelaten. Evenwel moet ge zegd worden, dat Grinwis interessante proeven heeft gedaan om het academische bewegingsrepertoire met gymnastische verwikkelingen uit te breiden. Vooral dank zij de gespannen vertolking van de „eerste rivaal" door Jaap Flier, die een complete metamorfose van ambitieuze veroveraar tot verbeten onderwereldfiguur doormaak te, was er voor de toeschouwers nog wel iets te beleven. Als het zich buitengewoon „rekbaar" gedragende „geweten" heeft Sonja van Beers die ondanks haar jeugd reeds een indrukwekkende toneel persoonlijkheid is de verwachtingen omtrent haar toekomst versterkt. Als de steeds de sterkste partij kiezende vrouw toonde Willy de la Bye haar markante ca paciteiten. Zo mogelijk nog een grotere teleurstel ling, omdat hierbij de herinnering de er varen kijker parten speelde, was de Ne derlandse première van „La Rencontre" (De ontmoeting van Oedipus en de Sfinx) door Davitl Lichine op suggestieve muziek van Henri Sauguet, waarvoor Boris Koch- no het idee leverde, dat in 1948 door het Ballet des Champs Elysées zo opzienbarend gerealiseerd werd. Men ziet hierin, hoe Oedipus de mensheid van het verslinden de monster in de woestijn verlost door de opgegeven raadsels op te lossen. Dit ballet kon tien jaar geleden gelden als een ver vulling van het ideaal van Diaghilev: ge durfd en nieuw" van vormgeving, afhan kelijk van de samenwerking met beelden de kunst en muziek. Dat wij thans geluk kig de prioriteit aan de dans verlenen, be hoeft de waarde van dit werk als zodanig niet te verminderen. Overigens is het een merkwaardig stijlprocédé dat Lichine hier met prijzenswaardige consequentie heeft togepast: een op klassieke motieven door getrokken plastische bewegingstaal, waar in de andere uitdrukkingsmiddelen zo als het spreken simulerenderwijze zijn opgenomen. Een belangrijk deel van de oorspronkelijke „sensatie" (alweer zo'n term uit de tijd van Diaghilev!) werd ge vormd door de aankleding van Christian Bérard, die door het Nederlands Ballet schromelijk onvolledig werd nagebootst: de entourage van het „circus" was te vaag aangeduid, de imposante poort ter ver plaatsing naar de sfeer van het oude Grie kenland ontbrak geheel. Bovendien bleek weer eens, dat men niet straffeloos een choreografie van Li chine, doorgaans berekend op de speciali teiten van de eerste vertolkers, zonder aanpassing door anderen kan laten uitvoe ren. Toen bleek dat de aanvankelijk voor Daniëlle Darmance en Youli Algaroff be stemde rollen beter aan Leslie Caron en Jean Babilée konden worden toevertrouwd, heeft Lichine nog allerlei wijzigingen in zijn zetting aangebracht. Dat is de kracht en tevens de zwakte van dergelijke schep pingen. Hoe dan ook, Aart Verstegen de Nederlandse Oedipus miste de gewenste (om niet te zeggen: noodzakelijke) atleti sche, soms acrobatische allure, de hevige fysieke geladenheid (die slechts in zijn ge laatsmimiek volledig uitkwam) en ook de technische exactheid. Aan die laatste eis voldeed Linda Manez wel, zelfs briljant. Maar zij is allerminst het voor de rol van de 'aziatisch-mysterieuze Sfinx verlangde type. Ondanks alle grime en haarvlechten bleef een onmiskenbare lieverigheid over heersen bij deze roofdierachtige verschij ning. Haar koketterie was te zachtaardig. Bovendien had men voor haar een nieuw kostuum moeten ontwerpen, want zij is nu eenmaal niet het fragiele wezen, dat de toen amper zestienjarige Leslie Caron was. En zo bleef de rol bij alle lenigheid letter lijk en figuurlijk in de lucht hangen. Na de pauze kwam het oude sprookje „De Vuurvogel" van Michael Fokine in de prachtige montering van Serge Grigoriev, Ljoebov Tsjernitsjeva en Natalia Gontsja- rova, waarmee tevens eer werd bewezen aan de thans vijfenzeventigjarige compo nist Igor Strawinsky, de reputatie van het Nederlands Ballet gelukkig redden. Tot de goede indrukken van de avond droeg ook het Utrechts Stedelijk Orkest onder leiding van Anton Kersjes een voor het ballet bijna onmisbare dirigent! in be langrijke mate bij. David Koning De heer J. van Loenen Martinet, adjunct conservator, die het prentenkabinet van het Amsterdamse Stedelijk Museum onder zijn beheer heeft, was zo vriendelijk mij de laatste aanwinsten, zesentwintig etsen van Anton Heyboer, te laten zien. Men is in Amsterdam en niet ten onrechte - nogal enthousiast over deze aankoop, waarover wij reeds eerder hebben bericht. Moge ondergetekende dan al niet gauw warm lopen voor een ogenschijnlijk zo individua listische kunst, bij langere concentratie op deze reeks moest ook ik wel sterk geboeid worden door deze gespannen resultaten van een met geest richten,van het gevoel. Al is Heyboers taal een niet direct ver staanbare voor ons, men voelt sterk de menselijke behoefte werkelijk iets te zeg gen. Dit werk is geen spelletje. Heyboer toont zich aan Klee verwant. Misschien heeft diens werk Heyboer een gebied ge wezen, waarop hij zich het best kon ver klaren. Dat was voor Heyboer vooral in vormen en lijnen. Echter ook de kleur bleek voor hem een expressiemiddel. Het Stedelijk Museum heeft nu drie etsen uit een even vroegere periode, waar van in Haarlem wel iets vertoond is. Mij boeide nu toch zeer een ets van IJmuiden - „Garnalenkoken" genoemd. Daarna ging de figuur uit Heyboers werk voor een tijd verdwijnen. Het herinnert dan aan meer zuiver grafische voorstellingen, waartoe.de mens vaak zijn behoefte bewees bij het verklaren van dingen. Het is in deze zaken dat Heyboer zelfbereide kleuren ging toe passen, kleuren die hij in zijn tekening al met hun namen aangaf, namen als woord tekens neergezet op een wijze die het merkwaardig goed doet in het geheel. Zo is het ook met zijn handtekening en een vogeltje dat deze handtekening meestal vergezelt. In Heyboers recente werk komen de aanduidingen van figuren terug. Traditioneel technisch bekeken zijn Hey boers etsplaten nogal ruig behandeld. Hem gelden in de eerste plaats zijn ideeën. Wan neer die hem voldoende helder voorkomen kan hij zich overgeven aan zijn gevoelig heid, die bij het inkten en het drukken en ook in de behandeling van het papier zo bijzonder blijkt te zijn. Het prentenkabinet gaat binnenkort werk van Heyboer exposeren. Men kan deze prenten echter nu al zien in de Galerie Espace aan het Klein Heiligland te Haar lem. Bob Buys ADVERTENTIE Anton Heyboer Het programma dat woensdag in de Kurzaal te Scheveningen gegeven werd door het Residentie-Orkest onder leiding van Willem van Otterloo, vermeldde twee werken die men in het concertseizoen slechts zelden te horen krijgt: de Tweede Symfonie van Willem Pijper en de Varia ties en Fuga op een thema van Hiller door Max Reger. De Symfonie van Pijper (uit 1921) draagt alle kenmerken van de periode waarin zij onstaan is en waarvan deze componist in Nederland de muzikale gangmaker was. Met name valt mij dit op in di tweeslach tigheid van een betrekkelijk primitieve motoriek tegen ostinate figuren worden vaak in zelfstandige maat en toonsoort drieklankformaties geplaatst en ander zijds door de „decadente" sfeer, gewekt door Habanera-ritmiek en soloviooltrekjes met portamenti (glijdende binding tussen twee tonen). Ongetwijfeld zijn er prachtige felle en poëtische momenten in dit stuk Met de volgende schepen kan zeepost worden verzonden. De data, waarop de cor respondentie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd, staan achter de naam van het schip. Argentinië: ms. „Argentina Star" 2 juli; Australië via Engeland 6 juli; Brazi lië: ms. „Argentina Star" 2 juli; Canada: ms. „Black Hawk" 3 juli, ss. „Rijndam" 4 juli en ss. „Statendam" 6 juli; Chili via New York 4 juli; Indonesië: ms. „Oranje" 2 juli; Nqd. Antillen: ms. „Oranjestad" 2 juli; Ned. Nw. Guinea: ms. „Oranje" 2 juli; Nieuw Zeeland, via Engeland 6 juli; Unie van Zuid-Afrika en Z.W. Afrika: ms. „Edinburgh Castle" 6 juli; Brits-Oost- Afrika via Frankrijk 6 juli. Inlichtingen betreffende de verzendingsdata van post pakketten geven de postkantoren. van een zevenentwintig-jarige componist, die daarmee een sterke vernieuwende wer king o j de muzikale creativiteit en ont vankelijkheid uitoefende. De zelfstandige waarde van andere werken van Pijper, bij voorbeeld zijn derde symfonie, lijkt mij echter groter. Van geheel andere aard is het slechts veertien jaar eerder gesc' "oven variatie werk -van Reger: welk een enorme rijk dom en verscheidenheid aan uitingsvormen bij ger'ng? verschillen van tijd en afstand vertoont onze eeuw op ieder gebied! Deze variaties zijn omstreeks dezelfde tijd als „La Mer" van Debussy en „Petroesjka" van Strawinsky geschreven. Het werk van Reger is evenzeer typisch Duits als de ge noemde stukken Frans en Russisch zijn. Er zijn mensen die, zodra ze een nieuw boek in de winkel gekocht hebben, daar direct aan ruiken, omdat de lucht van het papier, van de lijm, van het bindwerk en zovoorts voor hen iets wezenlijks onthult over de inhoud van het werk. Zo kan deze muziek op haar beurt de lucht van in grijs linnen gebonden, iets vergeelde, met go tische letters gedrukte theorieboeken op wekken: de harmonieleer van Louis en Thuille te vinden in alle conservato- riumbiblotheken en de „Gradus ad Parnassum" van Fux, een schoolvos uiter aard. Reger is, in de beperkte, niet in de ruime zin van het woord, een meester ge weest. Hij vertegenwoordigt een bepaald type Duits muzikantendom, iemand die met een soort gulzig welbehagen werkte in de materie die hij zo „gründlich" be heerste. Inderdaad componeerde hij, staan de aan verschillende werken tegelijk, wan delend van de ene lessenaar naar de an dere, hier een tegenstem invoegend, daar een begeleidingsfiguur met chromatische doorgangsnoten verrijkend enzovoort. Hij is als musicus "verwant aan Hindemith, die hetzelfde gemak, dezelfde vakbeheersing, paart aan grote produktiviteit, die ook een meester is in het contrapunt, de techniek van stemcombinaties. Hindemith's werk heeft eerder de verve, de onverschilligheid en soms het wijde uitzicht van deze tijd. Over Regers kwaliteiten kan men het eens zijn: zijn werk vakmanschappelijk gekund. Hoe men die eigenschappen waardeert hangt af van de waardering voor de per soonlijkheid die zich ervan bedient. De uitvoeringen die het Residentie-Or kest van deze beide, ieder in hun soort zeer veeleisende werken gaf, stonden op een bijzonder hoog peil. Bij Pijper kon men de -itmische gespannenheid, de kleurenrijkdom der partituur ondergaan, bij Reger door Van Otterloo feilloos uit het hoofd gedirigeerd de exactheid be wonderen waarmee het „hoor"-spel van stemmen en tegenstemmen geregeld is. Vermelding verdient tenslotte een uit voering door de Engelse pianist Clifford Curzon van Beethovens vierde pianocon cert om de gereserveerd-expressieve speel- trant, waarmee hij dit met interpretatie tradities beladen stuk nieuwe waarde wist te geven, geheel in stijl begeleid door het tot een kleine bezetting gereduceerde or kest. >or Sas Bunge „Het ziet er niet naar uit, dat de moei lijkheden tussen ziekenfondsen éh tand artsen spoedig tot een einde zullen komen, zolang partijen het niet eens kunnen wor den over de omvang van het geschil, waar over dient te worden gearbitreerd. De Ne- derlandsche Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde staat, mede op grond van ingewonnen rechtskundige adviezen, op het standpunt dat de arbitrage dient te geschieden over de oorspronkelijke uit gangspunten. De ziekenfondsen daaren tegen menen dat de arbitrage zich zal moe ten beperken tot de bij het afbreken der onderhandeling ingenomen standpunten." Dit deelt de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Genees kunst mee in een communiqué. Daarin wordt voorts gezegd: „Nadat de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst reeds eind april het denkbeeld van arbitrage had geopperd en de Nederlandsche Maatschap pij tot Bevordering der Tandheelkunde dit middel al op 3 mei daaraanvolgend had aanvaard, duurde het nog tot 20 mei, voor dat de ziekenfondsen van hun zijde met de mededeling kwamen, arbitrage accep tabel te achten. Intussen blijkt, dat van bepaalde zieken fondszijde de reeds aanvaarde arbitrage thans weer minder gewenst wordt geacht. Helaas hebben de ziekenfondsen op deze wijze een vertraging van bijna twee maan den veroorzaakt. De verzekerden zijn hier van de dupe. Indien de ziekenfondsen dan ook de arbitrage in de gebruikelijke vorm blijven verwerpen en de tandartsen dien tengevolge niet binnenkort hun medewer king aan de ziekenfondsen kunnen her vatten, moet aan de verzekerden de drin gende raad worden gegeven hun regel matige tandheelkundige verzorging niet te verwaarlozen. De ziekenfondsen kunnen namelijk nooit door administratieve maat regelen en financiële tegemoetkomingen het tandbederf voorkomen, terwijl de tand artsen niet bij machte zullen zijn een maandenlange achterstand in te halen." ADVERTENTIE Sinds enige tijd brengt een beroemde Zwit serse tweeling prettige veranderingen in vele Nederlandse keukens: zij demonstreren hoe men vlug en handig soep kan maken. Die veel en veel fijner is van smaak! Slechts met behulp van wat kokend water bereidt deze tweeling een bouillon, die de ideale „basis" vormt voor alles wat fijn-pikant moet smaken. Dus ook sausen, ragouts, hachees en noemt u maar op. De naam van de tweeling?natuurlijk: Knorr Bouillon. Samen vormen zij het dubbele tablet waarvan u een hele liter heerlijke zuivere bouillon kunt maken! Getrokken van kostelijk rund vlees en uitgezochte groenten; heerlijk licht met zout en kruiden afgemaakt. Dank zij de zorg en vakkundige toewijding van de Zwitserse Knorr koks! Als extra hulp biedt Knorr u nog een leuk geïllustreerd boekje aan, met 17 handige vlug-klaar recepten: alle met die parelende Knorr bouillon als smaak- verfijner U kunt het zó aanvragen: sluit een postzegel van 10 ct met uw naam en adres, in een gefrankeerde envelop en adresseer: Knorr, Postbus 1700 te Amsterdam. U ont vangt het Knorr boekje dan thuis. ZWITSERLAND Vervaardigd onder licentlo on control» van Knor» A.G. Thayngen o Zwitserland, door Mondo N.V. Brussel Met een stem als een cello heeft de ac trice Elsa Verghis van het Grieks Nationaal Theater in Athene woensdagavond in de kleine zaal van het Amsterdams Concert gebouw de Griekse tragedie doen herleven en duidelijk gemaakt, dat het Grieks aller minst een dode taal is. Met een keuze uit het werk van de drie voornaamste klas sieke Griekse treurspeldichters, Aeschylus, Sofokles en Euripides, trad zij voor de derde keer in ons land op. Zij herhaalt dit recital in Scheveningen, daarna gaat zij terug naar Epidaurus, waar zij met het Nationaal Theater deelneemt aan het jaar lijks festival van Griekse tragedies. Dit festival in Epidaurus is een traditie ge worden zoals het Shakespeare-Festival in Stratford-on-Avon. Traditie: is dat eerbied voor de grond leggers van de Europese cultuur alleen? In de goed bezette zaal gisteravond hebben weinig mensen gezeten, die het hedendaags Grieks kunnen verstaan. In de laatste mi nuten voor de voorstelling begon had ieder een voldoende gelegenheid elkaar aan te kijken. Dat deed men dan ook en ik geloof nooit, dat ik de enige was, die probeerde met een paar vooroordelen af te rekenen. Waarom gaat men naar een voorstelling waarvan men het onderwerp misschien kent, maar een zeer essentieel bestanddeel, het woord, niet kan begrijpen? Er was een lichte bevrijding toen het doek opging. In de ogenblikken, dat men zich tussen de scènes op zijn eigen stoel voelde zitten, ontdekte men verrast, dat die bevrijding steeds groter werd. Tenslotte was er een sterk en langdurig applaus, zo overtuigend, dat Elsa Verghis twee keer haar handen op elkaar voor de borst legde, hetgeen een uit Azië stammend gebaar is om bijzon dere erkentelijkheid te tonen voor de ge concentreerde aandacht. In zijn inleiding tot een aantal door hem in het Engels vertaalde stukken van Sofo kles schrijft E. F. Watling onder meer: „Zo ver als ons bekend is creëerde Sofokles als eerste die steeds weer verrassende paradox in het toneelspel, de paradox, waarin wij - precies wetend wat er zal gebeuren - aan het overwegen blijven hoe en waarom het gebeurt en waarin wij het steeds weer kunnen zien gebeuren als nieuw en on voorzien". Elsa Verghis heeft, geholpen door de eveneens aan het Grieks Nationaal Theater verbonden acteur Nikos Dendrinos, deze paradox in haar hele recital waar gemaakt. Het was indrukwekkend. Zij ver tolkte Clytemnestra uit Agamemnon en Elektra uit Choefora, welke beide stukken tot Aeschylus' bekendste trilogie „Oresteia" behoren, het meest van alle Griekse treur spelen gewaardeerd door de hedendaagse Griekse theaterbezoekers. Als Clytemnestra was ze koud, leep en hard, als Elektra on middellijk daarop bijna breekbaar, ontroe rend in de treurzang bij het graf van haar vader. In hetzelfde stuk onderging zij bij de ontmoeting met haar broer Orestes na een lange scheiding een metamorfose naar uitbundige blijdschap, waarvoor de kleine zaal te klein was. In de sterk gepassioneer de stukken bleek deze besloten ruimte toch wel te beperkt. De stukken zijn geschreven op de open ruimte. Ondanks de sterkere relatie tussen toeschouwer en acteur door geïntensiveerde mimiek in de nieuw- Griekse versie moet het theater van Epi daurus of dat aan de voet van de Acropolis de enig werkelijk bevredigende speelruimte zijn. Vervolgens gaf zij gespannen gestalte aan Antigone in het psychologisch conflict na de keuze tussen het goddelijk en het ko ninklijk decreet. Tenslotte liet zij een hartstochtelijke, heel sterk van binnenuit gespeelde Medea zien. Vooraf werden de scènes steeds door jhr. dr. F. D. E. van Lennep compact en helder toegelicht. Elsa Verghis stond op een klein platform, dat geflankeerd werd door twee zuilen tegen een donkere achtergrond. Nikos Dendrinos fungeerde steeds als de bij de situatie het meest betrokken tegenspeler. Hij speelde zeker, zijn stem klonk vaak als een orgel in de laagste registers, hij stelde zich ech ter steeds aan Elsa Verghis ondergeschikt. Haar voordracht, versterkt met mimiek en gebaar, moest het verhaal vertellen. En dat gebeurde! Zij heeft een prachtige buigzame stem en een expressief gezicht. De zetting is nagenoeg verwant aan die in de oudheid. Het is voornamelijk de expressie, de mi miek, die aan de wijze van vertolken ruim tweeduizend jaar geleden is toegevoegd in de nieuw-Griekse versie. Er is daardoor een grotere intimiteit ontstaan tussen ge hoor en spelers. De voorstellingen vroeger hadden een statisch karakter, getuige de geschiedschrijvers. De acteurs waren door hun zware kleding en vooral door hun hoge toneelschoenen beperkt in hun bewegingen. Doordat ook voortdurend een masker werd gedragen, dat naar vaste typen was be schilderd, werd de mimiek uitgesloten en concentreerde de acteur zich vooral op een sterk geaccentueerde voordracht. Dit ele ment is overigens bewaard gebleven. Hoewel de meesten onder het gehoor de woorden afzonderlijk niet hebben kunnen begrijpen, is de handeling doorzichtig ge worden door een gevarieerd, lyrisch stem gebruik. Elsa Verghis heeft deze voordracht tot een indrukwekkende belevenis gemaakt. Johan Voskuil Indien uw dagblad opgezonden moet worden naar uw vakantie-adres, be richt het ons dan minstens twee dagen voor uw vertrek en wel als volgt: Naam: vast adres: van: t/m naar De abonnees, die per week betalen wordt verzocht het abonnementsgeld voor de vakantieweken vooruit aan de bezorger te willen voldoen. De ADMINISTRATIE Ned. Herv. kerk Beroepen te Duisburg (Dl.) H. Rietberg te Losdorp (Gron.). Bedankt voor Beilen jhr. C. v. Eysinga te Aalsum (Fr.) voor Duisburg (Dl.) H. Rietberg te Losdorp. Geref. kerken art. 31 K.O. Bedankt voor Musselkanaal H. Pool, kand. te Zeist (nad. besl.). Doopsgez. Broederschap Beroepen te Warns B. K. Homan te BlokzijL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 9