September 1936
September 1957
EEN WERK VAN 21 JAREN
EEN MILJOENENWERK VOLTOOID
Haarlems Dagblad
In een wat verlept herenhuis aan een der Utrechtse
wonder lijkt, voor elk een aparte naam aan te treffen,
Daar niet alleen natuurlijk, want Waterstaat is groot
tot diep in Brabant, hoog in Zeeland, en in Haarlem en
toch ergens achter een nietszeggende geelgesausde
Het bordje „Directie Sluizen en Stuwen" zou niet
ingenieur-directeur, ir. H. C. Wentink, die de directie
dam, chef van de op zolder huizende tekenkamer,
want zo'n bordje plakt in Nederland óók wel eens
gangen met lichtbruine cocoslopers.
„Sluizen en Stuwen" is echter een levendig bedrijf,
tunnel zowel als van grote stukken Deltaplan en de
singels, die zóveel op elkaar lijken, dat het een
zijn de „hersens" van de Velser tunnel te vinden,
en machtig en heeft haar vooruitgeschoven posten
□muiden, maar drie groten van het grote corps zijn
UTRECHTSE gevel te vinden.
doen vermoeden, dat zowel ir. A. Eggink, de hoofd-
over de tunnelbouw voerde en de heer A. Dubbel-
drie bijzonder levendige waterstaatdeskundigen zijn,
een etiket op stapels papieren en lange monotone
een rumoerig bedrijf, de broedmachine van Velser
Biesbosch-kunstwerken.
Vastgelopen pro je kt
Het goedkoopst
T unnelevacuatie
Naar deze herfst
Tunnel op zolder
De grote drang
Het zijn de eerste voortekenen van een nieuwe tijd, die dit gewest beroeren. Zij zullen onderkend en
opgevangen moeten worden. Want deze tunnel is een functionele buis onder een prozaïsch kanaal
door, maar hij is toch ook een levensader in een provincie, die nieuwe stromen doet pulseren
Bange vraag
Grote ingreep
SEPTEMBER 1957
Lange Nïeuwstraat 427, IJmuiden. ^Telefoon
Adm. 5437, chef bezorging
Tel. Redactie
straat .93 f. ^BP^ntie-
dministratie.
Ho^PWTacteur: Simon Koster
Adj. Hoofdredacteur: Jos L. Lodewijks
IJmuider Courant
EDITIE VOOR VELSEN-IJMUIDEN EN BEVERWIJK EN OMGEVING, VAN
OPRECHTE HAARLEMSCHE COURANT
Uitgave Grafische Bedrijven Damiaté N.V.,;
Grojflk^Uxaat 93, Haarlem. Verschijnt
en feestdagen.
franco p.
rekening 273107 ten nam^^^a^^S^Had.
Directie: P. W. Peereboom en A. D. Huijsman
>p<XXXXXKXXXCOCXXXXXXXXDCOCCCCOCXXXXXXXXXX>CX>OCOCOOCCOCXXXXXDCOCCCX)OCOOCCOC)CCXXOCOaXXX>
>COOOOCOCOCXDOCOOOO<XXDOOCXX>OOOCOOOOOOOOOOO<XXXXXXXXXX)OOOOCOCXDOO^^
33COOOOOOOOOCOOOOOOOOOOCXXXXXXX>OOOOOCOOOOOCO<XXXXXOOCOO<XOCOOOOC^^
Ir. Eggink. Een grijzende vijftiger, die de eerste
potloodstreken van het allereerste Velsense tunnel
project in september 1936 op een tekentafel aan de
IJmuidense De Wetstraat zag trekken. Dat is 21 jaar
geleden. Als jong ingenieur kwam hij van de bouw
van het Twenthekanaal naar wat toen het ^Tunnel-
bureau" heette, want minister Kalff en diens opvolger
Van Buuren vonden, dat er toch maar eens iets aan
een betere oeververbinding moest worden gedaan bij
Velsen. Die afsluitdijk spoot onverwachte hoeveel
heden automobielen naar het zuiden en zoog er min
stens evenveel op en dan de economische ontwikke
ling van Noordhollands NoorderkwartierDe
argumenten zijn nu, in september. 1957, nog gloed
nieuw en ze waren dat in de na-oorlogse dagen, dat
het oude „Tunnelproject" door een groter vervangen
werd, ook.
DAT TUNNELBUREAU aan de De Wetstraat was
maar een geringe bedoening: twee man sterk. Latèr is
dat gegroeid tot een bezetting van twaalf krachten,
maar toen was het spel al verloren, want die eerste
tunnel is nooit verder gekomen dan een bouwkuip en
een paar moten.
Het waren moeilijke jaren. De wereld herstelde zich
huiverend van een zware crisis en trad bevend een
oorlog tegemoet. Hoe is het mogelijk, dat wij in die
„dagen maar rustig doorgingen met ons tunneltje", zegt
de heer Eggink wat verwonderd, als hij deze oerhistorie
van de Velsertunnel nog eens oprakelt.
Tja, wij maakten een plan en de plaats was al gauw
vastgesteld: er bleef niet veel anders over dan de be
kende plek ten oosten van de ponten. Het autotunnel-
plan kwam zelfs tot een bestek, maar daar kwam toen
een spoorwegtunnel bij en toen moest de spoorbrug
natuurlijk ook weg en daarna nam men meteen het hele
kanaal maar in studie. Het is toen nog even naar een
grotere spoorbrug toegegaan en er is ook gepiekerd over
de tunnel op de plaats van de spoorbrug, maar tenslotte
werd het dan: twee tunnels, samen in één bouwput. Dat
was het goedkoopst.
EN HIJ glimlacht. Dat was het geodkoopstHet
project moest toen 35 miljoen kosten de Velser tunnel
die zaterdag opengaat kostte er 130 miljoen. „Vroeger
deed een pakje sigaretten óók een kwartjeGoed
beide tunnels zijn zelfs nog in bestek gebracht en Wa
terstaat kocht ijverig materiaal, want de oorlogsdreiging
hing boven zoveel, dat een partij asfalt en een vracht
wolvilt nooit weg was. Het lag in IJmuiden opgeslagen.
DE OORLOG kwam. In mei 1941, onder volle bezet
ting, besteedde men de tunnel aan. „De Ballast schreef
in voor 3% miljoen op het eerste stukjeHet eerste
stukje is klaargekomen ook, totdat de Duitsers in novem
ber 1942, gelijk met de evacuatie van IJmuiden, de tun
nelbouw stopzetten. Het was toen toch allemaal al erg
moeilijk geworden: geen olie meer, geen stroom voor
de bronbemaling en die laatste order kwam dus niet zo
onverwacht. Was de 3'/2 miljoen dus weggegooid? Nee,
niet helemaal. Want ten eerste heeft „die eerste tunnel"
een schat aan ervaring opgeleverd en bovendien kon
een stuk damwand zo listig worden weggeheid, dat de
Duitsers, die de put onder lieten lopen, dit kostbare
materiaal niet terug hebben kunnen vinden.
HET IJMUIDENSE tunnelbureau evacueerde ook:
naar Oosterbeek, waar men verder werkte. Later is uit
deze dienst de Directie Sluizen en Stuwen ontstaan, die
alle waterbouwkundige kunstwerken onder haar beheer
kreeg. Later is ook de tunnel doorgegaan. De grotere
tunnel.
Maar laat daarover ir. Wentink vertellen. Laat hem
eerst vaststellen, dat alles „akelig vlot" verlopen is
sinds de bevrijding. Nee, niet het „opnieuw begin
nen", want daar moest het 1952 voor worden, maar
tóén dat begin er eenmaal weer was. „We hebben
nooit een schip op de kistdammen gehad" zegt hij
met het gezicht van iemand, die in zijn hart wel
graag een heel klein botsinkje had gezien. „Maar de
vlotheid is in hoge mate te danken aan de voortref
felijke onderlinge samenwerking". Dat dit geen
schoonklinkend compliment is jegens Waterstaats
medewerkers, aannemers of anderen, die bij de tun
nelbouw betrokken waren, is ons bij alle bezoeken
voorafgaand aan dit extra-nummer steeds duidelijker
geworden. Ir. Wentink zei het zo: „we hebben er
plezier in gehad en dat plezier zat door het hele werk
heen.
MAAR GOED: in 1954 kwam het besluit de tunnel
bouw versneld uit te voeren en dat heeft een heel jaar
gescheeld. Men zou eerst in het noorden, net als in het
zuiden, „onderaan" beginnen en dan naar boven klim
men, maar in 1954 werd dat hele plan omgedraaid:
onder hoog tempo is het hele machinale geweld der
tunnelbouwers toen de noordelijke bouwput ingedoken
zich steeds dieper naar het haast voltooide zuidelijke
stuk toegravend. En toen kwam die teamgeest boven:
toen heeft „noord" geprobeerd „zuid" te verslaan, als
het ware een vriendelijk lesje te geven in vlug tunnel-
bouwen.
ALLES WERKTE, alle joeg mee naar de streefdatum:
herfst 1957 open en men wilde en zou dat jaar inhalen.
Het is gelukt.
Dank zij de hoofdaannemers van de Ballast, dank zjj
Keij en Kramer, de isoleerders en dank zjj al die men
sen in de rulle aarde, die wisten, dat het af moest, ook
als er meer kranen tegenaan gegooid moesten worden,
ook als er een dure, maar vlugwerkende extra stalen-
bekisting moest komen Ir. Wentink weet, dat hij de
race met de tjjd heeft gewonnen. Hij gunt de aan
nemers het plezier van deze winst. Hij weet, dat alles
„akelig vlot" ging, ook omdat de strenge winter van
1956 precies in een stadium van de bouw viel, waarin
hij niet al te veel kwaad kon doen en omdat.nou ja,
omdat het „akelig vlot" ging.
DAT ER NIETTEMIN op papier en in gedachten
menige zweetdruppel is gevloeid, kan de heer Dub
beldam, „baas-op-zolder", oftewel chef van de teken
kamer vertellen. Want hij is met drie man begonnen,
had in het heetst van de strijd 25 tekenaars aan het
werk en houdt er nu. één over. Voor de tunnel
dan, want het Haringvliet en het Deltaplan liggen er
alweer dwars overheen. In dat „heetst" van de strijd
zijn er wel eens kommervolle momenten gepasseerd.
Twee herinnert hij zich levensgroot: het moment,
waarop door onverklaarbare oorzaak de „schil" van de
allereerste tunnelmoot bleek te zijn gaan schuiven
centimeters ver meneer, en het tweede: die wel in de
noordelijke put. Nu lijken het allebei incidentjes, die
onder de gemengde tunnelberichten thuishoren, maar
toen was het genoeg, om meneer Dubbelman klam uit de
slaap te houden.
Het begon allemaal goed in 1950, toen de plannen
eigenlijk weer op tafel kwamen in de vorm van een
principe besluit. De begroting van 1951 leverde de eer
ste miljoenen en met de bestaande spullen plus een
arsenaal nieuwe „munitie" werd de oude put opnieuw
bezet. Op de zolder in Utrecht stond toen al een mooi
stuk tunnel op papier: er waren later ogenblikken, dat
de tekenkamer op 10 punten van dit enorme project
tegelijk de bouwers in Velsen voor moest blijven. Want
Utrecht leverde in afwijking tot vele andere bouw
werken óók de uitvoeringstekeningen aan de aan
nemers en zo kon het gebeuren, dat er alleen al van de
eerste moot van de autotunnel 27 tekeningen van de
tafels ritselden en dat er in totaal 4000 tekeningen ge
boren werden onder de kwikdampbuizen van de zol
derverdieping.
„MAAR het was buitengewoon prettig werk. Ik kwam
vaak in de bouwput en dan was te merken, dat het hele
leger, dat aan dit geval bouwde, „tunnelminded" was.
Des winters, als het vroor, pinkten de lichtjes uit al die
keten en gebouwen rond het kanaal en dan vlamden de
schijnwerpers tot diep in de nacht op boven de beton-
storten.dan was te merken, hoeveel drang er achter
deze tunnnel zat bij hoog en laag. Dan was ook te mer
ken, dat de onderlinge contacten niets ambtelijks meer
hadden en dat men in dit nuchtere, Hollandse werk
vaak de poëzie van een scheppingsdaad onderkende".
EEN MILJOENENKARWEI IS VOLTOOID, de Velser tunnels
zullen deze week geopend worden door de Koningin dezer lage lan
den, die in toenemende mate behoefte hebben aan moderne verbin
dingswegen en die in hun onmisbare wat.-ewegen evenzovele
obstakels zijn gaan zien, zodra zij zich met meer dan trekschuiten
en stoomponten gingen verplaatsen.
Zaterdag de 28e september zal een glorieuze dag worden in de
kring der automobilisten, zal nog meer blijdschap echter brengen in
het deel der provincie Noordholland, dat tot nu toe boven het kanaal
was gelegen. Deze toevallige situatie immers heeft de eeuwen dooB,
al sinds het IJ slechts bij Holland op zijn Smalst een doorgang liet,
fnuikend gewerkt op de ontwikkeling van dit „Noorderkwartier" en
dat daar zaterdag de vlaggen wapperen zal geen mens verbazen.
De Velser tunnel is gereed een kunstig wonderwerk van grijs
beton en veler handen, een comfortabele snelweg met kwikdamplicht
en groene wanden, een snelle duik voor treinen onder het kanaal, een
opluchting voor Amsterdammers, die hun scheepvaart gestremd
zagen door pont en brug.
De Velser tunnel is een nationaal project met vele gevolgen. In dit
feestelijk-getinte nummer hebben wij samengebracht wat tot vreugde
en trots leidt echter ook, wat bekemt en remt ondanks alle voor
uitgang. Velen hebben er aan meegewerkt, velen hebben onze staf
met inlichtingen en gesprekken terzijde gestaan^ Te hunner ere en
tot onderstreping van het grootse belang der Velser tunnels, zijn
deze pagina's gevuld met beschouwingen, foto's, tekeningen en her
inneringen en wij zenden ze de wereld tegemoet in de overtuiging, dat
hun opzet beantwoordt aan veler wens, om in elk opzicht meer te
weten van dit werk en zijn gevolgen. Het is geen gemakkelijke chro
nologie van de arbeid geworden, geen overzicht van het werk van dag
tot dag, maar een poging om „de tunnel" te benaderen langs de vele
wegen, die tot en van zijn belangwekkend bestaan leiden in de
historie zowel als in de economie, naar de tekentafels zowel als naar
het moeizame werk ver beneden Amsterdams Peil.
De scheppingsdaad zelf: het werk in de put. Wie kan er beter van vertellen
dan de jonge Groningse ingenieur, die zijn intrek nam in een woonschuit-op-het-
droge en die in dit immense werk de leidende hand had: ir. H. Wieringa?
Zijn verbintenis met dit project dateert uit de lente van 1952, toen slechts een
partij materiaal gekocht en een plan gemaakt was. Hij is begonnen met
malen - van de oude put, die de Duitsers onder water hadden laten lopen en
pas daarna met bouwen: het heien van de nieuwe, grotere kuip om de eerste
moten te leggen.
En hij is geëindigd met tevredenheid en het vooruitzicht op een functie bij het
Deltaplan met standplaats Vlissingen. Tussen die beide momenten in liggen de
ruim vijf jaren tunnelbouw, die voor hem, de jonge, rustige Groninger onvergetelijk
zijn geworden. Zonder grootspraak: onvergetelijk. „Het is één plezierig werk ge
weest en daarmee sluit hij aan op de prijzende conclusies, die zijn superieuren in
Utrecht over het werk kunnen trekken.
Er is hem wel eens een vraag gesteld: „wat gebeurt er als er een schip in het
Noordzeekanaal op de kistdam loopt". Die vraag is gelukkig hypothetisch gebleken,
maar zelfs al zou er ooit een boot in aanvaring zijn gekomen met de damwanden,
dan zouden deze heel wat hebben kunnen verdragen, zoals de oorlog leerde, toen
een bootje de oude bekisting ramde en men daarna bij de hervatting van het werk
slechts een paar gekreukelde damplanken moest vernieuwen. Nee, bittere ervaringen,
die door haast elk groot werk heenlopen, zijn er niet geweest. En ondanks de
.wetenschap, dat aan alles een eind komt, zal de heer Wieringa met enige weemoed
dit werk-zijner-handen vaarwel zeggen.
Hij heeft de grote betekenis van de tunnel zich al zien aftekenen: de Velsense
kant is de dupe geworden van de ontwikkeling, die benoorden het kanaal inzette,
toen streekplannen en tunnelbouw op elkaar aanhaakten en deze ontwikkeling
gaat zich verder voortzetten: de ingreep van de tunnel niet alleen voor de IJmond
maar ook voor het hele Noorderkwartier der provincie is van een haast revolutio
naire orde. Hoe revolutionair zal bijvoorbeeld, om even dicht bij huis te blijven,
het oude dorpje Velsen merken, dat na zaterdag in de dode hoek komt te liggen
met een halte als station, zonder het rumoer der ponten, zonder ook de beweeg
lijkheid, die de Sluisweg hier met zich bracht. En Beverwijk is plotseling bij de
randstad Holland gevoegd uit de kop van Noordholland gelicht als het ware en
samengesmeed met de Zuid-Kennemer belangengemeenschap.