Cambridge geeft manifestaties en maakt grapjes in Leiden Adventskerk te Santpoort bestaat honderd jaar „Carmina Burana" van Orff Studio des Champs Elysées speelde in Kurhaus-Cabaret tweemaal Ionesco Burgerij doet haar best om ze uit elkaar te houden onder leiding van Bernard Haitink 7 Elektriciteitsbedrijf van Naarden gaat over aan het P.E.N. Centrum van geestelijke verzorging van de verpleegsters van het Provinciaal Ziekenhuis Geen individuele verzekering tegen atoomrisico's Regering-Zoli werd zonder stemming aanvaard Geen elektronische muziek in Holland Festival Dr. Van Oorschot directeur- generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen Bezwaren tegen toelaten van nieuwe vereniging Twee geleide projectielen gelanceerd in de V.S. Canada negentig jaar een zelfstandige natie Verkeerd begrepen VRIJDAG 28 JUNI 1957 (Van een onzer verslaggevers) Leiden verheugt zich al een paar dagen in een bezoek van de Universiteit van Cambridge, dat naast allerlei gewichtige aspecten ook zijn minder serieuze kanten heeft. Op de laatste is de afgelopen dagen zozeer de aandacht gevestigd - met name op de activiteiten van de in de stad losge laten Britse grappenmaker Jonathan Routh - dat menigeen zich af is gaan vragen wat er nu écht en wat er bij-de-neus-nemerij is van de met grote spandoeken afgekondig de Cambridge-week. De verwarring van het serieuze met het minder serieuze ge deelte heeft alleen reeds een paar koddige gevolgen gehad, die ook deze practical joker zélf niet had kunnen voorzien. Bij de opening van de manifestaties was een standbeeld als geschenk van Cambrid ge onthuld, dat uit twee charmante, maar geheel met gips bestreken Londense foto modellen bleek te bestaan - de meisjes verraadden zich door het knipperen met hun oogleden. Voorts was er officieel een tentoonstelling van oude Hollandse mees ters uit Engels bezit bezichtigd, waarvan later bekend werd, dat zij bij elkaar was gekocht voor nog geen twee tientjes in een uitdragerij in Cambridge. En bovendien was er ter gelegenheid van het bezoek een boompje bij Rapenburg geplant, dat de volgende dag reeds twee keer zo groot bleek te zijn. Deze gebeurtenissen hadden uiteraard enig wantrouwen bij de bericht gevers gaande gemaakt en zo werden ook enkele bij de Cambridge week betrokken personen en zaken, die wel degelijk echt waren, voor imaginair versleten. Met name werd van de voorzitter van het Cambridge- week-comité, Lord Bessborough beweerd, dat hij niet bestond (reden: Bessborough is nergens op de kaart van Engeland aan te wijzen - alsof dat een criterium was En van een schilderij van Rembrandt, een oude vrouw voorstellend, dat bij de ma quette van de universiteitsgebouwen in de Stadsgehoorzaal hing, werd het gerucht verspreid, dat het een kopie was. Later bleek overigens, dat het wel degelijk echt was. Het schilderij was afkomstig uit een befaamde Britse kunstcollectie en verte genwoordigde een waarde van een ton! Studenten van Cambridge treffen voor het Gravensteen in Leiden de laatste voorbereidingen voor het openbaar debat „Is de aarde plat?", dat later op de Koornbeursbrug gehouden werd. Geheel links de met citroenen behan gen referent en in de kooi het foto model „Laura". Geen wonder, dat de suppoost in deze af deling bij het vernemen van de twijfel der toeschouwers vertoornd opsprong en uit riep: „Dacht u soms, dat ik hier voor nop pes zit7" Als resultaat van deze verwarring cir culeert thans het mopje door Leiden, dat de burgemeester dezer dagen werd opge beld door een Hagenaar, die hem vroeg: „Spreek ik met de burgemeester?", waarop hij antwoordde: „Ik weet het zélf niet meer Leiden geenszins in last Hoe dan ook - dezer dagen werd er naar aanleiding van sommige publikaties na mens het gemeentebestuur een persconfe rentie gehouden, waarop onomwonden werd verklaard, dat Leiden zich geenszins bij de neus genomen voelde, maar in te gendeel het bezoek uit Cambridge hogelijk waardeerde - al was niet verwacht, dat er zo'n belangrijk commercieel aspect aan vast zou zitten. De industrietentoonstelling uit Cambridge, die met het bezoek gepaard gaat, is namelijk geheel gewijd aan de televisie-apparaten en de radio's, alsmede verscheidene kostbare elektronische instal laties van de Pye Company in Cambridge. Men moet dit echter ook stellig zien in het licht van de nauwe samenwerking op researchgebied, die deze reeds 50 jaar in Cambridge gevestigde industrie met ver scheidene der „colleges" heeft. De meest spectaculaire bijdrage van dit bedrijf is wel een Londense „doubledecker", die men thans dagelijks boven het Leidse straat verkeer uit ziet steken en waarvan de in zittenden geen blik voor de buitenwereld over hebben omdat zij binnenvan televisie kunnen genieten. Openbaar debat Terwijl zich donderdagmiddag een judo wedstrijd tussen beide universiteiten af speelde in de foyer van de Stadsgehoor- De gemeenteraad van Naarden heeft donderdagavond besloten het gemeentelijk elektriciteitsbedrijf over te dragen aan het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf van Noordholland. De aankoopsom werd be paald op f 650.000 contant, welke nog wordt verhoogd met de kosten van uit breidingen na 31 december 1956. Het per soneel kan in provinciale dienst overgaan. De voornaamste reden van dit besluit is dat de exploitatie van het gemeentelijk be drijf wegens de belangrijke stijging van de kolenprijzen niet meer lonend is. zaal en een belangrijke lezing door een Cambridge-professor werd afgestoken in het Kamerlingh Onneslaboratorium, trok een klein gezelschap „undergraduates" wonderlijk uitgedost door Leidens straten in gezelschap van een der fotomodellen uit het pseudo-standbeeld, dat met de roep naam Laura wordt aangeduid. Een hunner duwde een oude velocipède naast zich voort. In het gezelschap merkten wij voorts de veelbesproken practical joker Jonathan Routh op, die een witgetraliede kooi in de vorm van een halve bol voortstuwde. Tal van kinderen en gepensioneerden volgden de kleine stoet naar de Koornbeursbrug, waar een jongeman stond te wachten, wiens toga was behangen met beschimmel de citroenen - een verzinnebeelding van de legendarische Cambridge-figuur „William of Lemon". Bij aankomst werd het foto model voorzichtig in de witte kooi gelaten, terwijl een der begeleiders, gekenmerkt door een halve toga en een zonnebril, zacht met een tuinboon en een asperge op een paar drums sloeg, ondertussen een lijvige sigaar rokend. Een der studenten presen teerde een paraplu, waarna een openbaar debat werd aangekondigd over de vraag of de aarde niet weieens plat zou kunnen zijn. Dè met citroenen behangen referent klom op een trap temidden van een steeds aangroeiende menigte van kinderen, ge pensioneerden en plichtverzuimende le- vensmiddelenbestellers en leidde het debat in met de woorden: „Het is een overbeken de theorie in Cambridge.... Een donkere, gebaarde jongeman riep vervolgens: „Hao foa oberun skoenff!" (Dat was de vertaler in het Karpatisch) en een ander liet een dof tromgeroffel horen (de tolk voor een jungle-taal). Het referaat, volgens hetwelk de aarde uit een spliterwt is ontstaan, ging tenslotte verloren in een algemeen tumult, waarbij nog maar kleine jongetjes Engelse scheldwoorden riepen en de citroenen van des inleiders toga plukten om ermee te gaan kogelen. Ondertussen stond de practical joker te gen een zuil met een somber gelaat te den ken. Af en toe krabbelde hij driftig een aantekening in zijn zakboekje. Wij weten niet wat Leiden nog te wachten staat. Hedenmorgen om elf uur vertrok het Engelse jacht „Pericles" met een groot aantal genodigden aan boord uit Leiden naar de Kagerplassen, waar een „onder- water-televisieshow" zou worden gegeven. Daartoe strekkende apparatuur bevindt zich inderdaad op de commerciële tentoon stelling in de Stadsgehoorzaal. De Rotterdamse brandweer heeft de handen vol gehad met het blussen van een hardnekkige brand aan boord van het Duitse vrachtschip „Tanga", gela den met salpeter. Maar tenslotte bleek het vuur niet bestand tegen de vijftig krachtige waterstralen van de motor spuiten en de blusboten. Zondagmorgen 30 juni zal het honderdjarig bestaan van de Adventskerk (Zieken- huiskerk) van het Provinciaal Ziekenhuis te Santpoort met een dienst in deze kerk, waar ds. G. H. van Willemswaard zal voorgaan, worden herdacht. Daarna zal een feestelijk samenzijn worden gehouden in „Musis Sacrum" te Santpoort. Eigenlijk kwam de bouw van deze Protestantse kerk in 1856, waarschijnlijk in de maand oktober gereed, maar de juiste datum is niet bekend. De viering van het eeuwfeest werd echter uitgesteld, totdat een nieuwe predikant voor dit ziekenhuis beroepen zou zijn. tenswaardigs omtrent de geschiedenis van deze kerk. De geestelijke verzorging In „Een eeuw krankzinnigenverpleging", het gedenkboek, dat in 1949 ter gelegen heid van het eeuwfeest van het Provin ciaal Ziekenhuis (voorheen Meerenberg) werd uitgegeven, lezen wij in een artikel van de hand van ds. H. J. Visser veel we- In het Concertgebouw te Amsterdam klonk donderdagavond, uitgevoerd door het Groot Omroepkoor, het Radio Filhar monisch Orkest en solisten, onder leiding van Bernard Haitink, de liederencantate „Carmina Burana" van Carl Orff, welk werk zich in de twintig jaar van zijn be staan een niet geringe populariteit ver worven heeft ook in ons land dank zij de grammofoonindustrie en dank zij de opzettelijke eenvoud van zijn melo dieën, het effect van de ritmische stu wingen en het verrassende koloriet. Het schijnbaar simplistische (in werkelijkheid is het geraffineerdheid) van Orffs zang wijzen, die het eenvoudigste volkslied na bijkomen en door herhalingen van primi tieve formules als bezweringsmiddel wer ken, is blijkbaar vreemd aan deze verras sende opgang. Als een tweede Jean Jacques Rousseau doet Orff met zijn composities 'n beroep op het muzikale leven tot vereen voudiging: hij roept ons als het ware precies als de achttiende eeuwse wijsgeer een „retour k la nature" toe. Hij grijpt terug naar de oervormen der muziek, naar kinderdeuntjes, aftelrijmpjes, Gregoriaanse en oosterse meiismen, volkswijzen en dans ritmen, daarmee een geheel opbouwend, dat kan worden begrepen en meegeleefd zonder dat men een diepgaande kennis heeft van wat de westerse muziekcultuur in haar evolutie van ongeveer tien eeuwen tot stand heeft gebracht. Het is een muziek die volkomen past in „de eeuw van het kind". Maar met dat al is Orff benevens een fijn psycholoog (hij is ook de auteur van de studie „De psychologie van het ritme") een geraffineerd muzikant, die zijn stof effectrijk weet op te dissen, geestig, briljant en gehuld in een kleurig or kestraal gewaad. Deskundigenadvies: Een commissie bestaande uit acht Britse verzekeringsexperts beveelt verzekerings maatschappijen aan te weigeren polissen uit te schrijven, die individuele personen tegen atoomongelukken beschermen. De conclusie van deze commissie is dat zij die de kernreactoren bouwen, dienen te beta len voor de verzekering die bescherming moet bieden van een elk die letsel zou kun nen oplopen bij een atoomongeluk in vre destijd. De genoemde deskundigen verte genwoordigen acht van de grootste Britse verzekeringsmaatschappijen, onder welke Lloyds of London, en daarom zullen hun conclusies misschien de houding van de verzekeringsmaatschappijen in het alge meen sterk beïnvloeden. De commissie stelt dat de risico's van het atoomtijdperk zonder precedent zijn voor de hulpbronnen van de verzekerings maatschappijen. Door de geringe kans op een groot atoomongeluk kan het verzeke ringsfonds dat bestemd is om atoomrisico's op te vangen, vele jaren vrij van aanspra ken blijven. Maar indien een ongeluk zou gebeuren, dan kan het bedrag dat ge moeid is met dekking van de aanspraken voortvloeiende uit dat ongeluk, gelijk zijn aan het totaal aan ontvangen premie of dat zelfs overschrijden. De commissie be veelt aan dat de maatschappijen hun hulp bronnen „poolen". Men krijgt wel eens de indruk dat hij de argeloze toehoorder, die zich alleen ver meit in de eenvoudige liedformules, aardig bij de neus neemt. „Carmina Burana" be staat uit vierentwintig middeleeuwse va gantenliederen, profane teksten uit de der tiende eeuw, die veel liefelijks, veel schil derachtigs en veel ondeugends vertellen en in onklassiek latijn en oerduits een leven dig aspect geven van het eeuwig-mense lijke drijven. Afwisselend verdeelde Orff deze „volkse" litteraire stof over onder scheidene koorgroepen (lk kan niet na laten te wijzen op een zeer geslaagd drink lied voor mannenkoor „In Taberna quando tumus") en over drie solisten. Daartussen laste hij dan nog een paar orkestrale rei dansen in. Van de solisten krijgt de sopraan de ge legenheid te demonstreren hoe Orff, de algemene tendens van zijn werk ten spijt, in staat is een melodie te schrijven die de beste tradities van de Italiaanse school nabij komt. Het was Erna Spoorenberg gegeven <ü*t vocale hoogtepunt schitterend te realiseren. De lichte bariton Robert Titze vertolkte zijn belangrijke aandeel in het werk niet minder overtuigend, zowel als het op zuiver zingen aankwam, als wanneer hij een geparodieerde oratie ten beste gaf. En de tenor Cornelis Kalkman bestond het om met falsetstem de zwane- zang van een aan het spit bradende zwem vogel te debiteren. De medewerking van het Baarns Jongenskoor van Carel Laout kon wel zeer op prijs worden gesteld. En wat de Radiokoren betreft kon men be wondering hebben voor de ritmische accu ratesse en de subtiele nuanceringen van hun prestaties. Het effect van de interpretatie en hiermee ook van het werk bleef dank zij vooral de zeer suggestieve directie van de jeugdige dirigent Bernard Haitink niet uit. Wat hij in het eerste gedeelte van de avond met het orkest gepresteerd had (Haydens Symfonie no 88 en de bekende drie orkestfragmenten uit „Een Midzomer- nachtdroom" van Mendelssohn) leek ons weinig overtuigend, maar de zware kluif, die „Carmina Burana" betekent, was hem volkomen toevertrouwd. Nu hij daarbij zijn handen vol had aan het grote appa raat van koren, solisten en orkest, leidde dit tot een zakelijke concentratie, die ver rassende resultaten opleverde. Jos. de Klerk ROME, (AFP) Het debat in de Itali aanse Kamer van Afgevaardigden over de verklaring van premier Zoli inzake het in trekken van zijn ontslagaanvrage is zonder stemming geëindigd. Zoli had aanvankelijk zijn ontslag aangeboden, omdat hij slechts dank zij de steun van neo-fascisten in de kamer de meerderheid had gekregen, toen het parlement zich vier weken geleden over de samenstelling van zijn regering en zijn regeringsprogram uitsprak. Presi dent Gronchi heeft dit ontslag niet aan vaard, omdat niemand anders in staat bleek een regering te vormen. Premier Zoli herhaalde zijn regerings verklaring van vier weken' geleden, belo vende dat hij voor het landsbelang zal wer ken. Daarna zetten woordvoerders van de verschillende partijen, evenals vier weken geleden, hun standpunten uiteen. De me ningen zijn onveranderd gebleven. Zoli kan rekenen op de steun van christen-democra ten, monarchisten en neo-fascisten. De li beralen, sociaal-democraten, republikeinen, Nenni-socialisten en communisten zijn in de oppositie. dateert namelijk van 1849 af, welk jaar samenvalt met de stichting van dit zie kenhuis. De Provinciale Staten van Noord holland bleken een open oog te hebben voor het feit, dat ook psychisch gestoorden behoefte hebben aan een godsdienstig le ven. Toch was dat in die dagen niet zo vanzelfsprekend. Het waren vaak onkunde en onverschilligheid, die maakten, dat men geestelijke verzorging der patiënten over bodig achtte. Gelukkig kwam men al spoedig tot an dere gedachten en won de overtuiging veld dat ook hier gemeenschappelijke gods dienstoefening noodzakelijk was en konden godsdienstoefeningen in een hulplokaal worden gehouden. Zondagsmiddags kwa men de predikanten van Bloemendaal en Haarlem daar preken. Naar gelang het aantal patiënten in dit ziekenhuis toenam, werd er meer behoefte gevoeld aan een eigen geestelijke voorganger en de eerste geordende predikant, die zich uitsluitend met de herderlijke arbeid in het zieken huis zou bezighouden, was ds. A. Faure Beeckman. Op 18 april 1952 deed hij zijn intrede. Er waren in die dagen geen orgels in de hulplokalen, noch bij de protestan ten, noch bij de rooms-katholieken. Nu men gestichtsgeestelijken had, werd steeds meer de behoefte aan een kerk gevoeld. Eigen kerk En zo kwam het, dat in 1856 zowel de Adventskerk als de r.-k. kapel in gebruik genomen konden worden. Sindsdien is de ziekenhuiskerk het middelpunt van de geestelijke arbeid gebleven. De protestant se kerk heeft gaandeweg allerlei uitbrei dingen ondergaan en voor de omwonenden in Santpoort, en vooral ook voor de pa tiënten is deze kerk in de loop van die eeuw van grote betekenis geweest. In 1872 gaf een trouw kerkbezoeker, uit dankbaar heid voor zijn herstel, een seraphine-orgel ten geschenke met een fraai bewerkt front en ook gaf hij een som gelds, waarvan de rente als salaris voor de organist gebruikt moest worden. In het portaal van de kerk staat een bronzen Lutherbeeld, dat door de gemeente aan ds. J. Wijs bij zijn zilveren jubileum op „Meerenberg" ten geschenke werd gegeven. Van 1 oktober 1870 tot 1 februari 1903 verrichtte hij het herderlijk ambt in deze gemeenschap. In 1927 kreeg de kerk een pneumatisch orgel. Voor de protestantse voorgangers, die in het amb tenarenkorps van het ziekenhuis werden opgenomen, gold, dat zij na hun aanstel ling tevens beroepen werden in de her vormde gestichtsgemeente, die onder klas sikaal bestuur van Haarlem als kerkeraad zou staan. Later werd ds. V. Roos door Gedepu teerde Staten ook tot predikant van het Provinciaal Ziekenhuis „Duin en bosch" te Bakkum benoemd. Ook met het zieleheil van het verplegend personeel ging de pre dikant zich allengs meer bezighouden, waardoor zijn taak zeer veelomvattend werd. Ds. Roos bijvoorbeeld had de gees telijke verzorging van 1600 patiënten en 70 gezinnen tot taak, terwijl hij ook nog on der het inwonend personeel v/erkte. In de oorlogstijd moest het gehele Pro vinciaal Ziekenhuis evacuëren naar vijf verschillende plaatsen in ons land. De predikant en de kapelaan onderhielden in die tijd zoveel mogelijk het onderling geestelijk contact. In oktober 1945 keerde de eerste groep patiënten weer naar Sant poort terug en kon de herderlijke arbeid worden hervat. Thans heeft men ds. G. H. van Willemswaard bereid gevonden, naast zijn ambtsvervulling in Santpoort-station, ook de geestelijke verzorging van de pa tiënten en het verplegend personeel op zich te nemen. Het programma van elektronische mu ziek met medewerking van het Neder lands Ballet, door de leiding van genoemd ensemble aangekondigd voor 1 juli in Am sterdam en voor 2 juli in Scheveningen als onderdeel van het Holland Festival, kan naar de persdienst van het Holland Festi val ons meedeelt, om technische redenen en door een te korte tijd van voorberei ding niet doorgaan. In het laatste nummer van „Erbij" heb ik reeds zoveel over de Roemeense Parij- zenaar Eugène Ionesco en diens werk ge schreven, dat een verdere inleiding van de twee zijner stukken, die thans in het Hol land Festival worden vertoond, nauwelijks nodig lijkt. Donderdag werd op het eigen lijk te kleine toneel van het Kushaus- Cabarét in Scheveningen voor een uitver kochte zaal de eerste voorstelling door het ensemble van de Studio des Champs Elysées (onder auspiciën van het Théatre d'Au- jourd'hui) gegeven, waarbij „Les Chaises" en „La Legon" op het programma stonden. De herhalingen hebben plaats: zaterdag in Rotterdam, zondag in Utrecht en op 1, 2, 3 en 4 juli - beginnend des avonds om elf uur - in het Nieuwe de la Martheater in Amsterdam. Zonder enige twijfel kan „Les Chaises" (De Stoelen) als het voorlopige meester werk van Ionesco worden beschouwd, ty perend ook voor zijn werkwijze waarbij voldongen feiten met terugwerkende kracht worden uiteengerafeld. Juist door de bizarre culminatie van omstandigheden ontstaat een beklemming, die men temeer tragisch kan noemen naarmate men zijn bewustzijn in de loop der dingen laat mee spelen. „Buiten tijd en ruimte" voltrekt deze éénakter zich in het concierge verblijf van een soort paleis op een eiland, waar een bejaard echtpaar, twee in middelma tigheid bijna verdronkenen, belachelijke pogingen ondernemen om herinneringen op te halen teneinde na te gaan, waardoor het geluk steeds onbereikbaar bleef. Zij drijven op hun illusies. De man is er van overtuigd, dat het leven hem een les heeft geleerd, die hij als een boodschap aan de snakkende mensheid moet doorgeven. Daartoe heeft hij talrijke gasten uitgeno digd en een vermaarde redenaar, die de slotsom van zijn ervaringen beter kan doorgeven dan hijzelf. Als de beide oude mensen hun leven hebben geofferd, teneinde de kust volledig vrij te maken voor de openbaring, blijkt de „orateur" volkomen stom te zijn. Is dit pessimisme? Nee, dat is het niet, zomin als het werk van de grote Russische schrijver Anton P. Tsjechov waaraan men ondanks alle vormverschillen voortdurend herinnerd wordt. Geen wonder trouwens, want er zijn diepgaande overeenkomsten tussen onze tijd en die waarin hij de pen hanteerde als een analytisch lancet. Even als Ionesco nu doet, noemde Tsjechov zijn diagnosen van de kwaal zijner dagen blij spelen. Bij beiden is het de honger naar geluk, die naar de zin van het lijden doet zoeken. Bij beiden ziet men mensen, wier edelste mogelijkheden zijn verkwist en die dit beseffen. Beiden vertolken zij de be nauwende gewaarwordingen van de span ningen, die ontstaan door onvoldoende geestelijke beheersing van vrijgekomen krachten. En natuurlijk zijn dergelijke spe len van betrekkelijkheden en banaliteiten hopeloos lachwekkend. Ionesco is alleen veel verder gegaan dan ,zijn onvolprezen voorganger. Zijn figuren, die hun persoonlijkheid niet tot gelding kunnen brengen en weigeren zich te schik ken in de treurige monotonie van het be- Bü Koninklijk Besluit is aan S. Th. J. Teppema op zjjn verzoek met ingang van 1 juli 1957 eervol ontslag verleend als directeur-generaal van de Buitenlandse Economische Betrekkingen, onder dankbe tuiging voor de in die functie bewezen be langrijke en gewichtige diensten. Met in gang van dezelfde datum is als zijn opvol ger benoemd dr. W. P. H. van Oorschot, plaatsvervangend directeur-generaal van de Buitenlandse Economische Betrekkin gen. In deze laatste functie is, eveneens met ingang van 1 juli, benoemd mr. C. A. baron Bentinck, hoofd van de directie mul tilaterale samenwerking van het directo raat-generaal voor de Buitenlandse Econo mische Betrekkingen. De heer Van Oorschot is op 30 april 1910 te Bandoeng geboren. Hij studeerde rechten aan de rijksuniversiteit te Utrecht en pro moveerde in 1936 tot doctor in de rechts wetenschappen op het proefschrift: „De autonomie van de gemeente in Nederland en Nederlands-Indië". Dr. Van Oorschot trad op 1 november 1936 in dienst bij het ministerie dat thans de naam „Economische Zaken" draagt. Op 1 januari 1948 werd hij directeur bij het directoraat-generaal van de Buitenlandse Economische Betrekkingen, in het bijzon der belast met de Benelux en de bilaterale onderhandelingen tussen Nederland en het buitenland. Bedrijfschap voor Bloembollenhandel De Bond van Bloembollenhandelaren heeft er in een brief aan de Sociaal-Eco nomische Raad op aangedrongen, het ont- werp-advies inzake de samenstelling van het bestuur van het Bedrijfschap voor de Bloembollenhandel (tweede zittingsperio de) in dien zin te wijzigen, dat de bond ten minste zes leden voor het bestuur zal heb ben aan te wijzen, terwijl twee leden geza menlijk worden aangewezèn door de bond en het Katholiek centraal orgaan voor de groothandel (afdeling bloembollenhan del), dan wel een lid door het Katholiek centraal orgaan zelfstandig en een lid door de bond en het Katholiek centraal orgaan gezamenlijk. Drie vakorganisaties hebben bij de S.E.R. bezwaren kenbaar gemaakt tegen een door de vereniging van reizigers, in kopers en administratief personeel in het bloembollenbedrijf (R.I.V.I.B.) gedaan verzoek, in aanmerking te komen voor het bezetten van zetels in het bestuur van het bedrijfschap. De vakorganisaties, zijnde de algemene bond „Mercurius", de Neder landse Christelijke Beambtenbond en de Nederlandse katholieke bond van admini stratief, verkopend en verzekeringsperso- neel „Sint Franciscus van Assisië", kwali ficeren de R.I.V.I.B. als een personeelsver eniging, die zich in hoofdzaak bezig houdt met vaktechnische aangelegenheden en met ontspanning. staan, verplaatsen zich steeds in andere rollen, totdat zij hun eigen wezen totaal „verspelen". Maar ziet, nu ben ik toch weer begonnen aan interpretatie, waartoe iedere nieuwe kennismaking met deze paradoxale parodie opnieuw aanleiding biedt.Bij deze Parijse voorstelling kwam trouwens een bij de lectuur niet onmiddellijk opvallende eigenschap de laatste twijfel aan de waarde wegnemend naar voren: de intense lyriek, de harte- kreet van stervelingen in een verscheurde wereld. Dat was dan te danken aan de waarlijk sublieme opvoering met Jacques Mauclair (de regisseur tevens) en Tsilla Chelton in de beide hoofdrollen in hun spel rpet de door hen opgeroepen onzicht bare verschijningen, waarvan een mach tige suggestie uitging. Hier zag en hoorde men pathos in de edelste zin van het woord in een fascinerend ritme. Deze twee nog betrekkelijk jonge tonelisten hadden een complete transformatie ondergaan. Men zou zelfs kunnen zeggen, dat zij in hun nerveuze speeltrant zelf transformatoren waren, spanningen uit een ongekend gebied als voor ons duidelijk voelbare trillingen doorgevend. Twee geweldige prestaties, dat kan ik u verzekeren. Men moet dit zien om te begrijpen, wat Ionesco onder „puur theater" verstaat. Het wordt tenslotte een complete hallucinatie met het in razend tempo aandragen van steeds meer stoelen, steeds meer ontvangapparaten voor het verlossende woord, dat nog niet gevon den is. Over „La Legon" (De Les) heb ik reeds uitvoerig verslag uitgebracht naar aanlei ding van de daarvan enkele maanden ge leden onder regie van Kees van Iersel gegeven Nederlandse opvoering. Een ver gelijking heeft weinig zin. In mijn herin nering overheersen trouwens nog steeds de indrukken, die ik vijf of zes jaar gele den bij de vertoning daarvan door Marcel Cuvelier in Parijs heb opgedaan en waar door mijn belangstelling voor Ionesco gaande werd gemaakt. Men beleefde gis teren het debuut in de rol van de geper verteerde professor van Alain Motet, die het volgende seizoen de titelrol in „Paolo Paoli" van Arthur Adamov in de Franse hoofdstad gaat spelen, waarvan met groot succes reeds enkele proefvoorstellingen (in Lyon onder meer) hebben plaats gehad. Een belevenis was de kennismaking met Catherine de Seynes als het gekwelde, naar inzicht dorstende meisje. Mauclair speelde in travestie - door Ionesco zo gewild, om dat geen vrouw de gewenste geweldige autoriteit kan opbrengen - de rol van de dienstbode. Dit stuk is door Maurice Jac- quemont, de directeur van de Studio des Champs Elysées, in scène gezet. David Koning CAPE CANAVERAL (UP) Op het proefterrein bij Cape Canaveral in de Ver enigde Staten zijn woensdag twee geleide projectielen afgevuurd met een tussenpoos van nog geen zeven uur. In alle vroegte ging het eerste projectiel de lucht in met een donderend geraas. Volgens getuigen aanzienlijk luider dan wat men gehoord had toen onlangs een soortgelijke proef ver moedelijk met een „Atlas" genomen werd, die kort na de opstijging ontplofte. Beide proefnemingen schenen goed te verlopen. De militaire autoriteiten hullen zich nog in stilzwijgen, zij geven alleen toe, dat er twee geleide projectielen zijn afge schoten. Men gist nu of de proeven genomen zijn met „Redstones", „Jupiters" of met weer nieuwe typen. Een ooggetuige, die het lan ceren van vijf kilometer afstand gadesloeg kreeg de indruk, dat de tweede proef ge nomen werd met een nog groter projectiel dan de eerste en dat op dit proefterrein nog nimmer een zo groot projectiel was af geschoten. Eerder was vernomen, dat het leger twee „Jupiters" zou hebben opgesteld bij Cape Canaveral en dat het lanceren ieder ogen blik verwacht kon worden. Zowel in eigen land als daarbuiten zul len de Canadezen op 1 juli het 90-jarig bestaan van hun land als zelfstandige na tie herdenken. In Nederland zal onder meer een radioprogramma, dat is samen gesteld door de Canadese radio-omroep, dinsdagmiddag 2 juli over de zender Hil versum I worden uitgezonden. Het eindigt met een kort woord door de ambassadeur van Canada in Nederland, de heer Thomas A. Stone. Met de herdenking valt samen de ope ning van 't nieuwe gebouw van de Cana dese ambassade in Nederland aan de So- phialaan in Den Haag. Er zal een receptie worden gehouden, waarop ook Prins Bernhard en de Canadese minister van De fensie, generaal-majoor G. R. Pearkes, aanwezig zullen zijn. Canada heeft op het ogenblik een bevolking van ongeveer 16 miljoen, waarvan 2 pet. van Nederlandse origine is. Toen Canada zelfstandig werd telde het ongeveer 4 miljoen inwoners. Vooral in de jaren na de tweede wereld oorlog zijn er nauwe betrekkingen tussen Canada en Nederland gegroeid. De handel tussen Canada en Nederland omvat jaar lijks een waarde van bijna 260 miljoen gulden. Sinds 1950 heeft Canada volgens het programma van wederzijdse hulpver lening van de NAVO-landen voor ruim 370 miljoen gulden militaire goederen aan Ne derland geleverd. De minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid ir. Witte heeft in een brief aan de Eerste Kamer de kwalificatie „min derwaardig", die hij heeft gebruikt voor een opmerking van het Eerste Kamerlid de heer Reyers (CHU) ingetrokken. De minister had deze kwalificatie ge bruikt tijdens de debatten, die de vorige maand in de Kamer zijn gehouden over zijn begroting. In de brief zegt minister Witte, tijdens de debatten te hebben be grepen, dat de heer Reyers de regering had verweten, dat zij de woningnood om politieke redenen verlengt. Uit de Hande lingen is echter gebleken, aldus minister Witte, dat de heer Reyers dit niet zo heeft gesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1957 | | pagina 3