Cambridge geeft manifestaties
en maakt grapjes in Leiden
Adventskerk te Santpoort
bestaat honderd jaar
„Carmina Burana" van Orff
Studio des Champs Elysées
speelde in Kurhaus-Cabaret
tweemaal Ionesco
Burgerij doet haar best om
ze uit elkaar te houden
onder leiding van Bernard Haitink
7
Elektriciteitsbedrijf van
Naarden gaat over aan
het P.E.N.
Centrum van geestelijke verzorging van de
verpleegsters van het Provinciaal Ziekenhuis
Geen individuele
verzekering tegen
atoomrisico's
Regering-Zoli werd zonder
stemming aanvaard
Geen elektronische muziek
in Holland Festival
Dr. Van Oorschot directeur-
generaal Buitenlandse
Economische Betrekkingen
Bezwaren tegen toelaten
van nieuwe vereniging
Twee geleide projectielen
gelanceerd in de V.S.
Canada negentig jaar
een zelfstandige natie
Verkeerd begrepen
VRIJDAG 28 JUNI 1957
(Van een onzer verslaggevers)
Leiden verheugt zich al een paar dagen
in een bezoek van de Universiteit van
Cambridge, dat naast allerlei gewichtige
aspecten ook zijn minder serieuze kanten
heeft. Op de laatste is de afgelopen dagen
zozeer de aandacht gevestigd - met name
op de activiteiten van de in de stad losge
laten Britse grappenmaker Jonathan Routh
- dat menigeen zich af is gaan vragen wat
er nu écht en wat er bij-de-neus-nemerij
is van de met grote spandoeken afgekondig
de Cambridge-week. De verwarring van
het serieuze met het minder serieuze ge
deelte heeft alleen reeds een paar koddige
gevolgen gehad, die ook deze practical
joker zélf niet had kunnen voorzien.
Bij de opening van de manifestaties was
een standbeeld als geschenk van Cambrid
ge onthuld, dat uit twee charmante, maar
geheel met gips bestreken Londense foto
modellen bleek te bestaan - de meisjes
verraadden zich door het knipperen met
hun oogleden. Voorts was er officieel een
tentoonstelling van oude Hollandse mees
ters uit Engels bezit bezichtigd, waarvan
later bekend werd, dat zij bij elkaar was
gekocht voor nog geen twee tientjes in een
uitdragerij in Cambridge. En bovendien
was er ter gelegenheid van het bezoek een
boompje bij Rapenburg geplant, dat de
volgende dag reeds twee keer zo groot
bleek te zijn. Deze gebeurtenissen hadden
uiteraard enig wantrouwen bij de bericht
gevers gaande gemaakt en zo werden ook
enkele bij de Cambridge week betrokken
personen en zaken, die wel degelijk echt
waren, voor imaginair versleten. Met name
werd van de voorzitter van het Cambridge-
week-comité, Lord Bessborough beweerd,
dat hij niet bestond (reden: Bessborough
is nergens op de kaart van Engeland aan
te wijzen - alsof dat een criterium was
En van een schilderij van Rembrandt, een
oude vrouw voorstellend, dat bij de ma
quette van de universiteitsgebouwen in de
Stadsgehoorzaal hing, werd het gerucht
verspreid, dat het een kopie was. Later
bleek overigens, dat het wel degelijk echt
was. Het schilderij was afkomstig uit een
befaamde Britse kunstcollectie en verte
genwoordigde een waarde van een ton!
Studenten van Cambridge treffen voor
het Gravensteen in Leiden de laatste
voorbereidingen voor het openbaar
debat „Is de aarde plat?", dat later op
de Koornbeursbrug gehouden werd.
Geheel links de met citroenen behan
gen referent en in de kooi het foto
model „Laura".
Geen wonder, dat de suppoost in deze af
deling bij het vernemen van de twijfel der
toeschouwers vertoornd opsprong en uit
riep: „Dacht u soms, dat ik hier voor nop
pes zit7"
Als resultaat van deze verwarring cir
culeert thans het mopje door Leiden, dat
de burgemeester dezer dagen werd opge
beld door een Hagenaar, die hem vroeg:
„Spreek ik met de burgemeester?", waarop
hij antwoordde: „Ik weet het zélf niet
meer
Leiden geenszins in last
Hoe dan ook - dezer dagen werd er naar
aanleiding van sommige publikaties na
mens het gemeentebestuur een persconfe
rentie gehouden, waarop onomwonden
werd verklaard, dat Leiden zich geenszins
bij de neus genomen voelde, maar in te
gendeel het bezoek uit Cambridge hogelijk
waardeerde - al was niet verwacht, dat
er zo'n belangrijk commercieel aspect aan
vast zou zitten. De industrietentoonstelling
uit Cambridge, die met het bezoek gepaard
gaat, is namelijk geheel gewijd aan de
televisie-apparaten en de radio's, alsmede
verscheidene kostbare elektronische instal
laties van de Pye Company in Cambridge.
Men moet dit echter ook stellig zien in het
licht van de nauwe samenwerking op
researchgebied, die deze reeds 50 jaar in
Cambridge gevestigde industrie met ver
scheidene der „colleges" heeft. De meest
spectaculaire bijdrage van dit bedrijf is
wel een Londense „doubledecker", die men
thans dagelijks boven het Leidse straat
verkeer uit ziet steken en waarvan de in
zittenden geen blik voor de buitenwereld
over hebben omdat zij binnenvan
televisie kunnen genieten.
Openbaar debat
Terwijl zich donderdagmiddag een judo
wedstrijd tussen beide universiteiten af
speelde in de foyer van de Stadsgehoor-
De gemeenteraad van Naarden heeft
donderdagavond besloten het gemeentelijk
elektriciteitsbedrijf over te dragen aan
het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf van
Noordholland. De aankoopsom werd be
paald op f 650.000 contant, welke nog
wordt verhoogd met de kosten van uit
breidingen na 31 december 1956. Het per
soneel kan in provinciale dienst overgaan.
De voornaamste reden van dit besluit is
dat de exploitatie van het gemeentelijk be
drijf wegens de belangrijke stijging van de
kolenprijzen niet meer lonend is.
zaal en een belangrijke lezing door een
Cambridge-professor werd afgestoken in
het Kamerlingh Onneslaboratorium, trok
een klein gezelschap „undergraduates"
wonderlijk uitgedost door Leidens straten
in gezelschap van een der fotomodellen uit
het pseudo-standbeeld, dat met de roep
naam Laura wordt aangeduid. Een hunner
duwde een oude velocipède naast zich
voort. In het gezelschap merkten wij voorts
de veelbesproken practical joker Jonathan
Routh op, die een witgetraliede kooi in de
vorm van een halve bol voortstuwde. Tal
van kinderen en gepensioneerden volgden
de kleine stoet naar de Koornbeursbrug,
waar een jongeman stond te wachten,
wiens toga was behangen met beschimmel
de citroenen - een verzinnebeelding van de
legendarische Cambridge-figuur „William
of Lemon". Bij aankomst werd het foto
model voorzichtig in de witte kooi gelaten,
terwijl een der begeleiders, gekenmerkt
door een halve toga en een zonnebril, zacht
met een tuinboon en een asperge op een
paar drums sloeg, ondertussen een lijvige
sigaar rokend. Een der studenten presen
teerde een paraplu, waarna een openbaar
debat werd aangekondigd over de vraag
of de aarde niet weieens plat zou kunnen
zijn.
Dè met citroenen behangen referent
klom op een trap temidden van een steeds
aangroeiende menigte van kinderen, ge
pensioneerden en plichtverzuimende le-
vensmiddelenbestellers en leidde het debat
in met de woorden: „Het is een overbeken
de theorie in Cambridge.... Een donkere,
gebaarde jongeman riep vervolgens: „Hao
foa oberun skoenff!" (Dat was de vertaler
in het Karpatisch) en een ander liet een
dof tromgeroffel horen (de tolk voor een
jungle-taal). Het referaat, volgens hetwelk
de aarde uit een spliterwt is ontstaan, ging
tenslotte verloren in een algemeen tumult,
waarbij nog maar kleine jongetjes Engelse
scheldwoorden riepen en de citroenen van
des inleiders toga plukten om ermee te
gaan kogelen.
Ondertussen stond de practical joker te
gen een zuil met een somber gelaat te den
ken. Af en toe krabbelde hij driftig een
aantekening in zijn zakboekje. Wij weten
niet wat Leiden nog te wachten staat.
Hedenmorgen om elf uur vertrok het
Engelse jacht „Pericles" met een groot
aantal genodigden aan boord uit Leiden
naar de Kagerplassen, waar een „onder-
water-televisieshow" zou worden gegeven.
Daartoe strekkende apparatuur bevindt
zich inderdaad op de commerciële tentoon
stelling in de Stadsgehoorzaal.
De Rotterdamse brandweer heeft de
handen vol gehad met het blussen van
een hardnekkige brand aan boord van
het Duitse vrachtschip „Tanga", gela
den met salpeter. Maar tenslotte bleek
het vuur niet bestand tegen de vijftig
krachtige waterstralen van de motor
spuiten en de blusboten.
Zondagmorgen 30 juni zal het honderdjarig bestaan van de Adventskerk (Zieken-
huiskerk) van het Provinciaal Ziekenhuis te Santpoort met een dienst in deze kerk,
waar ds. G. H. van Willemswaard zal voorgaan, worden herdacht. Daarna zal een
feestelijk samenzijn worden gehouden in „Musis Sacrum" te Santpoort. Eigenlijk
kwam de bouw van deze Protestantse kerk in 1856, waarschijnlijk in de maand
oktober gereed, maar de juiste datum is niet bekend. De viering van het eeuwfeest
werd echter uitgesteld, totdat een nieuwe predikant voor dit ziekenhuis beroepen
zou zijn.
tenswaardigs omtrent de geschiedenis
van deze kerk. De geestelijke verzorging
In „Een eeuw krankzinnigenverpleging",
het gedenkboek, dat in 1949 ter gelegen
heid van het eeuwfeest van het Provin
ciaal Ziekenhuis (voorheen Meerenberg)
werd uitgegeven, lezen wij in een artikel
van de hand van ds. H. J. Visser veel we-
In het Concertgebouw te Amsterdam
klonk donderdagavond, uitgevoerd door
het Groot Omroepkoor, het Radio Filhar
monisch Orkest en solisten, onder leiding
van Bernard Haitink, de liederencantate
„Carmina Burana" van Carl Orff, welk
werk zich in de twintig jaar van zijn be
staan een niet geringe populariteit ver
worven heeft ook in ons land dank
zij de grammofoonindustrie en dank zij
de opzettelijke eenvoud van zijn melo
dieën, het effect van de ritmische stu
wingen en het verrassende koloriet. Het
schijnbaar simplistische (in werkelijkheid
is het geraffineerdheid) van Orffs zang
wijzen, die het eenvoudigste volkslied na
bijkomen en door herhalingen van primi
tieve formules als bezweringsmiddel wer
ken, is blijkbaar vreemd aan deze verras
sende opgang. Als een tweede Jean Jacques
Rousseau doet Orff met zijn composities 'n
beroep op het muzikale leven tot vereen
voudiging: hij roept ons als het ware
precies als de achttiende eeuwse wijsgeer
een „retour k la nature" toe. Hij grijpt
terug naar de oervormen der muziek, naar
kinderdeuntjes, aftelrijmpjes, Gregoriaanse
en oosterse meiismen, volkswijzen en dans
ritmen, daarmee een geheel opbouwend,
dat kan worden begrepen en meegeleefd
zonder dat men een diepgaande kennis
heeft van wat de westerse muziekcultuur
in haar evolutie van ongeveer tien eeuwen
tot stand heeft gebracht. Het is een muziek
die volkomen past in „de eeuw van het
kind". Maar met dat al is Orff benevens
een fijn psycholoog (hij is ook de auteur
van de studie „De psychologie van het
ritme") een geraffineerd muzikant, die zijn
stof effectrijk weet op te dissen, geestig,
briljant en gehuld in een kleurig or
kestraal gewaad.
Deskundigenadvies:
Een commissie bestaande uit acht Britse
verzekeringsexperts beveelt verzekerings
maatschappijen aan te weigeren polissen
uit te schrijven, die individuele personen
tegen atoomongelukken beschermen. De
conclusie van deze commissie is dat zij die
de kernreactoren bouwen, dienen te beta
len voor de verzekering die bescherming
moet bieden van een elk die letsel zou kun
nen oplopen bij een atoomongeluk in vre
destijd. De genoemde deskundigen verte
genwoordigen acht van de grootste Britse
verzekeringsmaatschappijen, onder welke
Lloyds of London, en daarom zullen hun
conclusies misschien de houding van de
verzekeringsmaatschappijen in het alge
meen sterk beïnvloeden.
De commissie stelt dat de risico's van
het atoomtijdperk zonder precedent zijn
voor de hulpbronnen van de verzekerings
maatschappijen. Door de geringe kans op
een groot atoomongeluk kan het verzeke
ringsfonds dat bestemd is om atoomrisico's
op te vangen, vele jaren vrij van aanspra
ken blijven. Maar indien een ongeluk zou
gebeuren, dan kan het bedrag dat ge
moeid is met dekking van de aanspraken
voortvloeiende uit dat ongeluk, gelijk zijn
aan het totaal aan ontvangen premie of
dat zelfs overschrijden. De commissie be
veelt aan dat de maatschappijen hun hulp
bronnen „poolen".
Men krijgt wel eens de indruk dat hij de
argeloze toehoorder, die zich alleen ver
meit in de eenvoudige liedformules, aardig
bij de neus neemt. „Carmina Burana" be
staat uit vierentwintig middeleeuwse va
gantenliederen, profane teksten uit de der
tiende eeuw, die veel liefelijks, veel schil
derachtigs en veel ondeugends vertellen en
in onklassiek latijn en oerduits een leven
dig aspect geven van het eeuwig-mense
lijke drijven. Afwisselend verdeelde Orff
deze „volkse" litteraire stof over onder
scheidene koorgroepen (lk kan niet na
laten te wijzen op een zeer geslaagd drink
lied voor mannenkoor „In Taberna quando
tumus") en over drie solisten. Daartussen
laste hij dan nog een paar orkestrale rei
dansen in.
Van de solisten krijgt de sopraan de ge
legenheid te demonstreren hoe Orff, de
algemene tendens van zijn werk ten spijt,
in staat is een melodie te schrijven die de
beste tradities van de Italiaanse school
nabij komt. Het was Erna Spoorenberg
gegeven <ü*t vocale hoogtepunt schitterend
te realiseren. De lichte bariton Robert
Titze vertolkte zijn belangrijke aandeel in
het werk niet minder overtuigend, zowel
als het op zuiver zingen aankwam, als
wanneer hij een geparodieerde oratie ten
beste gaf. En de tenor Cornelis Kalkman
bestond het om met falsetstem de zwane-
zang van een aan het spit bradende zwem
vogel te debiteren. De medewerking van
het Baarns Jongenskoor van Carel Laout
kon wel zeer op prijs worden gesteld. En
wat de Radiokoren betreft kon men be
wondering hebben voor de ritmische accu
ratesse en de subtiele nuanceringen van
hun prestaties.
Het effect van de interpretatie en
hiermee ook van het werk bleef dank
zij vooral de zeer suggestieve directie van
de jeugdige dirigent Bernard Haitink niet
uit. Wat hij in het eerste gedeelte van de
avond met het orkest gepresteerd had
(Haydens Symfonie no 88 en de bekende
drie orkestfragmenten uit „Een Midzomer-
nachtdroom" van Mendelssohn) leek ons
weinig overtuigend, maar de zware kluif,
die „Carmina Burana" betekent, was hem
volkomen toevertrouwd. Nu hij daarbij
zijn handen vol had aan het grote appa
raat van koren, solisten en orkest, leidde
dit tot een zakelijke concentratie, die ver
rassende resultaten opleverde.
Jos. de Klerk
ROME, (AFP) Het debat in de Itali
aanse Kamer van Afgevaardigden over de
verklaring van premier Zoli inzake het in
trekken van zijn ontslagaanvrage is zonder
stemming geëindigd. Zoli had aanvankelijk
zijn ontslag aangeboden, omdat hij slechts
dank zij de steun van neo-fascisten in de
kamer de meerderheid had gekregen, toen
het parlement zich vier weken geleden
over de samenstelling van zijn regering
en zijn regeringsprogram uitsprak. Presi
dent Gronchi heeft dit ontslag niet aan
vaard, omdat niemand anders in staat bleek
een regering te vormen.
Premier Zoli herhaalde zijn regerings
verklaring van vier weken' geleden, belo
vende dat hij voor het landsbelang zal wer
ken. Daarna zetten woordvoerders van de
verschillende partijen, evenals vier weken
geleden, hun standpunten uiteen. De me
ningen zijn onveranderd gebleven. Zoli kan
rekenen op de steun van christen-democra
ten, monarchisten en neo-fascisten. De li
beralen, sociaal-democraten, republikeinen,
Nenni-socialisten en communisten zijn in
de oppositie.
dateert namelijk van 1849 af, welk jaar
samenvalt met de stichting van dit zie
kenhuis. De Provinciale Staten van Noord
holland bleken een open oog te hebben
voor het feit, dat ook psychisch gestoorden
behoefte hebben aan een godsdienstig le
ven. Toch was dat in die dagen niet zo
vanzelfsprekend. Het waren vaak onkunde
en onverschilligheid, die maakten, dat men
geestelijke verzorging der patiënten over
bodig achtte.
Gelukkig kwam men al spoedig tot an
dere gedachten en won de overtuiging veld
dat ook hier gemeenschappelijke gods
dienstoefening noodzakelijk was en konden
godsdienstoefeningen in een hulplokaal
worden gehouden. Zondagsmiddags kwa
men de predikanten van Bloemendaal en
Haarlem daar preken. Naar gelang het
aantal patiënten in dit ziekenhuis toenam,
werd er meer behoefte gevoeld aan een
eigen geestelijke voorganger en de eerste
geordende predikant, die zich uitsluitend
met de herderlijke arbeid in het zieken
huis zou bezighouden, was ds. A. Faure
Beeckman. Op 18 april 1952 deed hij zijn
intrede. Er waren in die dagen geen orgels
in de hulplokalen, noch bij de protestan
ten, noch bij de rooms-katholieken. Nu
men gestichtsgeestelijken had, werd steeds
meer de behoefte aan een kerk gevoeld.
Eigen kerk
En zo kwam het, dat in 1856 zowel de
Adventskerk als de r.-k. kapel in gebruik
genomen konden worden. Sindsdien is de
ziekenhuiskerk het middelpunt van de
geestelijke arbeid gebleven. De protestant
se kerk heeft gaandeweg allerlei uitbrei
dingen ondergaan en voor de omwonenden
in Santpoort, en vooral ook voor de pa
tiënten is deze kerk in de loop van die
eeuw van grote betekenis geweest. In 1872
gaf een trouw kerkbezoeker, uit dankbaar
heid voor zijn herstel, een seraphine-orgel
ten geschenke met een fraai bewerkt front
en ook gaf hij een som gelds, waarvan de
rente als salaris voor de organist gebruikt
moest worden. In het portaal van de kerk
staat een bronzen Lutherbeeld, dat door de
gemeente aan ds. J. Wijs bij zijn zilveren
jubileum op „Meerenberg" ten geschenke
werd gegeven. Van 1 oktober 1870 tot 1
februari 1903 verrichtte hij het herderlijk
ambt in deze gemeenschap. In 1927 kreeg
de kerk een pneumatisch orgel. Voor de
protestantse voorgangers, die in het amb
tenarenkorps van het ziekenhuis werden
opgenomen, gold, dat zij na hun aanstel
ling tevens beroepen werden in de her
vormde gestichtsgemeente, die onder klas
sikaal bestuur van Haarlem als kerkeraad
zou staan.
Later werd ds. V. Roos door Gedepu
teerde Staten ook tot predikant van het
Provinciaal Ziekenhuis „Duin en bosch" te
Bakkum benoemd. Ook met het zieleheil
van het verplegend personeel ging de pre
dikant zich allengs meer bezighouden,
waardoor zijn taak zeer veelomvattend
werd. Ds. Roos bijvoorbeeld had de gees
telijke verzorging van 1600 patiënten en 70
gezinnen tot taak, terwijl hij ook nog on
der het inwonend personeel v/erkte.
In de oorlogstijd moest het gehele Pro
vinciaal Ziekenhuis evacuëren naar vijf
verschillende plaatsen in ons land. De
predikant en de kapelaan onderhielden in
die tijd zoveel mogelijk het onderling
geestelijk contact. In oktober 1945 keerde
de eerste groep patiënten weer naar Sant
poort terug en kon de herderlijke arbeid
worden hervat. Thans heeft men ds. G. H.
van Willemswaard bereid gevonden, naast
zijn ambtsvervulling in Santpoort-station,
ook de geestelijke verzorging van de pa
tiënten en het verplegend personeel op
zich te nemen.
Het programma van elektronische mu
ziek met medewerking van het Neder
lands Ballet, door de leiding van genoemd
ensemble aangekondigd voor 1 juli in Am
sterdam en voor 2 juli in Scheveningen als
onderdeel van het Holland Festival, kan
naar de persdienst van het Holland Festi
val ons meedeelt, om technische redenen
en door een te korte tijd van voorberei
ding niet doorgaan.
In het laatste nummer van „Erbij" heb
ik reeds zoveel over de Roemeense Parij-
zenaar Eugène Ionesco en diens werk ge
schreven, dat een verdere inleiding van de
twee zijner stukken, die thans in het Hol
land Festival worden vertoond, nauwelijks
nodig lijkt. Donderdag werd op het eigen
lijk te kleine toneel van het Kushaus-
Cabarét in Scheveningen voor een uitver
kochte zaal de eerste voorstelling door het
ensemble van de Studio des Champs Elysées
(onder auspiciën van het Théatre d'Au-
jourd'hui) gegeven, waarbij „Les Chaises"
en „La Legon" op het programma stonden.
De herhalingen hebben plaats: zaterdag
in Rotterdam, zondag in Utrecht en op
1, 2, 3 en 4 juli - beginnend des avonds om
elf uur - in het Nieuwe de la Martheater
in Amsterdam.
Zonder enige twijfel kan „Les Chaises"
(De Stoelen) als het voorlopige meester
werk van Ionesco worden beschouwd, ty
perend ook voor zijn werkwijze waarbij
voldongen feiten met terugwerkende
kracht worden uiteengerafeld. Juist door
de bizarre culminatie van omstandigheden
ontstaat een beklemming, die men temeer
tragisch kan noemen naarmate men zijn
bewustzijn in de loop der dingen laat mee
spelen. „Buiten tijd en ruimte" voltrekt
deze éénakter zich in het concierge verblijf
van een soort paleis op een eiland, waar
een bejaard echtpaar, twee in middelma
tigheid bijna verdronkenen, belachelijke
pogingen ondernemen om herinneringen
op te halen teneinde na te gaan, waardoor
het geluk steeds onbereikbaar bleef. Zij
drijven op hun illusies. De man is er van
overtuigd, dat het leven hem een les heeft
geleerd, die hij als een boodschap aan de
snakkende mensheid moet doorgeven.
Daartoe heeft hij talrijke gasten uitgeno
digd en een vermaarde redenaar, die de
slotsom van zijn ervaringen beter kan
doorgeven dan hijzelf. Als de beide oude
mensen hun leven hebben geofferd, teneinde
de kust volledig vrij te maken voor de
openbaring, blijkt de „orateur" volkomen
stom te zijn.
Is dit pessimisme? Nee, dat is het niet,
zomin als het werk van de grote Russische
schrijver Anton P. Tsjechov waaraan men
ondanks alle vormverschillen voortdurend
herinnerd wordt. Geen wonder trouwens,
want er zijn diepgaande overeenkomsten
tussen onze tijd en die waarin hij de pen
hanteerde als een analytisch lancet. Even
als Ionesco nu doet, noemde Tsjechov zijn
diagnosen van de kwaal zijner dagen blij
spelen. Bij beiden is het de honger naar
geluk, die naar de zin van het lijden doet
zoeken. Bij beiden ziet men mensen, wier
edelste mogelijkheden zijn verkwist en die
dit beseffen. Beiden vertolken zij de be
nauwende gewaarwordingen van de span
ningen, die ontstaan door onvoldoende
geestelijke beheersing van vrijgekomen
krachten. En natuurlijk zijn dergelijke spe
len van betrekkelijkheden en banaliteiten
hopeloos lachwekkend.
Ionesco is alleen veel verder gegaan dan
,zijn onvolprezen voorganger. Zijn figuren,
die hun persoonlijkheid niet tot gelding
kunnen brengen en weigeren zich te schik
ken in de treurige monotonie van het be-
Bü Koninklijk Besluit is aan S. Th. J.
Teppema op zjjn verzoek met ingang van
1 juli 1957 eervol ontslag verleend als
directeur-generaal van de Buitenlandse
Economische Betrekkingen, onder dankbe
tuiging voor de in die functie bewezen be
langrijke en gewichtige diensten. Met in
gang van dezelfde datum is als zijn opvol
ger benoemd dr. W. P. H. van Oorschot,
plaatsvervangend directeur-generaal van
de Buitenlandse Economische Betrekkin
gen. In deze laatste functie is, eveneens
met ingang van 1 juli, benoemd mr. C. A.
baron Bentinck, hoofd van de directie mul
tilaterale samenwerking van het directo
raat-generaal voor de Buitenlandse Econo
mische Betrekkingen.
De heer Van Oorschot is op 30 april 1910
te Bandoeng geboren. Hij studeerde rechten
aan de rijksuniversiteit te Utrecht en pro
moveerde in 1936 tot doctor in de rechts
wetenschappen op het proefschrift: „De
autonomie van de gemeente in Nederland
en Nederlands-Indië".
Dr. Van Oorschot trad op 1 november
1936 in dienst bij het ministerie dat thans
de naam „Economische Zaken" draagt. Op
1 januari 1948 werd hij directeur bij het
directoraat-generaal van de Buitenlandse
Economische Betrekkingen, in het bijzon
der belast met de Benelux en de bilaterale
onderhandelingen tussen Nederland en het
buitenland.
Bedrijfschap voor Bloembollenhandel
De Bond van Bloembollenhandelaren
heeft er in een brief aan de Sociaal-Eco
nomische Raad op aangedrongen, het ont-
werp-advies inzake de samenstelling van
het bestuur van het Bedrijfschap voor de
Bloembollenhandel (tweede zittingsperio
de) in dien zin te wijzigen, dat de bond ten
minste zes leden voor het bestuur zal heb
ben aan te wijzen, terwijl twee leden geza
menlijk worden aangewezèn door de bond
en het Katholiek centraal orgaan voor de
groothandel (afdeling bloembollenhan
del), dan wel een lid door het Katholiek
centraal orgaan zelfstandig en een lid door
de bond en het Katholiek centraal orgaan
gezamenlijk.
Drie vakorganisaties hebben bij de
S.E.R. bezwaren kenbaar gemaakt tegen
een door de vereniging van reizigers, in
kopers en administratief personeel in het
bloembollenbedrijf (R.I.V.I.B.) gedaan
verzoek, in aanmerking te komen voor het
bezetten van zetels in het bestuur van het
bedrijfschap. De vakorganisaties, zijnde de
algemene bond „Mercurius", de Neder
landse Christelijke Beambtenbond en de
Nederlandse katholieke bond van admini
stratief, verkopend en verzekeringsperso-
neel „Sint Franciscus van Assisië", kwali
ficeren de R.I.V.I.B. als een personeelsver
eniging, die zich in hoofdzaak bezig houdt
met vaktechnische aangelegenheden en
met ontspanning.
staan, verplaatsen zich steeds in andere
rollen, totdat zij hun eigen wezen totaal
„verspelen". Maar ziet, nu ben ik toch
weer begonnen aan interpretatie, waartoe
iedere nieuwe kennismaking met deze
paradoxale parodie opnieuw aanleiding
biedt.Bij deze Parijse voorstelling
kwam trouwens een bij de lectuur niet
onmiddellijk opvallende eigenschap de
laatste twijfel aan de waarde wegnemend
naar voren: de intense lyriek, de harte-
kreet van stervelingen in een verscheurde
wereld. Dat was dan te danken aan de
waarlijk sublieme opvoering met Jacques
Mauclair (de regisseur tevens) en Tsilla
Chelton in de beide hoofdrollen in hun
spel rpet de door hen opgeroepen onzicht
bare verschijningen, waarvan een mach
tige suggestie uitging. Hier zag en hoorde
men pathos in de edelste zin van het woord
in een fascinerend ritme. Deze twee nog
betrekkelijk jonge tonelisten hadden een
complete transformatie ondergaan. Men
zou zelfs kunnen zeggen, dat zij in hun
nerveuze speeltrant zelf transformatoren
waren, spanningen uit een ongekend gebied
als voor ons duidelijk voelbare trillingen
doorgevend. Twee geweldige prestaties, dat
kan ik u verzekeren. Men moet dit zien
om te begrijpen, wat Ionesco onder „puur
theater" verstaat. Het wordt tenslotte een
complete hallucinatie met het in razend
tempo aandragen van steeds meer stoelen,
steeds meer ontvangapparaten voor het
verlossende woord, dat nog niet gevon
den is.
Over „La Legon" (De Les) heb ik reeds
uitvoerig verslag uitgebracht naar aanlei
ding van de daarvan enkele maanden ge
leden onder regie van Kees van Iersel
gegeven Nederlandse opvoering. Een ver
gelijking heeft weinig zin. In mijn herin
nering overheersen trouwens nog steeds
de indrukken, die ik vijf of zes jaar gele
den bij de vertoning daarvan door Marcel
Cuvelier in Parijs heb opgedaan en waar
door mijn belangstelling voor Ionesco
gaande werd gemaakt. Men beleefde gis
teren het debuut in de rol van de geper
verteerde professor van Alain Motet, die
het volgende seizoen de titelrol in „Paolo
Paoli" van Arthur Adamov in de Franse
hoofdstad gaat spelen, waarvan met groot
succes reeds enkele proefvoorstellingen
(in Lyon onder meer) hebben plaats gehad.
Een belevenis was de kennismaking met
Catherine de Seynes als het gekwelde, naar
inzicht dorstende meisje. Mauclair speelde
in travestie - door Ionesco zo gewild, om
dat geen vrouw de gewenste geweldige
autoriteit kan opbrengen - de rol van de
dienstbode. Dit stuk is door Maurice Jac-
quemont, de directeur van de Studio des
Champs Elysées, in scène gezet.
David Koning
CAPE CANAVERAL (UP) Op het
proefterrein bij Cape Canaveral in de Ver
enigde Staten zijn woensdag twee geleide
projectielen afgevuurd met een tussenpoos
van nog geen zeven uur. In alle vroegte
ging het eerste projectiel de lucht in met
een donderend geraas. Volgens getuigen
aanzienlijk luider dan wat men gehoord
had toen onlangs een soortgelijke proef ver
moedelijk met een „Atlas" genomen werd,
die kort na de opstijging ontplofte.
Beide proefnemingen schenen goed te
verlopen. De militaire autoriteiten hullen
zich nog in stilzwijgen, zij geven alleen toe,
dat er twee geleide projectielen zijn afge
schoten.
Men gist nu of de proeven genomen zijn
met „Redstones", „Jupiters" of met weer
nieuwe typen. Een ooggetuige, die het lan
ceren van vijf kilometer afstand gadesloeg
kreeg de indruk, dat de tweede proef ge
nomen werd met een nog groter projectiel
dan de eerste en dat op dit proefterrein
nog nimmer een zo groot projectiel was af
geschoten.
Eerder was vernomen, dat het leger twee
„Jupiters" zou hebben opgesteld bij Cape
Canaveral en dat het lanceren ieder ogen
blik verwacht kon worden.
Zowel in eigen land als daarbuiten zul
len de Canadezen op 1 juli het 90-jarig
bestaan van hun land als zelfstandige na
tie herdenken. In Nederland zal onder
meer een radioprogramma, dat is samen
gesteld door de Canadese radio-omroep,
dinsdagmiddag 2 juli over de zender Hil
versum I worden uitgezonden. Het eindigt
met een kort woord door de ambassadeur
van Canada in Nederland, de heer Thomas
A. Stone.
Met de herdenking valt samen de ope
ning van 't nieuwe gebouw van de Cana
dese ambassade in Nederland aan de So-
phialaan in Den Haag. Er zal een receptie
worden gehouden, waarop ook Prins
Bernhard en de Canadese minister van De
fensie, generaal-majoor G. R. Pearkes,
aanwezig zullen zijn. Canada heeft op het
ogenblik een bevolking van ongeveer 16
miljoen, waarvan 2 pet. van Nederlandse
origine is. Toen Canada zelfstandig werd
telde het ongeveer 4 miljoen inwoners.
Vooral in de jaren na de tweede wereld
oorlog zijn er nauwe betrekkingen tussen
Canada en Nederland gegroeid. De handel
tussen Canada en Nederland omvat jaar
lijks een waarde van bijna 260 miljoen
gulden. Sinds 1950 heeft Canada volgens
het programma van wederzijdse hulpver
lening van de NAVO-landen voor ruim 370
miljoen gulden militaire goederen aan Ne
derland geleverd.
De minister van Volkshuisvesting en
Bouwnijverheid ir. Witte heeft in een brief
aan de Eerste Kamer de kwalificatie „min
derwaardig", die hij heeft gebruikt voor
een opmerking van het Eerste Kamerlid
de heer Reyers (CHU) ingetrokken.
De minister had deze kwalificatie ge
bruikt tijdens de debatten, die de vorige
maand in de Kamer zijn gehouden over
zijn begroting. In de brief zegt minister
Witte, tijdens de debatten te hebben be
grepen, dat de heer Reyers de regering
had verweten, dat zij de woningnood om
politieke redenen verlengt. Uit de Hande
lingen is echter gebleken, aldus minister
Witte, dat de heer Reyers dit niet zo heeft
gesteld.